De beide zijkanten van de pijpenkop Op de handen de overwinnaars Angleterre en France Silistria op het voorhoofd Fabrieksmerk Greta/ Gallard Het model van de pijp stelt een karikaturale weergave voor van tsaar Nicolaas 1, wiens mond wordt geopend door twee handen van de overwinnaars Frankrijk en Engeland. Uit zijn mond staan op de tong de namen ,_J 2253
van de belangrijkste plaatsen/gebeurtenissen uit de Krimoorlog: Moldo Valachie, Odessa, Silistria, Bomarsund, Alma, lnkerman, Balaklava en Sebastopol. Rond het hoofd ligt een ketting met in het midden een halve maan en de naam Silistria. De pijp is van voren 7.2 cm hoog, de diameter van de binnenkant van de kop bedraagt 2.3 cm. MOLDO VALACHIE, heeft betrekking op de Donau-vorstendommen Moldavië en Wallachije die in 1853 door de Russen werden bezet. Na de oorlog werden deze gebieden in 1858 verenigd tot het huidige Roemenië. ODESSA, een van de eerste handelingen van de Franse en Britse schepen was het bombarderen van de haven van Odessa. SILISTRIA. Een stad aan de Donau op de grens met Roemenië. De zwaar versterkte stad doorstond in 1854 een 39 dagen durende belegering door de Russen. BOMARSUND, is de naam van het fort in het plaatsje Sund op de Alandeilanden. Het werd in 1832 door de Russen gebouwd en in 1854 door de Brits-Franse vloot, gelegerd in de Oostzee, totaal verwoest. ALMA, de rivier waar de geallieerden op 20 september 1854 aan wal gingen. In korte tijd verloren 5000 soldaten het leven. De slag werd gewonnen door de Fransen en Britten, voornamelijk door de materiële achterstand bij de Russen. BALAKLAVA. Op 25 oktober 1854 streden de Britten en de Russen tegen elkaar op de heuvels rond de baai. Bekend is de charge van de lichte brigade (de cavalerie), die zich door verdeeld commandoschap met grote
verliezen moest terugtrekken. Uiteindelijk veroverde de coalitie toch de stad waardoor de bevoorrading van voedsel en ammunitie verbeterd werd. INKERMAN, plaats aan het einde van de baai ten noorden van Sebastopol waar op 5 november 1854 de Britten en Fransen tegen de Russen vochten in een man tegen man gevecht. Ondanks dat de geallieerden in de minderheid waren (5 tegen 1) werden de Russen verslagen. SEBASTOPOL. Het uiteindelijke doel van de geallieerden was Sebastopol, waar de Russische vloot haar thuishaven had. De Engelsen durfden het enige fort dat nog in Russische handen was niet aan te vallen en lieten het veroveren van Sebastopol grotendeels over aan de Fransen. Na zware strijd werd op 8 september 1855 de stad veroverd en werden de Russische schepen tot zinken gebracht. Engelse Joden tabakspot. Afbeelding het gevecht op de Krim. Afmetingen: lengte 14.8 cm, breedte 10,9 cm, hoogte 13,8 cm. Gegoten door Stock & Son in 1856 J 2255 _I _
Bombardement vanuit zee Fabrieksmerk onderkant bodem Deksel met de namen: Alma, Sebastopol, Balaklava en lnkerman. Deze 4 namen staan ook op de gespen van de Britse herinneringsmedaille
De Krimoorlog was op zich een zinloze actie, die aan de kant van de geallieerden 180. 000 levens heeft gekost. Daarvan stierf slechts 10% op het slagveld, de andere slachtoffers stierven door slechte verzorging, ziekte en kou. Florence Nightingale, die onder gevaarlijke omstandigheden de gewonde soldaten provisorisch op het slagveld verzorgde heeft daardoor grote bekendheid verworven. Sindsdien worden bij oorlogen de gewonde soldaten humaner verzorgd als weleer. Tot slot bracht deze oorlog voor de tabakshistorie nog een belangrijk feit naar voren. Na de Krimoorlog brak de sigaret pas echt door in WestEuropa. Franse en Engelse soldaten namen de sigaret mee uit Turkije, Griekenland en Bulgarije. De sigaret was slechts een los papiertje met tabak ertussen. Pas in 1880 kwam de doorbraak toen in Amerika de eerste sigarettenmachine werd uitgevonden. Deze kon 200 sigaretten per minuut produceren. Foto's: Hans van der Meulen en Boy Hubee. Bronnen diverse sites van het internet via google. Jean Leo: Les pipes en terre Francaises. (1971) A.Leewis en J.F.H.H.Beekhuizen: van Columbus tot tabakspot. In Tinkoerier jaargang 16 nr.1 (juni 2008). LEZING Kleipijpproductie en de Bredase oven Johan Hesemans, ontdekker van de oven aan de Molenstraat in 1981, neemt u mee naar de begintijd van de geschiedenis van de kleipijp in Nederland. Voor Breda gaat dit pas echt leven rond 1630 toen er pijpen gemaakt werden in Breda. De opgegraven oven in 1991 onder leiding van Guido van den Eynde blijkt uniek. Nooit eerder is dit type oven ontdekt. Wat is er gevonden in 1991, hoe en wie maakten de kleipijpen en wat maakt de oven uniek? Tevens zijn er opgravingvondsten te zien en een maquette van de Bredase oven. De lezing is op vrijdag 23 april om 16:00 uur in de ontvangstruimte A0.30 van het stadskantoor in Breda. Toegang gratis. Voor vragen en opmerkingen: Marleen Huijbregts, Bureau Cultureel Erfgoed. Telefoon: 076-5294586
Literatuursignalementen Michiel Rutten ([email protected]) B. MORSHUIS, H. OUDE ELBERINK en H. BOLSCHER schreven: "Historie van de tabaksindustrie in Ootmarsum", een gedetailleerde en gedegen cultuurhistorische beschrijving van de sigaren- en tabaksfabrieken in Ootmarsum vanaf begin 19e eeuw tot heden. Uitgave van de Ben Morsink Stichting, 238 pagina's in hard-cover met illustraties; ISBN 978 90 811699-3 6. Kosten€ 25,- excl.€ 2,64 verzendkosten. Te bestellen via [email protected] . Tijdens de bijeenkomst van The International Academy of the Pipe Meeting, najaar 2009 in Boedapest, hield Ben RAPAPORT een inleiding over "The Other Turkish pipe: the legacy of an Ottoman original, the Chibouk". In dit essay van 25 pagina's wordt aandacht gegeven aan de Ottomaanse pijp als kunstwerk in de culturele en sociale context. Voor relaties van de auteur per email verkrijgbaar via [email protected]. In Pipes and Tobaccos, uitgave winter 2010, onder meer een bijdrage van John L. PATTON over Wally Frank (eerste helft vorige eeuw gerenommeerd verzendhuis van tabacologica) en diens catalogi. Voorts een artikel van Jeff FOLLODER over Ming-Kahuna-pijpstoppers (ware kunstwerken), een onderwerp waarover zelden wordt gepubliceerd. Kees van der POLS publiceerde: "De rebus op tabaksdozen" over en met afbeeldingen van een aantal 18e eeuwse tabaksdozen in Poldervondsten, nummer 11, 2009, pagina 32 e.v. In Antiek & Verzamelkrant nr. 263, januari 2010 (blz. 20 e.v.) wordt uitvoerig aandacht besteed aan (PKN-er) Jan Grieten en zijn verzameling tabakspijpen wereldwijd. ,, Nadat de jaarlijkse (meertalige) uitgave van een aardig boekje met pijpelogische artikelen door de "Académie de la pipe" een stille dood was gestorven is de Académie met een vernieuwd bestuur en nieuw elan een nieuwe publicatiereeks gestart. André en Mariette LECLAIRE hebben een monografie geschreven over "Les pipers Saint-Quentinois XVllleme - XIXeme siecles". Hopelijk is deze publicatie - met veel wetenswaardigheden, merkenoverzichten, enz. - een goed voorbeeld voor alle navolgende académie-publicaties. Volume 1 2008; 105 rijk geïllustreerde pagina's in soft-cover; ISSN 2040-8307; voor bestellingen zie formulier in vorige PKN-bulletin. Omar SHALEY, Michael ERIKSEN, Hana ROSS en Judith MACKAY verzorgden (de derde editie van) The Tobacco Atlas. In deze atlas wordt wereldwijd (en veelal per land uitgesplitst) een schat aan informatie gepresenteerd over vormen van tabaksgebruik, tabaksverbouw, industrie, verschillen in gebruik door mannen en vrouwen, meisjes en jongens, handel, gezondheid en nog heel veel meer. Het grootformaat boek, 128 pagina's in soft-cover, is een uitgave van the American Cancer Society in 2009; ISBN-10 1-60443-013-3 en geeft een aardig actueel cultureel-historisch overzicht over het fenomeen tabaksgebruik. Prijs $ 39,95. Jan van OOSTVEEN, onvermoeibaar, heeft weer enkele vondstverslagen gepubliceerd over op verschillende lokaties in Gorinchem gevonden (delen van) kleipijpen. Zie: www.archeologiegorinchem.nl/publicaties/publicaties.htm . En voor de heel breed-geïnteresseerde tabacolofielen: de 1 ae jaargang, no. 72 (€ 6,50) van Hermans-Magazine is in belangrijke mate gewijd aan roken - en alles wat daarmee direct van doen heeft - in Hermans' werken. [email protected]
