dam 111 maar voor de meer prestigieuze Rotterdam IV met twee schoorstenen. Honderd procent zekerheid heb ik niet want de naam van het schip ontbreekt op de pijp Op de door Partsch gemaakte pijp zijn twee gekruiste vlaggen afgebeeld met de afkorting NASM maar ook met onderaan de tekst Holland -Amerika Linie, welke aangeeft dat de pijp in ieder geval na de statuten wijziging van 1896 is gemaakt. Dit eerste HAL schip met twee schoorstenen was jarenlang het vlaggenschip van de Nederlandse koopvaardij en had een 472 koppige bemanning en kon maar liefst 3200 passagiers vervoeren. Ook de Nieuw Amsterdam is afgebeeld op doorrokers en uit het HAL register bi ijkt dat er drie schepen in de vaart zijn geweest. Het eerste schip de Nieuw Amsterdam I was van 1906-1932 in de vaart en de Nieuw Amsterdam Il van 1938-1974. De toeschrijving is gemakkelijk daar de pijp is voorzien van een transfer waarop de Nieuw Amsterdam twee schoorstenen heeft, de Nieuw Amsterdam 1 had maar een schoorsteen. Niet zo verwonderlijk dat de Nieuw Amsterdam Il (foto 9) is afgebeeld, het 231 meter lange schip met 10 dekken werd het nieuwe vlaggenschip van de Nederlandse koopvaardij. Het schip kreeg zelfs een koninklijk tintje toen koningin Wilhelmina op 10 april 1937 het nog niet afgebouwde schip te water liet en toen het ruim een jaar later was afgebouwd vereerde zij het nogmaals met een bezoek. Zeer vermeldenswaard was de verdienste van de Nieuw Amsterdam 11 tijdens de oorlog. Dit snelle schip vervoerde in de periode september 1940 tot 9 foto 9 Tekst: NIEUW AMSTERDAM, Doorroker, afmontering met nikkelen busje met rode en gele bandjes gestempeld Goedewaagen Holland en ebonieten steel. april 1946 maar liefst gedurende 44 reizen meer dan 400.000 passagiers waaronder repatrianten en militairen. Zonder enige schade keerde de Nieuw Amsterdam 11 in het voorjaar van 1946 terug in Rotterdam. Betreffende de transfers gebruikt door Van der Want en Barras kreeg ik onlangs van Fred Tijmstra nog leuke aanvullende gegevens. Via Fred kwam ik eind tachtiger jaren in het bezit van een kleine 50 verschillende transfers waaronder de veelkleurige transfer met de Statendam ( foto 10), deze blijken dus allemaal gebruikt te zijn door Van der Want en Barras en zijn gevonden in de oude fabriek in Gouda en meegenomen door degene die de naam Regina opgekocht had. Verder vermeldde hij nog in het bezit te zijn van een kopie van het document van Bureel Inklaring Pakketpost ( -····----··--·······---·· .. ~ ______________________ î 2429
Oldenzaal -station gedateerd 8 februari 1936. Dit betrof een bestelorder van 43650 lichtbeelden, uit het buitenland (mogelijk Duitsland, dit is niet goed leesbaar door de slechte kwaliteit van de kopie). Natuurlijk geeft bovenstaand verhaal geen compleet overzicht van alle HAL schepen afgebeeld op pijpen maar dit zijn wel de bekendste en beroemdste. Als laatste houd ik mij uiteraard aanbevolen voor op- en aanmerkingen en nieuwe vondsten met afbeeldingen van H.A.L. schepen op pijpen. Foto verantwoording; Foto's; 3, 4, 9. collectie Ruud Stam Foto's; 5, 10. Leo Nobels Foto's; 1, 2, 6, 7, 8. Ron de Haan Literatuur; HOLLAND AMERIKA LIJN Beknopte geschiedenis van een rederij, auteur: Nico Guns. 2004 Uitgeversmaatschappij Walburg Pers Zutphen. \ PKN-dag op 29 oktober in Valkenswaard Heeft u deze datum genoteerd in uw agenda en zich al opgegeven voor ditjaarlijkse hoogtepunt van de PKN? Het is een evenement wat u niet mag missen. Naast het leggen van contacten met andere PKN-ers, een bezoek aan het museum, of deelnemen aan de sigarenwandeling, kunt u mogelijk ook uw collectie uitbreiden met pijpen en boeken. Nadere informatie over het programma, aanmelding en kosten vindt u op het inlegvel in dit nummer en op onze website.
Nogmaals sigarenzakjes met rebus Fred Tijmstra ([email protected]) In PKN nummer 31, blz. 63-65 schreef Leen van den Berg over sigarenzakjes met zoekplaatjes en rebussen. Hij merkte op " Jammer dat vele zakjes verknipt werden en daarna in schriften zijn geplakt. Op deze wijze zijn veel reclames verloren gegaan". Door toeval ben ik in het bezit gekomen van zo'n schriftje met uitgeknipte ingeplakte rebussen, verzameld omstreeks 1920 door een gezinslid van een tabakswinkelier. Aan het aantal ingeplakte rebussen (meer dan 100) kunnen we afleiden dat de rebuszakjes erg populair zijn geweest. Het kost soms heel wat hoofdbrekens om ze op te lossen. Dat heeft te maken met de toenmalige manier van tekenen, afbeeldingen van nostalgische voorwerpen en lettertrucjes. Soms is de actualiteit van toen aan de orde, bijvoorbeeld bij onderstaande rebus: Voor de puzzelaars onder de lezers is hier een aardige om op te lossen. De oplossing kunt u lezen in het volgende nummer. Liefhebbers die willen helpen een paar rebussen te ontcijferen kunnen mij een mailtje sturen. ---------------------------' 2431
Het 25 jarig regeringsjubileum van koning Willem 111 Ron de Haan ([email protected]) Het gebeurt niet vaak dat je tijdens de kijkdagen van een veiling een "Oranje" poster ziet uit de 19 eeuw. Onlangs kocht ik er één met een wel héél bijzondere voorstelling. Namelijk het 25 jarig regeringsjubileum van Koning Willem 111, veelkleurig uitgevoerd en gedrukt op wit katoen, formaat 52x68 cm. en prachtig ingelijst. De afbeelding laat een naar de toeschouwer kijkende Koning Willem 111 zien met zijn vrouw Sophia die wat afwezig langs ons heen kijkt. Daaronder de jaartallen 1849-187 4 en met een "Heilwens" WIJ JUBLEN OP DEEZ BLIJDE DAG VOORT EDEL VORSTELIJK PAAR GOD GEEFT DAT HET REGEEREN MAG NOGMAALS VIJFENTWINTIG JAAR Koning Willem 111 werd geboren in 1817 en was koning vanaf 1849 tot aan zijn dood in 1890. Hij is tweemaal getrouwd, Emma zijn tweede vrouw werd regelmatig op kleipijpen en doorrokers afgebeeld. Pijpen met de afbeelding van z'n eerste vrouw Sophia zijn aanmerkelijk zeldzamer. Op een eerdere veiling heb ik een "hoornpijp" kunnen bemachtigen met aan de linkerzijde de afbeelding van Koning Willem 111 en op de rechterzijde Koningin Sophia. De steel vermeldt alleen WILLEM 111 en SOPHIA. Deze pijp is met zekerheid net voor of in 1874, het 25-jarig regeringsjubileum, gemaakt. Sophia, prinses van Württemberg (haar naam wordt op drie verschillende wijzen geschreven; Sophia, Sofia en Sofie) werd op 17 juni 1818 te Stuttgart geboren. Een half jaar na haar geboorte stierf haar moeder hetgeen een grote invloed had op haar verdere leven. Sophia was een zeer ontwikkelde en begaafde vrouw, Zij was zeer geïnteresseerd in de politiek, werd zelfs vanwege haar denkbeelden "La Reine Rouge" genoemd, had contacten met veel kunstenaars en geleerden en reisde veel door
Europa. Het toeval wil dat onlangs in juni 2011 een biografie over haar leven verscheen, met de titel; "Sofie koningin der Nederlanden". Zij trouwde in 1839 met Willem 111 en kreeg drie zonen; Willem (1840-1879) Maurits (1843-1850) en Alexander ( 1851-1884 ). Bij haar overlijden in 1877 moet ze de overtuiging gehad hebben dat er een troonopvolger was maar Alexander stierf zeven jaar na de dood van zijn moeder, voordat hij de troon van zijn vader kon bestijgen. Koning Willem 111 hertrouwde op 7 januari 1879 met de meer dan veertig jaar jongere Emma die in 1880 het leven schonk aan Wilhelmina. De monarchie was veilig gesteld! Al met al zijn deze twee aanwinsten, oranje poster en hoornpijp, objecten die de geschiedenis weer even hebben laten herleven. Literatuur: Antiek elfde jaargang no.8 blz. 667-683 ___ , 24337 __
De klei pijpenfabrikant Peter Kluidgen 1 Jos Engelen [email protected]) Uit tal van archiefstukken blijkt dat de kleipijpenfabricage in Roermond aan het begin van de 19e eeuw een aantal namen van pijpenfabrikanten kent, waarvan het onduidelijk is of zij daadwerkelijk in Roermond een fabriek hebben gehad en pijpen hebben gefabriceerd. 2 In dit artikel zullen wij ons beperken tot Peter Kluidgen en diens voorloper Gerardus Gruyters Uit een opgave uit 1810 blijkt dat Roermond reeds in 1810-1811 een fabriek bezat met 2, soms 3 werknemers, die zo weinig belangrijk was dat de onderprefect hem niet heeft laten opnemen in de opgave (3). In 1811 wordt zij wel vermeld: 1 pijpmakerij met 10 personen werkzaam, loon per dag f. 0,40 à 1 franc, bruto waarde van het product f.1.500,-. In 1812 een vermelding van 1 pijpenfabriek met 12 werknemers, pijpen worden gemaakt van Andenneklei. In april 1812 met een productie van 28.800 pijpen, 1.50 à 1.60 fr. per gros, en wordt de productie wat belangrijker na lang stilgestaan te hebben. In mei van datzelfde jaar 28.000 pijpen, in juni 28.800 pijpen, in juli 10 werknemers met 24.000 pijpen, in augustus met 10 werknemers 24.000 pijpen, en in september met 12 werknemers 28.800 pijpen. In 1813 bedraagt in het 1 ste trimester met 14 werknemers de productie 82.000 pijpen, in het 2de trimester met 15 werknemers 85.000 pijpen, in het 3de trimester met 12 werknemers, 75.600 pijpen. In het 1 ste semester 1813 met 10 werknemers, loon 40c à 1 fr. per dag, 750 fr. per semester (bruto bedrag). Uit een opgave, die Roermond doet in 1816 aan de Provincie, blijkt dit de fabriek van Gerardus Gruyters te zijn. Als merken zette hij tussen 1810 en 1816: wapen van Roermond, BAB, de Lelie, gekroonde PO, gekroonde 46, de Leeuw, en de gekroonde B. Het aantal werklieden bedraagt nog steeds 10 personen tegen een dagloon van 1 franc. De tegenwoordige staat van de fabriek wordt in 1816 minder gekenschetst dan in de periode daarvoor en als afzetgebied worden voornamelijk de provincies Limburg en Brabant genoemd. De bestemming van de goederen zijn de provincies Limburg en het noordelijke hertogdom Brabant. Verhinderingen: uitvoer van pijpen is niet vrij, reden van teruggang: het 1 Ook geschreven als Klaadgen, Kluitghen, Kluitgen, Klultjen, Kluytgen, Kluitjes, Kluydgen, Kludgen, Kluntjens, Klundgen, Klündgen, Kluntgen, Klutgen, Klütgen, Kluytgen, Kleytgens, Kleughen, Kleutgen(s), Kleutchen, Kleutjes, Klötgen, Kloutgens, Kloutjgens, Klintjen. 2 J.Broekmeulen, P.Grevenstein, J.Leyendecker, waarschijnlijk allen handelaars in pijpen .. Frans Archief nr.2539 Arch.v.h.Arr. Maastricht en v.h.Dep.v.d.Nedermaas(l 794-1814)
