The words you are searching are inside this book. To get more targeted content, please make full-text search by clicking here.
Discover the best professional documents and content resources in AnyFlip Document Base.
Search
Published by Stichting PKN, 2023-04-18 08:16:26

PKN 101-120

PKN 101-120

l 2ae JAARGANG NR. 111 JANUARI 2006 I Inhoudsopgave Kleipijpen gedateerd voor 1800, gevonden te Zwolle ........................................... 1729 Kleipijpen gedateerd voor 1800, gevonden te Zwolle Jan van Oostveen [email protected]) Het is inmiddels alweer 25 jaar geleden dat de eerste en tevens laatste monografie over Zwolse kleipijpen door Arnold Carmiggelt werd uitgegeven. Een samenvatting van deze monografie werd gepubliceerd in ons jubileumboek " De kleipijp als bodemvondst". Nadien zijn er nog enkele kleine publicaties over Zwolse of in Zwolle gevonden kleipijpen, verschenen. Enkele jaren geleden is het kleipijpenonderzoek in Zwolle systematisch opgepakt. Hiervoor is gebruik gemaakt van de archeologische collectie zoals deze door de archeologische dienst Zwolle wordt beheerd;_ Hierdoor is het mogelijk geworden om bovengenoemde monografie van Carmiggelt met nieuwe vondsten te actualiseren. Daarnaast wordt voor het eerst een overzicht gegeven van de productiecentra die in Zwolle een rol speelden in de aanvoer van tabakspijpen. Zeventiende eeuw De vroegste vermelding van de productie van tabakspijpen uit Zwolle stamt uit 1628;;_ Op 10 september van dat jaar doet "Jacobus Hartevier panding ende beslag aan sodane toebackspijpen ende drie potten als Jan Pottebacker heeft ontvangen om te backen van de Engelsman, wonende in Jacob in die steernen huys ende is die boschap eens voor driemaal aangenomen diener Tonnins Egberts". Uit deze archivalische bron blijkt dat het rookgedrag in Zwolle een dusdanige grootte had bereikt dat er plaats was voor een locale pijpenmaker;;_ Het beeld van een redelijk ingeburgerd rookgedrag rond het jaar 1625 wordt bevestigd door archeologische vondsten (catalogusnummer 1) van eerste generatiepijpen. Dit kleipijptype kan voor 1620 gedateerd worden en is onder andere in de slotgracht van de voormalige Havezate Werkeren, waarbij de bewoners tot de welgestelden van Overijssel moeten worden gerekend, aangetroffen. 17de eeuwse Zwolse pijpenmakers Zoals aangehaald was er in 1628 reeds een pijpenmaker in Zwolle actief. In 1636 wordt opnieuw melding gemaakt van iemand die kleipijpen produceert. Het is in dit geval de pijpenmaakster Geesgen Derx die woonachtig is bij het Pestengasthuis. ; Met dank aan Hemmy Clevis en Michael Klomp. ;; Gemeente Archief Zwolle, RA001-00269, p.239. m Deze pijpenmaker was woonachtig op de Nieuwstraat. 1729


Deze historische bron maakt melding van een beslaglegging op de goederen van deze pijpenmaakste~. Het duurt vervolgens tot 1657 alvorens de archieven weer iets over • haar prijs geven. In dat jaar koopt zij namelijk een huis naast "Het hof van Holland" van de erfgenamen van Werner Hendröt Werner Hendrix was bij leven bakker en het mag niet uitgesloten worden dat in zijn voormalige huis (huidige locatie Eiland 38) een oven aanwezig is geweest. Deze oven zou door Geesgen Derx voor het bakken van tabakspijpen kunnen zijn toegepast. In 1662 wordt zij als zij haar testament opmaakt, wederom als pijpenmaakster genoemd. Geesgen Derx heeft het beroep van pijpenmaakster mogelijk tot 1672 uitgeoefend. Geesgen Derx had met haar man Jan Haddis zeker één zoon: Abraham Haddis. Deze Abraham Haddis trouwde in 1657 met Annichien Martersz. en gaat vervolgens met zijn kersverse echtgenote in een pand op Het Eiland wonen. Op 5 juli 1675 doet Abraham Haddis een opmerkelijk verzoek. Zijn moeder maakte op dat moment geen tabakspijpen meer en er bestond de mogelijkheid om een monopolistische positie binnen de stad Zwolle op het produceren van tabakspijpen te verkrijgen. Hiervoor dient hij een verzoek in bij de magistraat om: "niemant vreemd hijr van buiten inkomende moge worden gepermitteert om neffens hem tabacspijpen te backen". Dit verzoek wordt ingewilligd;;;_ Op 29 september 1675 wil Abraham Haddis een knecht aannemen maar dit is tegenstrijdig met het alleenrecht welke hij eerder dat jaar heeft gekregen;v_ Wel blijkt uit dit archiefstuk dat de tabakspijpen bij Abraham zelf worden gebakken. In 1683 en later komen we wederom Abraham Hiddis in de archieven tegen echter of hij op dat moment nog steeds tabakspijpen maakt is niet duidelijk. In zijn testament wordt bijvoorbeeld geen melding gemaakt van voorwerpen die met een pijpenmakerij in verband kunnen worden gebracht. Naast Geesgen Derx en Abraham Haddis komen we nog enkele 17de eeuwse pijpenmakers in de archivalia tegen. Zo moet rond het jaar 1660-1665 en zekere Hendrik Pellen actief zijn geweest. Daarnaast moet rond 1682 Jan Balthazar kleipijpen hebben gebakkenv_ In hoeverre hij deze kleipijpen ook zelf heeft geproduceerd is tot op heden onduidelijk. Als laatste begon Baltus Croon in het laatste decennium van de 17de eeuw zijn pijpenmakerij maar daarover later meer bij de beschrijving van de 18de eeuwse Zwolse pijpenmakers. Resumerend kan gesteld worden dat gedurende de 17de eeuw er hooguit 1 à 2 pijpenmakers tegelijkertijd in deze stad als pijpenmaker actief zijn geweest. ; GA Zwolle, RA001-00270, p. 105. ,; G.A. Zwolle, RA001-00030, p. 576 ,;; G.A. Zwolle, MZ01, fol. 353, 5 juli 1675 iv G.A. Zwolle, MZ01, 29 september 1675, p. 364 v G.A. Zwolle, RA0001-00278, p. 129. 4 september 1693. Het betreft een pijpenbakker die woonachtig is in de buurt van brug bij de Zwanentoren. 1730