Karikatuurpijp gemaakt door de firma Cretal Gallard (Fr.) kort na 1856, ter gelegenheid van de beeïndiging van de Krimoorlog. Zie pagina 2251
Sigarenpijp samengesteld uit diverse materialen. Zie artikel op pagina 2234
I PIJPELOGISCHE KRING NEDERLAND Kwartaalblad voor de pijpenverzamelaar en onderzoeker •. .- Jaargang 33, nummer 129 ~el.>E:n LJ\~~ Juli 2010
Pijpje met George Washington en het grootzegel van de VS. Zie pagina 2262 ,. Tabakstonnetje? Zie pagina 2279
Jaargang 33, nummer 129 Op de voor- en achterzijde van de kaft: De bijzonder fraaie handgevormde keramische pijp van roodbakkende klei is rond het midden van de 208 eeuw gemaakt in Frankrijk. De pijp wordt toegeschreven aan de keramist S.A.J. Palot. Helaas zijn over de maker geen nadere gegevens bekend. Bestellingen van oude PKN nu1nmers richten aan: Andy de Bruijn. Adres: zie colofon © PKN. Overname van artikelen en illustraties is slechts toegestaan na voorafgaande toestemming van de redactie. Kwartaalblad voor de pijpenverzamelaar en onderzoeker www.tabakspijp.nl [email protected] Auteurs zijn verantwoordelijk voor hun bijdrage. 1 SN: 0924-4158 juli 2010 Abonnement en betaling Het abonnementsjaar loopt van 1 juli t/m 30 juni. Het blad verschijnt in juli, oktober, januari en april. Nederland: €18,50 per jaar Buitenland: €27.- per jaar Betalingen overmaken naar: Rekening 3823478 t.n.v. Pijpelogische Kring Nederland
Inhoud Van de redactie De PKN op de Goudse keramiekdagen ............................. 2261 Aad Kleijweg E PLURIBUS UNUM (Uit velen één) ................................ ... 2262 Louis Bracco Gartner Uit de collectie van . . . . . .. . ............................................... 2266 Bert van der Lingen Van fraudeur tot acteur, van Onstee tot Onzin. Kleipijpen met het huur- en verhuurkantoor van Jan Onzin ................ . 2268 Aad Kleijweg Opmerkelijke aanwinst van de merken IVAH en IW ........... . 2276 Boy Hubee Een tabakstonnetje ....................................................... . 2279 Jan van Oostveen Speculatie over de herkomst van een tweetal WestFriese merken .............................................................. . 2280 Fred Tijmstra Pijp en tabak van de World's Fair 1893 ........................... .. 2284 Fred Tijmstra Sigarenmagazijn Jan van der Pigge is gestopt .................... 2287 Michiel Rutten Literatuursignalementen ............................................... 2290
De PKN op de Goudse keramiekdagen Van de redactie ,, , ' ~, 1~'.1 ••• ," iv::·~· t.14~~': Lia Schouten achter de kraam Via Adrie Moerings, medeorganisator van de Goudse keramiekdagen 2010, oud-pottenbakker en -pijpenmaker, kreeg de PKN het aanbod een kraam in te richten om de bezoekers te informeren over de Goudse kleipijp. Tevens was het op 13 en 14 mei mogelijk om pijpenkoppen te laten determineren. Het werden voor de mensen achter de kraam, Lia Schouten, Fred Tijmstra en Jan van Oostveen (donderdagmiddag) heel plezierige dagen. Behalve de bodemvondsten die getoond werden, bleken ook veel Gouwenaars in het verleden pijpenkoppen opgeraapt te hebben. Met enkele mensen werden adressen uitgewisseld. Ook interessant waren de herinneringen van het publiek aan de schaatstochten, de verhalen van familieleden die in Gouda bij vroegere pijpenfabrieken gewerkt hebben en de opmerkingen over de plaatjes die op de doorrokers verschenen. We hebben de mensen veel informatie kunnen geven en gewezen op onze vereniging. Ook kwamen nog enkele bekende PKN-leden even langs. Mede door de voortreffelijke organisatie en verzorging door het bestuur van de Goudse Keramiekdagen, waarvoor de PKN, in het bijzonder aan Adrie Moerings, heel veel dank verschuldigd is, kunnen we terugkijken op twee zeer gosl· gde dagen. ! --_-:==:c:c•.•---·='«"'~=<«'ffl==•<==--<=«<-M<'=<<-=,«-«~•«ffl<-~@=<-«@=•'<¼S'""'''•<ffl<W 2261 !,.,w,»•w-~,
E PLURIBUS UNUM (Uit velen één) Aad K/eijweg ([email protected]) Laatst kwam mij een pijpenkopje onder ogen dat ik nog niet eerder had gezien en daarom graag onder de aandacht wil brengen. Het pijpje heeft een ongebruikelijk bol model en op de hiel staat geen merkje. De pijpenkop is in Gouda gevonden en gefabriceerd. Omdat er geen merk op staat is de maker niet te achterhalen. Op de linkerzijde van de ketel staat een man geportretteerd met een steek onder zijn arm en op de rechterzijde een arend met ervoor een wapenschild met horizontale en verticale strepen. In zijn klauwen heeft de arend een pijlenbundel en olijftak. Afbeelding 1. 1a Collectie: Freek Mayenburg, 1b Gouda, 2a,-, 2b Portret/ Grootzegel VS, 2c -/-, 2d -, 2e Ongeglaasd, 2f Gebotterd, 2g Geen radering, 2h -, 3a -, 3b -, 3c -, 4 1900, 5 Gouda, 6 -, 7 - Na enig zoeken op internet vond ik dat de arend, met wapenschild, pijlenbundel en olijftak, het Grootzegel van de Verenigde Staten voorstelt.
Officieel wordt de arend met de kop naar rechts afgebeeld en zijn de pijlenbundel en olijftak ook van klauw gewisseld. Afbeelding 2. Dollarbiljet met rechts het Grootzegel van de Verenigde Staten Afbeelding 3. Een paspoort uit de Verenigde Staten Het Grootzegel wordt gebruikt op officiële documenten van de federale overheid. Ook zien we dit terug op paspoorten uit de VS en dollarbiljetten enz. De arend wordt begeleid door een tekstlint met de Latijnse spreuk E PLURIBUS UNUM wat "uit velen één" betekent. Deze spreuk is sinds 1776 het nationale motto van de Verenigde Staten. De spreuk is op de pijp weggelaten. Het Grootzegel is in 1782 in gebruik genomen.
Afbeelding 4 en 5. Enkele voorbeelden hoe het Grootzegel wordt afgebeeld Op de linkerzijde van de ketel staat een man geportretteerd. Het is aantrekkelijk om daar een president in te zien omdat op de rechterzijde het Grootzegel van de Verenigde Staten staat afgebeeld. De datering van de pijpenkop schat ik rond 1900, dus heb ik op het internet in die periode gezocht, maar de personen die toen president of kandidaat waren lijken niet op de afbeelding. Meestal hadden ze korter haar en hadden een sn<:>r. Daarna heb ik gekeken naar schilderijen en tekeningen waar presidenten op afgebeeld staan met een steek onder hun arm (het soort hoofddeksel dat staat afgebeeld), maar ook dat was tevergeefs. Uiteindelijk kwam ik een afbeelding tegen van een bronzen beeld van George ,Washington, dat in het Masonic Memorial staat, waarbij hij een steek in de hand houdt zoals het ook op de pijpenkop staat afgebeeld. Het zou dus George Washington kunnen zijn, maar misschien is deze bewering niet steekhoudend (woordgrap). Mocht de afgebeelde persoon inderdaad George Washington voorstellen dan Is de pijp mogelijk een herinneringspijp. l j ___J 2264 L,,,,,__.,"'NN~~-»·N•Y«•»>=x-,sassssw-•w0•--N,.-.-~-#•Y~-•~NN~----~N•-~·-,w•wN-N-•N•WN•"··~Y-••wN.VN=•~--'NNN.-·,,»~-~--~-WNN-·-··--·--
George Washington was de eerste president van de Verenigde Staten van Amerika en is in 1799 overleden aan een keelontsteking, die hem fataal werd. De pijp zou dus 200 jaar na dato als herinneringspijp gemaakt kunnen zijn. Lezers van dit artikel zullen begrijpen dat de argumenten niet keihard zijn, dus mocht ik het fout hebben en iemand weet werkelijk wie op de pijp staat afgebeeld en waarom hij gemaakt is, dan hoor ik het graag. De belangrijkste reden voor mij was om deze minder algemene pijp onder de aandacht te brengen. Met dank aan Freek Mayenburg voor het beschikbaar stellen van dit pijpenkopje uit zijn verzameling. Afbeelding 6 en 7. Bronzen beeld en een schilderij van George Washington 2265
Uit de collectie van ...... . Louis Bracco Gartner ([email protected]) Op bijgaande foto staat een schaalmodel van een Braziliaanse tabakspers, als relatiegeschenk geschonken door de firma TABARAMA aan de heer K. Monster, voormalig algemeen directeur van de tabaksdivisie van de Deli Maatschappij en later een van de directeuren van Koch Scheltema B.V. te Rotterdam. Thans maakt de pers deel uit van de collectie van het Tabaks Historisch Museum te Delft.