binnenkomen van pijpen van inferieure kwaliteit uit het buitenland terwijl de pijpen in het Koninkrijk duurder zijn. In 1816 vraagt de burgemeester fiat voor een paspoort voor een werknemer van de pijpenfabriek om in de omgeving te kunnen rondgaan4 . Het betreft hier Gerard Gruyters geb. Stockhoven-Stockheim, wonend te Roermond, ingeschreven onder no. 1966. 4 Germinal, jaar 9 van de Republiek met zijn signalement. Beroep timmerman, houtwerker, meubelmaker, gaande naar Brussel. Deze aanvraag komen wij ook tegen in 1812, 1817 en 1818. (4) In 1817 komt er een oproep van de Provincie aan de Burgemeester van Roermond voor opgave van fabrikanten- _ namen en hun merken, wapens, of ;171.u,~k ?U.;ftf/'f~ letters en de soorten pijpen. Als bijlage /t'J//'"' ~~LA',,;,,~ ~_.,,/4 &<?-A-h~c zit hierbij de opgave van Gerardus p;;:,, ~~~.a,_,_,,,~ Gruyters: Het Roermondse wapen en de _ / 4 • 1::/:i;:;. /;~ 1-----~ letters SAB, op de linkerkant van de pijp. ~ p__.__ -~ • - _ _ _ "Op den staart van de pijp" (hiel) zette hij .,,, . IL.- R"----.~ ?.-~;i,.,,~-~ro de merken: een leeuw, een lelie, de -it e. ;.(,;____,_~.v._ ,,.J- JJ..~ .üf. ,f{ ;û,,__;_· _g~ ' gekroonde PD5 , de gekroonde B of de -/pi L /~ ,_ 'J,,__ -d- "~~ gekroonde 46. lnv.nr.674 Waar Gruyters zijn pijpennering heeft • ,,7' Ç{~ P.... . .__ ~r-../- //--~ ~ 7'" L ~'7'/! ~p ✓'--~-- ~ uitgeoefend is tot op heden onbekend. dd-,,,,~ -uv . ./é.5'"fa.P< '7<- ,,__ ~ In deze periode 1810-1820 komen wij in -~ ,;.__ ~ Roermond nog vermeldingen tegen van c:!e~~ 5 __ pijpenmakers en pijpenfabriqeurs 6 ;' 4 lnv,doc.nr.4077 s lnv.doc.nr.674 6 1812 Kleutgen(Klündgen) Henri, signalement, fabricant des pipes, krijgt binnenlands paspoort. lnv.nr 4073, 1813 Kurtzenacker Jean Adam *Wergespais (Montabauer) krijgt passepartout voor reis van Venlo naar Keulen. Beroep: revendeur de pipes. 26-8-1813 lnv.nr.4074, 1814 Kleudgen(Kludgen) Willem, 56 jaar, signalement, vendeur de pipes, krijgt binnenlands paspoort voor reis naar Keulen. lnv.nr 4050 en 4075. 1816 Hoester Jacques * Höhr wordt genoemd bij aanvraag voor binnenlands paspoort als marchand de pipes bij reis naar Maastricht. Als getuige tekent Klundgen. 6-6- 1816.Reg.73, 1816 Leyendecker Jacques *Grenshausen wordt genoemd bij aanvraag voor binnenlands paspoort als ouvrier/fabricant de pipes bij reis van Venlo naar Arnhem. 31-5-1816. lnv.nr.4077. 1816 Aanvraag binnenlands paspoort door Jacques Gelhard, pijpenkoopman, geb. in Hohr. 9/3/1816. Burgemeestersfiat voor Willem Gulhart, wonend te Venlo, koopman in pijpen in 1814 met zijn signalement. lnv.nr.4075. 1816 Kleudgen Jacques,* Höhr, leeftijd 28, signalement, marchand fabrikant des pipes, krijgt binnenlands paspoort voor bestemming Maastricht. lnv.nr 4077. 1817 Leyendecker Jacques* Grenshausen wordt genoemd bij aanvraag voor binnenlands paspoort als ouvrier/fabricant de pipes bij reis van Roermond naar Venlo. 15-7- 1817.Reg.43. 1818 Fiat door burg.Utrecht voor Bernardus van Geelart. geb.Mechelen, ~-- .. ·····l ·,w=a·,.w~,.w.w==•••·~•-•"""'"·-•--.v===-••••~•-~•w.-,_,,,,,.,,-v,,•,-.-.w•-•-•,.-.,•,•-•••••••-•~••·•••w --••--~----••---•·••--•-------~•~-J 2 4 3 5 L __ _
Op 18 juli 1816 verzoekt de ondergetekende G. Gruyters Mijnheer de Burgemeester Mertz een paspoort te willen verstrekken ten name van Pierre Kleutchen teneinde rond te kunnen gaan met pijpen, komend van mijn fabriek. Hier zien wij voor het eerst de relatie tussen Gruyters en Kluidgen. Pierre Kleutghen is duidelijk in dienst van Gruyters en treedt op als diens vertegenwoordiger in de omgeving. Wie was deze Pierre Kleutghen? In 1801 woont in 7 Rue dite achter de Luijve op nr. 7 4: Peters Pierre, 51 jaar, beroep tailleur met zijn vrouw Proust, Marie Corneille oud 44 jaar met haar dochters Marie Henriette, 10 jaar, Marie Agnes 8,5 jaar, Jeanne Helène 6,5 jaar en Marie Gertruda 4 jaar. Pierre Klundgen trouwt op 15 januari 1816 met de oudste dochter Maria Hendrina en doet in datzelfde jaar nog aangifte van het overlijden van zijn dochter A.E.C.H, wonend aghter de Luijf 6. Als beroep vermeldt hij fabrikant des pipes. In 1816 krijgt hij (geb. in Höhr '' 19-5-1794) als pijpenkoopman, een binnenlands paspoort voor bestemming Maastricht, Venlo en Vlodrop8 . • In 1819 wordt de Burgemeester verzocht door de Gouverneur van de Provincie opgave te doen dat op alle pijpen, merkpapieren, vaten of kisten, behalve het aangenomen merk van de fabrikant, het wapen van de stad of plaats, waar de fabrieken gevestigd zijn, moet geplaatst zijn en geenszins dat van een andere stad mag uitgedrukt worden. 9 In 1820 zetten Grevenstein Pierre en Kluidgen Peter: de merken: AB, 46, 96, de lelie of de bezem. In 1821 wordt Grevenstein niet meer vermeld en gaat Kluidgen alleen verder. , oud 35 jaar, wonend te Utrecht voor ongehinderde doorgang, beroep pijpenmaker. lnv.nr.4079. 1818 Kleudgen(Klündgen) Willem, *Höhr 60 jaar, signalement, colporteur de pipes, krijgt binnenlands paspoort. lnv.nr 4053. 7 lnv.doc. 3779 1-5 8 lnv .nr 4051 1-11, lnv.nr 4077, lnv.nr 4053 9 lnv.nr.serie 4 no.2
In 1820 wordt in het Patentregister 3637-1-5 vermeld, wonend Achter de Luif nr.47: Kluntgen Pierre, fabr. de pipes classe 26. het betreft hier waarschijnlijk het huis ongeveer in het midden van de Luifelstraat. Dit wordt gestaafd door de concentraties pijpen, die werden gevonden bij de opgraving in de Luifelstraat in augustus 1985. De oven die Klundgen na zijn huwelijk in 1816 bouwde stond dus waarschijnlijk op 0109 10. Data over deze oven zijn niet bekend. _ . .;...,, < ~ ' • In 1821 geeft het bevolkingsregister 11 aan dat in achter De Luyf No 77 woonden: Peeters Petrus, kleermaker, weduwnaar * 29/8-1769 Roermond, Kloutgens Petrus, pijpenfabrikant, *19-3-1796 Höhr, Peeters Maria Henriet, 26/6-1793 Roermond, Mara Angnes, *1817 Roermond, Chistianus Hubert, *1820 Roermond en Peeters Joanna Helena, naayster, ongehuwd * 6/1- 1795 Roermond en Peeters Maria Gertrudis, naayster, ongehuwd, *1797 Roermond. In het zelfde bevolkingsregister uit 1821 zien we dat Pierre Klundgen met zijn vrouw in 1823 naar de Koolstraat 85 zijn verhuisd. Samen met Marie Agnes Hubertina Klundgen *Roermond1-9-1817, Maria Gertrudis Hubertina Klundgen *Roermond 19-4-1823 en Petrus Henricus Klundgen *Roermond 1° Foto Luifelstraat. Rechts tamelijk mooi huis (gedeeltelijk) Links daarvan het lage zwaar verwaarloosde huisje. Het iets hogere pand links hiervan (met de 6 raampjes op de éérste verdieping, en de hogere voordeur) zou het pand van Peeters-Klundgen kunnen zijn 11 bevolkingsregister 1-1-1821
23-3-1825. Ze nemen het huis over van de familie Jacobs X Geenen die er in 1821 woonden. Opmerkelijk is dat als zijn beroep hier koolkoopman wordt vermeld. Was dit een tijdelijke baan als overbrugging van zijn verhuizing en zijn nog te bouwen oven op de Koolstraat? In 1822 vermeldt het patentregister 12 dat op Luifelstraat nr. 46 woonde Klintjen Pierre pijpenfabrikant met 1 werkman. Het kan dat hij naast zijn koolkoopmanschap beperkt nog op de oude locatie pijpen bakte. Op 4-6- 1823 koopt Kleutjes Pieter, pijpenfabrikant, en Peeters Maria Hendrina het huis en tuin op de Koolstraat voor f.428,24 via notaris Jozef Cornelis van Lamberment van Maria Elisabeth (Weduwe van Eck Miller Johannes Michael)13. Op 15 mei 1824 vraagt Peter Klündgen, pijpenbakker te Roermond, toestemming 14 aan Ged. Staten van Limburg om een pijpenoven te mogen bouwen. Klündgen schrijft dat hij "eerst in eene voorheen binnen dese stad bestaan hebbende pijpenbakkerij voor knecht (heeft) gediend en naderhand, gehuwd zijnde, een lokaal gehuurd heeft, waarin hij zijn traf;ek op eigene rekening uitoefende." Peter heeft een groot gezin en "alle middelen bijeengespannen en der bijstand zijne familie ingeroepen om in de ~' stad een huis met bijbehorende tuin aan te kopen om daar ( in de tuin) een pijpenbakkerij te bouwen." Het huis ligt in de Koolstraat nr. 85. De tuin is 14 meter lang en ruim 9 meter breed. Huis en tuin grenzen aan de percelen van respectievelijk Sebastiaan Geradts, Jan Baptist Crunel en aan het pakhuis van de heer Schm itz de Prée. De reeds eerder genoemde buren hebben geen van allen bezwaar tegen de bouw L--'-~ .... ..........._~"""'"" van de pijpenoven mits de bouwvoorschriften in acht worden genomen. Geen bezwaren van naburen, mits de oven overwelfd wordt en een schoorsteen van 5 ellen hoog geplaatst wordt. Bijzonder interessant is de verklaring van schrijnwerker H. Baur. 12 Patentregister 3639-1-5 13 lnv.nr. 50 Minuutakte 98. 14 15-5-1824 PA 3447
Hij verklaart in 1824 dat "in het Moelenstraetgen 13 jaaren lang eenen oopen peijpooven tegen mijn erf fast gestaen heeft warvan ick noiet perijckel van veur (=vuur) te maeken gesien heb nog ongemack van den rook gehad hebbe." Zijn pijpenbakkerij levert geen gevaar op voor de genoemde belendende percelen want, zo motiveert Klündgen zijn stelling: "In Venlo en Maaseik (B) zijn pijpenbakkerijen waaronder er zelfs nabij hooi- en stroomagazijnen gelegen zijn". De Burgemeester vraagt vrederechter in Roermond op 5-6-1826 op basis van rekest van Pieter Kleudgen, pijpenbakker, tot het oprichten van een oven in de Koolstraat proces-verbaal van informatie commodo en incommodo15. Adres aan Ged.Staten om fiat te verlenen aan Klundgen tot oprichting van een oven. Tevens de bekendmaking van dit besluit op Koolstraat 85 op 20- 7-1826 16. In 1829 komt er opnieuw een verzoek 17 tot opgave van instellingen van nijverheid, Fabrieken met aanwezige werklieden, Nr.26, 19-6-1829. In deze opgave wordt vermeld: Kluidgen, pijpenfabriek, opgave nijverheid 4-7-1829. Deze fabriek werkt met 3 personen. Het bevolkingsregister van 1830 geeft aan dat in de Koolstraat 85 1 huisgezin woont met 5 inwoners, t.w. Kleudgen Pieter, *Höhr bij Coblenz, 35 jr. pijpenfabrikant, RK en Peeters Maria Hendrica *Roermond, 27 jr., RK en Kleudgen Pieter Hendrik *Roermond, 4 jr., Maria Agnes *Roermond 12 jr. en Maria Gertrudis, *Roermond 6 jr. 18 De hier gemelde oven is in 2010/2011 door een archeologische opgraving blootgelegd, in kaart gebracht en volledig onderzocht. De resultaten van dit onderzoek zullen ons in de loop van 2011 bereiken en zal gepubliceerd worden in één van onze volgende PKN periodieken. Na 1830 komen wij geen vermelding meer tegen van Pieter Klundgen als pijpenfabrikant. In 1835 worden Klüntgen Pieter, koopman en Peeters Hendrina als neef en nicht als erfgenamen van vaste goederen en geld genoemd in het testament van Karel Proust in de St.Janssstraat. 20-9- 15 lnv.nr. 4 77-89-132-133 1-11-111 16 lnv,nr.4185/1-11-111 en lnv,nr,2173/3451 PA 17 lnv.nr.6741 serie 5.12 doe. 18 lnv.nr.3789
1835.19 In 1836 is Klundgen Peter *19-5-1794, koolkoopman en in 1837 blijkt "Kleudgen" kolenhandelaar in de Koolstraat te zijn. Op 6-5-1840 erven2 ° Klüntgen Pieter, koopman en Peeters Hendrina een huis op de St.Jansstraat via notaris Jozef Cornelis van Proust Karel onder voorwaarde van vruchtgebruik door Maria Schiffers, diensmaagd van Karel Proust. In 1841 staat Kluitgen in de kadastrale legger van Roermond vermeld als (steen?) kolenhandelaar. Klundgens Pieter, koopman in kolen en Maria Hendrina Peters kopen op 23-2-1842 huis en achterplaats en tuin in St.Jansstraat Sectie D nr.43 en 45, groot 3 roeden 40 ellen voor f.1200 van Knarren Karel Willem Hubert. lnv.nr.102 Minuutakte 129. Op 4 maart 1863 herroept Klündgen Pieter, koopman alle vorige testamenten en benoemt tot algemeen erfgenaam met vruchtgebruik Maria Hendrina Peeters lnv,nr.109 nr.43 Burgerlijke Stand. Àangi{le van 9 tot m mtt i 5 .Mei. Geb. 5 . .Maria Jos. Porren. J.,,ones Jos. llul>- Ahrahams. J\lauritz va11 Lceul\"en. . 1 Huw. Petrus Corn. Van der Does, comm•e; t' Prov. directie o. 57 J·· neb. s Il~• eo Mar. er. Wilh. Corn. " ' • b Sam•· Seheilema z. b, o. 29 J· ge • rang. S1erfg. 5. lo11nncs Thcod. Mod. Ram~eke~ gev,;icn ijker der maten en i;ewii:tcu, o. 82 J• !fa_r. l": Jos. Janssens , z. b. o. liO j. cchtg. van Corn. or rlens beide i:ell, R. Pelrus Klundgen l.ooprnau 0 • 6S j. geb. llocbs (Pruisscn). Gedrukt Lij Jos. Raemackers, te Roermond. Op 15-5-1863 overlijdt Klundgen Pieter, koopman21 . Maria Agnes Hubertina Klundgen, echtgenote van en bijgestaan door Karel Joseph Hubert Geelen, schrijnwerker ën Maria Hubertina Gertrudis Klundgen, echtgenote van en bijgestaan door Johannes Adrianus Berbers, lf.c' ~ Op don H~ Augustus overleed ,I< tot onze innige droefheid • tijdig voorz.ien mèL de genademiddelen der .ll. Kerk , oèse zeer geliefde Ioede.r en Behuwdmoeder • laria Hobertiaa Htldrina • Peters, Weduwe van P. B:. Kl.1lndgen. J. Geel.en. • --.. Q •.•1••;: .~aND • il.trn-. J. Berbers. G. Berbers . i6boren KLO!mOU. P. Kl.11nd~-Amerioa. B. Klflnda-en , gebol"8n PoP~LVoor de vele bewi}wn van deelneming gedurende de ziekte en bij de begrafeuis betoond , betuig6n wij onzen )lanelij- . koo (b,1.11.k. : • 19 lnv.nr.11.89 akte 112 20 lnv.nr. 98 Minuutakte 118. meubelmaker verklaren dat zijn immobiliere nalatenschap bestaat uit; in Roermond: huis en hof Koolstraat Sectie D nr. 140 groot 2 roeden 20 ellen en een huis en tuin in de St.Jansstraat sectie D nr.1498 groot 2 roeden 50 ellen. In Maasniel: Sectie B nr.803 bouwland groot 540 ellen, Sectie A nr.517 bouwland groot 12555 ellen, Sectie B nr.401 bouwland groot 840 ellen, Sectie E nr. 55 bouwland groot 7750 ellen, Sectie B nr.402 bouwland groot 3020 ellen, waarvan zijn ech21 Memorie van aangifte 15-5-1863. Reg.nr.1417 ! ····-····- ........... , i _____ ! 2440 ~-- ~----------·----------