Ongemerkte en onversierde Zwolse kleipijpen uit de 17dc eeuw Aan de hand van diverse vondstcomplexen die door Archeologie Zwolle zijn opgegraven is getracht om hieruit 17de eeuwse exemplaren te selecteren die op basis van model en vondstfrequentie aan dit productiecentrum kunnen worden toegewezen. Het eerste exemplaar (catalogusnummer 2) heeft een slurfvormig dubbelconisch model. Kleipijpen van deze vorm worden met enige regelmaat in Zwolle aangetroffen. Buiten Zwolle zijn mij geen exemplaren van dit model bekend. Toevalligerwijs is op het afgebeelde exemplaar een druppel loodglazuur .gevallen. Aangenomen wordt dat dit het gevolg is van het feit dat kleipijpen tezamen met aardewerk werd gebakken. Doordat een druppel loodglazuur van het aardewerk af is gevallen en de pijpenkop heeft geraakt is dit exemplaar ontstaan. Alhoewel er tot op heden geen geheel geglazuurde kleipijpen uit Zwolle bekend zijn, zijn voor de productie van deze geheel geglazuurde kleipijpen wel aanwijzingen gevonden. Zo is tussen pottenbakkersafval van een Zwolse pottenbakker een baksteun van roodbakkend aardewerk aangetroffen. In deze baksteun zitten nog restanten van afgebroken pijpenstelen. De roodbakkende baksteun is voorzien van druppels loodglazuur. De vondst van deze baksteun is een onomstotelijk bewijs dat de pottenbakker pijpen van loodglazuur voorzag en deze gezien het voorlopig ontbreken van deze vondsten in Zwolle, als curiositeit op de markt bracht. Het tweede afgebeelde exemplaar (catalgousnummer 3) heeft ook een slurfvormig maar dan een langgerekt dubbelconische vorm. Kleipijpen met deze vorm worden ook met enige regelmaat in Zwolle aangetroffen en worden dientengevolge aan een Zwolse pijpenmaker/pijpenmaakster toegewezen. Gemerkte en onvèrsierde Zwolse kleipjjpen uit de 17dc eeuw Naast de ongemerkte exemplaren komen in Zwolle ook met enige regelmaat, kleipijpen met het merk de gekroonde AH voor. Kleipijpen met dit merk worden toegewezen aan de Zwolse pijpenmaker Abraham Haddis. Bodemvondsten tonen aan dat het overgrote deel van zijn productie bestond uit kleipijpen zoals afgebeeld onder catalogusnummer 4. De ketelopening van dit type hebben zo nu een dan een gehele radering rondom de kopopening dan weer alleen een radering aan de voorzijde. Uit het vondstenspectrum is duidelijk dat hij de kwaliteit van de Goudse kleipijpen probeerde te benaderen. Net als de Goudse exemplaren voorzag hij incidentele exemplaren van een steelversiering. In dit geval twee keer drie kruisbanden (catalogusnummer 5). Ongemerkte en versierde Zwolse kleipijpen uit de 17de eeuw Naast de onversierde exemplaren brachten de Zwolse pijpenmakers in de 17de eeuw ook versierde kleipijpen op de markt. Dit was het begin van de traditie waar de Zwolse pijpenmakers in de 18de eeuw op verder borduurden door hier hun specialiteit van te maken. 1731


De meest bekende afbeelding die we ook uit Gouda kennen betreft de afbeelding van een Melkmeid en Melkman. Onder de voeten van zowel de melkmeid als de melkman zijn een drietal sterren aangebracht. Dit product moet tot de groffe kwaliteit worden gerekend en kan worden gedateerd in het laatste kwart van de 1rie eeuw'. Daarnaast wordt er rond het eind van de 17de eeuw rijkelijke met bloemen versierde exemplaren, op de markt gebracht. Onder catalogusnummer 6 en 7 zien we hier een tweetal voorbeelden van;;_ Met wie moesten de Zwolse pijpenmakers in de 11d• eeuw concurreren? Uit het voorgaande komt het beeld naar voren dat de Zwolse pijpnijverheid in de 17de eeuw nimmer groot is geweest. Hooguit 1 à 2 pijpenmakers waren tegelijkertijd in de stad actief. Met uitzondering van Abraham Haddis legden zij zich toe op de productie van de goedkope kleipijpen. De vraag komt dan naar voren waar naast de lokale Zwolse pijpen, de kleipijpen van werden betrokken. Nauwgezet archeologisch onderzoek heeft aangetoond dat in de eerste helft van de 1rie eeuw de betere kwaliteit kleipijpen uit Amsterdam kwamen (catalogusnummer 11). Nadat de Amsterdamse kleipijpenindustrie in de tweede helft van de 17de eeuw op zijn retour zat, werd haar plaats in Zwolle door Goudse tabakspijpen ingenomen. Daarnaast zijn in de eerste helft van de 17de eeuw op beperkte schaal kleipijpen vanuit - Enkhuizen/Hoorn (catalogusnummer 8) naar Zwolle getransporteerd. Als laatste dient vermeld te worden dat op incidentele basis vondsten uit de eerste helft van de 1 rie eeuw zijn teruggevonden die zijn gefabriceerd in Delft, Gorinchem en Leiden. Deventer producten uit de tweede helft van de 17de eeuw zijn tevens op beperkte schaal tussen het vondstmateriaal terug gevonden (catalogusnummer 10). Achttiende eeuw 18dc eeuwse Zwolse pijpenmakers Bij de beschrijving van de 17de eeuwse pjipenmakers zagen we dat rond het eind van die eeuw meerdere pijpenmakers in Zwolle actief werden. Eén van de pijpenmakers waar verhoudingsgewijs veel archivalische gegevens van overgeleverd zijn is Baltus Croon. Op 12 april 1696 trouwt de dan 28 jarige Baltus Kroon met Femmetje Lubberts Eilantsiii. Dat er onderling tussen de pijpenmakers contact was bewijst het feit Baltus Kroon in 1698 getuige is bij het huwelijk van zijn collega pijpenmaker Wilhelmus Krijnde~. Rondom 1723 heeft deze pijpenmaker twee huizen in zijn bezit. Eén huis is gelegen bij de Vispoort op de hoek met de Broerenkerk. Het andere huis is gelegen aan de Waterstraat tegenover de Zwanentoren. In 1738 blijkt Baltus Croon in grote 'Exemplaren van dît type zijn afgebeeld in Canniggelt, 1980a, p.33 en Ekkel, 1993a, p. 108. Zover bekend zijn vondsten van dit type gedaan in bagger afkomstig uit de voonnalige Kleine Aa, de binnenstad Zwolle en van hel terrein van de Havezate Werkeren. • Niel afgebeeld is een variant waarop op beide zijden een tulp is afgebeeld; zie Canniggelt, 1980, p. 32. '" G.A. Amsterdam. D.T.B. 525-336, huwelijksinlekening 12 april 1696 "'G.A. Zwolle, Trouwboek RBSO 727, fol. 205, 17 december 1698. 1732


financiële moeilijkheden te verkeren. Dientengevolge moet hij twee panden die hij in zijn bezit heeft verkopen. Daarnaast verkoopt hij voor fl. 90,-- twee kleihokken die bij de Broerenkerk waren gelegen;. Uiteindelijk is Baltus Croon in 1754 op 82-jarige leeftijd overleden. Het is onduidelijk in welke periode deze pijpenmaker exact actief is geweest. Overduidelijk is dat hij in de periode 1696-1738 onafgebroken pijpenmaker is geweest. In hoeverre hij tussen 1738 en 1754 nog pijpen heeft gemaakt is niet bekend. Zo aan het begin van de 18de eeuw was Baltus Croon niet de enige pijpenmaker die in Zwolle actief was. Eerder werd Wilhelmus Krijnder al als pijpenmaker genoemd. Daarnaast worden pijpenmakers als Geertjen die woonachtig was in het voormalige pand van Abraham Haddis;;' de ook op het Eiland woonachtige Jan Harms en enkele telgen uit het geslacht Van der Veen genoemd. Deze laatstgenoemde familie blijkt een echte pijpenmakersfamilie te zijn geweest alhoewel de exacte verbanden tussen de verschillende personen niet helemaal helder zijn. Vooralsnog lijkt de in de Nieuwstraat woonachtige Cornelis van der Veen, in 1709;;; de vroegst vermelde pijpenmaker van dit geslacht. Lang lijkt Cornelis niet als pijpenmaker actief te zijn geweest. Enkele jaren na zijn eerste vermelding wordt hij namelijk al weer als "carveelschipper'' genoemd. Kort na de actieve periode van Cornelis van Veen wordt Frans van der Veen actief. In 1713 koopt hij twee huisjes op het Eiland van G. Rousse waar hij zeer waarschijnlijk met de pijpenfabricage is begonnen. Frans is in 1696 getrouwd met Berentjen Elsing. Frans van der Veen (<1696-1737) x Berentjen Elsing (<1696-1730) Zelfstandig pijpenmaker: 1713-1737 Adolf van der Veen (1711-1738) Zelfstandig pijpenmaker: 1737-1738 Johannes Jacobus van der Veen (1718-1787) x Anna Maria van Ankum (1716-1794) Zelfstandig pijpenmaker: 1738-1794 Frans van der Veen (1741-?) Zelfstandig pijpenmaker: 1794-<1803 Adolf van der Veen (1748-1786) Samen met Berentjen kreeg Frans een tiental kinderen waarvan er enkele vrijwel direct na hun geboorte zijn overleden. Frans is tot aan zijn dood pijpenmaker gebleven. Na de dood van Fransiv, wordt het pijpenmakersbedrijf overgenomen door zijn 26-jarige zoon Adolf. Lang is hij echter niet als pijpenmaker actief geweest. Binnen 1 jaar nadat hij als zelfstandige is begonnen is Adolf namelijk al overleden. De huisjes met kleihok gaan in 1738 voor een bedrag van fl. 1350,-- over op Johannes Jacobus van der Veenv. Johannes Jacobus van der Veen is tot aan zijn dood in 1787 actief gebleven als ; G.A. Zwolle, RA001-00352, p. 171 e.v. ;; Het betreft het huidige pand Thorbeckegracht 22-23. ;;; G.A. Zwolle RA001-00281, fol. 512, 8 april 1709. 1 • G.A. Zwolle, RBSO begraafboek, 2 december 1737. • G.A. Zwolle, AAZ01-04256, p. 562, 2juli 1738. 1733


