The words you are searching are inside this book. To get more targeted content, please make full-text search by clicking here.
Discover the best professional documents and content resources in AnyFlip Document Base.
Search
Published by Stichting PKN, 2020-06-29 13:42:59

PKN bladen nrs 81-100

nrs 81 -100 compressed text

Raadselachtige naamstempel
De volgende vondst Is een ovoïde pijp met het hielmerk de gekroonde 9
en een onoplosbare puzzel op de steel (afb. 4).
Duidelijk lezen we de letters: UTVANPTALGB waarmee geen naam is te
vormen . De pijp die duidelijk in de tweede helft van de 18e eeuw is ver-
vaardigd, mist de bijmerken op de zijkant van de hiel die vanaf 1739 op
het Goudse product werden verplicht . Waarschijnlijk is deze pijp niet uit
Gouda afkomstig . Misschien kunnen puzzelaars onder de lezers de oplos-
sing vinden,
Duidelijk blijkt dat vondsten uit het bodemarchief een belangrijke aanvu l-
ling kunnen zijn op de bekende archiefgegevens en een nieuw licht kun-
nen werpen op de productie van kleipijpen en de samenwerking van
Goudse pijpenmakers onderling.

Literatuur
- Meulen, J. van der, De "gecroonde roos" en andere pijpenmakersmerken van
Gouda, 1994
- Duco, D. H" De Nederlandse kleipijp. Handboek voor dateren en determineren,
1987
- stam, R., Een bezoek van P.A. Remnich aan de pijpenfabriek van Hendrik Herbus
te Gouda, Pijpelogische Kring Nederland. 1995, XVIII,nr. 70, p .745-748.
- Helbers, G. C. en D. A. Goedewaagen, Goudsche Pijpen, 1942

Noten

(l) De "gecroonde roos" en andere pijpenmakersmerken van Gouda .

(2) De merken en het merkenrecht van de pijpenmakers te Gouda .
(3) De Nederlandse kleipijp, Handboek voor het dateren en determineren, blz. 55 ,
fig. 166.

Met dank aan de heer Piet Smieslng voor de hulp b ij het samenstellen van dit artikel.

IBAEPELIElf& BOLll'S

Asthrna-Sig aretten.

Het rook en eener halve Cigarette is
voldoende ter bestrijding van de hevigste
aanvallen van Asthma.

KRAEPRJ"IJ.~N& HOJJM,ZI·~lST.

E.rp(w/ naar alle 1vtrtlddtdt11.

Advertentie uit 1905In het 'Algemeen Nederlandsch Exportblad', 12e Jrg.,
In een tijd dat roken nog gezond was en tabak een medicijn ....

1397

INGEZONDENBRIEFGOEDEWAAGEN7 juli 1908

door F. Tymstra

Tussen 1900 en 1920 zijn er in allerlei tijdschriften artikelen verschenen over
de pijpenfabricage in Nederland . Zo werd in De Sigarenwinkelier uit 1908 in
drie afleveringen over de Goudse firma P. van der Want Gzn geschreven.
Er kwam op 7 juli een reactie van de firma Goedewaagen over onjuisthe-
den in de artikelen over Van der Wan t . De redact ie van De Sigarenwinke-
lier plaatste de gehele reactie van Goedewaagen in het volgende num-
mer met de opmerking dat zij het oneens is met de zinsnede waarin Goe-
dewaagen het bestuur der Ned. Ver. van Sigarenwinkeliers verantwoorde-
lijk stelt voor de inhoud van het blad. De redactie handelde te goeder
trouw en het publiceren van deze ingezonden brief duidt op onpart ijd ig-
he id.
Voor de lezer van nu is het interessant de brief te lezen, omdat die ons his-
torische informatie verschaft over de toenmalige situatie.

Geachte Redact ie.

Met veel belangstelling en niet minder verwondering namen wij
kennis van de beschrijving der pijpenfabriek van de firma P. v. o. WANI
GZN. te Gouda in No. 1,2 en 3 van Uw blad.

Op vele plaatsen hebben wij daarin namelijk kleinere of grootere on-
juistheden gevonden, welke onjuistheden op een paar punten echter over-
slaan in besliste onwaarheden of verkeerde voorstellingen ten opzichte van
onze fabriek.

Wij zouden te uitgebreid worden deze allen hier op te sommen, doch
willen volstaan met zeer in 't kort een viertal punten te releveeren.

1n den aanhef van het stukje in quaestie wordt er op gewezen, dat
onze geheele tak van nijverheid van stoom en electriciteit in geen enkel (dit
woord is zelfs gecursiveerd) opzicht is gediend en van machines in 't alge-
meen niets wil weten, doch mogen wij er U op attent maken dat aan onze
fabriek in 'tjaar 1899 eene speciale afdeeling werd opgericht waar de pijpen
gedeeltelijk machinaal worden vervaardigd voor export. Deze machinale af-
deeling is op 't oogenblik reeds haar negende levensjaar ingetreden.

Voor de kleibereiding worden ook machines gebruikt, doch de kleibe-
reiding willen wij dan evenals in het stukje over de fabriek der firma
v. o. W buiten de eigenlijke pijpenfabricage rekenen.

Bij de beschrijving dezer kleibereiding evenwel stuiten wij weder op
eene brutale onwaarh eid en worden wij getroffen door het volgende: > Hier-
op volgt het malen in den klei.molen, vroeger door een paard, thans door een
gasmotor van 7 paardenkrachten, de eerste welke te Gouda werd gebezigd
voor deze industrie", in antwoord waarop wij kunnen volstaan met de mede-
deling dat wij reeds 40 jaar geleden met stoommachine werkten , welke in

1398

1899, dus lang vóór 1903 door een gasmotor werd vervangen, waar wij later

nog een tweede bij plaatsten , toen een tweede stoommachine wegens ouder-

dom buiten dienst gesteld moest worden.

Over het drogen der pijpen wordt geschreven: > De wijze, waarop bij

de firma v/d W. de pijpen gedroogd worden is er eene, die nog door geen

enkele fabriek te Gouda wordt nagevolgd, .... enz. enz. en even verder. >

Zomer en Winter gaat dit (d.w.z. drogen) op dezelfde manier, terwijl andere

fabrieken meer het oude systeem handhaven door zooveel mogelijk in de

lucht te drogen .... enz.enz. < Mogen wij hierbij aanstippen dat wij in onze

fabriek eene zeer bijzondere, met de inrichting onzer fabriek nauw samen-

hangende inrichting voor drogen hebben. Deze inrichting bestaat nu bij ons

gedurende 26 jaar en kwam destijds in de plaats van eene drooginrichting

zooals in uw blad beschreven, zoodat er dus voor ons van navolging dezer

inrichting geen sprake kan zijn, terwijl het natuurlijk nogal vrij naief is te

veronderstellen, dat wij onze kolossale wekelijksche productie geheel in de

zon zouden drogen. Mogen wij hier echter nog aan toevoegen, dat de zon-

newarmte voor de pijpen o.i. verre van kwaad is en wij zouden gaarne van

den natuurlijken weg voor 't drogen gebruik maken, indien onze productie
niet te groot ervoor was.

Hoewel het ons bekend is, dat het Dagelijksch Bestuur der Ned. Ver.

van Sigarenwinkeliers zich verantwoordelijk stelt voor den inhoud van dit

blad, zoo willen wij er dit Bestuur toch geen verwijt van maken, wel begrij-

pend, dat het te goeder trouw direct of indirect is afgegaan op mededeelin-

gen van een ander, waarbij aan de zijde van dezen berichtgever ongetwijfeld

een noodeloozen concurrentiegeest in 't spel is geweest, in welk geval wij de

qualificatie eener dergelijke concurrentie overlaten aan het oordeel van de

geachte lezers.

Reeds gedurende een tweetal jaren worden wij met langere of kortere

tusschenpoozen vergast op vrijwel soortgelijke beschrijvingen der firma

P. v. o. WANTGzN. in allerhande dag- en weekbladen of tijdschriften. Hoe-

wel deze beschrijvingen dan tevens ook onze fabriek raakten, gaven wij er

tot nu toe nimmer eenig antwoord op, aangezien èn zaak èn bladen voor ons

van geen belang waren, doch nu hetzelfde voorkomt in De Sigarenwinkelier ,

dus in het vakblad van vele onzer binnenlandsche afnemers, ja nu meenen

wij niet langer te mogen zwijgen en doen wij slechts een greep uit de vele,

steeds wederkeerende onwaarheden .

Niettemin is het ongaarne, dat wij ertoe overgaan U voor bovenstaan-

de regelen een plaatsje te verzoeken, wel wetend, dat een dergelijk iets zoo

licht aan een uitvloeisel van misplaatste concurrentie wordt toegeschreven,

hetgeen van onze zijde echter geenszins het geval behoeft te zijn en dan ook
geenszins het geval is.

Met dank voor de plaatsing

Hoogachtend

P. GOEDEWAAGEN &ZOON

Gouda, 7 Juli 1908

1399

RIJKSARCHIEVFERWERFVTAN DERHIER-ARCHIEF

Het Rijksarchief in Gelderland ontving vorige maand het familiearchief Van der Flier en
aanverwante families. De familie Van der Flier is een patriciërsfamilie die oorspronkelijk
uit Nijkerk afkomstig is. De oude stukken in het archief dateren uit de 18e eeuw. Het ar-
chief is aan het Rijksarchief geschonken.

Het geslacht Van der Flierlegde de basis voor haar maatschappelijke we lvaart in

de tabaksbouw In de 18e ee uw In de contreien van Nijkerk. De familie telde in de

19e en 20e eeuw onder haar leden onder meer dominees , juristen en hoge be-

stuurders en ambtenaren. Mr. G. van der Flier (1911-1992).de gangmaker achter

het veiligstellen van het familiearchief, was bijvoorbeeld secretaris-generaal van

het ministerie van VROM. Verder bev inden zich in het familiearchief ook stukken

over of van aanverwante familie De Hoest, Ruys, Van Embden en Visscher.

Bijzonder zijn de ongeveer 450 foto's van hoofdzakelijk famllle leden . De oudste fo-

to's dateren van het midden van de 19e eeuw.

Verder bevinden zich in het archief onder meer genealogleên, brieven, testamen-

ten, eigendomsbewijzen, tekeningen, publicaties en dagboekaantekeningen . Het

familiebestand heeft een omvang van bijna zes strekkende meter. Het archief

werd geschonken door de familie Van der Flier-Ruys.Het Rijksarchief streeft ernaar

om het familiearchief Van der Flier over enige maanden voor bezoekers op de

studiezaal beschikbaar te hebben. (Ui 1:"Zondag skrant" 05-08-2001)

SPEURENOP HETWEB

Het web is een onuitputtelijke bron van informatie. Elke dog komen er sites
bij, elke dag worden er sites vernieuwd, De hoeveelheid iszo groot, dat je
door de bomen het bos niet meer ziet. En tussen deze sites zit ongetwijf eld
interessante informatie. Maar hoe vind je deze informatie? Voor de hand
liggend is het gebruik van een zoekmachine bijvoorbeeld ~
Door het intypen van zoekwoorden als pijpekop, pijpenkop , tabak, siga-
ren enz. kan men kijken of er wat interessants bijzit.

Opg eg raven pijpenkoppen vind Je o.a. afgebeeld bij de detectorvond-

sten. (Let op: de beschrijving van afgebeelde pijpenkoppen is niet altijd

Juist!). Bezoek eens: www .theccinhunter.com of www.ish.nl/d.eteci of

www...roetoaldetectors.ru. Verenigingen hebben soms ook een eigen site:

www.koasterkopf.d.e, www.taboCQiogle.,nJ,www..:ta.bokspijp.nl.

Wie geïnteresseerd isin artikelen of literatuur kan een archief bezoeken b.v.

wwwJ.isg.nl of voor de krantenartikelen van het laatste jaar de site

www.nederlandscb..net . Daarnaast zijn er de gebruikelijke veilingsites,

waar af en toe Iets te halen valt: www.ricQidQ..oenJ ~.nl .

Misschien komt u al surfend een leuke site tegen. E-mail de naam van de si-
te naar: lofo@tabakspijp .nl voor publicatie in ons blad.

1400

25e JAARGANG NR.97 JULI,2002

INHOUD 1401
UN ANTPTALGBR: AADSELOPGELOST 1401
LITERATUUR 1401
MIGNON&DE BLOCK: "EENREUZENFABRIEK" 1403
DE PIJPAAN MAARTENGEVEN 1406
EENOPMERKELIJKVEONDSTIN HOORN 1407
VRAAGBAAK: EENRAADSELACHTIGNAAMSTEMPEL 1408
TABAKEN ZWARTEHANDEL 1940-1945 1409
PIJPENFABRIEK"ERKA"TEALPHENAAN DEN RIJN 1415
LITERATUU(Rvervolg) 1423
NIEUWSBERICHTEENN OPROEP 1424

UTVANTPTALGB:RAADSOEPLGELOST

Van Kees Faas ontvingen we de volgende verklaring van de raadselachti-
ge naam op de pijpensteel, genoemd in PKN XXIV, 96, blz. 1396. De op los-
sing van UN ANTPTALGBiszijns inziens: TOTNUTVAN 'T ALGEMEE.N
De P moet zijn een komma voor de T, en de B staat voor E (uitgelopen klei).
Pijpenmakers lieten in verband met plaatsgebrek wel meer de eerste en
laatste letters weg, zoals bijvoorbeeld bij KONING VAN ENGELAND.

LITERATUURSIGNALEMENTEN
door M. Rutten

- Knasterkopf heeft over de eerste tien jaargangen een register uitgege-
ven, in de nieuwe lay-out. Totaal 72 blz. met een groot aantal deelregisters
en daarmee zeer toegankelijk . Verzorgd door Martin Kugler m.m.v. Ralf
Kluttig-Altmann. ISBN0937-0609; te bestellen bij Martin Kugler (€ 16,34 incl.
porto). Wellicht een goed idee om het bij 25-jarig bestaan van de PKN ook
een nieuw register te verzorgen.

- The Society for clay pipe research deed onlangs het 57e bulletin het licht
zien. Onder mee diverse artikelen over Britse pijpenmakers. Otto H.T. Graf
publiceerde over pijpvondsten in K9apstad (waaronder Goudse pijpen).
Van Luka Bekic een bijdrage over Kroatische pijpvondsten en van Bert van
Lingen een artikel over kleipijpen uit Syriê en Libanon.
- Jan van Oostveen publiceerde in "Westerheem"(50e jaargang, nr. l, blz.
13-27)het artikel "Kleipijpen, een statische analyse".
- In 1991 publiceerde de provincie Limbourg (Belgiê) in de serie Onder Lim-
burgse Documenten 1,6 "Merknamen, inventarisatie van merken in Lim-
burg, gedeponeerd 1880-1936 door Jacobs/Vandeweyer" (sigarenmerken
in Belgisch Limburg). ISBN90-6685-12lx. Te bestellen bij de provincie.

1401

- Van de Vrienden van het tabaksmuseum Weivik verscheen Jaarboek

20/2002. Vincent Verbrugge verzorgde een uitvoerige bijdrage (Hitlers of-

fensief tegen het tabaksgebruik) n.a.v. Robert N. Procter's "The Nazi war on

cancer". Hoe dan ook, de strijd tegen het roken was er al lang voordat De

Facto (dat onlangs het jaarverslag 2001 "voor een rookvrije toekomst" pu-

bliceerde) rijkelijk door VWS gesubsidieerd de strijd aanbond. Dezelfde au-

teur vestigde elders in dit numme r de aandacht op historische bronnen uit

de tijd van het Franse bewind , terw ijl hij voorts verslag deed van een be-

zoek aan de sigarenindustrie van Geraardsbergen;

Vafl P. de Chateaubriand een aardig artikel - met veel illustraties - over Ta-

bak tijdens de wereldoor log 1940-1945;

Claude Vandewoesteyne publiceerde over de - vooroorlogse - tabaks-

hande l A. Vandewoesteyne; ·

Marce l Godfroid over Geraardsbergen en de lucifers (en de toentertijd

vele bestaande fabrieken);

Walter Leman schreef over Figurine-tabakspotten of tanagrabeeldjes van

terracotta, een aantal tabakspotten uit eind 19e, begin 20e eeuw uit de

verzameling van het museum.

