l21 e JAARGANG NR. 81 JULI, 1998
INHOUD, PIJPELOGISCHE KRING 20 JAAR 1001
GOUDSE DUBBELMERKEN 1002
AKKERVONDSTEN UIT WOERDEN 1006
DE TABACKSBLASER SPREECKT 1018
C. CROP, MAKER VAN EEN 'LARGE CADGER' 1019
AANBOD LITERATUUR 1023
PIJPENDAG 1998 TE WERVIK 1024
PIJPELOGISCHE KRING 20 JAAR
In 1978 werd door Hans van der Meulen en Fred Tymstra het initiatief ge
nomen om de toen nog kleine groep van kleipijpenverzamelaars te vere
nigen door middel van het uitgeven van een pijpenblad. De opzet was de
wetenswaardigheden die men bij het verzamelen opdeed via het blad
aan de leden door te geven.
Op l juni 1978 verscheen het eerste gestencilde nummer voor de 24 leden
die zich aangemeld hadden. Na een jaar groeide het aantal naar l 00 en
tot op heden telt de vereniging een kleine 200 abonnees. Dit alles door
mondreclame van onze leden.
Al gauw werd het idee geboren om een jaarlijke pijpendag te organiseren,
zodat de leden ook persoonlijk met elkaar kennis konden maken. Op 11 ok
tober 1980 was het zover. Boven de drukkerij van de heer Aalderink in
Vreeland stroomde het zaaltje vol. In de volgende jaren werd steeds naar
een passende locatie gezocht en met behulp van enkele actieve leden is
dat steeds gelukt. Door geheel Nederland werden pijpendagen gehou
den.
In 1985 werd het eerste boek uitgegeven, waarna nog vijf andere volgden.
Ook waren PKN-leden bij diverse tentoonstellingen betrokken. Kortom, wij
kunnen met grote tevredenheid terugblikken op de afgelopen 20 jaar
waarin veel is bereikt. De Pijpelogische Kring heeft een vaste plaats ver
worven. Wij zijn trots op de sfeer die binnen de vereniging aanwezig is.
Daarvoor willen wij iedereen oprecht bedanken die hieraan een steentje
heeft bijgedragen.
We zijn nu op weg naar het 25-jarig jubileum. Wij rekenen op uw bijdragen
om het blad in stand te houden.
1001
GOUDSE0UBBELMERKEN
door Jan van Oostveen en Annemieke Bonnema
Piet Smiesing stelt in zijn artikel over l 8e-eeuwse pijpen met een roosmotief
de vraag wat er gedacht moet worden van een pijp met aan de
linkerzijde het merk de meermin en aan de rechterzijde het merk BC in
combinatie met een 7-puntige roos. Het blijkt namelijk, dat Goudse
pijpenmakers hun producten soms van een tweede merk voorzagen . Dlt
tweede merk kan zowel een figuur- als een lettermerk zijn en dlt merk werd
op dat moment niet binnen het gilde gebruikt.
Aan de hand van een zevental voorbeelden wordt aangetoond, dat het
gebruik van dubbelmerk en in Gouda niet onbekend was .
Afb . l Fortuyn in combinatie metAM 0734-<7759}
Het merk de Fortuyn op de zijkant van de hiel wordt tijdens
graafwerkzaamheden regelmatig gevonden. Het merk de Fortuyn aan de
linkerzijde van de hiel met aan de rechterzijde het merk AM is echter veel
minder algemeen. Ult de Goudse gildeboeken die zijn gepubliceerd door
Laansma (1) en het overzicht van Van der Meulen (5) kan geconcludeerd
worden , dat het merk de Fortuyn in de periode 1734-1766 niet door een
Goudse pijpenmaker werd gevoerd. Het merk AM daarentegen werd in
de periode 1705-<l 759 gevoerd door Andries Machiel Brem. Het lijkt er d us
op, dat Andries Machiel Brem deze pijp heeft gemaakt en daarbij wilde
inspringen op de popularltelt van het merk de Fortuyn.
Afb . 2 Atlas in combinatie met AV{l 730-J746}
Bij dlt merk staat Atlas aan de linkerzijde afgebee ld en de letters AV aan
de recht erzijde. Als maker van dlt product komt de Gouwenaar Arie de
Visser in aanmerking. Volgens de gildelijsten die zijn gepubliceerd door
Laansma ( 1) heeft deze pijpenmaker beide merken in de periode 1730-
1746 in zijn bezit.
Afb. 3.4 en 5 Meermin in combinati e met BC of BKCca. 1759-1772
Inmiddels zijn een viertal varianten van een meermin in combinatie met de
letters BC of BK bekend (zie ook PKNXX,80 pag .983, afb . 4). Ze zijn alle zeer
waarschijnlijk door de Goudse pijpenmaker Boudewijn Claris gemaakt , die
op 3 juli 1747 in Gouda zijn meesterproef uitvoerde. Allereerst begon hij zijn
pijpen te merken met het merk de eierkorf (1 ). Na 1759 wijzigt hij zijn merk in
de meermin en blijft dit merk tot 26 januari 1779 voeren, de dag dat hij uit
het gilde stapt (1).
Doordat de merken BC en BK in de periode 1759-1779 niet in Gouda
gevoerd werden, w as Boudewijn Claris vrij om deze lettercombinaties a ls
dubbelmerk te voeren.
1002
n
Afb. 1, 2, 3 en 4 van Goudse dubbelmerken
1003
Afb. 5, 6, 7 e n 8 van Goudse dubbelmerken
1004
Afb. 6 Fruitben jn combinatie met IN (ca . 1759-ca . 1782)
De Gouwenaar Jan Nieuwveld doet op 20 augustus 1725 zijn gildeproef en
zet hierbij het merk de fruitben . Dit merk zal hij vervolgens op zijn producten
tot ca. 1782 blijven zetten (1). Nadat de pijpenmaker Jacob Nobel rond
1759 was gestopt met het zetten van het merk IN, kreeg Jan Nieuwveld de
mogelijkheid om zijn producten eventueel van een dubbelmerk, dat
be stond uit zijn initialen, te voorzien. Een en ander resulteerde in het
product van afb. 6, waar zowel het merk de fruitben als de initialen IN van
Jan Nieuwveld staan afgedrukt.
Afb. 7 Kraantje in combinatie met lVDCl746-1768)
Het merk het kraantje in combinatie met het lettermerk IVO is reeds eerde r
behandeld (3) en kan worden toegeschreven aan de Goudse pijpen-
maker Jan van Dus. Deze pijpenmaker maakte gebru ik van het feit, dat
het merk IVD in de periode 1746-1768 niet geregistreerd was in Gouda .
Waterput io combinatie met PVP (1730-<l 759)
Een kleipijp met aan de linkerzijde een waterput en aan de rechterzijde de
lettercomb inatie PVP werd reeds in 1979 in dit blad beschreven (2) . De
maker van deze pijp iszeer waarschijnlijk Pieter van Putten utt Gouda . Deze
pijpenmaker deed op 14 april 1705 zijn meesterproef en had vervolgens
het merk PVP tot aan zijn dood (<1759) in gebruik. Het moge duidelijk zijn,
dat de afgebeelde waterput de naam van Van der Putten symboliseert .
Afb. 8 Landman in combinatie met PVP (ca. J720-1746)
. Een ander product van Pieter van der Putten heeft op de linkerzijde een
landman afgebeeld en op de rechterzijde de letters PVP. In het gildeboek
van 1730, dat tot het jaar 1746 is gebru ikt, heeft deze p ijpenmaker volgens
het overzicht van Laansma de merken landman en PVP in gebruik. Dit
exemplaar geeft aan, dat Van der Putten beide merken op een kleipijp
heeft afgebeeld.
Uit dit overzicht blijkt, dat in Gouda dubbelmerken rondom het midden van
de 18e eeuw werden toegepast. Dit overzicht, dat verre van compleet is,
bevat alleen kleipijpen, waarvan de pijpenmakers op dit moment bekend
zijn.
Literatuur
1 Laansma, S" 1977. Pijpmakers en p ijpmerken, 1724-1865. Arnhem.
2 Vraagbaak-advertenties. PKN, Il, 7, pag. 3.
3 Smiesing, P.K" 1987. Een dubbelmerk uit Gouda. In: PKN, X, 38, pag.46-47 .
4 Smiesing, P., 1998. Merken op korte l8e-eeuwse pijpen met een roosmo-
tief. In: PKN, XX, 80, pag. 982-986.
5 Meulen, J. van der, 1994. De gecroonde roos. Leiden.
100 5
AKKERVONDSTEUNITWOERDEN
door Piet Smiesing
Inleiding
In augustus 1996 kreeg ik van de heer S. Pels uit Woerden een flinke emmer
pijpenkoppen, die hij in de loop der jaren op akkers rondom Woerden had
verzame ld. De Woerdense ama teur -arch eolo og, zelf geen pijpenverzame -
laar, zocht en vond een goede bestemming voor zijn vondsten.
Naast het bewaren van het materiaal kunnen de merken op de pijpen-
koppen een bescheiden inzicht geven over het gebruik van pijpen rondom
Woerden. Want niet a lle afgedankte pijpen kwamen via de mest uit de
beerput op· het land terecht. Bovendien is het interessant om uit te zoeken
of de merken op de verzamelde koppen kunnen wijzen op een mogelijk
Woerdense pijpen industrie. Cor van der Kooij toonde al eerder in een arti-
kel aan, dat het wapen van Woerden als pijpenmakersmerk is gebruikt. Het
onderzoek naar een Woerdense pijpenindustrie is nog niet gestart, maar
mogelijk kunnen onbekende merken , of bekende nog niet aan een maker
toegewezen merken. urt deze stad afkomstig zijn. Ook is het interessant om
te zien welke pijpenmakers de stad Woerden en omgeving a ls afzetgebied
hadden . Woerden ligt immers niet alleen dicht bij Gouda, maar ook bij Al-
phen aan de Rijn, Gorinchem, Leiden en Schoonhoven en Utrecht (afb. 7).
De 675 pijpenkoppen zijn in vier groepen te verdelen, nl. 146 koppen uit de
17e eeuw, 373 gouwenaars of ovoïden, 14 7 ongeglaasde 18e-eeuwse pij-
pekoppen met of zonder bijmerk , en 15 stuks late, 19e/20e-eeuwse model -
len.
Zeventiende-eeuwse pijpenkoppen
Het is opmerkelijk, dat van de groep 17e-eeuwse pijpenkoppen maar liefst
84 exemplaren (60%) een hielmerk hebben, 13 exemplaren hebben een
roosmotief op de zijden en 3 exemplaren hebben een complete reliëfver-
siering. Door het eeuwenlange verblijf op het land zijn de pijpenkoppen
behoorlijk aangetast. Hierdoor is een deel van de merken niet meer te on-
derscheiden . Het is niet duidelijk waardoor de sterke verwering werd ver-
oorzaakt. Mogelijk is het een combinatie van factoren: nl. de samenstelling
van de grondsoort, bemesting en de gebruikte kleisoort van de pijpen.
Vooral door de merken zijn we in staat om de plaats van productie vast te
stellen. Van de 67 leesbare merken komen er 35 uit Leiden. Hierdoor heb-
ben we een aanknoping voor het herkennen van het specifieke model.
Het Leidse type heeft een knolvormige kop met een 'hoge bochel' aan de
voorzijde. Het Gorinchemse type heeft dezelfde knolvorm maar een ' lage
bochel'. Tussendeze twee types zijn weer vele overgangsvormen, w.o. het
1006
-H oofdd
ARLEMM
011
(
7
Jf
Afb. l -0.S
ALBLASSERWAARIJ
---- Afb. 4
Afb. 3 1007
Rotterdams model. Beide types zijn, naast overgangtypes, ook in een be-
hoorlijk aantal vertegenwoordigd in de ongemerkte koppen. Omdat het
toewijzen van ongemerkte pijpen, aan de hand van de modellen, aan
bepaalde productiecentra tot de moei lijkste of haast onmogelijke opga-
ven behoort, beperken we ons tot de bekende 17-eeuwse pijpenmakers-
merken.
De 35 pijpen met Leidse merken zijn: DS (Dirck Salomons of Samuels; 2
exemplaren van monogram RH (mogelijk van Reyer Heydricxz); 2 exemp la-
ren; 2 exemplaren ID bekroond door drie lelies (Jacob Dircks); IW (Joris
Wright); MC (Matheus Corne lis); 2 exemp laren de Leidse sleutels en het
merk HB dat met 26 exemplaren het sterkst is vertegenwoordigd. Dit merk
van de pijpenmaker H.H. Beyfort of Herry Beffert komt maar liefst in zeven
variaties voor .
Verder leverden de Woerdense akkers 8 pijpenkoppen op met merken uit
Gorinchem en 12 gemerkte Goudse koppen . De resterende merken zijn
we l bekend, maar kunnen nog niet aan een bepaalde pijpenmaker toe-
gewezen worden.
Twee merken werden nog niet eerder door mij gevonden en zijn boven-
dien niet te traceren in de bestaande literatuur, nl. een monogram van de
letters GH en het merk QR (afb. 2 en 3). Het model van de pijpenkop met
het merk QR komt overeen met een kop met g lazuurdruip (afb. 4) . Mogelijk
betreft het hier merken van de l 7e-eeuwse Woerdense pijpenmakers . ook
de vondst van een berookte, gedeeltelijk door glazuur bedekte pijpenkop
met een laag roosmotief, zou in die richting kunnen wijzen (afb. 5).