pijpenmaket Hij bleek een dusdanige omzet te hebben dat hij zeker 1 knecht in dienst had;;_ Na de dood van Johannes Jacobus wordt het bedrijf voortgezet door zijn weduwe Anna Maria van Ankum. Na de dood van deze laatstgenoemd gaat de pijpenmakerij over op haar zoon Frans van der Veen. Deze Frans van der Veen doekt de pijpenmakerij rondom het jaar 1800 op immers in 1803 worden door hem de twee panden gelegen aan de Doornstraat in het openbaar geveildiii. Beide panden leveren tezamen fl. 875,-- op en Frans blijkt op dat moment van beroep schoenmaker te zijn. Naast bovengenoemde personen komen we in de archieven ook een Gerrit van der Veen en een zekere Egbertus van der Veen tegen. Hun relatie met voornoemde personen is vooralsnog onduidelijk. Gerrit van der Veen had een huis aan de Diezerstraat 107 en was mogelijk pijpenbakker van beroep. Egbertus wordt in het vuurstedenregister genoemd en was tussen 1723 en 1728 pijpenbakker van beroepiv_ Zo rond het midden van de 18c1e eeuw komen we in de archieven enkele pijpenbakkers tegen. Het lijkt er op dat deze pijpenbakkers/pijpenmakers slechts kortstondig actief zijn geweest. Namen hiervan zijn Philippus Bruggeman (1749-«1784), Johannes Bruins (1776), Hendrik Hulsebos (1763-1766), Daniel Hurgens (1749), Hendrik Potters (1740- 1770), Jan van Vilsteren (1745), Willem van Vilsteren (1765) en Berend Wuitink (< 1750). Afval van pijpenbakkers Inmiddels zijn in Zwolle op een drietal plaatsen bedrijfsaardewerk van een 18da eeuwse pijpenbakker aangetroffen. Het betreft de locatie Drietrommetjessteeg 14, Stadshagen en de opgraving op HerEiland met vondstnummer 13-4. Orietrommeltjessteeg 14 Bij archeologisch onderzoek op het Eiland werd bij het pand Drietrommeltjessteeg 14 fragmenten van pijpenpotten en pijpenringen aangetroffenv. Dit materiaal wordt toegeschreven aan de Zwolse pijpenmaker Jacobus van Veen. De pijpenpot die werd aangetroffen is 54 cm hoog en de grootste diameter bedraagt 29,5 cm. De pot rust op 3 poten die middels een pengat verbinding zijn aangebracht. De pot is gemaakt van roodbakkend aardewerk en zowel de binnen- als de buitenzijde zijn met een witbakkende kleilaag afgedekt. Zowel aan de binnen- als aan de buitenkant zijn druppels loodglazuur aanwezig die wijzen op het bakken van pijpen met ander (loodglazuur) aardewerk. 1 Deze pijpenmaker was woonachtig op de huidige Nieuwstraat 63. 11 Het betreft Hendrik van Munster die bij zijn baas Jacobus van der Veen inwoonde en mogelijk Jacob Brugge man. 111 G.A. Zwolle, RA001-00102, p. 83 • iv Egbertus was woonachtig op het Eiland tussen de Klokkensteeg en de Drietrommetjessteeg in het huis genaamd "De lusthof • Carmiggelt, 1985. 1734


Op een vondst van een randfragment van een pijpenpot zijn in ijzeroxyde de initialen KM (?) geschilderd. 1-, "bcnff,èt~IH~ l. :11ja....-Jid,L "d:~~·if<",á.:l, .Jl-,,l ~-•1.-t•,.~--J."-t..., Afbeelding 1: Pijpen pot en pîjpenring gevonden op de Drietrommeltjessteeg Op basis van de gestandaardiseerde potmaten uit Gouda kan aangenomen worden dat_ de aangetroffen pijpenpot bedoeld was voor het bakken van halve lange of korte pijpen. Naast de pijpenpot is ook een pijpenring aangetroffen. De diameter van deze ring met een driehoekvormige doorsnede bedraagt 65 mm. ' Naast pijpenpotten en pijpenringen werd er tevens een kleine ovenpot aangetroffen. De hoogte van deze cilindrische pot met blakke bodem bedraagt 21 cm. De diameter van de pot bedraagt 18,5 cm. De pot is gefabriceerd van roodbakk~end aardewerk eri_ afgedekt met een witbakkende laag van pijpaarde. Deze laag is op de buitenzijde van, de pot rijkelijk vermengd met kaf. De functie van deze pot is vooralsnog onbekend. -·-111 • Stadshagen ;.-•.u.oe¾!.::(._. t•,i.,,•,t;. ~~,, 11//ii \t ~~~L__jl ~ Afbeelding 2: Overpot gevonden op de Drietrommeltjessteeg Honderden kilo's scherven kwamen te voorschijn uit twee afvalkuilen in Stadshagen. Deze afvalkuilen lagen zonder context in de "middle of nowhere". De afvallagen 1735


worden gedateerd in de periode 1675-1750. Bijzonder is dat er in deze afvallagen fragmenten van pijpenpotten zijn aangetroffen. De pijpenpot fragmenten zijn gemaakt van roodbakkend aardewerk. Aan de binnenzijde is over het algemeen een dunne laag witbakkend aardewerk aangebracht die licht gemagerd is met kaf. Deze laag is aangebracht om eventuele beschadiging van de witbakkende kleipijpen met roodbakkend aardewerk te voorkomen. De buitenzijde van de pijpenpotten zijn voorzien van een vuurvaste witte klei die sterk met kaf gemagerd is. Op een randfragment van een pijpenpot zijn naast een grote hoeveelheid witbakkende klei, ook druppels van loodglazuur zichtbaar. Bij de pijpenpot die in de Drietrommeltjessteeg werd aangetroffen, waren de poten middels een pengat verbinding bevestigd. Bij de in Stadshagen aangetroffen pijpenpotten zijn echter geen poten maar standvinnen aangebracht. In andere productiecentra komen deze standvinnen alleen bij 17d0 eeuwse pijpenpotten voor. Gezien de datering van deze afvallagen is het aannemelijk dat ook deze Zwolse pijpenpotten als 17d0 /vroeg 18de eeuws gedateerd kunnen worden. Als laatste werd een fragment witbakkende klei aangetroffen. Vooralsnog wordt dit fragment geïnterpreteerd als een stuk klei dat is gebruikt ter repar atie van een pijpenpot. Over het aantal pijpenpotten dat bij deze opgraving is aangetroffen kan weinig worden gezegd. De vondsten zijn hiervoor te fragmentarisch. Het Eiland Bij putnummer 13, vondstnummer 14 van de opgraving van Archeologie Zwolle op het Eiland, zijn fragmenten van bedrijfsaardewerk van een pijpenbakker gevonden. Op basis van de typologie van de aangetroffen kleipijpmisbaksels dient al het bedrijfsaardewerk in de periode 1710-1730 gedateerd te worden. De pijpenpotten zijn gemaakt van roodbakkend aardewerk. Zowel de binnen- als de buitenzijde is voorzien van wîtbakkend met kaf gemagerd aardewerk. Alhoewel de randfragmenten fragmentarisch zijn, is geprobeerd om een inschatting te maken van de binnenopening van de pijpenpot. Waar we bij andere pijpenbakkers vaak gestandaardiseerde maten rond de 30 cm zien, zijn de bij deze pijpenpotten bepaalde binnendiameter 17, 25 en maar liefst 46 cm. Tekening schaal 1 :4 Afbeelding 3: Randfragmenten pijpenpotten • Naast fragmenten van pijpenpotten zijn er ook fragmenten van pijpenringen aangetroffen. Het betreft een roodbakkende pijpenring met een geschatte binnendiameter van 9,5 - 10 cm. 1736