Het Jaarboek (100 blz.) is te bestellen bij het museum te Wervik(€ 20,- inc l.

porto).

- In Kunst & AntiekJournaal, uitgave maart 2002, verscheen een artikeltje

met ·de titel "Nico 10" van de hand van Anton Vos. Na een beknopte in-

leiding over de geschiedenis van de tábak met name aandacht voor ta -

baksdoosjes rond 1600. In het meinummer verscheen een vervolg, hoofd -

zakelijk over (veelal gegraveerde) tabaksdozen.

- Pipes and Tobacco (uitg. spring 2002) bevat een artikel over het weir1lg

ontgonnen terrein van de pijpenstopper door Ben Rapaport ("Tampering
with the facts") .

- Van Alberto Naccari verscheen "Pipe e pipari a Ch ioggia", een aardige

uitgave, ge'fllustreerd met oude briefkaarten en veel tekeningen van pij-

pen. Uitgave T & G edizioni, via Leva 34 - 35026 Conselve (Pd), 1996; 39 +

LXXXIIb lz.; Rapaport S31,-.

- "The Custom-Bilt Pipe Story" is een noeste en gedetailleerde studie van

William E. Unger. Jr., Ph.D. naar de geschiedenis van de custom -bilt

(bruyère) pijpen in de USA van 1929 tot de jaren 70; 2001, 273 blz. Xerox

(maar met duidelijke illustraties); te bestellen bij de auteur (800 Franklin Ave.

Columbus OH 43205 USA)voor$ 30,- incl. verzendkosten .

- Ogden's of Liverpool gaf "The p ipeman's companion" uit, een goed ver-

zorgd boekwerkje met rijk gemustreerde, maar inhoudelijk wein ig diepgaan-

de hoofdstukken van Ogden zelf, de geschiedenis van de tabak, pijpen en

aanverwante voorwerpen, enz. 2000, 60 blz.

(Zie vervolg LITERATUUoRp blz. 1423)

1402

MIG NON & DE BLOCK: "EEN REUZENFABRIEK"

door L. Bracco Gartner

Zo wordt in de Hollandsche Revue van 25 juli 1908 de sigarenfabriek van
de heren Mignot en de Block genoemd . In het begin van de negentiger
j aren was d eze bekende sigarenfabr iek in Eindhoven , naa st die van de
elektrische lomp en van den hee r PhfNpshet grootste fabrieksge b ouw in
Eindhoven. Het reuzencomplex met hoge vee lramige ge b ouwen nam een
mar kante plaats in en stond aan de Kanaalstraat, v lakbij de Paterskerk,
oo k al zo'n ma rkan te plaats in het Eind hovense straat beeld va n toe n en
nog steeds, va nwege het grote vergulde C hristusbe eld met de ope n ar-
men , .een zege nend gebaar makend over de stad.
Op 31j uli 1858 war en het de oprich ters Adol ph Joh n Migno t, afkom stig uit
een Franse fam ilie die in de Napoleo ntische pe riode zijn vad erland inruilde
voo r de Verenigde Staten, en zijn vriend Anton A. M. de Block , die in een
klein gebouwtje hun eerste sigaren fabriceerden.
Voor de som van f 3.700,- werd aan de Kanaa lstraat ee n fabriekspand
gebouwd . Van enkele tientallen sigarenmakers in het eerste jaar groe ide
de fabriek in vijftig jaar uit tot een bedrijf met zeshonde rd arbe iders te r
plekke, en nog eens een honderdtal personen in de verschil lende filialen in
de omstreken van Eindhoven . Mignot & de 8/ock had een grote expo rt,
van naar eigen zeggen 85%, naar vele landen en voerde de bekende si-
garenmerken Senator en Regal. Naast de sigarenproduct ie nam men in
1911 het initiatief om sigaretten te gaan produceren met de Crescent Cie.
Bekende merken waren: King's Cross, Hunter, Flyer, Oran, Croydon en Full
Speed . In 1946 sloot Micres zich als Eerste Nederlandse Sigarettenboekjes -
fabriek aan met Mascotte- en Rizlavloei.
Verschillenden van u zullen net als ik het boek 'Lof der Tabak " op de p lank
hebben staan, dat uitgegeven is ter ge legenhe id van het 100-jarig be-
staan van de N.V. Vereenigde Toboksindustrfeën Mfgnot & de Black in
1958. Het feit dat ik als onde rdee l voor het ha len van mijn tabaksvakdiplo -
ma , de fab riek rond 1965bezocht heb en er een aanta l opme rkelijke fe iten
in het artikel uit de Hollandsche Revue staan, heeft mij ertoe gebracht de -
ze fabr iek als onderwerp te kiezen.
In 1908 had het bedrijf in de fabr iek 900 pakken dekblad en 1700 pakken
omblad en binnengoed opgeslagen met een waarde van een half miljoen
gulden. Om de voorkomen dat bijv.door brand of waterschade de voor -
raad tabak niet toereikend zou zijn voor de produc tie, werd in de vemen in
Amsterdam en Rotte rdam een grote voor raad tabak ac hter de hand ge-
houden. Een niet voor iede reen bekend gegeven is het fe it da t nadat de
tabak uit de balen gehaald was, zij los gemaakt werd en in een kuip met
water werd ondergedompeld. Ik citeer: deze bewerking vereist groote er-
varing van den werkman, aangezien de verschillende soorten een verschil-

1403

lende indompelingsffjd vereischen, waarvan de kennis alleen proefonder -
vindel ijk, dus door ervari ng verkregen kan worden. Dan wordt de tabak
rekb aar en kan ze ontdaan worden van stelen, een werkje, dat zeer ver-
trouwde en bekwame handen vordert.
In de melangekamer, het heiligdom van elke sigarenfabr iek, was het dan
ook alleen aan de beide directeuren voorbehouden om de tabak te keu-
ren en samen te stellen. De tabak werd , na uit de droogkamers met liften
naar de bovenste verdieping van het immense gebouw getransporteerd
te zijn, getest op smaak, reuk en brandbaarhe id . Uit de verschillende bak-
ken en kisten met tabak , die voor de leek voorzien waren van allerlei ge-
heime tekens, stelden zij een melange samen die zorgde voor een con -
stante kwaliteit . Gez ien de grote verscheidenheid van de tabakken, de
verschillende oogstresultaten met zijn wisselende kwaliteiten, veNult de
melange ur ee n sleutelpositie in het ge hele proces.

Mignon & de Black was niet
alleen belangrijk vanweg e
haar omva ng, maar van het
bedrijf gingen ook vernieu-
wende impulsen uit. We
spreken wel automatisch
van sigarenmakers, maar
Mignan & de Block was het
eerste Eindhovense sigaren-
bedrijf dat met vrouwelijke
sigarenmakers werkte. Zo
werkten er in 1888 232 vrou-
wen en 144 meisjes tegen-
over 89 mannen en 22 jon-
gens. Dat mannen en vrou-
wen elk in een apart zaal
werkten, spreekt voor die tijd
voor zich.
Daarnaast liep Mignon & de
Black voorop met de invoe-
ring van de mechanisatie
binnen de sigarenindustrie
en in 1919 werd door de fir-
ma in Djokjakorta op Java
de dochtermaatschappij
"Neg resco" opger icht waar-
voor Eindhovense sigaren-
makers werden uitgezonden om de Javanen het vak te leren.
In de verschillende grote zalen werkten zo'n 200 arbeiders. Elke sigarenma-
ker(ster) had toen trouwens een hulpje naast zich (haar). Deze zgn. pop-

1404

penmaker rolde het binnengoed In een omb lad. Deze pop werd dan door
de sigarenmaker omkleed met het fijne dekblad. De patroons keurden de
sigaren. Op lange tafels werden de sigaren uitgespreid en deze werden
door de patroons onderzocht op afwerking en vorm. Het verder sorteren
op kleur gebeurde in een ruimte met zovee l mogelijk natuurlijk licht. De gro -
te ramen moesten hier dan ook-voor zorgen. De 50 tot 60 verschillende nu-
ances maakten dat men dit werk a lleen na een opleidingstijd van twee
jaar mocht doen. Het inpakken In kistjes gebeurde met de meeste voor-
zichtigheid. In de kistvan 25 stukswerden onder in twaa lf sigaren gelegd en
de dertien mooiste kwamen bovenop, zodat er een mooi glad oppervlak
werd verkregen , die we de "spiege l" noemen. Nog mochten de sigaren
niet de fabriek uit. In de grote magazijnen, met een voorraad van drie tot
vier miljoen sigaren, kregen de versch illende tabakken nog de tijd om ver-
der met elkaar te harmoniëren . De juiste temperatuur en vocht igheid
moest hiervoor zorgdragen. Op speciaal verzoek van vele afnemers wer-
den de sigaren soms nog lange tijd bewaard om ze later in een goed be -
legen cond it ie af te leveren. De voor export bestemde sigaren w erden
speciaal verpakt. Soms in blik of in houten kisten, die dan bekleed waren
met zink.
Tenslotte citeer ik nog een gedeelte uit de Hollandsche Revue. De journ alist
merkte aan het einde van zijn rondleiding toentert ijd het volgende op: Ten
slotte nog een enkel woord over een punt van groot belang bij de fabrikatie der tabak ge-
durende de verschillende bewerkingen, nm!. De hygiënische behandeling. Niet alleen is
het noodzakelijk, dat de zich daarin bevindende stofdeelen verwijderd worden, doch ook,
dat bij de bewerking der sigaren.de tabak tot het laatste zindelijk behandeld werd Eenige
aanraking der tabak met mond of lip is op dezefabriek daarom ook totaal onbekend Alle
sigarenmakers toch zijn gewapend met een scherp mesje, waarmee zij het overtollige
stukje dekblad aan den kop der sigaar afsnijden, terwijl het "vlaggelje" of "stuk''. dat
dient om de kop mooi rond sluitend te maken, wordt bestreken met een beelje gom, bereid
uit de zuiverste traganth die Arabië voortbrengt.

Mignon & de 8/ock ging terecht prat op haar hygiën ische manie r van wer-
ken. Bij veel thuiswerkers ging het er toen heel ande rs aan toe . Niet voor
niks was het vroeger gebruikeli j k om de sigaar eerst te ontsmetten, door het
mondeinde ervan in een glaasje jenever of cognac te dopen.
In de zeventiger jaren, toen de sigarenindustrie in een grote neerwaartse
spiraal terechtkwam , trok Mignon & de Block zich terug uit de sigaren- en
sigarettenbranche en nam Philip Mór ris het bedrijf over. Zij waren het ook
die de vestiging in 1980sloten.

Bronnen:
- De Hollandsche Revue, 25 juli 1908
- Bas Bierkens, De Sigaar uit de Kempen.
- Dr. J.M.P. van Oorschot, Eindhoven, "een samenlev ing in verander ing" .

1405

DEPIJPAAN MAARTENGEVEN

door Boy Hubee

Als verzamelaar van pijpen en als mens moet Je daar natuurlijk niet aan
denken . Toch heb ik me afgevraagd wie die Maarten nu eigenli jk was/is; hij
krijgt mijn pijp tenslotte als ik hem niet eerder verkoop.
Maarten van Nierop heeft In zijn boekje 'De taal waarmee wij /even'(l)
geprobeerd de oorsprong van deze uitdrukking te achterhalen . .In zijn
·taaltu intj es'- een letterkundige rubriek in De Standaard (2) - werden de
volgende mogelijkheden gegeven :

<D Maarten in de vorm van de maand maart. Als vanouds steNen
veel mensen In die maand. De maand maart is dan een persoon gewor-
den, wat overeenkomt met 'Maart roert zijn staart' en 'April doet wat hij
wil'. De maand maart Is weer verwant met Maarten en beide namen zijn
terug te voeren tot de oorlogsgod Mars.
@ Een 'marti jntje' isvolgens de bekende dichter Guido Gezelle een
kort pijpje, d.w.z. een soort neuswarmertje. Het verband met Sint Maarten Is
onduidelijk.
CD Maart in de betekenis van ' maarteling' als ziekelijk en niet zullen
overleven. In het boek Dietse Rime komt voor: Kom ik door Maartje, zo leef
ik nog een jaartje, zei de vent, en hij stierf op de 1e april.
© De maand maart was de vastenmaand waarin vrijwel niemand
rookte. Dan zou je de betekenis van 'ermee ophouden' kunnen verklaren.
® Een andere moge lijkheid is 'maarte ' als dienstmeid en 'pijpen' in
de betekenis van 'naar iemands pijpen dansen ' (3).
@ Ook zou de pijp een hoornpi jp kunnen zijn. De verbastering is er
naar de horlepiep. Als de hoornpijp aan de ander werd doorgegeven,
kreeg die het voor het zeggen.
(J) Als meest vergezochte mogelijkheid is de klankovereenkomst tus-
sen pijp en puppe . Een puppe is een stok waarmee de keukenmaarte (de
keukenmeid) na de begrafenis boter over het ijzer voor de lijkkoeken
streek.

Wellicht Is er toch nog een andere verklaring. Wie het weet. mag het zeg-
gen of e-mailen. Hou de pijp voorlopig zelf.

Noten
(1) Uitg. NV standaard, Antwerpen/Amsterdam, 1962
(2) Dagblad in Belgiê
(3) 'Pijpen' in de betekenis van fluiten, muziek maken.

1406

EENOPMERKELIJKVEONDSTIN HOORN

door Peter Bakker

In de Hoornse binnenstad werden twee opmerkelijk vroege pijpjes
gevonden. Het opmerkelijke schuilt vooral in de overeenkomst van de
merken.
Het eerste kopje Is 27 mm hoog en heeft een breedte van 15 mm, de
kopopening meet net als de steeldikte slechts 8,5 mm ( afb. 7). De kop is
niet gebotterd maar wel geglaasd en heeft een radering rond de koprand
en is niet meer dan het omgebogen, verdikte uiteinde van de steel. Op de
hiel, een hartvormig vlakje op de steel, ls het volgende merkje gestempeld:
een klein zesbladig roosje gedekt door een kroon, ingeklemd tussen de
initialen IS. De steel is op de bovenzijde versierd door drie elkaar
overlappende ruitvormige stempels waar in de initialen IR zijn ingesloten,
met boven in de ruit een sterretje en onderin een stip.

Afb. 1V

\ 1

\.--_- ----;~~-. -\

\ '

AAfb. 2

De kop van het tweede pijpje (afb. 2) is iets groter, namelijk: hoogte 27
mm; breedte 18 mm en de kopopening 10 mm. Onder het knopvormige
kopje vinden we twee elkaar overlappende ruitvormige IR merkjes
gestempeld, die we al eerder op de steel van het vorige pijpje aantroffen.
Hoewel dat moeilijk Is te zien op de tekening zijn de pijpjes zeer
waarschijnlijk in dezelfde mal v.ervaardigd. Het grootteverschil zit
waarschijnlijk in de bewerking van de pijpenkop. De kop is net als de vorige
niet gebotterd, maar mist de radering en isniet geglaasd.
De makers van deze pijpjes komen, gezien de niet-gebotterde rand en de
hartvormige hiel, uit Engeland. De vraag blijft of we hier te doen hebben
met twee pijpenmakers die na vestiging in Hoorn samen een bedrijfje
gestart hebben? Mogelijk zal de vestiging , als het geen import uit Engeland
betreft, rond 1600 hebben plaats gevonden.