Gouwenaars
De grootste groep van de vondsten, 373 exemplaren, bestaat uit gouwe-
naars of ovoïden. Dankzij het boek 'De "gouwenaars" van Alphen aan
den Rijn' weten we, dat deze beroemde lange Goudse pijp ook in andere
p ijpenmakerscentra werd geproduceerd. Afwijkingen van het Goudse
waarborg, het wapen van Gouda, dat vanaf 1739 werd gebruikt, ken-
merkt het Alphense product. Afgaande op het gesjoemel met stippen in
het Goudse wapen werden de volgende merken op pijpen uit Alphen her-
kend: CB gekroond (4 ex.); de zon; de mo len, de bot en de lelie.
Het merk de keeshond van Cornelis van Rijk en ook twee koppen met het
merk CB van Pieter Boot hebben geen bijwapens. Hierdoor is het goed
mogelijk, dat koppen zonder bijwapens, maar die toch duidelijk nà 1739
gedateerd kunnen worden, gemerkt met de speelman, AV, BVB en de ge-
stileerde K (afb. 6,7), eveneens uit Alphen afkomstig zijn.
Bovend ien schuwden de Alphense pijpenmakers het gebru ik van het ech-
te Goudse wapen op hun pijpen niet . De gouwenaars op afb. 8 en 9 met
het merk het scheepje en twee sterren opzij van de hiel en de grote on-
geg laasde kop met het hielmerk de ster zijn waarschijnlijk van de Alphense
1008
Afb. 5
··-.,.~; :·.:,-~=.,:•:~;-.?.-:.-·~
:J;Ut:
<trl
..' .. . .
\ .: : \.
- . '..t?'-
(t~
Afb . 8
1,~-~Afb. 12
Afb . 11 ~ Afb . 13
1009
fabrikant G.J . Schîldt. Op afb. 10 zien we een ongeglaasde gouwenaar
met acht stippen in het Goudse wapen en het hielmerk 24. Een gedrongen
ovoïde kop met het hielmerk HHH heeft zelfs 10 sterren in het Goudse wa-
pen (afb . 11). Mogelijk kunnen we de merken gekroonde 24 en driemaal H
aan het oeuvre van de Alphense ateliers toevoegen.
Tot slot moet nog gewezen worden op de twee exemplaren met het on-
bekende merk QB (afb. 72). Het merk QB heeft als bijmerk een ster I.p.v.
een wapen. Hierbij kan gedacht worden aan Alphen maar ook aan
Woerden als productieplaats. Voorzichtigheid blijft echter geboden, zolang
we de pijpenmakers nog niet kennen,
Korte, grove pijpen
Korte, grove pijpen met of zonder zijmerk zijn globaal te verdelen in drie
modellen :
- het trechtermodel met schuine mond
- een gedrongen ettje
- en een hoog eivormig model met rechte mond.
Het is opmerkelijk dat op de rond Woerden gevonden koppen van de kor-
te, grove pijpen nagenoeg geen bijmerken voorkomen. Slechts 13 van de
141 ongeglaasde koppen zijn voorz ien van bijmerken , Zoals reed s vermeld
werd het Goudse product vanaf 1739 naast het pijpenmakersmerk ook
voorzien van één Gouds wapen voor de beste soort of twee wapens plus
de letter S voor de mindere soort. Tot de mindere soort behoren de korte,
grove pijpen die vooral In Gorinchem , Schoonhoven en Utrecht werden
vervaardigd. Indien de pijpen voor 1739 zijn gemaakt, missen ze natuurlijk
altijd de bijme rken. Vergeleken met pijpenkoppen die wèl bijmerken met S
vertonen en met die waarvan de makers bekend zijn, stamt het merende e l
van deze groep uit de laatste helft van de 18e eeuw.
Duco baseert de da terin g van koppen met zijmerken op de uitvoering van
de kroon boven het merk. Hij meent, dat de parelkroon boven het zijmerk
in de tweede helft van de 18e eeuw niet meer voorkomt (1). Dit gaat niet
alleen op voor de Utrechtse pijpenmakers, die vooral korte, grove pijpen
maakten, maar ook voor de producten op de afb. 73 t/m 77. Deze pijpen-
koppen stammen uit de tweede helft van de l 8e eeuw en hebben zijmer-
ken gedekt met een parelkroon.
Uit bovenstaande mogen we concluderen, dat Goudse pijpenmakers in
de tweede helft van de l 8e eeuw een onbelang rijk aandeel hadden in de
productie van de korte , grove tabakspijp . De Goudse pijpenmakers had-
den immers het monopolie van het Goudse wapen a ls bijmerk en zwllen dit
waarborgsm erk zeker op al hun producten hebben aangebracht.
1010
..- - ,- ~"•" --·-- - ,,
,, ~ \i
I' /
1 0-\t\
i1 1
0/ 11 }
oOOOOo 1
~f rPQ,. OÓCg
~ -;.,_.,......-, ~O.@
~I Q@ (9
:-.
61G~
Afb. 14
Afb. 15 Afb. 16
- -- - i
:~. 1
~
.\ \\ \
Afb. 17 Afb. 18 Afb. 19
:/ 1/ 1 --·- -
o6 \ (i
Q
I .,
wl\)t)
Afb. 21 Afb . 22
Afb . 20 1011
De zijmerken
De koppen uit deze groep hebben knorren, rozen, en zijmerken. Het is me
opge va llen, dat de gekroonde vissen, de eiermand en de "sierkan" voora l
op het gedrongen e i-mode l voorkomen . De overige figuurmerken , het
MIN-type en de cijfermerken komen vooral op de hoge ei-vormige mode l-
len voor . De lettermerken en de gepokte roosversiering worden vooral op
trech ters met schu ine mond gevonden. Op afb. 78 is een bijzondere vorm
van een roosversiering te zien: de roos op de linkerzijde is naar boven ver-
schoven om er onder een lelie te kunnen toevoegen.
Onder de knorrenpijpen vinden we ook een exemplaar met het merk K op
de hiel. We kwamen dit merk al eerder op de hie l van gouwenaars tegen.
Mogelijk is deze pijp eveneens een product van dezelfde Alphense pij-
penmaker (afb. 79).
De zijmerken bestaan uit cijfers, figuren, letters of een combinatie van let-
ters en figuren o .a. uit Alphen, Gorinchem en Schoonhoven. Hierbij zijn
naast vele bekenden zoals de gekroonde hoofdletter M , N, vissen met of
zonder initialen, ook onbekenden. Het lijkt me vooral interessant om de on-
bekenden eens beter te bekijken. Het merk de beuge l, dat we op twee
pijpenkoppen aantreffen, is van een bijzondere uitvoering en wijkt sterk af
van de gangbare Goudse uitvoering (afb. 20 en 74). Al eerder peuterde ik
uit omgezette grond bij het Alphense station een kopfragment , waarop dit
merk du idelijker is te zien (afb. 27). De gekroonde kat (afb. 22) was ik nog
niet eerder in het veld tegengekomen. De ket.el heeft een trechtermode l
en een schuin aflopende mond. Onder de Woerdense vonds ten bevindt
zich ook een serie gekroonde vissen. Naast reeds bekende merken boven
de kroon zoals het dubbelmerk LVAIAVDA (afb . 23) van de Gorinchemse
pijpenmakers Abraham van den Akker en Leendert van Aten, PSTvan Pie-
ter Seton uit Schoonhoven (afb. 24) en PVR uit Alphen, is er ook een minder
bekend merk , nl. PRM (afb. 25) .
Rond Woerden werden gekroonde cijfer-zijmerken gevonden zonder initia-
len, nl. 18 (2x), 20 en 53 met Goudse bijmerken, 43, 91 met opvallende kei-
zerskroon (afb. 26), 93 (2x), 95 (4x) en 98.
Ook de gekroonde MIN-merken met initialen kunnen, evenals de gekroon-
de visjes, keurig worden verdeeld over genoemde productieplaatsen.
Maar ook bij deze groep zitten een aan tal reeds lang bekende initialen,
waarvan nog niet is ontdekt door wie ze gemaakt zijn (o.a. KRM).
In de reeks letter ~zijmerken bevindt zich een aantal dat opvalt . Het merk
AVD, waarvan 4 exemplaren werden gevonden , wo rdt zowel links als
rechts op de kop aangetroffen (afb . 73 en 27). Dit geldt ook voor het merk
de schoen (afb. 28) .
Op een andere pijpenkop vinden we zelfs nog een onbekend Gouds merk,
nl. ABH. Tenminste, als we de Goudse wapens met Sop de zijkant van de
hiel serieus kunnen nemen (afb. 29).
1012
i'i 1 ,.' ,,, J: ' .
. ~~YW1Ii)~ ·' & ~ 'i(' 1
0 '1kVA1 ~
~~~{ Afb. 24 Afb. 25
\ C--><..,r'
..--~ -~,;;
Afb. 23
.' , f 1
Afb. 26 Afb. 27 Afb. 28
-- --
i'•
Afb . 29 Afb. 30 Afb . 31
1013
Op enige pijpenkoppen is plaats gemaakt voor een roker op een stoe l,
dampend onder het Goudse wapen. Op de zijkant van de hiel ontbreken
echter de bijwapens met S. Een ander exemplaar toont eveneens zo'n
zelfde roker, met dit versch il, dat de andere zijde een visser met harpoen
en vangs t laat zien plus de initialen (IV)DS. Een andere kop met een man
met een mand op de rug en een fragment van een oranjepijp met MVG
(Machie l van Genderen) laa t zien, dat ook de pijpenmakers buiten Gouda
kostbare vormen in gebru ik hadden (afb. 3(]).
Sierkan, lampetkan of schenkkan?
Bij het bekijken van pijpenkoppen, die gemerkt zijn met een bokaalachtige
kan, met oor en tuit op een sierlijke voet , kan ik me goed voorstellen , dat
dit merk, afgaande op het uiterlijk, sierkan werd genoemd (afb. 37, 32). Na
het merk eerst sierkan genoemd te hebben (2), besluit Duco later het merk
lampetkan te noemen. Ook in het meest recente werk over pijpenma-
kersmerken "De 'gecroonde roos'" wordt het merk voortaan lampetkan
genoemd.
Waarom wordt dit merk na 1750 voornamelijk als zijmerk op korte, grove
pijpen aangetroffen, op pijpen die hoofdzakelijk buiten Gouda werden
gemaakt? Het lijkt me uitgesloten, dat het Goudse gilde toestond, dat een
beschermd merk als de lampetkan in groten getale in de eigen provincie
werd misbruikt. We vinden het antwoord in "De 'gecroonde roos'". De be-
namingen lampetkan en schenkkan zijn in dit boek bij de verkeerde mer-
ken gekozen. Al eerder heb ik in het artikel "Verwarring rond het pijpma-
kersmerk '"de koffiepot"' in PKN XAO in maart 1988 kunnen aantonen, dat
dit merk in "Merken van Goudse p ijpenmakers 1660-1940" verkeerd is
weergegeven. In mijn verzameling bevindt zich immers een pijpfragment,
een kop met stee l, met het hielmerk 'de koffiepot' en steelstempel van de
pijpenmaker L.VERRYSTD. eze vondst werd door J. van der Meu len als mo-
ge lijke bijdrage voor een vernieuwde en uitgebreide inventarisatie van
Goudse pijpen over het hoofd gezien. Op p. 92 en 93 in zijn publicatie vin-
den we onder nr. 156 de bewuste koffiepot echter met de benaming
'schenkkan' . Bij de nrs. 118 'koffiepot / koffiekete l'en 119 'koffiepot', p. 90/91
heeft hij kennelijk toch zijn twijfels en plaatst hij vraagtekens . Nu blijkt, dat
de benaming 'koffiepot/koffieketel' verkeerd is gekozen, moet er bij de
benaming 'schenkkan 'een ander merk gezocht worden.
Het merkbeeld waarbij de benaming 'de lampetkan ' is aangegeven, komt
m.i. hiervoor het meest in aanmerking. Een lampetkan is nl. een "wasch -
vat" (3) , en vo lgens de moderne Van Dale : "Lampet, kom waarin of kan
waaruit het waswater geschonken werd , syn. 'lampetkan'; en verder:
'la mpetkan, kan van een wasstel'. Het gesteelde kannetje, zoals op het
zijmerk van de pijpen, isvoor dit gebruik zeker niet geschikt.
Fig. 127 op p . 91 van "De 'gecroonde roos'", 'de kwispedoor' zou dan de
10 14
Afb . 32 .\
Afb. 33
Afb. 34 Afb. 35
Afb. 36 Afb . 37
lampetkan kunnen voorstellen. want de kan op deze afbeelding is zeker
geen kwispedoor! Een kwispedoor is een spuwpot, waarvan de omtrek van
de vlakke rand altijd groter is dan de omtrek van de ronde buik . Zie hier-
voor de kwispedoor op afb. 33 van dit artikel zoals 18e-eeuwse Goudse pij-
penmakers dit merk zagen .
Ook op de vraag waarom het Goudse pijpenmakersgilde toestond, dat d e
schenkkan op het product van collega's elders in de prov incie werd ge -
bruikt, vinden we eveneens een antwoord in ~De 'gecroonde roos'". Het
merk de schenkkan werd tot 1770 door Maarten Verzijl gezet. Hierna wordt
het merk niet meer door Goudse pijpenm a kers gebruikt. Het merk is dan
vrij; we vinden de schenkkan daarom als zijmerk op de producten van
Alphense, Gorinchemse, Schoonhovense en ook Utrechtse pijpenmakers.