genote Maria Hendrina Peeters het vruchtgebruik heeft en na het overlijden van deze de verdere verdeling zal plaats hebben. Op 15-8-1870 vermeldt de overlijdens-annonce de dood van Maria Hubertina Hendrina Peeters + 15-8-1870, weduwe van P.H.Klündgen,; J.Geelen, M.Geelen, geboren Klündgen, J.Berbers, G.Berbers, geboren Klündgen, P. Klündgen-America, E. Klündgen, geboren Poppel. MAR 20-8- 1870 8.4:NDEL, IN STEENKOLEN §lc,u,-,,én~, dài ............................ .189 STEEDS VOORRAOlG , ALLEllllAHOEEen dochter van Kluidgen zette de kolenhandel, annex meubelbedrijf voort en vanaf oktober 1953 diende het huis aan de Kool straat als W ARO {Werkplaats voor aangepaste arbeid Roermond) een gebouw voor riet- en mandenmakers tot oktober 1956 toen WARO verhuisde naar de Bredeweg 429. Mijn speciale dank voor het tot stand komen van dit artikel gaat uit naar Ruud Lamboo, die onvermoeibaar maandenlang het stadsarchief in Roermond heeft uitgespit en tal van nieuwe data en archiefstukken boven water heeft gebracht. Bijlage: Genealogie van P. Kluidgen 1.Kleudgen Jean (*Höhr 1758, + Roermond 29-6-1815 (13-2-1813?) X KI eudgen Anne Marguerite ( + 9-6-1795 { 14-5-1796?) 1.1 Klundgen Pierre (*Höhr 3-5-1793 (23-2-1794)+ Roermond 15-5-1863) X 15-1-1816 Peeters Maria Henriëtta (*Roermond 24-6-1792 + Roermond 15-8-1870) 1.1.1 Kluytgen Anne Elisabeth Cornelia Hubertina (*Achter de Luif, Roermond 1816,+ Roermond 26-11-1816) 1.1.2 Kleytgens Maria Agnes Hubertina, (*Roermond 1-9-1817, + Roermond 25-12-1893), X 3-6 1841 met Geelen Carolus Josephus H. (*Roermond 13-4-1817, + 9-6-1897) 1.1.3 Kluntgen Henricus Hubertus (*Roermond 1819, + Roermond Achter de Luif, 29-8-1819)
1.1.4 Kluntens Christianus Hubertus, (*Roermond Koolstraat 85 5-9-1820, + Roermond Steenweg, 1-10-1828) 1.1.5 Klündgen Maria Gertrudis Hubertina, (*Roermond Koolstraat 85, 19-4- 1823, + Roermond 11-6-1903). Gehuwd met 1.Hendrik Mathijs Scheen op 10-6-1844 (*Roermond 9-12-1812), daarna met 2.Berbers Johannes Adrianus (*Maaseik 29-10-1823 op 21-5-1849) 1.1.6 Kluntgen Joannes Baptista Hubertus (*Roermond Achter de Luif, 5-5- 1822, + Roermond Achter de Luif, 11-5-1822) 1.1. 7 Kluitgen Petrus Henricus (*Roermond Kool straat 85, 23-3-1825) 1.2 Kleudgen Henri (*Höhr 2-12-1785 X Venlo 18-1-1808 Kayser Elisabeth (*Höhr 1787) 1.2.1 Kleudgen Anne Marie (*Roermond 8-12-1811) 1.2.2 Kleudgen Jean Hubert (*Roermond 17-9-1814) 1.3 Kluytgen Jacques (*Höhr 19-11-1787) X Venlo 17-9-1808 Alberts Aldegonda (*Blerick 1791) 1.3.1 Kleughen Johann (*Venlo 1809) 1.3.2 Kluydgen Pierre (*Roermond Neerstraat, 6-3-1812, + Roermond Neerstraat 17-3-1812) 1.3.3 Klötgen Maria Elisabeth (*Roermond 25-8-1813), X Van Cleef (*Maaseik) '· 1.3.4 Kluytgen Henri (*Roermond 14-12-1815 + Roermond Neerstraat 21- 12-1815) 1.3.5 Kleughen Pieter (*Louisenborg 1821) 1.3.6 Kleughen Marianne (*Maaseik 1822) 1.3. 7 Kleughen Gertrudis (*Maaseik 1829) 1.3.8 Kleughen Maria (*Maaseik 1831) 1.3.9 Kleughen Hendrikus (*Maaseik 27-12-1833) 1.3.10 Kleughen Hubert (*Maaseik 1838) 1.4? Kleudgen W. (+Maaseik 27-3-1819) X Knötgen A.C. (*Höhr 1757 + Roermond 26-3-1818) ' 1.4.1 Kleudgen Anna Maria (*Höhr 26-5-1787) X 8-9-1818 met 1.Gelhard Willem (* Höhr 5-6-1787, + Herkom 17-10-1821) en 2. Dorn H.W. (*Grenzhausen ca 1781) 1.4.1.1 Gulhard Catharina (*Roermond) 1.4.2 Kleutgen Hendrik(* Venlo 4-4-1805) X Bous. J. (*Maaseik ca. 1811) r····------- ·- ····---1 __ ! 2442 L~--.,~·-·------
Doorroker " DE JANTJES" Fred Tijmstra ([email protected]) Onderstaande wonderlijke advertentie stond in de Gelderlander van 3 september 1921 . Men kon deel nemen aan de wedstrijd door vier goed doorgerookte doorrokers op te sturen, waaronder minstens 1 met het lichtbeeld "De Jantjes". Contactpersoon van deze actie was de firma C.de Rijk & Zn uit Amsterdam, één van de grote landelijke grossiers in tabak en rookartikelen. Door deze advertentie weten we dat C.de Rijk in het distributiesysteem van Hollandia (Van der Want & Barras) zat. WEDSTRIJD in het OOORROOKEN. • ·rc1:1ere inzetiàcr van minstens 'Vfor góed door- • gerookte ,HOLLANDJA"~PllPBN kan b.leraan d.ccJn◊nien met de ze,kerheld een prljg te bekomen. Hoofdprijzen: Een RHWIEl. en GOUDEI g0Rl8H en en ZltYERfl HORtOU Duiz.;mdcn kleipere prijzen (Uapon\bel. . . • BU elko inZ'Jn<'Hng ·1noet mlnst:ent 660 pfü, JUn met Uohtbecld ,, DE . . J4.NTJJ<JS'' . . . . . . Vra~gt fnUoh~!ngon bij Uw pUponleviu.noltr-, ~ •Uollltn4lá~ ...'1oorrooker_a î.ijn b.ljn~ pve.xat ·v~rkrijgb~o:t, '\vàá1.., fü.(ll, frail} 111en een adres aan O. DE RilK & ZOON; lUoventer8~ burgwal JSll Am&t.~r4a~. • 4712 40 Nieuwsgierig hoe het doorgerookte plaatje (lichtbeeld) eruit zou zien ben ik in mijn documentatie gaan zoeken. Het lichtbeeld heb ik niet gevonden, wel een plaatje van Hollandia, dat gebruikt werd voor de beschilderde doorroker. De afbeelding toont een reddingsboei, waar drie vrolijke matrozen doorheen kijken. Mogelijk ziet het doorrokerplaatje er in witte lijnen ook zo uit, maar dat weten we pas als hij gevonden is. Wie is in het bezit van deze doorroker? Bron: Dig.Krantenarchief Gem.Nijmegen
Het in- en uitgaande regt in de eerste helft van de 1 gde eeuw op tabakspijpen en pijpaarde Jan van Oostveen ([email protected]) Nadat de Goudse pijpennijverheid in het midden van de 18de eeuw haar hoogtepunt had bereikt moest in de periode hierna alle zeilen bijgezet worden om een acceptabele bedrijfsvoering te realiseren. Hierdoor werd schaalvergroting van de bedrijven steeds belangrijker. Daarnaast kwamen de lonen van arbeiders onder druk te staan. Tevens probeerden de pijpenmakers hun markt middels protectionistische maatregelen af te schermen. Waartoe dit in de eerste helft van de 19de eeuw leidde valt na te lezen in de diverse (kranten)artikelen. In het hierna volgende zal een overzicht worden gegeven van gevonden krantenpassages die in relatie kunnen worden gebracht met "regten en accijnsen" op tabakspijpen en pijpaarde in de eerste helft van de 19de eeuw. Tabakspijpen In de periode die vooraf gaat aan het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden komen we incidenteel informatie over heffingen op tabakspijpen tegen. Zo wordt in de Leydse Courant van 13, november 1812 gemeld dat tabakspijpen sedert 15 maart 1796 zonder onderscheid van soort, tot de "gemeene kramerij" gerekend moesten worden22 . In oktober 1812 wordt dit genuanceerd door tabakspijpen van porselein te schikken onder "fijne kramerijen". Daardoor worden laatstgenoemde tabakspijpen belast met een recht van "15 per cent" van de waarde. Enkele jaren daarvoor was door de commissarissen van de PijpenFabrieken binnen de stad Gouda reeds melding23 gemaakt van tabakspijpen van een Duits of Buitenlands maaksel die naast het Goudse bijmerk ook een populair Gouds hielmerk droegen. Hieruit blijkt dat het mogelijk was om Buitenlandse tabakspijpen die een Gouds merk droegen, in Holland in te voeren waardoor, volgens da commissarissen van de Pijpen-Fabrieken, de Goudse pijp in diskrediet werd gebracht. Het vanaf 1791 geldend verbod om in Holland tabakspijpen met een Gouds of een op Gouda gelijkend bijmerk te produceren was niet van toepassing op deze buitenlandse producten. 22 Uit de publicatie van de Koninklijke Courant nummer 17, pagina 2, item 27, van 1810 wordt vermeld dat tabakspijpen vrijgesteld waren van uitgaand recht. 23 Opregte Haarlemsche Courant. 3 september 1807. r................. ---··--·, _ __,' 24441 ~ ~------
• • Çll~1\(l~AR l'\!f.~ (IVi!f~ PI fPP.~• f A~ltlF.KtN l-i~n ~ ~c~d GOtAM., tct;_h"~llt:V~rr.nnmrdit,ïafolltJdt~cbh,:.ie . d:.c 1n dit t(orti"l{rijl;._~ itt Jl •tee• 1•r~fn iil~~v~nd 1'~~.-n \lift t:tD DuitH h ."'' fi11ttrEl111.d ·,tb O\ftj ~fel , ~ ~jr,jn ~i;"t nifl.1,"l(S tt:'li~t Hit ~chi'!'t~Mf(h11NrH'flf(ll,Jld tn lf'I hrtl,f H~!Hll l 0~ wtlh hrt ~ •~l'I ~e'W ~,-., t'fi l\lll!!lll~t d~r ti:rr14'•1Tlt(lc!II~ Mtr~ro crrkt',jutrl)Cfll"tivn<n (~'.ltld t mm i!1t ,,,,k du,d,i.lt~ r.,~~U~I!: PtiJ'<QdJfü•(rftl.r.~i•-t Mc1t..-11 ~1rn~nhnd~Ç.h "'-01 èu ~~~~hîrwd" 1m, dnN oit hoordt w1 d~rte!Y~r llqlidd, ( "'CIQ111 1 1"ilJortktl-lld~ea) rlb~(di~ u" dé ,·~~o~..:\b~Jllèlll~t (;,'111~• t bë )'iil'lm•Pi~ir•l;f1ir• ,~u kunri:1,'1',,rh-1; rr wrct r~~n?t. ,'1':'.rtftn11undc; ck vtrr.:1111dcrdt puJ1tn ~o. 1,t~t\' q111.1:1.u ~,l 1i1l!l.\ltlrl b~nJ nl" he, er:!lr ~~ll(hrvm;-td: t.0!1 h( bhm l:c1rr.rri 14 :11-~'.tn 11fif.0<1P<i f1i::r ~i:trcr ~Hl h-unn~• }'111, 1mk~1J" ntrl i1ln_0 ,llr Ir~~1tll!l(n\ 1 ,a ,:i1 Km1iDtt~~ IIJtlr rol: all( lso1mih~d~H tij dtlrm· 11.·~Jt•i:lww~tttr~e11 c:l?~t.d ljltt ",Ju~r.{'fÇ"ll, tn ~cc v1,I c he• !ijlt mir~ftli~ 111,1tM u11 o'l1:-,cdtlft \ 1 tt~n tn Merkrn.~ tt:\1 t{'f t drwl)t Qif!(tbrtn '•:m-r. 11gr blitt.ll~titt 1(9or1i~r11 te jlu.1 ~ll. dit-111'.i'~t' hl'~(ll~,df de 'l!IS<'•~•~t, r,; v~•vslfchre 1{1rto hrcrn L~n~ttrdotn ~vcae?.. om dttrh·t•t.4•td~rbue~ls.rid•(h, 1,-,if Go11~·c~t rij~C!'t ,drbl'trtt i d!e h~ftl'tl~fJkt ,od,r.~~r,, ,,!r(lr;à'.lll ~~ij t(Jf ~dttl v~; ~ft ~o{'df O'-J!ll';f .Ufm~~rnr.}~ ~ih1i~t·1,,'.C ~? b:nM~· ils bu~en:1~d~Há11~nt,a; tfl wt!h 0(11 mm vt:i ht-,tto~drn.r~m v~rl11tt11 httfc, l.'1l 1c~elv~ ~101:1<~ voor d1C bed•ot ~"''' nt~!~~~ d~ qn,littl! ,t 1tr~n I w2vl't~r-• l'IIC-Q bcu.d~·( .. ,.t.,n~er ~•rel flltuvkeun2h~id tpoo<l1t 0111drkt. "t(hcr,o. Fragment uit de Opregte Haarlemsche Courant van 3 september 1807. '1 -\,.1:V"-'._.._,,,,,,..,. --•-~-.:- .s;----•--,.,-~_.,.w .,..- A4ARUE \V.ERK; J • • • , ; v· • -· Pors;elejn, zoo wit ats ge $Cbilderd~ de 1 ÖO p. to:. ço o: .;& •• Fij.n ·~ardèwerk'van iue.s:oorçeni,.de _tog.p.,..:i. .. .'6:· 6o o: -3·0:- • Potten ; pannen > kraik~lf ~ kl.n9<!n , van atri •. : • • ~ .., i: ,(i.,: o: 60 i ~ s&.nen /infis.g!der.,JuiJre-r,~üèrs-~rl _ ..... Y•• • ·, ---- -~.-:- • · • r.·~.· ·' · ~· tn potp:n, '. zoo ~ieriwe·a1~cbruikte .... ·_ • 6 ~~~· _· i- pCr •. • 1 :·pCt.; . Smelckr~zeq ...... -l .... •": ..... .-............. t pCr._ z .. pCt .... t p~r .. · 1\nderi táb;!kspijpen:~ nitg~ de ~·o gros ...•. verbod.én ..• f o; 05 verboden. G"e_bakkeb si~en, ter Ie11gre van 24~ nedc·r• • • . .Jabd,cbe duimen:, breedte- I 1 f _nederlábdsche 1:iuimen ~ en· dHüe-.5 nederlandièh~ duimèri; of: dur"beoedeo ;de (QOO • '\ " .. , . -.. .: . ' ~ - . scults .• .... ~ ...... ,•· t •· .. ~~ • • - • t • • • • • .• - .. • • • • .,,,, ~ . . •f .1: 50 Neder! andsche Staatscourant, nummer 253, 26 oktober 1822. f t: Oó Tot 1822 was het mogelijk om buitenlandse pijpen die geen inlandse merk droegen, in te voeren. Hiervoor werd in het tweede decennia van de 1 gde .. • 24 eeuw een accIJns van 7 stuivers oftewel 35 cent per "het gros 12 dozijn" geheven. Vanaf 1822 tot 1844 is er een verbod op de in- en doorvoer van tabakspijpen van kracht. In 1844 wordt dit verbod opgeheven en moet voor de invoer op tabakspijpen "de 20 gros het gros 12 dozijn" een bedrag van 6 gulden worden betaald. Voor de doorvoer van pijpen moest vanaf dat jaar een stuiver per "20 gros het gros 12 dozijn" betaald worden. 24 Nederlandsche Staatscourant 25 november 1816.