1407

VRAAGBAAK:EENRAADSELACHTIGNAAMSTEMPEL
door Piet Smiesing
Naamstempels op pijpenstelen waar ook nog de pijpenkop met merk aan
vastzit, kunnen soms raadsels opleveren.
Als onderzóeker mag je aannemen dat de fabrikant weet hoe zijn eigen
naam wordt gespeld. Deze spelling geeft hij ook op bij de stempelmaker
voor het maken van de stempel. De namen op de steel verschillen vaak
van de spelling van de administrateur van het Goudse pijpenmakersgilde
in de gildenboeken.
S. Laansmo maant don ook de lezer van zijn boek 'Pijpmakers en pijpmer-
ken 1724- 1865' tot voorzichtigheid, want de nomen van dezelfde pijpen-
mokers worden op verschillende wijzen geschreven of op verschillende
manieren gespeld.

Bijde herprofilering van de Amsterdamse Overtoom werd uit de grond een
ovoïde pijpenkop gedolven met het hielmerk de gekroonde 85, dat vol-
gens het gildenboek werd 'gezet' door Jacob Goedoet (1734- 1768?). Ech-
ter op de steel vinden we de naam: l:DOETGOET!
In de gildenboeken vinden we ook de naam Jan Doetgoed (1745-1759),
maar dit iseen andere pijpenmaker met de merken 3 en 999.

Volgens mij merkte Jacob Doetgoet zijn pijpen goed en hadden be ide pij-
penmakers dezelfde naam. Graag verneem ik de visie van andere verza-
melaars en mogelijk meer van deze grappige voorbeelden.

1408

TABAKEN ZWARTEHANDEL1940-1945

door Ferrie Kompier

Al zeer snel na de bevrijding kwam er in 1945 een bo ekje uit over de

·zwarte handel' in de oorlogsjaren, waarin de schrijver ( 1) op bijna elke
bladzijde fel fulmineerd e tege n de opdrijving van de prijzen op voedsel -
gebied door lieden die meer aandacht hadden voor hun eigen porte-
monnee dan mededogen toonden voor hun medemensen.
Hoewel de Inhoud van zijn geschrift voor het grootste deel gew ijd Is aan
het dagelijkse voedsel he eft hij toch her en der door de oorlogsjaren heen
aantekeningen gemaakt aangaande de prijzen van tabak en tabaksbon -
nen, sigaren en sigarett en, en zelfs lucifers, zoals hij die op straa t noteerde.
Hierbij moeten we er wel rekening mee houden , dat de prijzen al snel ver
uitgingen boven de officiële handelsp rijzen. Een pakje rooktabak/mixture
bij voorbeeld deed in 1942 in de zwarte handel al gauw f 3,- tot f 4,-, terwijl

da t officieel f0 ,20 - f0,39 hoorde te zijn (2).

De volgende tabellen laten een en ander daarvan zien .

Den Haaq Eenheid april 1942 Prijsofficiële handel
SOaram Zwarte markt van ca. f0 ,20 af
Artikel SOaram f 3,00 - f 4,00 -
shaQ 20 st. f3,00 *) van ca. f0 ,30 af
idem (Belçiisch) D. st. f2 ,00 - f2,75 -
slçiarett en p, st. f0 ,80 -
siçiaren (oud Set) 50 çiram f 1,40 van ca. f0,20 af
idem (oud 12et) 50 çiram f3,00 van ca. f0 ,39 af
rooktabak f4 ,00
mixture

Den Haaa Eenheid april 1942 beain !uni 1942
Artikel 50 ara m Zwarte markt Zwarte markt
shaQ SOaram f 3,00 - f 4,00 f 3,00 - f 4,50
idem (Belçiisch) 20 st. f2,00 - f2,75 *) f2,50 - f 3,25
sigarett en f2 ,00 - f2,75 f2,00 - f2,75
sigaren (oud 5 et) p. st. -f0 ,80 f0,80
idem (nieuw 10et) p. st. - f0,35 - f0,40
rooktabak , baai f3,00 f3,00 - f3,50
idem, mixture 50aram f4,00 -
50aram

") Het verschil tussen beide opgaven van Belgische shag in dezelfde
maand is waarschijnlijk te wijten aan een drukfout. Belgische shag is altijd
wat goedkoper verhandeld dan Hollandse .

1409

Den Hoog b eg1.nJ. un'i 1942 ougus tus 1942

Artikel Eenheid Zwarte markt Zwarte markt
f 3,00 - f 4,50 f4,00- f5,00
shag 50gram f2,50 - f 3,25 f2,75 - f3,75
f2,00 - f2,75 f2 ,50- f3,00
idem (Belgisch) 50 Qram f0,80
f0,35 - f0,40 f 3,50 *")
siga retten 20 st. f3,00

sigaren (oud 5 et) p. st.

idem (nieuw l 0 et) p. st.

rookta bak, baai 50 gram

.. ) Bijna niet meer verkrijgbaar

Den Hoog Eenheid oktober 1942 december 1942

Artikel 50 gram Zwarte markt Zwarte markt
shag 50 gram f 4,00 - f 4,50 fó,00
idem (Belgisch) 50gram f4,00 f5,00
Ibis shag vooroorlogs - f7,50
sigarett en 20 st. f 4,00 - f 5,00
siqaren nw.met papier f2,75- f3,25 f0,60
idem zonderpapier p. st. f 1,25
idem (oud 10 et) p. st. - f 1,60
p. st. -
-

Zwarte handel onder

zwaren druk

De razz ia' s van de laatste paar dagen

hebben er bij de z.w.arte handelàren

toeh bUik,baar den schrilk: ln gebracht.

De zware vrijheldsstra.ffcn van den
ee<:>nomischen politierechter zull en

dahr stellig lnvloed op gehad hebben

Ree-ds op den eerst.en raz,z;ia-dag ver-

minclenle hët · aanbod en stegen de
prijzen: sigaretten ·0.38 cl. (0 .25), shng

/ 2.- (1.50), boter / 14.- (13 .-),

blikvlst'lh / 3.50 (3.-). Vandaag leken

de Tweede Laurferdwarsst-raat en

Hazens _rtaat, waar t,hans de politie

petl"'1anent patrouilleert en waar ieder,

dle•er zich ..doelioos ophoudt v~rdrev ~n

wordt, u-itgestorven.

Het Parool 27 october 1945

1410

Den Haaa/Rotterdam Eenheid ianuari 1943 februari 1943
Artikel Zwarte markt
shaa 50aram zwarte markt f7,50
idem (Belaisch) 50aram f 6,00 - f7 ,50 f 4,00 - f6,00
siaaretten 20 st. f 5,00 - f 6,00 f4,50
siaaren nw. met papier f4,50
idem zonder papier 0. st. -
Idem (oud 10 et) 0. st. - -
rooktabak, b aa i - -
o. st.
50aram - f6,00 - f6,50
-
Den Haaa/Rotterdam Eenheid aoril 1943
Artikel maart 1943 Zwarte markt
shaa 50aram Zwarte markt f9,00 - f 10,00
idem (Belaisch) 50 aram f9,00 f7, 50
siaaretten f7 ,00 f 4,50 - f 5,00
siaaren nw. met papier 20 st. f 4,50 - f 5,00 f0,50 - f0,60
idem zonder papier f1 ,00 - f 1,25
idem oude kwaliteit o. st. - f 1,50 - f2,50
rooktabak, baai o. st. fl,00
idem inlands amateur o. st. -
50aram
50aram -
-

f4,50

ft,., 8'\j\Jr. ~tT 7W"<t1ó,()I\.'\?û',OV061;U

~R•KAAJt~E ),~e.TTr11fot:VV1.V l'i-\f!T

PJU••'""ll<l'IIAT•;(..,eTA'""' . ..... -· .

f'P'J1 35,w~r

Éi,.."""D't.#.1 .... ,c..te'lfd•'•"""'at~ Sigaar met papieren dekblad

• IJei<.o(•E-. ""'"·~"''NOC"".'f~JPf.,

o,,Bt.wtRXT~ ,,,._.,.~\" Î~
P'<I)) ~<btT

De schaarste in be eld

1411

' --

. ÀMATEURS·.
SIGARETTEN

De volgende tabel geeft e e n beeld van het prijsverloop voo r de rookart ike-
len op de zwarte markt van apr il 1942tot opril 1943 .
Het in de laatste kolom vermelde st ijgingspercentage heeft betrekking op
de gemiddelde noter ingen.

Den Haag/Rotterdam Eenheid april 1942 ap ril 1943 %
50arom + 171
Artikel 50aram Zwarte markt Zwarte markt + 216
shaa 20 st. f3,00 -f 4,00 f9,0 0 - fl0 ,00 + 100
idem (Belaisch) p. st. f2,00 -f2,75 fl,50 + 150
sigaretten 50 çirom f2,00 -f2,75 f 4,50 - f 5,00 + 133
sigaren oude kwa liteit f0 ,80 f 1,50 - f2,50
rooktabak f3,00 f 7,00 maa rt ·43

Beha lve de rookartike len zelf wa ren oo k de tabaksb onn e n en dito -kaarten
onder hevig aan het zwartemarktmechan isme.

Tabaksbon eenh e id iuli '4 2 sept. '42 okt. '42 nov. '42 dec . '42
f2,00 - f2,00 - f2,50 - f3 ,00 -
Tabakskaart 2 rantsoe n. dec. '42
Tabaksbon 40s t . f2 ,75 f2,75 f3,00 f4,00 f2,5 0 -
l 6weken f20,00 -
Tabakskaart jan. '43 f35 ,00 mrt. '43 nov. '42 f2,75
Tabaksbon eenheid f2,75 - f2 ,75 - f 1,50 - f 30,00 -
feb r. '43 f32,50
Tab a kskaart l rantsoe n. f3,00 f2,75 - f3,75 f2,00
20 st.
16weke n f3,00 ap ril '43
f 3,00 -
e enheid
f3, 50
1 rantsoe n. f 30,00-
20 st. f40,00
16we ken

1412

Op 12 november 1944 werd één tabaksbon op de Zeedijk in Amsterdam
niet te koop aangeboden maar gevraagd door iemand die er f 7,00 voor
overhad. Een week later bood dezelfde man er alf 12,00voor ...

Had de schrijver tot eind 1943 nog een redelijk overzicht van de prijzen om
vergelijkingen te kunnen maken , vanaf het jaar 1944 ging dat niet meer
omdat de prijzen alleen nog maar per dag te noteren waren en de een-
held en vastheid voor elk artikel vrijwel zoek was. Veel hing ook af van de
p laats en/of de straathoek waar gehandeld werd.
Wat nu volgt zijn de krenten uit de pap van aantekeningen op tabaksge -
bied.
13 mrt . 1944 f 4,- tot f 6,- per stuk voor één vóóroorlogsche sigaar die vóór 10 Mei

1940f0,06 tot/0,08 gekost had.
13 mrt. 1944 f 12,- twaalf gulden, voor één Huifkar-sigaar van f 0,60. De man, die

deze sigaren bij kwantums aan een tweetal Duitschers leverde, was lid
der N.S.B. geworden om te gemakkelijker zijne ''relaties " te kunnen
bewerken. Eenmaal behooren<le tot het leger der Amsterdamschc
steuntrekkers, woonde hij sinds 1942 aan de Zuider-Amstel laan in een
riante flatwoning, die hij buitengewoon comfortabel middels Pander
had doen inrichten. Deze nieuwe richard was ook op dien Dollen Dins-
dag 5 September 1944, door de geruchtenkoorts bevangen en had in
allerijl met zijn maintenée de vlucht genomen naar het lieflijke Bra-
bantsche dorpje Waspik "om uit het voetengetrap te zijn"', LOOalshij
later met zeker aplomb vertelde ...
12juni 1944 tabak/7,- per 50 Gram. Belgische shag f 8,50 per 40 Gram.
23 nov. 1944 1 pakje gegomd sigarettenpapier /2,50 (Leidsche Bosje)
1 idem, ongegomd.f0,80
1 pak lucifers/4,50
2 dec. 1944 een mapje lucifers .f 0,25 (vroeger gratis reclame bij 5 sigan:n)
31 dec. 1944 In het Chineesch restaurant "Kong Hing•·, Binnen Bantarnmerstraat,
kon men bon loos een kleine portie Nassi Goreng bekomen ad .f 4,60;
een portie konijn mer palatte frite ad f 13,8S plus fooi; een pakje
··consi" sigaretten van 20 stuks werd gepresenteerd voorf 40,-.
3 Jan. 1945 1 pak lucifers ( 10 doosjes) /6.50
J pakje gegomd sigaret1enpapier f 6,50
lO jan. 1945 vier Jucifers/0, 10 (Hazcnstraat)
20jan. 1945 1 pak lucifers (10 doosjes) f 13,50 (Hazenslraat)
1 pakje inlandschetabak (40 gram)/1 3.50
24jan. 1945 1 pakje ·'Consï' sigaretten werd voor .f 55,- en f 60,- verkwanseld,
doch een week later reeds voor /70, - de 20 stuks ....
2 febr.1945 J doosje lucifers.f0,50
1 pond tabak/ 125,-(inlandsche)
1 pond Virginia/500,-
27 febr. 1945 1 pond tabak/200,- (inlandsche)
1 Consi sigaret/ 3,S0.

1413

15 mrt. 1945 1 doosje lucifers/ l,50
28 apr. 1945 werd voor een pak lucifers nog /16,- gevraagd:
voor 1 pakje "Consi"-sigaretten/75,- tot/80.-.
5 mei 1945 den dag der capitulatie I sigaret/ 4,-.

De aantekeningen van de schrijver hielden hierna nog niet helemaal op:

4 juni 1945 Voor een ½ ons Belgische tabak werd/ 12,50 betaald en voor 1 Ameri -
kaanse sigaret/ 1,75.
6 juli 1945 ½ ons tabak (eigen tcelt)/6,-.
24 juli 1945 nog/ 1,75 voor een Engelsche sigaret;/ 11,50 voor·een ½ ons.

Na de bevrijding kwam de geldzuivering. Dat daarmee nog niet meteen
alles in goede banen terechtkwam, laat een gedeel te uit het nu vo lgend
stukje in "De Volkskrant" van 14september 1945zien:

lNFLA TIE-KOLDER

- Met pleizier zit net Nederland - werkend Nederland - naar de spartelingen te kijken van
den zwarten handel. Minister Lieftinck is als een waar magister het schaakspel begonnen.
De opening was raak. !lij is de situat ie meester. In het tegenkamp, op de Nieuwmarkt en
in de Jordaan heerscht te Amsterdam de inflatie-kolder. Was er van morgen nog een en
ander "te geef" voor prijzen, zwa rter dan ooit, tegen den avond kon men nog slechts aspe-
rientjcs koopcn voor tien cent per stuk.
De markt opende - en deze pri_jzenzijn op Donderdag 13 September 1945 historisch -
flauw met sigaretten à vier gulden per stuk opklimmend tot zes gulden per stuk en buiten
de stad zelfs tot tien gulden. Boter ··deed" tachtig tot honderd gulden per pond. Suiker
90 gulden, Belgische shag ging spotgoedkoop weg voor één gulden (zink ) per half ons.
Een plak chocolade bracht vijf en twintig gulden op. De meest absurde transacties kwamen
tot stand . 1400 doosjes Belgische dames-sigaretten, die Maandag nog f 9,- per doosje
kostten en Woensdag /20,-, zijn gistermiddag voor zeventig mille van de band gedaan.
De "rneneeren" hebben het intusschen bij de bankfilialen niet zoo gemakkelijk. Iemand,
die vandaag op een bank even een rekening van anderhalve ton kwam openen, wist geen
enkele referentie op te brengen en kon met zijn volle koffertje weer naar huis. Een ander,
die al schichtig had zitten wachten, maakte dat hij wegkwam, toen de directeur hem mee-
deelde, dat het nu zijn beurt was. -

NOTEN

1 Delft A.J. A.C. van; Uit de bezettingstijd 1940-1945, Zwarte handel.
Uitgevers-Maatschappij Holland - Amsterdam, 1945.
2 Afbeeldingen uit de collectie van Fred Tymstra

1414

PIJPENFABRIE"KERKA"TEALPHENAAN DENRIJN

door Bert van der Lingen

Inleiding

Rond het midden van de l 8e eeuw was de pijpenindustrie in de huidige
gemeente Alphen op zijn hoogtepunt. Een eeuw later resteerden slechts
een klein aantal bedrijven. Tot nu toe werd aangenomen dat Paulus Schild
uit Aarlanderveen de laatste pijpenmaker was. Dit blijkt niet juist te zijn. In
1914 werd in deze plaats nog een pijpenfabriek opgericht. Deze firma, een
jaar later gevest igd in Alphen onder de naam "ERKA", vervaardigde geen
traditionele geperste rookpijpen, maar doorrokerpijpen.