De merken schenkkan met IH (2 ex.) en AS (3 ex.) zijn reeds lang bekend,
maar kunnen nog niet aan een pijpenmaker worden toegeweze n. Het
merk AS is zowel in Gorinchem door Cornelis van Dam boven de gekroon -
de vis als in Alphen boven de gekroonde 73 gebruikt.
Geen utrechtse pijpen
Tot slot blijf ik, chauvinistisch, met de vraag zitten, waa rom rond Woerden
geen Utrechtse producten gevonden zijn. Op de kaart (afb. 1)is een cirkel
getrokken met een straal van 20 km. Binnen die cirkel liggen Alphen , Gou -
da, Schoonhoven en Utrecht. Gorinchem, dat verder van Woerden af ligt
dan Utrecht, maar wel in de provincie Holland is gelegen, had wel een flink
aandeel in de afzet van p ijpen rond Woerden . Uit een ve rzoek op 20 nov.
1752 van de Utrechtse pijpenmakersbazen van grove, korte tabakspijpen
aan de Staten van Utrecht blijkt, dat zij belasting moeten betalen, als zij
hun pijpen willen afzetten in Holland , Aangezien het verzoek zulke relevan-
te gegevens bevat, lijkt het mij aardig een gedeelte van het verzoek weer
te ge ven : " dat zij ter voldoeninge van de 26 Juny deeses jaars hadden
geexaminee rdt het versoek der gesamentlijke pijpemakers alhier, ten eyn -
de haar Edele Mogende nae het voorbeeldt van de Heeren staten van
Holland in deze provintie wierden ingebragt en doorgevoerd. En dat zij
Heeren gecommiteerden hadden bevonden dat de pijpemakers recht -
matige redenen hadden van doleantie, terwijl door den Impost, derwelcke
de staten van Holland hadden gesteld op den invoer van pijpen buyten
haar provintie gebakk en genoegsaam verboden Is eenige slegte korte pij-
pen , alhier gefabriceerdt in die provintie in te voeren, waardoor een groot
gedeelte van de kostwinning aan onze pijpemakers is benomen, ... "(4).
Hieruit blijkt, dat de staten van Utrecht het verzoek billijken en een invoer-
belasting instelden op de buiten de provincie gebakken pijpen. De maat -
regel stremde wel de invoer van korte, grove pijpen uit Holland, maar be-
vorderde natuurlijk de uitvoer van Utrechtse pijpen niet.
1016
Late modellen
De groep laat l9e-eeuwse/20e-eeuwse modellen is weliswaar de kleinste
groep, maar zeker niet minder interessant. Naast gladde mode llen, zoa ls
doetels in verschillende grootten, platpunten (izabé), mosterdlepels, ho-
rens, sigarenpijpjes, fragmenten fantasiepijpen werden er ook buitenlandse
koppen opgeraapt. Opvallend is een goed berookte Engelse kop met dik-
ke ketel rand en grove radering. Op de voorzijde lezen we de signatuur
"Dublin" (afb. 34). Uit Duitsland kwam de Kaffehauspijp met het welbeken-
de tafereel van ontspanning: gekru iste keus, biljartballen en kegels. Het
merk ontbreekt, maar in het reliëf van de versiering zijn nog sporen te ont-
dekken van zwarte vernis dat eens de kop geheel heeft bedekt. Nog ge-
deeltelijk bedekt door bruine lak (calciné) is de rondbodem met een on-
gebotterde , dikke rand, versierd met maansikkel en sterren in het struweel
(afb. 35). Een grote ovoïde kop waarop het rood/wit/blauw aan helder-
heid heeft ing eboet , laat volg ens de tekst "Uit Gouda" geen twijfel over de
herkomst (afb. 36). Een gezichtspijp heeft ook het geweld van de akker-
bewerking overleefd (afb. 37). Het pagekopje heeft met overlangse naden
over gezicht en achterhoofd sporen van een tweedelige mal.
Deze laatst e groep van pijpenkoppen met een hogere verzamelwaarde
draagt echter geen merken meer van de voormalige tabaksnijverheid in
de regio Woerden. Hoewel veel merken op de akkervondsten overbekend
zijn, zijn de makers van deze pijpen nog niet gevonden. Mogelijk heeft dit
artikel kunnen aantonen, dat er nog veel is te ontdekken op het land,
maar ook in de archieven.
NOTEN
-1 In 1982in "Merken van Goudse p ijpenmakers 1660-1940"datering van de pa-
relkroon in zljmerken van 1700tot 1740en vijf jaar later in "De Nederlandse klei-
pijp" datering tot 1750.
-2 Don Duco. Achttiende eeuwse zijmerkenmet Initialen. PKNIl, nr. 5, 1979,p. 6-15.
Zie ook J. van der Meulen, et al. TabaksnijverheidIn Gorinchem, 1992,o.a. p. 119.
-3 J. Kramers, Jz., Algemeen kunstwoordentolk, Gouda, 1847.
-4 Gemeentelijke archiefdienst Utrecht, Il, 121, 1752.
Geraadp leegde bronnen
- Duco, D., Achttiende eeuwse zljmerken met initialen, PKN11, nr. 5. 1979,p . 6-15.
- Duco, D.H., Merken van Goudse pijpenmakers 1660-1940,1982.
- Duco, D.H., De Nederlandse kleipijp. Handboek voor het dateren en determine-
ren, 1987.
- Duuren, L.van, Stadswapens als zljmerk,PKNXI,nr. 41, 1988,p. 16-22.
- Duuren, L.van, Cijfersals zijmerk,PKNXII,nr. 48, 1990,p. 190-196.
- Duuren, L.van, Registratievan ontbrekende merken, PKNXX,nr. 77, 1997.
p. 918-924.
1017
- Kooij, C. van der, Verslag van een onderzoek naar een vrijwel onbekend
pijpenmerk, PKN XVIII, nr. 70, 1995, p . 733-736.
- Krommenhoek, W., A. Vrij, Kleipijpen, drie eeuwen Nederlandse kleipijpen in
foto's, 1986.
- Meulen, J. van der en H. Tupan. De Leidse tabakspijpmakers in de 17e en l8e
eeuw, 1980.
- Meulen, J. van der, Pijpenmakers en hun merken in de eerste helft van de 19e
eeuw, PKNVIII, nr. 30, 1985, p. 34-47.
- Meulen, J. van der, De "Gouwenaars" van Alphen aan den Rijn. Een onderzoek
naar tabakspijpenmakers en hun produkten, 1986.
- Meulen, J. van der, Kwesties over de tabakspijpmerken van Geurt Jacob Schlldt,
PKN XIII, nr. 49, 1990, p. 202-209. - Meu len, J. van der, De pijpenpotten van Alphen
aa n den Rijn, PKNXIII, nr . 52, 1991, p . 274-284.
- Meulen, J. van der, J.P. Brinkerink en P. von Hout, Tabaksnijverheid in Gorinchem,
1992.
- Meulen, J. van der, De "gecroonde roos" en andere pljpenmakersmerken van
Gouda, Een vernieuwde en uitgebreide inventarisatie van Goudse pijpen, 1994.
- Smiesing, P.K. en J.P. Brinkerink, Onder de rook van Utrecht. Twee eeuwen
tabakspijpenmakerij in Lauwerecht 1600-1800, 1988.
Met dank aan Stefan Pels
'Voormijicf<w:e..et eenspijs1 áie icf<a:[.6. eterftou1
'lJieáraegficf<in:.m. ijnsacf<o:f.i.n mijnwijáemou.
'.l<jm;[et op mijn.6eárijf,'ten.zijn.geen slécfttesaf<J1.n
'lJef«Jckát ienickge6ruyktáatzijn mijneygenf<:..af<:..en,
:Mijn!<J.ucf<isJe.nenpijp, eenáoosmijnscfiapperae,
'lJieáraegficf<e:v.e.nstaegli,waeráat icf<li:e.n. engaei
'Een6fat is mijnge6rae1t van liier1 ogragemonáen!
']Jeschoorsteenis mijnneus1 is áat niet we[gevonáen?
'En roocRtáat is mijnárancktwat pas icf<o:p..áenwijn,
Icf<k:J.i.nook.sonáerliemgerust en vro[ijcfz<ij:n..
"1(en lioejaengeen servetmijnfianáenaf te vegen,
'Eenk.feyntjenw, e[geóruyc{ç1 fá:at is mijngrootensegen:
We~ faecf<m:i.j.áienlietfust: liet is eenrustigliman
'])iemetáe minstef«Jstsiclivro[ijcfm<a:.k. .enf<:...an
Jaco6Cats
1018
C. CROP, MAKERVAN EEN'LARGECADGER'GELEGENHEIDSPIJP
door Jan Kwint
Inleiding
Gelegenheidspijpen zijn geproduceerd vanwege een bepaalde g e beur-
tenis. Een bekende oud -Hollandse gelegenhe idsp ijp is die van het huwelijk
tussen Frederik Hendrik en Amalia van Solms in 1625, waarbij de gezichten
van de beide echtelieden op de ketel van de pijp te zien zijn. Gelegen -
heidspij pen zijn voor pijpenmakers door de jaren heen populaire art ikelen
geweest om hun kwaliteit te kunnen tonen.
De gelegenheidspijp die in dit artikel beschreven wordt, is er een van En-
gelse makelij en veNaardigd door C. Crop uit Londen. De pijp dateert uit
1862, het jaar dat in Londen de "International Exhibition" wordt georgani-
seerd. Op deze wereldtentoonstelling hebben o.a. pijpenmakers uit ver-
schillende landen hun ambachte lijke producten getoond.
Maker van de kleipijp
C. Crop staat voor Charles Crop, geboren in 1822 te Stephney, Londen. Zijn
vader, die geen pijpenmaker was, stichtte de Crop company in 1820 aan
de 36 Great James Street, Bloomsbury, Londen. Charles Crop specialiseer-
de zich in het maken cq . ontwerpen van kleip ijpen . Zijn designs zijn gereg is-
treerd in de "Register of Patented Clay Tobacco Pipes" . Charles Crop pro -
duceerde in 1840 de eerste serie kleipijpen. Hij was toen 18 jaar.
Charles Crop trouwde en kreeg drie zonen, te weten : John, Char les en
Samuel. De çlrie zonen traden in het voetspoor van hun vader en produ-
ceerden ook kleipijpen. In 1870 richtten de vader en de zoons een onder-
neming op onder de naam: "Char les Crop & Sons" aan de 52 Brooksbys
Walk, Homerton, Londen. Het is niet duidelijk of dit bedrijf ontstaan is vanuit
de Crop company die de vader van Charles Crop senior 50 jaar eerder
had opgericht!
Charles Crop senior overleed in 1883 op zestigjarige leeftijd. De drie zonen
hebben de productie van kleip ijpen voortgezet en in 1924 sloo t de firma
haar deuren . Einde van het erop-tijdperk.
Decoratie van de kleipijp
De kleipijp in dit artikel isveNaard igd in 1862, het jaar waarin de wereldten-
toonstelling in Londen werd georganiseerd. De pijp beeldt op de staande
kop het "International Exhibition Building" aan de Cromwell Road, South
kensington, te Londen uit. Deze pijpen worden ook wel "Giants" genoemd
vanwege de afmeting. Een tweede naam is"Four hours smoking": vier uur
rookgenot. Een derde naam voor d it soort p ijpen is "Large Cadger Pipe " :
de grote bedelaarspijp.
De ketel staat onde r een hoek van circa 85 graden ten opzichte van de
1019
~r- --- - --- - --- --- -- ~
• \
\
Gc)ï \
3; ~ \
ë§
::J
()
0
0
1J
S"
<D
3
Q
::±
0
::J
Q.
m
X
'.:J"
B'
:::;:
0
::J
ë§
::J
~
N
1020
steel. De ketel is gedecoreerd met watergolven met aan de ene zijde twee
(stoom)boten en aan de andere zijde een stoom locomotief (afb. 7). De
maker heeft aan de ene zijde van de steel de firmanaam "C. Crop" en
"London" aangebracht, terwijl aan de andere zijde van de steel
"Exhibition" en het jaartal "1862" zijn aangebracht. Tevens is de pijp aan
beide zijden van de steel voorzien van een soort ruit, dat een wapen voos-
telt. De ketel heeft een hoogte van ca. 65 mm en een inwend ige doorsne-
de van 37 mm. De totale lengte van de pijp bedraagt va. 180 mm. De pijp
is n iet voorzien van een hiel. Het " International Exhibition Building", dat op
de ketel van de pijp is afgebeeld, is een groot gebouw met een glazen
koepel, dat op de Cromwell Road in Londen staat, waar de tentoonste lling
gehouden werd. Wat opvalt, is dat er aan de ene zijde van de ketel 4 tra-
veeën (raampartijen) afgebeeld zijn, terwijl er aan de andere zijde 5 staan
afgebeeld. De reden hiervan is niet geheel duidelijk . Misschien zijn de
persmalhelften door verschillende mallenmakers vervaardigd. Op afbeel-
dingen uit literatuur blijkt, dat het gebouw in spiegelbeeld is opgebouwd
met aan beide zijden evenveel traveeën.
