The words you are searching are inside this book. To get more targeted content, please make full-text search by clicking here.

Jaargangen 1 t/m 9 PKN Kwartaalblad
(775 pagina's)

Discover the best professional documents and content resources in AnyFlip Document Base.
Search
Published by Stichting PKN, 2019-02-17 18:13:25

Jaargang 1 t/m 9

Jaargangen 1 t/m 9 PKN Kwartaalblad
(775 pagina's)

FABRI WORT
CIRT MANN
Wortmann is een bekende familienaam in het deel van het Wes-
terwald, dat bij Wied behoorde.Er zijn enige pijpenmakers
met deze naam bekend. Vermoedelijk gaat het om een lid van
de familie Wortmann uit Grenzhausen of Hilgert, die tussen
1750 en 1800 als pijpmakers vermeld staan
De beide medaillons zijn vergroot weergegeven.
29.Steel. Opschrift FABRICIRT I.B:WOH.GH.I.N
Maker onbekend.Westerwalds produkt.
30.Hielpijp. Merk de gekroonde D. Deze pijp heeft geen ziJ-
merk bij de hiel. Maker onbekend, Westerwalds produkt.
31.Steel. Opschrift FABRICIRT P;HOERTER.
Maker P.Hoerter, deze pijpmaker is niet bekend.
32.Steel. Opschrift W:REM... . ... SEN. Maker is Wilhelm Remy
of Wilhelm Rems in Grenzhausen. Beiden tussen 1750 en 1800.
33.Hielpijp. Merk de gekroonde 46, zijmerk het Goudse wapen.
Maker onbekend, variant van de pijp op afb.!!.

LITTERATUUR:

E.Nijhof: Westerwaldpijpen uit de 18e eeuw. PKN 4e jrg.nr. 13
- N.Augustin: Pijpen uit het Westerwald. Monogr. over klei-

pijpen nr.8
- M.KÜgler: Zur Geschichte des Pfeifenbäckerhandwerks im Unter-

westerwald. In: Rheinisches Jahrbuch fÜr Volkskunde-TÖpfer
handwerk.Bd.24, blz.237-259. Bonn 1982
- Correspondentie met Matthias Seeliger, GÖttingen
Veel informatie komt uit archivalische bronnen, die hier niet
allemaal genoemd konden worden. Geinteresseerden wil ik graag
inlichtingen verstrekken.
Alle afgebeelde pijpfragmenten zijn in het bezit van de auteur.

)(

24

8e JAARGANG "~- '?:.C> SEPTEMBER,1985

van de redactie, . .

INTERNATIONALE VERZAMELAARSJAARMARKT 30 no~ en I dec. 1985.

Voor de vijfde achtereenvolgende keer wordt in de JAARBEURS
te Utrecht een verzamelaarsjaarmarkt gehouden. Gezien de in-
breng van Belgische en Duitse standhouders is gekozen voor de
naam "Internationale Jaarmarkt". De interesse van verzamelaars
om deze beurs te bezoeken is stijgende. Doordat er vorig jaar
sprake was van ruimtegebrek, zal er dit jaar uitgeweken worden
naar de ruimere Margriethal.
Allerlei verzamelobjecten zijn op de markt aanwezig, dus ook
pijpen en tabacologie.
Mocht U van verzamelwaardige zaken af willen, dan kunt U een
tafel (3x0.8m voor !105,-) of een kraam (4x1.6m voor !255,-)
huren. De prijs is voor 2 dagen inclusief twee toegangsbewij-
zen. Inlichtingen kunt U krijgen bij mevr.Nierop, tel: 030-
955532.

PIJPROOKWEDSTRIJDEN.

In het blad "Rooksignalen" uitgegeven door de Stichting Pijp,
een federatie van pijprokersclubs in Nederland namen wij van
de agenda de volgende aktiviteiten over nadat op 1 juni j.l.
het Belgisch Kampioenschap en op 2 juni het Nederlands Kam-
pioenschap Houten Pijp is gehouden.

8 september: Het Gorkumse Pijprokersgilde houdt haar wedstrijd.
14 september: Het Euregio Meisterschaft im Pfeife Langsam

Rauchen.Dit evenement vindt plaats in BrÜhl.
Inlichtingen bij H.G.Lobemeier, Schulstrasse 29,
5040 BrÜhl Kierberg, West-Duitsland
27 september: Nederlands Kampioenschap Stenen pijp te Gouda.
5 oktober: De pijprokersclub "De pijpsleutels" houdt in
Leiden een wedstrijd.
12 , 13 oktober: Het wereldkampioenschap voor clubteams in de
buurt van Parijs.
4 november: Brabantse Kampioenschappen Stenen Pijp, georgani-
seerd door het Brabantsch Pyproockersgilde.

Wenst U de kampioenschappen te bezoeken dan kunt u alle in-
lichtingen krijgen bij de secretaris van de Stichting Pijp,
De Heer E.Kok,N.van Suchtelenstraat 14, 7552 HP Hengelo (O).

25

VRAAGBAAK

Onlangs vond ik in Den Haag o.a. de twee hieronderstaande
pijpekoppen. De plek, waar ik deze koppen vond, is naar mijn
denken een pijpenstortplaats geweest.
Beide pijpekoppen dragen het merk D. Op afbeelding 1 staat op
het bovenste lint: AKENSE VREDE. Op het onderste lint staat:
GE SLOT oct ('?) t IAAR 1748.
Bij afbeelding 2 staat op het lint: VIVAT (?)IE.
Waarschijnlijk zal de tekst "VIVAT ORANIE" geweest zijn.

afbeelding 1

afbeelding 2

Wie kan mij over deze pijpekoppen meer informatie geven?
U kunt uw reactie ops turen naar: Yuri Baven, v.d.Haertstraat
26, 26 13 ZB Delft.
26

17e EEUWSE PIJPENPOTTEN UIT UTRECHT.

door Peter von Hout

Inleiding

Tijdens een renovatie aan de Flieruilensteeg te Utrecht werden
door P.K.Smiesing pijpen en pijpenpotfragmenten gevonden.(!)
De pijpenpotfragmenten werden gedateerd omstreeks het midden
van de 17e eeuw, met behulp van de gevonden pijpen.
De pijpenpotten werden door de pijpenmaker gebruikt om zijn
pijpen te beschermen tijdens het bakken in de oven. Het moes-
ten stevige potten zijn, die tegen hoge temperaturen bestand
waren en verschillende malen gebruikt konden worden. De pijpen-
maker maakte zelf zijn potten in een houten vorm en/of liet ze
maken bij een pottenbakker op een draaischijf.
De pijpen werden in de potten gestapeld met de ketels (koppen)
naar beneden en de stelen schuin omhoog geplaatst tegen een
vuurvaste standaard.(2) Deze vuurvaste standaard stond in het
midden van de pot en werd door de pijpenmakers een "trompet"
genoemd. (3)
De pijpenstelen bovenaan de trompet werden gebundeld door er
een ring van aardewerk omheen te leggen. (afb.l)

De pijpenpotfragmenten.

Het was niet mogelijk van de gevonden fragmenten uit de Flier-
uilensteeg complete pijpenpotten te reconstrueren. De pijpen-
potten zijn vervaardigd van een roodbakkende klei op een
draaischijf. Aan de buitenkant van de potwand is een laag wit
gebakken klei gesmeerd, die gemagerd is met kaf.(afb.2)
Deze grof gemagerde klei werd er op aangebracht om de pot te
beschermen tegen het vuur in de oven. Deze klei noemde men
"vuurspecie".(4) Ze heeft de eigenschap weinig te krimpen en
tegen hoge temperaturen bestand te zijn. De pot heeft drie
vinpoten, hetgeen uit één van de bodemfragmenten blijkt. (afb.3)
Wat ook aan de potbodemfragmenten opvalt, is dat ze voorzien
zijn van gaten. Deze gaten van ongeveer 0.8 cm zijn erin ge-
stoken, toen de pot nog in het "leerhard" stadium verkeerde.
Er kan verondersteld worden dat deze gaten gediend hebben
voor een goede hittegeleiding tijdens het bakproces. Een ande-
re technische bijzonderheid bij de potfragmenten is dat zij
aan de binnenkant "uitgeschaafd" zijn vanaf de bodem tot bo-
venaan de rand. Deze correctie van de wanddikte was nodig om
spanningen tijdens het bakproces te voorkomen,
Naast de potfragmenten zijn er ook een aantal aardewerkring-
fragmenten gevonden. Ze zijn gemaakt van een rood of witbak-

27

kende klei . De binnendiameter is ongevee r 15 cm en de dikte
is tussen d e I en 1. 4 cm. De fragmenten zi jn op de doorsnede
rolrond.

afb. 1 (Uit : "Het Leven" 1918)
Een gevulde pijpenpot, duidelijk is te zien dat de pijpen bij
elkaar worden gehouden door een aardewerkring.

28

De hoogte van de potten.

Er kan niet precies worden nagegaan hoe hoog de pijpenpotten
uit de Flieruilensteeg zijn geweest. De diameters van de rand-
fragmenten variëren van 32 tot 36 cm. Er is in dit opzicht
weinig verschil met de eerder gevonden 18e eeuwse pijpenpotten
uit Gorinchem (5). Over de hoogte zegt dat evenwel niets.
Wel heeft de Utrechtse pijpenmaker zijn potten verhoogd met
"opzetstukken" (afb.2). Deze opzetstukken zijn ook eerder ge-
vonden bij de gedraaide potten uit Gorinchem.(afb.4)

....· . afb.2
:...··:.::·.:._..:~·:.•..::_.::.:.:.-.:.
Randfragment van een pijpenpot
::.-.:_..·-_..-:::-.'.-:..::.-·....·.. . uit Utrecht.
Collectie: P.K.Smiesing
. :-_.._::.: _::. .

