Wat zijn gevelstenen?
In een in 1889 uitgegeven woordenboek wordt de volgende verklaring
voor het woord gevelsteen gegeven:"De steen in den gevel waarin het
merk van het huis staat#. Een gevelsteen diende dus hoofdzakelijk om een
huls te onderscheiden van de andere huizen; om het een eigen merk te
geven (te vergelijken met de huidige huisnummering), Meestal gebeurde
dit in de vorm van een stuk natuursteen met een in bas-reliëf uitgehouwen
afbeelding. Nu eens bevatte de steen alleen een afbeelding, dan weer
alleen een tekst en soms een combinatie van beide. De voorbijganger
moest d.m.v. een gevelsteen duidelijk gemaakt worden bij welk huis hij zich
bevond. Huisnummers bestonden nog niet, die werden pas in de Franse tijd
aan het einde van de 188 eeuw ingevoerd. Daarom hadden bijna alle hui-
zen een naam. Deze naam werd vaak d.m.v. een tekst en/of een afbeel-
ding op de steen aangebracht. Had het huis nog geen naam, dan werd
meestal Iets afgebeeld dat verband hield met herkomst, beroep of naam
van de eigenaar van het pand.
Gevelstenen konden diverse vormen hebben: vierkant, rechthoekig, ovaal
of cartouchevormig, al naar gelang de smook van degene die de steen
liet vervaardigen en de mode van die tijd. Op sommige stenen stond de
voorstelling in een soort nis, onder een gewelfje. Dit verschijnsel is voortge-
komen uit de losse beelden d ie vroeger In kerken of op straathoeken in nis-
sen waren geplaatst. Behalve op gevelstenen konden huismerken ook op
houten gevelborden en In allerlei ornamentiek worden aangegeven. De
grens tussen gevelstenen en ornamentiek is vaak moeilijk aan te geven.
Versieringen op poorten bijvoorbeeld vallen In de regel niet onder de ge-
velstenen, maar hebben soms wel dezelfde functie. Aan welke zijde van
de grens het object dan thuishoort, zal vaak een subjectief oordeel van de
onderzoeker of aanschouwer zijn.
De oorsprong van de gevelstenen.
Reeds vroeg in zijn bestaan heeft de mens door middel van tekens of sym-
bolen zijn beroep en/of waardigheid trachten kenbaar te maken aan de
voorbijganger. Zo zouden in de prehistorie stamhoofden aan hun woning
een paardenhuid hebben bevestigd. Een duidelijker beeld geeft de Ro-
meinse periode. De in 79 na Christus door vulkanische as bedolven en
daardoor uitstekend geconserveerde steden Pompeï en Herculaneum zijn
belangrijke bronnen voor onderzoek. In deze steden zijn tal van tekens en
symbolen ontdekt, die verwezen naar het beroep of ambacht dat in een
bepaald gebouw werd uitgeoefend. Een pikant voorbeeld is een in steen
uitgehouwen phallus, die zich in het wegdek van één van de hoofdstraten
van Pompeï bevindt. Stellig wees deze de weg naar een huis waar men
zich tegen betaling kon vermaken.
De Romeinen, met hun relatief hoog ontwikkelde samenleving, hebben tij-
dens hun verblijf in de Nederlanden veel invloed gehad op de inheems e
bevolking. Deze heeft dan ook diverse gebruiken van de Romeinen over -
1446
genom en. Zo werd het ook hier g angbaar dat herb ergiers een krans a an
de gevel beve stigd en. Deze ge wo ont e heeft zich over gehee l Europa ver-
spreid en heeft tot in d e 199 eeuw stand g ehouden. Herbergen speelden in
de Middelee uwen een b elangrijke rol In de geschiedenis van de gev el-
tekens. Als een belangrijk persoon in een herberg overnachtte, probeerde
d e herberg ier de na am va n de ze persoo n aa n de herberg te verbind en,
om zo meer klandizie te trekken. Veel herb ergen bevonden zich in de buurt
van kastelen. Op deze kastelen werden veel heraldische symbolen en te-
kens gebruikt, op schilden, bani eren en als versieringselement en aan het
kasteel zelf. Het Is niet uitgeslote n dat de herbergen deze teke ns overn a-
men. Ook d e huidige naam voor herbergier, "kasteteinn, Is ontleend aan
het kasteel, want het middeleeuwse woord "kastelein" betekende to en
kasteelheer of slotvoogd.
Verspreiding van de gevelsteen ( 1)
Hoewel er nog geen nauwgezet onderzo ek naar de verspreiding van ge-
velstenen Is gedaan lijkt het wel of zij het meest voorkomen in die sted en
die vroeger vanwege het hand elsverkeer met elkaar in verbinding ston-
den. Dit zijn o .a. de steden gele gen langs d e Noordzee en langs het IJssel-
meer. Deze handelssteden hadden het meest geprofiteerd van de eco-
nomische bloei In de Gouden Eeuw en zodoende was veel geld beschik-
baar voor het bouwen van nieuwe, dure huizen, waarin gevelstenen ge-
plaat st kon de n worden. Ook Ma astricht was ruim van geve lstenen voor-
zien; er zijn er nog zo'n 300 oonwezlg.(2) Na Amsterdam met ruim 600 ge-
velstenen neemt Maastricht de tweede plaats in. Ook in België zijn gev el-
stenen bekend, vooral in Vlaanderen, in d e steden Brusselen Antwerpen .
Het aantal isveel kleiner dan b.v. in Amste rdam of Maastricht.
Uit Engeland Is vreemd genoeg (nog) geen gevelsteen bekend . Uithang-
borden werd en daarentegen ve el gebruikt.
Ook in andere landen werden wel pogingen ondernomen om d.m.v. uit-
ge houwen stukken natu ursteen Iets aan de voorbijg a nger me d e te delen.
Vaa k ging het don om gekroonde wapens van een land of van hoogge-
plaa tste personen en is er ge en sproke van het uitbeeld en van een
huisnoam zoals op de Nederlandse gevelstenen het geval is. Resumerend
kan gesteld worden d at het ge bruik van gevelstenen een typ isch Ned er-
lands fenomeen is, waarbij opgemerkt moet worden dat Vlaanderen
vroeger cultureel gezien deel uitmaakte van de Nederlanden.
Toen ik voor het eerst de gevelsteen In Vianden zag was ik Jusit be zig met
het afronden van het boek over de gevelstenen in Haarlem. HieNoor had
Ik vrijwel alle voorhand en zijnde literatuur over gevelstenen gelezen. Maar
een gevelsteen met de afbeelding van tabakspijpen is een zeldzaamheid.
Mog elijk sierde de ge ve lsteen eens het p and van ee n ta bo ks- en pijp en-
ha nd elaar, die gezien het anker en touw, zorgde voor export van deze
p roduct en ove r water. De betek enis va n de letters en cijfers is onb ekend ,
1447
immers op .een gevelsteen kwam vrijwel altijd een volledige naam, tekst of
jaartal voor, omdat deze gemakkelijk te lezen moest zijn voor die mensen
die een bepaald adres zochten. Mogelijk staan de letters J C voor de initia-
len van de eigenaar de letters H O voor een plaatsnaam en 62 voor het
jaartal 1662.
De steen is gepolichromeerd: de steen zelf, anker, touw en pijpen zijn in wit
uitgevoerd. De letters en cijfers in blauw-groen en de tabak en mand in
lichtbruin. Of dit de originele kleuren waren Is niet bekend. De juiste afme -
tingen van de steen kunnen niet gegeven worden, gezien de hoge plaats
in de bepleis terde gevel. Bijbenadering zou dit 70 bij 90 cm kunnen zijn.
Conclu sie
De 17° eeuwse gevelsteen in Vianden is in 1782 of _later in de gevel gezet.
Gezien de voorstelling en de verspreiding van gevelstenen (zie boven ver-
meld) is het waarschijnlijk dat de steen afkomstig is uit de gevel van een
huis of bedrijf van een tabaks- en pijpenhandelaar uit een van de kustge-
bieden van Nederland of Belgie.(3)
Naschrift
Hierbij wil ik de lezer vragen om bij het bekijken van een stad op de gevel-
stenen te letten of er een afbeelding van tabakspijpen op voorkomt.
Mocht een exemplaar worden aangetroffen dan houd ik mij zeer aanbe-
volen voor verdere informatie. Als laatste hoop Ik dat mijn informatie over
de gevelstenen bij de lezers van dit blad hun interesse heeft gewekt voor
de vaak zeer fraaie en interessante kunstuitingen die gelukkig nog menig
pand sieren.
Ute ratuur
Bottelier,T,en P.van Graafeiland. Gevelstenen van Haarlem, 1994, pag. 9-11
Noten
(1) De teksten: Wat zijn gevelstenen? De oorsprong van de gevelstenen en verspreiding van
de gevelstenen zijn ontleend aan het boek " Gevelstenen va n Haarlem·,
se(2) Vreemd genoeg zijn b ijna alle gevelstenen uit Maastricht vervaardigd in de 1 eeuw:
sten en uit de 17e eeuw zijn vrij zeldzaam. Dit In verhouding tot andere steden waar het
merendeel veNaardigd IsIn de 17" eeuw.
(3) Veel stenen zijn in de loop van de jaren van hun oorspronkelijke plek verdwenen en heb-
ben soms grote omzwervingen gemaakt atvorens ze op een geheel andere plaats of stad
weer ingemetseld we rd en.
VRAAG AAN DELEZER
Naar aanleiding van het artikel in PKN nr. 97 over de zwarte handel zouden
er volgens een Antwerpse bron va lse fiscale bandjes of banderollen in Ne-
derland gedrukt zijn voor de uitvoer van Belgiê naar Nederland. Ik heb er
helaas nog nooit één gezien. Iser iemand die hier iets van af weet? Oude-
ren onder ons hebben die tijd immers nog meegemaakt.
W. Vandenbulcke, Roggelaan 27, B-8500 Kortrijk (België) tel: 0032-56223599
1448
1 25e JAARGANGNR.99 JANUARI,2003
INHOUD/VAN DE REDACTIE 1449
UTERATUURSIGNALEMENTEN 1450
DE OUDSTESIGARENFABRIEKVAN NEDERLAND? 1451
NIEUWSUITDE SIGARENWERELD 1455
EENWATERWEGENPIJPGEVONDEN IN HUISSEN 1456
BREDASEPIJPENMAKERS(2) 1459
KLEIPIJPENUITOUDSHOORN 1460
VRAAGBAAK: PIJPENMETGRAVEERFOUTEN 1462
PIJPENKAS/PIJPFOEDRAAL 1464
DE TABAKSBANDEROLALS DETERMINEERMIDDEL 1466
VOOR U GELEZENA/ DVERTENTIE 1472
VAN DEREDACTIE
Inzamelingvoor het museumin Grimma, Duitsland
Op de pijpendag in Zevenaar werd gecollecteerd voor het museum, dat
door de watersnood In 2002 getroffen werd en o.a. de gehele bibliotheek
verloren zag gaan . In totaal werd € 255 op de rekening van het Museum
gestort. De boekenact ie resulteerde in een aanbod van 55 boeken door
verschillende PKN-leden gedoneerd. Aangezien de bibliotheek nog niet
gereed is worden de boeken later opgestuurd . U kunt indien u nog boeken
over heeft op het gebied van tabacologie, aardewerk, volkskunst, glas,
kortom boeken die het museum gebruiken kan als naslagwerk, deze alsnog
aanb ieden door contact op te nemen met Fred Tymstra.
SigarenzaakJaske gestopt.
Een van de oudste sigarenzaken van Gouda, die van de familie Jaske in
de Sint Anthoniestraat, heeft per l januari 2003 de deur gesloten. Veel pij-
penverzamelaars hebben in de afge lopen jaren wel eens een bezoekje
aan deze winkel gebracht. In de decembermaand is uitverkoop gehou -
den, waarbij ook oude Goudse pijpen die jarenlang de winkel sierden een
nieuwe eigenaar kregen. De enige "oude" sigarenzaak die overblijft is van
Vreumingen aan de Wijdstraat waar overigens met mondjesmaat nog
kleipijpen te koop zijn.
'Wijwensen onze fezers eengeluk~ 2003!
Tentoonstellingin de Moriaan in 2003. De Moriaan in Gouda en de PKN
bere iden zich voor om in september van dit jaar een tentoonstelling te
houden. Thema's van deze tabakstentoonstelling zijn: Reclame, Souvenier,
Oorlog en Goudse sigarenfabrieken. Wij zoeken nog voorwerpen. Wie ons
helpen wil, kan op de site www.tabakspijp.nlkijken voor verdere informatie.
1449
LITERATUURSIGNALEMENTEN
door M. Rutten
- Jan en Annemieke van Oostveen publiceerden "Kleipijpen uit de Die-
merpolder" n.a.v. ongeveer 100 in de polder gevonden fragmenten uit de
l0e t/m de 19e eeuw (In Het Profiel van sept. 2002, uitgave van AWN, Ort-
heliuskade 76 1111,056 NG Amsterdam) .
- De gemeente Zutphen (postbus 41, 7200 AA Zutphen) gaf in oktober 2002
een CD-rom "Klelpijpen uit Zutphen" uit met een beschrijving door Jan van
Oostveen van een groot aantal vondsten in Zutphen, een bronnenpubli-
catie met uitgebreide catalogus.
- Van The Society for clay pipe research verscheen onlangs Newsletter 58
met hoofdzakelijk bijdragen over Britsepljpvondsten/pijpenbakkers.
- Van de hand van Niels Gustav Bordenfleth verscheen "Kridtpiber og
krldtpiberygning", een fraai verzorgd boek over Deense pijpenmakers in
ruime zin. Helaas in het Deens, maar voor zover begrijpelijk zeer gedegen
en alleen al een lust voor het oog dankzij de vele minder bekende illustra-
ties. Uitgave Sesam 2002. 192 blz. gebonden, ISBN87-11-13630-8;(Ropoport
$ 39,-).
- Gordon Hart publiceerde 'Harts's prehistorie pipe rock', volume 2. Weer
een boeiende, persoonlijk getoonzette uitgave met soms uitvoerige be-
schrijvingen van de plaats van herkomst. geschiedenis, enz. van historische
pijpen van de MississippiRiver Waterways east. Uitgave Hart Publishers,box
422, Bluffton, lndiana 46741; in leer gebonden, 272 blz.; (Rapaport $ 85,-).