Op de uitvoer van tabakspijpen zien we wisselde waarden. In 181925 wordt een bedrag van 2½ cent "het gros 12 dozijn" geheven. In 182226 wanneer er een verbod op in- en doorvoer van tabakspijpen van kracht wordt, is dit verhoogd tot 5 cent. Wanneer in 1844 de buitenlandse pijpen weer mochten worden in- en doorgevoerd, hoefde er op de uit te voeren tabakspijpen geen regten meer betaald te worden. -A Al'l:1' l! N W'ER.K. Porc~tein ( !<ik) ..• ~ • .u" à'... to pct. t pct. --- ( -:r"'; c ~i1derd"'J . ... t ,..,.._ - p. cc. , r_,; p• c-t .. ---- b.~... lil ••• \ • • ., Ptf n tatdenwerl( vtn •IJ~. soont.tt ............. • ••• .. ♦ t 1 per. Pott~à, p•.nne,i, lm1ikeo, kinnen ,, van d1e soorten. 'lorde $rt,eltkroez:et1 •••••• $uikcrh3kktrs • vorttH:·1\ e~ potten, zoo nieuw~ 11.li - g:ehniikte ....... ., ........ u to p(t. • 2 pct. Aud:en ttba1u " pijpett) •• het grnJ van 1 2 do~ ~a ... 11'. ~ •• .,.:-...•• ....... • • ·35 -C.t~. Aàtd,R ubtk:Spijpen" mtt. .de:mel'tttl vtu fo]9.0dscbef. _· , _ fact>djken .•.....••. ., ..... ~veóodcn ~G.eb1ik~n Sleen, 2ts mop• pèn ~- tegeh ~ kHuker• , _bikken ~ huis en d:i:kpanrteb • ent . . ., ~...... .. .. .. . . 1 pet. t pct. • Fragment uit de Staatscourant van 28 juni 1819 waarin de inkomende- en uitgaande regten op tabakspijpen staan beschreven. Pijpaarde Over de "regten- en accijnsen" die worden geheven op pijpaarde zijn we minder goed geïnformeerd. Duidelijk is dat tot 1822 de pijpaarde vrijgesteld was van inkomend "regt". In 1822 wordt voor het eerst melding gemaakt om regten op pijpaarde te betalen. Voor de invoer wordt in dat jaar melding gemaakt van een ½ percent en voor uit- en doorvoer 1 percent. In 1844 wordt de regten op de invoer van pijpaarde weer naar beneden bijgesteld en is deze vrij. Alleen op doorvoer van pijpaarde worden dan nog regten geheven. 25 Nederlandsche Staatscourant 28juni 1819. 26 Nederlandsche Staatscourant 26 oktober 1822.
WA REN BEGTEN J ' KOOPM A.:NSCUA PP~M. In- Ui.t,., ; '°Qer-. . v~r. : AAR0-4.PPELE.N'. i de wud_.. • f ó.ö5J _ vrij: i (Med va.n) ~n aUe daaruit ver- 1 - , ~2n.litrd~ surrorraten. 1 ..1 oo p<>Cld;. .-o:oo "rij. _ AAR~~.. Voor $~-.~de\'Ci'eà " ,. f"Orsé-· 1 k-1,w-:: ~ J)'lt-? p•JP-~ food:- of ula:- ~ · - znt.u·-- en ,iol~arde, 01ite:,1dm-s,, f{eubche ., _ $;uikefbakker,. ent • ·• r,x:,d~ aanfe. •rfj. _ , v,j• ; (tluod,~} ~"lt~n" t<.l'Q po.,nd" 0-75 1 n'1Jw,, AARDE~'ERX. (•)- , • ,i POJ".$.elein .. (\Vit ('O ,ce~cbHdè:!rd) IOQ- pond. 1,.00, rnj;;:;;_ _ ,~ {Ver&QJd) 100 pond- iS.:ó-0 1 v-c~t'-1 F'ijt• v::in alte' 600..-t.:u. 100 [>ónd. 6~00 vr:tJ-:,; Pot-&aba~k~r~werk 11 ~ 1uikerbak- ~~ kE<rsvorni,en.,.z.oo.n1:euweal;s ge,,. ~ b.rutk.te .. ,Ja:an>nd-er beg-repen~,-- -w:aan:_- Je._ (> ~~t .. • vrlF:. • Sr.netd,.roe:u?n- wà~-rd~~ - t pct.. • ~J;; Anrd.en tabakspijpen. doM~.,ht.sx- 6.oo Tf'iJ-·_ Geb~kken s~~o, altim~~ bu.ts- - u d\'.•.ri.ja- •. en dakranncn. _ 1 JQQO t;U.1k$,.. 1.So vrij;-=- • •. A Fragment uit de Staatscourant van 12 juli 1845 waarin de inkomende- en uitgaande regten op pijpaarde staat beschreven. Resumerend Uit de gehanteerde tarieven kunnen we aflezen dat via het heffen van "regten en accijnsen" werd geprobeerd om de eigen pijpennijverheid in de eerste helft van de 19de eeuw te beschermen. Dit in navolging tot het besluit in 1820 van minister Gogel om de binnenlandse pijpennijverheid te beschermen. Niet alleen de "regten en accijnsen" op in- en uitgaande tabakspijpen werden hiervoor aangewend maar ook de "regten en accijnsen" die van toepassing waren voor de in de pijpennijverheid noodzakelijke pijpaarde. Door deze maatregelen werd met name de doorvoer van tabakspijpen uit het Duitse Westerwald in de periode 1822-1844, zwaar getroffen27 . Met dank aan Ruud Stam. Literatuur Stam, R.D., 2010. De export van pijpen uit het Westerwald via Nederlandse havens in de 19e eeuw en de rol van handelshuizen. In: Pijpelogische Kring Nederland, 32ste jaargang, nummer 127, p. 2200-2212. 27 Stam, 2010. . ···········-····················i ----•• ~-•••~-~w--,••-•--=---•·~••~--,~,wwwu.-~,--•-•-~-J 2 44 7
Tabakspijpen in het teken van de Gewapende Neutraliteit Jan van Oostveen ([email protected]) Soms zijn er tabakspijpen waarvan we door één of andere reden op het verkeerde been worden gebracht. Zo een tabakspijp is afgebeeld in "De Nederlandse kleipijp", pagina 111, waarbij een lint met de tekst "D:GEWAPENDE DENEMARKEN" is afgebeeld. Ondanks intensief speuren en navraag bij vele verzamelaars naar een tabakspijp met een identieke tekst is het niet gelukt om deze te vinden. Wel zijn vergelijkbare exemplaren aangetroffen maar dan met de tekst "D:GEWAPENDE NEUTRALITEIT". Deze laatste tabakspijpen staan centraal in dit artikel. De vierde Engelse oorlog en de Gewapende Neutraliteit (1780-1784) In 1778 werd door Engeland aan Frankrijk de oorlog verklaard. Spanje koos de kant van Frankrijk en de Republiek koos ondanks Engelse verzoeken, de neutrale kant. Eind 1779 begeleidde de Nederlander Van Bylandt (deze naam wordt uitgesproken als Bieland) samen met vier andere oorlogsschepen 27 koopvaarders naar Frankrijk. Op 30 december 1779 werd dit konvooi ter hoogte van het eila_nd Wight onderschept door de Engelse marine onder leiding van de commandeur Charles Fielding. Fielding eiste de koopvaarders te mogen inspecteren op contrabandegoederen die bestemd waren voor Frankrijk. Een gesprek tussen Frederik Sigismund van Bylandt en Fielding leverde niets op. De Brit bleef echter bij zijn eis en na een plichtmatige schotenwisseling legde Van Bylandt zich erbij neer. Afbeelding van de slag bij f:;r;;·,:;~_i.:·,,'.r.~,:·;,~- -~-/:t::.:t:_;;···c'.;~ !(;~.:~~1f:~=-:.; :Jt~:,~;;:_ i Wight. Bron: Fokke, 1783, p. J -· ........ '..... ...... , ..................................................... ., ·-·-· Na aanleiding van het vooNal van de de Schout bij nacht, van Bylandt, bij Wight, begonnen de overige Europese zeemogendheden zich zorgen te
maken over het veelvuldig opbrengen van schepen door de Engelse marine28 . Daarom vormde de Russische tsarina Catharina Il op 8 maart 1780 de gewapende neutraliteit. Hierin verklaarde zij dat neutrale naties het recht hadden handel te drijven met landen die in oorlog waren, zonder dat hun handelsvloten zouden worden belemmerd, behalve als het om handel in wapens of munitie zou gaan. Blokkades van kusten werd niet toegestaan. Blokkades van havens werd wel getolereerd. Om de gewapende neutraliteit kracht bij te zetten stuurde Rusland oorlogsschepen naar de Noordzee, Atlantische Oceaan en Middellandse Zee. In eerste instantie werden Zweden, Denemarken de Republiek en Portugal29 uitgenodigd om deel te nemen aan dit verbond. In een later stadium sloten meerdere naties zoals Pruisen, zich aan. Doel van het verbond was om met name de handel met Amerika te beschermen. . ..._.A,; ! • ~~--- • 1 ' -.• ·~ i,.,··t i. i :-0;-ri i .f,. 1;~15': ~·.\':,•, Lul.an -t-l t~~;._ LBoo'E..:, /.~~ /'Sf-· Prent gemaakt ter gelegen-heid van de Gewapende Neutraliteit. De nummers bij de personen kunnen als volgt worden verklaard:!: Pro-Engelse Nederlander; 2. Engelse luipaard; 3: De Nederlandse leeuw; 4. ngelsman, met een hand op het hoofd van de leeuw, de andere op zjjn drietand, waaruit een ketting opstijgt naar Lissabon (Portugal was Engeland's bondgenoot); 5. Nederlandse koopman met o.a. namen van Nederlandse zeehelden op het papier; 6. Catharina Il, tsarina van Rusland als initiator van de Gewapende Neutraliteit; 7. Koning van Zweden; 8. Koning van Denemarken; 9. Koning van Pruisen; 10. Hollandse vrjjheidsmaagd; 11. De Engelse ambassadeur (Sir Joseph Yorke); 12.Franse flmbassadeur; 73. Koning van Spaf!)e; 74. Koning van Frankrijk; 75. Vrouw die Noord-Amerika symboliseert. Links bovenin is getekend de plaats Portsmouth, welke gelegen is nabijheid van het eiland Wight, en de naam By/and. ron: http://www.americanantiquarian.org/lnventories/Europeanprints/ Box2Folder2/5719.jpg en www.britishmuseum.org. lil Fokke, 1783, p.111-112. ?!l Portugal heeft uiteindelijk nooit deel uitgemaakt van de gewapende neutraliteit.
Toen in 1780 de Engelsen het schip van de ambassadeur Henry Laurens overmeesterden zette de Amerikaanse diplomaat zijn documenten overboord. De Engelsen konden deze documenten echter uit het water redden en kwamen er achter dat tussen de Amsterdamse koopman Jean de Neufville en de Amerikaanse diplomaat William Lee een overigens niet rechtsgeldig verdrag, was gesloten. Engeland greep dit verdrag aan om de Republiek de oorlog te verklaren (vierde Engelse oorlog). Daarbij zal zeker hebben meegewogen dat de Republiek de Amerikaanse opstandelingen via (wapen)handel op Sint Eustatius, hielp. Uiteindelijk werd de oorlog met Engeland in 1784 bij de Vrede van Parijs beëindigd. Tijdens de tweede coalitieoorlog tegen Frankrijk werd door tsaar Paul van Rusland in het jaar 1800, een tweede verbond van Gewapende Neutraliteit met Denemarken, Zweden en Pruisen gerealiseerd. Dit verbond heeft maar kort bestaan omdat de Engelsen het als verkapte oorlogsverklaring zagen. Na een aanval op de Deens-Noorse vloot in de zeeslag van Kopenhagen op 2 april 1801, trad Denemarken uit het verbond van de Gewapende Neutraliteit. Kort hierna overleed tsaar Paul van Rusland en dit betekende het einde van dit verbond van Gewapende Neutraliteit. Tabakspijpen ,. Naar aanleiding van de Gewapende Neutraliteit (1780-1784) is een tabakspijp geproduceerd. In het tekstlint staat "D:GEWAPENDE NEUTRALITEIT". Op de linkerzijde is tsarina Catharina Il onder het wapen van Zweden afgebeeld. Rechtsonder Catharina staat het wapen van Rusland. Op de voorzijde van de tabakspijp is het alziende oog afgebeeld. De rechterzijde van deze pijp is versierd met de Hollandse maagd met vrijheidshoed vergelijkbaar met de Hollandse maagd (nummer 10) op de prent "DEN BRITSEN LEOPARD TOT REDEN GEBRACHT". Boven de Hollandse maagd is het wapen van Denemarken aangebracht. Onder de Hollandse maagd staat het wapen van Willem V en links hiervan de Hollandse leeuw en de naam "BIELIA". De steel is rijkelijk versierd met florale motieven en deels springende honden. De naam BIELIA wordt met het hierboven beschreven historisch kader van de gewapende Neutraliteit geïnterpreteerd als een verwijzing naar de naam Van Bijlandt (BIELIA via BIELAND naar Bijlandt).