-·:-·.::-:::·..·.:::..:.·•

0 5 10c.m

111

29

Het materiaal bestaat net als bij de Gorinchemse opzetstukken
uit wit bakkende klei, die gemagerd is met kaf. De hoogte van
de Utrechtse opzetstukken varieert van 4.5 tot 6 cm. (afb.2)
Wat diameter en datering betreft kan men de Utrechtse fragmen-
ten beter vergelijken met de complete Rotterdamse pijpenpot.
(afb.5) Deze pijpenpoten fragmenten ervan zijn in het bezit
van het Historisch Museum te Rotterdam. Ze werden in 1976 aan
de Rechter Rottekade gevonden, samen met ongebruikte pijpen
en gebruiksaardewerk uit circa 1650. De pot staat op drie vin-
poten en is gemaakt van een roodbakkende klei op de draaischijf.
De vuurspecie op de potwand is bij deze pot gemagerd met zand.
De hoogte van de Rotterdamse pijpenpot bedraagt 41,5 cm en de
breedte 32 cm. Waarschijnlijk zullen de potten uit de Flier-
uilensteeg een dergelijke hoogte gehad hebben.

afb.3

Bodemfragment met vinpoot uit Utrecht.Collectie: P.K.Smiesing.

Noten :

I.P.K.Smiesing. "Tabakspijpen als hulp bij het dateren van
oude panden in de Flieruilensteeg" Oud Utrecht 58,nr.2,1985.

2. M.Duhamel du Monceau. "L'art de faire les pipes à fumer le
tabac". Paris 1771, pag. 30. Koninklijke Bibliotheek, Den
Haag. Boeknr.95.B. 15

30

0 10 20cm

afb. 4
Een 18e eeuwse ged.raaide pijpenpot met opzetstuk uit Gorinchem.

31

afb.5
Een l?e eeuwse pijpenpot uit Rotterdam. Collectie : Historisch
Museum te Rotterdam. Foto : C. Thiels .

32

3.Zie noot 2, pag.29 en Gemeentelijke Archiefdienst Gouda,
Oud archief Gouda, nr.318

4.G.C.Groeneweg,lic.V.Vandenbulcke en L.J.Weijs" Bergen op
Zooms aardewerk". Westerheem jrg.34 nr.l,pag.21 1985.

5.A.Bruijn en P.von Hout."Een pijpenpot uit Gorinchem". Wester-
heem jrg.31,nrs.3 en 5 1982

Hierbij bedankt de auteur P.K.Smiesing en H.van Hilten voor het
in bruikleen geven van hun materiaal.

LITERATUUR.

-L.v.d.Berg:Een lastig volkje,die Goudse pijpenmakers.P.K.N.14
1981.

-A.Bruijn en P.von Hout:Een pijpenpot uit Gorinchem.Westerheem
31.nr.3 1982.

-A.Bruijn en P.von Hout:Een pijpenpot uit Gorinchem.(vervolg)
Westerheem 31.nr.5.1982.
-A.Bruijn en P.von Hout:Aardewerkringen van Gorinchemse pijpen-
makers.Westerheem 32,nr.6. 1983.
-A.Carmiggelt:Over pijpen,potten en ringen, een pijpelogische
vondst te Zwo lle. P.K.N. nr.29. 1985.
-D.DÜco: De techniek van het pijpmakersbedrijf t e Gouda.B .Á.R
International series nr.92. 1980.
-D.DÜco : Het bedrijfsaardewerk van de pijpmaker.Fibula.jrg 25
nr.4 1984 .
-M.Duhamel du Monceau.L'art de faire les pipes à fumer le ta-
bac. Paris I771.
-J .Fraikin. La fabrication de la pipe en terre.Luik 1978.
-Op de Hoogte. 1912. "Pijpenfabricage".
-P.von Hout en P.K.Smiesing:Korte pijpen uit Gorinchem.Wester-
heem jrg 33,nr.4. 1984.
-A.Laws and A.Oswald: The kiln of William Heathy,Eighteenth
Century Brentfort Pipemaker. B.A. R. Int.Series nr.97.1981
- Het Leven. 1918.Wegens de duurte der sigaren,de Oud-Hollandse
pijpen in eere hersteld.
-J .v.d.Meulen en L.den Toom:Het pijpmakersgilde t e Schoonhoven.
P.K.N. nr.22.1983
-J.v.d.Meulen en E.v.d.Most:Pijpenvondst te Alphen aan den Rijn.
P.K.N. nr. 18 . 1982 .
-P.K.Smiesing: De Utrechtse pijpenindustrie in de Lauwerecht.
P. K. N. nr. 14. 1981 •
-F.Tymstra:Misbaksels uit een pijpenstort te Gorinchem.
P.K.N.nr.11. 1980.

33

PIJPENMAKERS EN HUN MERKEN IN DE EERSTE HELFT VAN DE 19de EEUW

door J,van der Meulen

Reeds geruime tijd is bekend dat de landelijke overheid in het
begin van de 19de eeuw een poging heeft ondernomen tot c entra -
le registratie van merken en controle op het zetten van nieu-
we. Een copie van het Staatsblad waarin de maatregelen aange-
kondigd worden, toegezonden door P.Tengnagel, bracht mij ertoe
serieus te onderzoeken of de verordening ooit is uitgevoerd .
Het bestaan van een inventarisatie van pijpenmakers en merken
zou een belangrijke stap voorwaarts betekenen voor het histo-
r isch onderzoek van de nijverheid en voor de determinatie van
vonds t en.
Na enig s peurwerk is het mij inderdaad gelukt de betreffende
document en i n het Al gemeen Ri j ksarchief te ' s-Gravenhage op
t e diepen. De s tukken zijn in twee delen op te spl itsen: a.
de publicatie van he t besluit in het Staatsblad (no.47) van
25 decemb e r 1818, waa rin tevens een motiva tie gegeven wordt
waarom de ove r he id tot hande l en is overgegaan .
b . de l egger of kaart van alle merken, vanaf 18 18 tot 1850 ,
die door de pijpenmak ers gezet worden.

BESLUI T
van den 25sten December 1818, waarbij een Reglement op het
stuk der merken door de ver schillende pijpen- fab rieken te be-
zigen, wordt gearresteerd.

Wij Wi llem, bij de Gratie Gods, Koning der Nederlanden, "Prins
van Oranje- Nassau, Groot- Hertog van Luxemburg, 0 enz. , enz .

Disponerende op het rekest van Kommissarissen van den Pijpen-
handel en de Pijpen- fabrieken te Gouda, houdende hun beklag
over het toenemend verval der Goudsche pi jpen- fabrieken, en
hun verlangen om, door gepaste ma.atr egelen, het in zwang zijn-
de misbruik te zien stuiten, dat pijpen- fabrieken, buit en
voornoemde stad gevestigd, zich niet ontzien om van de meest-
bekende merken der Goudsche f abrieken gebr uik te maken, en
daar door hunne pijpen, veelal van slecht er kwaliteit, voor
Goudsche pijpen te doen door gaan;
Gezien de consideratien en advies van Onzen Minister voor het
Publieke Onderwijs, de Nationale Nijver heid en de Kolonien;
Den Raad van State gehoord;
Hebben goedgevonden en verstaan;
Tot opbeuring van den pijpenhandel, en ter beter e waarbor ging
van de kwaliteit der voorwer pen, tot welke dezelve betrekking

34

heeft, te arresteren het navolgende Reglement:

Regl;ement
op het stuk der merken, door de verschillende Pijpenfabr ieken
te bezigen.
Art.I. De eigenaars der thans bestaande pijpen- fabrieken zul-
len, zoodra mogelijk, en uiterlijk vóór den lsten Februari
1819, aan het bestuur hunner Gemeente opgave doen der merken
bij hen in gebruik.
Art.II. Zij zullen geen ander of nieuw merk op hunne pijpen,
noch ook op de merkpapieren en op de manden, vaten of kisten,
ter verzending dienende, mogen zetten, zonder autorisatie van
het plaatselijk bestuur.
Art. III. Desgelijks zal niemand , die in het vervolg zulk een
handels-etablissement oprigten mogt, eenig merk mogen aanne -
men, zonder bekomen autorisatie als voren.
Art. IV. Op alle pijpen, merkpapieren, manden, vaten of kisten,
in het vorig artikel bedoeld, zal, behalve het aangenomen merk
van den fabriekant , het wapen van de stad of plaats, alwaar de
fabrieken gevestigd zijn, moeten, en geenszins dat eener ande-
re stad of plaats mogen uitgecJ:r,ukt worden.
Art.V. De manden of bennetjes zullen zoodanig merkpapier zigt-
baar gedekt, alsmede de vaten of kisten, waarin pijpen verzon-
den worden, met het wapen der stad of plaats van buiten moeten
gebrand worden.
Art. VI. De Staten der Provincien, alwaar pijpen- fabrieken be-
staan, of in het vervolg opgerigt mogten worden, zullen, des
noods, nadere maatregelen voorschrijven ter executie van, en
in overeenstemming met het tegenwoordig Reglement, welks bepa-
lingèn niet zullen kunnen wor den overtreden, dan op de straf-
fen bij art . 142 en art . 413 van het Lijfstraffelijk Wetboek
vermeld.
Onze Minister voor het Publiekelijk Onderwijs, de Nationale
Nijverheid en dE Kolonien, is belast met de executie van dit
Besluit, hetwelk in het Staat sblad zal worden gedrukt .
Gegeven te Brussel, den 25sten December des jaars 1818, het
zesde van Onze regering.

WILLEM.
Vanwege den Koning,
J . G.de Mey van Streefkerk .

35

De onderstaande tabellen ziJn een supplement van het officiële
register en gegevens uit briefwisselingen tussen diverse gou-
verneurs en de minister. Tevens is de rangschikking van de
provinciën anders dan in het origineel.