Aan de Braziliaanse oostkust, ten noorden van Rio de Janeiro en ten zuiden van Recife, bevindt zich de stad San Salvador de Bahia. Het is de havenstad aan de Allerheiligenbaai, die in 1624 in de tijd van de WestIndische Compagnie (WIC) door Piet Hein met het schip de Delftshaven werd veroverd. Onder het gouverneurschap van Prins Johan Maurits, graaf van Nassau-Siegen, is het gebied van 1630 tot 1654 in Nederlands bezit geweest. In 1661 verkoopt de Republiek der Zeven Verenigde Provinciën Nederlanden haar Braziliaanse grondgebied aan Portugal. De beste Braziliaanse tabak komt nog steeds uit Bahia met bekende soorten als Mata-Fina, Bahia-Sul en Bahia-Norte. Deze worden in grote hoeveelheden aangekocht door de Europese sigarenindustrie; vooral Duitsland is een grote afnemer. In de Nederlandse sigaar vormt Brazieltabak een belangrijke smaakmaker en er komen ook steeds meer volledige Brazielsigaren op de markt. De tabak uit de streek ten noorden van Bahia, rond de stad Arapiraca, dient als basis voor de donkere sigaret zoals de Gitanes en de Gauloises. De tabakspers van Braziliaans tropisch hout heeft in het midden een houten kist waarin eerst jutedoek wordt gelegd, waarna deze wordt opgevuld met gefermenteerde tabak en dan wordt afgesloten met een zwaar houten deksel waarop de spil van de pers wordt neergelaten. Het voordeel van jute is dat door de ventilatie van het materiaal de gewenste nafermentatie kan plaatsvinden. Door twee medewerkers worden vervolgens de beide armen van de pers in lopende vaart rondgedraaid waardoor de tabak op het juiste volume en in de juiste vorm wordt samengeperst. Het jute kan vervolgens dichtgenaaid worden en met gecodeerde letters en cijfers, firmanaam, gewicht, soortnaam etc. gemerkt worden. Tegenwoordig wordt vooral gebruikgemaakt van de hydraulische cilinderpers. Het proces van oogsten en fermentatie is in principe echter ongewijzigd gebleven. Alle oude jaargangen nrs. 1 t/m 30 van het PKN blad zijn gedigitaliseerd. Bent u geïnteresseerd in één of meerdere artikelen of in de volledige jaargangen dan kunt u deze opvragen bij Jos Engelen. Voor een gering bedrag worden ze dan naar u gemaild. De artikelen zijn in Word formaat. De opbrengst komt ten goede aan de PKN-kas. Tevens is jaargang 1 t/m 30 op CD Rom te bestellen bij Jos Engelen (Gen. Pattonstraat 19, 6135CR Sittard) voor de prijs van €28,00.
Van fraudeur tot acteur, van Onstee tot Onzin. Kleipijpen met het huur- en verhuurkantoor van Jan Onzin Bert van der Lingen ([email protected]) Vanaf 1860 zien we een nieuw soort afbeelding op rookpijpen die veelal is gebaseerd op gebeurtenissen van lokaal of nationaal niveau. Sommige van deze voorvallen hebben de geschiedenisboeken niet gehaald en zijn uit ons geheugen gewist. De hieronder afgebeelde opmerkelijke pijp, die regelmatig als bodemvondst wordt aangetroffen, is naar aanleiding van een dergelijk voorval gemaakt. De pijp verwijst naar de Amsterdammer A.J. Onstee, directeur van een huur- en verhuurkantoor en veroorzaker van een oproer dat tot veel zaken aanleiding gaf, waaronder de productie van de Onzin pijpen en als laatste, bijna 150 jaar later, dit artikel. Afb. 1. Mosterdlepel, ongemerkt. Gouda, 1861-c.1870. (Coli. Aad Kleijweg) De pijp, een zogenaamde mosterdlepel, heeft in complete toestand een schuin omhoogstekende korte steel met knopmondstuk. Tussen bladertakken staat links op de ketel een man in een fraaie kamerjas met in zijn handen een geldbuidel en een etui met waardepapieren. Aan de muur hangen bordjes met de teksten: "HUUR", "VERHUUR" en "GROOTBOEK"
en er staat een lage lessenaar met inktpot en ganzenveer. Tussen bladertakken op de rechterzijde van de ketel lezen we "HUUR EN VERHUURKANTOOR VAN JAN ONZIN". (Afb. 1) Een variant op deze voorstelling heeft een minder fraaie gravering en laat een persoon zien in een driedelig pak. Op deze pijp draagt Onzin een gouden bril die ook in de latere pamfletten over hem belicht wordt en hij heeft twee (eiken)blaadjes boven zijn hoofd. Onder een kroon op de rechterzijde staat: "JAN ONZIN". Zowel afbeelding als tekst staan binnen bladertakken en bloemen. Op de steel links lezen we W, WAGENAA[.] en rechts IN GOUDA. (afb. 2) De tekst is op losse koperplaatjes in de persvorm bevestigd en op slordige wijze in de klei gedrukt. Willem Wagenaar was werkzaam in de periode 1833-1879. Afb. 2. Mosterdlepel, Jan Onzin. Gouda, Willem Wagenaar 1861-c.1870. (Coli. Lia Schouten) Een afwijkende en weinig voorkomende pijp met dit thema heeft een ovaal model met op de linkerzijde de tekst "HET HUUR EN VERHUUR KANTOOR" en op de rechterzijde "VAN JAN ONZIN", beide tussen guirlandes van eikenblad en bloemen. Deze pijp is op de hiel gemerkt met GN gekroond en vervaardigd door de Goudse fabrikant Frans Simon Sparnaaij (werkzaam 1859-1880). (Afb. 3) De Onzin pijpen zijn tussen 1861 en circa 1870 gemaakt. Het huur- en verhuurkantoor De vroegste vermelding over de uit België afkomstige en in Amsterdam woonachtige Onstee dateert uit 1834. In dat jaar breekt brand uit in zijn woning op het Damrak.1 Hij is dan nog kruidenier. In 1845 richt hij een 1 Zierikzeesche Courant, 22 augustus 1834, p.2.
huur- en verhuurkantoor voor dienstpersoneel en dienstboden op dat tot doel heeft de "zedelijke verbetering van den dienstbaren stand".2 In zijn Afb. 3. Ovaal model. Hielmerk GN gekroond. Gouda" Frans Simon Sparnaaij 1861-c.1870. (Coll. Freek Mayenburg) kantoor op de Nieuwezijds Voorburgwal 220 ontvangt hij geïnteresseerden die op zijn advertenties reageren. Ook schrijft hij tegen betaling brieven en andere documenten, waarschijnlijk op een lessenaar zoals op de pijp staat afgebeeld. Onstee moet een bijzonder personage zijn geweest met een opmerkelijk karakter. Dit valt ondermeer op te mçken uit zijn bedrijfsadvertenties, waardoor hij niet alleen in Amsterdam maar in heel Nederland een bekend figuur is geworden. Verschillende kranten nemen zijn advertenties over en plaatsen ze als kort binnenlands nieuws. In 1846 lezen we bijvoorbeeld: "Onstee levert het negende wonder namelijk 37 koetsiers finaal bekwaam niet alleen, maar ook vrij van sterken drank. ,,3 Een jaar later zoekt hij via een opmerkelijke advertentie een dame die minimaal 12 duizend gulden heeft te besteden, voor een "hoogst geleerden vermogende 2 Goessche Courant, 13 oktober 1845, p.2. 3 Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep, 2 november 1846, p.3.
heer''.4 In 1848 wordt de volgende advertentie gebruikt om een vrolijke noot aan het binnenlands nieuws te geven: "Ook zijn aan het huur- en verhuurkantoor van A. J. On stee verkrijgbaar: Eene fraaije collectie bijzonder bekwame Buvet- en Winkel jufvrouwem van 20 tot 40 jaar, zede/ijken wandel en uiterlijk beschaafde opvoeding. " 5 In 1856 schrijft hij over zijn mannelijke en vrouwelijke dienstboden in een 'reclamefolder' aan Alb. Haerten aan het Singel: "zij beloven met de meeste belangstelling alle orders en opgaven prompte/ijk en accurat te zullen uitvoeren en volbrengen. Verkrijgbaar, als: huisbewaarders, oppassers, kantoor of andere loopers, schoonmaaksters, werksters, naaisters, noodhulpen, minnen, bakers, loopmeisjes, huisknechts enz. allen voorzien van goede attesten". 6 Zie ook de advertentie op de binnenkant van de achterkaft. Door dergelijke advertenties vestigt Onstee niet alleen de aandacht op zijn bedrijf, maar vooral op zijn persoon. Na het overlijden van Jan Schenkman, Amsterdams onderwijzer, dichter en schrijver van kinderboeken lezen we: "Er is iemand overleden, die zonder op den naam van dichter aanspraak te mogen maken, zich door zijn rijmen eene niet minder algemeene bekendheid heeft verworven dan wijlen zijn stadgenoot Onstee door zijne advertentiën." 7 Ook Multatuli noemt hem in een van zijn stukken. Als twee dames hem verzoeken verzen voor hen te schrijven verwijst hij ze in eerste instantie naar Onstee of Schenkman.8 Directeur Onstee is alom bekend en wordt soms alleen met zijn beroep aangeduid, zoals in een bericht naar aanleiding van zijn Koninklijke benoeming in 1853: "Men verneemt met genoegen, dat door Z.M. den Koning tot ridder der Eikenkroon benoemd is, onze verdienstelijke stadgenoot -directeur van het huur- en verhuurkantoor voor vrouwelijke dienstboden." 9 Mogelijk zijn de blaadjes en de kroon op afbeelding 2 op spottende wijze aangebracht om naar deze benoeming te verwijzen. 4 Advertentie in het Handelsblad, 21 juni 1847, overgenomen door de Vlissingsche Courant, 23 juni 1847, p.2. 5 Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep, 24 april 1848, p.3. 6 Stadsarchief Amsterdam, Handschriften GK-37, A.J. Onstee en zoon aan Alb. Haerten, Amsterdam, mei 1856. 7 Heldersche en Nieuwedieper Courant, 10 mei 1863, p.1. 8 Multatuli, Ideeën van Multatuli IL Amsterdam, 1880. (Overdruk uit den Tydspiegel, november 1860.) 9 De Tijdspiegel, 1853, Deel 1, p.160.