- In 1999 verscheen in Argentinië "Las pipas precolombinas del norte ar-
gentino" van de hand van Ana Maria Femandez, Maria Gabriela Ravina
en Barbara Balesto. Circa 60 pagina's tekst met gedetailleerde beschrijvin-
gen van pijpen alsmede XVIII+ 5 bladen met duidelijke foto's, in stevige
mop. Een bijzondere uitgave Toverpijpen waarover weinig publicaties be-
schikbaar zijn. Uitgave Academla naclonal de la historie, Buenos Aires, ISBN
950-9843-51-2.(Rapaport $ 25,-).
- In Wenen werden in oktober 1416 kovels (vaak bestaande uit een groot
aantal voorwerpen) geveild, afkomstig van het Oostenrijkse Tabaksmuse-
um. De catalogus bevat van elk van de geveilde voorwerpen (veel pijpen,
maar ook tal van andere tabacologico) veelal uitstekende foto's; voor de
verzamelaar waren de pijpen overigens - een aan ta l fraaie topstukken
doorgelaten - soms weinig interessant , de veilingopbrengsten liepen nogal
uiteen van heel redelijk tot fors (en het opgeld is erg hoog).
De catalogus iste bestellen v ia www.palaiskinsky.com en kost$ 30,-.
- In de serie Collections verscheen "La folie des briquets" van Juan Manuel
Clark, een kleln-formaatboek van bijna 400 pagina's met evenveel af-
beeldingen van aanstekers, steeds met een korte beschrijving. Uitgave
Flammarlon Parijs2002, ISBN2-0820-0777-4,€ 15,-.
1450
DEOUDSTESIGARENFABRIEVKAN NEDERLAND?
door Louis Bracco Gartner
Als schrijver van het boek "De geschiedenis van de Delftse tabaksnijverheid
en de historie van de oudste sigarenfabriek A. Hillen· in het jaar 2000 is het
antwoord resoluut: Delft, l 770, eventueel 1772, A. Hillen.
- - -- ---- -- - .. ---- - - J
Tegeltableau van het fabriekscomplex van A. Hillen aan de Oude Delft hoek
Pepersteeg. Nu in het museum 'Princessenhof' te Leeuwarden.
1451
Een aantal andere historicizoals W. van Amerongen in zijn boek 'Ritmeester
Intimus· en Dick Veenstra uit Amsterdam met zijn Inventarisatie van de Ne-
derlandse sigarenfabrieken en zijn publicaties In Tabaktueel gingen mU
voor. Hun onderzoek was weliswaar niet diepgaand, maar de geschiede-
nis van A. Hlllen wordt verschillende malen beschreven in verscheidene
publicaties. A.Hlllen heeft altijd veel aan zijn naamsbekendheid gedaan en
kwam dan ook regelmatig In het nieuws.
Toch Is het niemand minder don G.A. Brengers, schrijver van heel veel
boeken over tabacologle en jarenlang conseNator geweest zijnde van het
Nlemeyer Tabacologlsch Museum, die in meerdere publicaties de Duitser
steinkühler als eerste noemt, die In de jaren twintig van de 19de eeuw een
sigarenbedrijf in Kampen begint.
Peter Meijerlng, hoofdredacteur van "Tabaksblad", een uitgave van
Swedish Match, probeert In april 1999 zowel In Kampen als In Delft
de waarheid boven water te halen. De sigaren-bandverzamelaars
H. Noordam en R.G.van der Laan uit Kampen weten In dot artikel te vertel-
len dat in 1820(andere noemen 1826) een filiaal van de Duitse fa. Lehm-
kuhl uit Bremen zich in Kampen vestigde. Deze firma had voor 1800In Bre-
men reeds een sigarenfabriek Volgens hun was Kampen daarmee de eer-
ste van Nederland.
Ik geef toe, Kampen is als sigarenstad veel belangrijker geweest dan Delft.
Kampen heeft vanaf 1840tot 1900een ech t grote sigarenindustrie gehad
met meerdere bedrijven waar vijf tot twintig of meer sigarenmakers etc.
werkten.
Maar ook Delft deed goed mee. Het was niet alleen A. Hillen, die in het
verre verleden aan de Oude Delft sigaren maakte . Vanaf 1803was het ook
J.L. Buyteweg, die in Delft ook sigaren maakte. Hij verkocht zijn bedrlj1je in
1871aan de heer A. Verbeek.
De vrouw van A. Verbeek plaatste op 8 juli 1874 een advertentie in de
Delftse Courant, waarin zij de heer Gerrit van der Spek In de gunst van de
cllêntèle aanbeveelt. Gerrit trouwt niet alleen met de dochter van
Mw. A. Verbeek - van den Akkeren en wijlen de heer A. Verbeek, maar
weet het bedrijf ook groot te maken.
Een nieuw pand wordt neergezet In 1888, waar meer don 250 arbei-
ders(sters)werkten. Sigaren werden er tot aan 1940gemaakt. In 1953werd
ook de tabakskeNerij en de koffiebranderij opgeheven.
Het kolossale pond bestaat nog steeds en doet dienst als werk- en exposi-
tieruimte voor kunstenaars met de toepasselijke naam 'de Sigarenfabriek'.
De op één na oudste tabak- en sigarenfabriek In Delft en hoogstwaar-
schijnlijk ook van Nederland, is die van J.H. Drayer. Op een ontwerpteke-
ning uit 1914 van een nieuw pand betreffende de firma Drayer aan de
Koornmorkt 87 te Delft, staat op de gevel Ingetekend: "Koninklijke Neder-
landsche Tabaks & Sigarenfabriek Rrma J.H. Drayer; opgericht 1783".
1452
Ook in Amsterdam was men er vroeg bij. De tabakskeNerij van Hermanus
Oldenkott aan de Nleuwezijds Kolk was van 1760 tot 1921 daar gevestigd
op de toenmalige nummers 21-25.
Een andere bekende keNerij en later sigarenfabriek was die van Justusvan
Maurik. Begonnen In 1794 in de Warmoesstraat en enkele jaren later ver-
huisd naar het Damrak 68. Het pand bestaat nog steeds, al zult u moeite
hebbe n het te herkennen naast de grote buurman C&A.
SIGA R ENFABRIEK
V .A.N
JUSTUS VAN MAURIK -AMSTERDAM.
0 P G ER I C H T Ao. 1 7 9 4 .
Sig-.arnu iJJ !i:likevrp;i.kku.ig, speuiaal voor verzeudiug naar Indiu.
VOC HT- &N IN6F.CT~N - V R IJE V~ R PAK KlN C .
MO DELLEN.
Reclame van de Sigarenfabriek van Justusvan Maurik in Amsterdam
Feit Is dat Gerrit Hlllen in l 770 een bedrijfje stichtte aan de Oude Delft in
Delft. De Oude Delft was de toenmalige hoofdvaart, lopend door het cen-
trum van Delft.
Blijkenshet consentboek van 1664 -1794 kreeg Gerrit Hlllen op 22 februari
1772 de wettelijke toestemming van de Schepenen der Gemeente Delft
om koffie, thee en tabak te verkopen . Het was zijn zoon Albertus Hillen die
na het overlijden van zijn vader in 1805 de omzet in sigaren en pijp-- en
snuiftabak omhoog stuwde. Het mélangeren van taba kken was zijn grote
hobby. Hij kreeg steeds meer bekendheid en zijn afzetgeb ied we rd dan
ook steeds groter . Zijn vader heeft hem trouw ens naast a a ndelen , obliga-
ties en onroerend goed ook veel schulde n nagela ten. Zo moest nog een
bedrag van hfl. 105,- betaa ld worde n aan de heer Thomasse, kap itein op
de Oost-lndiênvaart, voor de levering van ta ba k. Dit kan alleen maar ta-
bak geweest zijn die vo or het maken van sigaren gebruikt werd .
14 53
1ib
Briefhoofd van A. van Hillen in 1909
De Franse overheersing (1810 -1813) bracht een kleine onderbreking in de
stijgende groei van het bedrijf. De vrije aanmaak en handel in sigaren en
tabak werd verboden. Wel werd aan Albertus Hlllen door de prefect van
het Departement des Souches de la Meuse, vergunning verleend, tabak te
debiteren (In het klein verkopen). Deze uitzonderingspositie werd alleen
verleend aan de beste en voornaamste fabrikanten. Als onderscheidend
kenteken werd hem verplicht een gevelbord op te hangen van de Franse
Regie. De overheersing duurde niet lang. Zodra de onafhankelijkheid was
verkregen in 1813werd het bord gelijk veNangen door het oorspronkelijke,
dat van het 'Rode Anker', het merk waar A. Hillen later zo bekend mee
geworden Is.
Niksstond verdere groei en ontwikkeling meer in de weg, zodat Albertus
Hillen genoodzaakt was nieuwe ponden om de hoek in de Pepersteeg
aan te schaffen. In de jaren 1820- 1830was het een drukte van belang op
de zaterdagen aan de Oude Delft. Duizenden sigaren, uitgestald op lange
tafels, vonden gretig aftrek bij klanten die voor de zondag hun inkopen
kwamen doen.
Albertus Hillen overleed in 1834. In 29 jaar had Albertus het bedrijf van zijn
vader opgebouwd vanuit een schuur achter de winkel tot een fabriek die
er wezen mocht met vele tientallen sigarenmakers en andere arbeiders.
Uit de akte van scheiding uit 1835blijkt dat de schulden, die hij overnam na
het overlijden van zijn vader, waren weggewerkt en de bezittingen inmid-
dels fors gestegen waren. Zijn vrouw Anna Maria van Spreeuwenburg heeft
nog een viertal jaren de zaak voortgezet.
1454
Het Is de dochter Sara Jacoba Ellzabeth die met haar man, Johannes Pe-
trus de lange, de verworven bezittingen uit de erfenis voor hf1.6000,- aan
de zwager Albertus Gerardus de lange verkoopt. Het betreft woonhuis,
genaamd "het Rode Anker· aan de Oude Delft 63 met erve (terrein bij het
huls), fabriek en pakhuis aan de Pepersteeg, eveneens genaamd 'het Ro-
de Anker·.
De generatie Hlllen weet er vanaf 1861 tot de dertiger jaren in de 20e
eeuw een nog bloelender bedrijf van te maken met rond 1910 meer dan
600 arbeiders. Maar daarover later wellicht meer.
Eigenlijkmoeten we ons eerst de vraag stellen: wanneer Iser van een siga-
renindustrie sprake? Wanneer hij als zodanig ingeschreven staat?
Erwas toen nog geen Kamer van Koophandel.
BIJminimaal 5 of 10 werknemers, of moeten dat er meer zijn?
De grote jongens, zoals: DAF,Philipsen AKZO zijn allemaal in hun achtertuin
(garage of schuur) begonnen. Dus,wie het weet mag het zeggen.
Bronnen:
- Bracco Gartner, LF.J.R.De geschiedenis van de Delftse Tabaksnijverheid.
Delft, 2000.
- Brengers, G.A. Van 'gouwenaar' tot bruyère pijp. Amerongen, 1978.
- Melle, M. van. Mlnistro komt nog uit Mokum. ·ons Amsterdam· 4/94.
- Meljering, P. Tabaksblad 1/99.
NIEUWSUITDESIGARENWERELD
door louis Bracco Gartner
Swedlsh Match verliest WIide Havana.
La Paz Wilde Havana, Nederlands meest gerookte sigaar, goot verdwijnen.
Tenminste, dat doet de kop vermoeden in de Telegraaf van 11-10-2002.
Feit Isdot ·swedlsh Match' deze merknaam moet laten vallen door de uit-
spraak van een Belgische rechter. Lo Paz wordt namelijk in Houthalen,
Belgiê, geproduceerd.
De Zweedse sigarenfabrikant heeft hiermee een meer dan tien Jaar sle-
pende strijd met de Cubaanse bedrijven 'Cubotabaco' en 'Habanos'
verloren. Volgens deze twee bedrijven mag de naam 'Havana' alleen
gebruikt worden voor sigaren die In Cuba gemaakt worden met uitsluitend
Cubaanse tabak.
De naam WIide Havanna zal nu veranderen in WIide Clgarros.
1455
EENWATERWEGENPI,JGPEVONDENTEHUISSEN
door Th. G. Gerritsen
Al weer geruime tijd terug kreeg ik een te Huissen(vermoedelijk op de Al-
tena) gevonden pijpenkop in handen (afb. 1). Naar de afbeeld ing te zien
moest het met Amsterdam en Rotterdam te maken hebben en met wa-
terwegen, dat was wel duidelijk. Maar hoe zat het nou precies? Ter ere
waarvan en door wie werd deze afbeelding op pijpenkoppen gezet?
Naar hier en daar wat geïnformeerd te hebben kwam al gauw de naam
Thorbecke naar voren. Die zou Iets met die waterwegen van doen he b-
ben.
Op de pijpendag van september 2001 in het Goois Museum van Hilversum
heb ik de pijp aan iemand laten zien die eenzelfde pijp al eens gevonden
had tijdens de aanleg van een nog bredere wegverbinding tussen Am-
sterdam en Haarlem. Die pijp werd met de steelstempel (afb. 2) beschre-
ven in een aflevering van Pijpelijntjes (1). Daarin werd gewag gemaakt van
een krantenbericht in de Goudsche Courant van 23 april 1863. Het bericht
luidde:
De heer P.J. van der Want , pijpenfabrikant alhier , heeft in zijne fabriek een nieuw
soort van pijpen in modernen vonn doen vervaardigen, die genaamd zijn pijpen der
waterwegen" De kop van deze pijpjes is versierd.met de wapens van Amsterdam en
Rotterdam en daartussen een fregat met volle zeilen, alles onder het opschri ft:
Waterwegen. Deze pijpjes komen heden in den handel. (2)
Tot zover was het raadsel opgelost, maar wat had Johan Rudolf Thorbecke
(1798-1972) nou met waterwegen? Daar ben ik tenslotte acht erg ekomen.
Thorbecke was een Nederlands politicus. oorspronkelijk classicus wijdde hij
zich daarna aan de studie van de rechtswetenschappen. In 1840 schreef
hij zijn Proeve van herziening der grondwet. In 1844 deed hij met acht an-
dere leden van de Tweede Kamer tevergeefs een voorstel tot grondwets-
herziening. Pas in 1848,toen het In heel Europa gistte, kwam een herziening
tot stand.
Thorbecke heeft aan het hoofd van drie ministeries gestaan. Tijdens het
eerste van 1849-1853 kwam de belangrijke kieswet tot stand ( 1850).Ook de
belangrijke onteigeningswet werd in dat jaar aangenomen. In zijn tweede
ministerie van 1862-1866 kwam het Noordzeekanaal en de Nieuw e Water-
weg tot stand. Dit is dus de periode waarin de pijpenfabrikant P.J. van der
Want onze waterwegenpljp maakte.