Legger of Kaart

Zuidholland

Gorinchem, 1 maart 1819
Dirk Valke gebruikt : 1. Het getalmerk 16 met eene kroon er
boven op het hieltje. 2. Een gekroond vischje met de let-
ters J.V. er boven, op den kop.
Antonie van Erp gebruikt: 1. De letter A op het hieltje.
2. Een gekroond vischje met de letters A.V.E. op den kop.
3. Het getalmerk 18 met eene kroon en de letters A.V.E. er
boven op den kop.
Cornelis Dam gebruikt: 1. Het getalmerk 16, met eene kroon
er boven op het hieltje. 2. De letters C.D. met eene kroon
er boven op het hieltje. 3. De baren van Arkel met de let-
ters I.V.W. er boven op den kop. 4. Een gekroond vischje
met de letters A.S. er boven op den kop. 5. Het getalmerk
18 met de letters G.V.D.R. er boven op den kop.
Lammert van Bommel gebruikt: 1. De letters W B op het
hieltje en, op eene andere soort van pijpen, op den kop.
2. De letters AB insgelijks op het hieltje. 3. De baren
van Arkel, met de letters I.V.A.H. er boven op den kop.
4. Een gekroond vischje met de letters LV B er boven op
den kop.
Nicolaas van Son de Lang gebruikt: 1. Een melkmeisje op het
hieltje. 2. Het getalmerk 16 met eene kroon er boven op het
hieltje. 3 . Het getalmerk 18 met eene kroon en de letters
I.D.L. er boven op den kop. 4. Een gekroond vischje met de
letters I.V. er boven op de kop .
Sijmen Groenhouwer gebruikt: 1. De letters S.G.H. met een
kroontje er boven op het hieltje. 2. De baren van Arkel met
de letters S G Her boven op den kop. 3. Het getalmerk 18
met eene kroon en de letters S G Her boven op den kop.
4. Een gekroond vischje, met eene kroon en de letters S G H
er boven op den kop.
Aanmerkingen: Blijkens berigt exh. 26 jan. 1850 no.13 zijn
al de boven gemelde fabrijken te niet gegaan. Burgem. en
weth. zien er geene zwarigheid in dat de merken van de ver-
valJ.en fabrijken .door andere nieuw opgerigte worden ge-
bruikt, immers voor zoover de vertegenwoordigers der vroe-
gere eigenaren zich niet daartegen verzetten.

36

Schoonhoven, 1 maart 1819
W.Wilschut (koopman in pijpen) gebruikt het merk W.
Aanmerkingen: Deze opgave wordt te niet gedaan op 26 jan.

1850.

Aarlanderveen, 1 maart 1819
Pieter Boot, merk C.B.
Jan van den Berg, merk W.V.S.
Pieter de Looij, merken: het dubbele klaverblad, WVS, P,

16, D, V.H., P.L.K., P DL
Aanmerking: Vervallen zoo door overlijden als vertrekken,
zie exh. 26 jan. 1850 no. 13, Ie afd. G.S.
Aarlanderveen, 26 januarij 1850
Geurt Jacob Schildt, merken: de melkmeid, de ster, de ge-

kroonde Lende gekroonde W S

Gouda, 1 maart 1819
Aanmerkingen: De met x geteekende merken zijn geroijeerd op
voorstel van Commissarissen te Gouda, De met xx geteekende
merken zijn, als te veel op reeds bestaande merken ge--
lijkende, reeds vroeger door Commissarissen buiten gebruik
gesteld en beboeren, ter voorkoming van misbruik, niet we-
der te worden uitgegeven. De met xxx geteekende merken, of-
schoon thans buiten gebruik, kunnen echter door belangheb-
benden worden gereclameerd.
Achter het merk staat het jaartal vermeld wanneer het in
gebruik is genomen.

gekroonde A XX 1714 gekroonde D X 1682
ABC 1717 Dp X J693
X 1707 1709
gekroonde A E X gekroonde D K X
AVN X 1684 DA X 1770
AVS X 1680 DVA X 1699
AVD XX 1667 1696
1684 gekroonde D s 1683
gekroonde A M 1684 1768
gekroonde /iP 1766 gekroonde E 1768
gekroonde A B 1767 Ep 1737
1661 1767
AVR 1749 ES 1720
FAG 1768
AvB 1730 FWS
gekroonde B 1737 1767
1733 G 1700
BwB 1729 GB 1744
1695 GN 1733
BVB
BOW GML
gekroonde B S Gvs
BVM GDH
GVK
C

37

HB X 169 1 sWK X 1696
1710 XX 1747
HE X 1746 T 1737
HVN 1767 gekroonde T D X
X 1749 X 1727
HW 17 13 Ts X
1Hp XXX 1796 V 1723
1699 VB X
1Ks X 1709 VH X 1675
X 170 1 X 1660
IB 1674 \Y 1698
1AN X 1750 X 1726
IDG X 1691 gekroonde w X
1W1 1674 gekr oonde w s XX 1726
X 1704 X
IAB 1732 gekr oonde W T X 16 79
I DB X 1726 X 1692
IVB 1724 gekroonde w p 16 77
X 1763 X 1704
K 1674 WL XX 1713
gekroonde K B X 1724 1715 ·
1748 $ 1725
Klp X 1667 1696
1705 cijfermerken 1706
L X 1702 gekroonde 2 17 19
gekroond e L B XXX 1713 gekr oonde 4
1692 gekroonde 5 1729
Ls XX gekroonde 6 1745
LK 17 10 gekroonde 9
LVD X 171 5 17 11
L\R 1675 12 173 1
X 1663 gekroonde 13 1731
gekroonde M 1738 1723
XX 1719 14 1732
Mp 1739 gekroonde 15 17 14
X 1768 gekroonde 16 1729
MW 1675 gekroonde 17 1719
XXX gekroonde 18 1732
M8v 1768 gekroonde 19 1719
X 1660 1732
gekroonde p X 1667 21 1733
p X 1744 gekroonde 24 1730
gekroonde 25
pV X 1750 gekroonde 26
gekroonde p B X gekroonde 27
gekroonde p s XX
28
pT XXX gekroonde 29
pLK gekroond e .30
X gekroonde 31
PVH gekroonde 33
pIB X gekroonde 34
pVs gekroonde 36
gekroonde 37
pVA gekroonde 38
gekroonde 39
gekroonde Q
gekroonde R T

gekroonde s

SH

s~

SWH

SWH

38

gekroonde 41 X 1720 figuurmerken
42 X 1733
X 1728 wapen van Amsterdam X 1691
gekroonde 43 X 1727
44 X 1770 wapen van Batavia 1745
X 1736
gekroonde 46 1724 Compagnies wapen XXX
gekroonde 47 X 1724
gekroonde 48 1733 wapen van Zutphen X 1725
gekroonde 49 X 1733
gekroonde 51 X 1723 wapen van Gelderland 1701
gekroonde 52 X 1732
gekroonde 53 X 1685 wapen van Haarlem XXX 1675
gekroonde 54 1692
gekroonde 55 XX 1734 wapen van Leiden 1685
gekroonde 56 1730
gekroonde 58 1757 wapen van Gouda XX 1679
gekroonde 59 1729
gekroonde 64 1719 wapen van Overijssel X
gekroonde 65 1768
gekroonde 66 1732 de burg 1694
gekroonde 67 1748
gekroonde 68 1733 de bot 1722
174.5
69 1733 het klaverblad XX 1660
72 1728
gekroonde 73 1730 twee klaverbladen X 1732
gékroónde 74 1742
gekroonde 75 1724 drie klaverbladen XX
gekroonde 76 1732
gekroonde 77 1737 gekroonde duif X 1667
gekroonde 78 1734
1733 gekroonde twee duiven X 1675
79 1733
gekroonde 81 1732 dubbel anker 1724
gekroonde 82 1734
1733 de koning David 1675
83 1731
gekroonde 84 1727 het anker 1675
gekroonde 86 1732
gekroonde 87 1728 de melkmeid 1660
1719
89 de koordendanser 1706
gekroonde 90
gekroonde 93 de ooijevaar 1735
gekroonde 94
gekroonde 96 de laars 1696
gekroonde 99
de zon XX 1667

het scheepje 1746

het tabakskonfoor XXX 1708

de schaatsenrijder X 1712

de drie ruiten X 1686

de speelman 1705

gekroonde turfmand X 1733

de krijgsman 1732

de os XX 1660

de molen 1667

de kandelaar X 1660

het lam onder den boom 1724

de bok 1727

de eijerkorf XX 1722

de kraan X 1695

de haan 1675

het springende paard 1660

het fortuin 1675

de meermin X 1768

de muil X 1675

Bàcchus op het vat 1710

39

de trompetter 1674 de wijnton 16 74
de hollandsche tuin 1682 de zi ttende vos 1674
de Goudsche toren 1728 de musketier XX 1713
het kwispedoor XX 1725 X 1708
1667 de ijsslee X 1660
de lelie X 1705 de vi sscher 1724
drie leliën het zwijn

Gouda, 21 mei 1850
Lijst van pijpenmerken , welke bij de onderscheidene fabrij -
kanten in gebruik zijn , met opgaaf van de jaartallen, wan-
neer eenige fabrijkanten hetzij bij koop of erfeni s , twee
merken zonder meer , mogen hebben, volgens het reglement op
den pijpenfabrijken voor de stad Gouda, gearresteerd bij
besluit van den Souvereinen Vors t 19° December 18 14.

lettermerken 1684 gekroonde K B 1704
gekroonde A B 17 17 gekroonde L 1726
1707 gekroonde L K 1674
ABC 1667 1667
1767 gekroonde M onbekend
gekroonde A E 1661 gekroonde M G onbekend
gekroonde A M 1737 gekr oonde M K 1739
1733 1675
AVB 1730 plB 1768
gekroonde B 1729 gekroonde p s 1660
1749 gekroonde R T 1744
BÜW 1695 1747
1682 gekroonde s onbekend
gekroonde B S 1709 sDL 1737
BVB 1699 1675
BVM 1696 TD 1708
1683 1726
BwB 1708 gekroonde T M 1660
CK onbekend gekroonde T S 1698
gekroonde D 1667
gekroonde D K 1720 gekroonde w 1679
1768 17 15
gekroonde D s 1767 gekroonde W L 1725
gekroonde E 1710 1719
gekroonde E p onbekend gekroonde w p
gekroonde E S 1767 gekroonde w s 171 1
1796
pWs onbekend gekroonde W T 173 1
17 13 cijfermerken
gekroonde G gekroonde 2 173 1
gekroonde G B 1701 gekrbonde 12 1723
gekroonde G N gekroonde 13 1714
gekroonde 16 17 19
GML gekroond e 25
gekroonde 26
gekroonde H E gekr oonde 27
gekroonde H p gekroonde 28
gekroonde H L gekroonde 30
gekroonde I B gekroonde 33