0 Afbeelding 4: fragment pijpenring; niet op schaal afgebeeld Naast deze roodbakkende pijpenring zijn er ook twee fragmenten van witbakkende pijpenringen gevonden. De binnendiameter van deze witbakkende ringen wordt op 13 cm geschat. Vermeldenswaardig is dat er geen standvinnen of poten van pijpenpotten tussen het materiaal is aangetroffen. Wel is er een fragment van een bodem aangetroffen die duidelijk afwijkend is van eerder in Zwolle aangetroffen bodemfragmenten van pijpenpotten. Deze bodem vertoont echter wel overeenkomsten met de hierboven beschreven ovenpot die is aangetroffen op de Drietrommetjessteeg. schaal 1:4 Afbeelding 5: Bodemfragment Tussen het afval van de pijpenbakker is tevens leisteen aangetroffen. Dit leisteen is soms rood van kleur en er zitten sporen van witbakkend aardewerk op. Er wordt vanuit gegaan dat dit leisteen door de pijpenbakker is gebruikt om zijn potten me af te dekken. Naast de pijpenpotten, pijpenringen en leisteen zijn er ook vrij veel misbaksel van zogenaamde IJsselsteentjes aangetroffen. Vooralsnog wordt dit als ovenrestanten geïnterpr eteerd. Vooralsnog kunnen deze pijpenpotten niet rechtstreeks aan 1 specifieke pijpenbakker gekoppeld worden. Als pijpenbakkers komen in aanmerking Frans, Gerrit en Egbertus van Veen. Op basis van het aangetroffen kleipijpenmateriaal (catalogusnummer 35), lijkt Gerrit of Egbertus van der Veen, de meest geschikte kandidaat aan wie dit materiaal ooit heeft toebehoord. Ongemerkte en onversierde Zwolse kleipijpen uit de 18de eeuw Rond het eind van de 17de en het begin van de 18de eeuw worden er in Zwolle trechtervormige pijpjes gemaakt. De pijpen hebben een steelversiering in de vorm van raderingen die worden afgezoomd met raderingen of parelranden. Kenmerkend is dat bij geen van deze pijpen een radering rondom, of aan de voorzijde van de ketelopening is aangebracht (catalogusnummer 12, 13 en 14). Helaas blijven we vooralsnog in het ongewisse wie de pijpenmaker van deze kleipijpen is geweest. 1737


Ook in de tweede helft van de 18de eeuw worden door Zwolse pijpenmakers ongemerkte exemplaren op de markt gebracht (catalogusnummer 15). Ongemerkte en versierde Zwolse kleipijpen uit de 18de eeuw Een grote groep ongemerkte en versierde Zwolse kleipijpen is voorzien van cirkels of een roosmotief op de zijkant van de kop (catalogusnummer 16 tot en met 19). Minder algemeen zijn versieringen met het Utrechtse wapenschild (catalogusnummer 21 en 22) waarvan vondsten bekend zijn uit Zwolle, Kampen en Deventer. Daarnaast is een typisch Zwols product waarop een tweetal klaverbladen op de linkerzijde van de kop zijn aangebracht (catalogusnummer ·23). Een variant waarop ook op de rechterzijde een tweetal klaverbladen is aangebracht is bekend. De Zwolse kleipijpindustrie is met name bekend om zijn uitbundig versierde 18de eeuwse producten. Vaak is hierop een visser afgebeeld. Daarbij kan de visser staan (catalogusnummer 20) of zitten (bijvoorbeeld catalogusnummer 29 en 31). Een ander veelvoorkomend thema is een molen (bijvoorbeeld catalogusnummer 25, 26 en 27). Algemeen zijn de zogenaamde lobbenpijpen. Dit soort pijpen komen we in het hele IJsselgebied in ruime hoeveelheden tegen en vertonen minieme verschillen met WestNederlandse exemplaren. Vermeldenswaardig is de kleipijp van catalogusnummer 34. Op de linkerzijde zien we hier oorlogsattributen afgebeeld. Gezien de grote overeenkomst die deze afbeelding vertoont met een vaandel van een Patriottisch exercitiegenootschap; lijkt het voor de hand liggend dat we hier te maken hebben met een politiek geëngageerde kleipijp. Gemerkte en versierde Zwolse kleipijpen uit de 18de eeuw De gemerkte en versierde Zwolse kleipijpen zijn het meest interessant omdat zij met een pijpenmaker in verband kunnen worden gebracht. De kleipijpen van catalogusnummer 37 tot en met 43 en nummer 45 kunnen allen wordl3n ~o~ewezen aan Baltus Kroon. Met name nummer 42 is hierbij interessant omdat op de linkerzijde zijn achternaam is verbeeld en op de rechterzijde de letter K. Niet afgebeeld is een exemplaar waarbij op de linkerzijde 3 vissen gekroond boven de letter K staan en op de rechterzijde een visse~;-Mogelijk ook uit het atelier van Baltus Kroon is de pijp met op de linkerzijde het wapen van Kampen en de initialen BK en op de rechterzijde het fortuin. Minder algemeen is een pijpje met op de linkerzijde de letter V en op de rechterzijde de letter K (catalogusnummer 44). De enige pijpenmaker die deze initialen heeft is Cornelis van Veen. Een soortgelijk pijpje met de letters A en V (catalogusnummer 46) wordt dientengevolge aan Adolf van Veen toegewezen. Van deze Adolf van Veen zijn meer producten bekend en tonen ons het bekende zittende vissertje of de initialen van zijn naam (catalogusnummer 50, 51 en 52). 1 Frieswijk, 1998, p.36. Afgebeeld is hier een vaandel van het patriotse exercitiegenootschap "Tot nut voor 't Vaderlandt; voor boer en burgerstand" te Arum, 1785. Op dit vaandel zien we ook de kanonnen, !rommels, bommen vaandels maar ook de vrijheidshoed. "Zie Carmiggelt, 1980, p.27, afb. 19. 1738