De Amsterdamse beurs en oplichting Naast zijn huur- en verhuurkantoor en activiteiten als schrijver en 'adviseur', bezoekt Onstee ook de Amsterdamse Beurs. Daar komen steeds meer berichten over zijn frauduleuze praktijken. Hij zou, "door hoogdravend gestelde advertenties argeloze lieden, vooral vrouwen en meisjes, met prachtig voorgespiegelde betrekkingen die niet bestonden naar zich toe lokken, met als doel hen op te lichten.10 In hetzelfde artikel lezen we ook dat hij goedlopende maar niet bestaande bedrijven aanbiedt. Geïnteresseerden moeten voorschotten betalen waarvan zij nooit iets terug krijgen. Deze inkomsten noteert hij in zijn grootboek, dat later een belangrijk aspect wordt in de pamfletten over Onzin en ook op de pijpen is afgebeeld. Er komen regelmatig klachten bij justitie, maar telkens weer glipt hij door de mazen Afb. 4. Onstee wordt van de Beurs gegooid. (In: Moet Onzin ook Ons: T wezen? Amsterdam, 1861 10 'Hondje: een vreemde late echo van een oud rumoer', De Groene Amsterdammer, 5 oktober 1940, p.17.
van de wet. De kooplieden dulden hem niet langer en hij wordt van de beurs gegooid. Desondanks blijft hij terugkomen, waardoor relletjes ontstaan. Op 12 april 1861 wordt hij opnieuw van de beurs gedrongen. Juist op die dag is de koning in de stad, die gehuldigd wordt vanwege zijn optreden bij de watersnood. Er is veel volk op de been en als Onstee de trappen van de beurs wordt afgeduwd (afb. 4) belandt hij in het publiek dat zich massaal tegen hem keert waarna hij wordt mishandeld. Hij roept de hulp in van de politie maar ook die wordt aangevallen, waarna ernstige ongeregeldheden uitbreken waarbij gewonden vallen. Onstee wordt onder begeleiding van dragonders naar het politiebureau gebracht "terwijl het volk in hoogen graad opgewonden, de troep volgden". Men verwacht dat, wanneer geen maatregelen tegen Onstee worden genomen, meer ongeregeldheden zullen volgen.11 Onstee wordt Onzin Het oproer en de rellen rond Onstee heeft een enorme impact op de Amsterdamse bevolking. Abraham van Lier, eigenaar van Grand Théatre des Variétés, ziet hierin een commerciële uitdaging door vrij snel na het voorval met een blijspel over Onstee te komen. De première van het toneelstuk Het huur- en verhuurkantoor van Onzin & Co. is een enorm succes.12 Op last van de politie wordt kort voor de première de naam Onstee veranderd in Onzin. Deze rol wordt vertolkt door de komiek Ben van Lier, een broer van de theater directeur. 13 Onstee draagt buitenshuis een zwart driedelig pak met hoge boord en witte das (afb. 2) en in zijn kantoor waar hij "adviezen" geeft een chambercloack (afb. 1 ). Door een truc koopt Van Lier de chambercloack van Onstee die hij, tot groot genoegen van het publiek, op het toneel draagt. Ze zijn razend enthousiast en als Onzin, teruggeroepen met gejuich voor het gevallen gordijn verschijnt, "met den hoogen hoed en de witte das, om zich te verontschuldigen dat hij geen tijd had nog meer te komen buigen omdat hij "naar de Beurs" moest, dan gilden de menschen 't uit van de pret." 14 Twee maanden na de première is het blijspel al in de schouwburgen van Den Helder en Leeuwarden te zien en overal trekken ze volle zalen.15 11 Goessche Courant, 15 april 1861, p.12. 12 Het huur- en verhuurka.ntoor van Onzin & Co., Grand Théatre des Variétés onder Directie van A. van Lier Jz. (Programmaboekje, 1861) Coli. Theater Instituut Nederland, Amsterdam (nr. PB0010738) 13 M.B. Mendes da Costa. Toneel-herinneringen. Deel 1. Leiden, 1900, p.125. 14 Utrechts Nieuwsblad, 19 juni 1899, p.9. 15 Heldersche en Nieuwedieper Courant, 21 en 28 april 1861, p.3 en Leeuwarder Courant, 16 en 17 mei 1861.
Naturalisatie In de gemeenteraad mag Onstee zijn zaak niet bepleiten, waarop hij een jaar na de rellen bij de beurs naturalisatie aanvraagt. De Tweede Kamer der Staten-Generaal verwerpt het wetsvoorstel hiertoe met 31 tegen 16 stemmen.16 Een onbekende auteur schrijft hierover op spottende wijze zeer bedroefd te zijn: "De man, die door zijn advertentien zoveel aan belasting heeft opgebragt, die misschien nog wel een "knecht of koetsier, finaal vrij van den zoo verderfelijken sterken drank" aan een der tegenstemmers bezorgd heeft. En wat een onvoorzigtigheid! Want hoeveel was het waard geweest, bij het eventueel bedrijven van onzin (dat den besten, en ook mij zelven dus, overkomen kan), altijd een "Nederlander" te bezitten, op wien men zich kan beroepen als nog sterker voorbeeld van het geven van onzin! Geen Kamer, geen ministerie, geen partikulier mogt het verkrijgen van zulk eene zeldzame gelegenheid laten voorbij gaan." 17 Publicaties en commercie Onstee wordt na de première van het blijspel van Van Lier in april 1861 het middelpunt van spotternij. (Afb. 5) Er komen allerlei verzen, brochures en pamfletten op de markt waarin zijn praktijken aan de kaak worden gesteld. 18 Zo verschijnt kort na de première in het theater de brochure van Onzin (Onstee) tegen Liereman (Van Lier), waarin hij zich afzet tegen de acteur. die hem in zijn ogen op het toneel onterecht 'belachelijk maakt. Over de fraaie kamerjas die Van Lier op het toneel draagt en die we ook op de pijp zien, schrijft hij: Die eedle chambercloack, waarin 'k zoo menigmaal, Als pronk van Amsterdam, met echte Turkse praal, Hier op mijn stoep mijn pijp, mijn lange Goudsche, rookte, En deftig, net als waar' 'k een schoolopziener, smookte. 19 16 Heldersche en Nieuwedieper Courant, 29 mei 1862, p.2. 17 De Nederlandsche Spectator nr. 22, 31 mei 1862, p.174. , 18 O.a.: Protest van Vader Onzin & Co. (chef van het huur- en verhuurkantoor), tegen den Amsterdamschen Liereman. Amsterdam, 1861. [Hebbende het geacht in ons belang, -dat van het Vaderland, dat van de geheele wereld, -alle planeten kometen incluis, om te protesteren tegen de handelingen van het onbeschaafd publiek]; Vader Onzin & Co. in al zijne nietigheid ten toon gesteld, door den verontwaardigden Liereman. ( antwoord op Onzins berucht protest). Amsterdam, 1861. [Met het doel om Vader Onzin, als boven gezegd, zijn protesteren duur betaald te zetten, en hem eens duchtig zijn tabbert uit te schuijeren, ten nutte van het beschaafd en onbeschaafd publiek]; Moet Onzin ook Ons: T wezen? Amsterdam, 1861 en Een fabeldicht uit den tegenwoordigen tijd, of de helden van den dag: Onzin en Liereman. Amsterdam, 1861. 19 Protest van Vader Onzin & Co.), 1861.