1DM
1Ks
IWI

40

gekroonde 34 1732 gekroonde 68 1732
gekroonde 36 17 I9 gekroonde 69 1748
gekroonde 37 1732 gekroonde 72 1733
gekroonde 38 1733 gekroonde 73 1745
gekroonde 39 1730 gekroonde 75 1728
gekroonde 43 1728 gekroonde 76 1730
gekroonde 46 1770 gekroonde 79 1732
gekroonde 51 1733 gekroonde 81 1737
gekroonde 52 1733 1734
gekroonde 53 onbekend gekroonde 82 173 3
gekroonde 54 1732 gekroonde 83 1733
gekroonde 55 1685 gekroonqP. 84 1732
gekroonde 58 1734 gekroonde 86 1734
gekroonde 59 1730 1733
gekroonde 64 1757 gekroonde 87 1731
gekroonde 65 1729 gekroonde 89 1727
gekroonde 66 171 9 gekroonde 90 1732
gekroonde 67 gekroonde 93 1728
f iguurmerken 1768 gekroonde 94
de burg
1694 gekroonde 96

de gekr. laa.rs de haan het scheepje
1746
1696 1675

de Goudsche de molen het l am on- het zwijn
toren 1667 der de boom
1724
1728

de zittende de koordendan- het dubbel de bot
vos 1674
ser 1706 kruis 1726 1722

41

de melkmeid het wapen van het fortuin het anker
1660
Leiden 1685 1675 1675

de trompetter Koning David de harp het dubbel an-
ker 1724
1674 1675 1831

Bacchus op het springend de oijevaar de bok
't vat 1710
paard 1660 1735 1727

de krijgsman de gekroonde de leeuw in de speelman
1732 wijnton 1674 de Hollandse 1705
tuin 1682

de lelie het wapen van het wapen van
1667 Batavia 1734 Gelderland 1701

42

Gouda, na 1850
G.J. Wagenaa r, 19 aug. 1851, de gekroonde 56
J . Broer, 19 aug. 1851, de gekroonde 35
B.van der Maas, 21 sept . 1854 , de gekroonde 17
E.van Gent, 6 maart 1856, de gekroonde 32

B.van der Maas, 30 aug. 1856, SM en!w!!

Pieter Goedewaagen, 10 dec. 1856, het wapen van Amsterdam
F.van Essen, 28 febr. 1857, het getalmerk 31
J.van Bovene Gz, 8 juni 1857, de gekroonde V Hen het wapen

van de O.I.Compagnie (V O C)
W.F.J.van Ess en, 22 aug. 1857, d e gekroonde 43 en de PIB
A.Glas, 18 juni 1859, de gekroonde 24
J.Prince, 10 juli 1861, de gekroonde Den de gekroonde 46.

Door J.Prince gekocht van de erfgenamen van G.van
Leeuwen.
P.J.van der Want Az, 25 juli 1861, de L B
J .van Baalen, 12 oct. 1861, het gekroonde duifje
W.F.van Essen, 18 mei 1863, de gekroonde 81 e n het sprin-

gende paard
P.en W.T.C.van Essen, IJ j uli 1865, de gekroonde 81 e n het

springende paard, de gekroonde 43 en
de pIB
P.en W.T.C.van Essen, 4 aug. 1865, de krijgsman
P.J.van der Want Az, 26 aug . 1865, de ABC
P.Goedewaagen, 27 nov . 1867, de D W
P.en W.T.C.van Essen, Il jan. 1870, KEEVIL PIPE

Overijssel
In deze provincie bestonden, in het begin van 181 9, geene pij-
penfabrijken.
Kampen, 17 julij 1829

H.G.Freriks en J.F.Steinman, he t wapen der stad Kampen op
de monster- of pronkpijp en op de papieren en manden.
Voorts op àe hiel van a lle pijpen het merk

Noordbraba nd

' s Hertogenbosch, 23 februari 18 19
L.Eras zet de merken: het tonnetje , de lelie, AB, 66, 77,
F P , B, H, KIP, KVD, W S . Al deze merken zijn gekroond .
N.J.Crefeoeur zet de merken: AB, 77, 66 , 6, F P , W S.

Allen gekroond. Vervolgens de merken de toelast ~.Jf_]lll,

en de l e li e geteekend met nog een figuur hier Lt UV

vertoonende dÎJ

43

Zuidbraband

Molenbeke, 12 februari 1819
Stroobans, zet de merken: W S, S Ben de gekroonde S

Limburg

Venlo, 22 maart 1819
Jan Hendrik Greefraeth zet de merken: BBW en 46. Behalve
dit merk heeft deze fabrikant nog de letters J.G op ziJne
pijpen (aanvulling op 25 jan. 1820). Het bedrijf is begin
1819 opgericht.
Lenssen & Cratz zetten de merken: BBW en 46. Zij hebben
verklaard niet meer te fabriceren en voornemens te zijn
derzelver fabrijk over te brengen naar Herongen (Pruissen).

Roermonde, 22 maart 1819
Pierre Nicolas Grevenstein en Pierre Kleudtgen zetten de
merken: de lelie, 96, 46, AB en een bezem ~ ·
Deze fabrijk bestaat niet meer op 25 jan. Il»
1820

Maasijk, 22 maart 1819
Nicolas Vanijsterdael en Francois Ritzen zetten de merken:
de gekroonde AB, de gekroonde M S, de gekroonde W S, de
gekroonde 46 en de gekroonde 96 . Behalve deze merken heeft
de fabrikant, in plaats van het ontbrekende stadswapen, de
letter M aangenomen; terwijl de kisten of vaten, in welke
men de pijpen verzendt met het stedelijk zegel: Plaatselijk
bestuur van Maaseijk, prov. Limburg gemerkt worden.

Maase.ij ck, 11 j uli j 1829
weduwe J.F.Ritzen me rkt met het volgnunnner één tot honderd
met de eikel (het stadswapen). Dit merk wordt aangenomen in
plaats van het tot dus ver gebezigde AB, W S, 46, 96 alle
met een kroontje daarboven.

Nederweert, 2 april 1850
Bernard Stalenberg merkt met K S

Maastricht, 31 mei (1850?) Ja(
Johannes Dehue merkt met ID
Jan Knoedgen merkt met IK

*Luik

Luik, 24 mei 1819

ffllBastin-Nossent, zet de merken: de gekroonde 46, BwB en

L.J .Deffe t zet de merken: de gekroonde 46 en ~
de ze twee fabrikanten h ebben zich verbonden p..;J

44

om hunne pijpen aan de koppen met L G te merken en bij ver-
zending het cachet der gemeente op te .drukken.

Seilles, 24 mei 1819
Etienne Marchand zet de merken: de gekroonde W S, de ge-
kroonde 46 en de gekroonde klok en de 46

Oostvlaanderen

Gent, 7 februari 1819
Jean Cappelier, de W S
Jean Merlé, een molen
Pierre Vanhaeverbeke, de W Sen het merk van een burg
Benoit Verbrugghe, de W Sen eene kroon
André Vechters, de W S eene kroon en een boom
J.B.Berlo, de W S, de D Sen het merk van een burg
J.B.Vanhaeverbeke, de W S, eene kroon en eene lelie
Gaspard Colijn, de V B, de gekroonde W Sen een leeuw

St.Nicolaas, 7 februari 1819
Pierre Joseph van Reijn, de gekroonde W S

Grammond, 7 februari 1819
Jean van Meckeren, de gekroonde W Sen de gekroonde D

Westvlaanderen

Brugge, 12 maart 1819
Jean Bogaert, Rue des Pierres no.88
Jean Baptiste Vlamijnck, Rue des Mères no.33
Beide pijpenmakers, wier arbeid echter zoo weinig betekent,
dat zij niet eenmaal een eigen oven hebben , maar hunne pij-
pen, die, voor he t overige , v an geener hande merk voorzien
zijn, in de ovens der pottebakkers brengen.

Thielt, 12 maart 1819
Francois Willemijns, een gekroonde W S

Roulers, 12 maart 1819
Jean Masselis, de T D
Josse Masselis, de T D
Pierre Muijlle, de T D

Poperingen, 12 maart 1819
Chretien Pierre Guyson zet op de voorkant van de pijpenkop
de letters TD. Op het hieltje eene gekroonde Wen om des-
zelfs steel zes lange vierkanten, aan wier bovenkant het
woord Gauda en aan den onderkant het woord Verzil.

45

Kortrijk, 12 maart 1819
Josse Debevere, de W S
Joseph Martin Malfait, de gekroonde W S

Vlamertinghe, 12 maart 18 19 ~
Arnold Ooghe zet het merk ~

Antwerpen

Antwerp en, 18 februari 18 19
Charles de Bruijcker, de W S

Mechelen, 18 februari 1819

Francois Melaert, de W S

Li er, 18 feb ruari 1819 ..

B.Thijs, de T Sop de kanten
Muller, de gekroonde Mop de kanten !I:
'
.... ...wed . Gilis, de gekroonde M S en op de kanten
•• • ♦

Namen

Namen, 11 maart 1819
wed. Laluel l e, de 46 en de H
Lambert More ll e , de 46 en de P.F.
Jean B. Werl e , de Wen de L (mogelijk de W. L. )
Jean Statens , de 46 en de S
Francois Henri j, de 46 en d e H

Namen, 30 maa rt 1827
P.J.Duquesno i j, de D.Y.