Over de aanleg van beide kanalen is wel het een en ander te doen ge-
weest. In het nieuwe zittingsjaar van 1859 dat op 19 september geopend
werd. waren de spoorwegen en de aanleg ervan bijna de belangrijkste
kwesties geworden. Vooral in Amsterdam voelde men zich achtergesteld
1456
t.o.v. Rotterdam door de aanleg van de Zuiderspoorweg.
Om Amsterdam een beetje gerust te stellen werd voor de behandeling
van de spoorwegvoorstellen een ontwerp Ingediend om het IJ te verbin-
den met de Noordzee. Het Ingediende ontwerp door Van Bossebeoogde
de kosten van het te graven kanaal door de staat te loten dragen. Daar
was Thorbecke zeer op tegen. Maar Koning Willem IILdie Amsterdam wilde
helpen. wenste dat dit voorstel eerder dan de spoorwegaanleg werd be-
handeld. Doordat echter de llberolen tegen waren, kon aan het ontwerp
van Van Bossegeen uitvoering worden gegeven. Daardoor kon ook het
plan om de Nieuwe Waterweg van Rotterdam naar zee op rijkskostente lo-
ten uitvoeren niet doorgaan.
Het voorstel tot deze aanleg werd door Thorbecke weer wel gesteund!
Afb. 1 ,,~
.'.1..•.-,l:, r..:
~ ~---.;_:-=-.:
: ....
De waterwegenpljp uit Huissen,van drie kanten bekeken
---~ •• · ,·;
;1
Afb. 2 Stee/stempel met tekst Rotterdam - Amsterdam In spiegelbeeld
(tekening Don Duco) (3)
In oktober 1860 diende de regering een wetsvoorstel In om de verbinding
van het IJ met de Noordzee op kosten van de staat te laten uitvoeren.
1457
In datzelfde wetsvoorstel werd ook voorgesteld om de aanleg van een wa-
terweg naar Rotterdam te graven. Uit het voorlopig verslag dd. 21 novem-
ber 1860 blijkt dat dit voorstel onder Invloed van Thorbecke tegengehou-
den werd. Hij eiste voor deze doorgravingen toepassing van het conces-
siestelsel.
In december 1862 werd in beide Kamers het wetsvoorstel behandeld dat
door de regering in juni 1862was voorgelegd, en dat de aanleg van een
verbinding tussen het IJ en de Noordzee beoogde, alsmede de verbinding
van de Waterweg van Rotterdam naar zee. Maar ondanks krachtige te-
genstand werd het voorstel aangenomen. Op 24 januari 1863 verscheen
de desbetreffende wet in de Staatscourant.
Thorbecke maakte in de Tweede Kamer een onsterfelijke opmerking door
het debat te beginnen met de woorden: ik ben hier gekomen met de
spade op den schouder. Voor het kanaal, waarvan de flnanclêle conse-
quenties worden geschat op f. 15 miljoen, waarborgt de staat een rente
van 4 ½ %, terwijl de gemeente Amsterdam bereid Is een subsidie van
f. 5 ½ miljoen te verstrekken.
Wat de kosten waren van de verbetering van de waterweg kon niet wor-
den beraamd. Deze kosten kwamen geheel voor rekening van de staat. Er
heerste veel twijfel over het slagen van de plannen, of die wel uitvoerbaar
waren. De Minister van Binnenlandse Zaken gaf toe dat het een waagstuk
was, maar men 'moest' het wagen.
Noten
l Kompier, F.F.,Waterwegen. In: Pijpelijntjes,jrg. 3, nr. 4 (1977)
2 Tempelman, H.A.J" Het geslacht van der Want. Aanhaling uit:
Mededelingenblad Vrienden van de Nederlandse Ceramiek 46
3 Duco, D., Pijpelijntjes,jrg. 3, nr. 4 (1977), pag. 8:
Afgebeeld stempel is gebruikt om rondom de steel van een pijp een op-
schrift aan te brengen. Gezien de tekst: Rotterdam Amsterdam is dit stem-
pel gebruikt voor de Waterwegen-pijpen (...).
Het plaatje met de tekst is waarschijnlijk van hardgebakken klei gemaakt en
is met behulp van rode zegellak op de houten handgreep bevestigd. Da-
tering omstreeks 7863.Afkomstig uit de oude fabriek van Van der Want.
Overige literatuur
- Oud, Professor,Johan Rudolf Thorbecke. Zijn leven en zijn werken (z.p.z.j.)
- standaard Encyclopedie - Panorama der wereld In kleur.
Deel 12, pag. 456, Johan RudolfThorbecke. (Antwerpen/Utrecht 1971)
1458
BREDASEPIJPENMAKERISl
door Ferrie Kompier (redactie)
Bovenstaande titel is ietwat misleidend, niet omdat d it artike l geen vervolg zou
zijn op het vorige (PKN-XXV,98), maar omdat nu de tabaksnegotie aan de or-
de komt en de Schots/Engelse invloed op de verbreiding van het tabakge--
bruik. Het zijn Engelse en Schotse militairen geweest die al vroeg het gebruik
van tabak hadden leren kennen, ..die voor Breda een grote rol hebben ge~
speeld bij de Inburgering van de tabaksverkoop en het maken van pijpen.
De invloed van Schotten en Engelsen op de tabaksverkoop
De verkoop van tabak in de garnizoenstad Breda wordt voor het eerst in
de geschreven bronnen gesignaleerd, als de toebackvercooper Hans
Philipps in 1623 een van de winkels huurt die tegen de kerktoren waren
aangebouwd . In 1625lukte het een Spaanse spion met tabak Breda tijdens
het beleg door de Spanjaarden te infiltreren. Zijn handelswaar was kenne-
lijk aantrekkelijk genoeg om hem binnen te halen.
Schotse regimenten zijn al vanaf het einde van de lóe eeuw in Breda
aanwezig: de trouwboeken gewagen vanaf 1592 al van Schotse militairen.
Tot 1602zijn er gemiddeld twee Schotse compagnieën aan te wijzen. Nog
in 1621 wordt er een regiment onder leiding van kapitein Kinninmont ge-
noemd. Ook tijdens het beleg van Breda in 1624-'25 waren Engelse com-
pagnieên aanwezig . Of er na de overgave veel Engelsen achterbleven, is
niet duidelijk, maar nadat Breda in 1637 weer in Stootse handen was ge -
komen, is er ook dan weer sprake van enige Schotse compagnieën .
In 1634 is er sprake van een zekere Hendr ick Kilmer, coopman in taback
woonende in ·sGravenhaghe, die Breda van rookwaar voorziet.
Anderen veNalsen syne signaturen en alle apotheckuren, cruijdeniers, her-
bergiers, cooplieden van taback enz. wordt de wacht aangezegd . Hieruit
blijkt we l, dat het gebruik van tabak rond deze tijd volkomen normaal was
en dat de cooplleden van taback niet het alleenrecht hadden op de ver-
koop ervan. Wel moest men poorter zijn - en geld beta len - om een am-
bacht uit te oefenen. Zo werden in maart 1638Tobias Reddiclef die zeker,
en Tomas Meecken die waarschijnlijk van Engelse afkomst was, als poorter
ingeschreven, gevolgd door de Engelsman Simon Kerk in 1640 die het in
1637al geprobeerd had , maar er toen blijkbaar het geld niet voor had .
De Schotten en Engelsen waren goed vertegenwoordigd onder de pij-
penmakers , tabakshandelaren en brandewijnverkopers; ze vormden ·een
hechte groep die elkaar geregeld zag. Tussen 1620 en 1680 staan 24 ta-
baksverkopers in de poortersboeken en verpondingsregisters geregistreerd,
met namen die duidelijk op Engelse of Schotse afkomst duiden en waarvan
een vijfta l als toebackman ende soldaetstaat vermeld.
1459
KLEIPIJPENUITOUDSHOORN
door Jan en Annemieke van Oostveen
Zo'n tien Jaar geleden verscheen in dit blad een kort artikeltje van een
aantal pijpenvondsten uit Amstelveen en Uithoorn (1). De meest bijzondere
vondsten in dit artikel zijn een drietal ovoïde pijpen die alle drie als bijmerk
de drie posthoorns hebben. Een duidelijl<e aanwijzing dat we hier met pro-
ducten te maken hebben die niet in Gouda zijn gefabriceerd.
Maar waar dan wel?
De oplossing blijkt eenvoudig te zijn. De drie posthoorns stellen niets minder
dan het wapen van Oudshoorn voor, dat tot 1918 is gebruikt. Na dit jaar
ging Oudshoorn op in de gemeente Alphen aan de Rijn.
Wapen van Oudshoom zoals
aangebracht in de kerk van
Oudshoom
Vooralsnog zijn er een drietal namen van pijpenmakers bekend die in
Oudshoorn actief waren: Jan Stokkink, Jan Cornelisse en Arnoldus Murk (2).
Jan Stokkink wordt als pijpenmaker genoemd in het jaar 1823 en Arnoldus
Murk in 1829.
Van Jan Cornelisse (Murk) zijn de meeste archivalische gegevens bewaard
gebleven.
Waarschijnlijk begint hij in 1819 zijn bedrijf aan de Lange Rijndijk 155 wan-
neer hij het vrijwel direct aan de stok krijgt met Goudse pijpenmakers. Re-
den hiervan is dat zijn knecht voor het repareren van een vorm naar Gou-
da is afgereisd. Het blijkt dat In de vorm het Goudse wapenschild als bij-
merk is aangebracht en Jan Cornelîsse moet zich hiervoor bij de commis-
sarissenvan de pijpenfabrieken en pijpenhandel verantwoorden.
1460
--·--· .... ...... 1
1'
Kleipijpen met het bijmerk de drie posthoorns die zijn gefabriceerd in Oudshoorn.
De pijpen moeten zijn geproduceerd in de periode 1819- 1838.
Daarnaast moet hij zich verantwoorden voor het merk de speelman dat hij
op zijn pijpen zet. Hoe de zaak is afgelopen blijkt niet uit de archivalische
gegevens. De archeologische gegevens lijken echter de oplossing te bie-
den en wel de vondst van een pijp met het hielmerk de speelman en het
bijwerk de drie posthoorns. Deze vondst suggereert namelijk dat de com-
missarissen van de pijpenfabrieken en pijpenhandel voor deze kwestie
hebben voorgesteld om het wapen van Oudshoorn in plaats van het wa-
pen van Gouda als bijmerk te voeren. Met dit bijmerk bleken zij geen be-
zwaar te hebben tegen het merk de speelman dat op dat moment ook
nog steeds in Gouda werd gezet.
In 1838 verhuist Jan Cornelisse naar Gouda en daarmee lijkt de pijpen-
industrie in Oudshoorn op te houden.
NOTEN
-1 Oostveen, J. van, 1993.
Een opmerkelijke slootvulling. In: PKNXVI, 62, p. 534-537
-2 De archivalische gegevens zijn ontleend aan: Meulen, J. van der, 1986.
De "Gouwenaars" van Alphen aan de Rijn.Alphen aan de Rijn.
1461
VRAAGBAAK:PIJPENMETGRAVEERFOUTEN
door Piet Smiesing
In "Vier Goedewaagen rietsteelpijpen"(l) schenkt Duco aandacht aan
graveerfouten in mallen van de firma Goedewaagen, die hij blijkbaar in
zijn bezit heeft. Hij beschrijft deze mallen als volgt :
"Opmerkelijk zijn de vormnummers 535 en 536, waaNan uit de eerste een
pijp is afgebeeld. Beide mallen dragen op de steel het opschrift Gode-
waagen. Kennelijk een fout van de graveur. Bij de doodskop-pijp Is het
stee/opschrift dichtgesoldeerd. De vorm lijkt mij van Gouds makelij, vooral
gezien de roodachtige gloed en de hardheid van het messing*.
De doodskop pijp die hij bij dit artikel heeft afgebeeld, heeft inderdaad
geen vormnummer en de fabrikant heeft door het dichtsolderen van het
opschrift op de steel willen voorkomen, dat pijpen met dit foutieve opschrift
in omloop kwamen.
Bodemvondsten
Toch heb ik een drietal bodemvondsten in mijn verzameling die aantonen
dat pijpen met dit foute opschrift In de handel zijn geweest.
Afb. 2
Afb. 1
Afb.3
De rietsteelpijp op afb. 1, die werd op gegraven uit een vuilnisbelt in Zeist,
toont op de linkerzijde van de steel het opschrift Godewaagen en op de
andere zijde Gouda en het vormnummer 536. Deze pijp is, gezien het na -
genoeg ontbreken van de gepukkelde arcering, in een lang gebruikte mal
vervaardigd. Sporen van zwarte vernis geven aan , dat de pijp werd ge -
1462
verfd. De firma Goedewaagen prijst deze pijpenserie In haar catalogus
aan in diverse kleuren.
Het pijpenfragment op a-fb. 2 werd in het park Vechtzoom in Utrecht ge-
vonden. De pijp heeft hetzelfde vormnummer 536 en de schrijffout Gode-
waagen. Deze pijp werd echter, gezien de kleine verschillen, In een ande-
re mal vervaardigd dan de rietsteelkop van afb. 1.
Ook van de doodskoppijp werd in Zutphen een fragment gevonden . Op
afb. 3 zien we op de linkerzijde: Godewaagen & Zone.
Conclusie
Uit bovenstaande mogen we concluderen dat de firma Goedewaagen
niet heeft kunnen voorkomen, dat pijpen uit drie verschillende mallen met
foutieve tekst bij de consument zijn terechtgekomen. De vraag blijft echter
of het hier mogelijk een vorm van falsificatie betreft. De mal van pijp afb. l
is, gezien de vage afdruk, lang gebruikt. De ongebruikelijke uitgang 'Zone'
in plaats van 'Zoon' op het steeltje van afb. 3, geeft aan. dat deze pijp
waarschijnlijk in Duitsland Isvervaardigd.
Misschien kunnen lezers deze voorbeelden nog aanvullen. Graag reactie
richting pijpenvraagbaak.
Baronltepijpen
Nog een leuk voorbeeld van een bodemvondst vormt een opgegraven
fragment van een afwijkende baronitepljp,
De baronitepijp onderscheidt zich van andere gegoten pijpen , doordat de
pijp door een gepatenteerd procédé van een dubbele wand is voorzien.