Aan Frans van der Veen kan het pijpje van catalogusnummer 53 worden toegewezen. Naast vondsten van deze pijp uit Zwolle zijn ook exemplaren uit Deventer bekend. Kleipijpen die aan Jacobus van der Veen kunnen worden toegewezen zijn afgebeeld onder catalogusnummer 54 en 55. Als laatste onder catalogusnummer 57 een tabakspijp waarop de initialen VNO zijn aangebracht. Het is onbekend of dit een Zwolse fabrikaat is en zo ja wie de pijpenmaker van dit product is geweest. Vondsten van kleipijpen met deze versiering zijn mij echter niet bekend. Met wie moesten de Zwolse pijpenmakers in de 1sd• eeuw concurreren? Archeologisch onderzoek heeft aangetoond dat de beste kwaliteit kleipijpen uit Gouda werden geïmporteerd Gezien steelvondsten met de naam van de VOC koophandelaar Van der Velde lijkt het er op dat deze tabakspijpen via Amsterdam werden aangevoerd. Gouda blijkt de gehele 18de eeuw de beste kwaliteit kleipijpen naar Zwolle te hebben vervoerd. Interessant is een Deventer bron; waarin de Overijsselse pijpenmakers zich als volgt beklagen: "In Senatu gelezen de regte door de gesamentlijke pijpenbakkeren deze provintie aan Ridderschap en Steden gepresenteerd en in de notuelen van den 13 april 1753 gerecesseert houdende het versoek dat de pijpen buiten dese provintie gebakken en in deselve ingevoert met een sekeren impost per gros mogen worden beswaard; is goedegevonden de heren dezer stadt gecommitteerdens ten Landdage te qualificeren om met en nevens de Heeren van de steden Campen en Zwolle 't gedane versoek te declineren". Men verwijst hier ongetwijfeld naar de producten uit het Duitse Westerwald en Gouda. Maar naast deze productiecentra/productieregio is er zelfs een steel gevonden die is geproduceerd in het Duitse plaatsje Wanfried. Een productieplaats waarvan tot op heden niet bekend was dat hier kleipijpen zijn geproduceerd. Samenvatting In dit artikel wordt een geactualiseerde versie gegeven van het kleipijpenonderzoek in Zwolle. Duidelijk is dat de Zwolse pijpenmakers zich richten op het de goedkope kortstelige exemplaren. De duurdere langstelige exemplaren werden in eerste instantie vanuit Amsterdam en later vanuit Gouda mogelijk via Amsterdam naar Zwolle getransporteerd. Rond het midden van de 18de eeuw wanneer de Zwolse tabaksnijverheid op zijn hoogtepunt is, wordt zij zwaar beconcurreerd door Duitse producten. Onderlinge concurrentie tussen de ljsselsteden was er vrijwel niet. Deventer producten worden vrijwel niet in Zwolle en Zwolse producten vrijwel niet in Deventer aangetroffen. In het zuidelijker gelegen Zutphen komen we zelfs helemaal geen Zwolse producten meer tegen. ; G.A. Deventer, resolutieboek van Schep. En Rad. Van de stad Deventer. 1 juli 1753 1739


100,0 -------------,-------.-----------,---------, 20,0 ·-····--··- 0,0 ~=-~c#-==:::::;::::,._ _____ -i--jl---~---J~--___:::,;;;;;;;:; 1600 1650 1700 1750 1800 ---Amsterdam -1-Zwolle -..-Gouda _.,_ Westerwald -- tndeterminabel Afbeelding 6: Herkomst van de kleipijpen gevonden te Zwolle Alhoewel er nog veel onbekend is, kunnen toch een aantal kleipijpen aan een pijpenmaker toegewezen worden. Meest frequent voortkomende kleipijpen zijn de exemplaren met het hielmerk AH gekroond die worden toegewezen aan Abraham Haddis en exemplaren met de letter K als zijmerk die worden toegewezen aan Baltus Kroon. Literatuur Carmiggelt, A., 1980. Zwolse kleipijpen. Zwolle. Carmiggelt, A., 1985. Over pijpen, potten en ringen; een pijpelogische vondst te Zwolle. In: Pijpelogische Kring Nederland, 8ste jaargang, nummer 29, p. 2-11. Carmiggelt, A., 1988. Zwolle. In: De kleipijp als bodemvondst. F. Tymstra e.a. p. 170-177. Ekkel, J., 1990. Niet alles is in rook opgegaan. In: Verscholen in vuil. H. Clevis en M. Smit. p. 101-110. Ekkel, J., 1993a. Kleipijpen; vondsten uit de kleine Aa. In: Archeologie en Bouwhistorie in Zwolle 1. H. Clevis en J. de Jong. Zwolle. Ekkel, J., 1993b. De kleipijpen uit Hasselt. In: Van huisvuil en huizen in Hasselt. M. Bartels e.a .. p. 79- 82. Frieswijk, J., J.J. Huizinga, L.G. Jansma en Y.B. Kui°për, 1998: Geschiedenis van Friesland 1750-1995. Oostveen, J. van, 2003. Kleipijpen uit Zutphen. Zutphen. Versie 2.0. Oostveen, J. van, 2004a. Kleipijpen gevonden te Deventer. Tiel, Versie 1.0. Oostveen, J. van, 2004b. Havezate Werkeren; kleipijpen. Archeologische Rapporten Zwolle nummer 18. Zwolle. Oostveen, J. van, 2005. Het Eiland; kleipijpen. Archeologische Rapporten Zwolle nummer 26. Zwolle. 1740


Catalogus Catalogusnr. 1 1a. WER01_8_25_25 1b. Zwolle, Havezate Werkeren 2a. Eerste generatie 2b. -/- 2c. -/- 2d. 2e. Ongeglaasd 2f. Niet gebotterd 2g. Geen radering rondom • 2h. ketelopening 3a. 3b. 3c. Ongeglaasd 4. 1600-1620 5. West-Nederland 6. 7. Catalogusnr. 2 WER01_8_5_01 Zwolle, Havezate Werkeren Dubbelconisch -1- -1- Ongeglaasd Gebotterd Radering voorzijde ketelopening Sporen van loodglazuur op kop 1640-1670 Zwolle Catalogusnr. 3 WER01_8_24_ 11 Zwolle, Havezate Werkeren Dubbelconisch -/- -!- Ongeglaasd Gebotterd Radering voorzijde ketelopening Ongeglaasd --~- - \ '-..____ '"'------ -~ ~ @ Catalogusnr. 4 WER01_8_24_ 16 Zwolle, Havezate Werkeren Dubbelconisch -1- -/- AH gekroond Ongeglaasd Gebotterd Gehele radering rondom ketelopening Ongeglaasd 1650-1680 1650-1680 Zwolle? Zwolle Abraham Haddis Carrniggelt, 1980, p.23 Carmiggelt, 1980, p.22 1741


Catalogusnr. 5 1a. WER01_22_7 _ 1 1b. Zwolle, Havezate Werkeren 2a. Dubbelconisch 2b. -/- 2c. -/- 2d. AH gekroond 2e. Ongeglaasd 2f. Gebotterd 2g. Radering voorzijde ketelopening 2h. 3a. Kruisbanden 3b. . Ongeglaasd 3c. 4. 1650-1670 5. Zwolle 6. Abraham Haddis 7. 1742 Catalogusnr. 6 WER01_22_5_21 Zwolle, Havezate Werkeren Trechter Florale motieven / Florale motieven -/- Ongeglaasd Gebotterd Radering voorzijde ketelopening 1670-1700 Zwolle Catalogusnr. 7 EIL_99_58_30_3 (Archeologie Zwolle) Zwolle, Het Eiland Zijmerk Roos/ roos -/- Ongeglaasd Gebotterd Radering voorzijde ketelopening Naad met kam afgewerkt 1670-1720 Zwolle Carmiggelt, 1980, p.32 (__ <


-~ • ~ Catalogusnr. 8 Catalogusnr. 9 Catalogusnr. 10 Catalogusnr. 11 1a. WER01_8_25_60 WER01_8_25_28 WER01_21_12_6 WER01_24_17_8 1b. Zwolle, Havezate Zwolle, Havezate Zwolle, Havezate Zwolle, Havezate Werkeren Werkeren Werkeren Werkeren 2a. Dubbelconisch; tot de Ovoide Dubbelconisch Dubbelconisch naad toe versierd 2b. Wapen van Amsterdam + -/- _,_ boven letter A / Wapen van Gouda boven letter G 2c. _,_ _,_ _,_ -/- 2d. Roos Gekroonde roos met initialen GP 2e. Ongeglaasd Ongeglaasd Ongeglaasd Geglaasd 2f. Gebotterd Gebotterd Gebotterd Gebotterd 2g. Geen radering rondom Gehele radering Radering voorzijde Gehele radering ketelopening rondom ketelopening ketelopening rondom ketelopening 2h. 3a. Radering 3b. Ongeglaasd Ongeglaasd 3c. 4. 1660-1690 1640-1660 1660-1700 1625-1650 5. Enkhuizen/Hoorn Deventer Amsterdam 6. 7. 1743