Namen, 15 me i 1827
Cornelis Lecocq, de CL

And ennes, 11 maart 18 19
wed . Jean J o~_Fossion , de gekroonde 46

Cha~les et fr~re Smet, de 49 en de VS
Jean Jh.Mag i s , de gekroonde 48
Louis Winant , de gekr oonde W Sen de k l ok

Andenelle, Il maart 18 19
Pierre Orter, de gekr oonde 46

Henegouwen

Bergen , 1 april 1819

C.(S of J ) . Petit zet W Sop de hieltjes der lange holland-
sche pijpen en een leeuw op de l ange f ransche pijpen en

. ......... ..PETIT

op d e stelen ...... "'
À. .MtJYJ'

46

op den voorkant der koppen van de korte pijpen de letter H
en op de gemeenste korte pijpen niets. Gaat over enige tijd
een Pop de hiel zetten.
De pijpenfabriek bestaat reeds 24 jaar.
Doornik, 1 april 1819
J.B.Baisieux zet op de hieltjes WS en een leeuw, op de kop-

pen een H en op de stelen m1•J1ml!ID!l

Aimable Prevost, de letter H. Deze pijpen zijn van het ge-
meenste soort.
Nimij-Maisières, 1 april 1819
Francois Nihoul, de letter N en een leeuw
Armand Grégoire wil in 1820 een pijpenfabriek oprichten.
Casteau, 15 october 1828
Joachim Stievenart, de letter S

In de provincies Noordholland, Zeeland, Utrecht, Gelderland,
Drenthe, Vriesland, Groningen en Luxemburg bestonden, in het
begin van 1819, geene pijpenfabrijken.
Bron:
Algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage

Archief nr. 2 04 23
Binnenlandse Zaken 1817-1825
Nationale Nijverheid en Koophandel

ADVERTENTIES.
Wie helpt mij aan sigarenzakjes met: een rebus,zoekplaatje,
kruiswoordpuzzle,kroningszakje Wilhelmina etc.
Ook ruilen tegen kleipijpen, oude tabakszakken, sigarenkist-
etiketten,grospenningen etc.
Leen van den Berg:

AANGEBODEN: De eerste 7 jaargangen van het P.K.N.blad. (1 num-
mer ontbreekt) en een grote doos vol opgegraven koppen.
Ook genegen te ruilen tegen tegels.
H. W.P.Loohuizen

47

Be JAARGANG nR . ~ \ DECEMBER, 1985

PIJPENDAG 1985

Door de gastvrijheid van de direktie van het Catharina-Gast-
huis was het mogelijk de jaarlijkse "pijpenmiddag" in een
sfeervolle en goed ingerichte omgeving te doen plaats vinden.
Reeds voor het betreden van de ruimte, waar de lezingen gehou-
den zouden worden, konden de in grote getale toegestroomde be-
langstellenden de fraaie en interessante tentoonstelling be-
ki_iken, die was ingericht door Freek Mayenburg, Lia Schouten
(en haar man) en Martin Steenbergen . Het officiële programma
begon met een bijna professionele film van 'Kneefel Produc-
tions' over het modelleren van een gezichtspijp en het maken
van mallen. De specifieke wijze waarop Ferry Kneefel zijn
hobby gestalte geeft is in deze film op imposante manier vast-
gelegd. Uit de dia-presentatie van Freek }iayenburg viel niet
alleen de enorme vormen rijkdom van het Goudse produkt op,
maar ook de hoogstaande kwaliteit van de lichtbeelden. Na de
pauze vertelde Hans van der Meulen, vooruitlopend op zijn
boek, het een en ander over de pijpennijverheid in Alphen aan
den Rijn, waar op grote schaal Goudse pijpen nagebootst wer-
den. Tussendoor werd aan Jos Engelen het eerste exemplaar
uitgereikt van zijn boek over de pijprnakers in de beide Lirn-
burgen,wat tevens de eerste P.K.N.-rnonografie is. Het hele
gebeuren werd omgeven met een levendige handel in pijpen en
literatuur en een uitwisseling van nieuwtjes en gegevens. Wij
mogen stellen dat ook deze middag zeer geslaagd is. Wij willen
allen, in het bijzonder het lokaal comité en de sprekers, har-
telijk bedanken voor hun bijdrage in het slagen van deze dag.

de redaktie

Aanvulling op de inventarisatie van pijpmakersnamen op klei-
pijpstelen

opschrift: WAPEN VAN AMSTERDAM/ ZOELEN TE ARNHEM
pijprnaker: (van) Zoelen(?) te Arnhem
vindplaats: Arnhem, Moscawa (call. R.Wientjes, Arnhem)

IJsseloord (coll . J.van Lirnbeek, Arnhem)
type: reliëf
opgezonden door: Arnold Carrniggelt, Groningen

Werft V ook een nieuw l id voor de P.K.N?

49

LEIDSE PIJPEN UIT DE TWEEDE HELFT VAN DE 17de EEUW

door J.van der Meulen
tekeningen P.Bakker

De productie van kleipijpen in Leiden neemt, om diverse rede-
nen, een bijzondere plaats in binnen de total e nijverheid en
bij de collectioneurs. Samen met Amsterdam en Gouda was het
een van de eerste plaatsen waar pijpenmakers uit Engeland zich
vestigden. In tegens telling tot beide andere centra, die zich
verzekeren van een groot afzetgebied, is het Leidse produkt
hoofdzakelijk van regionale betekenis. De toenemende concur-
rentie, aan het einde van de 17de eeuw, en de kleinschalige
opzet hebben in sterke mate bijgedragen tot de neergang van de
industrie in Leiden.
De a fstemming op de lokale markt bepaalde voor een belangrijk
deel het eindprodukt. Invloeden van buitenaf bleven beperkt.
De herkenbaarheid van het Leidse model is hierdoor vele malen
groter dan het onderscheidt tussen Amsterdamse- en Goudse pij-
pen (1). Bij recente opgravingen in Nijmegen, Grave, Velp en
Escharen (4) zijn pijpen gevonden, die sterk op het Leidse
type lijken, maar in detail verschillen vertonen (3). Over
handelsbetrekkingen tussen Nijmegen en Leiden zijn tot nu toe
geen gegevens bekend. Het is mogelijk dat een of meerdere pij-
penmakers of vormenmaker zijn activiteiten naar Nijmegen heeft
verplaatst.
In de eerste helft van de 17de eeuw zijn, door de Leidse pij-
penmakers, uitsluitend zeer eenvoudige verfraaiingen op de
ketel aangebracht. Deze bestaan uit 4- of 5-bladige Tudor~
rozen, meestal gekroond, of een 'fleur de lis', de lelie van
de Bourbons.
In de tweede helft van de 17de eeuw valt een enorme toename
van versieringsmotieven te constateren. Uit de vondstendicht-
heid in de r egio en de sporadische melding van elders opgegra-
ven exemplaren mag geconcludeerd worden dat deze pijpen van
Leidse herkomst zijn (afb.1-37). Opvallend is dat een aantal
specifieke Leidse kenmerken, de buikige vorm en de plompheid,
ontbreken waardoor het model aan elegantie heeft gewonnen.
Op enkele uitzonderingen na (afb.1-3) zijn deze pijpen niet
voorzien van merken waaruit een mogelijke pijpenmaker valt te
herleiden. De uitvo e ring van de versiering is grof en eenvou-
dig, zij getuigen niet van een grote vakmanschap en artistieke
aanleg van de vormenmaker. Tussen de diverse versieringsmotie-
ven zijn echter overeenkomsten te constateren, waardoor we
kunnen aannemen dat deze produkten uit één pijpenmakerswinkel

50

co

j

afkomstig zijn.

Gemeenschappelijke kenmerken, die op de afgebeelde piJpen te-
rug te vinden zijn:
-parelrand langs bovenzijde van de ketel~ afb.1,2,3,4,6,7,8,9,
-parelrand ( en ) m.idde1n0,ollvie2r2de ketel- afb.18,19,20,21,22,25,26,

27,28,34
-parelrand(en) r ondom de hiel- afb.2,3,4,5,8,11,19,23,25
-parelrand langs vormnaden- afb.4,5,6,7,26,27,28,29
- bladversiering langs vormnaad (naden)- afb.1,2,3,9,10, 11,12,

13,14 ,15,16,17, 19,21,23,24,25,33,35,36,37
- bladertakken op de ketel- afb.1,2,3,4,5,6,7,8,9,39
- s ti ppenkroon- afb.2,3,6,7,8,3 1,35,36,38
-ander type kroon- afb.4, 5,1 5, 30,32
- geometrische versiering- afb.18 , 19,20,21,34,35,36
-hi elmer k met s tippen- afb. l,2 ,3,8 ,9, 12,18,19 ,23,25,27 ,36
- Tudorroos op ketel of steel- afb.1 ,3 ,4,8,10,18 , 23,35,36
- le l i e op steel - afb.4,6,37
-pijp op steel- afb.2,3,8
- andere steelversieringen- afb. 14,1 5,16,17

x Soms is de parelrand, door het bott eren, (geheel of) gedeel-
t e lijk onzicht baar geworden .

Nadere beschouwing van de afgebeelde pijpen:

HP-pij pen (afb.1-3)
Op beid e zijden van de ketel staat een identi eke afbeelding.
De pijpen zijn mogelijk gemaakt door Hendrick Pieters, die in
16 72 één van de overlieden was van het Leids e pijpenmakersgil-
de (1). Ov er zijn bedrijf en personalia zijn geen nadere bij -
zonderheden bekend. Een andere pijpenmaker, die z ijn produkten
met HP gemerkt zou kunnen hebben is Huybert Poulisz. Hij is
a f komstig uit Gouda en trouwt in 1685, waarna hij zich op de
Hooi gra cht vestigt. Gezien de a fmetingen van de pijpen (zie
t ab e l), die omstreeks 1670 gedateerd moeten worden, lijkt het
nie t waars chijnlijk dat hij de maker is geweest.

Dubbele zijmerk- pi j pen (afb.4- 8)
Ook de ze pijpe n zi j n op b e ide zijden van de ketel voorzien van
e en voorstelling . De pijpen met het wapen van Leiden (afb.4-6)
ve rs chillen slechts in detail s van elkaar. De afbeeldingen op
de exemplaren van afb .7, 8 z i j n een roemer en een wijnkan. In
' De Leidse Tabakspijpmakers'(l) is b e schreven , dat ook een
combina t i e be sta at van een wijnkan met op de andere zijde het
Le idse wapen. De pijpen van deze groep z ijn in het algemeen
ouder dan de bovengenoemde HP-pijpen.

52

19

22

53

Vormnaad versiering (afb.9-17)
Naast de spaarzame vondsten van totaal versierde piJpen bevat-
ten veel exemplaren een eenvoudig reliëf langs de vormnaad.
Bij dit type vallen diverse kenmerken op, die ook bij voor-
gaande groepen aanwezig zijn, zoals bladertakken (afb9), Tu-
dorroos (afb.10), parelrand (afb.9,10,11) en een hielmerk met
stippen (afb.9, 12). De pijpen met diverse steelversieringen ·
(afb.14-17) zijn omstreeks 1680 geproduceerd.

Geometrische versieringen (afb.18-22)
Een karakteristieke groep vormen de pijpen met lijn- en blad-
patronen op het onderste gedeelte van de ketel. Deze motieven
worden aan de bovenzijde afgesloten met een parelrand. In de
meeste gevallen eindigt het reliëf bij de aanzet van de steel,
een enkele keer wordt de tekening voortgezet tot op de steel
( afb.22).

Pijpen met een verdikking op de ketel (afb.23-25)
Uniek zijn de pijpen, waarbij het onderste gedeelte van de ke-
t el verdikt is. Dit fenomeen kan op twee manieren voorkomen.
De verdikking kan rondom de gehel ketel lopen (afb.23) of lo-
kaal op de zijkanten zijn aangebracht (afb.24,25).