Door de bekendheid van het blijspel werd er ook commercieel geprofiteerd. Koek- en suikerbakkers beelden Onzin met kamerjas af in banket en gebrande suiker en er verschijnen souvenirs met zijn afbeelding, waaronder de hier besproken pijpen, waarvan de betekenis verloren was gegaan. Het is niet bekend hoe de distributie van deze pijpen verliep. Werden ze door tabakswinkeliers verkocht of wellicht na de toneelvoorstellingen aan bezoekers van de schouwburg aangeboden? Waarschijnlijk heeft de Onzin rage lang aangehouden. De schrijver van het stukje in de Groene Amsterdammer hoorde in 1940 nog een aftelrijmpje gebaseerd op een liedje van tachtig jaar eerder: Een, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven; Onstee is van de beurs gesmeten; Onstee hier, Onstee daar; Onstee is een zwendelaar. De kinderen in de Jordaan hadden ondermeer het woord Onstee vervangen door hondje. De overgrootmoeder van de kinderen kon zich het oproer van 1861 zelfs nog herinneren. Onstee hoefde maar een paar jaar met de spotternij over zijn persoon te leven. Hij overleed op 25 februari 1863 in de Rozenboomsteeg te Amsterdam. "Uiterlijke teekenen van rouw zullen, ter nagedachtenis van ZEd., niet worden gedragen. Van dien onzin hield Onstée niet. De zaakjes worden door de weduwe, op den vorigen voet, op de Oudezijds Voorburgwal, gecontinueerd." 1 "-""t"'-......---::~::::--,-..,..----:---~~....,.=-;..;.....::_..:.;_;_..,._..;_ li . •• Gi·ancl Tt;éi\tre ties \rariétés . van .. J1nstet.•tltl,tn:. onder D.irecte t',Hî B. ll.&N 1.JER EN èo .. staande met zijn weH11gerigi~ en ~(lor G~i verlichte Sèhonwhurgteot op de Rtirne te J;e,ydet1. Nö, 3 van bet .Paard~Uspel ar. ,. Op WOENSDAG~24 JUtlJ 1861 , 'l Ëeiiè tweëde Voor~tefling tau :1 .. lliT DUUR-. ÉN \ 1 l~_UOUllK4N!OOR ~1lN ONZIN EN oo~., ! Jngspel met Zong m 3 Be1kijJe11, waarl!î de D1reitleur B.. ~o: Lnrn .de wel l bekeude .lloof.drçl van O.»t:111 ~ervuh, JSR nctielve.: . .·. . . . . ! · . · Koppigheid,. Eigenzinnigheid, en . St\jfhoofdlgbé:idl. ( VrolUke VaildèvlUc~ iu l Bcdrfi(, naar hét lloo.gdiiilscb 1 door,,,n •. \Eow, l i fürA.nü~E. . ·Aillwa1jg ten 8 iir~; Prijzen liet lfääl$é1H lê R;~ng 9{} qts; 2• Ra.ng 7& Cl$,; 3~ ~~,i, ótl Cts; 4• Rllil{t 30, Cts. Pfaatstll Zl}U dageltjl,s te bes11r~kell·~-·lO C!Hx.~:.~:•_· _ Afb. 5 Aankondiging van de opvoering van het blijspel over Jan Onzin in Leiden. (Leydse Courant 24-07-1861) 1 Heldersche en Nieuwedieper Courant, 5 maart 1863, p.1.
Opmerkelijke aanwinst van de merken IVAH en IW Aad K/eijweg ([email protected]) Reeds eerder heb ik artikeltjes geschreven over zijmerkpijpjes waar iets opmerkelijks mee was. Zo heb ik geschreven over het merk IHD van Joris Hoogendijk met een afwijkend visje en het merk IKBM van Jakobus Murk met een opvallende bloem in vaas. Beide pijpenmakers waren werkzaam in Schoonhoven in de tweede helft van de 1 ae eeuw. Afb.1. Drieëntwintig exemplaren van het merk "Vis gekroond met de initialen IVAH" Ditmaal wil ik wat pijpjes onder de aandacht brengen met merk "Vis gekroond met de initialen IVAH" en "Vis gekroond met de initialen IW", niet omdat ze afwijken, maar om een ander opmerkelijk feit. Het is namelijk zo dat ik via het internet in het bezit kwam van een partij van dertig zijmerk pijpjes. Opvallend aan deze partij is dat van de dertig exemplaren er drieëntwintig zijn met hetzelfde merk, namelijk het merk "Vis gekroond met de initialen IVAH" die wij toeschrijven aan de pijpenmaker Jan van
Outheusden uit Gorinchem. Alle drieëntwintig exemplaren zijn ongerookt en in één en dezelfde mal gemaakt (zie afbeelding 2) . . , Afb.2. Detailfoto van het merk 'Vis gekroond met de initialen IVAH' 1a Collectie: Aad Kleijweg Afbeelding 1, 2, 1b Gorinchem?, 2a, Ovoide, 2b Vis gekroond boven drie golfjes met de initialen IVAH, 2c -/-, 2d -, 2e Ongeglaasd, 2f Gebotterd, 2g Geen radering, 2h -, 3a -, 3b -, 3c -, 4 1775 - 1800, 5 Gorinchem, 6 Jan van Outheusden, 7 [ 1, blz. 80 en 82) De andere zeven van de dertig exemplaren dragen het merk "Vis gekroond met de initialen IW" die wij toeschrijven aan de pijpenmaker Jan Wouters, ook deze pijpjes zijn ongerookt en komen uit dezelfde mal. Helaas wist de verkoper mij niet meer te vertellen waar ze zijn gevonden of van wie ze afkomstig zijn, maar wel dat de partij nog groter geweest was. Toch durf ik onder voorbehoud voorzichtig te beweren dat deze pijpjes uit een gesloten vondstcomplex of startvondst uit Gorinchem afkomstig moeten zijn. Hoe zou je anders in het bezit kunnen komen van zoveel pijpjes met hetzelfde merk, ongerookt en ook nog eens uit dezelfde mal gemaakt. De pijpenmaker Jan van Outheusden die werkzaam was in de tweede helft van de 1 Be eeuw in Gorinchem is in de jaren 1780, 1786 en 1797 deken van het pijpenmakersgilde geweest. De pijpenmaker Jan Wouters heeft waarschijnlijk in 1755 het bedrijf overgenomen van zijn vader Christiaan Wouters en was ook in een groot deel van de tweede helft in de 18e eeuw actief. In 1774 was hij deken van een pijpenmakersgilde. Pijpjes met de initialen IWS worden ook aan Jan Wouters toegeschreven. Van de pijpenmaker Jan van Outheusden is niet bekend waar hij woonde en zijn
bedrijf had. Van Jan Wouters is bekend dat hij woonde en werkte op de Kortedijk van 1755 tot 1783 totdat hij zijn huis verkocht en een nieuw huis kocht op de Kalkhaven. Afbeelding 3. Het merk "Vis gekroond met de initialen IW" 1 a Collectie: Aad Kleijweg Afbeelding 3, 1 b Gorinchem?, 2a, Ovoide, 2b Vis gekroond boven drie golfjes met de initialen IW, 2c -/-, 2d -, 2e Ongeglaasd, 2f Gebotterd, 2g Geen radering, 2h -, 3a -, 3b -, 3c -, 4 1775 - 1800, 5 Gorinchem, 6 Jan Wouters, 7 [1, blz 52 en 56] In de literatuur is van een stortvondst van pijpen met de merken IVAH en IW niets bekend. Daarom wil ik vragen of iemand iets over deze vondst weet. Dat zou ons namelijk dichterbij de woning of werkplaats van Jan van Outheusden kunnen brengen. Litt: J. van der Meulen, J.P. Brinkerink en P. von Hout, 1992. Tabakspijpennijverheid in Gorinchem ~ N ,';«'i<,w·.-.v.w.w.-.w.-.w.,,w,w,•.v,-.,,,.__.,.,...,,......-..,,w,•,....-.w,v.-.•=w,,w,y,w,,,v,-......,.,,,_',WH,W.'; ,,...,..,.,,,._½Y,-.W,V,•,w,.....,•.-.•,w,,,,,.•,-.w.Y,w,w.v........,..,,.,,.,,,,,...,.,,.,...,,w.......,.-,w.,,...,,.,-,W,w,Yl'.W,-.....•,•,...,w,w,w,YN.-.w.Y.w,.v.v.-.w,w,•.YNW.'llll.','ll.',...,YN.w,w ..... w.-.-.w-.w,-.,.w,.._.,.,,,,.,...,,,..,,....,_w....,,.,w-,w.-.w.-.y,
Een tabakstonnetje Boy Hubee ([email protected]) Tabak werd altijd in balen vervoerd. In de winkel gebruikten ze tabakstonnetjes en glazen voorraadpotten. Nu heb ik een klein houten tonnetje met een raar opschrift: Contract 1847 en proefneming juli 1848. Het nummer aan de voorkant is No 130. Dat staat in het midden, net als bij de grote tabakstonnen in de winkel. Het vreemde is dat het deksel aan de onderkant zit en er twee inkepingen in het hout gemaakt zijn zowel aan de boven- als onderkant. Daar zal wel een touwtje omheen gebonden zijn met een lakstempel op de tekstzijde. Van dat stempel zijn nog de laatste resten te zien. De hoogte van het tonnetje is 13 cm en de diameter is 11 cm. Hebben we hier te maken met een melange van tabak, die verzegeld is opgestuurd? Het intrigeert me bijzonder en tot nu toe heeft niemand een bevredigend antwoord voor het gebruik van dit tonnetje kunnen geven. Wie o wie van de vereniging kan me helpen?