1 a 06760 ( Jan van Oostveen); 1 b. Uithoorn, Meerwijk, weilandvondst; 2a. Ovoïde; 2b. zie begeleidende tekst; 2c. Gouds wapenschild + S / Gouds wapenschild + S ; 2d. hoed; 2e. ongeglaasd; 2f. gebotterd; 2g. gehele radering rondom ketelopening; 2h. naad met kam fqewerkt; 3a. ; 3b ; 3c. ; 4. 1780-1790; 5. Gouda; 6. Hendrik Bos; 7. 1a. Ewout Korpershoek; 1b. Groot-Brittanië; 2a. Ovoïde; 2b. zie begeleidende tekst; 2c. Gouds wapenschild / - ; 2d. melkmeid; 2e. ongeglaasd; 2f. gebotterd; 2g. gehele radering rondom ketelopening; 2h. naad met kam afgewerkt; 3a. ; 3b; 3c. ; 4. 1780-1790; 5. Gouda; 6. Maarten Monk; 7. Vooralsnog kennen we twee tabakspijpen die met zekerheid aan de Gewapende Neutraliteit gekoppeld kunnen worden. Deze pijpen dragen als hielmerk de gekroonde hoed en de melkmeid. Beide hebben in het tekstlint "D: GEWAPENDE NEUTRALITEIT" zij het dat het woord neutraliteit bij beide exemplaren moeilijk leesbaar is. Dit laatste zou goed de reden
1a. (Henk van Oostveen); 1b. onbekend; 2a. Ovoïde; 2b. zie begeleidende tekst; 2c. Gouds wapenschild / - ; 2d. melkmeid; 2e. ongeglaasd; 2f. gebotterd; 2g. gehele radering rondom ketelopening; 2h. naad met kam afgewerkt; 3a. Florale motieven; 3b ongeglaasd; 3c. ; 4.1800-1830?; 5. Gouda; 6.; 7. kunnen z1Jn waardoor in eerste instantie in het tekstlint DENEMARKEN werd gelezen terwijl dit NEUTRALITEIT moet zijn geweest30. 'Van latere datum is een vergelijkbare ovoïde pijp met wederom het merk de melkmeid. Het bijzondere aan deze pijp is dat de teksten onder de 30 Reeds in 1995 publiceerde Kees Faas deze veronderstelling. Faas, 1995, p. 653. r-·----·--······- .... , __ __,• 2 45 2 L__.,_,,,,,,,..,,,,M"w,,mm,,=,~-··m,,·mNm,wm,·m-m,,~•
Zweedse en Deense wapenschilden zijn verwijderd. Hiertoe zijn sterretjes over de letters onder het wapen aangebracht. De radering die rond de ketelopening is aangebracht suggereert een 19cte eeuwse datering. Literatuur Duco, D.H., 1987. De Nederlandse kleipijp. Handboek voor dateren en determineren. Leiden. Faas, K., 1995. Adelaars op Goudse pijpen. In: Pijpelogische Kring Nederland, 17de jaargang, nummer 67, p.650 - 658. Fokke, A., 1783. Handboek der Vaderlandsche historie. Nationaal Archief 's-Gravenhage. Verzameling J.A. van den Velden 1692- 1793. Stukken afkomstig van Frederik Sigismund graaf van Bylandt in het Archief van Admiraliteitscolleges. Literatuursignalementen Michiel Rutten ([email protected]) - Dit voorjaar is het tweede Journal of the Academie internationale de la pipe verschenen (Volume 2 2009, A4formaat, 196 pagina's). Hierin onder meer een twintigtal bijdragen over de stand van de pijpelogische wetenschap in een groot aantal Europese landen (waarbij Ruud STAM drie landen voor zijn rekening nam) alsmede Argentinie en de VS. Voorts artikelen over reclame op pijpen (Gilles KLEIBER), over een bijzonder Bruyerepijpmodellenboek (Peter DAVEY), een Noorse meerschuimpijp (Haakon KIERULF), enkele zeldzame langgerekte conische 18e eeuwse pijpen (Ron en Arjan de HAAN) en vuurtestjes (Andre LECLAIRE). - Van de Society for day pipe research zijn de nummers 78 en 79 verschenen ( elk 56 pagina's) met tal van bijdragen over pijpvondsten (waaronder bijdragen van Jan van OOSTVEEN en Bert van der LINGEN) en aanverwante onderwerpen (zoals kennisschietpijpjes, pijpmallen, enzovoorts). - Uiteraard mag in deze rubriek ook het boek Productiecentra van Nederlandse kleipijpen, een overzicht van de stand van zaken, door Jan van OOSTVEEN en Ruud STAM niet ontbreken (170 pagina's, rijk geïllustreerd, 2011, ISBN 978-90- 801138-4-8). Maar dit standaardwerk zal stellig al in de boekenkast staan van elke in kleipijpen geïnteresseerde PKN-er. - In DIEP, cultuur historisch magazine Dordrecht regio, uitgave september 2011, is onder meer een artikeltje van de hand van Jan van OOSTVEEN opgenomen rondom de vergeten wonderdokter Sequah. En deze auteur maakt ons ook opmerkzaam op de rapportage van Hollandia archeologen met onder meer tabakspijpen, gevonden bij een opgraving van Nieuwstad in Gorinchem (te raadplegen via: www.martinveen.nl/images/publicaties/ Nieuwstad%2OAO%20met%20bijlagen.pdf. - In Pipes and Tobacco (uitgave zomer 2011) een artikel door Ben RAPAPORT getiteld: Smoke - smokers - smoking over aan roken gerelateerde kunst en het gebruik van dergelijke kunst in onder meer literatuur en reclame.
- Van dezelfde auteur in het winternummer 2011 een artikel over zijn zoektochten langs internetsites, waarbij hij stuitte op ene Tom Klaes uit Rotterdam, indertijd de grootste pijproker in Europa. - Amersfoort onder ons, Tabaksplantages langs de Hogeweg, sporen van tabaksteelt uit de 17e tot 198 eeuw, is een door vijf auteurs verzorgde uitgave van het Centrum voor archeologie, gemeente Amstersfoort (88 pagina's, te bestellen via [email protected] en kost 7,50 euro incl. porto). Na een algemene inleiding over de tabaksteelt volgt een beschrijving van de opgegraven resten van tabakschuren en teeltbedden met een reconstructie van de tabaksteelt in het verleden in het opgravingsgebied. - Het Tabaksmuseum te Wervik heeft ruim een kwart eeuw jaarboeken verzorgd, laatstelijk in 2010. Voortaan zal in plaats daarvan viermaandelijks een nieuwsbrief verschijnen. Het eerste nummer van Het Tabaksblad verscheen in juni j.l. Hierin onder meer een overzicht van recente aanwinsten. Kosten 20 euro per jaar. - Guy BUISSON verzorgde de uitgave Une Collection de Pots a Tabac. Na een uitvoerige inleiding over historie en fabricage en een handzame alfabetische index van tabakspottenfabrikanten zijn 350 kleurenfoto's van tabakspotten opgenomen, steeds voorzien van een korte omschrijving. Alle teksten zijn zowel in het Frans als het Engels opgenomen. Uitgave Thoba's editions Roanne 2010, 334 pagina's met soft-cover, ISBN 2-916393-41-2. Een must voor de tabakspottenverzamelaar. Te bestellen via www.thobas-editions.fr; prijs 53 euro incl. porto. - Iets geheel anders is een CD met in de fraai verzorgde hoes een 78 pagina's tellende inleiding over de geschiedenis van de sigaar en tekstboekje over The art of the cigar, met 16 lofzangen uit de 16e tot de zoe eeuw over de sigaar. De muziek wordt uitgevoerd door het Huelgas Ensemble onder leiding van Paul van NEVEL. Deze uitgave van Deutsche harmonia mundi, nr. 86977 71422, 2011, kost 24 euro. - Via www.blurb.com/books/1545260 kunnen (prijzige) fotoboeken worden besteld van eerder op de ebaysite afgebeelde pijpen (Meerschaum pipes@ebay (1999- 2010) en Pipes@ebay (1999-2010). - Piet Smiesing meldde dat er een nieuw Pools boek uit is over pijpen als bodemvondst. Jerzy Zajqc en Edward Zimmermann zijn de auteurs van het prachtboek "Fajki Glinia / Clay Pipes". Beide auteurs zijn o.a. ook bekend door een boek over tabak en snuifdozen UTabaka na Kasanbach i Kociewin", dat in 2006 verscheen. Het is een prachtig uitgevoerd boek in twee talen namelijk in het Pools en in het Engels. De fotograaf Tomek Kaminski heeft de bodemvondsten als kleurige stillevens gefotografeerd, zodat naast informatie, het ook een waar kijkboek is geworden. Het is geen toeval dat het boek werd gesponsord door Damen Shipyards in Gdynia, want het grootste deel van het antieke rookgerei is immers afkomstig van Nederlandse en Engelse zeelieden. Ook worden vondsten besproken uit Engelse, Deense en Hollandse scheepswrakken uit de Poolse Oostzeehavens. Het eerste deel bevat de geschiedenis van het roken en behandelt de vindplaatsen. Ook Poolse en Turkse pijpen worden besproken en afgebeeld. Het laatste deel van het boek is het fotoboek, waar de vondsten en vooral veel reliëfversierde pijpen op kunstzinnige wijze zijn weergegeven. Piet Smiesing informeerde de auteurs over de Nederlandse producten en mocht zelfs het voorwoord schrijven. Het boek is verkrijgbaar op internet auctions on eBAY.
~ .. ·•, .. , : -- ..... ,;, .__ ~f \ Goudse ovoide pijp uit 1800 - 1830 ter gelegenheid van de Gewapende Neutraliteit. Zie artikel op pagina 2448 Hoorn pijp met op de linkerzijde koning Willem 111 en op de andere zijde koningin Sophia. Deze pijp is omstreeks 1874 gemaakt. Zie artikel op pagina 2432 Afbeelding van een lichtbeeld dat mogelijk op een Hollandia - pijp heeft gestaan. Voor meer informatie zie pagina 2443
gelegenhe1 van het urn van Koning Willem 111. Zi 432
PIJPELOGISCHE KRING NEDERLAND Kwartaalblad voor de pijpenverzamelaar en onderzoeker Jaargang 34, nummer 135 Januari 2012
Wie is deze persoon? Twee auteurs hebben een verschillende mening over de identiteit van de afgebeelde man. Zie artikelen op pagina 2474 en 2481. Een versierde pijpenkop met de gekroonde dubbele adelaar, het wapen van keizer Maxmiliaan. Het hielmerk is de fruitben van Jan Nieuwveld. Zie artikel op pagina 2464.
2455 rwal Voorzijde kaft: Bijzondere Hongaarse meerschuim pijp, ca. 1860. Op de ketel een afbeelding van een Hongaars edelman naast het wapen van Hongarije. Het zilveren deksel is vormgegeven in de trant van de Hongaarse koningskroon. De hoogte is 15 cm. Fotografie: Arjan de Haan Bestuur Voorzitter: Ruud Stam, Tel: 071-5353040, [email protected] Secretaris: Arjan de Haan, Tel: 035-6550114, [email protected] Penningmeester: Ewout Korpershoek, Tel: 06-53244494, [email protected] Organisatie pijpendagen: Rens Hooijenga, Tel: 0516-515192, [email protected] Redactionele ondersteuning: Bert van der Lingen, Tel: 0172-575727, [email protected] Ledenadministratie: Ron de Haan, Vermeerlaan 46, 1213 ED Hilversum. Tel: 035-6233897, [email protected] Abonnement en betaling Het abonnementsjaar loopt van 1 juli t/m 30 juni. Nederland: €18,50 per jaar, Buitenland: €27.- per jaar. Betalingen overmaken naar: bankrekening 3823478, t.n.v. Pijpelogische Kring Nederland Copij: Hans van der Meulen, Utrechtse Jaagpad 115, 2314 AT Leiden Tel.: 071-5412156, E-mail: [email protected] Distributie blad: Andy de Bruijn, Oosteinde 49, 2841 AA Moordrecht Tel.: 06-26380874, E-mail: [email protected] Webmaster: Aad Kleijweg, F. van de Puttestraat 17, 2613 CG Delft, Tel.: 015- 2132067, E-mail: [email protected] © PKN. Overname van artikelen en illustraties is slechts toegestaan na voorafgaande toestemming van de redactie. Jaargang 34, nummer 135 Januari 2012 www.tabakspijp.nl [email protected] Auteurs zijn verantwoordelijk voor hun bijdrage. ISSN: 0924-4158
2456 Inhoud Bestuursmededelingen ………………..……..…..……….2457 Bert van der Lingen Verslag van de PKN-dag 2011 in Valkenswaard………2458 Henk van Mierlo De sigarenfabricage in Valkenswaard……………..……2460 Fred Tijmstra Doorroker “ de Jantjes” gevonden ...............................2463 Piet Smiesing Jan Nieuwveld en de fruitben.……………....……………2464 Jos Engelen Firma Gubbels Roermond ………………………………..2468 Bert van der Lingen Het Oost-Indisch rookgerei van VOC-dienaar Joan van Hoorn (1653-1711) en een Hollandse kleipijp met zijn portret………………………….…………………..2474 Kees Faas Van Hoorn tot Hoorne……………………………..………2481 Jan Kwint Impressie van de 27e AIP conferentie in Novi Sad.…..2484 Ruud Stam Aanvulling op Sequah pijpen ……..…………….……....2486 Het bestuur wenst alle lezers een voorspoedig en gezond Nieuwjaar toe Il Il
2457 Bestuursmededelingen Na de zeer geslaagde pijpendag moet het nieuwe bestuur nu echt aan het werk. Inmiddels hebben we taken verdeeld en zijn we begonnen om onze plannen uit te werken. Bij de verdeling van taken bleek dat we de taak van secretaris niet goed konden toedelen. Immers taken moet je zoveel mogelijk toedelen naar die rollen die mensen graag willen spelen. Tja en als we ons dan herinneren dat Arjan de Haan graag ook deel wil nemen aan het bestuur en dit al vaak heeft aangegeven, dan ligt het zeer voor de hand dat ook hij aan het bestuur wordt toegevoegd als secretaris. Ewout Korpershoek gaat de financiën op zich nemen. Dit kan pas echt als de statuten gepasseerd zijn. Dat proberen we zo snel mogelijk te doen. Via de goedkoopstenotaris.nl moet er wel een notaris te vinden zijn die dit voor een redelijk bedrag gaat doen. Ron de Haan neemt de ledenadministratie en het activeren van leden voor zijn rekening. Rens Hooyenga gaat zorgen voor de pijpendag en een extra pijpendag in het voorjaar. In het aprilnummer komt daar een mededeling over. Een heel speciale rol is weggelegd voor Bert van der Lingen. Hij gaat redactionele ondersteuning geven aan zowel leden die iets willen schrijven, maar daar wat hulp bij willen hebben, als aan Hans van der Meulen door kopij te verzamelen en deze door te lezen en zo nodig de auteurs voorstelletjes te doen voor kleine aanpassingen. Dit alleen als dat echt nodig is. Dan de plannen voor de verandering van ons onvolprezen blad. We willen proberen om aan het eind van de volgende jaargang (april 2013) een eerste jaarboek uit te brengen op een A4 formaat. Dat heeft als voordeel dat artikelen beter afgedrukt kunnen worden met betere foto’s en dat er ruimte ontstaat voor een paar langere artikelen. Dit zal uiteraard ook wat betekenen voor ons blad. Dat wordt dan dunner en meer gericht op korte artikeltjes en op mededelingen. Hoe een en ander er precies uit zal gaan zien weten we nog niet, maar daar wordt aan gewerkt. We willen in ieder geval proberen meer te gaan bieden en de abonnementskosten ongeveer op hetzelfde niveau te houden. In de loop van het jaar zal ik verslag doen van de voortgang van al onze plannen en werkzaamheden. Ruud Stam.