SLEUTEL VOORDE DIAMONDREGISTRATIONMARKS
Het merk in de vorm van een ruit werd bij het Brits Patent Bureau gebruikt van 1842 tot 1883.
warenclassificatie
maand dag maker jaar
maker maand
m ebruik 1842-1867 in ebruik 1868-1883
JAARLETTER
1842 X 1847 F 1851 P 1855E 1859M 1863 G 1867 T 1871 A 1875 S 1879 Y
1843 H 1848 U 1852 D 1856 L 1860 Z 1864N 1868X 1876 V 1880J
1844C 1849 S 1853 Y 1857K 1861 R 1865 W 1869 H 1872 r 1877 P 1881 E
1845 A 1850 V 1854 J 1858D 18620 1866Q 1870C 1878 D* 1882 L
1846 I 1873 F 1883 K
1874 U
*l-6 maart 1878 W
MAANDLETTER VOOR BEIDE PERIODES
A= december E = mei K = november (en december 1860
B = oktober G = februari M= iuni
C of O = januari H = april R = augustus (en 1-19 september 1857)
D = september I= juli W = maart
Afb. 2 Tabellen
1021
Datering van de kleipijp
Het wapen dat op beide zijden van de steel is aangebracht, stelt de
"Reg istration d iamond" voor en is voorzien van bepaalde tekens, die de
klasse (IV) van de goederen alsmede de datum waarop de pijp bij het pa-
tentbureau geregistreerd is, aangeven (afb. 2).
Na nauwkeurige bestudering van de ruit blijkt, dat het bovenste teken de
jaarletter "O" is, wat staat voor het jaar 1862. De "M" en het getal 17 aan
de zijkanten van de ruit geven respectieve lijk de maand en de dag aan. In
dit geval is de letter "M" de maand juni.
De pijp is geregistreerd op 17 juni 1862. Het onderste getal in de ruit is de 7.
Dit getal staat voor de maker en blijkt Charles erop te zijn.
Exhibition met betrekking tot de k/eipijp
Om producten aan de man te brengen is men heel vroeg op het idee ge-
komen om beurzen te organiseren . Deze stimuleerden de verkoop zowel
direct als indirect. Beurzen promoten namelijk een product alsmede het
bedrijf, dat het product verhandelt en/of produceert. De eerste exhibition
die in Engeland georganiseerd werd, was in 1756-1757 door de "Society of
Arts", waarbij bedrijven prijzen kregen uitgereikt voor de beste uitvindingen
in die tijd.
In navolging van Engeland werden spoedig ook door andere landen der-
gelijke beurzen georganiseerd . In 1798 is een dergelijke beurs in Parijs ge-
houden voor alle takken van de toenmalige industrie . Dit werd een groot
succes en daarom werd in hetzelfde jaar weer een beurs georganiseerd.
Hierna werd het gebruikelijk om overal ter wereld dergelijke beurzen te tot
stand te brengen .
In de tweede helft van de 19e eeuw ontstonden er drie soorten exhibitions:
de industrial, de universa/ en de historica/ exhibition. De laatste was enorm
populair in de Verenigde Staten van Amer ika . Zo zijn er tal van tentoonstel-
lingen georganiseerd. Die van 1862 was een industrial exhibition. Op de
ene zijde van de kop staan zoals eerder vermeld twee (stoom)boten en
aan de andere zijde een stoomlocomotief. Stoom was in die tijd hèt middel
om machine-elementen aan te drijven, en het is dan ook niet verwonder-
lijk, dat in die tijd zo'n exhibition georganiseerd werd. De pijp die Charles
Crop in 1862vervaardigde, heeft betrekking op de lndustrial Exhibffion.
Op deze exhibttion hebben meerdere pijpenmakers hun kunnen getoond.
Tevens werden tijdens deze beurs ook pijpen vervaardigd. Bekend is, dat
ook Hollandse pijpenmakers deze tentoonstelling gebruikten om hun han-
del aan te prijzen. Bekende namen zijn: J. Prince & Co, P.J. van der Want,
B. Maas en Sparnaay & Zn. Ook Franse pijpenmakers waren aanwezig op
de International Exhibition, waaronder C. Duméril-Leurs, L. Fiolet en Gisclon.
België was eveneens vertegenwoordigd door D. Barth uit Andenne.
1022
In de tweede helft van de vorige eeuw zijn er meer "Giants"pijpen gep ro-
duceerd. De Engelse pijpenmaker W.T. Blake heeft een bijna identieke pijp
vervaardigd, waarop hij het "Chrystal Palace " heeft uitgebeeld . Dit was
het gebouw waar de eerste wereldtentoonstelling in Engeland georgani-
seerd werd door de "Royal Society of Arts" in 1851.
De wereldtentoonstelling van 1862 in het International Exhibition Building
moest drijven op de successen die in het Chrystal Palace plaatsvonden.
Het kassucces viel echter tegen, omdat kort voor de opening van de exhi-
bition prins Albert kwam te overlijden . Het Chrystal Palace is in november
1936 door brand totaal verwoest.
Dank gaat uit naar Pieter Oosthuizen, antiquair te Londen , voor de klelp/jp die nu In mijn collec -
tie is en de waardevolle Informatie . Anne van Wijngaarden voor het tekenen van de pijp. Ver-
der dank aan Lodewijk van Duuren en Fred Tymstra.
BRONNEN
- Hammond P.J. Reglstered patented clay tobacco plpes
- Duco, D.H. De tabakspijp als oranjepropaganda
- Duco , D.H. De Nederlandse kleipijp, handboek voor dateren en determineren
- Duco, D.H. Jaarverslag ICON 1977
- Duco , D.H. PiJpellJntjesj,aargang 5, nr. l
- Exhibltlon Cataloque , Londen , 1862
AANBOD LITERATUUR
- Loewe, Walter: Petum Optimum. Norma Publishers, Boras 1990. Jubileum-
uitgave van Swedish Tobacco Company t.g.v. 75-jarig bestaan. Engelse
tekst. Illustraties in kleur. FI.50,-
Te bestellen bij: J. Engelen
- Niemeijer, Th. E., e.a. Niemeijer's Adviezen voor Pijprookers, Groningen,
1942. Met kleurenillustraties van E. Doeve.
- Brongers, G.A. Tabakorama. Inleiding tot de geëxposeerde voorwerpen
op de tentoonstelling over de geschiedenis van de tabak en het tabaks-
gebruik sinds de ontdekking van Amerika georganiseerd ter gelegenheid
van het 150-jarig bestaan van Theodorus Niemeijer n.v. Groningen.
- Brongers, G.A., Pijpen en tabak. Uitgeversmaatschappij C .A.J. van Dis-
hoeck, Bussum, 1964.
- Frank, J.A./G.A. Brongers, Pijpenbrevier. Ad. Donker, Rotterdam, 1973.
- Hoff, Ron van 't, Pijpen en pijptabak. Het Spect rum, Utrecht/Antwerpen,
1980,
Voor wie interesse heeft: Ferrie Kompier, adres zie binnenkaft.
1023
PIJPE9{,tJJ.9L1(9j98 te Wervik
Ter gelegenheid van ons 20-jarig bestaan heeft het bestuur gemeend
om er een feestelijke dag van te maken. We gaan met de PKN op za-
terdag 5 september a .s. per bus naar Wervik, dat ligt op de grens tussen
België en Frankrijk. Wervik en omgeving staat bekend als tabaksstreek.
~ O(j2{~:
(Kleine t ijdsafwijklngen mogelijk)
08.00 - vertrek van Utrecht es per touringcar
11.15 - aankomst Wervik,
bezichtigin g va n de tabaks- en sigarenfabriek
Arvic
12. 15 - vertre k naar Tabaksmuseumherberg.
12.30 - lunch (van de plank)
13.30 - bezichtigin g Tabaksmuseum
15.00 - vertrek naar tabaksboer
15.15 - aankomst tabaksboer,
rondleiding over het bedrijf
16.15 - afsche idsdrankje
17.00 - vertrek naar Nederland ,
onderweg wordt 1 uur uitgetrokken voor een
zelfbedieningsrestaurant bij de Nederlandse
grens.
21.30 - aankomst Utrecht es
We overwegen een tweede opstapplaats bij Breda
voor leden uit het zuiden.
Alle bezienswaardigheden in Wervik worden begeleid door twee gid-
sen, die we daarvoor speciaal ingehuurd hebben.
De prijs van deze unieke reis, Incl. 3x toegang en lunch, excl. diner en
drankjes, bedraagt fl. 30,- per persoon.
Erzijn slechts 50 plaatsen beschikbaar , die toegewezen worden op
volgorde van binnenkomst.
Via een aparte mailing met verdere instructies kunt u zich opgeven .
Wees er dan snel bij!
'TotZ5lTEI('lJ5lÇ 5S'EflTEJv['B'E!l(in ~'1/11(
1024
l21e JAARGANGNR.82 OKTOBER,1998 1
INHOUD , NIEUWEUTERATUUR, UITHANGBORDEN EN OPSCHRIFTEN l 025
MERKENO P KO RTE 18E-EEUWSE PIJPEN M ET RO OSM OTIEF 1026
GEBAERDE PIJP l 032
BODEMVONDSTEN UITEINDHOVEN 1033
FRANSEPIJPENMAKERS OP TENTOONSTELLINGEN 1037
UIT DE OUDE DOOS: HETLEGER EN DE TABAK 1045
LUCHTIG E PIJPENPRAAT(IV) 1046
ADVERTENTIE 1048
NIEUWELITERATUUR
16eJaarboek (1998) van de Vrienden van het tabaksmuseum Wervik.
Met o.a .:
- Tab a k, ee n b e geerd b e lastingobj e ct een vo orb eeld van de Zuidelijke
Nederl a nden in de 1Be eeuw, door Esl Brodeoux.
- Wa nn ee r het Egypte d e r far a o 's en d e sigarett e nindustrie elka a r ont-
moeten, door Vincent Verbrugg e .
- De fa milie A rna ert le eft al hon d erd jaar van ta ba k, d oo r Walt er Lem an .
UITHANGBORDENEN OPSCHRIFTEN
Omdat Vulkaan de God van 't vuur was en er evenmin vuur zonder rook als rook
:;,,ondervuur is, zoo was hij hier te lande van den aanvang af bij de tabakskoopers in
aanzien. Wie van smoken hield moest bij Vulkanus wezen. Reeds op de platen bij de
gedichten van Starter, en van Pers wordt hij onder de Goden voorgesteld als "een
toebackje drinckende". ÜXJ ook voor tabakswi nkels, b.v.:
Vulcan die lamme smid als hij was moei van smeden
Ging hy wat zitten neer en ruste zijne leden;
De Gode n zagen 'taan: hij haalde uit zijn zak
Zijn pijpjen en zijn doos en rookt e doen tabak.
Ve rgelij k hie rmee het artikel over d e " g ebaerde pij p " op b lz. 1032 .
10 25
MERKENOP KORTE18-EEUWSEPIJPENMETROOSMOTIEF(VERVOLG)
door Piet Smiesing
Inleiding
De oproep om meer informatie over bovengenoemde merken in PKNXX,80
hebben verschillende reacties opge leverd . Hieruit b lijkt, dat dit pijptype va-
ker gevonden wordt en dat verzamelaars het de moeite waard vinden om
zich in dergelijke vraagstukken t e verdiepen. Peter Bakker, Lodewijk van
Duuren, Henk van Oostveen, Jan van Oostveen en Fred Tymstra wil ik hierbij
bedanken voor hun en thousiaste en zeer gedetailleerde reacties.
Merken
Om hert overzicht niet node loos te ingewikke ld te maken laat ik de verschil-
lende roostypes, de zijkant vu llende en bekende merken buiten beschou-
wing en beperk me tot de onbekende, kleine merktekentjes op de zijkant
van de hiel. Ook aan de vele afwijkingen en variaties in het aanbrengen
van hetzelfde merk wordt geen aandacht besteed . De variaties in de uit-
voeringen van merken en verschillende roostypes zijn slechts van belang,
indien je wilt aangeven hoeveel verschillende mallen een bepaalde pij-
penmaker gebruikte. Aangezien de pijpenmakers van dit merktype nog
niet bekend zijn, zijn we hier nog niet aan toe (tabel 7). In deze tabel zijn in
totaa l 194 exemplaren opgenomen. Niet opgenomen zijn de onleesbare
merken waarvan de lettertekentjes niet te ontcijferen zijn. Deze zijn echter
wel opgenomen in de tabel van vindplaatsen (tabel 2). Om te achterha -
len waar de mogeli jke productieplaatsen liggen, zijn vooral de vindp laat-
sen van belang .
Stoelendans
Het merk de stoel op pijpenkoppen met roosmot ief komt in verschillende
uitvoeringen voor. In de verzameling van Peter Bakker bevindt zich een
aantal opmerkelijke varianten (afb. 7 t/m 6). Op afb. l is de stoel op de lin-
kerkant van een pijpenkop in het hart van een zevenbladige roos ge-
plaatst . Op afb . 2 is de stoel naar beneden gezakt onder een zesbladige
roos. Op afb. 3 bevindt zich de stoel op de rechterz ijde van de kop even-
eens onder een zesbladige roos. Op afb. 4 zijn de stippen van de roos ver-
vangen door roosjes. Omdat de stoel hoger is aangebracht, is een roosje
weggelaten. Op afb. 5 bevindt de stoel zich weer op de rechterzijde van
de zijkant van de hiel. terwijl op de linkerkant een maansikkel is aange-
bracht. Op afb . 7 een Haarlemse vondst met de stoel onder de roos met
kelkb laden.