Fred TIJmstraheeft dit uitgebreid beschreven in zijn artikel "De dubbelwan-
dig gegoten pijp" (2).
Het gevonden fragment isechter niet dubbelwandig maar heeft een enke-
le wand. De stelen van baronitepijpen zijn gemerkt met een ovale ronde
tekst 'Baronlte 12201Made In Holland'. Op de witte, geglazuurde steel van
de bodemvondst lezen we echter in een geel ovaal de afwijkende tekst
'Baronite Ned. Octr. 12201'.
Dat een dubbelwandige baronitepijp ook soms Is voorzien van een door-
rookplaatje, getuigt een goed doorgerookte baronitepijp in mijn verzame-
ling. Op de achterzijde van de kop zien we een prachtig doorgerookt
plaatje van een Volendams gezin!
Geraadpleegde literatuur
- 1 Duco, Don, Vier Goedewaagen rietsteelpijpen, Pijpelijntjes. 111-21,977
- 2 Tijmstra,Fred, de Dubbelwandig gegoten pijp, PKNXIV, 56, p.374-383
1463
PIJPENKAS/ PIJPFOEDRAAL
door Boy Hubee [email protected]
Tegenwoordig prakkiseren we er niet over om onze kleipijp in een pijpfoe-
draal op te bergen. Een kleipijp dient in al zijn glorie gezien te worden.
Toen kleipijpen nog echt gerookt werden, lag de situatie iets anders. Het
bewaren van de pijp gebeurde in de bekende pijpenla; dat is een soort
lange bestekbak, waar de pijp in zijn geheel in ligt of in een houten
pijpfoedraa l. Deze wordt ook wel pijpenkas genoemd.
Erzijn een aanta l versch illende modellen. Ze zijn te verdelen naar materiaal
en vorm.
G.A. Brengers laat in Van gouwenaar tot bruyèrepljp een v ijftal pijpenkas -
sen zien. Ze zijn in twee soorten te onderscheiden; met de klep naar de
voorzijde en de zeldzamere met een schuifdeksel. De vijf die hierin staan
zijn afgebeeld, zijn de meest bekende, maar er is meer!
Wat te denken van
een uitvoering in ge-
sneden en gedraaid
ivoor. Er bestaan zelfs
exemplaren met de
mogelijkheid om
twee pijpen naast el-
kaar op te bergen.
Veel eenvoudiger qua Afb . 1
uitvoering is de op foto
(afb./) afgebeelde.
Hij komt uit Frankrijk en
is uit vruchtenhout ge-
maakt.
De verkoper vertelde mij dat hij door visserswerd gebruikt, want de afslui-
ting is waterdicht en het geheel blijft inderdaad drijven.
Een apart soort p ijpfoedraal is als wandelstok te gebruiken. Hij is enigszins
ge lijk aan de eenvoudige pijpenkas met de klep naar boven. Maar dan
met een extreem lange steel(stok). Het handvat is kolfvormig.
Wande lstokken-verzame laars kennen dit soort stokken ook met vuursteen -
pistoolhandvat of met een snuifdoos; er is zeer veel variatie op dit gebied.
Helaas zijn er maar weinig van dit soort door verzamelaars zeer begeerde
pijpfoedralen te koop .
1464
Niet uitgesproken anders, maar wel apart is de in zwarte lak uitgevoerde
pijpenkas . Ze werden veel in Zeeland gebruikt en op de kop zit meestal
een zilveren schild met de initialen van de gebruiker.
Blikken foedralen werden veel in Engeland gebruikt; ze zijn meestal van la-
ter datum en van een (bler)reclame voorzien .
Op onderstaande foto (afb. 2) staat een koperen exemplaar. Het is een Frans
model en de kop sluit over de uit twee delen bestaande steel.
Afb . 2
Afb. 3
Ook Frans en
der zeldzaam is het
pistoolmodel (afb.3) .
Het is gemaakt van
papier-maché met
een zilveren beslag.
Hierover gaat het
verhaal dat het ook
als een ouderwets imi-
tatiewapen gebruikt
kon worden. Mogelij-
ke overvallers werden
door vorm en uiterlijk
afgeschrikt.
Momenteel zijn de meest gewilde pijpfoedralen de van leer gemaakte en
van kraaltjes voorziene indianen-etuis. De laatste jaren gaan de prijzen van
de gewone pijpenkassen omlaag. De prijs van deze oude en zelfs van de
wat nieuwere indiaanse pijpzakken stijgt echter explosief. De gewone man
uit vroege r tijd had hier allemaal geen weet van. Als hij zijn p ijp moest
meenemen, stak hij hem simpelweg in zijn mouw of door zijn hoed .
1465
TABAKSBANOEROALLSHULPBIJDATEREN
door Fred Tymstra
Bijna iedere pijpenverzamelaar heeft wel een oude tabaksverpakking in
zijn collectie. Meestal wordt de ouderdom bepaald door hetgeen men
van anderen heeft gehoord . Of het ook klopt wordt zelden nagegaan .
Toch is er een eenvoudig hulpmiddel om de ouderdom te helpen bepalen
zodat grove fouten kunnen worden vermeden, namelijk het aflezen van
de banderol op de verpakking. Wat is eigenlijk een banderol? Een bande-
rol is een belastingzegel waarop de soort, de prijs, de hoeveelheid en de
fabrikant wordt vermeld. De banderol is zodanig op de verpakking aan-
gebracht dat het zegel verbroken moet worden bij gebruik.
Historie:
Sinds 1623 werd In Holland, evenals in de andere provincies, het tabak-
gebruik aan een provinciale impost (accijns) onderworpen. Op alle tabak
die in Holland werd Ingeslagen of verkocht hief men volgens een bepaald
tarief impost, die aan de pachters van deze belasting werd betaald. In
1677 werd door de Staten van Holland een regeling getroffen waarbij de
tabakswinkellers en slijters een vast bedrag aan verbruiksbelasting gingen
betalen naast de impost die ook geheven werd op de invoer van tabak in
de provincie Holland. Dit stelsel duurde tot de Franse overheersing. In 18l O
werden we meegezogen in het systeem van de Franse tabaksregie, een
staatsmonopolie. Door middel van agenten op buitenlandse markten werd
tabak voor geheel Frankrijk ingeslagen. Na de val van Napoleon in 1813
werd het stelsel weer afgeschaft. Tot 1863 hief men een recht voor de In-
door - en uitvoer van tabak. Na 1863 uitsluitend een recht bij invoer. Hoewel
bij de meeste landen om ons heen de tabaksbelasting een belangrijke
bijdrage leverde aan de staatskas lukte het de verschillende regeringen
niet om een algemene tabaksbelasting in te voeren. Men was bang dat
elke vorm van accijns de internationale handel in ruwe tabak (Amsterdam)
schade zou berokkenen. Tenslotte stapte men af van het idee de invoer te
verhogen en zocht naar een belasting voor binnenlands gebruik. Uit 3 vari-
anten werd tenslotte op 4 mei 1921door de Eerste Kamer de invoering van
de banderol (zegelbelasting) gekozen. Vooral kleine tabaksverwerkers
(thuiswerkers) opperden hiertegen hun bezwaren, aangezien ze niet kapi-
taalkrachtig genoeg waren om In het banderolsysteem te investeren. Na
bijstelling van de wet werd op l juni 1922 de Tabakswet van kracht, het-
geen betekende dat de tabaksverpakkingen voorzien werden van een
belastingzegel voor gebruik, de banderol.
Er werden van begin af aan voor tabak, sigaren en sigaretten verschillen -
de banderollen gebruikt. Door verschil in kleur en soortnaam zijn ze makke-
lijk van elkaar te onderscheiden. Tot op de dag van vandaag wordt het
systeem van de banderol gehanteerd, al weer meer dan 80 jaar.
1466
De banderol
De ontwerper van de eerste serie banderollen is otto van Tussenbroek. Ze
werden gedrukt bij Johan van Enschedé uit Haarlem. Bij de Invoering in
1922 gebruikte men voor verpakkingen van puntzakken en zgn. suikerzak-
ken een zegel van 4xl2 cm. (afb.A) Voor verpakk ingen van 50 en 100gram
werd een lintzegel gebruikt van 2x23 cm. (afb.B) Een langere versie van het
tlntzegel 2x40 cm ging om verpakkingen van 250 en 500 gram. Aan de bei-
de uiteinden staat het woord NEDERLANDH. eel vaak is het lintzegel aan de
einden ingekort om aan te sluiten bij de grootte van de verpakking. De
bandero l zelf Is bedrukt met een ondergrond (vaak een ragfijn netwerkje)
een overdruk (het eigenlijke ontwerp) en een opdruk (vermelding van
soort, hoeveelheid en prijs). Dikwijlswerd de naam of nummer van de fa-
brikant meebedrukt, maar ook een naam- of nummerstempeltje was toe-
gestaan. Eén opmerking vooraf over de banderollen met opcenten in on-
derstaande lijst. Deze extra belasting fluctueerde in percentage afhankelijk
van de gebruiksperiode tussen 1941en 1946.
Voor het vermelde Jaar wordt een voorbeeld gegeven, waaruit andere
waarden herleid kunnen worden. Voorbeeld 20+6. Herleld kan worden
10+3, 30+9, 25+7 ½, 14+4 ½ (afgerond) enz. Bij 1943 en 1944 worden alle
waarden vermeld gezien het kleine aantal.
1922 Ondergrond lichtbruin - Overdruk roodbruin - Opdruk soort,
hoeveelheid en prijs In zwart, Tekst "KLEINHANDELSPRIJSde" prijs
1925
1925 staat tussen = =bii het lintzeael.
1925 Zelfde als 1922voorzien van een tweede ondergrond in blauw
en 2x3 groene streoen (opmaken oude banderollen).
1935
1940 Definitieve uitgifte: Ondergrond lichtbruin - Overdruk groen -
Opdruk gewicht, soort, prijs in zwart. Tekst "KLEINHANDELSPRIJS"
1941
1943 en prijs tussen = === bii het llntzeael (afb .A).
1943
Navorderingszegel getand, om bij te plakken bij reeds geban-
derotleerde pakjes. Formaat 28 ½ bij 21 ½ . Ondergrond licht-
bruin, overdruk groen.
Zelfde als 1925 definitieve uitgifte, nu echter zonder de tekst
"Kleinhandelsprijs" en de orliszonder==== (afb.B).
Ondergrond bruingrijs- Overdruk blauw- Opdruk soort, prijs en
hoeveelheid in rood. Looptijd van 15-9-40 tot 1-4-41 (afb.!)
Aanvano noodbanderotlen in Nederland.
Zelfde als 1940,nu prijs met opcenten. Voorbeeld 20+6 (afb.C).
Zelfde als 194l Nieuwe gewichtsklasse, pakjes van 40 gram.
Waarden : 24+7 ½, 28+8 ½, 36+11,44+13 ½, 48+14 ½.
Banderol voor levering vrij van accijns aan de het Duitse leger.
In plaats van een waarde vermeldt de tekst: Hergestellt für die
Deutsche Wehrmacht. Ondergrond lichtbruin overdruk in don-
kerbruin (afb.E).
1467
1afb .2
1944 Ondergrond bruingrijs - Overdruk paars - Opdruk soort, prijs en
hoeveelheid in zwart.Waarden 40 grams pakjes: 24+22, 48+43
½, 32+29. Voor pakken van 500 oram f 1.80+1.62.
1944-45 Noodbanderol. Soms gestempeld (afb .2) of soms een primitieve
druk (afb.G).
Noodbanderol: Ondergrond wit papier - Overdruk blauw -
Opdruk soort,hoeveelheid,prijs in rood. Fabriek in zwart. Tekst:
NOODBANDEROLLENEDERLAND. Druk V.D.E. Eindhoven (atb.DJ.
1945 Noodbanderol: Ondergrond oranje papier - Overdruk en Op-
druk in blauw (afb .F).
1945 Exact dezelfde banderol a ls in 1941, zelfde waarden met op-
centen. Looptijd 15-3-45 tot 1-6-46.
1946 Zelfde banderol als 1941, door verlaging opcenten andere
waarden . Voorbeeld 20+2 ½.
1949 Exact dezelfde banderol als in 40, zonder opcenten. Looptijd
van 1-1-49tot 1-4-49.
1949 Vanaf l april de BENELUXbanderol. In plaats van Nederland
staat aan het begin van de uiteinden BNL. Ondergrond bruin-
grijs- Overdruk en Opdruk blauw (afb.J).
1955 BENELUXbanderol, zelfde als in 1949 maar nu met kleine vier-
kantjes om de leeuwen (atb .KJ.
1957 Zelfde als 1955, echter smaller lettertype bij prijs en/of hoeveel-
heid (ofb.L).
1959 Nieuwe ongetande zegel. Ondergrond met Benelux motief in
geelbruin - Overdruk in bruin. Beeldformaat 4x2 cm. Tot heden
gehandhaafd voor shag, zij het met steeds wisselende kleuren.
1966 Zelfde als BENELUXbanderol van 1949 zonder vierkantjes. Tot
heden nog gebruikt voor pakken tabak, met wisseling van kleur
bij accijnsverander ing.
1468
No 1966 zijn er onvoldoende bronnen aanwezig om de ontwikkeling van
de banderol te volgen. Verzamelaars van recenter materiaa l zullen zelf op
onderzoek moeten gaan. Meer gegevens over noodbanderollen zijn te
vinden in het boek van Prof.Dr.J.Van der Poel (zie bronvermelding ).
Toch wil ik een recente ontwikkeling niet onbesproken laten, namelijk de
omzetting van gulden naar euro (afb .M ,N,O). Vanaf eind vorig jaar ver-
schenen banderollen met belde bedragen. Hier Is sprake van een korte
looptiljd zodat deze verpakkingen nauwkeurig te doteren zijn. Ook de
waarschuwingsteksten op banderollen zijn van recente datum (afb.P).
•.M N 0
p
~-
P1ïs van gulden naar euro in 2001-2002 'Il' . '.M i 11'::i:q••i~,
waarschuwingstekst
Aanvullende middelen bij dateren
Als de looptijd van een banderol lang is, kunnen we ter ondersteuning naar
andere zaken kljken. Prijslijstenvan fabrikanten en grossierskunnen met de
waarden van de pakjes vergeleken worden. Rekeningen evenzo, omdat
die gedateerd zijn. Verder werden vroeger tabaksalmanakken uitgegeven.