De introductie van de doorrokerpijp

Ondermeer door de opkomst van de sigaret en de houten pijp wordt het,
voor de weinige overgebleven Goudse pijpenmakers, steeds moeilijker de
traditione le, in een metalen vorm gepe rste, pijpen aan de man te bren -
gen. Vanaf circa 1900 beginnen zij met de vervaardiging van doorrokers,
waarbij een nieuwe fabricagetechniek wordt toegepast. Deze doorroker-
pijpen worden niet meer geperst maar vervaardigd in gipsen vormen
waarin vloeibore klei wordt gegoten. De oorsprong van deze gietpijp is te
vinden in het Duitse Grünstadt, waar de firma Bordollo voor het eerst be-
gon met de productie. In Nederland werd deze techniek vanaf 1898 toe-
gepast. Als eerste door de firma Van der Want en Barras uit Gouda, die
hun producten verkochten onde r de naam " Holland ia", de " Eerste Neder-
landsche Fabriek van Geêma[lleerde Doorrokers" (17). Andere takken van
de Van der Want-familie richtten "lvora" en "Zenith" op (23). In 1910 is de
firma P. Goedewaagen & Zoon de laatste Goudse fabrikant die van start
gaat met de productie van doorrokers (21). Vier j aar later wordt er, zij het
op kleinere schaal, ook in het huidige Alphen aan den Rijn begonnen met
de productie van doorrokers.

W.J. Sibbes en de start van het bedrijf te AarlandeNeen

In februari 1914 richt Wilhelmus Johannes Sibbes de laatste pijpenfabr iek
van Aarlanderveen op. Sibbes, die op 6 september 1880 te Gouda werd
geboren, vertrekt later naar Leiderdorp , Alphen en Oudshoorn, welke
plaatsen hij vanaf 1913 afwisselend en in kort tijdsbestek gebruikt a ls aan-
duiding van zijn woonplaats. In de Alphense archieven wordt hij eenmalig
pottenbakker te Leiderdorp genoemd, voor de overige stukken gaf hij als
beroep pijpenmaker te Leiderdorp of Alphen op. Het is niet bekend of hij in
Leiderdorp ook pijpen vervaardigde.

1415

Het is eveneens onbekend hoe Sibbes in deze tak van nijverheid terecht is
gekomen, maar wellicht moeten we dit zoeken in zijn Goudse fam ilierela-
ties. Van der Want is in de periode waar in Sibbes met pijpmaken begint,
een bekende naam met betrekking tot de fabricage van doorrokers. Ver-
scheidene takken van de familie zijn, met verschillende bedrijven, werk-
zaam in deze branche. Catharina Sibbes, een tante of achternicht van
Wilhelmus Johannes, was met Pieter Jacobus van der Want Azn. gehuwd
(19). Hij was de vader van Gerrit Frederik, de medeoprichter van
"Hollandia", en van Otto Adrianus. Gerrit Frederik was tot 1907 medefir -
rriant van Otto Adrianus. Na de beëindiging van de samenwerking betrekt
laatstgenoemde nog datzelfde jaar twee panden aan de Keizerstraat en
verkoopt hij vanaf 1915zijn producten onder de naam "Zenith" (24).

Toen Sibbes begon met de fabricage van doorrokers, waren het de Goud-
se bedrijven die de nodige kennis hadden voor de vervaardiging van
gietpijpen . Het is niet ondenkbaar dat hij door familierelaties geïnformeerd
werd over de techniek van het gietprocédé. Mogelijk zelfs kwam deze, bij
"Hollandia" ontwikkelde informatie, op instignatie van de afgesplitste tak in
de Keizerstraat, bij Sibbes terecht (19).

Op 13 december 1913 vraagt Sibbes een hinderwetvergunning aan 'voor
het ·plaatsen van een oven tot het branden van aardewerk' aan de Van
Mandersloostraat 27 te Aarlanderveen. Op de door hem zelf gemaakte
plattegrond is een vierkante oven getekend (2). Het perceel, eigendom
van Samuel Gorree, maakte deel uit van vier huizen, een werkplaats, ge-
timmerte en erven (3). Het pand was ·gesitueerd langs de Rijn (20). Eind d~ -
cember wordt het publiek op de hoogte gebracht van zijn aanvraag (4).
Een Aarlanderveense koopman tekent bezwaar aan tegen de geringe
hoogte van de schoorsteen. Hij verwacht overlast te ondervinden van de
rook. De gemeenteopzichter adviseert de schoorsteen tot op l meter bo-
ven het dak te plaatsen en er moeten aanpassingen verricht worden ter
voorkoming van brand. Op 29 januari 1914 krijgt Sibbes zijn vergunning. De
oven moet voor l juli in werking gebracht zijn.

De arbeidsinspectie had reeds op 7 januari een nieuwe plattegrond ge-
vradgd, daar de tekening van Sibbes niet voldeed aan de eisen van de
hinderwet. De reeds afgegeven vergunning zou, in geval van een geschil,
niet rechtsgeldig zijn. Sibbes begon in februari al met de productie. In deze
maand en in maart werd zijn 'pijpenfabriek' namelijk door de arbeidsin-
spectie, gecontroleerd, waarbij de 'aanvang en einde van den dagelijk-
schen werktijd voor jeugdige personen en vrouwen' evenals de rusttijden,
in orde waren bevonden (5). De productie in Aarlanderveen duurt circa
vier maanden. Op 3 juni breekt er brand uit in de fabriek. Gorree, de eige-
naar van het pand, ontdekte 'dat er brand was ontstaan in een huis ach -

1416

ter zijn woning, waarin eene aardewerk-bakkerij in 't klein wordt uitgeoe-
fend' (16). Er wordt proces-verbaal opgemaakt en naar de Officier van
Justitie verzonden (7). De uitslag van een eventueel onderzoek naar de juis-
te toedracht is niet bekend. Volgens Gorree ligt de oorzaak van de brand
in het te hard stoken van de oven.

Sibbes raakt zijn vergunning kwijt en vertrekt weer naar Leiderdorp. Vijf da-
gen na de brand vraagt hij, voor hetzelfde perceel, opnieuw een vergun-
ning aan (8). Weduwe M. Hoogteijling, die naast de fabriek woont, geeft
aan 'zeer veel last van de hitte te hebben gehad, toen het bedrijf nog op
dat perceel werd uitgeoefend, in die mate, dat zij vaak wegens ondrage-
lijke hitte van den oven op den grond moest slapen daar de muren van
het vertrek zeer hoog in temperatuur waren, beïnvloed door den onmid-
delijken daaraan grenzenden oven'. Daarnaast blijkt het pand moeilijk
bereikbaar te zijn voor de brandspuit (9). Nog geen week later wordt Sib-
bes door de gemeente verzocht een nieuwe tekening in te dienen, aan-
gezien de oven, met temperaturen van circa 10002C, in een brandvrije
ruimte geplaatst moet worden . Aangezien Sibbes niet voldoet aan de ge-
stelde eisen wordt er, op zijn ·verzoek om vergunning (voor een) pijpenfa-
briek', afwijzend beschikt (10,11).

De pijpenfabriek te Alphen

Kort na de brand wijkt Sibbes hij naar Alphen. Daar vraagt hij, op 16 juni
1914,zijn derde vergunning aan. Ditmaal voor een oven langs de Rijn in de
Prins Hendrikstraat 200 (12). Dit perceel, direct ten zuiden van de Hofbrug
(waar de Julianastraat overgaat in de Prins Hendrikstraat), was eigendom
van B. van Wijk. Volgens de tekening betreft het een pand van 20.20 x 5.70
meter, met aan de zuidkant een dichte muur en aan de noordkant vier
ramen. De deuren aan de oostzijde komen uit op de Rijn en die aan de
westzijde op de straat. In het midden is een ronde oven getekend. De plat-
tegrond is door O.W. de Rijk gemaakt, die loter genoemd wordt als eige-
naar van de pijpenfabriek. Wellicht gaat het hier om het nog bestaande
pand op nummer 194. Bij werkzaamheden in en rond dit pand zijn in het
verleden tabakspijpen gevonden, welke helaas niet bewaard zijn geb le-
ven.

Twee bedrijven met een opslag naast het perceel tekenen protest aan,
Hun opslag is door een dunne muur ·gescheiden van de plaats van de
oven. Sibbes moet ondermeer extra muren p laatsen en een stenen schoor-
steen met ijzeren pijp en vonkenvanger aanbrengen om de brandveilig-
heid te kunnen garanderen. Volgens de Rijkstoezicht op Fabrieken en
Werkplaatsen voldoet 'de op te richten pijpenmakerij met oven' aan de
eisen van de Veiligheidswet, waarna op 31 december 1914de vergunning

1417

wordt afgegeven. De oven moet voor l juli 1915 in gebruik zijn genomen.
Ruim een Jaar later, op 12 april 1916, verschijnt het volgende artikel in de
Alphense Rijnbode:

Onze plaats huisvest een industrie, die waarschijnlijk bij nog niet veten in de
gemeente bekend is, n.l. de verleden jaar reeds opgerichte pijpenfabriek
"ERKA", nabij de Hofbrug alhier. Door den eigenaar den heer D. de Rijk
werd ons dezer dagen vergund een kijkje in de fabriek te nemen. We
kwamen er juist toen de oven tot bijna 1200graden verhit was en herhaal-
den ons bezoek den volgende dag , toen de z.g.n. bisquit uit den oven
kwam.
Het waren niet de ouderwetsche lange Goudsche pijpen, maar de meer
moderne emaille pijpenkoppen (doorrokers) , sommigen versierd met land-
schappen , portretten , spreuken , enz., naar verkiezing. De eigenaar vertel -
de ons o.m. dat zijn fabrikaat gereden afzet vindt zoowel in het binnen- als
buitenland, doch dat gebrek aan geschikte werkkrachten de uitbreiding
der zaak somwijlen niet bevordert.

In dtt artikel, waarin voor het eerst de naam ERKAvoorkomt, wordt D. de
Rijk genoemd als eigenaar van de pijpenfabriek. Hij zal tussen februari en
april 1916 het bedrijf overgenomen hebben van Sibbes. Dit komt overeen
met informatie in de "Kiezerslijsten voor werklieden", voor de Kamer van
Arbeid voor de bouwbedrijven te Alphen, waarin Sibbes tot februari 1916
wordt genoemd (1).

Dirk Willem Jacobus de Rijk werd op 7 maart 1893 te Haarlem geboren.
Vanuit deze stad vertrok hij naar Oudshoorn, waar hij op 5 augustus 1~14
werd ingeschreven. De plattegrond van de fabriek aan de Prins Hendrik-
straat werd door hem gemaakt voordat hij in Oudshoorn stond ingeschre-
ven. De Rijkwas schilder van beroep. Gezien de aard van de fabriek zal dit
plateelschilder geweest zijn. Op 21 maart 1915 vertrok hij naar Aarlander-
veen (6).

De fabriek aan de PrinsHendrikstraat was kort na het uitbreken van de Eer-
ste Wereldoorlog opgericht. Veel pijpenfabrieken hadden al te maken met
een terugval door de opkomst van de houten pijp, sigaar en sigaret. Daar -
naast was het, in de periode 1914-1918, moeilijk om aan grondstoffen te
komen 9n ook de export lag vrijwel stil (18). Naast schaarste aan materiaal,
zoals het gebrek adn looderts voor het glazuur, kwam daar in 1918 de
overheidsbepaling bij dat de in Nederland aanwezige tabak vrijwel alleen
voor de sigarenfabricage gebruikt zou worden (25). De oprichting van
"ERKA" zal daarom, en door het gebrek aan geschikt personeel, zoals De
Rijkaangeeft, de nodige risico's met zich meegebracht hebben.

1418

Op 15 november 1916 laat De Rijkeen advertentie in de Rijnbode plaatsen
waarin leerling plateelschilders worden gevraagd: '2 nette Jongens of
meisjes om in het p/ateelvak opgeleid te worden, fabriek "ERKA" ', On-
danks de moeilijke oorlogsjaren had de fabriek een 'gereden' afzet in het
buttenland. Naar welke landen De Rijk zijn pijpen exporteerde Is niet be-
kend . Hij heeft de fabriek In ieder geval tot september 1923 draaiende we-
ten te houden .

De oven aan de Hoorn

Op 13 november 1914, kort voordat Sibbes zijn vergunning aan de Prins
Hendrikstraat krijgt, vraagt de Oudshoornse pijpenmaker Goose van Kalke-
ren een hinderwetvergunning aan 'tot het branden van aardewerk met
een oven In een pond aan de Hoorn 25 (13). Dit perceel was, evenals dat
aan de Van Mandersloostraat, eigendom van Gorree. Veehouder Dirk
Peeneman tekent bezwaar aan , daar de oven onde r hetzelfde dak komt
als zijn veestalling met hooizolder. Desondanks krijgt Van Kalkeren, op 18
december 1914, zijn vergunning, Ook dit pand moet dusdanig aangepast
worden, dat het gevaar voor brand minimaal zal zijn. De oven moest op
dezelfde datum als die van Sibbes in gebruik genomen zijn. Dtt zal zeker
gebeurd zijn, aangezien Van Kalkeren op 12 en 15 mei 1915 een adverten-
tie in de Rijnbode laat plaatsen , waarin '3 vlugge jongens' voor zijn aar-
dewerkfabriek gevraagd worden. Het is niet bekend of er aan de Hoorn
daadwerkelijk pijpen zijn gemaakt, maar het feit dat Van Kalkeren zich pij-
penmaker noemt is wel een sterke aanwijzing in die richting.

Onbekende pijpenmakers

In de archieven komen twee onbekende personen voor in relatie tot de
pijpenfabricage: Simon Brandse 'pijpenmaker' en Emile van der Strlcht
·werkman op een pijpenfabriek '. Mogelijk hebben beide personen bij
·ERKA" gewerkt. Simon Brandse, geboren te Mijdrecht op 19 juli 1885, was
gehuwd met een Goudse en woonde ook in deze stad, waar hij ongetwij-
feld het vak geleerd zal hebben. Ruim een jaar na de start van de fabr iek
kwam hij op 3 juni 1916 naar Alphen. Op 26 september 1917 keerden zij
terug naar Gouda (14). Het is niet ondenkbaar dat Brandse tot zijn vertrek
bij "ERKA" gewerkt heeft. Ook in Gouda blijft hij in de aardewerkbranche
werkzaam. In 1927dient Brandse daar een verzoek in tot het oprichten van
een kunstaardewerkfabrlek (19).
Van der Strlcht was afkomstig uit Belgiê. Hij werd daar op 21 oktober 1888
te Erwittingen geboren. In een onbekend jaar (na 1910) kwam hij naar Al-
phen (15). Van der Stricht wordt niet specifiek genoemd als pijpenmaker.
Over zijn werkzame verleden, die zich mogelijk in een Belgisch pottenbak-
kers- of pijpenmakerscentrum afspeelde , zijn mij geen gegevens bekend.