Parelranden en druiventrossen (afb.26-32)
Deze pijpen hebben een groter verspreidingsgebied en worden
ook buiten de regio gevonden. De grootste concentratie ligt
evenwel in Leiden en omgeving. Beide typen hebben weinig ken-
merken gemeen met de eerder beschreven pijpen. Zelfs het hiel-
merk (afb.27) is niet in overeenstemming met het gebruikelijke
stippenpatroon. Hoewel van Leidse origine zijn ze mogelijk
niet door Hendrick Pieters gemaakt, maar door een collega pij-
penmaker.

Gezichtspijpen (afb.33-37)
Een zeer speciale plaats nemen de figuratieve piJpen in,,die
waarschijnlijk geënt zijn op de legendarische Sir Walter Ra-
legh . Door de vormgeving zijn ze direkt te onderscheiden van
soort ge lijke pijpen uit andere pijpenmakerscentra. De tekening
van het gezicht is slechts schematisch aangegeven. De versie-
ringen langs de vormnaad en op de ketel, evenals het hielmerk
(afb.36) duide n op een lokal e pijpenmaker. De datering ligt
tussen 1675 en 1690. (Voor afb.37 zie literatuurverwijzing 5).

Varia (afb.38-41)
Mogelijk komen deze piJpen ook uit Leidse ateliers, maar zij
missen de specifieke kenmerken. De aanwezigheid van het Leid-
se wapen (afb.38,40) is geen garantie voor een lokale herkomst.

54

0 23 a24 2s

26

28 29
55

Afmetingen van de afgebee lde pijpen in mm.

afb. hoogte breedte inw. diameter kop hxbxd
19,5 13 9506
1 37,5
20 14 10360
2 19,5 12,5 8775
3 37 19,5 13 9126
4 36 19,5 13 9379
5 36 20 14 10080
6 37 20 13,5 9990
7 36
8 37 20 13, 5 10260
9 20 13 ,5 10530
10 38 20 13 10140
11 39 20,5 14 10619
12 39 21 13, 5 10489
21 14 10878
13 37 21 15 12600
14 37 21 15 12285
15 37 19,5 14 10374
16 40 20,5 14 10762
17 39 19,5 15 11115
18 38 19 15 10830
19 37 ,5 20 14 10640
20 38 21 13,5 10773
21 38 20,5 15 11685
22 38 20,5 13,5 10378
19 15 10830
23 38 19 15 11115
24 38 19,5 14 11193
25 37 ,5 19,5 15,5 11787
26 38 20 15,5 12090
27 39 19,5 15 11407
28 41 20 15,5 12400
29 39 21 14 10731
30 39 21 13,5 10631
31 39 20,5 15 12453
32 40 21 15,5 13020
33 36,5 21 15 12285
34 37 ,5 20 13 10140
35 40,5 22 14 11858
20,5 15 11070
36 40 20 15,5 12710
37 39
38 39

39 38 ,5

40 36
41 41

Gemeten volgens de methode van Friederich ( 2) .

56

31 32
57

Een bewijs hiervoor l everen de pijpen met op de ene zijde een
bloem en op de andere zijde het wapen van Leiden (afb.40) en
het wapen van Haarlem (afb.41). In het verleden in veronder-
steld dat dit gelegenheidspijpen zouden zijn ter herdenking
ian het beleg en ontzet van de Spanjaarden, die in 1573 (Haar-
lem) en 1574 (Leiden) plaats vond. Gezien de datering, om-
streeks 1680, is dit inderdaad mogelijk. Minder aannemelijk
is het, dat een Leidse pijpenmaker het risico heeft genomen
voor afzet op de Haarlemse markt een speciale mal te laten
mäken. Mogelijk heeft de voorstelling alleen gediend als ver-
sieringsmotief zonder historische achtergrond.

Stelen (afb.42-43)
De hPi~A stelen behoren, gezien de steelversieringen, zonder
twijfel toegeschreven te worden aan Leidse pijpenmakers.
Helaas is niet duidelijk bij welk type pijp de stelen thuis
horen. Mogelijk zijn het steelfragmenten van een gladde niet
gemerkte pijpekop. Een ieder, die mij hierover enige informa-
tie kan verschaffen wordt vriendelijk verzocht dit door te
geven (adres zie binnenzijde van de kaft).

Op de volgende pagina staat een tabel met de maten van de pij-
pen, die in dit artikel zijn opgenomen.
De gegevens voor dit artikel zijn verkregen uit de collecties
van verschillende verzamelaars. Gaarne wil ik hen bedanken
voor hun medewerking.

Literatuur:

1. J.van der Meulen en H.Tupan, De Leidse Tabakspijpmakers in
de 17öe en 18de eeuw. Stubeg, Hoogezand, 1980

2. F.H.W.Friederich, Pijpelogie vorm, versiering en datering
van de Hollandse kleipijp. A.W.N.-monografie no.2, 1975

3. J.Engelen, De zeventiende eeuwse pijpen uit Nijmegen.
P.K.N., 6e jaargang nr.24, 1984

4. M.Koolen, Tabakspijpjes 1600-1900, pijpvondsten uit Grave,
Velp en Escharen. Stichting "Graeft Voort", Grave, 1982

5. Don Duco , A figural Leiden pipe. Society for Clay Pipe Re-
search, Newsletter 2, 1984

+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+

Te koop: Friederich, Pijpelogie, Aw'N-monografie nr.2, 1975 en
He lbers/Goedewaagen, Goudsche pijpen, 1942. Beide
in uitstekende staat. Samen f 225, - Tel.071-141994

58

38 39

40

~i}:!ooO0-Ao..ooooi0y0 l}ll!I ~ BIi 1

gg~ )( gg 8 42

0O
0O

0O
0 O·
000 0

41 8 43

59

BIJZONDERE OPZETSTUKKEN UIT GOUDA

door Peter von Hout

Inleiding

In eerder gepubliceerde artikelen (1) over pijpenpotten uit
Gorinchem en Utrecht is sprake van zogenaamde opzetstukken.
Deze opzetstukken zijn aangetroffen bij pijpenpotten, die bij
een pottenbakker, op de draaischijf, vervaardigd zijn (afb.2).
Opzetstukken werden door de pijpenmaker op de gedraaide pij-
penpotten gezet om deze te verhogen. Het materiaal voor deze
opzetstukken bestaat uit een wit bakkende klei, die gemagerd
is met kaf.

De bijzondere opzetstukken

Tijdens een stadsvernieuwingsproject in Gouda, aan de Vest -
Drapiersteeg, werden naast het eerder gevonden type opzetstuk-
ken een aantal bijzondere opzetstukken aangetroffen. Het bij-
zondere van deze opzetstukken is dat er door de pijpenmaker
pijpekoppen in verwerkt zijn (afb.l).

Afb.l. Een opzetstuk met de er in verwerkte pijpekoppen.
(Collectie L. B.Schouten. Foto:F.Stalenberg)

60

Afb.2. Een gerestaureerde pijpenpot uit Gorinchem, die ver-
hoogd is met een opzetstuk. (Collectie:F . Kneefel)

61

De pijpekoppen liggen in de lengterichting in elkaar gescho-
ven. Om de pijpekoppen beter in elkaar te laten passen werd
meestal de hiel van de pijpekop afgebroken (afb.!).
Omdat de pijpenpotten verschillende malen gebruikt moesten
worden, voor het bakken van kleipijpen, probeerde men te voor-
komen dat er voortijdig scheuren ontstonden in de potten. Mo-
gelijk is dit de reden dat men pijpekoppen in de opzetstukken
verwerkte. Door de pijpekoppen ontstonden immers holle ruim-
ten, waardoor de warmte gelijkmatiger getransporteerd werd.
De bijzondere opzetstukken zijn te dateren in de eerste helft
van de 18de eeuw, aan de hand van de vorm van de verwerkte
pijpekoppen.

Noten :

1. A.Bruijn en P.v.Hout. Een piJpenpot uit Gorinchem (ver-
volg). Westerheem 31, nr.5, 1982.
P. von Hout. J7de eeuwse pijpenpotten uit Utrecht. Pijpelo-
gische Kring Nederland, nr.30, 1985.

Hierbij bedankt de auteur L.B.Schouten, M.Q.Steenbergen en
F.Kneefel voor de toestemming om hun materiaal te publiceren.

+-+-+-+-+-+-+-+

NIEUWE LITERATUUR

J . P.A.M .Engelen, Afstammelingen van Westerwaldse pijpmakers
in beide Limburgen en Pijpenfabriek Trumm-Bergmans t e Weert.
Monografie van de Pijpelogische Kring Nederland, 1985.
Prijs f20,-

P.V.L.Ritrneester, Kleipijpen uit de verzameling van Peter
titmeester. Uitgave: de Postbank, Postbus 21012, 1000 EX Am-
sterdam. Verschij nt a l s tweede deel in een reeks, begin 1986

M.Th . Counet, La culture du tabac dans la région de Comines.
Musée de la vie Wallonne, Cour des Mineurs, Luik , België,1985
Prijs f7,50

Catalogus van de tentoonstelling 'Tabac miroir du Temps' .1985
Uitgave: zie bovenstaand adres. Prijs !10,-