Catalogusnr. 12 Catalogusnr. 13 Catalogusnr. 14 Catalogusnr. 15 1a. WER01_8_01_2 WER01_8_03_ 1 WER01_8_50_5 WER01_8_8_ 14 1b. Zwolle, Havezate Zwolle, Havezate Zwolle, Havezate Zwolle, Havezate Werkeren Werkeren Werkeren Werkeren 2a. Trechter Trechter Trechter Ovoide 2b. -/- -/- -/- -/- 2c. -/- _,_ -1- -/- 2d. 2e. Ongeglaasd Ongeglaasd Ongeglaasd Ongeglaasd 2f. Gebotterd Gebotterd Gebotterd Gebotterd 2g. Geen radering rondom Geen radering rondom Geen radering rondom Geen radering ketelopening ketelopening ketel opening rondom ketelopening 2h. 3a. Raderingen afgezoomd Raderingen afgezoomd met tanden met parelrand 3b. Ongegtaasd Ongegtaasd Ongeglaasd Ongeglaasd 3c. 4. 1680-1710 1680-1710 1680-1710 1740-1780 5. Zwolle Zwolle Zwolle Zwolle 6. 7. 1744


Catalogusnr. 16 1a. WER01_8_ 44_29 1b. Zwolle, Havezate Werkeren 2a. Trechter 2b. -/- 2c. -/ 3 boven elkaar liggende punten 2d. 2e. Ongeglaasd 2f. Gebotterd 2g. Geen radering rondom ketelopening 2h. 3a. 3b. 3c. 4. 1700-1730 5. Zwolle 6. 7. Catalogusnr. 17 WER01_8_23_9 Zwolle, Havezate Werkeren Trechter -/- - / Cirkels Ongeglaasd Gebotterd Gehele radering rondom ketelopening 1720-1740 Zwolle Catalogusnr. 18 WER01 21 12 5 Zwolle, Havëzate Werkeren Trechter 8 puntige roos / 9 puntige roos -1- Ongeglaasd Gebotterd Geen radering rondom ketelopening Ongeglaasd 1720-1740 Zwolle Ekkel, 1993a, p.115 Catalogusnr. 19 WER01_8_8_26 Zwolle, Havezate Werkeren Ovoide 7 puntige roos I 7 puntige roos -1- Ongeglaasd Gebotterd Geen radering rondom ketelopening 1730-1770 Zwolle 1745


1a 1b. 2a. 2b. 2c. 2d. 2e. 2f. 2g. 2h. 3a. 3b. 3c. Catalogusnr. 20 WER01_8_25_66 Zwolle, Havezate Werkeren Trechter - / Visser -/- Ongeglaasd Gebotterd Geen radering rondom ketelopening 4. 1720-1740 5. Zwolle 6. 7. 1746 ) Catalogusnr. 21 WER01_8_ 44_ 1 Zwolle, Havezate Werkeren Trechter Wapen van Utrecht -/- Ongeglaasd Gebotterd Geen radering rondom ketelopening 1730-1750 Zwolle? Ekkel, 1993a, p.115 Catalogusnr. 22 WER01 8 13 9 Zwolle, Havezate Werkeren Trechter Wapen van Utrecht -/- Ongeglaasd Gebotterd Geen radering rondom ketelopening 1740-1760 Zwolle Ekkel, 1993a, p.115 Catalogusnr. 23 WER01_8_25_63 Zwolle, Havezate Werkeren Trechter 2 klaverbladen / - -/- Ongeglaasd Gebotterd Geen radering rondom ketelopening 1730-1750 Zwolle Carmiggelt, 1980, p.26


Catalogusnr. 24 1a. WER01_8_50_ 18 1b. Zwolle, Havezate Wer1<eren 2a. Trechter 2b. 3 vissen gekroond / fortuijn 2c. -/- 2d. 2e. Ongeglaasd 2f. Gebotterd 2g. Geen radering rondom ketelopening 2h. 3a. 3b. 3c. 4. 1700-1730 5. Zwolle 6. 7. r • /, Catalogusnr. 25 WER01_8_8_5 Zwolle, Havezate Wer1<eren Trechter Molen met zakkendrager? In de opening / militair -/- Ongeglaasd Gebotterd Geen radering rondom ketelopening 1730-1760 Zwolle ·3\ Ji . . i ', ' ➔ Catalogusnr. 26 Catalogusnr. 27 WER01_8_25_ 48 EIL_96_26_ 16_2 Zwolle, Havezate Zwolle, Het Eiland, Wer1<eren waterput Trechter; tot de naad Zijmerk toe versierd Molen / vaandeldrager Molen/Leeuw in binnen bladertakken Hollandse tuin -/- -/- Ongeglaasd Ongeglaasd Gebotterd Gebotterd Geen radering rondom Geen radering ketel opening rondom ketelopening 1740-1760 1730-1770 Zwolle Zwolle Van Oostveen, 2004b Ekkel, 1993b, p.81 1747


Catalogusnr. 28 1a. WER01_8_23_7 1b. Zwolle, Havezate Werkeren 2a. Trechter, tot de naad toe versierd 2b. Wapen van Kamen met initialen BK / Fortuyn 2c. -/- 2d. 2e. Ongeglaasd 2f. Gebotterd 2g. Gehele radering rondom ketelopening 2h. 3a. 3b. Ongeglaasd 3c. 4. 1740-1760 5. Baltus Kroon 6. Zwolle 7. Carmiggelt, 1980, p.31 1748 0G ,;:- ---'> = s~-~,~ Catalogusnr. 29 WER01_28_2_ 12 Zwolle, Havezate Werkeren Trechter (tot de naad toe versierd) Visser/ gekroond wapen van Zwolle -/- Ongeglaasd Gebotterd Geen radering rondom ketelopening 1740-1760 Zwolle Catalogusnr. 30 Catalogusnr. 31 WER01_8_24_29 EIL_99_57 _30 Zwolle, Havezate Zwolle, Het Eiland Werkeren Trechter Trechter Lobbenversiering Moien / Visser onder boom -/- -/- Ongeglaasd Ongeglaasd Gebotterd Gebotterd Geen radering rondom Geen radering ketelopening rondom ketelopening Ongeglaasd 1720-1740 1730-1760 Zwolle Zwolle Carmiggelt, 1980, p 32 Carmiggelt, 1980, p32


Catalogusnr. 32 1a. WER01_28_1_12 1b. Zwolle, Havezate Werkeren 2a. Trechter (tot de naad toe versierd) 2b. Man +vrouw/ staande leeuw met zwaard in de hand 2c. Halve maan/ zesdelig rad 2d. 2e. Ongeglaasd 2f. Gebotterd 2g. Geen radering rondom ketelopening 2h. 3a. 3b. Ongeglaasd 3c. 4. 1720-1750 5. Zwolle? Catalogusnr. 33 WER01_28_2_ 11 Zwolle, Havezate Werkeren Trechter Gekroond wapen van Zwolle boven een tol, grape en zandloper?/ Visser -/- Ongeglaasd Gebotterd Geen radering rondom ketelopening Ongeglaasd 1740-1760 Zwolle 1749


~~\_~~- .. ~ ~\lil \ --------------- Catalogusnr. 34 1a. EIL_99_51_30 1 b. Zwolle, Het Eiland 2a. Trechter 2b. Oorlogsattributen / fortuin 2c. -/- 2d. 2e. Ongeglaasd 2f. Gebotterd --- .J; Catalogusnr. 35 Ell 96 4 13 1 Zwolle,Hët EiÎand; misbaksel pijpenbakker uit profiel Trechter + Halve maan / driekoningenkaars? Ongeglaasd Gebotterd 2g. Geen radering rondom ketelopening Geen radering rondom ketelopening 2h. Misbaksel 3a. Raderingen afgezoomd met kruisbanden 3b. Ongeglaasd 3c. 4. 1730-1790 5. Zwolle 6. 7. Carmiggelt, 1980, p 31 1750 1720-1740 Zwolle Egbertus van Veen? 0 /