1419

Relatie tussen genoemde pijpenmakers

Sibbes, afwisselend genoemd als inwoner van Leiderdorp, Alphen en
Oudshoorn, laat zich op 2 maart 1914 inschrijven op het adres Wijk 3, num-
mer 55 te Oudshoorn. Hij noemt zich eenmalig pottenbakker te Leiderdorp
(6). De Rijk werd op 5 augustus 1914 ingeschreven op hetzelfde adres als
Sibbes maar woonde wellicht al een aantal maanden daarvoor in de re-
gio. Van Kalkeren, geboren te Oudshoorn, woonde vanaf 1900 in dezelfde
wijk op andere adressen, maar verhuisde in een onbekend jaar eveneens
naar .nummer 55.

Het zal geen toeval zijn geweest dat de drie pijpenmakers in dezelfde peri-
ode in hetzelfde pand te Oudshoorn woonden. Gezamenlijk belang in de
pijpenindustrie zal hen bij elkaar gebracht hebben. Sibbes en De Rijkwor-
den beiden genoemd in verband met de pijpenfabriek aan de Prins
Hendrikstraat. Hoe de relatie tussen deze personen tot stand kwam en hoe
de onderlinge verhoudingen binnen het bedrijf waren is niet bekend. Ook
over de relatie tussen pijpenfabriek "ERKA" en de aardewerkfabriek van
Van Kalkeren aan de Hoorn zijn mij geen gegevens bekend. Wel is het op-
vallend dat Van Kalkeren zijn vergunning voor een oven bijna tegelijkertijd
met Sibbes aanvraagt. Mogelijk produceerde hij in opdracht van "ERKA".
Het 'is niet ondenkbaar dat in beide fabrieken naast tabakspijpen ook an-
der aardewerk geproduceerd werd.

De producten van "ERKA"

Volgens de Rijnbode werden in de Alphense pijpenfabriek geen
·ouderwetsche lange Goudsche pijpen' gemaakt, maar de meer moder-
ne emaille pijpenkoppen ofwel doorrokers, waarvan sommigen versierd
met landschappen, portretten, spreuken, enz., naar verkiezing.

Voor de vervaardiging van doorrokers worden gipsen vormen gebruikt.
Hierbij wordt vloeibare klei in de ketelopening van de vorm gegoten. Wan-
neer de juiste hoeveelheid klei zich tegen de wanden heeft afgezet, wordt
de overtollige klei uitgegoten. Doordat het gietproces in mindere mate ge-
schikt is voor het vervaardigen van de pijpensteel, wordt het roer van de
doorrokerpijp apart vervaardigd en aan het steeleind gemonteerd. Een
metalen busje (tige), waarop veelal de firmanaam, verbindt steeleind en
roer. Het laatste onderdeel is gemaakt van caoutchouc of een kunststof-
barnsteenimitatie (21).

De uit Gouda bekende doorrokers werden geleverd met en zonder licht-
beeld of als plateeldoorrokers . De pijpen met lichtbeeld hadden op of on-
der het glazuur een transfer of plaatje in witte kleurstof. Tijdens de glazuur

1420

brand versmolt deze met het glazuur. Tijdens het roken van de doorroker-

pijp kleurt de scherf bruin en wordt het witte plaatje zichtbaar (23). Deze

afbeeldingen geven actuele zaken weer zoals bijvoorbeeld de mobilisat ie

van 1914-1915 en de watersnood van 1916. De handmat ig beschilderde

plateeldoorrokers werden veelal voorzien van landschappen en stadsge -

zichten . Ook op plateeldoorrokers werden actue le zaken weergegeven,

die meestal bij speciale gelegenheden en op bestelling vervaardigd wer -

den. Deze zijn ondermeer voorzien van persoons- en bedrijfsnamen , data,

spreuken etc. -

Tot op heden zijn slechts twee producten , beide plateeldoorrokers, uit de
"ERKA" fabriek bekend.

- Het vroegste exemplaar heeft betrekking op de mobilisatie van 1914- 1915.
Deze pijp heeft een handbeschilderde afbeelding van soldaten waaron -
der de tekst: MOBILISATIE1914-1915(afb. 7,Col i. Pijpenkabinet Amsterdam).
- Het tweede exemp laar is vervaard igd ter gelegenheid van het zilveren
regeringsjubileum van koningin Wilhelmina, met aan de achterzijde het
monogram WvO (Wilhelmina van Oranje ) tussen het opschrift "6 SEPTEMBER
1898-1923"(afb. 2, Col i. M. Rutt en).

In de meta len buisjes van beide pijpen staa t de firmanaa m . Door de
'W ilhelmina'- pijp weten we dat "ERKA " in iede r ge va l tot 1923 produceer-
de.

Va n de firma "Holla nd ia" is een doorroker met gelijke voorstelling en in het-
zelfd e kleurenpal et bekend, zij het dat deze pijp een ander model heeft
(26). De kwalite it van het vroege Alphense product doet niet onder voor
producten uit de Goud se fab rieken, waar het merendeel van deze pijpen
vervaardigd werd. Bij het latere product iszowel de afbeelding als de tekst
van minde re kwa liteit.

Afb. 7Mobilisatie 1974/ 5

1421

Afb. 2 WvO 6 SEPTEMBER Coli. M. Ruffen

Door het gebrek aan producten en documentatie is het tot op heden niet
mogelijk een overzicht van het assortiment van "ERKA" te geven. Ook in-
formatie over bijvoorbeeld productieaantallen, omzet en export zijn niet
aangetroffen. Ongetwijfeld bevinden zich Alphense doorrokers en docu -
menten over "ERKA" in collecties. In verband met een eventueel vervolg-
artikel stel ik er prijs op wanneer lezers, die in het bezit zijn van tabakspijpen
en/of documentatie met betrekking tot "ERKA", contact opnemen met de
schrijver, op het adres: Klinkhamer 39, 2421 ML te Nieuwkoop, tel. 0172-
575727, (email: [email protected]).

Geraadp leegde bronnen:

Alle archiefstukken bevinden zich in het Streekarchief Rijnland s Midden te Alphen aan den Rijn.
1. Archief Alphen 1811-1917. Inv.nr. 1636, "Kiezerslijsten voor de werklieden ", 1913-1916.
2. Archief Alphen 1811-1917. Hinderwetvergunningen, inv.nr. 1101 (kad . sectie C 2676)
3. Aarlanderveen Notarieel Archief 1906-1915, C. van der Lee, inv.nr. 10, aktcnr. 123.
4. Archief Aarlanderveen 1811-1917. Inv.nr. 561, nr.l 16.
5. Archief Aarlanderveen 1811-1917. lnv.nr. 679 , Ingekomen stukken: nr. 9 Algemene Zak.en.
6. Bevolkingsregiste r Oudshoorn 1900-1917
7. Archief Aarlanderveen 1811-1917. Inv.nr. 1833: Registers van opgemaakte en verzonden proces-
sen-verbaal 1879-1917.
8. Archief Aarlanderveen 1811-1917. lnv.nr. 1109. Registers van aanvragen om vergunning ingevol-
ge de hinderwet, volgnr. 99, &juni 19 14.
9. J. van der Meulen. De "Gouwenaars" van Alphen aan den Rijn , 1986: 56.
10. Archief Aarlanderveen 1811-1917, inv.nr. 526: Notulen van de vergaderingen van burgemeester
en wethouders, 31 juli I 914 .
11. Archief Aarlanderveen 1811-1917, inv.nr. 1109: Register s van aanvragen om vergunning inge-
volge de Hinderwet 1877-1917, volgnr. 99.
12. Archief Alphen 1811-1917. Hinderwetvergunningen, inv.nr. 978, (kad . sectie B 1987).
13. Archief Alphen 1811-1917. Hinder wetvergunningen, inv.nr. 979, (kad. sectie A 2648).
14. Bev. register Alphen 1910, deel 2, blz. 235
15. Bev. register Alphen 1910, deel 15, blz. 224
16. De Rijnbode, 3 juni 1914.
17. D.H. Duco, De tabakspijp als oranje propaganda. Leiden 1992, p9 I.

1422

18. J. Engelen. Pijpenhandt:I tussen "ooncurrerende·· pijpenfabrikanten. PKN 1989,jrg. 12. nr. 47:
150.
19. D.H. Duco. Persoonlijke communicatie. 26 september 2001 .
20. E. van der Most. Plateelbakkerijen in Alphen aan den Rijn. De Viersprong, jrg. 11, fobruari
1994. nr. 38: 16-19.
21. D.H. Duco, Koninklijke Gocdewaagen (1779 - 1982). Een veelzijdig ceramisch bedrijf. Leiden
1999. p70.
22. D.H. Duoo, Koninklijke Gocdewaagen, 1999, p70.
23. G. Willems. 'De geschiedenis'. in Zenith Plateelbakkerij en pijpenfabriek sinds 1749. Stedelijke
Musea Gouda, 1985.
24. F.F. Kompier, Het pijpmakersgeslacht Van der Want 11.Pijpelogische Kring Nederland ( PKN)

1980, jrg. 3, nr. 10: 4-5.

25. D.H. Duoo, Koninklijke Goedewaagen, 1999, p68.
26. D.l 1. Duco. De tabakspijp als oranje propaganda. Leiden 1992. p96. afb. 110.

Literatuur:

- D.H. Duco. De tabakspijp als oranje propaganda. Leiden 1992.
- D.H. Duco, Koninklijke Goedewaagen (1779-1982). Een veelzijdig ceramisch bedrijf. Leiden
1999 .
- J. Engelen. Pijpenhandel tussen "concurrerende'· pijpenfabrikanten . Pijpelogiscbe Kring Neder-
land (PKN) 1989,jrg. 12, nr. 47.
• F.F. Kompier. Het pijpmakersgeslacht Van der Want Il, PKN 1980.jrg. 3. nr. 10.
• J. van der Meulen, De "Gouwenaars'' van Alphen aan den Rijn, 1986.
• E. van der Most, Plateelbakkerijen in Alphen aan den Rijn. De Viersprong, jrg. 11, 1994, nr. 38.
• G. Willems, ·'De geschiedenis'·. in: Zcnith Plateelbakkerij en pijpenfabriek sinds 1749. Stedelijke
Musea Gouda. J985.

LITERATUURSIGNALEMENT(vEeNNolg van blz. 1402)

- Lo Fomilio Zomorono o Través de la Vitolfilio desde 7850is een zeer goed
verzorgd bo ekw erk van de groep CITA over dit slgarenmakersgeslacht;
ISBN84-605-998tr8; 190 blz., 1999; Rapaport $ 30,-.
- Philippe Mesmer schreef "The art of clgare bands, the Roger van Reeth
collection· met hoofdzakelijk afbeeldingen van - bijna 1800 - sigarenban-
den en klstetiketten; uitg. Parkstone PressLtd. Londo n, 2000, gebonden 224
blz.; ISBNl 85995 735 8.
- Robert Opie publiceerde "The art of the label", een wat globale mono-
grafie over reclame-etiketten voor onder meer pijptabak, sigaren en siga-
retten en lucifers (ultg. Chartwell Books Ine. Edison, 2001. ISBN0-7858-1330-6;
gebonden, 144 blz.; S 13,-vla Rapaport).
- Voor de verzamelaar van het sigorenklstetiket en de ring noem ik tenslotte
nog ·Cien Anillas de Calidod en la Litografia Tabacalera · door Florencio
Gimenez Caballero en Manuel Lopez Rodriguez, een uitstekend verzorgde
uitgave met zeer gedetailleerde informatie (uitg. Ediciones Giralda, Sevilla;
z.j., ISBN84-88409-23-0;gebonden , 406 blz. & 76,- vla Rapaport).

1423

Het Wereldkampioenschap pijproken

wordt op 7 en 8 september in Sint Niklaas (Belgie)
gehouden. 400 tot 500 rokers worden verwacht,

9-P daarbij komen nog de nodige belangstellenden.
Behalve de wedstrijd iser een twee-daagse beurs
en een expositie.Alle activiteiten vinden plaats in

de stadszalen van de stad Sint Niklaas . Bijvoorin-
PIJPROKENWERELDKAMPIOENSCHAP schrijving kunt u tafels huren a 37 euro p.m . Inlich-
tingen kunt u krijgen bij Francis van Parijs, Pare de
Oh.,\t;tl0.-..:.'.\'1O1tU.\tL')XOOf EHC:~R'lS Di=Jl11"'..S
,,·o~LD 01,Utl"tOtlSHf,- PtPl S)fOl.iNG la Gotte 71, B 4550 Nadrin ( 0032-43712768) en bij

Eddy van Horen, Sporthalplein 8, B 26l OWilrijk

( 0032-3872 l 4 l 3 ) Zie ook: www.deDQ""'"''-....,.,,..

GROTEINTERNATIONALVEERZAMELMARKT

VEEMARKTHAULTRECHT

Op zaterdag 12 en zondag 13 oktober 2002 kunt
u tussen 9.30 - 17.00 uur deze verzamelbeurs be-
zoeken. Voor de meest uiteenlopende verzamel-

objecten kunt u terecht bij de circa 600 stand-
houders.

De Veemarkthal ligt aan de A27. Entree be -

draagt 3 euro. het parkeren is gratis.
Voor inlichtingen kunt u bellen naar de organisa-
tor: FritsSpee , tel:030-2886891

De PIJPENDAGisop 21 september a.s in het
LIEMERSmuseum te Zevenaar. Programma en
Routebeschrijving treft u op een aparte bijlage bij
dit nummer. U kunt u aanmelden door het strookje
uiterlijk10september naar ons op te sturen.

Volgend jaar juni bestaat de PKN 25 jaar! Dat

willen wij niet zo maar voorbij laten gaan. Er zal
o.a. in samenwerking met het Gouds Museum
een tentoonstelling in de Moriaan worden ge-
houden. Een werkgroep is achter de schermen al
bezig met de voorbereiding.

0.e.ROE.f.AA..DNELEDENW: ie heeft, of weet waar zich bev indt:

1. Rec lamemateriaal/aff iches van Goudse pijpen-/sigaren-en tabaksfabrie-
ken . ( Reac tie naar Lodewijk v.Duuren , 079-3214149)

2. Gegevens en voorwerpen van Goudse sigarenfabrieken, In het bijzonder de
firma J.A.Donker (me rk Napoleon). (Reactie naar Fred Tymstra, 0299-364206)

3 . Bijzondere souven irpijpen uit Gouda, en andere Goudse taba kssouvenirs
(Reactie naar Ruud Stam 07 1-5153040)

1424

l 25e JAARGANGNR.98 OKTOBER, 2002 1

INHOUD 1425
PIJPENKLEUI ITDE VULKAANEIFEL 1425
LITERATUUR 1426
DE PIJPENKOP 1427
DE PIJPENMAKERSVAN DOVER EN HUN BIJZONDEREOVENS 1428
VARIA: ENGELSEPIJP 1432
VRAAGBAAK 1433
BREDASEPIJPENMAKERS (l) 1436
JAN BOOT, PRODUCENTVAN UITZONDERLIJKEMODELLEN 1442
EENBIJZONDEREAFBEELDINGOP EENGEVELSTEENUITVIANDEN 1445

PIJPENKLEUIITDEVULKAANEIFEL

door Fred Tijmstra

Toen Ik in het voorjaar in de Eifel op vakantie was in het Brohtal en een
rondwandeling rond de Laacher See maakte, kwam ik tot mijn verbazin g
pijpaarde tegen. De vindplaats werd via een bord tijdens de wandeling
aangegeven. Langs een klein paadje werd een helling bereikt waar in de
wand tussen zand en zandsteen de ruwe pijpa ard e in een laag zichtb aar
was. De klei is 30 milj. jaar geled en ontsta an door afzetting in het toenmali -
ge bekken van het mee r. Door aardverschuivingen (13.000 jaar geleden)
kwa m de laag omhoog. In de 18e eeuw heeft men hier klei gewonnen om
pijpen en mineraalwaterkruiken te make n. Bijzonder is dat tussen de witte
klei ook proppen ge le pijp aarde zit die bij het bakken rood van kleur wor dt.