Speculatie over de herkomst van een tweetal West-Friese merken Jan van Oostveen ([email protected]) Het onderzoek naar de tabakspijpennijverheid in de kop van de provincie Noord-Holland staat het laatste decennium sterk in de belangstelling. Voor de stad Alkmaar heeft dit geleid tot veel nieuwe informatie over de lokale tabakspijpennijverheid 2 . Over de tabakspijpennijverheid in de West-Friese productiecentra zoals Hoorn en Enkhuizen, zijn tot op heden de beschikbare archivalische gegevens beperkt. Bodemvondsten van tabakspijpen uit deze regio worden daarentegen regelmatig gepubliceerd3 . Tussen de merken op de 17de eeuwse tabakspijpen vallen naast de gebruikelijke roos, lelie en lettermerken ook een tweetal4 bijzondere merken op: stier5 met de initialen PG en het merk de bril. Zowel het merk de stier met initialen als het merk de bril zijn in het tweede kwart van de 17de eeuw in de huidige provincie Noord-Holland en waarschijnlijk in West-Friesland geproduceerd. Deze merken zijn voor deze periode uniek. ,✓.,/. ;:~,:,·. \'· , 1a. 4686; 1b. Hoorn; 2a. Dubbelconisch; 2b. -/-; 2c. vijfbladig.e roos/ vijfbladige roos; 2d. Stier met initialen PG; 2e Ongeglaasd; 2f. Gebotterd; 2g. Gehele radering rondom ketelopening; 2h. ; 3a.; 3b.; 3c. ; 4. 1625-1640; 5. Hoorn; 6. Pieter Gerritdz; 7. ; 2 Zie bijvoorbeeld Duco, D.H., 2004. Drie eeuwen tabakspijpen uit Alkmaar; een analyse van de kleipijpen na vijftienjaar stadskemonderzoek. In: Vormen uit vuur, nummer 186/187 (2004/1-2), p.71- 96. 3 Zie bijvoorbeeld Duco, D.H., 2009. Roken in een boerenkroeg in West-Friesland. In: Westerheem, 58ste jaargang, nummer 4, p. 146-155. 4 Een ander bijzonder West-Fries merk dat niet in dit artikel wordt behandeld en waarvan geen vergelijkbare bekend zijn, is het merk "gat in de hand". 5 In publicaties wordt dit merk os met initialen PG genoemd.
1a. ; 1b.West-Friesland; 2a. Dubbelconisch; 2b.-/-; 2c. -/-; 2d. Bril; 2e.Ongeglaasd; 2f. Gebotterd ; 2g. Gehele radering rondom ketelopening; 2h. ; 3a. ; 3b. ; 3c. ; 4. 1630- 1645; 5. West-Friesland; 6. ; 7.; Om mogelijk te kunnen begrijpen waarom Noord-Hollandse/West-Friese pijpenmakers voor de afbeelding de stier en de afbeelding de bril als hielmerk hebben gekozen is het noodzakelijk dat terug wordt gegaan op een oud verhaal. Dit verhaal gaat over een stier die op het grasveld van een klooster bij Monnickendam graasde. Deze stier at zoveel dat hij binnen anderhalve dag al het gras had opgegeten. De prior van het klooster beraamde zich op het eten dat hij de stier kon geven. Zoals het een prior betaamt sloeg hij zijn ogen naar boven op. Zijn blik viel op het dak van het klooster waar gras groeide. Om de stier op het dak te krijgen moest de stier echter opgetild worden. Tijdens het hijsen, de stier spartelde tegen en loeide hard, brak de zeel (sterke brede band die rondom de stier was aangebracht) en met een dreun stond de stier weer op zijn poten. De stier was woest en rende weg. Een monnik greep een knots (afgebeeld in het wapen van Monnickendam) om het dier te volgen maar de monnik kreeg geen ondersteuning van omstanders. Dit omdat het voor hen niet duidelijk was wat het dier had misdaan. De woeste stier rende door de omgeving langs Hogendijk, Zette en Purmer om uiteindelijk in de nacht in Edam aan te komen. Hier kwam hij in een weiland tot stilstand. Een melkknecht dacht dat er in plaats van een stier een man in het veld stond en vroeg hem wat hij er deed. De stier antwoordde "sterren" terug (afgebeeld in het wapen van Edam: stier onder 3 sterren).
Nadat men er in Edam achter was gekomen dat dit de woeste stier uit Monnickendam was, was de stier al verdwenen. Vanuit Edam ging de stier naar Middelie. In Middelie hielden alle mensen de deuren dicht en de dieren vluchtten het kreupelhout in. Zelfs de kikkers op de walkant vluchtten. De schepenen van Middelie hadden zich verscholen achter de kerkhofmuur en waren diep getroffen door het gedrag van de kikkers (heeft geresulteerd in het wapen van Middelie). De stier trok inmiddels verder richting Oosthuizen. Ook hier verschool iedereen zich voor de stier. Uitzondering hierop was Olde Marijtje die haar nieuwsgierigheid niet kon bedwingen. Zij pakte haar bril en liep de straat op. In de verte moet zij een grote stofwolk hebben zien aankomen voorafgegaan door de burgemeester van deze plaats. Voordat Olde Marijtje de burgemeester kon vragen of dit de woeste stier van Monnickendam was, was hij haar voorbij en kreeg zij een bons van achteren, zodanig dat zij door de lucht vloog. Olde Marijtje werd door dorpelingen gevonden met haar hoofd door de leuning van de brug, de muts over haar ogen en in haar hand een bril waaruit één glas miste. Op zich merkwaardig dat één glas nog heel was en hierop besloot de burgemeester van Oosthuizen om het merk de bril met 1 glas in het wapenschild van deze plaats te gaan voeren. De stier werd almaar woester maar waar hij op dat moment verbleef is onbekend. Zeker is dat hij niet in Beets, Oudendijk, Grosthuizen of Berkhout is geweest. De volgende ochtend dook de stier ineens op toen hij de poort van de stad Hoorn ramde. De meeste bewoners waagden zich in eerste instantie niet op straat. Uiteindelijk zagen ze de stier de stad uitrennen. Het enige dat de stier had achter gelaten was een hoorn die de stier had verloren bij het rammen op de poort. In de poort was namelijk een hoorn van de stier blijven steken. En omdat Hoorn op dat moment geen wapen had besloot de schout dat de stad, één hoorn in zijn wapen zou voeren. De stier heeft nadien niemand meer gezien en men gaat er vanuit dat hij tot rust is gekomen. Het is frappant dat dit verhaal van de wapenstier tenminste 5 wapenschilden van Noord-Hollandse plaatsen heeft beïnvloed. Het mag daarom niet uitgesloten worden dat dit verhaal ook ten grondslag heeft gelegen aan het gebruik van het merk de stier met initialen PG en het merk de bril
Wapenschilden van Monnickendam, Edam, Middelie, Oosthuizen en Hoorn die in verband kunnen worden gebracht met het in dit artikel beschreven volksverhaal. . Bovendien wordt deze suggestie versterkt doordat de initialen PG worden toegeschreven aan de Hoornse pijpen- en later pottenbakker Pieter Gerridtz. De stad waar de stier ten grondslag heeft gelegen aan het huidige wapenschild. Dank aan Peter Bakker en Henk van Oostveen voor het beschikbaar stellen van foto's/ het mogen fotograferen van kleipijpen uit hun collectie. PKN PIJPENDAG 2010 De pijpendag vindt plaats op zaterdag 18 september 2010 bij Royal GOEDEWAGEN, Glaslaan 29A, 9521 GG NIEUW BUINEN (Drenthe). Aanvang 11.00 uur. Wij hopen weer op een grote opkomst. ! --·· î ·------·••M•N-- .. ----·=w•-···-··'"'"~----·-··----w=•·"'"MW,r·•' 22 8 3 ...... 1 --
Pijp en tabak van de World's Fair 1893 Fred Tijmstra ([email protected]) Terwijl nu de wereldtentoonstelling in Shanghai in het nieuws is gaan mijn gedachten uit naar een pijp uit mijn verzameling van The World's Fair uit 1893, ook wel de World's Columbian Exposition genoemd. Deze wereldtentoonstelling stond in het teken van het 400-jarig jubileum van de landing van Columbus in 1492, maar was voor het publiek pas op 1 mei 1893 toegankelijk. Aan de rand van Chicago bij het Meer van Michigan werd een oppervlakte van 2.4 km volgebouwd met 200 gebouwen. Er waren 46 landen vertegenwoordigd en er kwamen 27 miljoen bezoekers op af, een record aantal voor die tijd. Na de grote brand in 1871, die Chicago grotendeels in de as legde, kon men nu aan de wereld tonen waartoe de stad in staat was. Het bekendste gebied van de tentoonstelling was "de Witte Stad" omdat de muren wit gepleisterd waren, 's avonds door de vele straatverlichting nog eens extra geaccentueerd. Op deze wereldtentoonstelling zijn twee zaken die zich in een grote belangstelling mochten verheugen: De mogelijkheden en toepassingen van elektriciteit en het gebied ten dienste van het amusement. Op dit stuk terrein stonden allerlei kermisattracties, waaronder het eerste reuzenrad ter wereld met een hoogte van 80 meter, veelvuldig op reclames en memorabilia afgebeeld. De tentoonstelling kreeg een tragisch einde. Twee dagen voor de sluiting werd de burgemeester van Chicago vermoord. In plaats van een feestelijke afsluiting werd het een rouwceremonie. Daarna was het leed nog niet voorbij. Nauwelijks een jaar later in 1894 werd een groot deel van het terrein, waaronder de Witte Stad volledig door brand verwoest. Heden ten dage herinneren slechts twee overgebleven gebouwen aan de World's Fair van 1893. r .. ~,,··-·- ~. ~-•-•••••-'-l 2284 '-·•·~•W•»·•••·•-n•.-•-w.-•.,.,.=•••awa.,~-•=•w..=.,•-•wN-•.=~•""•""=""""-' --•
Een van de souvenirs uit die tijd was een pijp met aan weerszijden de afbeelding van twee gebouwen: het gebouw van de "Administration" en de "Machinery". Op de steel van de pijp staat in reliëf de tekst World's Fair - Chicago 1893. Administration building De pijp is gemaakt door de fabriek van Wilhelm Klauer uit Baumbach (Westerwald) in 1893. Het is een gekaste pijp van witbakkende pijpaarde.