1026
Tabel 1 Letters op koppen met verschillende roostypes aantal
rechts
links 3
BZijkant hiel 1
A zijkant hiel H zijka nt hiel l
A zijkant hiel 4
ro os .AK bove n roos
Bzijkant hiel zijkan t hie l 3
A zijkant hiel l
Bzijkant hiel 1zijkant hiel 38
Bzijkant hiel Kzijkant hiel 5
Bzijkant hiel K In roos 3
BIn roos Rzijkan t hiel 1
Bzijkant hiel 1
O zijkant hiel H In roos 6
O in roos 7
OHzijkant hie l H zijkant hiel 3
O zijka nt hiel H in roos, H zijkant hiel l
O in roos, Ozijkant hiel • zijkant hiel
G zijkant hiel Ozijkant hiel 1
OSzijkant hie l 2
G zijkant hiel H zijkant hiel l
G zijkant hiel Rzijkant hiel l
G zijkant hiel Szijkant hiel 7
G zijkant hiel - in roos 1
G zijkant hiel Oziika nt hiel 3
H In roos G zijkant ie l 1
H zijkant hiel Lin roos 1
Hzijkant hiel 1
H In roos V zijkant hiel 27
HSzijkant hiel 1
H ZIJkanthiel K In roos 7
HV mon ogram zijkan t hiel 1
I In roo s Bzijkan t hie l l
IVA Zijkant hiel 1
Kzllkant hiel A zijkant hiel 1
Kzijka nt hiel Bzllkant hiel 1
M zijkant hie l PZijka nt hiel 1
M zijkant hiel V zijkan t hiel l
N zijkant hiel KIn roos l
Pzijkant hiel H boven roos l
P zllkant hiel 1
S In roos KIn roos 3
Rboven roos 1
SSzijkant hiel o zijka nt hiel 3
T zijkant hiel 10
T In roos ( N) zijkant h ie l l
V Zijkant hiel
V zijka nt hiel C zijkant hiel 2
Wzijkant hiel G Zijkant hiel l
Wzijkant hiel 31
wZijkant hiel
1027
Afb. l Afb. 2 Afb. 3
Afb. 4 Afb. 5 Afb . 6
Afb. 7 Afb . 8
Afb . l t/ m 8 Stoelendans
1028
Op afb. 6 zien we een dubbelmerk: links het merk IDH waarvan de letter D
een stip van de roos vervangt en recht s de stoe l. Zowel in het p ijpenma -
kerscentrum Gouda als in Gorinchem is het merk IDH geregistreerd . In
Gouda werd het merk JOHin 1713 gebruikt door Johannes Klaas de Hoop
en in de per iod e 1746-1759 door Jan de Hoop. Het merk de stoel werd in
Gouda door twee andere pijpenmakers gebruikt, nl. van 1700-1759 door
C .L. Glasbeek en van 1730-1746 door Reijnhart Reijnier.
In Gorinchem werd het merk JOHdoor Johannes de Hoog in de periode
van 1714 tot 1744 op zijn pijpen gezet . Het merk de stoel (zonder roker)
wordt niet aangetroffen op de producten van Gorkumse pijpenmakers.
Dezelfd e zetel vinden w e ook op gladde, roosloze koppen (afb. 8). Uit de
vele va rianten van het merk de stoel kunnen we opmaken dat, indien al
deze merkvarianten door deze lfde pijpenmaker werden gebruikt, deze
een behoorlijke productie moet hebben gehad.
Bij het zoeken naar merken op rozenkoppen is gebleken, dat ook op pijpen
met gladde koppen kleine merktekentjes op de zijkant van de hiel zijn
aangebracht. Waarschijnli jk w orde n ze nog vak er gevonden dan de
merkjes op rozenkoppen! Misschien is het zinvol om ook deze merkjes eens
aan een onderzoek te onderwerpen.
Vindpl aat sen
In tabel 2 zijn de vindplaatsen weergegeven. Bij grote plaatsen worden
ook de randgemeenten apart verm eld . want de vindplaatsen van nu ko-
men niet meer overeen met de stortplaatsen van toen. Leiderdorp bijvoor-
beeld was nog in het midden van de vor ige eeuw een heerlijkheid met
2326 inwoners en was toen op een afstand van 30 minuten gaans van Lei-
den gesitueerd .
abel2 Vindplaatsen met aan ta llen pijpenkoppen
Aarlanderveen 1 Leiden 3
Alphen aan den Rijn 4 Leiderdorp l
Amst e lveen 4 Maarssen 3
Amsterdam 20 Maassluis 49
Oud Diemen 3 Oeqstqees t l
Dordrecht l Uithoorn
Duivendrecht 1 Vianen 2
Den Haaq 20 Voorhout
Haarlem 81 Woerden 3
Lanqera ar 3 Zevenhu izen 1
Leerdam 1 3
l
1029
Uit bovenstaande blijkt, dat vooral grote steden hoog scoren. Dit heeft niet
alleen te maken met het hoge aantal inwoners maar ook met de grotere
(vondst)oppervlakte. Ook hebben we te maken met losse vondsten en ge-
sloten vondsten. De pijpenvondsten In Maassluis en het gros van de vond-
sten In Haarlem kwamen uit beerputten en zijn gesloten vondsten.
Haarlem productieplaats?
Henk van Oostveen meldde een pijpenvondst uit een beerput aan de Klei-
ne Houtstraat in Haarlem. Uit de beerput kwamen 161 pijpen waarvan 104
stuks zijn getooid met rozen. Hiervan zijn 67 pijpekoppen voorzien van de
voor dit artikel gezochte lettermerken; 28 stuks zijn voorzien van roosmotief
zonder merken; 2 stuks rozen gecombineerd met eiermand en 7 stuks met
het dubbelmerk meermin in roos en op de andere zijde BC onder de roos.
Via Fred Tymstra kreeg ik zeven exemplaren van dit merktype die in 1983 in
Haarlem werden gevonden. Al eerder verkreeg ik veertien gemerkte pij-
penkoppen met roosmotief, die in 1981 in Haarlem werden opgegraven.
Ook Jan van Oostveen en Peter Bakker meldden losse vondsten uit de
Spaarnestad. Bovendien verm eldt Jan van Oostveen, dat veel Amster-
damse vondsten werden opgediept uit de Haarlemmer Trekvaart . Deze
waterweg werd in 1632 speciaal voor trekschuiten gegraven . Op de kaart
met de situatieschets van Hollandse waterwegen in 1631 is niet alleen het
tracé van de vaart te zien , maar ook een overzicht van de waterwegen in
het verspreidingsgebied van de met een roosversiering gemerkte pij-
pen(afb. 9).
F.H.W. Friederich, die met zijn artikelen in Westerheem en de AWN-
monografie "Pijpelogie" de kleipijpenstudie populair maakte, woonde in
Haarlem. Het grootste deel van zijn kleipijpenverzameling waarop hij zijn
dateringssysteem baseerde, vond hij in de opgebrachte grond voor de
Haarlemse stadswijk Schalkwijk. In zijn "Pijpelogie" vinden wij op afb. 33,
afb. 34 en afb. 35 achttiende -eeuwse pijpenkoppen met verschillende
roostypes en de merken: meermin, hondje, stoel, eiermand met 1/Kin roos,
A/B onder roos, bel, K/W in roos en GHL boven roos. Dan op afb. 37 zien we
roostypes met vele variaties van de eiermand met letters LNH, en CS. Ook
hier zien we enige exemplaren met het Goudse wapen op de hiel dat
Goudse pijpen kenmerkt. De andere koppen van hetzelfde type en de-
zelfde grootte, zonder dit wapen, komen uit andere pijpenmakerscentra.
Uit bovenstaande mogen we wellicht opmaken, dat Haarlem dichtbij het
productiecentrum was gelegen of dat het productiecentrum in de stad zelf
heeft gelegen.
Conclusie
Tot slot kunnen we concluderen, dat vondsten van pijpen met roosmotief
1030
WATERWEGEN
IN HOLLAND
in 1631.
Afb. 9 Verspreidingsgebied van de met een roosversiering gemerkte pijpen
en kleine merktekentjes op de zijkant van de hiel niet zeldzaam zijn. De
vondsten worden vooral gemeld uit de provincies Noord- en Zuid-Holland
en zijn geconcentreerd rond de stad Haarlem. Mogelijk kan onderzoek in
het Haarlemse archief een antwoord geven op de vraag of in deze stad
pijpenmakers actief zijn geweest en of dit pijptype hier werd vervaardigd.
De vraag blijft echter, omdat slechts verzamelaars uit de Randstad hebben
gereageerd, of we wel een juist beeld hebben gekregen van het versprei-
dingsgebied van pijpen met dit merktype. Werd dit merktype elders in het
land niet gevonden of hebben verzame laars uit andere delen van ons
land niet gereageerd?
1031
Geraadpleegde literatuur
- "Hij delft pijpengeschiedenis uit Haarlems bodem". lnteNiew met F.H.W.
Friederich, in "Nieuwsblad voor pijprokers", 1970.
- Friederich, F.H.W., Pijpe logie. Vorm, versiering en datering van de Holland-
se kleipijp. AWN-monografie no. 2, 1975.
- Meulen, J. van der, J.P. Brinkerink en P. von Hout, Tabakspijpennijverheid
in Gorinchem. Een inventarisatie van de pijpenmakers en hun produkten
gedurende een periode van 200 jaar, 1992.
- Meulen , J. van der, "De 'Gecroonde Roos'" en andere pijpenmakersmer-
ken van Gouda. Een vernieuwde en uitgebreide inventarisatie voor het de-
termineren van Goudse pijpen, 1994.
- Smiesing, P.K., Merken op korte 18e-eeuwse pijpen met roosmotief, PKN
XX,80, april 1998.
- Oostveen, J. van & A. Bonnema, Goudse dubbelmerken, PKN XX,81, juli
1998.
- Reijs, W.W., Nederland zoals het was - zoals het is. (s.o.)
GEBAERDEPIJP Ingezonden door Lodewijk van Duuren
In het boek Neg ottanum Satyrlcum of de Quinta-Essentta van den toeback door
Jean Pleyn de Courage uit 1676staat het volgende ged icht :
Gedruckt tot Maesdamme,
By Actaeon van Stomme ,
Op 't hoekje van de Vulcanl -straet,
Daer de gebaerde pijp in de gevel stoet.
In dit gedicht waarvan Jonkh. Everard de Meyster de vervaardiger zou zijn, wordt
gesproken van een "ge baerd e pijp". Naar analogie van de baardmankruik ver-
moed Ik, dat hier sprake is van een gevelsteen met een SirWalter Ralelgh of Jo-
naspijp. Dus een pijp waarop een man met ee n baard is weergegeven (zie figuur
hieronder uit Duco, De Nederlandse Kleipljp).
Overigens is het opmerkelijk dat juist in de Vulcani-straat een dergelijke gevelsteen
voorkomt, want Vulcanus is de god van vuur en rook en van de smeden. Mis-
schien dat de huidige Smidsweg in Maasdam de opvolger is van deze Vulcanl -
straat .
1032
BODEMVONDSTENUITEINDHOVEN
door Jos Engelen
In 1996 werd mij door de heer Otterdijk , lid van de A.W.N. te Eindhoven.-
net zoals in 1973 door de hee r Cousin uit St.-Mich ielsgestel aan de hee r H.
Brinkerink - , een doos met voornamelijk ovoïde pijpen ter hand gesteld. Nu
was ik in 1990/1992 betrokken geraakt bij het in kaart brengen van de bo -
demvondsten , gedaan bij de opgrav ing van het kasteel te Eindhove n ( 1)
en de oppervlakte/beerputvondsten van pijpen bij de bouw van de Heu-
velgalerie te Eindhoven.
Bij het bestuderen van de hiel- en zijmerken van de pijpen van de heer Ot-
terdijk sprong meteen het grote aantal zijmerken met ' de boom ' in het
oog. Aangezien deze bodemvondsten alleen In het centrum van Eindho-
ven gedaan werden, en niet a lleen op het Heuve lgaleriete rrein, wa s de
conclusie gewettigd, dat Eindhoven en omgev ing een zeer grote afnemer
was geweest van de fabriek van Erasuit Den Bosch. Dik 30 % van a lle ovoï-
de pijpen was van Bossche afkomst . De eveneens gevonden Gambier-
pijpen , rondbodem- en bedevaartpijp laten w e in dit artike l verder buiten
beschouwing.
Leggen w ij vervolgens de bodemvondsten uit Eindhoven (ovo ïde mode l
met zijmerk ' de boom ' ) naast die van Brinkerink (2) - Kooien (3 ) - Strijbos (4)
- de Hooge Dorpen (5), en vergelijken w ij de hielmerken vervo lgens met de
opgaves van de gevoerde merken in Den Bosc h (6) va n hoofdzake lijk Eras
en Crefcoeur , dan zien we, dat praktisch alle gemelde merken ook inder-
daad door bodemvondsten worden bevestigd (afbeelding tabel) .
Tabel Den Bosch
kr. = kroon
g .kr. = geen kroon
(x) = niet duidelijk: gekroond of ongekroond
Gezette Franse lelie schot wi jnton geil onder scherm a hond groe nte • toela st
merken kr, g.kr . kr. g .kr. kr. g .kr. boom meesle r
X kr. n.kr kr. o.kr. me isje
L.Ero s X X
1810- 1814 X X X Ier. g .kr. kr. a .kr. kr. g .kr.
T. van Eijck X (x)
co . 1850 X (x ) XX
Cretco eur (x ) X
co. 1819 XX
Bodem- X (X)
vond sten ( X)
1 Otter é ijk
X
Heuvel
2 Brinkerink
3 Koet en
4 S!rjibos
5 H.Do rpen
1033
(®)8(@,)(@)(@)®~
filll,t !iio 0 1 ws i
E26 E2 7 E28 E30 E31 E3 2 E33
a@). ®>.~ ~ij. @i@.
E34 E35 E36 El E2 E3 E4
~~@2Ç®@)~~
E ! O E ll E 13 El4 El 5 El 7 E2 0
Overzicht merken ovoïde pijpen Hr. Otte rdijk Eindhoven
1034
Tabel Den Bosch
kr. = kroon
g .kr. = geen kroon
(x) = niet duidelijk: gekroond of ongekroond
Geze tte 6 6 16 36 37 38 46 46 51 66 66
merken X kr .