Ik heb wat kleibrokken meegenomen en het losse zand en andere vervui-
ling eraf gewassen. Door toevoeging van wat water bleek de klei snel
zacht te worden. De klei liet zich daa rna gemakke lijk kneden tot een plasti-
sche massa. Het resultaa t na het bakken kan Ik op dit moment nog niet
vertellen. Voor wie geïnteresseerd is: de tocht begint op de parkeerplaats
bij Hotel Wa ldfrieden te bereiken van Wassenach richting Laacher See.

1425

LITERAUTURSIGNALEMENTEN

door M. Rutten

- Van Knosterkopfverscheen onlangs nr. 15/2002,. schnterend verzorgd met een
groot aantal Interessante bijdragen ; 120 blz. In totaal. O.m. zijn korte verslagen
opgenomen van de bijeenkomsten van onze Duitse zusterclub, de SCPRin oktober
en de PKNin september 2001. Van RudigerArticuseen aardige bijdrage over het
kleipijpenonderzoek in de 19e eeuw, waarin diverse mythen over pijproken in en
pijpvondsten uit de oudheid overtuigend worden doorgeprikt. Michael Schmae-
decke doet verslag van vondst en van floraal versierde p ijpenstelen uit zuid-west
Duitsland met een groepsindeling op onderwerp van versiering. Dit zou volgens de
auteur een begin kunnen worden van een aan vullende manier van determineren
van kleipijpvondsten . Regina Geis-Dreier schrijft uitvoerig over kleipijpvondsten bij
Slot Oberstein. Helmut Szillvervolgt zijn verslag over kleipljpvond sten in Erdlng (zie
ook Knasterkopf nr. 14). Nathascha Mehler doet verslag over tabak en kleipijp in
de 18e eeuw in IJsland, o.m. aan de hand van vondsten in Reijkjavik (en natuurlijk
werden ook daar Goudse producten gevonden). Heinz-Peter Mielke heeft een
aardige bijdrage over het kleipijpenland Nederrijn en de verspreiding van de pij-
penbakkerij tussen Keulen en de Nederlanden. Barbel Bollinger-Spongen Martin
Kugler hebben onderzoek gedaan naar de bedri jven Spang en de ontwikkeling in
de fabricage van kleipijpen naar bloempotten en beu rriers. Laatstgenoemde au-
teur schrijft tevens over vondsten In Görlitz; over een bijzondere (Goudse) Jo-
nospijp uit de 18e eeuw en over kleipijpen uit Geelbek (Zuid-Afrika). Ralf Kluttig-
Altmann geeft richtlijnen hoe kleipljpen te tekenen. David Higgins doet verslag van
de ontdekking van een pijpenoven bij Cleobury Mortimer . Voorts bevat dit num-
mer onder meer boekrecensies en literatuursignalementen , van de hand van
FranzWandingereen vervolgoverzicht van rookatributen in Duitse musea en voorts
bijdragen over het tabaksmuseum Vlerraden (door LutzUbert) en dot in Gubbhyli-
an , Skonsen bij Stockholm (door Inga Junhem).
- Van de hond van Alice Orhant verscheen "Up in smoke", the ort of Col- lectl-
bles" (l'Aventurine, 2000, ISBN2-914199-05-8; Rapoport $ lü,- resp. "Fumer... Objets
de désir" (Parongon , 2CXX, lISBN2-84190-039-8), een goed verzorgde klein-coffee-
toble-uitgove met foto's van objecten op tobocologicagebled; 96 b lz.; onder
meer veel uit de co llectie van Walter Vonden Bulcke. Fraai voor het oog.
- Smlthsonian gaf "Motchsafes" van de hand van Deborah Sampson Shinn uit, een
aardig en goed ge'fllustreerde uitgave over - de geschiedenis van - de lucifers-
doos. 2001, 112 blz.; ISBN 1-85759-.237-9; $ 24,95. Voor de liefhebber van het on-
derwerp een aanrader.
- Voor de verzamelaar van sigarettenverpakkingen echt interessant is "The collec-
tor's gulde to Vintage cigorette Packs" door Joe Giesenhagen; de registers met
diverse ingangen helpen om verpakkingen te doteren en fabrikanten te traceren
(uitg. Schitter Books for Collectors, Atglen, 1999, ISBN0-7643-0930-7; 208 blz.; $ 24,-.
- Ook over (slgaretten)reclame handelt de publicatie van Michael Thibodeau en
Jana Martin met de titel ·s moke gets in your eyes. branding and design in cigoret-
te packaging· , fraai uitgegeven met vooral illustraties (uitg. Abbeville PressPubl..
New York, Londen & Polis, 2CXX, lISBN0-7892-0640-4; gebonden, 144 blz.; $ 29,95.

1426

De pijpenkop B. van Meurs

1835 - 1915

"Dag oudje, smaakt je pijpje goed? Toen gaf hij mij deez 'pijpenkop
Wat rookt die kop mooi door. en ook zijn heurs met geld,

't ls echte meerschuim naar 't schijnt, hij drukte mij voor't laatst de hand
zeg op, wat vraagj'ervoor? " en stie,f gelijk een held

"Mijnheer, die pijp is niet te koop. Die beurs, zo dacht ik, geef ik aan
Ik kreeg hem eens cadeau wiens huis is 4gebrand,

op 't slagveld van mijn kapitein maar deze pijpenkop, mijnheer,
die viel bij Waterloo. komt in geen vreemde hand!

Het ging er daar geducht aan toe, Sinds jarenlang bewaar ik hem
van 's morgens twalef uur gelijk een relikwie .

tot 's avonds, zonder nat of droog, Zo dikwijls ik mijn pijpje rook
toujours maar in het vuur". is 't of ik hem nog zie ".

"Vertel me dit een and're keer, "Schoon , brave man, hoe heette hij,
toe, geef me de pijpenkop. die brave kapitein?"

Ik bied er een goud tientje voor. "Wij noemden hem steeds 'beste va ',
Wat draalt ge, kom, zeg op!" z ijn naam was Van der Klein.

"Ikben een arme man, mijnheer, Ziet gij in 't bos die gevelspits?
en heb een klein pensioen, Dat slot, daar woonde hij ".

doch deed g 'er duizend gulden bij, "Dat was mijn vader, beste vrind,
ik zou die ruil niet doen. dat slot behoort aan mij.

Ik stond, gelijk ik zei, in 't vuur Hebt gij mijn vader bijgestaan
en nevens mij, o God, in ' t ure van zijn dood?

kreeg onze brave kapitein Kom, brave man, ga met mij mee
vlak in zijn borst een schot. en eet voortaan mijn hrood".

Ik ving hem in mijn armen op, "Is 't werk'lijk, heer, zijt gij zijn zoon
en droeg in 't gedrang hem uit, en woont gij op zijn erf?
verbond zijn wond en zag weldra
'k Ga met u mee, die pijpenkop
zijn stromend bloed gestuit. krijgt gij eens als ik sterf".

Dit gedicht werd ingezonden door mevr. B. Bezuijen-Akkermans, Koudekerk

1427 -

DE PIJPENMAKERVSAN DOVEREN HUN BIJZONDEREOVENS

door Mark Frost,David Hlgglns, Keith Parfitt en Ruud Stam

Inleiding en verantwoording

Een zomers toeristisch bezoek aan Dover resulteerde In een contact met
Mark Frost,Assistant Curator van het museum van Dover. Na de vakantie
ontving ik van hem een op archiefbronnen gebaseerde geschiedenis van
de Hambrooks, Pijpenmakers uit Umekiln Street in Dover en een alfabeti-
sche lijst van alle bekende pijpenmakers van die stad. Belde stukken zijn
onderstaand Integ raa l in het Nederlands weergegeven. Aanvullende in-
formatie heb Ik veNolgens bij Keith Parfitt, Field Offlcer van de Canterbury
Archaeolog ical Trustopgevraagd en gekregen. Hierbij was Ingesloten een
beoordelend rapport van de opgravingen door David Higgins, waaruit ik
relevante delen in dit artikel heb opgenomen.
Voor de goede orde merk ik op dat de resultaten van de opgravingen
alsmede van dit archiefonderzoek nog niet gepubliceerd zijn. Hierdoor is
het thans niet mogelijk meer over het opgegraven materiaal te zeggen en
is het ook niet mogelijk het bij de opgravingen gevonden materiaal af te
beelden. Wel iseen kaart van 1851van LlmekllnStreet weergegeven.

De Hambrooks , Pijpenmakers uit Umekiln Street, 7790- 7853

Rond 1590 verschenen de eerste kalkovens aan de voet van de westelijke
heuvels en hun aanwezigheid gaf Llmekiln Street zijn daarmee overeen-
stemmende naam. Er werd kalk in gebrand dat afkomstig was van de
daar achter ge legen kliffen, gewonnen door Instortingen van de rotswand ,
door het maken van steengroeven en .doordat de rotsen werden wegge -
hakt om plateaus te maken voor nieuwe bouwwerken. Kalk werd gebruikt
op het boerenbedrijf en voor de mortel voor het metselen van stenen,
maar uiterlijk in het begin van de l 8e eeuw waren de ovens in bezit van
kleipijpenmakers en dit bleef zo, totdat ze werden afgebroken.
De eerste bekende eigenaar was John Griggs, pijpenmaker, die ze in
1713/14 kocht. Zijn zoon John jr. was ook in het vak en werd in 1768 een
vrije burger/pijpenmaker. Op een zeker moment neemt Thomas Longley de
zaak over. Longley was in de leer bij John Griggs sr. in 1721 en was voor
1780 de baas van het bedrijf , toen hij zijn eigen leerlingen begon aan te
nemen : John Hambrook in 1780en George Richards In 1789.
Longley moet tegen die tijd al erg oud geweest zijn (waarschijnlijk onge-
veer 73 jaar in 1780) en overleed vermoedelijk voor 1792 ten tijde dat John
Hambrook het bedrijf had overgenomen en in het handelsregister staat in-
geschreven (Hambrook zou zijn leertijd in 1787 afgesloten hebben). De
twee zonen van John kwamen bij hem in het bedr ijf, James voltooide zijn

1428

,..,;

/.. ... .'

''

. ..: C,~:;:;.

,;,,,cj. . .

•'\:,.. · ,,s..<\. ...

\ ./
i I'
~

......

-1>-

N Situatie Dover in 1851 met rechtsonder
I.D

\ ./,' ., . . ./
V ••
C':. ·,1· ·-\-~(. / _,,,,:·

'.. , ,;,..-

'\
<.

•'

de kalkovens (limekilns) c.q. pijpenovens

leertijd in 1806,en Stephen in 1809 (die om de een of andere reden zijn vrij-
heid koch t in plaats van deze op basis van geboorterecht te claimen).
James was tegen 1822 alleen de baas en werd bijgestaan door zij n twee
zonen Charles Richard (geboren Dover 1822) en George Frederick, pij-
penmakers en vrije burgers vanaf respectievelijk 1843 en 1852.Charles was
in 1852 de baas van het bedrijf en staat geregistreerd als kalkbrander en
pijpenmaker. James komt in de kiesregisters, die vanaf 1852 zijn bewaard,
niet voo r en was dus vermoedelijk al gestorven . Cha rles is in het kiesregister
uit 1852opgenomen als bezittend onroerend goed in Limekiln Street.

De kalkovens waren tegen 1871 reeds afgebroken. Ze kunnen zelfs in 1853
verdwenen zijn toen de oliefabriek waaraan zij grensden, afbrandde tij-
dens een zeer hev ige brand; ze moeten zeker schade hebben opgelopen
en Hambrook wordt niet vermeld in het handelsregister uit 1858,terwijl het
kiesregister uit 1857 (het op dat van 1852volgende register) Charles alleen
vermeldt als hebbende onroerend goed in Oxenden Street (en George in
Bulwark Street), evenals dat het geval is in het volgende reg ister van 1859.
Rond 1850 zorgde de Intensieve ontwikkeling bovenop en onderaan de
rotsen er zeker voor, dat de winning van kalk bijna onmogelijk was en dat
het dee l van het bed rijf dat zich bezig hield met het kalkbranden geen be-
staansrecht meer had. Dit was zelfs al zo voor de brand.

Charles kan doorgegaan zijn met het maken van pijpen, maar voor het
midden van de jaren 1870 had hij de "Granville lnn" verworven welke ver-
der naar beneden in Limekiln Street gelegen was en welke hij met zijn
vrouw Louisa en dochter Margaret dreef. De "Granville" was oorspronkelijk
de "Donegal Arms" en had nummer 106, maar veranderde van naam om-
streeks 1867(misschien toen Charles het overnam, want het register uit 1860
laat zien dat hij weer eigendommen in Limekiln Street had, waarschijnlijk de
herberg) en werd vernummerd in 1874 a ls nummer 43. In 1967werd het ge-
sloten en vervolgens afgebroken.

Alfabetische lijst van pijpenmakers uit Dover _ 1 bielmerk , 1
1 Pijpenmaker

John Arno ld 1838 nam bedrijf Pascall over; Strand Lane IA 1839
William Arnold WA 1845
1835 vrije bu rger/pijpenmaker door leertijd, had
William Bishop ook een Tabakswinkel in Market Sauare
William Bishop 1830vrije burger/pijpenmaker doo r huwelijk

1852vrije burger/pijpenmaker, zoon van William
Bishop

1430

Hotton Brown 1856-1905.Op 1-1-1829In Fovershom geboren; verhuis-

WIiiiam Dîlnott de naar Dover na zijn huwelijk In de Jaren 1850.Stichtte
(Dilnutt)
John Griggs voor 1857een pijpenmakerij In Umekiln St" verhuisde In
John Griggs
de Jaren no 1870 naar 109 Snorgote St" na 1890 naar
John Hombrook
63 Dour St. en no 1900naar 300 London Rd. HIJhaalde
James Hombrook
ook de belasting op kolen voor het gemeentebestuur
Stephen Hombrook
Charles Richard van Dover oo .
Hombrook
1775 vrije burger/pijpenmaker op last van de WD 1774
George Frederick
Hambrook gemeenteraad
Edward Hortley
Daniel Harvey 1714vrije burger /pijpenmaker door koop IG 1714
John Harvey
John Hedgécock 1768 vrije burger/pijpenmaker, zoon van John IG 1714
J. Huntweek
John Johnson Griggs. Limekiln St. van 1714. Overgenomen
Thomas Longley
door Lonalev.
Henry WIiiiam
Pascal 1780 vrije burger /pijpenmaker door leertijd bij IH 1800
George R•c'1ards
Thomas Sales Thomas Longley; nom het bedrijf van Longley in
Peter Styles
George Wellsted Limekiln St. over voor 1792.
William Wickes
vrije burger/pijpenmaker, zoon van John Ham-

brook (18CX>)n; om het bedrijf van zijn vader

over (1822).
vrije burger /pijp enmaker door koop (1809),
zoon van John Hambrook.
1843vrije burger/pijpenmaker . zoon van James CH 1850
Hombrook (1822); nom het bedrijf van zijn va-
der over; kalkbronder en pijpenmaker in Urne-
kiln St. 1853 bedrijf gesloten (afgebrand?) ;
werd herbergier .
1852vrije burger/pijpenmaker . zoon van James
Hambrook.