2458 Verslag van de PKN-dag 2011 in Valkenswaard Op 29 oktober 2011 werd in Het Valkerij en Sigarenmuseum te Valkenswaard de jaarlijkse PKN-dag gehouden. Vanaf 10.00 uur werden wij in de ontvangstruimte door medewerkers van het museum gastvrij onthaald met koffie en vlaai. Er waren ruim 40 aanwezigen. Dit aantal liep tijdens het middagprogramma op tot 55. De ochtend begon om 11.00 uur met de Sigarenwandeling onder leiding van gastheer en gids Henk van Mierlo,die ons op bevlogen wijze langs locaties voerden die aan het eind van de negentiende en begin twintigste eeuw belangrijk waren bij de fabricage van sigaren. Vooral de grote fabriekspanden hebben in de vorige eeuw plaats gemaakt voor woningbouw. Na de wandeling genoten de aanwezigen van een goed verzorgde lunch in de ontvangstruimte van het museum. Tijdens het middagprogramma sprak Michiel Rutten voor het laatst als bestuurslid en hield een kort betoog aangaande de overstap naar een Stichting. Fred Tijmstra gaf aan de hand van een tussentijds financieel overzicht, uitleg over de financiële afronding. Nadat het nieuwe bestuur (Ron de Haan, Rens Hooyenga, Ewout Korpershoek, Bert van der Lingen en Ruud Stam) was voorgesteld, gaf Ruud Stam als nieuwe voorzitter uitleg over de doelstellingen van het nieuwe bestuur, waarna de oud bestuursleden Michiel, Fred en Andy in de bloemen werden gezet. Hans van der Meulen en Aad Kleijweg blijven hun werkzaamheden voor de PKN voortzetten. Voor Theo Grintjes was het nu echt zijn laatste doortastende dagvoorzitterschap. Na het feestgedruis was er een lezing door archeoloog Guus Gazenbeek over de vondst van een negentiende eeuwse pijpenoven in de Koolstraat in Roermond en de trieste afloop van deze bijzondere vondst. Guus had een groot aantal fragmenten van de oven meegenomen, die tijdens de pauze onder leiding van archeologe Lieke van Diepen, konden worden bestudeerd. Jos Engelen gaf daarna onder meer toelichting op de locatie
2459 waar de vondsten zijn gedaan. Aansluitend gaf Henk van Mierlo een lezing over het ontstaan van de sigarenindustrie in Valkenswaard, die het dorp bijna een eeuw domineerde. In 1865 was het Jan de Best die als eerste begon met de fabricage. Niet alleen de kant van de vermogende fabriekseigenaar werd belicht, maar ook die van de arbeiders, die veelal onder zware omstandigheden, lange dagen maakten in zijn fabriek. Tijdens de pauze werd een rondleiding in Het Valkerij en Sigarenmuseum verzorgd en er was gelegenheid om de archeologische vondsten uit Roermond te bekijken, waaronder niet alleen de resten van de oven, maar ook fragmenten van kleipijpen die op verschillende locaties in Roermond zijn opgegraven. Tussendoor, tijdens het ruilen koopmoment, wisselden een groot aantal boeken en tabakspijpen van eigenaar. Als afsluiting volgde het tweede deel van de lezing van Louis Bracco Gartner over de geschiedenis van de Deli Maatschappij op Sumatra. Het eerste deel was vorig jaar gepresenteerd, maar voor de vele nieuwe aan aanwezigen gaf hij hiervan een verkorte versie. De tweede lezing ging onder meer over J. Th. Cremer, die in 1871 J. Nienhuys opvolgde bij de machtige Deli Maatschappij en het ruim twintig jaar later tot minister van Koloniën bracht. Ook Louis belichtte de slechte positie van de arbeiders. Na afloop van de bijeenkomst werd in de ontvangstruimte gezamenlijk genoten van een buffet. Opnieuw kunnen we terug kijken op een geslaagde dag. Met dank aan de gastvrijheid van Het Valkerij en Sigarenmuseum, de PKN-organisatie en uiteraard aan allen die op deze dag aanwezig waren. Tekst: Bert van der Lingen ([email protected]) Fotografie: Bert van der Lingen Meer foto’s zijn te zien op onze website.
2460 De sigarenfabricage in Valkenswaard Henk van Mierlo De sigarenfabricage startte in Nederland in 1826 te Kampen en breidde zich daarna over het gehele land uit. Door de lage lonen en de relatieve arbeidsrust kwam het zwaartepunt van de industrie langzaam maar zeker te liggen in het zuiden van Nederland, met name in Noord-Brabant. In deze provincie verschoof het centrum van de fabricage zich naar het zuidoosten, naar de Kempen, de streek ten zuidwesten van Eindhoven. Deze stad kende reeds een traditie van snuiftabak en ook startte daar in 1845 de eerste sigarenfabriek. Daarna begonnen ook in de omgeving van Eindhoven fabrikanten met de productie van sigaren. In 1865 begon Jan van Best senior een sigarenfabriek voor zijn drie zonen Jan, Jasper en Antoon. Van Best, de meest vermogende inwoner van het dan ruim 1.100 zielen tellende en op de landbouw georiënteerde Valkenswaard, verstond de tekenen destijds. Hij besefte dat de landbouw zijn nazaten geen toekomst kon bieden, maar dat die veeleer gezocht moest worden in de opkomende industrialisatie. Toen waren daarin drie sectoren bepalend, de textiel-, de schoen- en de sigarenfabricage. In tegenstelling tot de eerste twee was de laatste op dat moment een snel groeiende industriële sector waarvoor bovendien weinig startkapitaal benodigd was. Ook bezat Valkenswaard een gunstige infrastructuur met een verharde weg, die ’s-Hertogenbosch met Luik verbond, en een spoorlijn, die in 1866 vanuit Eindhoven naar Hasselt zou gaan lopen. Om uiteenlopende redenen haakten Jasper en Antoon al kort na de start af en bleef Jan van Best junior als enige tabaksondernemer over bij de firma de Gebroeders Van Best. Toen Jan van Best in 1880 op jonge leeftijd overleed, had hij de onderneming uitgebouwd tot een grote fabriek met 131 werknemers, met filialen in Leende en het Belgische Zonhoven, en Sigarenfabriek van de Gebroeders Best
2461 met een fabrieksharmonie en een liedertafel. Antoon van Best nam het roer over van zijn overleden broer en bouwde de fabriek verder uit. Hij kreeg ook te maken met concurrentie in het dorp, omdat anderen het voorbeeld gingen volgen en ook een sigarenfabriek begonnen. De kennis van tabak, aan- en afvoerkanalen en de fabricage van sigaren was inmiddels in Valkenswaard immers ruim voorhanden en de drempel om te starten onverminderd laag. De werkgelegenheid in de plaatselijke tabakssector steeg van 131 werknemers in 1880 tot 1.221 in 1919. Op dat moment waren er ook de meeste sigarenfabrieken en -fabriekjes actief, namelijk ruim 40. In totaal zijn in Valkenswaard tussen 1865 en 2003 zo’n 100 verschillen sigarenfabrieken geteld. Valkenswaard ontwikkelde zich tot een sigarencentrum van formaat. Niet alleen was hier deze industrie sterk overheersend, in 1920 werkte 60% van de beroepsbevolking in deze tak van nijverheid, landelijk een uniek hoog percentage, maar ook werkte een relatief groot deel van de sigarenmakers in grote fabrieken. Deze fabrieken boden tal van (schaal)voordelen, zoals de mogelijkheid tot export, en door het aankopen en aanhouden van voorraden tabak en gereed product konden zij een constante kwaliteit aanbieden en pieken en dalen in de afzet opvangen. Tot na de Eerste Wereldoorlog kende de sigarenindustrie een sterke groei, veroorzaakt door een verandering in rookgedrag, waarbij de pijp en de pruim vervangen werden door de sigaar, een sterke binnenlandse bevolkingsgroei en een groei van de export. De Valkenswaardse fabrikanten produceerden sigaren voor de lagere marktsegmenten. De concurrentie daarin was groot, met een sterke druk op de lonen als gevolg. Dit veranderde toen in de laatste jaren van de Eerste Wereldoorlog de inflatie sterk steeg, net als de export, en lonen zelfs sterker stegen dan de inflatie. Dit brak de industrie op toen begin jaren twintig de tabaksaccijns werd ingevoerd, de eerste cao in werking trad, de export inzakte en een crisis de vraag deed verminderen. Dit stimuleerde de mechanisatieontwikkeling en schaalvergroting zette in. Hieruit kwamen in Valkenswaard tijdens het interbellum twee fabrieken naar voren, die voortaan de toon zouden zetten: Hofnar en Willem II. De crisis van de jaren dertig zorgde wederom voor een afname van het aantal tabaksbedrijven ter plaatse en tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de schaarse tabak door de bezetters verdeeld over de grootste bedrijven. Daardoor konden alleen Hofnar en Willem II in Valkenswaard, zij het op een laag niveau en met inferieure tabak, nog enigszins blijven produceren. De overige fabrieken moesten de deuren sluiten. Na de oorlog kwam de tabaksaanvoer slechts langzaam weer op gang en lang niet alle fabrieken openden opnieuw de deuren. Ook waren enkele fabrieken bij de bevrijding van Valkenswaard in september 1944 geheel verwoest door geallieerde bombardementen. De
2462 tendens tot schaalvergroting zette in versterkte mate voort en feitelijk resteerden in de jaren vijftig en zestig alleen de beide grote tabaksfabrieken Hofnar en Willem II. In 1954 werd met een gezamenlijk aantal van 2.274 arbeidsplaatsen (inclusief de werknemers in de filialen) een naoorlogs maximum aan werkgelegenheid in de plaatselijke tabakssector bereikt. Daarna ging het bergafwaarts. Opnieuw was in aanvang een wijziging in het rookgedrag, de sigaret die het won van de sigaar, hiervan de oorzaak, maar allengs deed ook de anti-rooklobby zijn invloed gelden. Uiteindelijk ging de Hofnar in 1990 failliet en werd Willem II in datzelfde jaar overgenomen door Swedish Match, die in 2003 daadwerkelijk de laatste sigaar ter plaatse fabriceerde. De sigarenindustrie leidde in Valkenswaard weliswaar tot veel werkgelegenheid, maar wel werk waar tegenover lange tijd een uitermate lage beloning stond. Driekwart van de sigarenmakers verdiende rond 1910 te weinig om aangeslagen te kunnen worden voor de plaatselijke inkomstenbelasting. Inzet van kinderen direct na de lagere school was daarom nodig om het gezinsinkomen te spekken. Het was ook een strategie van de fabrikanten om de gestage groei van het aantal arbeidsplaatsen van onderaf op te vullen met kinderen uit met name de armere gezinnen. De gemiddelde leeftijd van de sigarenmakers was dan ook erg laag. Doordat lange tijd het vooral thuiswonende kinderen waren die in de fabrieken de werkzaamheden verrichtten, kwam de noodzaak tot organisatie ook pas redelijk laat op gang. Nadat eerdere pogingen op niets waren uitgelopen, Sigarenmakers eind jaren twintig aan het werk in sigarenfabriek Gebroeders Jeurissen
2463 werd in 1909 een vakvereniging op katholieke grondslag opgericht en verscheen er kort daarna ook een neutrale vakvereniging, in de volksmond de ‘rooie bond’ genoemd. Hoewel de werkgevers niet zaten te wachten op georganiseerde arbeiders, werden met name de leden van de laatste vakbond actief tegengewerkt. In 1913 bleek het organiseren reeds de vruchten af te werpen toen na drie weken algemene staking de werkgevers de looneisen inwilligden. Wel gingen de werkgevers zich nu ook organiseren. Dit markeerde het begin van een minder paternalistische bedrijfsvoering en van meer zakelijke arbeidsverhoudingen. In 1920 volgde de eerste landelijke cao, waardoor de sigarenmaker niet langer was overgeleverd aan de grillen van zijn patroon. Door wetgeving gingen toen ook misstanden als gedwongen winkelnering, boetesystemen en thuisarbeid langzaamaan tot het verleden behoren. Wel trad de machine de fabriek binnen, die gaandeweg het arbeidsritme ging bepalen. Maar tot in de jaren zestig van de vorige eeuw bleef het werk in de sigarenindustrie voor een groot gedeelte handenarbeid. Tot zover in een nutshell de geschiedenis van de sigarenindustrie in Valkenswaard, die een kleine anderhalve eeuw een belangrijke invloed heeft gehad op de ontwikkeling van deze gemeente. Doorroker “ de Jantjes” gevonden Fred Tijmstra ([email protected]) In het vorige nummer zochten we naar een afbeelding van de doorroker “ De Jantjes”. Jos Engelen reageerde meteen dat hij de pijp in zijn collectie had, ( zie bijgaande afbeelding ). Zoals eerder verondersteld werd ziet het doorgerookte plaatje er net zo uit als de gekleurde transfer, maar dan in witte lijnen.