LEros kr. kr. ·kr. kr. kr. kr.
1810-1814
T.von Eljck XX X X
co 1850 XX
Cref ceo ur (X} (X) X (X) (X}
co 1819 (x) (X) X (X)
XX
Bodem - X
v ondsten X X
l Olte,dijk
Heuv el
2 Brlnkerink
3 Kooien
4 Stl11b0S
5 H. Do rpen
Gezette 69 77 77 AB AB B 80 0 ES FP
merke n kr. kr. kr, kr, kr.
kr.
X XX
LEros XX
(X) X
1810-1814 X
(xl (x)
T.von Eijck X
X X
co 1850
Crefceour X
co 1819
Bodem-
vondsten
1Olterdl lk X X X
Heuvel X (X) X
2 Br!nkerink (X) (x) (X)
3 Koo ien X X X X
4 Strflbos XX
5H , Dorpen X X X
Gezette H H KIP KIP KVO N PS TS WP ws ws
merken kr . kr , kr .
L.Eros X kr. kr. kr,
18 10-1814 X X XX
T.von Eijck XX
co 18SO
Crefceour X
c o 1819
Bodem · X
vondsten
1 Olterdiik XX X X
X
Heuvel (X) (x}
2 Brlnkerink
3Koolen (x} (X} (X} (x) X
4 Strflbos
5H .Do rpen X
XX X
103 5
Opvallend hierb ij-is:
-1
In afwi jking van de vermelding 'gekroond ' komen vele merken ook
ongekroond voor. b ijv . fleur-de- lis - 6 - 66 - B - H etc . Slechts enke le merken
worden (nog) niet gestaafd door bodemvondsten, bijv. gekr. 16 - gekr. FP-
gekr. KVD - gek r. PS.
-2
Het meest in het oog springend is echter het fe;t, dat wij een aanta l
merken aan de Bossche fabr icage kunnen toevoegen .
Hoewe l de fabr ikant nergens vermeld wordt, mogen we gezien het
Bossche zijmerk 'de boom' redelijkerwijze aannemen, dat deze uit Den
Bosch afkomstig zijn. Het betreft hier de merken: de hond - gekr.36 - gekr.38
- D - N - gekr . WP en TS.
Bekijken we veNolgens via de tabel de gevoerde merken c.q.
bodemvondsten van de 'derde' fabr ikant Teunis van Eijck, dan is het
opvallend, dat van de door Van Eijck gezette -van Eros afwijkende-
merken hoegenaamd geen bodemvondsten zijn merkenopgave staven!
Heeft hij inderdaad alleen maar voor Sparnaay in Rotterdam
gep roduceerd en geen e igen productie/distr ibutie in Den Bosch e.o.
gehad? Gezien het ontbreken van bodemvondsten ben ik geneigd deze
veronders telling te ondersteunen!
NOTEN
1 -AW .N. / N. Arts , Eindhoven 1992, Sporen onder een Kempische stad.
0 AW .N. / N. Arts, Eindhoven 1992, Het Kasteel van Eindhoven.
2 - Brinkerink, J., Het isniet allemaal Gouds wat er blinkt . PKNVI, 21
3 - Kooien, M., Tabakspijpjes 1600-1900, 1982
4 -Archief J. Engelen, Bodemvondsten Strijbos, Neerpett
5 - Heemkundeverenig ing de Hooge Dorpen , Kom een Pijpke buurten.
Vessem . 1985
6 - Meulen , J. van der, Pijpenmakers en hun merken in de eerste helft van
de 19e eeuw. PKN VIII, 30.
- Hurk, J. v.d . en E. Nijhof, De Bossche Pijpenindustrie en haar produkten.
PKN VI, 23
- Hurk, J. v .d. en E. Nijhof, Pijpen, Den Bosch 1983
- Herwij nen , Th.P.J. van, Leonardus Eros, 1810-1864, Pijpenfabrikan t te
' s-Hertogenbosch, 1985
- Duco, Don, Pijpmakers in 's-Hertogenbosch, Pijpelijntjes jrg. 4, nr. 3
juli- september 1978
1036
FRANSEPIJPENMAKEROSP TENTOONSTELLINGEN
door Lodewijk van Duuren
Na een overzicht van Nederlandse (18) en Belgische (19) pijpenmakers op
tentoonstellingen komen in dit artike l de Franse pijpenmakers aan bod .
Nord 7 Gisc/on (Lille)
Op de omslag van de catalogus van Gisclon prijkt een medaille van de
wereldtentoonstelling in Parijs in 1855 (brons, 2e klas) met daarboven de
tekst "Medaille obtenue à l'exposit ion universelle 1855 et à Londres"(afb. 7).
In de l 9e en het begin van de 20e eeuw vermelden veel fabrikanten in
hun advertent ies, cata logi en reclamedrukwerk hun deelname aan ten-
toonstellingen en de behaalde be loningen. Hiermee benadrukten zij de
bekendheid en de kwalite it van hun producten. Tevens straa lden er be-
trouwbaarheid en vooru itstrevendheid vanaf.
Edmé Antoine Désiré G isclon stichtte in 1829 een pijpenfabriek in Mou lin-
Lille. Hij had veel succes in binnen- en buitenland vanwege de kwaliteit van
zijn producten en de grote variëteit aan modellen. Omstreeks 1870 ver-
plaatste Gisclon zijn zaak naar Montereau, waar hij samenwerkte met zijn
schoonzoon Dutel. In augustus 1878 deponeerde de fabrikant Auguste An-
toine Marie Gisclon een patent voor een imitatie-meerschuimen pijp . Een
familierelatie met de eerstgenoemde Gisclon ligt voor de hand.
In de nacht van 4 op 5 decemberl 895 verwoestte een hevige brand de
gehele fabriek, hetgeen ook het einde van alle activiteiten betekende
(1,5,6,21 ).
Pas de Calais 2 Fio/et, Audebert (St. Omer)
In veel landen, waaronder Frankrijk, vonden reeds geruime tijd nat iona le
nijverheidstentoonstellingen plaats, voordat de eerste wereldtentoonstelling
in 1851 gehouden werd. Aan deze nat iona le tentoonste llingen namen ook
veel pijpenmakers deel, maar de grote firma's verlegden al snel hun be-
langstelling naar de wereldtentoonstellingen en nemen bijna alleen nog
deel aan gespecialiseerde tentoonstellingen zoals tabaks-, gezondheids- of
vrouwententoonstellingen. Ook bij de fi rma Fiolet uit St. Omer vatt deze ver -
schu iving in belangstelling waar te nemen. Zowel in 1844 a ls in 1849 ver-
diende deze firma bij de nationale tentoonstellingen in Parijs (noot l) een
zilveren medaille. In 1851 viel de firma een eervolle vermelding ten dee l op
de wereldtentoonstelling in Londen. Hierna volgden nog deelnames aan
de wereldtentoonstellingen in Londen (1862) en Philadelphia (1876). De
laatst bekende tentoonstelling was een tabakshande ltentoonstelling in ls-
lington, waar de firma de naam Audebert-Fiolet droeg (afb. 2).
1037
Afb . l ~ ISCL\.\\~\\.\.t~.Y,\U\\l~tn!..:ELXoNoPmOS1IaT&U2I.ONN/VfRSLEEltoss
Catalo gu s
van de ANUFACTUR
fa . Gisclon
DIC
PIPEorTSERRE
(NOllO)
DRPÖT DANS 'POUTRS LES MAISONS DE GROS
IDI!c:>lIiD.U\ ~.
CHE'ZM~JlECHT.19, CAR.TERLANE, CITY."EC,
l!..©i;-JIDilll!~.
CIIEZ M~ÜSCAR H.LBAR,
~l!WQ i/©lil©~
ET DANS TOUTES LES MAISONS .DE GROS
de Provmce
- - -·----~
~ ~e.> .v~w.Doe ~~i.we:?
~~~~~
MAISON Ji'ONDÉE EN 1829.
TO S~OEr'E"RS.
Oo you want a Cl:ay Plpe to Col ou .- llke Mee.-schaum?
u ....a.t.k rcnir'I obao>Di,iat for
AnedberFt ioleCt reamFlamanCdelays. Afb.2
E&ch Plpe h&s & Lt.b<:I. Advertentie
Aud e bert Fiolet
· s?UUI..ITID-TBI: Qmrxx. LóllD S~LlJ.BL.,.r. GLU>~TO:<&, k, in van 1Juni 1893
P ipe t and Bowl, , \löol u•Je Dep6C.-
!HOS~.-DELOECK.EARg,ent,13W0llscnSt,Finsbu1rLyosdoEn,.C.
1038
In de rapporten d ie naar aanleiding van de tentoonste llingen verschenen,
is soms vee l informatie te vinden over de deelnemende firma's, zoa ls b ij-
voorbee ld over de firma Fiolet in de officiële catalogus van de eerste we -
reldtentoonstel ling in Londen. Daarin staat:
"De exposant vervaardigt jaarlijks meer dan 200.000 gros pijpen, met of
zonder glazuur, verschil/end in maat, vorm en lengte, al naar gelang de
vraag. Zij worden gemaakt in 7200 verschil/ende vormen, onversierd of ver-
sierd, voorstellende historische of fantasiefiguren, dieren etc. Door middel
van een email, uitgevonden door de exposant, kan zelfs aan de eenvou -
dige pijpen een schittering worden gegeven. Ook smeltkroezen, vuurvaste
stenen in alle vormen, afmetingen en gewichten om ovens te maken; ka-
chels, kluizen, pannen en vlakke vierkante tegels etc.
Het werk bestaat uit elf onderdelen: 7. het vormen (moulding), 2 het polijs-
ten (polishing), 3 het poetsen (rubbing) en pakken (packing), 4 het glazu-
ren (enamelling) en bakken (baking), 5 het timmerwerk , 6 het maken van
steen en smeltkroes, 7 het beeldsnijden , 8 het smeden (forging), 9 het za-
gen, 70 het graveren (the engraving) en 77 het drogen. De volgende hoe-
veelheden materiaal worden gebruikt in de fabriek: klei voor pijpen
1.540.000Ibs (pond); klei voor smeltkroezen en stenen 396.000 pond; pot -
tenbakkersklei 198.000 pond; eiken - en andere takkenbossen 222.000; ei-
kenhout 458 kubieke yard; steenkool 8150 schepels; cokes 660.000 pond ; ij-
zer en staal 3.300 pond; gietijzer 6. 760 pond; koper 2.200 pond; witte was
440 pond; Marseil/ezeep 440 pond; olie 15 ton; alle kleuren glazuren ge -
woon of versterkt L 400; vurenhouten planken in alle dikten uff het Noorden
om kisten te maken L 7.000; spijkers in alle soorten 4840 pond; hooi om pij-
pen in te pakken 55.000 pond; tarwekaf (of -stro) voor het inpakken 72.000
zakken . ll
Het juryrapport van deze tentoonstelling geeft de volgende informatie:
"L. Fiolet heeft 850 werklieden in dienst en produ c eert 200.000 gros of bijna
30 miljoen pijpen, en gebruikt 7874 ton klei in hun fabriek; Fiolet, Louis, St.
Omer, Pas de Calais, eervolle vermelding, voor een groot assortiment klei-
pijpen , zeer goed vervaardigd. De koppen zijn meestal in de vorm van
hoofden, sommige opzett elijk grotesk, en andere met de bedoeling emi-
nente personen voor te stellen, nauwelijks minder grotesk echter, vanwege
de ogen , die aange stipt zijn met twee klodders zwart. De pijpen getuigen
niet van de voortreffelijke smaak, welke gewoonlijk door de Fransen wordt
getoond."
De pijpenfab riek van Fiolet uit St. Omer, de grootste van Frankrijk bestond
van 17.65tot 1921. Zij we rd gest icht door Thomas Fio let en ging vijf genera -
ties lang over van vader op zoon . In 1792 nam Char les Dominique de firma
over en werd op zijn beurt een paar jaar later opgevo lgd door zijn zoon
LouisJoseph Fiolet .
1039
Bij de dood van Louis J. Fiolet in 1806 kwam Louis Maximilien (senior) in de
zaak. Hij leidde de firma tot zijn dood in 1834, waarna zijn zoon Louis
Maximilien (junior) het overnam . Daarna kwam de firma in handen van zijn
schoonzoon George Audebert, die in 1897 stierf. In dat jaar kwam de lei-
ding in handen van zijn weduwe Audebert-Fiolet, de laatste erfgenaam
van de firma (2, 3,6, 10, 11, 13,20,21).
Pas de Calais 3 C. Ouméril-Leurs (st. Omer)
Van de drie grootste en meest beroemde pijpenfabrieken in Frankrijk is
Duméri l-Leurs uit St. Omer de kleinste. De twee andere zijn Fiolet (St. Omer)
en Gambier (G ivet). Toch is Duméril-Leurs een toonaangevende en be-
langrijke firma volgens het rapport van de jury van de eerste were ldten-
toonstelling in Londen, dat vermeldde dat: "...Ouméril Sons and Co 450
werknemers in dienst heeft en jaarlijks 700.000 gros pijpen produceert, va-
riërend in prijs van ld. per dozijn tot 3d. per stuk." (d = denarius = penny).
Voor de deelname aan deze tentoonstelling ontving Duméril een eervolle
vermelding voor "een grote verscheidenheid aan kleipijpen, zoals gebruikt
worden door de werkende klasse en wel speciaal door de boerenstand.