EH 1741

1752

1760vrije burger/pijpenmaker, zoon van Daniel
Harvey.
1826vrije burger/pijpenmaker, zoon van James

Kon ook Hedgecock zijn? IH 1839

1850

1721 vrije burger/ pijpenmaker door leertijd bij TL 1750
Grlggs in Limekiln St.; nom diens bedrijf over no

1750?
1823-1835 pijpenmaker in Post Office Lone;
verhuisde naar Strond St. in 1830 en werd over -
aenomen door John Arnold in 1835.
1789 vrije burger/pijpenmaker door leertijd bil

Thomas Longley
1749vrije burger/pijpenmaker door leertijd

1826vrije burger/pijpenmaker door huwelijk

1830vrije burger/pijpenmaker door leertijd

1738vrije burger / pijpenmaker door koop

1431

De vondsten

De vondsten van kleipijpen die tot nu toe door de archeologische dienst
op een tiental plaatsen gedaan zijn, zijn helaas nog niet uitgewerkt.
Op een locatie In Limeklln Street (locatie DS/R-91)werd tijdens wegwerk-
zaamheden in het seizoen 1991/92 door mensen van de archeologische
dienst afval van een pljpenoven gevonden, waaruit 358 koppen en 29
steelfragmenten werden geborgen. Deze zijn te dateren in de periode
1700-1750.Ook werden 20 fragmenten van een pijpenpot gevonden.
De meeste pijpenkoppen waren gemerkt HN of RN. Dit zijn merken van tot
op heden onbekende pijpenmakers uit Dover, mogelijk een vader en een
zoon. Zij maakten eenvoudige Londense modellen, waarbij boven sommi-
ge merken een fleur de lysstaat. Het belang van deze vondst staat buiten
kijf. Het biedt de mogelijkheid Iets over het bakproces te weten te komen
en geeft ons initialen van twee nog onbekende pijpenmakers.
Op de overige 9 locaties zijn in totaal slechts 51 koppen en l Ol steelfrag-
menten gevonden afkomstig uit de 17e tot 19e eeuw. Doordat er bij het
verzamelen van de pijpenfragmenten meer aandacht was voor het ber-
gen van de pijpenkoppen dan voor het bergen van de steelfragmenten,
mag verwacht worden dat er geen pijpen gecompleteerd kunnen wor-
den, zodat niets te zeggen valt over de lengte van deze pijpen,
Het valt te hopen dat het gevonden materiaal snel kan worden uitgewerkt
en gepubliceerd. Pas dan ontstaat er een meer afgerond beeld van de
klelpijpenproductle in Dover, een productie die alleen al door het
(mede)gebruik van de kalkovens bijzonder is.

VARIA

Al weer enige jaren terug werd bij het egaliseren van een oude leemkuil
achter het station van Sittard aan de Geerweg een hier op ware grootte
afgebeeld Engels pijpje gevonden, waarschijnlijk achtergebleven van En-
gelse huursoldaten in het leger van prins Maurits die in 1592, 1594en 1604
getracht heeft Maastricht uit de handen van de Spanjaarden te ontzetten
en waardoor veel krij volk in en rond Sittard ele erd was.

Wltgellge klei. Gesneden, niet gebotterd. Rond mondstuk. steellengte 10 cm vanaf het begin

van de hiel. Steeldikte aflopend van 9A naar 5.7 mm. Ketel: hoogte 20 mm, breedte 15,1 mm.

Diameter steelopening 2 mm . (Met dank aan Jos Engelen)

1432

VRAAGBAAK

door Piet Smiesing

In antwoord op "Onbekend merk" in PKN 96 ontving ik van
Kees Faas de volgende reactie: ·Dit hlelmerk kan mogelijk de
"Dortse Maagd" voorstellen.
Op diverse pijpenkoppen verschillen haar attributen.
De lange stok in haar rechterhand zou bovenop een vrijheidshoed kunnen
bevatten zoals op bijgevoegde foto van een ]Be-eeuwse pijpenkop. Het
voorwerp in haar linkerhand lijkt op dat van afb. 9 in "Kleipijpen"
(Krommen hoek en Vrij). Het grondje is een primitieve "Hollandse tuin"
(=grondgebied), bewaakt door een springende hond. Op de foto van een
18e-eeuwse pijpenkop met de "Dortse Maagd" (keerzijde wapen van
Zeeland) wordt de "Hollandse tuin" zelfs bewaakt door 2 springende
hondjes'.

Vraag uit Caracas (Venezuela)

Via internet ontving de PKNzelfs een vraag uit Caracas van professor Juan
Ganteaume (PH. D.), hoogleraar aan de universiteiten van Parijs en Cara -
cas. Zijn leeropdracht is o.a. de geschiedenis van de vroegere Spaans-
Amerikaanse handel In Caracas. Hij leidt de opgravingen bij een
'hacienda' aan de kust In Chuao bij Caracas. Vanaf deze plaats werd in
1615 voor het eerst vanuit het midden van het land cacao geëxporteerd.
Hij meldt dat hij een aanzienlijke hoeveelheid pijpfragmenten heeft ge-
vonden en vermoed t dat de pijpen afkomstig zijn van Hollanders die hier
smokkelwaar vanuit Curaçao en de Nederlandse Antillen aan wal brach-
ten. De pijpen werden gevonden bij een ruïne van een fort, dat het land-
goed moest beschermen tegen piraten. Om een dissertatie af te ronden
over de vroegere handel in cacao van Caracas naar Veracruz hoopt hij
dat specialisten van de PKNde pljpenvondsten kunnen dateren.

Vondstomstandigheden

De pijpen zijn gevonden bij een cacaoplantage uit 1615 op twee dicht bij
elkaar gelegen plaatsen in een vallei.
De eerste plek is de reeds genoemde ruïne van een uit bakstenen opge -
trokken fort dat rond 1655 werd gebouwd. Deze sterkte moest voorkomen
dat piraten de slaven kwamen roven. De pijpfragmenten werd rm: hier op-
gegraven op een diepte van 40 cm onder het maaiveld.
De tweede plek was een smokkelaarsdorp dat door de Spaanse overheid
in 1751 werd platgebrand. Het kreeg daardoor de toepasselijke naam
'Pueblo Quemado', hetgeen 'verbrande stad ' betekent.

1433

De pijpen

Uit de afbeeldingen van zijn website van de pijpmodellen en de stelen
(hier 2a, 3a en 3b) kunnen we opmaken dat de pijpen uit het eerste kwart
van de 18e eeuw stammen. Op een enkele rondbodem na hebben de
koppen het trechteNormige model. De stelen hebben de bekende band-
versieringen, bestaande uit raderingen, gezoomd door een bolletjessnoer.
Somszijn de stelen getordeerd (afb. 3a en 3b).

De merken en datering

Op geen van de afbeeldingen zijn Goudse wapens als bijmerk te zien. Er
zijn slechts zes merken afgebeeld, namelijk: de gekroonde viool (la); de
trompetter (lb) ; gekroond hondje ( lc); de fruitben (fruitmand) (ld); de roos
(lf) en het lettermerk LW (le). Het is niet bekend of er nog andere merken
werden gevonden en welke percentages deze merken van de totale
vondst uitmaken.
Voor de merkenverzamelaars onder ons zijn de afgebeelde merken her-
kenbaar als Goudse merken. Aangezien het Goudse wapen als waar-
borgmerk eerst vanaf 1739door de Goudse pijpenmakers op hun produc -
ten wordt gezet , kunnen we vaststellen dat de pijpen vóór 1739 werden
veNaardigd.
Het pijpenmakersmerk de gekroonde viool werd vanaf 1705in Gouda voor
het eerst op de pijp gezet; de trompetter vanaf 1640; het gekroonde
hondje vanaf 1670 (l) ; de fruitben vanaf l 725; de gekroonde roos is be-
kend als een van de vroegste beeldmerken. Het lettermerk LW toont de
Initialen van Leendert van Veen die in de periode van l 705 tot 1749 als pij-
penmaker in Gouda werkzaam was. De vondsten laten zich nu vangen
tussen de jaarta llen 1725en 1739(geen bijmerk).
Dus hebben we professor Ganteaume kunnen melden dat zijn vondsten in
het tweede kwart van de l8e eeuw gedateerd kunnen worden. We heb-
ben rekening gehouden met de tijd van opslag en verscheping alvorens
de pijpen in Venezuela belandden.

Noot

l Bijdit merk moeten we opmerken dat buiten de keeshond uit A lphen aan
de Rijn nog twee verschillende honden gelijktijdig als Gouds hielmerk wer -
den gebruikt. Een grote staande hond (m.i. de windhond) en een sprin-
gend keffertje. Dit laatste hondje symboliseerde, gezien de Inzending van
Kees Faas, de waakzaamheid.

1434

AFBEELDINGEN

-- -- lc
l a lb

,.

'. ' ii ;

1d Ic 1f

~

l,t

2a

Bovenstaande afbeeldingen komen via internet uit het artikel Las Pipas
Antiguas de Chuao . U kunt de vondst bekijken op onderstaande site :

www .venonweb.com /explorator ium/ch uao/pipas 1.html

143 5

BREDASEPIJPENMAKER1S

door F.Kompier, redactie (1)

Over de moffeloven en de Bredase pijpenmakers is a l eerder in de PKN
gepubliceerd (2), waarbij het accent werd gelegd op wat tussen 1982 en
1991zoa l gevonden werd aan pijpen en met name de moffeloven aan de
Molenstraat. Over de pijpenmakers Samuel Broen: SB,Christioen Dommen:
CD en Daniel Peijl: DP is toen een en ander uit beerputten en archiefon-
derzo ek boven water gekomen. Maar er is meer over te vertellen en bo-
vendien zijn er intussen meerdere pijpenmakers bij name bekend.
In een volgend artikel zal aandacht worden besteed aan de tabaksver-
koop in Breda wat de onderhavige periode betreft.

Pijpen met hielmerken uit de beerput en de directe bovengrond van de
herberg de Orye Mooren konden dankzij rekeningen van de Grote Kerk ge-
doteerd worden tussen oktober 1661en het voodaar van 1663(3).

! ! !nr. 1 hlelmerk aantal versiering/opmerkingen !toegeschreven aan:

1 BI 6 bands tem pel met ogen of ruit Chrlstioen Damman
2 CD 3 ruit Daniel Peyl
3 DC l bandstempel met ogen
4 DP 6(+ 1) geen .)
5 EB 3 geen(?)
6 IG 7(+1) bandstempel (lx met ogen) Louis Phillps/LowljsFiellep
7 l(V)K 2 bands tem pel met ogen Reynler Anthonlsz v. Wyng.
8 IM 2? Samuel Broen
9 LF 2· bandstempel/ogen(lx bijmerk)
10 RA 6 bondstempel
11 SB 1(+ 1) ?
12 man/boog 2(+ l) bandstempel met ogen
13 paard l?
14 VOQel l bandstempel met ogen
15 vos 4 bandstempe l
16 kan (1) ?
17 maan
18 kroon? 1 bondst empel met krulzenbanden
1 bandst emp el met og en

*) Het merk EBkan in verband worden gebracht met Edward Bird (+ 1665) of
zijn zoon Evert (1647-voor 1683) die in Amsterdam woonden. Het merk kend e

een grote verspreiding. De EB-pijpen kunn en in opdracht van Bird zijn ge-

maakt maar het is ook mogelijk dat een lokale pijpenmaker zich dit merk
heeft toegeêlgend .

1436

Veel protestantse inwoners die in 1625, toen de Spaanse troepen onder leiding
van Spinola op l l juni Breda hadden veroverd, uitgeweken waren , keerden In
1637 na de herovering door de Stootse troepen weer terug. De vestiging van een
Stoots garnizoen en nieuwkomers zorgde ervoor dat de woonruimte schaa rs werd.
Terwijl in 1631nog 700 woningen leeg stonden, werden er in 1644al weer 1300hui-
zen bewoond, met een gemiddelde van 7 tot 8 bewoners per huis.
Zoals gebruikelijk in die tijd moest iemand d ie in Breda een eigen bedrijf w ilde be-
ginnen het poorterschap bez.itten. Op l maart 1638 werd alle vreemdelingen
aangezegd binnen 24 uur hun w inkels te sluiten op straffe van drie gulden . In 1643
moest dit nog eens aangescherpt worden . In 1658waren het voora l de personen
in krijgsdienst die tot nadeel van de Bredase burgers nog allerlei borgerlijcke ne-
ringen ende ambachten uitvoerden. Onder hen bevond zich ook een aantal van
de eerste generatie van vooral Engelse pijpenmakers. Van zes pijpenmakers is een
hielmerk bekend, maar er moet zich ook een aantal anonieme personen met dit
werk hebben be ziggehoud en , aangezien er twaalf pijpenmakers bekend zijn,
waarmee Breda ver achterbleef bij steden als Gouda en Amsterdam.

Samuel Broen (+ 1659)

In de poortersboeken komt Samuel Broen niet voor, maar de naam is bijna zeker
een verbastering van Brown. In 1642 huurde de soldoet Samuel Broen een huis in
de Molenstraat 22. Overigens dateert zijn vroegste vermelding in Breda van 13
april 1637, nog vóór het beleg van de Stootse troepen, waar in een getuigenver-
klaring ene Margriete Schiddemoer (4) als huysvrouwe van Samuel Broen ge-
noemd wordt. Ze zouden pas in 1640 trouwen. De in het trouwboek vermelde
Broem is mogelijk dezelfde als de sergeant Broems die in 1623. dus voor de Spaan-
se bezetting. vermeld staat in verband met de dood van zijn kind.
De en ige vermelding die op hem als pijpenmaker betrekking heeft, is te vinden in
het begraafboek van de Grote Kerk. Op 18 oktober 1659 werd een pijpenmaker
uit de Molenstraat begraven. Zijn naam staat niet vermeld, ma a r ongetwijfe ld
gaat het hier om Samuel Broen, die dan wel geen poorter was moor algemeen
bekend stond als 'de pijpenmaker'. Gelet op de in de Molenstraat gevonden
moffeloven achter het huls dat hij bewoonde , mogen we gevoeglijk aannemen .
dat hij aan het begin heeft gestaan van het pljpenmakersambacht aan de Mo-
lenstraat en mogelijk zelfs van Breda.

Christioen Damman (+ 7658)

Damman , afkomstig uit Vlaanderen. werd voor het eerst vermeld In 1638 bij de
doop van zijn zoon Thomas. Zijn vrouw overleed in 1656 en in hetzelfde jaar werd
hij als poorter Ingeschreven. Kennelijk is hij toen voor zichzelf begonnen en onder
zijn eigen merk CD gaan produceren. Een jaar later is hij hertrouwd en in 1658op
de terugweg van een reis naar Holland (Gouda?) verongelukt In het Hollands
Diep , een vrouw en vijf kinderen achter latend. Het is zeer wel mogelijk , dat hij de
broer was van Mary Dammen die met de pijpenmaker Louis Philips getrouwd was
en voor haar trouwen in de Molenstraat woonde.
Drie pijpen (afb./) uit de beerpu t van de Drye Mooren dragen het me rk CD en
een het merk SB. Deze moeten erin terecht zijn gekomen, nadat de beerput voor

143 7

het laatst op 10 oktober 1661was geleegd. C. Damman en S. Broen waren toen a l
twee jaar dood. Of de beerput was niet goed schoongemaakt, of de pijpen wa -
ren lang In gebr uik gewees t . De voorraad kon na hun dood nog verkocht zijn, en
mogelijk heeft de productie van CD- en SB-pijpen nog enige tijd voortgang ge-
vonden.
De CD-p ijpen zijn voorzien van een ruit-met -Franse-lelie-ve rsiering. Stelen met deze
versiering zijn ook elders in Breda gevonden, en bovendien is tijdens de opgraving

van het kasteel van Tilburg nog een pijp met het hielmerk CD tevoorschijn geko-

men.

Lucas Verwer

Lucas Verwer. een pijpenmaker en soldaat, bewoonde samen met nog een sol-
daat de bijwooninge van Den Eyck, nu Reigerstraat 28. In 1645 moet hij zijn ver-
huisd. Waar hij werkte is niet bekend.