J-A.Ljung och P.Nelson, Kritpipor. Stockholms Stadmuseurn,1985

Prijs !12,50 +-+-+-+-+-+-+-+

Te koop aangeboden: Erik Ayto-pijpen

14 Foresterpijpen (boommotief ) à !12,50 per stuk.

36 Tulppijpen in 3 kleuren à !15,-·per stuk.

Y.Loff,

62

SIGARENZAKJES MET REBUSSEN EN ZOEKPLAATJES

(Een stukje vergeten historie)

door Leen van den Berg

Rebussen en zoekplaatjes waren al eeuwenlang een volksvermaak
voor ze in het midden van de 19de eeuw op sigarenzakjes ver-
schenen. Vooral aan het einde van die eeuw kwamen ze praktisch
op elk zakje voor. Ook in het begin van de 20ste eeuw, welis-
waar in mindere mate, stonden ze nog op de achterzijde van de
sigarenzakjes totdat ze na de tweede wereldoorlog verdwenen
waren.
De zakjes ademen een sfeer uit van een tijd, waarin de mensen
zich nog niet zo opgejaagd gedroegen en urenlang bezig konden
zijn met dit soort spelletjes. Het was ook de tijd waarin si-
garen hoofdzakelijk los verkocht werden, omdat het huidhoud-
budgét niet toeliet om een doos of kist in te slaan. Het was
de zogenoemde zondagse sigaar. Niet alleen tabakszaken maar
ook: babiers, kruideniers, café's en hotels verkochten sigaren
in deze zakjes, zoals de reklames aangeven. Als extra service
aan de klant werden op de sigarenzakjes rebussen en zoekplaat-
jes gedrukt, welke natuurlijk prompt verzameld werden. Jammer
is het dat vele zakjes verknipt werden en daarna in schriften
zijn geplakt. Op deze wijze zijn veel reklames verloren gegaan
die vaak echt de moeite waard waren en aangaven wat er nog
meer behalve sigaren verkocht werd en door wie.
Gelukkig komen er toch ook veel complete zakjes boven water,
ze vallen vaak van ellende uit elkaar, maar kunnen nog wel
bewaard worden door er wat restauratie werkzaamheden aan te
verrichten.
Naast de zakjes met rebussen en zoekplaatjes komen ook andere,
vaak zeer interessante tevoorschijn, zoals de kroningszakjes
van Koningin Wilhelmina uit 1898, zakjes met kruiswoordpuzzels
en met merken en prijzen van de sigaren van weleer.
Stap voor stap krijg je, boven verwachting, toch nog een hele
verzameling bij elkaar. Het zoeken moet ondertussen ook begin-
nen naar de technische details van deze materie, bijzonderhe-
den over druktechnieken, drukkerijen en de litho's.
Mochten er leden zijn, die mij hier meer over kunnen vertellen
dan houd ik mij aanbevolen.

Dr.J.M.Fuchs: Wie lacht daar. Nederlandse zoekplaatjes, raad-
sels, rebussen uit voorbije tijden. Amsterdam 1962

·nr.J.M.Fuchs en W.J.Simon: Raadsels, rebussen, puzzels uit
alle tijden. Amsterdam 1970

63

Voorzijde van sigarenzakjes met rebus of zoe kplaatje

..

WAAR I S Dl; DOM.KOP?

WAAR IS ZIJN VROUW? ·wie kust ntij-?

64

Rebussen

2 I!:a1 :\,;. .·

È ' " .-

'1\Bg.,sLIJ.
---~. ' '. :.- . ..,~

'

•• ~·-·,r, -~'<..,
i ,. r
.i ·- ' - •.. ~~- ~~
,t,i· i' 1 .•
'll
tV. 11:'~- • Si'ïr. t.

10 ~ om 1 /d

.Dl d~:r@~ .s mee 11 1

Oplossingen:
1.Julius Cesar at liever oesters dan mosselen.2.Post en tele-
graafkantoor.3.Elk huis heeft sein kruis.4 . Bezint eer gei be-
gint.5.De oplossing is licht te vinden.6.Des nachts zijn alle
katjes grauw.7 . Beter 1 vogel in de hand dan 10 in de lucht.
8.Ministerie.9.Ik was mijn handen in onschuld.10.Twee honden
vechten om 1 been de derde loopt er ras mee heen.

65

DE HOLLANDSE KLEIPIJP ALS HULPMIDDEL IN DE OPTISCHE INDUSTRIE

EN FOTOGRAFIE.

door P.K.Smiesing

In het juninunnner van de P.K.N.(l) werd de vondst gemeld van
een tot fluitje vermaakte 17e eeuwse pijpesteel. Tegelijker-
tijd verscheen in het bulletin van de Koninklijke Nederlandse
Oudheidkundige Bond (2) een artikel, waarin ook enkele vond-
sten werden vermeld van 17e eeuwse pijpestelen die op dezelfde
wijze bewerkt waren. De fluitjes werden in New York aan de
Hudsonrivier opgegraven op de plaats waar eens het fort Orange_
was gelegen. Vermoedelijk werden deze fluitjes door Hollandse
kolonisten, die het fort tot 1664 bewoonden, gebruikt om sig-
nalen door te geven. Ook hierin werd rekening gehouden met de
mogelijkheid dat deze fluitjes als kinderspeelgoed werden ge-
bruikt.
Twee eeuwen later, in de tweede helft van de 19e eeuw komen
de stelen van de Hollandse kleipijp weer op opzienbare wijze
in het nieuws. In die periode was de optische industrie op
zoek naar nieuwe glasmengsels voor het vervaardigen van lenzen
(3).Het vinden van een grondstof, waaruit roerstaven konden
worden vervaardigd, geschikt om in het laboratorium de gloei-
ende massa dooreen te roeren, vormde echter het grootste pro-
bleem.Nadat in het lab van een glasfabriek van de firma Zeiss,
in het Duitse plaatsje Witten, alle mogelijke materialen ge-
test waren, kreeg de jonge onderzoeker Dr.Scott een ingeving.
Hij rende naar de plaatselijke winkel waar o. a. pijpen werden
verkocht en kocht daar, tot verbijstering van de winkelier,
alle lange "Hollandse aarden pijpen" op. In zijn laboratorium
brak hij de koppen van de stelen en stak een steel in het hete
glasmengsel. Tot zijn verrassing bemerkte hij dat deze roer-
staaf van witte klei de hitte verdroeg, niet smolt en geen
stoffen aan het mengsel afgaf.
Vanaf dit moment konden verschillende glassoorten vermengd
worden en ontwikkelde zich het onderzoek van nieuwe glasmeng-
sels op de optische eigenschappen. Dankzij de Hollandse pijpe-
steel werd een nieuwe roertechniek ontwikkeld in de optische
indus trie, waardoor de optiek van tal van optische instrumen-
ten belangrijk kon worden verbeterd.
In de fotografie werd ook gebruik gemaakt van de hittebesten-
dige eigenschap van de kleipijp.(4) In het begin van onze eeuw
werden pijpekoppen aangewend als magnesiumlamp.Om de kop werd
een in spiritus gedrenkte draad van lampenkatoen gewikkeld en

66

bevestigd (zie afbeelding). In
de kop werd de benodigde hoe-
veelheid magnesiumpoeder gedaan.
Bij het gebruik werd de spiritus
aangestoken en in het stukje
steel geblazen. Volgens het
handboek van de fotografie ver-
brandt de verstuivende magnesium
dan met een schitterend licht.
Het blazen met de mond werd
echter gevaarlijk genoemd. Daar-
om werd geadviseerd de steel te
verbinden met "een elastieke
buis met peer", zoals die voor
het openen van moments luiters
werd gebezigd.

afb. zeer eenvoudige magnesium-
lamp

Noten:

1. H.Tupan: Een fluitje van een pijpesteel. P .K. N. 8e jrg.
nr.29, 1985

2. P. R.Huey : Archaeological excavations in the site of fort
Orange, a Dutch West India Company trading fort built
in 1624. Bulletin K.N.O.B. tijdschrift van de Konin-
klijke Oudheidkundige Bond, jrg.83, nr.2/3, juni 1985,
pg. 68-79

3. ,F.Scheffel: Wonderen van glas. 1944, pg. 178-179
4. Dr.J.E.Rombouts: Handboek der praktische fotografie, 1902,

pg. 382

+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+

NIEUWE LITERATUUR:

"Kom eem pijpke buurten", geschiedenis van kleipijpen gevon-
den te Vessem,Wintelre en Knegsel. Te bestellen door overma-
king van !3,60 op Rabo rekeningnr. 126106290 t.n.v"De Hooge
Dorpen", met vermelding van de titel van het boekje.

+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+

Te koop of te ruil aangeboden: Collectie 19de en 20ste eeuwse
pijpen (o.a Jakobskoppen) en een fraaie verzameling
tabacologica en porseleinen pijpekoppen. Ruilen tegen
17de eeuws pijpenmateriaal heeft de voorkeur. R.de
Haan, tel:035-233897

67

DE WATERSNOOD VAN 1916 OP PIJPEN AFGEBEELD.

door F.Tymstra

Inleiding:

Historische gebeurtenissen vormen al eeuwen lang een dankbaar
object om op allerlei voorwerpen te worden afgebeeld.
Ook de k leipijp is, getuige de vele voorbeelden, daarvan niet
uit gesloten .
In 1916 werd een serie pijpen uitgebracht met afbeeldingen van
de toen actuele watersnood die grote delen van ons land trof.
Aanleiding tot de ramp was de weersgesteldheid gedurende de
eerste twee weken van januari in 1916. Op dat tijdstip was de
windsnelheid ruim 3x groter dan het normale gemiddelde over de
maand januari en er viel veel regen. De veelal zuid-west tot
westenwind zorgde voor hogere waterstanden dan normaal.
De waar genomen windsnelheden en windstoten waren, hoewel groot,
voor een storm in ons land niet abnormaal, maar door de ongun-
stige richting en de lange duur van de storm, die zich over
twee vloedgetijden uitstrekte, werden op 13 en 14 januari gro-
te hoeveelheden water de Zuiderzee ingedreven. De in het land
aanwezige kanalen konden het water niet vlot genoeg afvoeren.
Een tweede factor in de weersgesteldheid was de re latief hoge
temperatuur van gemiddeld 6,2 graden celsius met weinig nacht-
vorst. Deze temperatuur, in combinatie met de aanhoudende re-
gen hadden de dijken week gemaakt en daardoor verzwakt.
De go lven, die over de dijken heenzwiepten, tast ten de voet
aan de binnenzijde van de dijk aan. Op 13 januari voltrok zich
het onheil. Op meer dan 10 plaatsen scheurde de dijk open en
daardoor kwamen grote delen van ons land onder water te staan.
Het e r gs t getroffen waren de dorpen en steden in Waterland,
maar ook in Spakenburg,Nijkerk,Eemnes,Zwolle,Meppel,Zaandam
en Rotterdam stroomde het water binnen.
Hoewel er relatief weinig slachtoffers onder de mensen vielen
was de schade enorm. Dijken,wegen,huizen,spoor-en tramwegen
werden in een paar uur verwoest. Vee en pluimvee verdronken
bij duiz enden, land-en tuinbouwgronden liepen grote schade op.
Om het herstel te bekostigen werd een nationale inzamelings-
actie gehouden, die bijval kreeg vanuit het buitenland.
De giften stroomden binnen en uiteindelijk werd een bedrag van
meer dan 2 miljoen gulden bijeengebracht . Van dit geld werden
de vluchtelingen, die in korte tijd haard en huis verloren,
ondersteund en kregen de getroffen gemeenten vergoedingen voor
dijk- en stadsherstel.