De lengte is 6.7 cm en de hoogte 5.0 cm. De pijp werd afgemonteerd met een busje en een hard rubberen steel. Tot op heden is mij één originele pijp bekend. We kunnen aannemen dat het om een herdenkingspijp gaat, speciaal voor die gelegenheid geproduceerd. Het model komt daarom niet voor in de fabriekscatalogus van Klauer. Toentertijd was het een dure investering om een koperen gegraveerde mal (die nog steeds bestaat) voor zo'n kleine oplage te laten maken. Klauer exporteerde in die tijd wel veel via Hamburg naar Amerika. Maar ook voor de binnenlandse markt zou hij te slijten zijn, want Duitsland had in Chicago een Duits paviljoen in de vorm van een kasteel gebouwd. Tot nog toe is mij één originele pijp bekend. De World's Fair bracht veel souvenirs op de markt. Op tabaksgebied ben ik een asbak, een glazen tabakspot, en een tabaksrolmachine tegengekomen. Elke Wereldtentoonstelling kende prijzen toe aan winnende producten. Zo zijn er nog tabaksblikjes te vinden waarop vermeld staat dat de fabrikant een medaille gewonnen had. Enkele tabaksblikken met medailleverwijzing naar de World's Fair 1893 zijn: English Bird's Eye (fabrikant Surbrug), Gloriana Mixture, (?) Raleigh en Jewel of Virginia (fabrikant Cameron & Cameron). Op internetveilingen worden deze blikjes soms aangeboden. Ebay: foto Tinman Bronnen: - Wikipedia - Particulier Archief Foto Machinery Building: Frances Benjamin Johnston Foto Administration Building: www.cdaccess.com/jpg/shared
Sigarenmagazijn Jan van der Pigge is gestopt Fred Tijmstra ([email protected]) Als je de naam Van der Pigge hoort denk je automatisch aan Haarlem. Wat niet iedereen weet is dat er twee zaken Van der Pigge zijn. De alom bekende drogisterij van • ""• J.A. van der Pigge uit 1849 in de Gierstraat 3 en de sigarenzaak van J. van der Pigge uit 1800 in de Grote Houtstraat 81. Er zijn wat overeenkomsten. Ze pretenderen beide de oudste in hun segment te zijn, hebben allebei een oud interieur en voor beide is het eind in zicht. De sigarenzaak "Jan van der Pigge" heeft 15 mei j.l. haar deuren gesloten. De huidige eigenaar Ko van der Veldt en compagnon Paul Braam hebben zich enorm ingespannen om de tabakswinkel te verkopen, zodat het prachtige interieur behouden zou kunnen blijven. Dat is helaas niet gelukt omdat de nieuwe gegadigde, . : een nazaat van de oprichter, de financiering J niet rond kreeg. Het interieur met de bruine kasten en vitrines rondom mag tegenwoordig exclusief genoemd worden. Waarschijnlijk zal het historische interieur, dat specifiek is voor deze tabakswinkel niet behouden blijven. Wel zullen aan het Historisch Museum in Haarlem enige zaken van historisch belang worden overgedaan. !-/et winkelpand van Jan van der Pigge aan de Grote Houtstraat 81 in Haarlem. Boven de etalage zijn drie glas-in-loodramen met de tekst: Opgericht anno 1800, Sigarenmagazijn De gekroonde Moor, J v. d Pigge. In het middelste raam een qfbeelding van "de gekroonde Moor".
Zoals de akte uit 1800 waarmee Jan van der Pigge het winkelpand kon huren voor 80 gulden per jaar, een bedrag dat hij in twee termijnen mocht betalen. Boven de sigarenwinkel hangt het aan beide zijden geschilderde uithangbord "De gekroonde Moor" en op de gevel tussen de eerste en tweede verdieping bevindt zich de plaquette "Hofleverancier};/. na drie generaties bij Koninklijke Beschikking toegewezen in 1950. CEl'lTRE Y!U,E Sigaren, bedrukt' met het eigen merk, werden bij verschillende fabrieken gemaakt. De sigaren in het houten kistje (afb.rechts) zijn handgemaakte sigaren van de fabriek Van der Donk uit Culemborg. Vroeger werden de sigaren voorzien van sigarenbanden met firmanaam.
Klanten die afscheid nemen of inkopen doen voordat de sluiting een feit is. De winkel was nog echt een ouderwetse speciaalzaak. Rookwaren en rokersattributen waren volop aanwezig. Snoep, tijdschriften en loten werden er niet verkocht. De enige concessie was de verkoop van koffie en thee. De zaak onderscheidde zich daardoor van de andere sigarenwinkels, wat door veel klanten gewaardeerd werd. In 1993 werd Van der Pigge door de lezers van het Haarlems Dagblad verkozen tot "mooiste winkelinterieur van Haarlem". Ook andere prijzen vielen de winkel ten deel: Beste winkel 2002 City Haarlem en Klantvriendelijkste winkel 2002 City Haarlem. Ter wille van de klanten gaat het vertrouwde merk Jan van der Pigge niet verloren. "Havanahouse" voorheen W. H.Voet & Zn, in de Kruisstraat 39 blijft het merk verkopen, evenals de sigaren van Van der Donk en Compaenen. Zo zal een kistje "Jan van der Pigge" de oudere klanten blijven herinneren aan die mooie zaak aan de Grote Houtstraat met de kroonluchters, de oude tabakspotten, de collectie houten pijpen, en de geurige tabakken. Bron: - Noord Hollands Dagblad 10-04-2010. Foto's - F.Tijmstra
Literatu ursig nalementen Michiel Rutten ([email protected]) Elly BOGERS-LOKKEN publiceerde: "Kleipijpen uit drie opgravingen in Eindhoven 1625 - 1900", rapport 44 van het Archeologisch Centrum Eindhoven. Op een drietal vondstcomplexen in Eindhoven zijn kleipijpen gevonden die in dit rapport volgens het zgn.Deventersysteem worden beschreven. Alle gevonden pijp(fragmenten) zijn van elders in Eindhoven ingevoerd. Een fris uitgevoerde rapportage van 108 pagina's die (met datum juli 2009) in kleine oplage door de gemeente Eindhoven is uitgegeven; ISSN 1570-5943; www.archeologie.eindhoven.nl. In Post-Medieval Archaeology 43/2 (2009) (pagina 261-281) publiceerde Natascha MEHLER "The archaeology of mercantilism: clay tobacco pipes in Bavaria and their contribution to an economie system". In deze bijdrage naar aanleiding van pijpvondsten daterende van 1600 tot 1745 gaat de auteur onder meer in op het vestigen van een tabaksmonopolie en wordt nader ingegaan op het belang van de tabakspijp als indicator voor economische ontwikkelingen. Jan van Oostveen droeg weer bij aan diverse publicaties, zoals: "Publiciteitsboek: Gebruiksgoed van regenten, armen en wezen in Hasselt" door H. Clevis, J, ten Hove, M. Klomp en J. van OOSTVEEN (over een gebouw dat dateert uit de 16° eeuw, waarin afval uit de periode 1860-1890 wordt beschreven, incl. de verschillen in gebruiksgoed van de regenten en de opgevangen armen). Prijs€ 11,95. In de rapportage "Tafelgoed en keukengerei van regenten en behoeftigen, keramiek uit het armen- en weeshuis aan de Ridderstraat in Hasselt" door H. Clevis m.m.v. Jan van OOSTVEEN worden 91 keramische voorwerpen en J51 pijpvondsten aan de hand van het Deventersysteem beschreven; kleipijpen blijken vrijwel alleen door de regenten te zijn gerookt; prijs€ 17,95. Beide publicaties zijn te bestellen via www.spa-uitgevers.nl. Jan van OOSTVEEN en Aad KLEIJWEG werkten mee aan de publicatie "Hof van Peene, een archeologische en historische kijk op de heerlijkheid van Baasrode", te bestellen via karel@karel peeters. be . Van KNASTERKOPF onder de redactie van Ralf KLUTTIG-AL TMANN verscheen onlangs uitgave 20/2009 met een keur aan artikelen over metalen pijpen. Een fraai uitgegeven boekwerkje van 160 pagina's met een keur van lezenswaardige artikelen over metalen pijpen, gesponsord door twee musea en een tabaksfirma. In dit nummer ook artikelen over pijpen vervaardigd van allerlei ander materiaal en aanverwante onderwerpen. Met onder meer Felix van TIENHOVEN en Ruud STAM als auteurs. Een zeer lezenswaardige uitgave. ISBN 978-3- 941171-035-0; ISNN 0937-0609. Te bestellen via verlagbeiel"@aol.com ; kosten€ 26,35 incl. porto. In Antiek en Verzamelen, nummer 267, mei 2010, een bijdrage van Anne-Rose HERMER over "Sigaretten en oorlog: gezworen kameraden", uit de verzameling van Ronald van Meesen. Het Jaarboek van het Tabaksmuseum te Wervik kreeg dit jaar vorm in "Wervikse tabak, vakmanschap & traditie" van de hand van Vincent VERBRUGGE. Een (met voorwerpen uit het tabaksmuseum) rijk geïllustreerde monografie over de geschiedenis van de tabaksteelt, met name in België, de rijke Wervikse tabaksfolklore en de geschiedenis van het Wervikse tabaksmuseum. Uitgeverij Lannoo nv; ISBN 978-90-209-8119-3. Gebonden, 142 pagina's.