Catalogusnr. 36 Catalogusnr. 37 Catalogusnr. 38 Catalogusnr. 39 1a. Ell 99 zonder nr EIL_99_57 _30 EIL_99_57_30 WER01_8_24_23 1b. Zwolle,-Het Eiland Zwolle, Het Eiland Zwolle, Het Eiland Zwolle, Havezate Werkeren 2a. Trechter Trechter Trechter Trechter 2b. Visser / 3 vissen K/- K/- K /- gekroond 2c. -/- -/- -!- -/- 2d. 2e. Ongeglaasd Ongeglaasd Ongeglaasd Ongeglaasd 2f. Gebotterd Gebotterd Gebotterd Gebotterd 2g. Geen radering rondom Geen radering rondom Geen radering rondom Geen radering ketelopenîng ketelopening 2h. ketelopening rondom ketelopening 3a. 3b. Ongeglaasd Ongeglaasd Ongeglaasd 3c. 4. 1730-1770 1720-1750 1700-1740 1720-1740 5. Zwolle Zwolle Zwolle Zwolle 6. Baltus Kroon? Ballus Kroon? Baltus Kroon 7. Carmiggelt, 1980, p.32 Carmiggelt, 1980, p.27 Carmiggelt, 1980, p.27 Carmiggelt, 1980, p.27 1751


( 1a. 1b. 2a. 2b. 2c. 2d. 2". 2f. 2g. 2h. 3a. 3b. 3c. 4. 5. 6. 7. 1752 ! :; Catalogusnr. 40 WER01_8_24_25 Zwolle, Havezate Werkeren Trechter -/ K -/- Ongeglaasd Gebotterd Geen radering rondom ketelopening Ongeglaasd 1720-1740 Zwolle Baltus Kroon Ekkel, 1993a, p.112 Catalogusnr. 41 Catalogusnr. 42 WER01_8_25_5 WER01_8_ 44_2 Zwolle, Havezate Zwolle, Havezate Werkeren Werkeren Trechter Trechter Kroon/ K - / K (spiegelbeeld) -/- -/- Ongeglaasd Ongeglaasd Gebotterd Gebotterd Geen radering rondom Geen radering rondom ketelopening ketelopening Ongeglaasd 1720-1740 1720-1740 Zwolle Zwolle Baltus Kroon Ballus Kroon Ekkel, 1993a, p.112


) 1 \ V ~ \ ) vj \_ j f j Catalogusnr. 43 Catalogusnr. 44 Catalogusnr. 45 Catalogusnr. 46 1a. WER01_8_25_62 WER01_8_24_24 WER01_8_ 44_3 WER01_8_24_24 1b. Zwolle, Havezate Zwolle, Havezate Zwolle, Havezate Zwolle, Havezate Werkeren Werkeren Werkeren Werkeren 2a. Trechter Trechter Trechter . Trechter 2b. BK gekroond / - V/K K /Visser V/K 2c. -/- -/- -/- -/- 2d. 2e. Ongeglaasd Ongeglaasd Ongeglaasd Ongeglaasd 2f. Gebotterd Gebotterd Gebotterd Gebotterd 2g. Geen radering rondom Geen radering rondom Geen radering rondom Geen radering ketelopening ketelopening ketelopening rondom ketelopening 2h. 3a. 3b. Ongeglaasd 3c. 4. 1700-1730 1720-1750 1720-1740 1720-1750 5. Zwolle Zwolle Zwolle Zwolle 6. Baltus Kroon Cornelis van Veen? Baltus Kroon Cornelis van Veen? 7. Ekkel, 1993b, p.82 Canniggelt, 1980, p.27 1753


l \ Catalogusnr. 47 Catalogusnr. 48 Catalogusnr. 49 Catalogusnr. 50 1a. WER01_8_23_8 WER01_8_ 43_ 1 WER01_8_24_28 WER01_8_ 44_5 1b. Zwolle, Havezate Zwolle, Havezate Zwolle, Havezate Zwolle, Havezate Werkeren Werkeren Werkeren Werkeren 2a. Trechter Trechter Trechter Trechter 2b. RS gekroond / - VR gekroond / - VR gekroond / - A W gekroond / - 2c. -/- -/- -/- 2d. 2e. Ongeglaasd Geglaasd Ongeglaasd Ongeglaasd 2f. Gebolterd Gebotterd Gebotterd Gebolterd 2g. Geen radering rondom Geen radering rondom Geen radering rondom Geen radering ketelopening ketelopening 2h. ketelopening rondom ketelopening 3a. 3b. Ongeglaasd Ongeglaasd 3c. 4, 1720-1740 1740-1780 1740-1770 1730-1750 5. Zwolle Zwolle Zwolle Zwolle 6. Adolf van Veen 7. Ekkel, 1993a, p.114 Ekkel, 1993a, p.114 Carmiggelt, 1980, p.26 1754


@;;:i~~ \ C"~;•j1S ~{~,, \ /fi, / j Catalogusnr. 51 Catalogusnr. 52 Catalogusnr. 53 Catalogusnr. 54 1a. 18332 WER01_8_ 44_3 EIL_99_57 _30 WER01 8 24 26 1 b. Zwolle, Havezate Zwolle, Het Eiland Zwolle, Ha;ezate Werkeren Werkeren 2a. Trechter Trechter Trechter Trechter 2b. Visser/ AW Visser/ drie vissen Visser/ 3 vissen visser/ 3 vissen gekroond boven de gekroond boven FW gekroond boven de letters VAV initialen VIV 2c. -/- -/- -/- -/- 2d. 2e. Ongeglaasd Ongeglaasd Ongeglaasd Ongeglaasd 2f. Gebotterd Gebotterd Gebotterd Gebotterd 2g. Radering voorzijde Geen radering Geen radering rondom Geen radering rondom ketelopening. rondom ketelopening ketelopening ketelopening 2h. 3a. 3b. 3c. 4. 1730-1740 1730-1750 1725-1750 1740-1760 5. Zwolle Zwolle Zwolle Zwolle 6. Adolf van der Veen Adolf van Veen Frans van Veen Jacobus van Veen 7. Carmiggelt, 1980, Carmiggelt, 1980, p.30 Carmiggelt, 1980, p.27 p.30 1755


1a, 1b. 2a, 2b, 2c. 2d. 2e, 2f. 2g. 2h. 3a. 3b. 3c. 4. 5. 6. 7, 1756 G ~ ~ ... ,c, '\' -.:,· ~ ~~· Catalogusnr, 55 Catalogusnr. 56 WER01_8_ 11_ 1 Zwolle, Havezate Werkeren Trechter Trechter Visser/ VIV met 3 Visser/ gekroond vissen gekroond wapen met staande leeuw in vierpas binnen bladertakken _,_ -/- Ongeglaasd Ongeglaasd Gebotterd Gebotterd Geen radering rondom Radering voorzijde ketelopening ketelopening 1740-1760 1730-1760? Zwolle Zwolle? Jacobus van Veen Carmiggelt, 1980, p.27 Catalogusnr, 57 WER01_8_17_1 Zwolle, Havezate Werkeren Trechter Twee hanen gekroond boven bloemen / 2 hanen gekroond boven de initialen WVO -/- Ongeglaasd Gebotterd Geen radering rondom ketelopening 1730-1750


j 2se JAARGANG NR.112 APRIL 2006 j Inhoudsopgave In naam van Oranje doe open de poort ...................................................................... 1757 Een pijpambachtelijke kop van A. van de Want ......................................................... 1763 Assortiment Trumm-Bergmans te Weert (deel 4) ....................................................... 1764 Het tweede leven van een pijp ................................................................................... 1769 literatuursignalement ................................................................................................. 1771 Rariteiten .................................................................................................................... 177 4 Joost van den Vondel en Gysbrecht van Aemstel. ..................................................... 1777 De sigarendokter ........................................................................................................ 1779 Overzicht lezingen ...................................................................................................... 1780 In naam van Oranje doe open de poort Aad Kleijweg Op 1 april 1872 werd de 300-jarige overwinning op de Spanjaarden bij Brielle (Den Briel) herdacht. Vele Goudse pijpenmakers grepen dit moment aan om over dit onderwerp pijpen uit te brengen. In dit artikel wil ik bij vier van deze pijpen de overeenkomsten en de verschillen laten zien en deze in de volgorde van de gebeurtenis plaatsen. :r,~.i~~ Afbeelding 1: Bevrijding van Brielle door de watergeuzen 1757