De prijzen van de tabaksproducten werden daarin vermeld. Ook de re-
clame kan een oplossing bieden aangezien tijdschriften van datum zijn
voorzien. Vooral als er In de advertentie een prijs bij het product vermeld
staat. Aangezien een bepaald merk soms heel lang meegaat is het ook
aan te raden naar de druktechniek en het ontwerp te kijken. Zeker als de
banderol Incompleet Is. Vaak verandert er wel iets in de loop der jaren.
Door veel te onderzoeken en te combineren krijgt men er zicht op. En dan
kan men aan de hand van feiten de ouderdom van een pakje tabak een
stuk nauwkeuriger bepalen. Door verzamelaars uit het verleden zijn bande -
rollen bewaard gebleven. Net als postzegels probeerde men alle waarden
te pokken te krijgen. Voor de tabaksverzamelaar is het een Ijdele wens om
van elk type een voorbeeld te vinden voor studiemateriaal.
1469
1925-1936 1935-1940 1941-1946 1944-1945 1943 1945
~ ---ro _en_ __ ~ roen blauw blauw bruin blauw /oran·11
Herkomst afbeeldingen 1.
Uit "Gezegeld Roken"afbeelding 2, Een G
Uit "De geschiedenis van het Nederlands fiscaal zegel "afbeelding
Alle andere afbeeldingen uit de verzameling van de schrijver
1470
G
M>GRAM
40 CENT
40PC.'36 CT.
• 1944 1946-1949 1940-194 1 en 1949-1955 en 1955-1966 1957-1966
op pakpap iê'r blauw 1949 na1966 blauw
zwart blauw blauw b la uw
Geraadpleegde bronnen:
Poel, Prof.Dr.J.van der- De geschiedenis van het fiscaal zegel 1624-1954.
Uitgeverij Dovo (1954)
Anoniem - Gezegeld Roken. Uitgegeven tijdens de gelijknamige expositie
in het belastingmuseum te Rotterdam In 1980.
Enschedé, E.J.- Lijstmet tot nu toe bekende waarden van tabaksbande--
rollen, bijgewerkt tot 1981
Roesslngh,H.K.- Inlandse tabak. A.A.G. Bijdragen nr.20 (Wageningen 1976)
1471
GROTEINTERNATIONALVEERZAMELMARKT
VEEMARKTHAULTRECHT
j Op zaterdag 11 en zondag 12januari 2003 kunt u
.I tussen 9.30 - 17.00 uur deze verzamelbeurs bezoeken .
,..1 Voor de meest uiteenlopende verzamelobjecten
kunt u terecht bij de circa 600 standhouders.
De Veemarkthal ligt nabij de A27. Entree bedraagt
€ 3,50 (pas 65+ € 3,-). Het parkeren isg ratis.
Voor inlichtingen kunt u bellen naar de organisator :
FritsSpee, tel:0317-614760
VOOR U GELEZEN:
Hollandse kolonist draaide 'blows' van laurierbladeren
Onder deze kop stond in de Volkskrant van 23-09-02 het volgende ber icht:
Chemisch onderzoek van twee stenen pijpjes, gevonden in het Fort de Goede Hoop
in Kaapstad, heeft aan het licht gebracht dat dit rookgerei niet werd gestopt met ta-
bak, maar met nootmuskaat en laurierbladeren. Van deze keukenkruiden is bekend
dat roken ervan in de juiste hoeveelheid een geestverruimend effect heeft .
De analyse van de pijpfragmenten suggereert dat de Hollandse kolonisten in de tijd
van Jan van Riebeeck (1619-1677) driftig experimenteerden met allerlei kruiden
die toen aan de Kaap beschikbaar kwamen.
Het roken van laurierbladeren is mogelijkerwijs door de Nederlanders afgekeken
van de oorspronkelijke bevolking aan de Kaap . Van de Khoi is bekend dat de her-
ders kamferbladeren rookten. Het geestverruimende effect daarvan is vergelijkbaar
met dat van laurierbladeren. Jan van Riebeeck is verantwoordelijk voor de intro-
ductie van de laurierboom in Zuid-Afrika.
Het Kaapse pijpenonderzoek is een vervolg op vergelijkbare studies in Engeland
waar in de pijpen van William Shakespeare sporen van cannabjs en cocaïne werden
gevonden. De huidige vondsten in Fort de Goede Hoop zijn het begin van nader
speurwerk naar het rookgedrag in Zuid-Afrika door de eeuwen heen. Het is moge-
lijk dat ook het rookgerei van de Zuid-Afrikaanse staatsman Paul Kruger aan
grondig onderzoek zal worden onderworpen.
Sigarettenverpakkingen van 10 zullen snel verleden tijd zijn stond op een
bijsluiter van een l Ostuks verpakking van het merk Camel. Dit heeft te ma-
ken met de veranderde richtlijnen. Camel zal een blikken doosje op de
markt brengen dat rokers zelf met l O sigaretten kunnen vullen uit een nor-
male verpakking. Verzamelaars kunnen uit de oude winkelvoorraad mis-
schien nog een van de dr ie uitgebrachte Camelpakjes te pakken krijgen.
1472
25e JAARGANGNR. 100 APRIL,2003
INHOUDNAN DEREDACTIE 1473
LITERTAUURSIGNALEMENTEN 1474
VARIA TABACOLOGICA: EENPIJPREINIGERSSET? 1475
DEINDIASEOPSTANDVAN 1857ENNANA SAHIB 1476
DIRCKVAN WINGERDENBEIJDENIEUWEBROUWER 1481
PIJPENMAKERSKNECHTTEENRUGIN DENBOSCH 1484
JACOBPIJPEN 1485
TABAKSBONNEN1 1491
STICHTINGNEDERLANDSTEABAKSHISTORIE 1500
VAN DEREDACTIE
- Voor u ligt het 1OOstenummer van de PKN, het resultaat van het 25 Jaar
lang uitgeven van een kwartaalblad. Als bijlage ontvangt u de Index van
de laatste 20 nummers, zodat u snel Ietsterug kunt vinden. We hopen dat u
ons blijft steunen om lid te blijven; nog beter Is het anderen lid te maken
om zodoende het blad betaalbaar te houden.
In het volgende numme r gaan we in op de activiteiten I.v.m. ons Jubileum,
de PKN-dag , de tentoonstelling en een nieuw boek.
NIEUWEPUBLICATIE
- Jos Engelen legt de laatste hand aan een publicatie over het pijpenon-
derzoek in Maastricht. Totaal 42 pagina's tekst met afbeeldingen en bijla-
gen. Uitvoering A4, thermisch gebonden met harde kaft en plastic be-
schermpagina. Verschijning omstreeks september.
Bijintekening kost dit katern€ 6,-, af te halen op de pijpendag. Anders€ 7,-
+ porto. U kunt Inteke nen bij Hans van der Meulen tot 1 augustus a.s.
WEBSITES
- Hierond er een paar aardige websites om een bezoekje te brengen:
ANTIQUARIATEN www.antlqbook.nl
BLIKKENVERZAMELINGhttp://home.hetnet.nl/~blikkenparade
TABAKSFABRIETK.A.POOLen BERNARDOSIGARENFABRIEK
http://www.verenlgin goudhoorn.nl (kijk bij be drijven )
v.RossEM'S
DE BESTE VARINAS
Overal verkrijgbaar à 25' .rp.ons pakJe.
1473
LITERATUURSIGNALEMENTEN
door M. Rutten
- The pipe year book 2002 (uitg, Academie Internationale de la Pipe te Parijs; 84
blz. excl. ledenlijst; ISSN1023-5868; o.m. verkrijgbaar bij Ron de Haan ad€ 15,95)
bevat een tiental, merendeels korte bijdragen. Ruud Stam geeft een eerste over-
zicht van de export van Europese kleipijpen naar de U.S.A. De bedoeling is dat de
resultaten van verdere studie (die, zoals de auteur aangeeft, verre van eenvoudig
is) in PKNverschijnen. Van Antoni PASCUALis een korte bijdrage opgenomen over
sigarenringen met afbeeldingen van pijpen. Jean-LEOschrijft over Simenon en de
pijp. Otto POLLNERbeschrijft in kort bestek de Duitse rookpijp in de l9e eeuw.
Voorts een opstel over dierenfiguurpijpen van Gambier en de prenten van
Grandville door Michel GARREAUv;an deze auteur ook een bijdrage over een po-
litieke pijp (Tsaar Nicolaas I van Crétal en Gallard); een wat uitvoeriger artikel van
BornabosT.SUZUKoIver de export van Kiseru uit Japan en de invloed daarvan op
pijpen, vervaardigd in andere Aziatische landen; Ron de HAAN werpt een blik op
een 1weetal Nana Sahlb-pijpen (van Picard en Gambier); het raadsel waarom de-
ze zo ve rschillend zijn, kan niet helemaal worden opgelost ; het afsluitende, wat
langere artikel is van de hand van Alan BORVOen gaat over Inuit-pijpen. Kortom,
voor elk wat wils.
- In Japan verscheen een boek over vondsten in Decima met o .m. 1wee hoofd -
stukken, gewijd aan roken en tabak. Helaas is het boek nagenoeg geheel in het
Japans (uitg. KobayashiKatsu 2002; via http://www .nichigaLco.jp/ vermoedelijk
bereikbaar; ISBN4-8169-1733-0; 345 blz.; prijs 3800 Yen).
• The Imper ia! Story 1901-2001, Ce lebrating one hundred years, is een glossy ver-
zorgd softcover vogelvlucht-herdenkingsboek over de gelijknamige tabaksfirma
en (de) maatschappijen die daarin in die periode zijn opgegaan (Rapaport $12,-).
- Het Kakegawa Ninomaru Museum of Arts gaf een 1weedelige catalogus (48 en
60 pagina's) uit over opiumpijpen en aanverwante voorwerpen; veel foto's met
korte toelichting (alleen in het Japans) (Rapaport $ 32,-).
- In Pipes, vol. 7, nr. 3, o.m. een aardig, goed geïllustreerd artikel van Ben RAPA-
PORTgetiteld: The paradox of the porcelain pipe.
• In Pipes, vol. 7, nr.·4 schrijft Ben RAPAPORTover de vele tabacologische musea
die de laatste tijd in Europa en de U.S.A. zijn gesloten. Niet uitgesloten Is dat veel
tabacologisch erfgoed hiermee voor eens en altijd onzichtbaar wordt.
Maar gelukkig is er ook wat positiefs te melden:
• Het Museum van het Pijpenkabinet in Amsterdam is afgelopen najaar dan ein-
delijk echt geopend (advies: bij een voorgenomen bezoek even bellen);
• Eerder was bekend geworden dat het Seita tabaksmuseum in Parijs de deuren
heeft gesloten. In Cigares & Co d.d. aug,/september 2002 (en eveneens in Ciga-
res, Ie magazine du puro d .d. juli 2002) is een uitvoerig artikel gewijd aan een
nieuw tabaksmuseum in Parijs. Mitchka en TigraneHADENGUEhebben het lntiatief
genomen voor een nieuw, breed opgezet, museum; Le musée du Fumeur, 7 Rue
Pache, 75011; geopend dagelijks behalve maandag van 10.30 tot 19.30 uur; zo te
zien een bezoek zeker waard: www.museedufumèur.net .
14 74
VARIATABACOLOGICAE: ENPIJPREINIGERSSET?
door Jos Engelen
In de collectie van Peter Bakker bevindt zich een aantal voorwerpen
waaNan de functie onduidelijk is: het werd hem gepresenteerd als een
pijpreinigersset, wat gezien het voorkomen van pijpreinigers binnen deze
voorwerpen aannemelijk leek. Het betreft hier achtereenvolgens:
► Een metalen beugeltje, gemaakt van gestanst staal en verchroomd
► Een glazen buisje, voorzien van een met schroefdraad gekoppeld
koperen uiteinde
► Een rood rubberen slangetje
► Een glazen buisje met haaks gebogen rond uiteinde
Onderstaand beelden wij deze voorwerpen af, exclusief de bekende
pijpenragers.
Bij aankoop van deze voorwerpen werd erbij verteld, dat zij waarschijnlijk
waren bedoeld om pijpen schoon te maken, en dat zij afkomstig waren uit
- • = de sigarenzaak van
Opa uit het begin van
de jaren 40 of 50. De
echte functie met de
onderlinge relatie van
buisje en slangetje was
echter onbekend. Van
het metalen beugeltje
kan men redelijkerwijze
de conclusie trekken
dat het gediend heeft
om de aangezette
binnenkant weer tot de
juiste proportie terug te
brengen, maar naar de
functie van buisje en
r--------0Q slangetje kan men
slechts gissen. Moest er
gewerkt worden met
water, vuur en stoom.
En wat zou de volgorde dan moeten zijn? Gezien de grootte van het
beugeltje worden waarschijnlijk bruyèrepljpen bedoeld.
Wie kan duidelijkheid hierover verschaffen? Reacties naar tel.: 071-3610970
1475
DEINDIASEOPSTANDVAN 1857 EN EENVAN ZIJNLEIDERSN:ANA SAHIB
door Ron de Haan
Het kan voorkomen dat een nieuwe aanwinst ervoor zorgt, dat de afge-
beelde persoon op de pijp je bijzondere interesse wekt. Zo verging het mij
ook bij de aankoop van een Franse figurale manchetpijp. De adellijk uit-
ziende, besnorde persoon draagt op het revers de intrigerende naam Na-
na Sahib (foto 1). Op de ene zijde van het manchet staat voorts vermeld:
A PICARD en op de andere zijde het vormnummer 482. Tenslotte staan in
het midden onder de pijp in een ovaal de letters CPB afgebeeld (foto 6).
Gambier
Voor de echte verzamelaar is een pijp met de afbeelding van Nana Sahib
niet nieuw. Immers, ook de bekende firma Gambier vervaardigde een pijp
met de voorstelling van deze man. De krachtig uitgebee lde figuur lijkt ech-
ter op generlei wijze op de in verschillende catalogi van Gambier
(waaronder die uit 1868en 1894)afgebeelde persoon (afb. 2).
Ondanks een uitvoerige speurtocht in de literatuur en op internet zijn tot op
heden geen duidelijke portretten bekend van Nana Sahib (of Saïb), die
toch zo belangrijk is geweest voor de geschiedenis van een van de groot-
ste Britsekolonies: India.