PKN-stand op de keramiekmarkt in Gouda. Met v.l.n.r. Lia Schouten, Jan van Oostveen en Fred Tijmstra. 1yd en di on9ehoorznamheitt i,ari 't n1:enschdom, - Äangelwrlrn bt• On.dee te Amste.ri,m, eene uitgelezen collectie .fu{- vrou.u't·n tnri al/t)'ft.i ')t.n.htlienst eti tot alles in staat, en 24- wriden /lnaaf drankory , n11ts9alicr.') eine groole quantiteit Int~:,- lyf- tain- pahhufr,. en ".tabriek/;11rcf1t$, oppa$sers en lil erken. - JJne A rnsletdamsche tvykmeesf.tr, i·oepen de alge• ,, r 1• , • P • . 1 I , • , • , Advertentie uit de Vlissingse Courant van 2 februari 1848, waarin Jan Onstee personeel aanbiedt. Zie artikel op pagina 2268
1 1 /1 f '.! JPIJJPELOGISCHE KRING 1 .l'l NED,ERLAND 1 • 1 Î f ·, 1 •r -! . Kwartaalblad voor de pi1penverzamelaar en onderzoeker Jaargang 33, nummerr 13©. Qktoberr 2©10
Voor de beschrijving van deze pijpvan Fiolet: zie colofon en artikel op pagina 2312 Twee foto"s van een Gouds Oranjepijpje uit de jaren 1670. Op de pijpenkop staat links de tekst 'VIVA ORANIEN" en rechts het prinselijk wapen van Willem 111, (1650-1702), stadhouder sinds 1672. Deze pijp is te vinden op nr. 501, in het boek "De Nederlandse Kleipijp", door D.H.Duco. Wat de pijp ,afkomstig uit Amsterdamse bodem, bijzonder maakt, is de groene glazuur.Ook de steel is groen geglazuurd (call. C. Faas).
Jaargang 33, nummer 130 Voorkant en binnenzijde van de kaft: Franse pijpen van respectievelijk JeanMichel Coquet en Fiolet . Deze herinneringspijpen aan de Franse Revolutie hebben gemeen dat ze bc ide de Phrygische muts tonen. Bij de Fioletpijp is hij als versiering op de hiel ':tMnçJebracht. Voor meer infnnTiatie: zie pagina 2316 1 kiH cll i ngcn van oude PKN 1111111111crs richten aan: Andy de l lruijn. Adres: zie colofon ft) PKN. Overname van artikelen c11 illustraties is slechts toegestaan na voorafgaande toc~te1nming van de redactie. oktober 2010 Abonnen1ent en betaling Het abonnementsjaar loopt van 1 juli t/in 30 juni. Het blad verschijnt in juli, oktober, januari en april. Nederland: €18,50 per jaar Buitenland: €27.- per jaar Betalingen overmaken naar: Rekening 3823478 t.n.v. Pijpelogische Kring Nederland
Inhoud Michiel Rutten De PKN te gast bij Royal Goedewaagen ....................... ..... 2293 Ron de Haan Reactie en oproep .................................................................... 2297 Jos Engelen Zouaven in relatie tot ........ ? ........................................... 2298 Bert van der Lingen Spreukpijpen van de sociëteit Bellevue en Concordia te Amsterdam .................................................................. . 2308 Dr. Martin Kügler Westerwaldpijpen van celstof ........................................ . 2311 Jan van Oostveen Wonderdokter Charles A. Davenport ............................. .. 2312 Ruud Stam De Phrygische muts en Marianne op Franse pijpen .......... 2316 Ton Leewis Tinnen tabakspotten in Lodewijkstijl .. :: .. .................... ..... 2318
De PKN te gast bij Royal Goedewaagen Michiel Rutten Op 18 september 2010 was de PKN voor de jaarlijkse PKNdag te gast bij Royal Goedewaagen te Nieuw Buinen. Tegen half twaalf in de morgen werd eenieder welkom geheten door de conservator van het Keramisch Musem Goedewaagen, Friggo Visser. Voordat hij aan zijn inleiding begon, kon hij de PKNers enkele nieuwtjes melden. Zo heeft de directie van Royal Goedewaagen besloten dat er bij de t.z.t. te verwachten inhuldiging van de toekomstige koning WillemAlexander weer een Oranjepijp zal worden vervaardigd; te gelegener tijd onlvançien de PKN-ers hierover nadere bijzonderheden. Voorts kon Friggo melden dat hij de afgelopen periode nader in contact is gekomen met div<1rH0 Van der Wanten. Dat heeft al geleid tot veel nieuwe kennis en wol(JI 1schap; zo blijkt er bijvoorbeeld ook nog een honderdtal tot nu onbol<011de messing VanderWant-pijpenmallen van de Zenith te bestaan! Er wordt, rnet bijzondere dank aan Jos Engelen en Ruud Stam voor hun 1nodow0rl<ing bij dit project, gewerkt aan een nieuwe publikatie over de v, 111d<•)l'Want-pijpenfabricage. En hierbij een OPROEP aan alle PKN-ers: wil I< 11 loreen die nog niet breed bekende informatie heeft over plateeluond 1llderde pijpen van Zenith en/of ; i t n11do Zenithcatalogi heeft, daarvan kond • l doo11 aan Friggo, Jos of Ruud? Dank ~ d11arvoor, bij voorbaat. Vmvolgens werd een onderhoudende en 11001 instructieve - tot nu onbekende - filrn uit 1946 vertoond over de l<leipijpenfabricage, een (smal)film die onlangs door de inmiddels 86-jarige Otto van der Want in zijn archief werd teruggevonden. Aansluitend hield Friggo een boeiende, met veel oude foto's geïllustreerde, inleiding over de geschiedenis van Royal Goedewaagen, in het bijzonder de pottenbakkerij vanaf 1612 en de l<IC·)ipijpenfabricage vanaf 1779, waarbij 11llvoerig werd ingegaan op de verlichte 1111lchlen van de Goedewaagens in de lljd v1111 de grootschalige industrialisatie 1,lr1d ·tW' en begin 20e eeuw en de
t. i 1 , l l' --~~~'~7~~- - l ~«~-- ' _ ..... --· ·•i -~. ~: ~~ ,..:...:-J;,:;~~ ~ ~ ~ -- ,.,. ~----- ·.r ..... -·~ ------~:~.;___~~ ' •• ..... - •h •·; ..,.-,,-••• ,,...., . • ,,,,.~., • ontwikkeling van de maatschappelijke positie van de familie Goedewaagen in Gouda. Door de jaren heen leverde de verkoop van kleipijpen voldoende middelen om fluctuaties in de verkoop van aardewerken producten op te vangen, terwijl vergroting in maatschappelijke status mede werd gerealiseerd door de aankoop van vooraanstaande concurrentenJ zoals De Distel. Vervolgens volgde een rondleiding door de fabriek. Daarbij gaf meesterpijpenmaker Jaap Dieters een uitvoerige demonstratie van de vervaardiging van kleipijpen (waarbij opvalt dat het productieproces in hoofdlijnen al eeuwen hetzelfde is). Goedewaagen fabriceert en verkoopt nog ongeveer 80.000 kleipijpen per jaar. Na de lunchpauze was tijd ingeruimd voor eèn huishoudelijke vergadering van de PKN. Theo Grintjes (als vanouds, maar dit jaar voor het laatst, de slagvaardige dagvoorzitter) deed verslag van de resultaten van de samen met (helaas deze dag verhinderde) Jos Engelen gehouden enquête onder de PKN-ers en de verschillende vervolgstappen, resulterende in de aanbeveling te komen tot een Stichting PKN. Michiel kon melden dat het huidige zogenoemde PKNbestuur (dat zich in de komende periode wil vernieuwen) zich goed in de conclusies kan vinden, vooral ook nu de voorgestelde statuten voldoende ruimte bieden om de kern van de PKNdagen, met prettige en informele ontmoetingsmomenten, te waar-