2464 Jan Nieuwveld en de fruitben Piet Smiesing ([email protected]) Beerputten Toen er, ruim dertig jaar geleden, in de Utrechtse binnenstad een modern winkelcomplex voor de HEMA moest worden gerealiseerd, ging met de oude vestiging ook een groot gedeelte van de oude bebouwing tegen de grond. Oude huisjes gingen plat en het puin werd afgevoerd. De stadsarcheoloog en zijn helpers kregen ruim de gelegenheid voor oudheidkundig bodemonderzoek. Zo peurden ze o.a. in de achtergebleven, beerputten, waar de vroegere bewoners, naast hun biologische sporen, ook klein huisafval hadden achter gelaten. Ik had het geluk dat ik met schep en kruiwagen mocht meehelpen. Voor pijpenkoppen als bijvondst was er dertig jaar terug nagenoeg geen wetenschappelijke belangstelling en werd oogluikend toegestaan dat ik op het terrein pijpenkoppen verzamelde. Gretig als een vlieg streek ik neer, op de oude beer, aan de rand van de diepe, gemetselde beerputten en zocht in de welriekende, halfvloeibare prut, naar pijpen. Pijpenkoppen en stelen uit beerputten zijn vaak van uitzonderlijke kwaliteit. Zo vond ik een fraai geglaasde, ovoïde kop, aan een fraaie, met schubben versierde steel. Deze pijp behoort tot één van de pronkstukken van mijn verzameling. Op de zijkant van de hiel is één Gouds wapen te zien en aan de onderzijde is het hielmerk de fruitben gestempeld. (foto 1.) Andere gladde gouwenaars met versierde stelen heb ik hierna niet meer gevonden. Jan Nieuwveld en zijn merk In de loop der jaren verzamelde ik nog enkele pijpen met het pijpenmakersmerk fruitben. Hierbij verwonderde ik me vooral om de verscheidenheid van pijpmodellen van één enkele pijpenmaker. Op de steel van een in de Goudse Nobelstraat gevonden koningskop of huzarenkop, is de naam van de maker ” I:NIEVELD” weergegeven. (foto 2) Dit is een verkorte versie van de naam van de fabrikant Jan Nieuwveld, de enige Goudse pijpenmaker, die het merk de “fruitben”, op zijn pijpen zette. 2 1
2465 Andere Goudse, pijpenmakers met de familienaam Nieuwveld: Abraham, Jacob en Matthijs, gebruikten allen een ander merk. In het artikel “Goudse dubbelmerken” vernemen we vervolgens dat Jan Nieuwveld op 20 augustus1725 zijn gildeproef deed en dat hij zeker tot 1782 productief bleef. Ook bij Laansma wordt Jan Nieuwveld nog in 1782 in de merkenboeken van het Goudse pijpenmakersgilde genoemd. Of hij toen nog als pijpenmaker actief was, is de vraag, want dan zou hij, na zijn gildeproef in 1725, nog op vrij hoge leeftijd, 57 jaar onafgebroken aan het werk zijn geweest.[ 1] Verschillende modellen Naast ovoïde gouwenaars verzamelde ik ook vijf rondbodems waarop de fruitben is afgedrukt. (foto 3) De rondbodems zijn van verschillende vorm: een slanke trechtervorm waarmee de steel een hoek van ongeveer 100˚ meet. Vervolgens twee brede, lage, uitgezakte modellen; waarvan één een vrij dikke steel heeft; de koningskop en een knorrenkop, waar boven de knorren, geperkte rozen en lelies elkaar afwisselen. Boven deze versiering is deze pijp fraai geglaasd. Een enkel Gouds wapen geeft aan dat de pijp tot de beste kwaliteit behoort. Op de voorzijde vinden we weer het merk de fruitben. (foto 4 en 5) Bij de aanleg van een rioolnet aan de Nobelstraat in Gouda, in het najaar van 1985, waar ook bovengenoemde koningskop werd gevonden, vond ik bovendien een kleine trechter met het hielmerk fruitben. Deze trechter meet slechts 38 mm hoog. Ware het niet dat op het korte hieltje twee Goudse wapentjes plus de toevoeging S zijn toegevoegd, dan hadden we deze kop in het eerste kwart van de 18de eeuw gedateerd! Het Goudse wapen als 3 4 5
2466 bijmerk werd echter vanaf 1739 op de Goudse producten toegevoegd. Daarom is de pijp na 1739 vervaardigd. (foto 6). Aan de Lekdijk bij Vianen werd een versierde pijpenkop gevonden met de gekroonde dubbele adelaar. ( foto 7) Kees Faas vermeldt dat het hier het wapen van keizer Maxmiliaan betreft, de grootvader van Karel V. De dubbele adelaar heeft links een zwaard en rechts een scepter in de klauwen. In het midden zien we weer de dubbele adelaar met een gedeeld wapen, met links het wapen van Oostenrijk en rechts van OudBourgondië. Het hielmerk toont weer de fruitben. De fruitben werd ook als zijmerk gevonden, getuige de afbeelding op pag. 1004 in het al genoemde artikel “Goudse dubbelmerken” Links op de pijpenkop zien we een fraaie fruitmand en rechts de initialen IN van Jan Nieuwveld. Op akkers rondom Woerden werden nog twee koppen gevonden met links het zijmerk de fruitben. Eén van deze koppen heeft op de rechterzijde bovendien het merk de gekroonde 35. (foto 8 a/b) Deze korte pijpen zijn van een mindere kwaliteit en werden waarschijnlijk, later, in het laatste kwart van de 18de eeuw, in andere steden vervaardigd. Toen was de Goudse pijpenindustrie over haar hoogtepunt heen. De bekende Goudse historicus J. Schouten schrijft over dit verval het volgende: “Omstreeks 1740 maakten de pijpmakers van ongeveer 29 pottenbakkersovens gebruik, in 1789 was dat teruggelopen tot 17 ovens, terwijl er in 1808 waren nog maar van 11 ovens gebruik werd gemaakt”. Ook de geschiedenisboeken laten, over de loop van de pijpenindustrie in de 18de eeuw, geen optimistische geluiden horen. ”Van sterke achteruitgang was ook sprake in de aardewerkindustrie. Van dertigtal fabrikanten dat zich omstreeks 1700 nog toelegde op het vervaardigen van het beroemde Delfts 6 7 8 a 8 b
2467 blauw resteerde een kleine eeuw later minder dan de helft. De Goudse pijpenmakerij werd getroffen door een malaise tengevolge waarvan duizenden werkeloos werden.”[ 2] “Het gemeen arbeidersvolk vergaat van kommer en kwel. De armenhuizen liggen opgepropt. Het lompenproletariaat nam zijn toevlucht tot bedelarij, werd piskijker, handkijker, boterlezer, duivelbanner of … ging op diefstal en roof uit. De troepen bedelaars gingen langs de huizen. Er was, het valt te begrijpen, een groot tekort aan gevangenissen. In de beschikbare tuchthuizen werden vagebonden tewerkgesteld om keihard Braziliaans hout te kloven en te raspen en koperen tabaksdozen te maken.”[ 3] Verspreiding Buiten bovengenoemde vondsten in ons land werd het pijpenmakersmerk fruitben ook ver buiten Nederland aangetroffen. Waarschijnlijk betreft het hier geen pijpenexport, maar waren zeelieden de verspreiders. Op de VOC-handelspost te Dejima Nagasaki, Japan werden er bij opgravingen op Dejima vele fragmenten van Nederlandse kleipijpen gevonden. Hierbij bevonden zich vier vroeg ovoïde koppen uit de periode van 1730 tot 1740, die waren voorzien van het hielmerk de fruitben. In het smokkelaarsdorp Pueblo Quemado bij Caracas in Venezuela werden eveneens enige pijpenkoppen gevonden met het merk fruitben. Waarschijnlijk werden de pijpen door schepen van de GWC (Geoctrooieerde West-Indische Compagnie) naar Suriname gebracht en van hier door smokkelaars naar Venezuela. Geraadpleegde literatuur: [1] Redactionele noot: Volgens Duco (Merken en merkenrecht van de pijpenmakers in Gouda, Amsterdam, 2003) had Nieuwveld het merk tot 1789 in bezit (p.128). In 1789 werd het door Teunis van Zon gekocht om te worden geroyeerd. Het leek namelijk te veel op zijn merk turfmand (p.39). [2] Manning, A.F. & Vroede, M. de [red.], 1982, Onze lage landen. De bewoners vanaf de ijstijd tot heden. [3] Jansma, K. & Schroor, M. [red.], 1987, Onze vaderlandse geschiedenis. Faas, K., 1995, Adelaars op Goudse pijpen, PKN XVII, nr. 67, pag. 650, afb. 1a/1b. Laansma, , 1977, Pijpmakers en pijpmerken 1724 – 1865, Lingen, B. van der, 2001, Tabakspijpen van de VOC-handelspost te Dejima, Nagasaki, Japan, PKN XXIII, nr. 91, p. 1261 – 1275. Meulen, J. van der, 2003, Goudse pijpenmakers en hun merken, Oostveen, J. van & A. Bonnema, 1998, Goudse dubbelmerken, PKN XXI, nr. 81, p. 1002 – 1005. Schouten, J., 1969, Gouda vroeger en nu, 1969 Schouten. J., 1977, Gouda van sluis tot sluis. De geschiedenis van Gouda in de negentiende eeuw. Smiesing, P.K., 2002, Vraagbaak, Vraag uit Caracas (Venezuela), PKN XXV, nr. 98, p. 1433 - 1435
2468 Firma Gubbels Roermond Jos Engelen ([email protected]) Joannes Henricus Gubbels1 vestigt zich 26 november 1873 met zijn gezin te Roermond. Inschrijving vindt plaats 29 december 1873. Hij komt uit Maasbracht. Hij is kramer en gaat wonen in de Brugstraat A no. 175. Het kadasternummer is D 682. Dit is het tweede pand links als je van de Neerstraat komt. Een advertentie uit 18762 toont het brede galanterie-, tabacologische- en devotionalia-assortiment aan dat in dit pand toen reeds werd aangeboden, waaronder alle soorten pijpen. Vanaf zijn vestiging in Roermond onderhield de grondlegger van de onderneming Joannes Henricus Gubbels nauwe kontakten met de fabrikanten van meerschuimpijpen in Wenen. Er werden alle mogelijke pijpen gekocht, gladde, gebeeldhouwde, rijk voorzien van ornamenten, en beslagen met kunstig gesneden zilveren monturen. Met al deze producten reisde de familie Gubbels tot in het begin van de 20e eeuw jaarmarkten en kermissen af, waarbij uitsluitend tabakspijpen en dergelijke artikelen te koop aangeboden werden. In die tijd waren praktisch geen winkels op dit gebied en men wachtte jaarmarkten, of kermissen af om een behoorlijke pijp te kunnen kopen. Stuk voor stuk waren deze nu in ons oog juweeltjes van handwerk. In een advertentie van 23 en 30 november 1878 heeft de firma zowel in de Brugstraat als in de Neerstraat een zaak. Het huisnummer in de Neerstraat is B 177 en heet "de groote Pijp" Het kadasternummer is D 658. De groote Pijp heeft Joannes Henricus Gubbels herbouwd of verbouwd rond 1878, 1 Zie bijlage, genealogie Gubbels 2 18-11-1876 MAR ~ De ondergeleekende beeft de eer bel geachte publiek van Roermond en omatreken bekend te maken dat bij van zijoe reis is teruggekomen met een groot asaonimenl GALANTERIE-WARKN, als: allerhande soonen van pijpen, pijpenkoppen, sigaren-pijpen, tabaks-doozen, tabaka-zakken, sigaren-doozen, portefeuilles en portemoonaies, draagbanden, waodolslokken, 1lamea-1aroituren in zwart en verguld, broeben , oorbellen , medaillons, vingerringen, borlogiekelliogee enz. Kerkboeken en Rozenkraozen, veracbillende soorten porceleinen vazen, Christus- en Mariabeelden , spiegels , pbotograpbie-raampjca , kleer- en scboenbon&els, parrumeriën, baaroliè, eau-de Cologne, zeep enz. Not ootnagea voor St. Nloolaaa-geachenken , eeoe ruime keuze vau KINDBRSPBBLGOBD , dit alles aan zeer civiele prijzen. Door eeue goede bediening, buitengewoon ta,e prijzen, hoo11I bij de gunst van bel ge1cb&e publiek &e vetwe"ea. J. GUBBBLS, BrugstrtlAI N• 17!1, aaaa, de Beeren Stoka en Engelen.