Van adel tot opstandeling
Nana Sahib, ook wel Dandhou Panth genoemd, werd in 1825 geboren. Hij
was de adoptiefzoon van de laatste Pascha van de Marathen. Aanvan-
kelijk diende hij in het Engelse leger, maar na ernstige meningsverschillen
stapte hij op ... Een van die meningsverschillen betrof het feit, dat hij als
"prins" recht meende te hebben op een pensioen. Volgens de Engelsen
kwam hij daarvoor echter niet in aanmerking.
Kort na de beêindiging van zijn carrière in het leger raakte hij betrokken bij
de Indiase opstand, die een van de belangrijkste gebeurtenissen uit de In-
diase geschiedenis zou worden: "The Indian Mutany''.
Nana Sahib werd een van de belangrijkste leiders van deze opstand . De
rellen vingen aan in 1857 in Kanpur, een stad aan de Ganges in Bengalen.
Hij verkreeg zijn grootste bekendheid door zijn wreedheden. Hij liet de ge-
vangengenomen vrouwen en kinderen van de Engelse troepen bij hon-
derden op beestachtige wijze afslachten.
Uiteindelijk werd hij, na eerdere mislukte pogingen tijdens de strijd om de
residentie "Lucknow", in 1857 door Generaal Havelock (afb. 5) verslagen
en vluchtte in 1858naar Nepal.
Nana Sahib verdween in de anonimiteit, maar zijn reputatie vormde aan-
leiding tot het maken van figurale pijpen ....
1476
foto 1 foto6
ltVie was Sir Henry Have/ock?
Sir Henry Havelock werd op 5 april 1795 geboren in Sunderla nd (Durham,
Engeland). Hij groeide op in een religieus gezin en volgde op 20-jarige
leeftijd twee van zijn broers die reeds als militair in India werkzaam waren.
Als militair maakte Havelock een aantal oorlogen mee, waaronder de
Burmese oor log (1824-1826) tot de Afghaanse oorlog (1839-1842). Hiervoor
werd hij weliswaar onderscheiden, maar in de hiërarchie van het leger
klom hij echter maar langzaam op. Zijn grote doorbraak kwam, toen hij in
1857 bij de vierde poging de residentie Lucknow ontzette en de vijand van
Engeland, Nana Sahib, versloeg . Voor deze daad werd hij tot ridder gesla-
gen en kreeg promotie tot Major Genera!. Hij kon echter maar kort genie-
ten van zijn onderscheiding. Kort daarna, op 24 november 1857, stierf Ha-
velock in India aan dysenterie.
1477
foto 3 ... afb. 5 "
Havelock de tail of an en9ra . ,ng
1478
Politieke pijpen
Opvallend ishet dat vele - met name Franse - pijpenfabrikanten in hun ca-
talogi politieke en anderszins bekende personen afbeelden. Ook valt op
dat deze fabrieken tevens een sterk aanbod hadden van algemene ka-
rakterkoppen. Vaak betroffen het oosterse mannen, voorzien van een
zware snor, een volle baard en een tulband. Aangezien afbeeldingen van
de held Nana Sahib onbekend zijn, ishet te verklaren dat de pijpen van de
verschillende fabrieken voor wat betreft deze figuur dus behoorlijk verschil-
len.
Het afzetgebied van deze Franse pijpenmakers was net als hun collectie
groot. Sommigen hadden verkoopkantoren in diverse landen van Europa,
maar zelfs ook in Amerika. De pijp met de afbeelding van Nana Sahib
moet haast wel uitsluitend een product zijn geweest voor de export, gezien
de voorgaande geschiedenis. Met name de Engelse markt moet het af -
zetgebied zijn geweest. Hoewel aan Engeland zelf natuurlijk als eerste ge-
dacht moet worden, ishet niet onwaarschijnlijk dat ook in de koloniên, zo-
als India, de pijp een geliefd artikel werd.
De fabrikant
Over de fabriek van Gambier is al veel geschreven, maar over de firma A.
Picard veel en veel minder ...
Picard was een kleine fabriek In het Noord-Franse Rennes in Bretagne. De
fabriek leverde een zeer hoogwaardige kwaliteit pijpen, die slechts zelden
in de verzamelaarswereld te vinden zijn.
In Rennes zijn in het midden van de l 9e eeuw twee pijpenfabrikanten
werkzaam geweest. Deze staan beschreven in deel 65 van de serie
'Memoires de Bretagne'. Het boek van Bernard Lebeau verscheen in 1998
en handelt over 'la piperie Crétal-Gallard'.
De families Crétal en Gallard waren door hun familiebanden sterk met el-
kaar verbonden.
Jacques -François Crétal was van beroep pijpenhandelaar. Uit het tweede
huwelijk van Jacques-Franç ois met Rose Désirée Guiteau werden vier kin-
deren geboren. De beide broers kozen de richting van hun vader. De oud-
ste werd onder meer directeur van de pijpenfabriek. De andere werd fa-
brikant, en hierdoor werden ze in Rennes In zekere zin elkaars concurren-
ten.
De jongste broer, Auguste-Marie-René Crétal, associeerde zich met Eugène
Pitre René Gallard. Dit werd een grote fabriek, die in de topjaren tussen de
l O en 20 miljoen pijpen op jaarbasis fabr iceerde. We kunnen dus spreken
van een succesvolle fabrikant. De pijpen van deze fabriek zijn gem erkt met
'Crétal & Gallard à Rennes'. Het doek voor deze firma viel in 1862, mede
als gevolg van de industriële revolutie, maar ook als gevolg van de op-
komst van meerschuim- en bruyèrepijpen.
1479
De CV van Crétal en Picard
De oudste broer, François Jean-Baptiste , werd behalve directeur van de
pijpenfabriek ook pijpenhandelaar en advocaat. Dat blijkt althans uit een
akte die is gedateerd op 1 december 1853. De akte verhaalt van de op-
richting van een commanditaire vennootschap met Alexis Picard en F. But-
tel. Voor de geplande uitbreiding van de fabriek van Crétal associeerde hij
zich met A. Divel, de eigenaar van het voor uitbreiding beoogde terrein.
De toestemm ing tot oprichting van de vennootschap was Iets eerder ver-
leend, namelijk op 16 november 1853. Uit de toevoeging in de kantlijn blijkt
dat Alexis Picard de stichters van de fabriek had opgevolgd, en uit de akte
van 1 december 1853 blijkt dat Alexis Picard het beheer en de tekenbe -
voegdheid had verworven.
Of dat ook inhield dat de pijpen alleen nog met A. Picard gemerkt wer -
den, isonbekend. In elk geval zijn pijpen, gemerkt met Crétal en Picard , tot
op heden onbekend, en ook Crétal alleen komt niet voor. Ook het lot van
deze fabriek was kort. Picard hield het slechts twee -jaar langer vol dan
Crétal en Gallard en sloot de poorten in 1864.
De pijp van Nana Sahib
Op de pijp van Nana Sahib staan, zoals gezegd, de drie initialen CPB in
een ovaal op de onderkant van de pijp (foto 6). Gezien de samenwerking
binnen de commanditaire vennootschap is het dus waarschijnlijk, dat de
letters staan voor de namen van de drie vennoten, te weten Crétal, Picard
en Buttel.
Gezien het korte bestaan van de fabriek is de pijp ook redelijk nauwkeurig
te dateren. De pijp met de afbeelding van Nana Sahib moet In Rennes zijn
vervaardigd tussen 1853 en 1864.
Besluit
De door de firma's Picard en Gambier vervaardigde pijpen van Nana Sa-
hib zijn totaal verschillend. Toch betreft het In beide gevallen één en de-
zelfde persoon. Het zou kunnen zijn, dat Nana Sahib is afgebeeld in twee
verschillende periodes van zijn leven. In dat geval heeft A. Picard Nana
Sahib afgebeeld als officier van Indiase afkomst in het Engelse leger, com-
pleet met uniform en westerse trekken. Gambier daarentegen beeldde
hem af als verzetsstrijder, compleet met tulband en baard (foto 3 en 4). Ze-
kerheid daarover bestaat echter - vanwege het tot op heden ontbreken
van goede afbeeldingen uit deze periode - niet.
Tenslotte is het toch opvallend te concluderen dat een stuk tragedie uit de
Engelse geschiedenis in de persoon van Nana Sahib is vereeuwigd door
twee Franse pijpenfabrieken.
Foto's: Arjan de Hoon, Hilversum
1480
OIRCKVAN WINGERDENBEIJDENIEUWEBROUWER
door Jan van Oostveen
In 1991 verscheen onder de VOM reeks van de gmeente Den Haag een
boek dat betrekking heeft op de Haagse vondsten die zich in particulier
bezit bevinden. Op pagina 60 van dit boek vinden we een afbeelding van
een versierde kleipijp. Op de linkerzijde van de kop staat een hand die een
druiventros vasthoudt. Op de rechterzijde van de kop, die niet is afge-
beeld, staat een ton. De steel is rijkelijk versierd en bestaat uit wijnranken
die wordt beëindigd door de tekst "DIRCK VAN WINGERDENBEIJDENIEUWE
BROUWER.· Een soortgelijk exemplaar staat hieronder afgebeeld:
Ngemeen la. 17625
Deductieve kopkenmerken lb. ·s-Gravenhoge
Deductieve steelkenmerken 2a. Trechter
Conclusies/gevolgen 2b. Kuisheidswapen / Ton
2c. -/·
2d. -
2e. Ongeg laasd
2f. Gebo tt erd
2g. Geen radering rondom ketelopening
2h.
3a. Druiventrossengev olgd door de tekst
'DIRCK VAA WINGERDENBEIJDENIEUWEBROUWER"
3b.
3c.
4. 1687-1713
5. Gouda?
6.
7. (CAR_19199la_p .60J
148 1
In dezelfde publicatie worden historische gegevens betreffende Dirck van
Wingerden beschreven. Dick van Wingerden blijkt in 1680 getrouwd te zijn
met Marîtge Hoogstraeten. In 1787 koopt hij voor fl. 1000, - vier huizen en
eNen aan de westzijde van de Brouwersgracht, zeer waarschijnlijk de hui-
dige nummers 11 t/m 17. De zuidzijde van d it huizenblok grenst aan de
voormalige Brouwersstraat die heden bekend is als de Spijkermakersstraat.
In 1697wordt Dirck brandewijnverkoper genoemd, in 1699tabaksverkoper,
en in 1713 is hij overleden.
DE cijt,cerbaerefeught,dac.rinwy hcdenlevcn
lsdooreenloffewaentot 1ndeluchtnaedreven,
F ir De
De versiering op deze pijp is nimmer verklaard en de linkerzijde lijkt de op-
lossing voor het geheel te zijn. Zoals nog te zien is, ontspr ingt de hand uit
1482
een wolkje; een tekenwljze die men veel tegenkomt In prenten die o.a. zijn
afgebeeld in boeken van Cats.
Ook deze hand die een tros druiven vasthoudt, Is afgebeeld In een werk
van Cats, namelijk "Houwelijck#, dat voor het eerst In het jaar 1625 In
Middelburg verscheen.
Het devies bij deze prent luidt ~FLOS MJH! DOSH, dat "mijn vrijsterwapen"
betekent. Op deze prent houden twee gesluierde vrouwen de maagden-
krans omhoog. De onaangetaste druiventros verbeeldt hun kuisheid.
De schildpad en de kameleon symboliseren zedigheid en schaamte: de
schildpad draagt immers zijn eigen huls altijd met zich mee en de kamele-
on verschiet van kleur. De tekst boven deze prent zegt dat de vrouw als
bruidsschat de maagdelijkheid - haar bloempje - meeneemt.
De steel van deze pijp bevat naast de geschreven reclame ook een ver-
wijzing naar de eigenaar van het café. De wijnranken zijn immers een di-
recte verwijzing naar de achternaam ·wingerden#.
Op basis van de afbeelding op de linkerzijde van de kop zou m.l. deze pijp
reclame voor Dirck van Wingerden maken om huwelijken bij hem te hou-
den. Deze veronderstelling wordt ondersteund door de afbeelding op het
titelblad van de ~Echtzang op het huwelijk van den heer Hendrik Meule en
mejuffrouw Catharina Engelenberg· op de vijfde van den bloeimaand
1782te Amsterdam. Ook op dit titelblad staat het vrijsterwapen afgebeeld
en het blijkt dat dit teken, 150 jaar nadat het voor het eerst Is gepubli-
cee rd, nog steeds actueel is.
De wijn- of bierton aan de rechterzijde van deze pijp Is een verwijzing naar
de drankgelegenheid van Dirck van Wingerden.
Literatuur
- Boheemen, P. van e.a., 1989. Kent en verslnt Eer datje mint; Vrijen en
trouwen 1500-1800.Zwolle.
- Cormlggelt, A., 1991. Een beeld van een vondst; Haagse archeologische
vondsten in particulier bezit. VOM reeks 1991-4.Den Haag.
Het beste Hel IH19Jewalzi.,feven kon
wat zij een
geven kon ... BARNSTB.ENEN
51GARENPIJPJE
merk,
R.K.PRRMIER
♦ VOORE/IGROS
C.DER'JK&Z!!."'"
AHSTERDA/'1.
1483
PIJPENMAKERSKNECHTTEENRUGIN DENBOSCH
door Piet Smiesing
Jaren geleden rookte ik in het Utrechtse gemeentearchief in gesprek met de heer
Dumerniet, die hier op zoek was naar zijn voorzaten. Toen hij hoorde dat ik op zoek
was naar pijpenmakers, riep hij triomfantelijk uit: "Dan heb ik voor u een aardig ar-
chiefstuk waar maar liefst 5 pijpenmakersknechten in voorkomen!" Prompt kreeg ik
een kopie van de t rouwakte van Johannes Andries Dumernit en zijn vrouw Anna
Mockay. Aangezien dit huwelijk in 's-Hertogenbosch plaatsvond en ikzelf op zoek
was naar Utrechtse pijpenmakers, speelde ik de gegevens door aan Eddie Nijhof
die toen bezig was met een onderzoek naar pijpenmakers in Den Bosch. Hij ver-
werkte deze gegevens in: "De Bossche pijpenindustrie en haar producten".
Blijkbaar was hij in de veronderstelling dat het huwelijk in Utrecht was voltrokken,
want hij schrijft: "op 11januari 1817 trouwde in Utrecht Johannes Andries Dumemit
met Anna Mackay. Als getuigen traden zijn collega pljpmakersknechten op. Dit
waren Pieter Korver, Wilhelmus Ceroen, Frederic Marinus en Martinus Houdljk, van
de laatste drie personen is niet bekend waar ze vandaan komen°,
De voltrekking van het huwelijk vond in 's-Hertogenbosch plaats en niet in Utrecht.