Deze pijpen zijn opmerkelijker door hun goedkoopte en uitmuntend vak-
manschap dan door enige schoonheid of vormgeving.,, Volgens de officië-
le catalogus bestond de bijdrage van Duméril uit "kleipijpen, gepaten-
teerd, pijpaarden beeldjes, voorbeelden van verschillende artikelen uit
klei. " De uitbreiding van het assortiment naar andere keramische produc-
ten dan kleipijpen, zoals bij Duméril het geval was, is een niet ongebruikelij -
ke stap voor veel pijpenfabrieken in de 19e en 20e eeuw.
Het oordee l van de jury was dus niet zo erg positief, maar een ander,
waarschijnlijk Frans rapport laat een heel afwijkend geluid horen over de
producten van Duméril: "Fiolet en Ouméril ontvingen een eervolle vermel-
ding maar verdienen zeker een medaille, omdat hun producten vergelijk-
baar zijn met Gouda. "
Lotharie Constant Duméril (1809-1877) grondvestte de firma in 1845. Op
jonge leeftijd verhuisde hij naar St. Omer , waar hij niet alleen fabrikant was,
maar ook verschillende openbare functies bek leedde. Hij was zelfs twee
jaar burgemeester van St. Omer.
Omstreeks 1850 kwam een van zijn drie zonen, Emile Charles Constant Du-
méril, in de zaak. Ook hij bekleedde diverse politieke functies. In 1877 ging
Duméril een compagnonschap aan met Emile Bouvier. Na de dood van
Constant zetten Emile Charles Duméril en Emile Bouvier de zaak voort, maar
in 1886sloot de fabriek voorgoed zijn poorten.
Duméril nam aan verscheidene tentoonstellingen deel. Twee nationale ten-
toonstellingen in 1844 en 1848, waar hij beloningen kreeg, en drie wereld-
tentoonstellingen: Londen 1851, Parijs 1855 en Londen 1862. In Parijs kreeg
hij een bronzen medaille, tweede klas (2,5,6,10,13,15,21).
1040
Bas Rhine 4 Hannong (Straatsburg)
In de catalogus van de wereldtentoonstelling in Parijs in 1900 staan geen
pijpenmakers als dee lnemers verme ld. Bij een van de dee lnemende f irma's
komt echter we l een verwijzing voor naar een in 1900 niet meer bestaande
pijpenfabriek.
De producten van Pierre-Antoine Hannong, fabrikant van
porce lein in Parijs, dragen merken d ie her inneren aan de
pijpenfabriek d ie ee rtijds in handen was van een van zijn
voorvaderen. Het merk bestaat uit twee gekruiste pijpen
en de letter h, of alleen uit twee gekru iste pijpen. De letter Afb . 3
h is de initiaal van de familienaam Hannong (afb. 3).
Stichter van de pijpenfabriek in Straatsburg in 1709 was Char les-François
Hannong, geboren te Maastricht in 1669. Naast pijpen maakte hij ook fay -
ence. Als hij zich terugtrekt uit zijn bedrijf, draagt hij de fabriek over aan zijn
kinde ren (7 ,21).
Ardennes 5 Gambier, Hass/auer & Fiolet (Givet)
Zoals b ijna a lle gro te pijpenfabrieken maakte ook Gamb ier gebruik van
catalogi om zijn produc ten aan de man te brengen. In 1868 gd f Gambier
een catalogus uit, waarin 1260 versch illende pijpen afgebee ld waren. Op
dat moment had de firma aan minstens drie tentoonstellingen deelgeno-
men, want er zijn drie medailles afgebeeld op de cata logus van de we-
duwe "Hass/auer successeur de Gambier".
Het rapport van de 10e nationale tentoonstelling in Parijs is (voo r zover be-
kend) het eerste tentoonst ellingsrapport, waar de firma Gambie r in voo r-
komt (noot 1). In dit rapport staat de opmerkelijke medede ling: "Gambier
deed dit Jaar niet mee.", Dit suggereert dat Gamb ier wél aan eerdere ten-
toonstellingen heeft deelgenomen.
Voor deelname aan de volgende, l le nationale tentoonstelling ontving
Gambier de hoogste ondersche iding: een gouden medaille . De fabrikant
ontving zijn beloning uit handen van de president van de tweede repu-
bliek prins Louis Napoleon. Ter herdenking van dit fe it maakte Gambier een
pijp, waarvan de medaille deel uitmaakt van de ve rsiering.
De geschiedenis van de firma Gambier vangt aan in 1780, toen Jean
Gambier zich in Givet vestigde. Bij zijn dood in 1817 werd hij opgevo lgd
door zijn zoon. In de periode 1834-1842ging het e igendom over naar Mar ie
Louis Minervin Hasslauer. De fabriek maakte een flinke groei door. In 1848
werkten e r 150 mannen, 150 v rouwen en 30 kinde ren in Givet (noot 2).
Gamb ier vergrootte zijn bedrijf door de overname van twee andere fir-
ma's . In 1867 nam hij de fabr iek van Blanc-Gar in in Givet over en in 1890
de fabr iek van Noël Frères in Lyon.
1041
Tussen 1871 en 1878 bereikte de firma haar max ima le grootte met 565
werkzame personen .
Moge lijk was de firma Hasslauer geassocieerd met Fiolet, want op de we-
reldtentoonstel ling in Parijs in 1855 ontv ing de firma Hasslauer en Fiolet een
bronzen medaille tweede klas (noot 3).
In 1888 assoc ieerde de weduwe Hasslauer zich met haar schoonzoon Louis
Albert Levesque de Champeaux en met Georges Louis Quentin. De volle-
dige naam luidde nu: "Société Vve Hass/auer de Champeaux & Quentin ".
Al eerde r in 1876 bij de wereldtentoonste lling in Philadelph ia presenteerde
de firma haar producten onder de naam: "Hass/auer & De Champeaux".
Twee jaar later nam Gambier dee l aan de wereldtentoonstell ing van 1878
in Parijs(noot 4) .
Voor de laatste maal nam Gambier deel aan een wereldtentoonstelling in
1894 in 1894 in Antwerpen, waar de firma opnieuw een gouden medaille
haa lde. Zowel de aard van de tentoonstellingen a ls de hoogte van de
be loningen geven aan, dat de firma Gamb ier zeer succesvol was .
Aan het einde van de l 9e eeuw liep de deelname van pijpenmakers aan
tentoonstellingen sterk terug, hetgeen ook te maken had met de vermin-
derde betekenis van deze tak van industrie.
In 1908 stierf de weduwe Hasslauer-Leroyand en liquideerde haar zoon de
firma Quentin & Cie. Als naamloze vennootschap "Société Anonvme de la
Fabrique de Gambier" werd het bedrijf voortgezet. In 1908 was de omvang
van de fabr iek geslonken tot 120 arbeiders. Uiteindelijk sloot de fabriek in
1926 haar poorten (3,5, 11,14,16,17,21).
Noten
( 1) In de rapporten van de 7e en 9e nationale tentoonstelling in Frankrijk worden
geen pijpenmakers genoemd. In het rapport van de 8e worden we l drie p ijpen -
fabr ieken , maar niet de firma Gambier genoemd. De rapporten van de le t/m óe
nationale tentoonstelling zijn niet geraadpleegd.
Nationale Franse tentoonste llingen zijn gehouden in:
1798, 1801, 1806, 1819, 1823, 1827, 1834, 1839, 1844en 1849.
Wereldtentoonstellingen vonden in Frankrijk plaats in:
1855, 1867, 1878, 1889, 1900, 1925, 1931 en 1937 (12).
(2) De aantallen slaan op geheel G ivet , dus inclusief de fabriek van Blanc-Garin &
Guyot.
(3) De relatie tussen deze Fiolet en de firma Fiolet uit St. Omer is niet bekend.
(4) Hoewel geciteerd door Duco (16) is de naam van Gambler niet verme ld In het
rapport van deze tentoonstelling.
1042
Ardennes 6 Pierre Henri Massé (Givet)
Hoewel de fabr iek van Vaudoit en Massé in juni 1832 werd opgericht , wa-
ren er twee jaar later a l 120 arbeiders werkzaam . Terwijl de fabr iek in Givet
stond, vond de verkoop van producten in Parijs plaats. Er was vee l vraag
naar hun producten, omdat de kleur prachtig wit was en de pijpen sterk
genoeg waren om niet te breken tijdens het lange transport. Aldus een be-
schrijv ing in de Catalogus van de Franse Nat ionale Tentoons te lling in 1834,
waar de firma aan dee lnam.
Vaudo it verliet Givet in 1843 en vestigde zich in Clermont-Ferrand; moge lijk
dat zijn compagnonschap met Massé reeds eerder beëindigd was, want in
1835 werd de fabriek in Givet geleid door Van Dort en Pierre Henr i Massé
en was de broer van Massé pijpenhandelaar in Parijs (8,21) .
Mosel/e 7 Louyot of Louyet (Lalobe)
In 1820 richtte Louyet in Lalobe een pijpenfab riek op. De p ijpenfabr ikant
Louyet is bekend van de deelname aan twee ten toonstellingen. De eerste
was de Franse industrietentoonstelling in Metz in 1828, waar hij een zilveren
medaille voor zijn producten kreeg. Bij de nationale industrië le tentoonste l-
ling van 1834 in Parijs was hij minder fortuin lijk, want hij ontving geen meda il-
le en zijn producten vertoonden niets opmerke lijks. In 1870 hield de fabriek
op te bestaan.
Er hebben meer pijpenfabrieken in het departement Moselle gestaan,
want het rapport van de industr iële tentoonstelling van 1844 in Parijs me ld-
de: "Het departement Moselle dat 6 of 8 min of meer belangrijke pijpen-
fabrieken telde, was geheel afwezig op de deelnemerslijst." (3,8,21).
Seine-Maritime 8 François Marie Joseph Courtois (Forges-les-faux)
F.M .J. Courtois nam dee l aan de nationale industr iële tentoonste lling van
1844 in Parijs. De ingezonden producten bevestigden de reputatie van de-
ze oude fabriek. In l 838 werd hij wethouder in Forges-les-Eaux en fabrikant
van kleipijpen. Waarschijnlijk namen vooral de vooruitstrevende pijpenma-
kers deel aan tentoonstellingen. Een aanwijzing dat ook Courtois tot deze
ca t egorie behoorde, is het feit dat Courtois op 3 januari 1848 een patent
deponeerde voor een soort mes om pijpen uit te hol len (3,8,21)
Seine-Marit/me 9 Devez (Forges-les-faux)
Devez, een pijpenmaker eveneens werkzaam in Forges-les-Eaux, was actief
in dezelfde periode als Courtois. Hij stelde zijn producten tentoon in de stad
Rouaan in 1857 bij de "fxpos ition National d'Agriculture , de /'Industrie et
des Beaux Arts" (21,22).
1043
Bronnen
l Catalogus Gisclon manufacture de plpes de terre à LIiie (Nord) .
2 Exhibltion of the works of lndustry of all nations 1851. Reports by the Juries. Lon-
don, 1852.
3 Exposition d e !'industrie françalse année 1844,Tome 1. Paris.
4 Expositlon universelle de 1867 à Paris. Pays-Bas, Catalogue spéci a l; edltion offi-
ci elle de la commlsslon Royale des Pays-Bas. Har1em, 1867.
5 Exposltion unive rselle de 1855. Tome 2. Rapports du Jury Mixte International. Paris.
6 International Exhlbition 1862. London .
7 Musée cent e nnal de la classe 72. Céramique à l'expo sition universelle interna-
tionale de 1900à Paris. Ra pport du c omité dïnstallation .
8 Musée Industrie!; description com plète de l'exp osltion des produits d e l'industrte
françalse falte e n 1834. Tome IV. Paris, 1838.
r9 Musée industrie! et artisttque ou description compl èt e de exposltlon des
prodults de l'industrie françalse falte en 1844. Tomeler. Paris, 1844"
10 Official Cat alogue Great Exhlbltion 1851. Londen. (com plete t1tle?)
11 Off icial Cat alogue International Exhlbltlon 1876. Phlladelphla, 1876.
12 P. Bouin & C.-P. Chanut , 1980. Histoire française des foires et des exposltions uni-
verselles. Ed. Baud ouin , Paris.
13 Deloffre, V., 1991. Pipes et piplers de Salnt-Omer. Musée Sandelln, Saint-Omer.
14 Duco, D., 1980. De historie van de Gamb ler-fabrlek . PljpelljntJes 6(2) , 1-14; 6(3),
1-12.
15 Duco , D., 1983. C. Dumér11leurs fils et cie , een toonaangevende franse pijpen-
fabriek .
16 Duco, D., 1987. A mlsleadlng text. Newsletter S.C.P.R.14,19.
17 Duco , D.H.,1987. Vve Hasslauer successeur de Gambi er; fabrikantencatalogus
uit 1868voorzien van historische Inleiding en verklarend namenregister. Lelden.
18 Duuren , L. van , 1993. Deelname van Nederlandse pijpenmakers aan tento on-
stellingen. PKNXVI, 61, p.502- 5 15.
19 Duuren , L. van, 1997. Deelname van Belgische pijpenmakers aan tentoons te l-
llngen. PKNXIX,75, p .850-859.
20 Hammond, P., 1986. Colouring pipe s and pipe colourin g competltions. Newslet-
ter S.C.P.R. 12, 4-12.
21 Raphaêl , M., 1991. La p lpe en terre , son périple à travers la Franc e. Vltrolles.
22 Raphaél, M" 1995. Brief van 7 januari 1995.
23 Raphaél, M. & R. Stam , 1995. De reclamepijpen van Bonnaud . PKN XVIII. 70,
p.741-744.