2469 nadat hij dit pand had gekocht. Het was zijn eigendom! Op de ansicht is het uithangteken, de grote pijp, duidelijk te herkennen. Op 11 januari 18793 biedt J. Gubbels, intussen getrouwd met Dijmphna van Beesel, in een advertentie een gevarieerd assortiment van pijpen aan. De firma beschrijft in 1896 haar zaak en magazijn als een winkelparadijs waar het tijdens de St. Nicolaasdrukte goed toeven en kiezen is. Op 14 januari 1899 adverteert de firma J. Gubbels - van Beesel, Neerstraat 177, de Groote Pijp, nog met Weener meerschuimtabak en sigarenpijpen als olie, calciné, lava, flortan, bruyère en houten gezondheidspijpen, Duitsche pijpen met echt ambonie mazere kop, Reparatie aan sigaren- en tabakspijpen is dan ter plekke mogelijk4. Hier werd buiten de meerschuimfabricage de kiem gelegd voor de kennis van de toekomstige fabricage van de bruyèrepijp. Dimphina Hubertina Gubbels-van Beesel overlijdt dan, 52 jaar oud, in oct.1896 en Joannes hertrouwde op 27-4-1899 te Roermond met Anna Maria Plum, * Merkstein (Pruissen) 18- 11-1869, + 18-04-1953. Tussen 1900 en 1915 exploiteerden de gezusters Maria Antonetta en Maria Agnes (1900-1927) een zaak op de Bergstraat, daarna op de Kapellerlaan maar daar voornamelijk in religieuze artikelen (tot 1935). Zoon Willem (1895-1912) handelde op de Steenweg in vergelijkbare zaken met eveneens de nadruk op tabakspijpen. 3 11-1-1879 MAR 4 NKO, 14-1-1899 Op nieuw ontvangen.· EENE UITGEBREIDE KEUZE TABAK· EN SIOARENPIJPEN, in olie, meerschuim, calcioée, worlel, enz., alles volgens. de nieuwste modellen, lahakzakken, porle•monnaie's, porie-cipres, parapluies, wandelstokken , scheermessen , brillen en kammen. Kerkboeken, rozenkransen en schapulieren, scboohasschen voor jongens en meisjes. Lampen en glazen, crislal- en glas; wel"k , echie Sneeuwberger souif, Weener zelelsloeleo, voor beeren, dames en kinderen, korf- eo mandwerk, eoz. enz. Door eene promple en civiele bediening hoopt bij de gunsl van hel geëerde publiek Ie verwerven. J. GUBBELS-VAN BE.li:Z.li:L, in de Groote Pijp, Neerslraal ROERMOND,
2470 In 1903 stierf Joannes Henricus Gubbels en werd de zaak door zijn weduwe voortgezet, doch was dit uitsluitend als winkelbedrijf en specialiteit in pijpen en aanverwante artikelen. Toen prijkte nog de grote pijp aan de voorgevel van de winkel. In 1924 is uit dit winkelbedrijf een groothandel gegroeid, die enkele jaren onder de naam A. & E. Gubbels, voorheen Wed.Gubbels-Plum gedreven werd, doch spoedig werd omgezet in de Firma E. Gubbels. Deze groothandel, vooral in tabaksartikelen groeide gestadig, men importeerde uit alle mogelijke landen, immers fabrieken in Nederland waren er niet. Zoon Willem Gubbels adverteerde in 1911 nog op de Steenweg met amber en ambroïde tabaks- en sigarenpijpen t.g.v. Nijverheids- en kunsttentoonstelling in Roermond van 22 juli t/m 5 aug. 1911 De kleipijpenfabriek Trumm-Bergmans5 uit Weert produceerde reeds vanaf 1850 voor het afzetgebied Roermond tal van verschillende modellen. Op het einde van de 19 de eeuw, zo vanaf 1880 kan men vanuit de orderboeken een opvallende bestelling noteren: een bedevaartpijp, gewijd aan OLV in ’t Zand in Roermond en te leveren in wit, geel of bruin, waarbij de witte pijp nog een extra accent kreeg, doordat het Genadebeeld van OLV ingekleurd werd in geel en blauw. Deze pijpjes zijn geleverd tot omstreeks 1920. Deze pijpjes werden verhandeld door winkels van religieuze- en/of tabaksartikelen in de directe omgeving van de Kapel. En op 5 augustus 1916 verzendt de firma per trein aan Severijns en Zoon ter verdere bezorging zes gemerkte kistjes, elk bevattend twee gros pijpen en bestemd voor de heer G. Schreurs, de Wed. Gubbels-Plum en de heer Munnix. De eerste twee dreven aan de kapel een galanteriekraam, terwijl de laatste als smid bij de kapel werkzaam was. De witte pijpjes kostten 3 cent per stuk en de bruin gelakte 5 cent per stuk. 5 Arch. TB Weert Figuur 1: levering TB uit 1919 t t Hiermede ,vervqlloo w\l t den treurill"n plicht ken- nis te reven van het overlijden van onzen ionlneliefden Echl- aenoot, Vader, 13$buwd" en Grootvader, den Heer .1011111 Nearlcll ••••• ,•. W ed.uwnaar van DymphlnaHubertlna van B-1I, Ecbt1Jenoot van Anna Maria Plum, in den Ouderdom van 79 jaren, na tijdlll voonien te zijn van de H.H. Sacramenten der Stervenden. Wed. A. OUBBELS,Q'eb. PLUM en Kinderen, R~rrnond. J. DUBBELS, Echt11enoote en Kinderen. W. GUBBELS .. P. OUBBELS, geb. Y. D. PAS en.Kind. M. DUBBELS, Roermond. C. OUBBELS en Kinderen, Dordrecht, A. GUBBELS, Roermond. F. ENGELS. • • •••• C. ENGELS, 11eb. OUIIBELS en Kind, Brtda-Oinneken. J. BOSMANS. J. BOSMANS, 110b. DUBBELS en kimlereo, Echt. Roermond, 7 October 1911. 8902
2471 Tussen 1917 en 1921 bestelt de weduwe Gubbels Plum bij TB in Weert in 15 leveringen totaal 5000 sigaren- en tabakskleipijpen, waaronder 1500 OLV pijpen en meer dan 500 koekoeksfluiten om te kunnen verkopen op een kraam bij de kapel van OLV in 't Zand. In 19256 adverteert A & E Gubbels, v.h. Wed.Gubbels-Plum, 1925, op de 4e huisvlijttentoonstelling te Roermond, met galanterie, souvenirs, pijpen als agent voor Limburg/ Brabant en Zeeland van kunstaardewerk Ivora, Gouda, uitsluitend voor handelaren. Op 16-9-1930 vindt er een verkoop plaats van huizen in Hotel Kissels. Winkelpand Neerstraat no. 44 aan Antonia Gubbels voor f. 9100. Woning-complex Molenstraat no. 7,9 en 11 aan Antonia Gubbels voor f. 2700. Op 4 december 1930 zijn verscheidene spiegelruiten te koop met een glazen schuifkast en toonbank. Te bevragen Neerstraat 42. Daarna koopt H. Kessels-Bongerts in 1930 het pand van Gubbels. De éérste advertentie van Kessels-Bongerts is van 2 april 1931. Gubbels is dus in 1930 van pand gewisseld van Neerstraat 42 naar Neerstraat 44. A. Gubbels7, Neerstraat, annonceert de heropening van hun magazijn Corsica als volgt: MAGAZIJN CORSICA. HEDEN HEROPENING VAN ONZE MODERN INGERICHTE ZAAK. SPECIAAL IN ALLE ROOKERSBENOODIGHEDEN EN LUXE LEDERWAREN. A. GUBBELS NEERSTRAAT 44 ROERMOND. In 1932 biedt hij pijpen met nieuwe systemen aan en rokersbenodigdheden met meerschuim en barnsteen als zijn specialiteit. Het adres voor calciné, 6 R 21.gar. 7 NKO 3, 6-3-1931 E1:port A. r, E. Gubbelst v.h. Wed. Gubbels-Plum. Souvenirs - Galanterieën. Specialltell houten Pijpen. Agent voor Limb. Brabant en Zeeland der Kunstaardewerkrabr. lvora, Gouda, -11•Jalte..i voor H&adelarca. Vraagt Geïlluotreerde Catalogus. Firma P. rlbnder WANT6z:. Pfjpeef,i/H'ieke11.. Opgericht 1630. /f'ulptrJlrt:1ai '26. OOUDJi. OOUDA•PIJPLN ende BEIUiNl>l! DDCRROOJKER,5 mu Jid l'lerl<,IVORA" ,,,.11. modd/1#11. Adw@rl@ntlin. MAGAiliJN CORSICA. HEDEN HEROPENINC VAM ONZE MODIRlf INGIIICHTE ZAAI. lnoLUL IN Al.UI ROO~OODIGDIIBDIII{ D LUXE LIDDWAltllN. A GUBBELS NEERSTRAAT 44 ROERMOND.
2472 olie en barnsteen pijpen. Eind 1937 en 1940 komen we de firma "CORSICA" op de Neerstraat 44 nog tegen. Elbert Gubbels wordt in 1937 genoemd als koopman in galanterieën op de Godsweerderstraat 44, terwijl een nota uit 1936 getuigt van zijn groothandelsactiviteiten in rokersbenodigdheden. Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak eindigde deze handel abrupt en begon een rustperiode die uiteindelijk vijf jaar zou duren. Gedurende deze tijd ontwikkelde Elbert Gubbels het idee om zich niet langer afhankelijk te stellen van buitenlandse leveranciers en in 1946 begon hij dan ook met nieuwe machines en enkele medewerkers de fabricage van de tabakspijp zelf ter hand te nemen. Gedurende de voorgaande jaren had hij een enorm vertrouwen opgebouwd bij zijn klanten en dit kwam hem nu bijzonder van pas. AI snel werd de fabricageruimte te klein en hij investeerde in een ander gebouw van 900 m2 waar hij de modellen en de kwaliteit begon te verbeteren. Stamboom van de fam. Gubbels A. Wilhelmus Gubbels * 1-5-1805 te Barbeek Duitsland X 13-9-1824 te Echt met Alide Ongena * 11 juni 1805 te Nederweert. Kinderen: -01. Maria Elisabeth Gubbels * 18-06-1825 Nederweert -02. Petrus Joannes Gubbels * 05-01-1828 Nederweert -03. Joanna Geertrudis Gubbels * 29-08-1829 Nederweert -04. Joannes Henricus Gubbels * 17-10-1832 Nederweert -05. Maria Hubertina Gubbels * 15-08-1835 Nederweert -06. Godefridus Laurentius Gubbels * 25-10-1838 Nederweert -07. Francis Hubert Gubbels * 28-12-1840 Nederweert -08. Henricus Hubertus Gubbels * 13-03-1843 Nederweert -09. Joseph Hubert Gubbels * 23-11-1845 Nederweert -10. Carolus Lodewijk Gubbels * 08-07-1849 Nederweert B. Joannes Henricus Gubbels * Nederweert 17-10-1832, + Roermond 7-10-1911 te Nederweert X 11-11-1862 Nederweert met Dijmphna Hubertina van Beesel * 19-01-1844 Venlo Kinderen: E. GUBBELS, ROERMOND GROOTHANDEL en IMPORTEUR van TABAKSPIJPEN en ROOKERSBENOODIGDHEDEN ,...,_/ --- ROERMOND,-/ ~..e,n~ .. .19)_., Codow««l•nl~Jol H REKENING ""''J.., t .. -L~~- ___ _ 'l.4&>=>,c,..,~n ai.. _______ -
2473 -01. Joannes Hubertus Josephus Gubbels * 07-10-1863 Tegelen X Mechelen van Maria Virgenie * Ulbeek(B) 8-2-1866. Woonde in Brugstraat en Neerstraat, daarna Eiermarkt E 105. Koopman, vertrekt 28-8-1897 met zijn gezin naar Luik. Hertrouwde in Maastricht 14-9-1910 met Kremers Elisabeth Gertruda Antonia * Weert 14-10-1885 -02. Wilhelmus Gubbels * 04-03-1865 Echt (had zaak in de Steenweg 4 werd 6a) X 25-4- 1894 Pas van de Maria Josephina Paulina * Roermond 21-3-1855. Woonde in Brugstraat en Neerstraat 42, daarna Steenweg B 99, later 4 resp. 6A. Vertrekt 18-4-1913 met zijn gezin naar Princenhage. -03. Maria Antonetta Gubbels * Thorn 08-09-1867, woonde in Brugstraat en Neerstraat, later Bergstraat 8 later Kapellerlaan 66, resp 144, + Roermond 23-1-1945. Winkel in religieuze artikelen. -04. Karel Hubert Gubbels * Thorn 29-05-1869 * Thorn 9-9-1869 -05. Cornelis Franciscus Gubbels * 02-09-1870 Maasbracht X 20-2-1896 Dordrecht Tewe Klasina Josephina * Alblasserdam 28-7-1880, woonde Brugstraat en Neerstraat 42. Vertrekt op 24-12-1895 naar Gorichem. Wonen in 1911 in Dordrecht. -06. Peter Hubertus Gubbels * 22-01-1873 Maasbracht, + Roermond 24-1-1903. Woonde in de Brugstraat + Neerstraat 42. Hij vestigt zich 8-02-1902 te Roermond, en komt uit Aken. Overleed op 30 jarige leeftijd. Beroep bakker. -07. Marie Agnes Gubbels * 23-04-1877 Roermond, + Roermond 1-4-1945. Woonde in de Brugstraat + Neerstr. 42. Toen zaak Bergstr. 8, daarna Kapellerlaan 66 later 144.Vestigt zich 12-02-1910 te Roermond (komt uit Kerkrade) Vertrekt 28-12-1922 naar Gulpen, en komt in 1925 terug. -08. Maria Catharina Antoinetta Gubbels * Roermond 27-04-1880 X Roermond 15-10-1901 Engels Petrus J.F. * Bergen op Zoom 16-11-1874, woonde in de Brugstraat en Neerstraat 42. Vertrekt 28 oktober 1901 met haar gezin naar Tilburg. Wonen in 1911 te Breda-Ginneken -09. Josephina Maria Johanna Gubbels * Roermond 28-05-1884 X 27-11-1902 Maasniel Bosmans Johannes Rudolphus * Stratum 10-11-1878. Gaat 21-10-1902 naar Maasniel woonde in de Neerstraat 42 en Paredisstraat 8, resp.Voorstad St. Jacob 33, resp. Zwartbroekstraat 29. Vestigen zich 16-06-1903 weer te Roermond (kwamen van Maasniel) en vertrekken 22-02-1908 naar Heerlen. Wonen in 1911 in Echt. B Joannes Henricus Gubbels * Nederweert 17-10-1832 + Roermond 7-10-1911, X (hertrouwde) 27-4-1899 te Roermond met Anna Maria Plum, * Merkstein (Pruissen) 18-11- 1869, + 18-04-1953 -10. Maria Antonia Josephina Alevine Cath. Gubbels * Roermond 02-10-1902 Roermond, + Roermond 1-4-1992, X Roermond rond 10-8-1937 Bazelier Adrianus Gerardus Antonius (Andre) Bazelier * 1900, + Roermond 1990. -11. Josephus Elbertus Gubbels * 22-09-1904 Roermond C. Josephus Elbertus Gubbels * Roermond 22-9-1904, + Roermond 5-3-1985, X Roermond Driessen Helena Maria Antonia, * 20-11-1904 te Blerick (gem. Maasbree), + Roermond 21-05- 1999 Kinderen: 01. Anna Maria Hubertina Gubbels * 10-11-1933 te Roermond. Had huis in eigendom en tuin Sectie G 386 Den Horst 28 Roermond 02. Antonia Johanna Maria Gubbels * 16-2-1935 te Roermond 03. Jozef Marie Antonius Gubbels * 16-6-1936 te Roermond 04. Alfons André Evert Gubbels * 12-1-1938 te Roermond
2474 Het Oost-Indisch rookgerei van VOC-dienaar Joan van Hoorn (1653-1711) en een Hollandse kleipijp met zijn portret Bert van der Lingen ([email protected]) Joan van Hoorn Joan van Hoorn (1653-1711) was een zoon van de Amsterdamse buskruitfabrikant Pieter Janszn. van Hoorn, die in 1663 met zijn familie naar Indië was vertrokken. Al in 1666-1668 ging hij op jonge leeftijd met zijn vader mee, op een gezantschapsreis naar de keizer van China. Daarna maakte hij, dank zij invloedrijke vrienden, snel carrière. Hij klom onder meer van assistent (1671) naar onderkoopman (1673), koopman (1676), secretaris van de Hoge Regering (1678) en Raad ordinair van Indië (1685). Uiteindelijk werd hij directeur-generaal (1691-1704) en Gouverneurgeneraal (1704-1709), in welke functie hij in de portrettengalerij in de Raadzaal van het kasteel in Batavia werd opgenomen.8 (afb. 1) In Oost-Indië was een systeem ontwikkeld waarbij het kapitaal op vrouwen werd vastgezet en op die wijze in eigen kring bleef. Door een huwelijk met een vermogende dochter aan te gaan vergaarde men fortuin en macht. Joan van Hoorn was driemaal getrouwd. Zijn eerste huwelijk met Anna Struys bracht hem niet alleen fortuin, maar ook veel lucratieve contacten. Tijdens dit huwelijk werd dochter Petronella Wilhelmina geboren, die bij terugkeer in Nederland trouwde met Jan Trip, de zoon van de burgemeester van Amsterdam en later met de vermogende Lubbert Adolf Torck, heer van Roozendael. Na het overlijden van Anna trouwde Joan in 1692 met Susanna van Outhoorn, de dochter van de toenmalige gouverneur-generaal Willem van Outhoorn. Zijn derde vrouw, Johanna Maria van Riebeeck, was de dochter van Abraham van Riebeeck, de zoon van Jan van Riebeeck, de stichter van de VOC-vestiging aan Kaap de Goede Hoop. 8 Dit schilderij is een moderne kopie naar het verloren gegaan origineel van Cornelis de Bruyn uit 1706. (Rijksmuseum Amsterdam) Afb.1 Joan van Hoorn met commandostaf