Aangezien de vergissing nooit in een latere publicatie is rechtgezet en de gege-
vens voor de pijpenindustrie in 's-Hertogenbosch toch relevant zijn, wil Ik dit no al
die jaren alsnog even doen.
Huwelijk in 's-Hertogenbosch
Op 11januar i 1817 's morgens om elf uur verschenen Johannes Andries Dumernit,
oud 21 jaar, geboren en gedoopt in 's-Hertogenbosch op 14 mei 1795 en Anna
Mackay voor de ambtenaar van de burger lijke stand van de stad ·s-Hertogen-
bosch, om hun huwelijk te doen voltrekken. Johannes Andries was de zoon van
Jacobus Dumernit (niet aanwezig) en de kantwerkster Hanna de Ruyter.
Als getuigen traden op:
1. Pieter Korver, pijpenmakersknecht, oud 24 jaar
2. Wilhelmus Ceroen, pijpenmakersknecht, oud 24jaar
3. Frederic Marinus, pijpenmakersknecht, oud 26 jaar
4 Marinus Houdijk , pijpenmakersknecht, oud 30 jaar
De moeders, en de pijpenmakersknechten Ceroen en Marinus verklaarden niet te
kunnen schrijven en konden hun getuigenis dus niet bezegelen met hun handte-
kening. Johannes Andries Dumernit tekende met de naam Dumerniet.
Waarschijnlijk werkten deze knechten in de pijpenfabriek van Leonard Eros, die
van 1811tot 1848 productief was.
Geraadpleegde literatuur
- Duco, Don, Pijpmakers in 's-Hertogenbosch, Pijpelijntjes, 1978,jrg. IV, nr. 3.
- Hurk, J.L.F.van den en E. Nijhof, De Bossche pijpenindustrie en haar producten,
PKNXXIII,1983,p. 606t/m 67.
- Janssen, H.L. (red.), Van Bos tot Stad. Opgravingen in 's-Hertogenbosch , deel Il,
hoofdstuk 21, Pijpen, p. 229 t/m 236.
1484
JACOBPIJPEN
door F. Tymstra
Jacob met tulband en g rote baard Is een gewild verzame lobject en daardoor in
veel verzamelingen aanwezig . Wie de persoon op de pijp voorstelt laat ik In het
m idden, er zijn twee theor ieën, Jacob de bijbelse figuur en Jacob de Zouaaf. De
aanleiding van dit a rtikel is een react ie op het boek "Cu lottage des pipes· de
reprint van Bernard Mamy, waarin vee l Jacobpijpen afgebeeld en beschreven zijn.
Aangezien er meer bekend zijn leek het mij interessant om een (voorlopige) lijst van
Jacobpijpen samen te stellen. Ik ben uitgegaan van p ijpen d ie zich bevinden In
co llect ies van PKN-leden, afbee ldingen uit fabrikantencatalog i, het boek van
Mamy en het boek "Les pipes en terre Job Clerc" van André et Mariëtte Lec lalr. In
"Pijpè nfabriek Trumm -Bergmans te Weert"van Jos Engelen staat een Jacob va n
Trumm-Bergmans afgebee ld. De beschrijving van de pijpen In Mamy berust in
hoofdzaak op visuele waarneming. Als de pijp niet alle tekst en nummers du idelijk
laa t zien kunnen er zich verg issingen voordoen.Doo r vergelijkend o nderzoek ka n ik
het volgende op merke n: Alle genoemde ma t en van de pijpen kunne n afwijken
door krimp tijdens het bakproces, door afsnijden van de kop en de meettechnie k
van de onderzoeke r. Een verschi l va n l à 2 mm is a ls normaal te zien.
Ma my moe t zijn
WlnQender 351 Winaende r 85 7, (Ch okier)
CHOKIER 1508 CHOK IER1500 (F.Wlnaender)
J.W .et C. 771 (Ma nchester?) J.W.& C. l 74 (Julius Winqender, Höhr)
nr.297 DEM AM DERJACO B (?) 297 DEMANDER JACOB, (Victor Belle)
GOO DEWAAGEN GOEDEWAAGEN (nr.805 Abraham)
Dutel Gisclon 1670 moaeliik : Dutel G lsclon 610
Schmidt frères 793 mooe liik: Schm idt frères 795
Het onderzoek beperkt zic h tot de pijpen die aan ee n fab riek gerela teerd kunnen
worden. Bulten het ood~ vallen de Jacobpijpen va n onbekende herkomst,
alle var ianten (m .u.v. verschillende tek sten op de tulband) en gegevens uit
hande larencata logi. Dit zou nog een jarenlang o nderzoek vergen.
O PMERKINGEN:
l . De Jacobpijp staat In de Gamblercata logus van 1839 en In Blanc-Gar ln
van 1838 nog niet vermeld . We l In de Gambier catalogus van 1868. In de
tussenliggende p eriode is de Jacobp ijp voo r het eerst uitgebrach t .
2. Pas in de Gambler catalogus van 1905 verschijne n Jacobpijpen met
nikkelen busjes.
3. We mogen aannemen da t Gambler de eerste fabr iek was die Jacobpljpe n
fabriceerde. Waarschijnlijk door de vraag werd het model door andere
fabrikan ten in Frankrijk, Belgie en Duitsland overgenomen. Zelfs in Neder -
land werd de pijp door Trumm-Bergman s uitgebracht : Deze pijpen zijn
lett erlijk gekop ieerd door van besta a nde Gambierp ijpen doo r vormmake r
Letschert uit Höhr een mal te laten maken.
4. In Duitsland (Höhr, Hilgert, Baumbac h) kende men een "mo nster-
catalogus", waarin modellen door meerdere fab rieken we rden
gefabriceerd. Daarb ij werd soms de vorm uitgeleend of gekopieerd . Zo
hebbe n Müllenbach & Thewa ld en J.Wingender hetzelfde nummer 174. Dit
1485
geldt ook voor de Jacob met nr.188. uitgebracht door F.W.Remy en Karl
Gelhard Nachfolge r In Hilgert.
5. Soms wordt bij fabrlekslulllng de vorm door de opvolger overgenomen.
( Noêl 378-Gambier 378, Dutet-Giscton 670-Dutet-Boucher 610 ).Hoe zit dat
met Fiolet 785b-Sc hm ld t frères 785b en Dutel-Bouc her 692- Gravee 692?
6. Ook zijn onder het zelfde numm er pijpen met verschillende tekst te vinden.
B.v . Fiolet nr. 726. J.Wlngender & Co nr.174. F.Wlngender nr.7500. ( zie lijst)
7. In de c at alogus van Vic to r Belle staan 5 maten van Jac obpljpen vermeld .
Afhank elijk van het soort gemonteerde stee l krijgen ze een eige n
catalogusnummer tussen 7035 en 7092.
8. Het merk "TOUTA NICOT" Isvan een grossier uit Avesnes sur Helpe. Hij
verha nde lde o.a tot± 1980 ee n ou de vo o rra ad va n Gam ble rpljpe n.
9. Het steelstempel "au Nargileh" is bij Lothar Hein in Hilgert aangetroffen. Hij
had opdracht pijpen te maken. hetgeen voor zover Ik weet niet Isgebeurd.
l O. De geg ot en Go edewa ag enp ljp Is een bo d emv on dst op het fab rieksterre in,
een proefmodel en niet in produkt le genomen .
Pijpenm a l vormnummer 85 1. F.Wing ender C hokier
Met dan k a an Jos Enge len. Ron d e Ha an. Ruud Stam , Arthur va n Esveld voor hun
Inform a tie over collecties tukken en aanv ullen de geg evens.
1486
voorbeelden van varianten
ambier 998 ambier996 ambier996 ambier 998
gekopieerde modellen
Gambier998 Paul Hein .&sohn 322 Trumm & Bergmans z.nr.
baard elïl< l<o ie 998 smaller t e
1487
LIJST VAN JACOBPIJPEN
Fabriek vo rm / opschrift in tulband klei hoogte typ Bijzonder br
e heden on
mmmmcamt.nr w
Gambier 3 Je suis Ie vrai Jacob w 6.1 cm s JG aeboaen col
w col
Gambier 9 Je suis Ie vrai Jacob w 5.5cm s JG col
w
Gambier N378 halve maan w 4.0 m JG (Noëlmall cat
Gambier 7~79 niet bekend w moven Im (= Noél mal) cat
w cat
Gamb1er IN)380 /halve maan) w ±4.7 cm m · /= Noêl man col
w col
Gambier IN\535 {Cést moi Jacob\ w ± 5.8 cm m /= Noêl mall col
w col
Gambier 948 Je suis Ie vrai Jacob w 9.4 cm m JG col '
w col
Gambier 998 Je suis Ie vrai Jacob w 6.0cm m JG col
w eet
Gambier 1008 Je suis Ie vrai Jacob 4.1 cm m JG cat
w cat
Gambier 10088 Je suis Ie vrai Jacob 4.8cm m JG cat
? cat
Gambier 1048 Je suis Ie vrai Jacob 7.7cm 1 m JG col
w col
Gambier • 1098 Je suis Ie vrai Jacob w 6.9cm m JG col
w col
Gambier 1498 Je suis Ie vrai Jacob w 5.1 cm m JG col
Je suis Ie vrai Jacob w col
----Gambier -1·5.98 Je suis Ie vrai Jacob arootte 1498 b JG ma
1608 ww ma
Gam. bier arootte 998 b JG ma
w col
Gambier 1608A Je suis Ie vrai Jacob w 5.9cm ïbi- JG A=ancien col
arootte 1008b JG col
Gambier 1618 Je suis Ie vrai Jacob R col
R col
Gembier 2018 niet bekend R ? b vermeldina col
R col
Gambier neen Je suis Ie vraI Jacob R 4 2cm , mJJG col
8
Fiolet 726 aeen 8 9.0cm m col
Fiolet 726 Je suis Ie beau Jacob w 8.8cm m lee
lee
Fiolet 784 Je suis Ie beau Jacob R 4.7 cm m cat
lee
Fiolet 784B Je suis Ie beau Jacob w 4 .5cm m lee
lee
Fiolet 785 Je suis Ie beau Jacob WRZ 5.0cm m LF cat
cat
Fiolet 7858 Je suis Ie beau Jacob w 6.0cm m LF cal
w lee
Fiolet 795 Je suis Ie beau Jacob 5.0cm m LF lee
WRZ lee
Fiolet aeen aeen WRZ 4.2cm m LF
WR8
8onnaud 67 Bonnaud Marseille WB 5.0cm m
WB
Bonnaud 166 Bonnaud Marseille WB 8 .4cm m
Bonnaud 167 Bonnaud Marseile w 5.7cm m
w
Bonnaud 168 Bonnaud Marseille 8.4 m
Bonnaud 169 Bonnaud Marseille 5.6cm m
Bonnaud 174 halve maan 4 .0c m m
8onnaud aeen Bonnaud Marseille 8.8cm m
Hyppolite Léon geen Je suis Ie vrai Jacob 4.8cm m
Bonnaud
Hyppolite Léon geen Je suis Ie vrai Jacob 5.0cm m
Bonnaud
Job Clerc 001 Le nouveau Jacob moven b
mianonnette m
Job Clerc 54 aeen mianonnette m
très grand m
Job Clerc 140 aeen très oetit m
oelit m
Job Clerc 142 Le nouveau Jacob petit m
oetit m
Job Clerc 354 aeen m
moven m
Job Clerc 454 aeen arand m
mianonnette m
Job Clerc 604 aeen très oetit
Job Clerc 606 aeen
Job Clerc 607 Le Nouveau Jacob
Job Clerc 608 Le Nouveau Jacob
Job Clerc 624 oeen
Job Clerc 625 aeen
1488
Job Clerc 626 aee n w petit m lee
Job Clerc 700 Le nouveau Jacob w lee
Job Clerc 750 Le nouveau Jacob extra arand m col
Job Clerc 751 Le nouveau Jacob WR 4.2 cm m lee
Job Clerc 752 Le nouveau Jacob lee
Job Clerc 753 Le nouveau Jacob WR moven m col
Job Clerc 754 Le nouveau Jacob ma
Job Clerc 755 Le nouveau Jacob w grand m ma
Job Clerc 887 Le nouveau Jacob w lee
Dutel Gisclon 357 aeen w 5 .6cm m ma
Dutel Gisclon 604 geen w ma
Dutel Gisclon 610 Je suis Ie bon Jacob w 7.1 cm m col
Du1el Gisclon 654 Je suis Ie bon Jacob w ma
Dutel Gisclon 667 Je suis Ie bon Jacob w 6.0cm m col
Dutel G isclon 865 geen w ma
Du1el Gisclon 867 Voila Ie bon Jacob w plus arand m ma
Du1el-Boucher 610 Je suis Ie bon Jacob w cal
Dutel-B oucher 692 halve maan w 5 .6cm m DG cat
Du1el-Boucher 693 Je suis ... w cat
Dutel-Boucher 867 Je suis ... w 4.0cm m DG cat
Gisclon 748 halve maan w cat
Gisclon 749 halve maan w 5.0cm m DG
Gisclon 750 halve maan w cat
Gisclon 751 halve maan w 4.0cm m DG+nr.114 cat
Gisclon 807 halve maan w cal
Gisclon 869 halve maan w 6.0 cm m DG cal
Belle 297 Demandez Jacob w cat
Belle 298 Demandez Jacob w 4.3 cm m DG cat
Be lle 299 Demandez Jacob w cal
Belle 300 Demandez Jacob w 5.9 cm m DG cat
Belle 693 tekst onleesbaar w cat
Belle 6967 Je suis Ie bon Jacob w moven m DG col
Belle 7035 Je suis Ie bon Jacob w cat
Belle 7039 Je suis Ie bon Jacob w extra arand m cat
Belle 7060 Je suis Ie bon Jacob w cat
Belle 7080 Je suis Ie bon Jacob w grande m cat
Belle 7090 halve maan w cat
Pruanaud 77 Jacob St Quentin.P. w Plus moven m cat
Schmidt-Fr . 785b Je suis Ie beau Jacob w petit co l
Schmidt-F r. 786 Je suis Ie beau Jacob w m col
Schmidt-Fr. 795 Je suis Ie beau Jacob w col
au Nam ileh aeen Je suis Ie vrai Jacob w arand moven. m col
au Nargileh 1998\ Je suis Ie vrai Jacob w ma
Noël N290 ster w petit s col