(wordt vervolgd)
Op eenetabaksdoovsan schildpad.
Mijn ligchaam is vernield , mijn woning is gebroken;
Men draagt mij in den zak, om tabak uit te rookcn.
1044
UITDEOUDEDOOS:HETLEGEREN DETABAK
Gelezen in het boek DE OUDE TIJD (1874) :
Zelfs bij 't prov iandeere n eener vesting werden tabak
en pijpen onder de "mondbehoeften" geteld. Ziehier een voorbe eld uit het
midden der vorige eeuw. Er werd ee ne "memorie" opgesteld der ·'moncl-
behoeftens, welke nodig zouden zijn tot subsistentie der ingezetenen en
guarnisoen van 's Hertogenbosch in cas van belegering geduurende zestig
dagen", en daaronder komen ook tabak en pijpen voor. H et garnizoen
werd op ,i;esduizend man gerekcmd , en de bevolking cler stad beliep des -
tijds 12.500 zielen, maar vlugtelingen en zuigelingen daarafget.rokken ,
werden de etende monden op negend uizend gestelcl, waaronder men 3200
rookers rekende.
TABAK.
Voor de militairen: 6000 rookers ieder op 1/8 pond is 7:oOpond daags , en
dus in 60 dagen ...... ...... .............. ......................... ......... .................... .45000 pond.
Voor de ing ezetenen: 3200 rookcrs ieder à 1/1{,pond is 200 pond dnags,
en dus voor 60 dagen ......................................... ................... ............... 12000 ··
'T'ot,aal............ 57000 pon d.
PI,TPEN.
9200 rookers ieder à 2 pijpen daags, maakt 1840011ijpen daags. en dus
in 60 dngen............ ........... ... ........ ....................... .... ...1.104.000 pijpen
Ieder ton gerekend op 3000 pijpen, is dus............ ........ ...................... 368 ton.
De Magistraat zo] wrgen, dat dit ÎJ1 voorraad is (1).
'T'oen ons vaderland bij 't Fransche keizerrijk was ingelijfd, hadd e n,
als .ieder weet, de Nc-Jderlanders vefo en zware gri eve n, en daaronder was
geen van de minste, dat Napoleon hen slechte en dure ta bak liet rooken.
Wie nog goede tabak in voorraad had (zegt Van Lenn ep, che ook een
liefhebber van de pijp was , en altijd een gouwenaar, geen sigaren rookte)
dien werd ze 't huis uitgehaald , en hij kon slechte tabak van de Hegie
koopen (2). Ja (zegt Hendrik Wester) , en dan moest men die nog v~jfmaa l
duurder betalen! (3) _ En nog tien jaren na de gelukkige omwenteling
hoorde ik vaak Ams te rdammers aan den gezellig en haard , (als die op onze
plaat , maar anders gerokt en geho ed) elkander her inneren. we lk C➔en ver -
kwikking 't voor hen geweest was , toen zij, na 't Oranje boven, weêr
de eerste goede vaclerlandsche pijp kondc:m rooken .
1 VAN HEURN, Historie uan 's Hertogenbosch , IV D. Bijlagen .
2 Voorn. Gesch. uan Noord -Ned., IV D. hl. 213.
3 t Weleer vcrmaorde schoolboek van 't Nut , 13c druk. bi. 1:35. Dut boekje is meer clan
zestig jaren la ng op de meest e scholen in ons lnnd gebruikt , en onte lbare Ne derlan<ler s hebben
doaruit hun gantsen rijkdom van historie-kennis geput.
1045
LUCHTIGEPIJPENPRAAT(IV)
door Fred Tymstra en Elias Wysocki
Al eerder hebben we een en ander geschreven over roemruchte v liegtu i-
gen a ls de Uiver (en de Snip) in PKN, nr 36 en 37. Soms weten we wel van
het bestaan van bepaa lde pijpen met dat onderwerp af, maa r zijn er
geen afbee ldingen voorhanden . Bijgaande foto's van een p lateeldoorro-
ker me t de afbeeld ing van een uiver{= ooievaar) van de firma Hollandia
die daarmee de KLM-vlucht Londen-Melbourne memoreert, is de aanle i-
d ing voor het volgend stukje.
Melbourne bestond in 1934 honderd jaar, wat de Australische fabrikan t van suiker-
goed MacPhe rson Robertso n deed besluiten de luchtrace Londen-Melbourne uit
te schrijven. Bij hem stond de gedachte voorop te zien wie bij een maximum aan
veiligheid de snelste verbind ing tussen Engeland en Australië tot stand kon bren -
gen.
Om ook de sportieve kant te belichten werd de wedstrijd verdeeld over twee ca-
tegorieën: een snelheidsrace en een handicaprace. In de snelheids race ging het
ero m wie als eerste in Me lb ourne arriveerde. Bij de handicaprace telden tal van
factore n mee, zoals de totale vlieg t ijd, het gewicht van het t oestel, de lading en
het vermogen van de motoren . De hoofdpr ijzen waren 10.000 en 2.000 Australi-
sche po nden . De KLM o .l.v. Plesman besloo t deel te nemen aan beide categorie-
en met de Douglas DC-2 PH-AJU, die Uiver werd genoemd. Dit vrijwel nieuwe
vliegtu ig zou een normale passagiers/postvlucht maken. Behalve de bemanning,
bestaande uit Parment ier, Mo ll, Prins en Van Brugge, gingen de Duiise journaliste
Thea Rasche en twee bankie rs mee. Teve ns werd een vracht van 256.000 br ieven
ingelade n. Op zàterdag 20 oktober om 06 uur, 34 ½ minuut koos de Uiver vanaf
het v liegveld Milde nhall in Engeland het luchtru im .
Op maandagmorgen landde de Uiver na 52 uur in Batavia. De tocht was geheel
vo lgens plan verlopen . Maar de dag erop ging het mis. De Uiver raakte uit koers
door een zware onweersbui. De ber ichtgeving bleef achter. Was de Uiver neerge-
stort? Toen kwam rond 16.00 u het bericht : De Uiver is uit koers geraakt en geland
op de renbaan van Albury, 50 km van Melbourne verw ijderd. Dan om half twee 's
nachts kwam het ve rlossende bericht: De Uiver is gearriveerd en ove r de finish ge -
gaan na 71 uur en 28 minuten. De Uiver werd tweede in de snelheidsrace, maar
was winnaar van de handicaprace. Robertson sprak als eerste de Hollande rs t oe .
Zij, de Hollanders, waren het geweest die de tocht hadden uitgevoerd gehee l
zoals hij bedoeld had. Heel de wereld bracht hulde aan de KLM, d ie in d ie maand
precies 15 jaar bestond en die op zo schitterende wijze bewezen had waartoe
een voo rtreffelijk georgan iseerde luchtvaartmaatsc happij in staat was.
Bron: Vlucht KL-50, Uitgave Meijer Persn .v . Amsterdam, 1969
Foto· s: Met de hand besc hilderd e doo rrok er met zwart mondstuk en metalen busje met de
naam Holla nd ia . De to ta le lengte van de pijp is co 14 cm . De kop is 4 ,3 cm hoog, L..bov en :
Londen -Me lbo urne; r. onder: KLM-Uiver.
1046
1047
ADVERTENTIE
Het Niemeyer Tabaksmuseum, het Pijpenkabinet en het Kamper
tabaksmuseum hebben samen een serie van 19 ansichtkaarten over pijpen
en tabak uitgebracht . De kaarten, van eerste kwalite it full-colour drukwerk,
kosten fl. l ,50 per stuk en zijn in de genoemde musea verkrijgbaar.
De comp lete serie kan ook besteld worden voor de prijs van fl.27,50 incl.
verzendkosten (postgiro 3 10 40 88 t.g.v . stichting Pijpenkabinet te
Amsterdam o.v.v. ansichten).
De serie
bestaat uit
kleipijpen
als
D'ROOKENDE
LANDMAN
uit Gouda,
pijpen van
Gambie r,
Duméril,
Blanc-Garin
& Guyot,
pijpen uit
Engeland ,
Bohemen,
Zambia ,
Kameroen,
en verder
tabaco-
logie uit de
diverse
musea.
Afbeelding
Kleipijpin
de vorm
van een
pasja met
lange
Turksepijp.
Frankrijk,
Givet,
Blanc -Garin
. &Guyot.
7835-7850.
(H. 7.4 cm)
1048
!21e JAARGANGNR.83 JANUARI,1999 1
INHOUD, 1049
1049
EXCURSIE NAAR WERVIK
1050
HETPIJPENMAKERSVAK
BESCHREVENDOOR EENlANDBOUWKUNDIGE IN DE 18EEEUW
PIJPVLOEITJES 1055
FRANSEPIJPENMAKERSOP TENTOONSTELLINGE(NVERVOLG) l 058
ZEEUWSEKLEJPIJPEN l 063
HETPIJPENGESlACHTSONNEVELTIN GOUDA 1066
KLEIP!JPENMETPRIMAIREBOMEN 1068
EXCURSIENAARWERVIK
Op 5 september j.l. vertrok de PKN-bus met 42 personen, waaronder enkele
tabaksboeren uit Amerongen , naar WeNik. De excursie ter gelegenheid
van het 20-jarig bestaan van de PKN stond in het teken van de tabak . Na
een ritje van twee en een half uur arriveerden we bij de tabak - en sigaren -
fabriek ARVIC. Na de rondleiding door het bedrijf werden we door de ei-
genaren getrakteerd op twee pakjes Belgische shag .
Het museum in WeNik vormde het hoofdbestanddeel. Onder leiding van
twee gidsen maakten we een ronde langs de fantastisch bijeengebrachte
collectie.
We troffen het met het weer en na de "lunch van de plank" was er gele-
genheid om op het terras te genieten van een bijzonder biertje. Het laatste
onderdeel was het bezoek aan een tabaksboer.
Terug bij het museum, tijdens het afscheidsdrankje, werd door Jos Engelen
een niet in het programma opgenomen " jaaNergadering" gehouden met
als enig punt het benoemen van Hans, Ferrie en Fred tot ereleden . De bij-
behorende oorkonde en bloemen (Jos en Frans, bedankt!) werden uitge -
reikt. Beladen met folders, boeken en bier reden we terug richting Neder -
land . Het was een zeer geslaagde dag, mede door de hulp van Watter
Vonden Bulcke, die we hie rbij nogmaals van harte w illen bedanken .
Ideeën voor de volgende PKN-dag? We horen het graag van u!
1049
HETPIJPENMAKERSVAK
BESCHREVENDOOR EENLANDBOUWKUNDIGIEN DE 18E-EEUW
door Ruud Stam
Johannes Francq van Berkhey (1729-1812) was een veelzijdig man (1). Op -
geleid als kunstschilder en tekenaar promoveerde hij op een botanisch
proefschrift tot doctor in de medicijnen. Korte tijd was hij arts in Amsterdam
en zelfs tolgaarder te Warmond. Hij doceerde aan de Leidse Hogeschool
lange tijd natuurl ijke historie en schreef veel over landbouw. Maar zijn
grootste bekendhe id kreeg hij in zijn tijd als gelegenhe idsd ichter en pam -
fletti st . Hij was een vurig orangist en een emotioneel man.
Zijn be langr ijkse werk "De Natuurlijke Historie van Holland" (2) is een veel -
omva tt ende studie over Holland. Diepgravend en telkens verbeterd en
a angevuld. Landschap, landbouw, bodemsoorten en delfstoffen zijn enke -
le van de onderwerpen d ie daarin aan de orde komen.
In het hoofdstuk over de del fstoffen, in deel Il, staat een uitgebreid e ver -
handeling over pijpaarde e n het pijpenmakersvak. Hoewe l de beschr ijving
van het pijpenmaken n iet a lle hande lingen omvat, is de de taillering zo bij-
zonde r, dat deze ons aanvullende informat ie verschaft. Ik laat dit hoofdstuk
onderstaand in zijn geheel vo lgen. Deel Il van de Natuurlijke Historie van
Holland werd in 1771 uitgegeven.
PYP -AA_RDE
De Pyp -Aarde, die van WALLERIUS, als eene zagte en bewerkbaare Mergel be-
schreeven is, word in Holland, zoo ver my bekend is, in geenen dcele gevon-
den, evenwel is 'er geen Gewest, daar die Aarde meer bearbeid word, dan hier
te Lande. Zelfs is haare nuttigheid, tot het maaken van Tabakspypen, door de
Hollanders, en wel byzonder door die van Gouda, uitgevonden; waarom deeze
soort hier te meer een kleen plaatsje vereischt . Het is eene witte fyne Aarde, die
zig met water laat kneeden, en tot allerfynst werk vormen; waar toe zy egter
met eene vetter aardstoffe vermengd word . Op zig zelve gaat zy af als kryt met
eenige ldeverigheid; waar om 'er de tekenaars zig van bedienen tot het hoogen,
met wit op hlaauw papier. De plaats daar dee7.,eAarde gevonden word, was
oudtyds, en is nog gedeeltelyk in Vrankryk omstreeks Rouaan; daar 'Ze de
Hollanders voorheen goedkoope.r als ballast wegvoerden, zonder dat de in-
woonde.rs zelven hier het gebmik kenden (3); waar door zy langen tyd Mees-
ters van het geheim bleeven: naderhand moeten die van Rouaan het gebruik
deezcr Aarde ontdekt hebben; vermits 'er in die streek, na dien tyd, eene zekere
soort van Porcelein gemaakt is geworden, bekend onder de benaaming van
1050