68

De Firma van der Want en Barras

Deze Goudse fabriek werd door George A.A.Barras en Gerrit Fre-
derik van der Want in 1898 opgericht.In de eerste jaren van hun
bestaan leidden de twee firmanten het bedrijf, dat uit twee af-
delingen bestond. Enerzijds werd aardewerk gefabriceerd onder
de naam REGINA, anderzijds werden pijpen uitgebracht onder het
merk HOLLANDIA.De fabriek claimde het feit de" Eerste Neder-
landsche Fabriek van Geemailleerde Pijpen" te zijn.
Dat waren geglazuurde pijpen, die niet op de traditionele ma-
nier gekast werden, maar met behulp van gietklei gegoten wer-
den in gipsen mallen.Tot deze groep behoorden de overbekende
doorrokers en plateelpijpen.
In 1911 stapt Gerrit Frederik wegens gebrek aan opvolging uit
de zaak (hij had geen kinderen) en ·doet zijn belang over aan
zijn neven Dirk en eveneens Gerrit Frederik. In de praktijk
leidde Barras het bedrijf. In de beginjaren verhuisde de fa-
briek regelmatig. Via de Keizerstraat, de Turfmarkt en de
Zeugstraat belandde de fabriek in 1917 uiteindelijk aan de
Oosthaven. Daar heeft de f abriek tot 1979 gedraaid.
Tot 1917 hield de fabriek zich in hoofdzaak bezig met de fa-
bricage van pijpen.Een opmerkelijke serie is die uit 1916,
naar aanleiding van de watersnood. Deze doorrokers werden
voorzien van afbeeldingen van de ramp. Voor dat de pijp voor de
tweede keer de oven inging, werd ze voorzien van een vuurvast
plakplaatje en glazuur. Na de tweede brand waren plaatje en
glazuur met elkaar samengesmolten.
Van de Watersnoodpijpen zijn 13 afbeeldingen bekend . Een inte-
r essante vraag is of de afgebeelde voorstellingen natuurge-
trouw zijn weergegeven. Het antwoord is bevestigend. Hoewel
de tekeningen primitief zijn geschetst, bleken ze gecopiëerd
te zijn uit tijdschriften en ansichtkaarten.Van 6 afbeeldingen
heb ik de lokatie kunnen achterhalen.Op één ervan staat zelfs
in de begeleidende t eks t de plaats genoemd : "WATERSNOOD 1916
MARKEN". In vergelijking tot de originele foto's is het merk-
waardig dat de plaatjes op de pijpen spiegelbeeldig zijn af-
gedrukt.

AFBEELDINGEN

afb . ! De kerk van Schellingwoude, die o . a . gediend heeft om
het vee onderdak te verschaffen

afb .2 Watersnood 1916 Marken,omgeslagen visscherswoningen.
In Marken vielen meer dan 15 slachtoff ers.Total e schade
bedroeg in Marken f 500.000,-.

69

•J"f. f'."

WATERSNOOD afbeelding 1

De kerk van Schellingwoude.
Boven een weeergave van een originele
foto, links de spiegelbeeldige afbeel-
ding zoals die op de pijpen voorkwam

afb.3 Durgerdam. Stolpboerderij met kap en langs de weg een
hek.Hoofdzakelijk materiële schade, hier is veel vee
verdronken .

afb.4 Doorbraak bij Monnickendam. Veel waterschade. Monnicken-
dam diende als toevluchtsoord voor de vele vluchtelingen.

afb.5 Houten woningen die door het binnendringende water van
de palen zijn weggeslagen op het eiland Marken.

afb.6 Doorbraak bij Katwoude.In totaal waren er in de Water-
landse zeedijk Il doorbraken, die een gezamenlijke leng-
te van 350 hadden. Het grootste gat had een lengte van
47 meter.

70

•·'.WATERSNOOD.1$I6 MARKEN WATERSNOOD 1916

Jtp -~. -":\·.~'~:.. afb. 3

~ -=-=~~~7~~

afb.2

WATERSNOOD 1316

WATERSNOOD 1916

afb. 5

WATERSNOOD 1916 WATERSNOOD 1916
- -- -~~~
afb. 6 IJ&:;,.:-~- -~d"<!
---..- ...- . . .::::.-~
WATERSNOOD 1916 -
- :·· OCMIJC ,nwi$F...,.:&-. ~,;~=

w.a.TE.RS M000 1916

71

afbeelding 7

00D 1916 Doorroker

d t :..~~ Transparant glazuur met
lichtblauwe voorstelling
'~•-,H--_-,.~. aan de voorzijde
-,

Veel dank is verschuldigd aan Joh.de Haan uit Ilpendam voor het
inzien van zijn documentatie.

Bronnen:

N.J.Boon: Herinneringsalbum van den Groeten Watersnood, januari
1916.

Gouds Archief: Adresboeken van de gemeente Gouda 1898 tot 1920.
Joh.de Haan: documentatie, o.a. ansichtkaarten.
Hadewijch Martens: Kunstaardewerkfabriek Regina.(1984)
H.P.Moelker: De stormvloed in Waterland januari 191 6.(1975)

72

Se JAARGANG f\ ~ . :::. <.. MAART,1986

Van de redaktie ..... .

Op 27 november was een vertegenwoordiger van de redaktie ge-
tuige van een aantal heugelijke gebeurtenissen in Weert. De
aanleiding van het bezoek was de officiële aanbieding van de
PKN-monografie van Jos Engelen aan de burgemeester. Bij deze
gelegenheid beloofde de burgervader, dat de pijpenoven van de
fabriek Trumm-Bergmans voor het nageslacht behouden zou blij-
ven, tevens werd de fabriekscollectie overgedragen aan het
museum De Tiendschuur. Deze unieke combinatie is mogelijk ge-
worden door de medewerking en inzet van de gebroeders Berg-
mans, Jos Engelen, Pijpelogische Kring Nederland en het ge-
meentebestuur van Weert.

Hieronder volgt het verslag uit de Limburger van 28 nov. 1985:

PIJPENOVEN WORDT MONUMENT

Weert- Het gemeentebestuur van Weert wil de restanten van de
pijpenfabriek Trumm-Bergmans verheffen tot industrieel-archeo-
logisch monument. Dat heeft burgemeester mr.J.Matti gistermor-
gen bekendgemaakt tijdens een bijeenkomst in het stadhuis,
waarop de pijpencollectie van de familie Bergmans werd overge-
dragen aan het museum De Tiendschuur.
De oven van deze fabriek staat nog altijd op de Biest, en is
de enige nog redelijk intact zijnde pijpenoven in West-Europa,
zo onthulde J.Engelen van de Pijpelogische Kring Nederland op
de feestelijke bijeenkomst.

Engelen heeft een monografie geschreven over de "Afstammelin-
gen van Westerwaldse Pijpmakers in beide Limburgen en Pijpen-
fabriek Trumm-Bergmans te Weert". Het eerste exemplaar bood
hij gisteren aan burgemeester Matti aan, nadat hij had ge-
schetst dat de Weerter pijpenfabriek in de tweede helft van de
vorige eeuw en de eerste helft van deze eeuw een niet onbe-
langrijke plaats heeft ingenomen in de Limburgse pijpenindu-
strie. Achthonderdduizend tot een miljoen pijpen kwamen in de
bloeitijd jaarlijks uit het bedrijf. ,,Pijpen werden in vroeger
eeuwen bij miljoenen vervaardigd en achteloos weggeworpen",
aldus Engelen, die het gemeentebestuur feliciteerde met het
feit dat deze collectie uit de Weerter fabriek ( 11 een van de
rijkste in beide Ljmburgen") bewaard is gebleven. Dat was
overigens kantjeboord, zo erkende Jo Bergrnans, een van de twee
gebroeders die het bedrijf het laatst gerund hebben.

73

LUSTRUM BOEK

Over ruim één jaar viert de P.K.N. ziJn tweede lustrum. Ter
gélegenheid van dit heugelijke feit is de redaktie van plan
een monografie uit te geven, waarin een inventarisatie zal
worden gegeven over typelogie en determinatie van de Neder-
landse kleipijp.
Het boek beoogt een samenvatting te geven van de produkten
uit de belangrijkste pijpenmakerscentra. De vele afbeeldingen
en ondersteunende beschrijvingen zullen voor de collectioneur .
en (amateur)archeoloog een steun betekenen voor de determina-
tie en datering van pijpekoppen. Mede gezien de omvang zal
hoofdzakelijk de produktie in de 17de en 18de eeuw aan bod
komen. Vele deskundigen hebben reeds hun medewerking aan deze
uitgave toegezegd.
In overzichtelijke hoofdstukken zullen de typologisch- en an-
derszins herkenbare pijpen beschreven worden uit: Alphen,
Amsterdam, Deventer, Enkhuizen, Gorinchem, Gouda, Groningen,
Hoorn, Leeuwarden, Leiden, Maastricht, Nijmegen, Rotterdam,
Schiedam, Schoonhoven, Utrecht en Zwollen. Tevens zal een uit-
gebreide literatuurlijst worden opgenomen.
Om het boek zo volledig- en actueel mogelijk te maken wordt
een ieder, die in het bezit is van bodemvondsten die wijzen
op een lokale produktie, hiervan bericht te sturen aan J. van
der Meulen (adres zie binnenzijde omslag).

Voor u gelezen .....

In het Leidsch Dagblad van 31 juli 1985 stond het volgende ar-
tikeltje:
Os verdiend- China, 's werelds grootste fabrikant en verbrui-
ker van tabak, probeert het publiek ertoe te brengen het roken
van sigaretten op te geven met de leuz·e: ,,Laat het roken dr ie
jaar en u hebt genoeg geld verdiend om een os te kopen"
Het dagblad China Daily in Peking berichtte dat het denkbeeld
ter harte is genomen door de 185 inwoners van een dorp in de
centraal gelegen provincie Henan. Niemand rookt er en iedereen
heeft een of meer ossen.
Volgens officiële cijfers roken in China 200 miljoen mensen,
eenvijfde van de bevolking.

Denkt V aan de accept-giroka.ClX't?

74


Click to View FlipBook Version