Noël N378 halve maan w col
Noël N380 halve maan w oetit moven s col
Noël N535 C'est moi Jacob w col
Hermel geen geen w petit m col
w col
Hermel geen geen wz arand m
w col
: 1= 181) halve maan w moyen m
(=183) halve maan
Knoedoen (=196) De ware Jacob arand m
Knoedaen aeen De kleine Jacob
Knoednen oeen Ik ben de wareJacob Petit m
Knoedgen
Knoedaen mand m =298 calciné
6.3 cm m
moven b
petitmoyen m
moven m
arand m
très arand m
extra grand m
7.0cm m
6.0cm m SF
6.6 cm m SF
5.2 cm m SF
8.6 cm m
6.0 cm m
3.9 cm m
4.1 cm m
4.7 cm m
5.8 cm m
5.5 cm m gietpijp
4.3 cm m gietpijp
w middel m cal
w aroot m cat
w 5.3cm m JK col
w 4.8cm m JK col
w 7.2 cm m col
1489
Knoedaen aeen Je suis Ie bon Jacob w 5.8cm b col
KnoedQen aeen Je suis Ie bon Jacob w 6.0cm m col
Daniel aeen Je suis Jacob w 9.5 cm m ma
Daniel geen Je suis Jacob w 7.4cm m col
Le vieux Jacob w 6.9cm col
P.Levèaue aeen Le vieux Jacob w 8.9cm m PL col
P.Levèque geen w m Levéque
Jacob w 5.5cm col
Heurter geen Andenne
Jacob WR 6.8cm m Heurter col
Heurter aeen L'union fait la force 7.0cm col
L'union fait la force w 9.0cm Andenne col
F.Winaender 438 Je suis Ie vrai Jacob w 9.3 cm m JH col
L'union fait la force w 5.8cm m col
F.WinQender 1500 L'union fait la force w 7.0cm m col
L'union fait la force w 5.5 cm m col
F.WinQender 1500 halve maan w 9.0cm b col
Je suis Ie bon Jacob w 6.6 cm m ma
F.Wingender 849 m
Je suis Ie beau Jacob w 9.0cm m
F.Winaender 851 w m
Je suis Ie vrai Jacob w 9.0cm
F.Wingender 852 w
Je suis ... w ± 6.1 cm
Gravee 692 w
tekst onleesbaar w ± 5.4 cm
Gravee 693 w
Je suis Ie vrai Jacob w ± 5.8 cm
ll!Z!l,IE•!···•• w m cal
Je suis Ie vrai Jacob w ± 9.0 cm
J.Wingender & 174 w m col
niet bekend w 14 cm lang
Co m cat
niet bekend middel
J.Wingender & 174 b cat
niet bekend klein
Co m cat
Je suis Ie vrai Jacob 5.9cm
J.Wingender & 175 Je suis Ie vrai Jacob 8.8 cm m cal
aeen
Co geen ± 13 cm Jana s cat
J.Wingender & 1064 ± 13 cm lang m cat
Co 6.0 m cat
6 .0cm
Müllenbach & 227 m eigen nr.322 col
5.5cm m eiaen nr.800 col
Thewald s cal
9 .0 cm s Inhoud = cata cat
Müllenbach & 174
loaus Remv
Thewald
J.Schilz 18
Müllenbach
J.Schilz 277
Müllenbach
J.Schilz 281
Müllenbach
P.Hein & Sohn aeen
P.Hein & Sohn aeen
F.W .Remy 88
Karl Gerhard 88 Je suis Ie bon Jacob w s aietoiio col
Je suis Ie vrai Jacob w m col
mmm,
Goedewaaaen aeen b col
Trumm & 175 m col
Bergmans w
Trumm & geen Je suis Ie vrai Jacob
Beramans wDe ware Jacob, + halve
Trumm & geen maan l er onder)
Beramans
VERKLARING: W = witte klei col = uit een collectie PKN-lid
R = rode klei cat = afbeelding uit catalogus
Z = zwarte klei ma = boek Bernard Mamy
8 = bruine klei lee = boek André et Mariëtte Leclair
1490
TABAKSBONNE1N
door Lodewijk van Duuren
Inleiding
Omdat In de Tweede Wereldoorlog een enorme schaarste aan allerlei
goederen ontstond, heeft de overheid distributie, rantsoenering en prijsbe-
heersing van de meeste goederen Ingesteld, waarmee het vrije verkeer
werd uitgesloten. Het doel was de eerlijke verdeling van schaarse goede-
ren, in het bijzonder voor de eerste levensbehoeften: voedsel, genotmidde-
len (waaronder tabak), kleding, serviesgoed e.d. en brandstoffen, zodat
ook de minderdraagkrachtigen deze zaken konden aanschaffen. Voor het
verdelen van de goederen maakte men gebruik van het bonnensysteem.
In dit arti~1el wordt ingegaan op hoe een en ander geregeld was, met na-
me met betrekking tot tabaksdistributie en wordt een overzicht gegeven
van uitgegeven tabaksbonkaarten.
Van consumentnaar fabriek
Het distributiesysteem was een ingewikkeld systeem, met een omvangrijke
administratie. De twee belangrijkste diensten betrokken bij de distributie en
rantsoenering waren het Centraal Distributiekantoor (CDK) in Den Haag en
zijn regionale kantoren en de Rijksbureaus.
Voor tabak was dot het Rijksbureau voor Tabak en Tabaksproducten (RBTT)
In Den Haag , opgericht 28 mei 1940.
De Rijksbureaus waren vooral betrokken bij de verdeling van ruwe tabak
en tabaksproducten over fabrieken en groothandel. Het CDK was voor-
namelijk betrokken bij de detailhandel en de consument.
Om een Idee te vormen over de omvang van het systeem: eind 1942 wa-
ren er 382 regionale distributiediensten die er tezamen 685 agentschappen
op na hielden. Eind 1943 waren er 12.000 personen bij de distributiedien-
sten Ingeschakeld en nog eens 1700bij het Centrale Kantoor. Bij de Rijksbu-
reaus werkten meer dan 9000 personen.
In de herfst van 1939 werd aan de gehele bevolking een distrlbutiestam-
kaart (afb. 1) uitgereikt. Op deze kaart werd aangetekend voor welke pro-
ducten een bonkaart was uitgereikt. In 1941 toen vrijwel alles op de bon
was, kregen de aantekeningen betrekking op de uitreiking van inlegvellen
(afb. 2). Op dat inlegvel werd in een vakje een datum gestempeld, waar-
op men een bonkaart kreeg uitgereikt, waarbij dan tegelijkertijd een bon -
netje dat aan het inlegvel zat, afgeknipt werd en Ingehouden. Dft alles
diende om te controleren wie ai welke bonkaarten ontvangen had. Het Is
niet bekend of voor de afgifte van tabaksbonkaarten ook inlegvellen zijn
gebruikt. Het Vrije Volk van 20 mei 1945 meldde namelijk nog: "De stam-
kaarten of noodstamkaarten moeten worden meegebracht, waarop on-
der uitreiking van de tabakskaart het vakje 502A zal worden afgekrulst ".
1491
1-'
.i:--
,'N°
,.-f1;~:ó'6•ittoJt!itt'1;~.'o!;l'l~~!t;t:~~ ,SESCHElDEN
~~.1!;~.;~~~ê.,.;i,\,•> ,•, ~•• •' ~ ~ h
'.".~.'~.
011 0, r ,t .
. ;v.;.;.;.•: ..
.!f.." P- -~--•~·;;::~.: './
r; ~lt:::';.
>-.-:.:Î:~'..~'.,~;"~5~.:t.-.f;~'~•~,J(~P;i.;:-:i::t~",-;''.,•,~. ~
~"-, •.r'-5. 7/•t•~, ,"1•• '•.~.' "'
Afb. 1
,T•~. :·?· }I/·•uITOáR.ttKTÊ llONKAAR'fE r-.
• ·:. · ··/(__ ,.......!..:~..~~-:~
·'
!"!,,-
:Of
··~
C
Achterzijde van de tweede distributlestamkaart
Het bonnensysteem was eigenlijk een systeem van vergunningen; een ta-
baksbon gaf vergunning tot het kopen van een of meer rantsoenen tabak
tegen een vastgestelde prijs. Het systeem was zó opgezet dat de tabaks-
bonnen indirect ook de rechtvaardige verdeling van tabak en tabakspro-
ducten onder de detailhandel, groothandel en fabrieken regelden. Hoe
een en ander in zijn werk ging, wordt hieronder uitgelegd.
Een of twee weken voor het einde van de geldigheid van een tabaksbon-
kaart verschenen in de kranten berichten over de dagen waarop nieuwe
bonkaarten uitgereikt werden. Op vertoon van zijn distrlbutiestomkaart
kreeg de roker bij het distributiekantoor zijn nieuwe tabaksbonkaart uitge-
reikt.
Men kon niet buiten de 'legale' kranten, want niet alleen de aankondiging
van nieuwe bonkaarten maar ook de geldigheid van bonnen kon men al-
leen uit de krant vernemen. In de krant las men welke bonnen in welke pe-
riode geldig waren, en wat met tegen betaling daarvoor krijgen kon. Ook
het ongeldig worden van sommige ongebruikte bonnen stond soms ver-
meld (afb. 3).
Nadat in de krant van donderdag of vrijdag de aankondiging was ver-
schenen, waren de bonnen normaliter vanaf zondag geldig. Dan was het
zaak op de maandag zo snel mogelijk de sigarenwinkelier te bezoeken om
de bonnen In tabaksproducten om te zetten, want de voorraden waren
snel uitgeput. Ook de keuze in artikelen was altijd zeer beperkt.
De wlnkeller plakte de ontvangen uitgeknipte bonnen op zogenaamde
verzamelvellen. Voor elk type bon een ander verzamelvet. Met deze ver-
zamelvellen ging de winkelier naar het distributiekantoor en ontving daar
- tegen Inlevering van de verzamelvellen - grossierstoewijzingen. Op grond
van deze grossierstoewljzlngen ontving men van de groothandel tegen in-
levering een bepaalde hoeveelheid tabaksproducten. De groothandel
plakte vervolgens deze grossierbonnen eveneens op verzamelvellen.
Ook de groothandel ging met deze vellen naar het distributiekantoor en
kreeg daar toewijzingen voor de fabriek. De fabriek kreeg vervolgens op
basis van het totaal aantal toewijzingen van de grossiers een toewijzing
voor ruwe tabak. Hiermee was de keten van consument tot fabriek geslo-
ten.
Op deze wijze kreeg degene die ç:le meeste tabak of tabaksproducten
verkocht ook de grootste hoeveelheid tabak of tabaksproducten toege-
wezen.
Bonkaarten en bonnen
Zoals hiervoor beschreven werkte de distributie met het bonnensysteem.
Hier wordt op de verschillende bonkaarten en bonnen (afb.5 a,b,c,d,e)
nader ingegaan .
1493
AFHAL.ES OP: Tij1h ,ak ,·an , I.m. 20 Novrmb e r ·-43_
20 801'"!\"E~ VOOR VLEES.
AFHALEN OP: 361 \"lees: JQO. gram vlees.
362 V lee~: 400 gr am ,·lees.
-AFHA LEN OP : 31l3 \îçes: 150 g r" rn v lee s .
A·fHALEN OP: ALLE BOJ'loKAARTI:::'\ .
l 6M,fr 367 Algemeen: l e i. bo1er o f marga -
KB , K C
1 368 Ali,:emeen: 250 gram ~r~.
nn~ o( :!00 gr am ve t .
6 Sept . t/ n1 26 Dec.1942 '
Voo r manBe n van l 8 ja ar BO?";K:\ARTE~ KA,
en on der , u it gezo nderd 371 Algemeen : 250 gram bot er o( nrnrga -
1 ""tUder~ van b onk aa r t en ri i,t> ot 200 gra m v c-t.
1r v ersnaperingen 372 :\lgtn1een: 20fl _gn;.rn kaa s o r 2:10 J!r~n'\
k u1 ~t lni l' kt lfJ'.:-. -
373 Alg('111efn: 2~0 gra rn 1.<11.r:ch 1:cc p - ~30
~r ;d 11 :-.orla _
:~7-t :\lt:t·uu '.(•n! l '.5! ~r:l nl ko ffir .
::7:; :\lgtnH ·c-11: ;ltl li!rc,rn -HH·c.
IJ :lR:i: 1110 g r nn, k.J ilS oi ~.'iO i,:Tarn k or~1 -
lozc ka a ~
RO:-.IL\ARTFN KD. KE 812.
377 .-\li.rmrcn: 12~ gram boter of ma r,:8 -
rinc o f 100 gr~m ve t.
:178 Algemeen: !UO gram kaas o! 125 gram
kor st lozc ka as .
;:19 Algemeen; 500 gram zach t e zee p + 500
gr am soch"
TA8AKS. EN
VERSNAPEfll~LENKAART~~
Q.-\. QC ROR.
127. 1:a Tabak: L. r,u-.ts u e n Pn :-)-,~c,tet t-.•r1 ,1!
kc-r-rtnha~
ze1\0'\K.-\.. ·\HTI •::-,., Z.-\ . ZR , ,n . ZF.
MD . \fF. MH 81~
(B ij :.!. arbeid, a.11,1 n1ot>dt'r!lt t" n 7.if>ken)
Cieldi J..! z 11n d~• bt: 11r e n v jn tl,:· ~ :, H, k \ .._
n c,-\ h0r11.,·n z!1•1 14 da~J · n ~ · dt ..:.
R11 1-i •• ~..:l,1t , nd , l i.'rf\P :t L11 · 1·~l'!l r·, 1 , i :..:,HO
V 11i d :11... ~1 ~: 1 1': (•1~1 1, 4 r ;; :-.: , . ,,,·~;, :1 :, 1n '!
1){ • !t L~.::f•n111 <b ; 1; 1l J~ (.'\ ':l'i' • ·n l1 ,f r ::::b \l }:f"-
llll ' l' ll ·,' 1JC,r . l llil g r ;. 1· 1 vtt•t•.;; ·..: :..:1! l, f.! 1 1
H N1. ·· ,· r11h ra~ - De ni et -a,Lngc•,\·•,· 1 ••q l':1-·1-
1H•l) \ ·:in sl run k l kun ne n wnrrl••n \ 1 <• •· t·,1(•-
11~ ci. , \ 1. , .. d .~ d e t.,o nnc n 11:l l.lbak • ;,1. d t
1~i1 , i!.;.:--k 1d rl
Afb. 2 Inlegvel Afb. 3 Artikel uit de Goudsche Courant
Afb. 5a Bonkaart
1494