Daniel Pey/(+ 1676)

Omdat zijn vader poorter was, verkreeg Daniel Peyl bij zijn geboorte het poorter-
schap. Zijn pijpen zijn voorzien van het merk gekroonde OP (ofb. TJ,moor mogelijk
is het merk mon met boog eveneens aan hem toe te schrijven. Zijn eerste vermel-
ding vond plaats op 2 me i 1639,toen zijn zoon Simon gedoopt werd. Peyl woonde
op de Haagdijk en werd in 1654 als pijpenmaker en tabakverkope r verme ld.
Bij twee gelegenheden resp. in 1659 en 1665 heeft Peyl met een andere pijpen-
maker, Reynier Anthonisz Wyngaerts, nogal flinke ruzie gehad. De eerste keer had

Reynier Daniels vrouw in het gezicht geslag en en de moeder en zuster van Reynier

hadden bij het weggaan de dienstmaagd geslagen en met wat tabakspijpen
enige ruiten ingegoo id . Waar de ruzie om ging is niet duidelijk, maar kan gelegen
hebben in hun ond erlinge betre kkingen van coll ega -p ijpenmakers. In het voorjaar
van 1676zijn beide kort na elka ar overleden.
Twee andere pijpenmakers, Isaac Fovil en Hans Frats, verklaarden in 1669 op ver-
zoek van meester-pijpenmaker Daniel Pey!,
dat si) met haer beijde hebben gemaeckt ende gebacken sekere quantiteijt labackpijpen
voor eenen Seignezn· Assenbergh, coopman lol Amsterdam, en dat op soodanige forme
ende maniere als eenen Hans Jacob Calckberner factor alheijr haren voorschreven
mees/er hadde te handen doen comen. Welcke quantiteijt p[jpen naer dat deselve bij de
deponenten gemaeckt waren, verclaeren goet ende bequaem geweest te sijn, ende in 28
kisten gepackt ende gedaen sijn. Ende dat daemaer kisten uijtte voorschreven 28 bij hem
Hans Jacobs sijn genomen, gevisiteert, wel gete!t sijn geworden. Verclaeren voorts, dat
naer allent voorschreven gepasseerde sij deponenten in het wel weijsen de voorschreven
28 kisten taback pijpen helpen brengen aen het schip van Hendrick Theunissen mei den
monster daer bij (voor de eerste deponent verclaert Hendrick Theunissen seljfs in hande
gegeven te hebben) naer welck monster allen de voorschreven pijpen bij de deponent ge-
maeckt was, .1·00 sij verclaeren, sonder dat onder alle de voorschreven quantiteijl pijpen
als dan meer als drieder handen pijpen waren, alle gemaeckt naer het voorschreven mon-
ster. Verc!aeren voorts dat inde voorschreven getelde en gevisiteerde kisten pijpen. in
[idet wierdegelaeden 26 gros pijpen (5).

1438

Daniel Peyl liet blijkbaar door Isaac Fovil en Hans Frats een bestelling van de Am-
sterdamse koopman Assenbergh uitvoeren. Daarbij werd het monster of voor-
beeldmodel overhandigd door Hans Jacob Calckberner die aan de Grote Markt
woonde. Mogelijk duidt drieder handen pijpen op drie variaties. Calckberner had
een factorij en was dus de tuss~npersoon om enkele kisten te controleren. Het to-
taal van het aantal pijpen bedroeg op zijn minst 104.832pijpenl De akte werd op
verzoek van Peyl opgemaakt , waarmee hij aan zijn verplichtingen had voldaan.
De vondst van een misbakken pijp met een EB-merk aan de oever van de ge-
dempte Donk achter het huis van pijpenmaker Isaac Fovil wijst op een mogelijk Il-
legale productie van Amsterdamse Evert Bird-pijpen.
Peyl had van 1672tot 1676 FransLeenderste Kint als leerling in dienst. Hans Fratsen
Isaac Fovil werkten eveneens In zijn bedrijf, dat In 1676 door Fovil zal zijn overge-
nomen.

Isaac Fov/1(1639-1699) / David Fovil

Isaac Fovll woonde vanaf 1675 aan de Haagdijk 26 in de Drie Vergulde Pijpen,
schuin tegenover Reynier Anthon isz Wyngaerts. In 1665 was hij getuige van diens
ruzie In de werkplaats van Daniel Peyl; hij werd toen nog aangeduid als soldaat en
zo staat hij ook nog in 1670 te boek . Desalniettemin werkte hij In 1669 als pijpen-
maker in Peyls bedrijf, waar ook Frans Leenderste als 16-jarige het vak leerde, en
die vervolgens na de dood van Daniel Peyl in 1676tot 1682bij Fovll in dienst was.
Vanaf zijn dertiende werkte de oudste zoon van Isaac Fovil. David, bij zijn vader. In
1682 wilde de 19-jarige David vrijelick ende sonder eenige de minste scrupel als
meester aan de slag . In 1685 is David in Gouda, maar in 1691woonde hij weer in
Breda en werkte hij als timmerman.

Frans Leenderste Kint

In 1676 was de 20-jarige Frans Leenderste Kint als leerling in dienst bij Isaac Fovll.
Ook hij wilde in 1682 als meester aan de slag en omdat Breda geen pijpenma -
kersgilde kende, liet hij zijn baas een verklarfng opstellen waarin werd vermeld dat
hij het hontwerk van pijpmaecken had geleerd. Een achter Fovils huis gevonden
pijpenkop met het merk FLKbewijst dat hij inderdaad voor zich zelf begonnen is.

Reynier Anthonisz van Wyngaerts (+ 1676)

De al genoemde Reynier Anthonisz (van) Wyngaerts wordt vanaf 1659toen hij het
pand in de Roode Schere op de Haagdijk 11 voor 60 gulden per jaar huurde, als
pijpenmaker aangeduid. Dat was ook het jaar waarin hij met zijn zuster in de w in-
kel van Daniel Peyl voor de nodige commotie zorgde, iets wat zich in 1665 her-
haalde. In 1675toen hij voor 48 gulden pijpaarde van Mathijs van Logh uit Gouda
betrok, werd vastgelegd dat hij in arrest zou worden gehouden als hij niet prompt
zou betalen. HIJoverleed oplO februari 1676. Voor zover bekend zijn er geen pij-
pen met RA-merk op het oventerrein aan de Molenstraat gevonden. Wel kwamen
er vijf ongerookte pijpen en een misbaksel met zijn hleimerk tevoorschijn uit een
stortvondst achter het huis van zijn overbuurman Isaac Fovil. Bovendien leverde de
beerput van de Drye Mooren zes exemplaren met het hieimerk RA op (afb. 2).

1439

Afb. 1 Bredase pijpen van Christfaen Damman en Daniel Pey/ uit een beerput van de
Drye Mooren (1661- 1663)(tekening W. Hupperetz. pijpen schaal 1:1,hlelmerken 2: 1)

Louis Philips of Lowijs Fieliep (+ 1698)

Louis Philips, geboren in Engeland, werd in Breda voor het eerst vermeld toen hij
met Mary Damman, waarschijnlijk de zuster van Christiaen Damman, trouwde. Zij
woonde toen in de Molenstraat. Philips ondertekende meerdere akten met Lowijs
Fieliep, maar soms ook met Lues of Lodewijck Villips. In 1658 huurde hij als soldaet
ende pijpmaecker een huis in de Akkerstraat 46. In 1661 verkreeg hij om niet het
poorterschap en begon hij waarschijnlijk een eigen bedrijf. In 1667 huurde hij een
huis in de Boschstraat, dat hij in 1675 zou kopen. Een jaar voor zijn dood werd Louis
Philips nog als pijpenmaker vermeld, toen hij zijn achterhuis aan Christiaan Philips
verhuurde. Zijn pijpen merkte hij met LF,vaak nog voorzien van een kroon (atb. 2).

1440

IH

Afb. 2 Bredase pijp en van Lowijs Flel/ep en Reynier Anthonisz Wyngaerts uit een beerput

van de Orye Mooren (1661-1663) (tekening W. Hupperetz. pijpen schaal 1:1,hlelmerken 2: 1)

Noten

1 Hupperetz, Drs. W" Pijpenmakers In Breda. Jaarboek LGOG Breda , XLVI, 1993,
p.157-166 (verkort weergegeven)
2 Hesemans, Johan, De Bredase muffle, in: PKNXV,nr. 58, pag. 428 e.v.
3 Hupperetz , Drs.W" De beerput werd voor het laatst geleegd in het rekeningjaar
1661· 1662 en raakte buiten gebruik c.q. overbouwd tijdens een verbouwing die in
de zom er van 1663was afgerond.
4 Hesemans, Johan, De Bredase muffle, in: PKNXV,nr. 58, pag. 435, waar zij Mar-
griet Heddemol wordt genoemd.
5 Hupperetz, Drs.W" p. 164 (Gem. Arch. Breda, Notarieel Archief 265 f.111- 112)

1441

JAN BOOT,.PRODUCENVTAN UITZONDERLIJKMEODELLEN

door Jan en Annemieke van Oostveen

In Gouda is vanaf de late l 7e eeuw tot rond het midden het midden van
de 19e eeuw het merk de gekroonde IB gezet. Voor zover op dit moment
bekend, was Jan Boot sinds 1696 de eerste pijpenmaker die dit me rk in
Gouda zette. Jan Boot zal het merk de gekroonde /8 tot in de jaren dertig
van de l Be eeuw hebben gezet. Daarna verruilt hij dit merk voor de ge-
kroonde VR.

In de loop van de jaren zijn meerdere producten met b ijzondere kopvor-
men uit het atelier van Jan Boot gepubliceerd.
Bekende producten zijn een turkenkop met rondom de ketelopening de
tekst ' KRIJNDIRKSEVORMMAKER' (l), koppen in de vorm van Bacchus op
het vat (2), koppen in de vorm van het haantje (3) en een pijp met hierop
de afbeelding van een kon ing en koningin (4) welke mogelijk William en
Mary voorstellen . Een andere kleipijp met mogelijk de afbee ld ing van Mary
Stuart staat onder afb . 1beschreven en afgebeeld. Het hielmerk van deze
pijp is moeilijk leesbaar. Getwijfeld wordt tussen het merk de gekroonde IB
en de gekroonde IP. Op basis van het feit dat Jan Boot vele geheel ver-
sierde klelpijpen heeft geproduceerd, wordt aangenomen dat ook op de -
ze pijp het hielmerk de gekroonde IBstaat.
Opmerk elijk is de overeenkomst tussen de kleipijp uit afbeelding 7 en de
merkloze pijp van afb. 2. Ondanks het grote uiterlijk verschil mag niet uitge -
sloten worden dat beide pijpen in d ezelfde vorm zijn gemaakt.

Afb. 7 (5)

la. 15302;
1b. Uithoorn, Meerwijk,
wei landvondst;
2a . trec hter; 2b . ko-
ningspijp (Mary Stuart?);
~,,...;- . 2d . 1B ge kroond ;
2e. o ngeglaasd ;
2f. met een mesje af ge-
werkt e ketelopening ;
2g. geen rad ering rondom
ketelopen lng;
2h.; 3o.; 3b .; 3c.;
4. 1696-1720;
5. Gouda;
6. Jan Boot;
7.

1442

Afb. 2

la. 1724;
lb. Amsterdam. Hugo de
Grootkade. ophogings -
pakket;
2a. trechter; 2b. ko-
ningspijp (Mary Stuart?);
2c.-/-; 2d.;
2e. ongeg laasd;
2f. met de hand opgezet-
te kroon;
2g. gehele radering rond-
om ketelopening;
2h.; 3a.; 3b.; 3c.;
4. 1696-1740;
5. Gouda;
6. Jan Boot?; 7.

Een andere voor de eerste helft van de l 8e eeuw bijzondere vorm uit het
atelier van Jan Boot staat hieronder afgebeeld (afb. 3). Het is een rondbo-
dem pijp die op basis van de uitstekende afwerking en klelbeheersing ten
tijde van verkoop tot de beste producten heeft behoord. Aan de onderzij-
de is deze pijp voorzien van een drietal stempels. De eerste stempel is het
merk van Jan Boot, de gekroonde IB. De twee andere stempels betreffen
een identieke geometrische versiering. Daarnaast is aan de onderzijde op
een tweetal plaatsen de klei verwijderd waardoor een kerfsneeversiering
ontstaat. Aan de buitenzijde van deze kerfsneeversiering zîjn blaadjes
aangebracht.

Afb. 3

la. 18314; lb.;
2a. rondbodem; 2b. aan
de onderzijde voorzien van
twee stempels en een
symmetrische kerfsneever-
siering; 2c.-/ -; 2d. 18gekr.
2e. geglaasd;
2f. gebotterd;
2g. gehele radering rond-
om ketelopening;
2h.; 3a.; 3b.; 3c.;
4. 1696-1740;
5. Gouda;
6. Jan Boot; 7.

1443

Afb. 4

la. 18627; lb.; ~~ !lf~ fMW)f~
2a. tonpijp; 2b. pijp in de
vorm van een wljnton met ✓~@lY ~ t tl
hierop de tekst 'BY PYPTA-
BAK EN WYN MOET MEN 1,..
VROLYK2YN;2c.-/-; 2d. -;
2e. ongeglaasd;
2f. gebotterd;
2g. geen radering rondom
ketelopening;
2h.; 3a.; 3b.; 3c.;
4. 1696-1730;
5. Gouda?;
6. Jan Boot?; 7.

Als laatste nog een kleîpijp waarvan vanwege het ontbreken van een
merk de maker onbekend is. Gezlen de overeenkomst met Bacchus op het
vat pijpen uit het assortiment van Jan Boot zou deze pijp ook goed In zijn
assortiment hebben gepast.

Uit deze Inventaris blijkt dat Jan Boot zich had specialiseerd in klelpijpen
met een geheel versierde kop. Specialisaties lijken een algemeen beeld te
zijn bij de Goudse pijpenmakers. Een ander voorbeeld hiervan isJan Schol-
ten die zich op de productie van porseleinen pijpen had gespecialiseerd.

Noten

l Zie hiervoor: Faas, C" 1986. Krijn Dirkse,vormmaker.
In: Pijpelogische Kring Nederland , 9e jaargang, nummer 35, p. 50-51.

2 Zie hiervoor: Faas, K., 1997. Bacchus op 't vat.
In: Pijpelogische Kring Nederland, 19ejaargang, nummer 75, p. 860-865.

3 Zie hiervoor: Duco, D.H., 1987. De Nederlandse kleipijp; handboek voo r
dateren en determineren. Lelden, p. 126.

4 Zie hiervoor: Krommenhoek, W. en A. Vrij, z.j. (1986).
Kleipijpen, drie eeuwen Nederlandse kleipijpen in foto's. Amstelveen, p. 99.

5 Voor de beschrijvingssystematiek
zie: Oostveen , J. van en A. van Oostveen, 2000. Oproep tot een nationale

inventarisatie.
In: Pijpelogische Kring Nederland, 22e Jaargang, nummer 88, p. 1192-1195.

1444

EENBIJZONDERAEFBEELDINGOP EENGEVELSTEEUNITVIANDEN

door Theo Bottelier

Inleiding:
Als ik met vakantie in het Groothertogdom Luxemburg ben, staat een be-
zoek aan "Het Kasteel Vlanden"op de eerste plaats. Dit kasteel bevindt
zich op een berg boven de stad Vianden en werd van de 11e tot de 148
eeuw op de fundamenten van een Romeins kasteel en een Karolingisch
refugium gebouwd. Na 1820 verviel het Kasteel. Na de overname door de
staat Luxemburg in 1977werd het kasteel in zijn oude glorie hersteld en be-
hoort tegenwoordig tot de belangrijkste monumenten van Europa.
Om het kasteel te bezoeken moet een sterk oplopende weg worden be -
gaan, de hoofdstraat van Vianden. Om één van de hulzen die langs deze
weg staan handelt dit artikel.
In de gevel van nummer 94 zit vrij hoog een fraaie gevelsteen voorstellen-
de: een anker, touw, tabak, tabakspijpen en enige letters en cijfers. Boven
de voordeur bevindt zich de tekst: Aurora Must Samiga en het jaartal 1782.
De gevelsteen echter dateert zeker uit de 178 eeuw en is waarschijnlijk tij-
dens de nieuwbouw of restauratie van het huis in 1782in de gevel gezet.

De gevelsteen uit Vlonden. De steen IsIn werkelijkheid mooier don deze afbeelding

1445


Click to View FlipBook Version