Afbeelding 2: 1a. Collectie Louis Bracco Gartner; 1b. - ; 2a. Hoorn; 2b. Stadspoort Den Briel met watergeuzen / Watergeuzen vloot; Kijkglaasje tussen 2 bloernconsoles; 2c. -/-; 2d. -; 2e. Ongeglaasd; 2f. Gebotterd; 2g. Geen radering rondom ketelopening; 2h -; 3a. " BRIELLE 1 APRIL 1572" / "300 JARIG BESTAAN VAN NEERLANDS VRIJHEID"; 3b. ongeglaasd; 3c. -; 4. 1872; 5. Gouda; 6. -; 7. Duco, D.H., (1992). De Tabakspijp als Oranjepropaganda. Leiden. p.68. Afbeelding 2 is een fraaie pijp met een hoornvormig model. Op de linkerzijde van deze pijp staat de stadspoort van Brielle. De toren is in brand gestoken door de watergeuzen die daar stonden te wachten om naar binnen te kunnen. Op de rechterzijde zien we de vloot van de watergeuzen. Boven op de pijp zit tussen twee bloemconsoles een kijkglaasje waarop we, als we deze tegen het licht houden, een minuscule prent zien waarop we eveneens de poort van Brielle in de brand zien staan. Voor deze poort staan wachtende en bewapende watergeuzen. Op de voorstelling in het kijkglaasje lezen we in de bovenrand de tekst "OP DEN EERSTEN DAG VAN APRIL 1572 VERLOOR DUC D'ALVA ZIJN BRIL" De tekst op de steel van de pijp luidt links "BRIELLE 1 APRIL 1572" en op de rechterzijde is het niet goed leesbaar, maar daar heeft gestaan "300 JARIG BESTAAN VAN NEERLANDS VRIJHEID". 1758


Afbeelding 3: 1a. Collectie Aad Kleijweg; 1b. Achterwillens, Gouda ; 2a. Hoorn; 2b. Stadspoort Den Briel met watergeuzen/ watergeuzen vloot; 2c. -/-; 2d. -; 2e. Ongeglaasd; 2f. Gebotterd; 2g. Geen radering rondom ketelopening; 2h -; 3a. "BRIELLE 1 APRIL 1572" / "300 JARIG BESTAAN VAN NEERLANDS VRIJHEID"; 3b. ongeglaasd; 3c. -; 4. 1872; 5. Gouda; 6. -; 7. Krommenhoek, W. en Vrij A. , z.j. (1986). Kleipijpen Drie eeuwen Nederlandse kleipijpen in foto's. Amstelveen, p.299; Duco, D.H., (1987). De Nederlandse kleipijp; handboek voor dateren en determineren. Leiden, p 122. Afbeelding 3 is een pijpje van hetzelfde model als afbeelding 2. Deze hoornvormige pijp heeft echter geen kijkglaasje. Op de linkerzijde zien we de stadspoort van Den Briel. Voor de stadspoort staan gewapende en van vaandels voorziene watergeuzen die onder de stadspoort door lopen. Ook op deze pijp zien we aan de rechterzijde een aantal schepen van de watergeuzenvloot. De tekst op de steel is niet geheel goed leesbaar, maar is dezelfde als bij het pijpje op afbeelding 2. 1759


Afbeelding 4: 1 a. Collectie Aad Kleijweg; 1 b. Achterwillens, Gouda ; 2a. Ovoide; 2b. Stadspoort Den Briel met watergeuzen/ watergeuzen vloot; 2c. -/-; 2d. 65 gekroond; 2e. Ongeglaasd; 2f. Gebotterd; 2g. Geen radering rondom ketelopening; 2h -; 3a. ; 3b. ; 3c. -; 4. 1872; 5. Gouda; 6. Adrianus van Duijn; 7. Stam, R., en F. Mayenburg. 1990. Een stort van Adrianus van Duijn. In: Pijpelogische Kring Nederland, 13• jaargang, nummer 50, p. 228-229. Afbeelding 4 is een ovoide pijp welke met hetzelfde thema is versierd. We zien links de stadspoort van Brielle met hiervoor watergeuzen met wapens en vaandels die de stad belegeren. Op de rechterzijde zien we weer een aantal schepen van de watergeuzenvloot op de Maas. De tekst die op de ontbrekende steel gestaan heeft luidde "BRIELLE 1 APRIL 1572" / " .... 3E EEUWFEEST'. Afbeelding 5 heeft hetzelfde hoornmodel als de pijp op afbeelding 3. In dit geval zien we de stadspoort van Brielle met rechts daarvan vaag wat boom- en struikgewas. De watergeuzen zijn nergens meer te bekennen. Op de rechterzijde is de geuzenvloot verdwenen en zien we een jachttafereel bestaande uit een jachthond die achter drie herten aanjaagt. Mogelijk is bij deze pijp de mal aangepast toen het onderwerp niet meer actueel was. Bij de rechterzijde welke met herten is versierd zou het ook nog kunnen dat de verkeerde malhelft is gebruikt. Op deze pijp is geen leesbare tekst aanwezig. 1760


Afbeelding 5: 1a. Collectie Freek Mayenburg; 1b. Achterwillens, Gouda ; 2a. Hoorn; 2b. Stadspoort Den Briel/ jachthond met drie vluchtende herten; 2c. -/-; 2d. -; 2e. Ongeglaasd; 2f. Gebotterd; 2g. Geen radering rondom ketelopening; 2h -; 3a.; 3b.; 3c. -; 4. 1875-1900; 5. Gouda; 6.; 7. Geschiedenis In 1568 begint de 80-jarige oorlog tegen de Spaanse overheersing. Het was in die tijd dat de watergeuzen, die uit bannelingen en avonturiers bestonden samen met nog eens 60.000 bannelingen die voor Alva waren weggevlucht, verbleven aan de monding van de Eems en in Zuid-Engeland. Vandaar uit maakten ze de Noordzee en haar kustplaatsen onveilig door plunderend in hun levensbehoud te voorzien. Toen de watergeuzen begin 1572 niet meer welkom waren gingen ze op zee rondzwerven en beroofden ze koopvaardijschepen. Door vice-admiraal Blois van Treslong -een 1761


banneling uit Brielle- was ooit het plan geopperd Brielle in te nemen. Toen de vloot door een ongunstige wind de maasmond werd opgedreven werd dit plan ineens verwezenlijkbaar. De anti-Spaans gezinde veerman Jan Pietersz Koppestok zag op 1 april tijdens het overzetten van mensen de geuzenvloot liggen waar hij meteen op af wilde. De passagiers weigerden dit heftig en lieten zich weer aan land zetten. Daarna ging de veerman in zijn eentje naar de vloot en vroeg naar Treslong. Treslong liet de veerman aan boord komen en stelde hem voor aan admiraal Lumey die op dat moment aan het vergaderen was welke tactiek ze zouden volgen. Zij vroegen zich af hoeveel Spaanse manschappen in de stad aanwezig zouden zijn. Koppestok kon hun mededelen dat er geen Spaans garnizoen aanwezig was in de stad. Koppestok werd teruggezonden naar het stadsbestuur om een onderhandeling te regelen. Niet iedereen zag de bevrijding zitten omdat de geuzen nou niet bepaald als menslievend bekend stonden. Maar toen Koppestok vertelde dat ze vijfduizend man sterk waren schrok het stadsbestuur erg; niemand wilde graag met Lumey onderhandelen, uiteindelijk gingen de burgemeester en zijn stadssecretaris buiten de poort in onderhandeling met Lumey, Treslong en nog enkele kapiteins. Lumey had geen zin in een lange onderhandeling en eiste de stad op uit naam van Oranje. Ze gaven het stadsbestuur twee uur de tijd om de stadspoort te openen. Lumey bracht in die tijd 1100 van zijn manschappen voor de Noordpoort van Brielle. Hij zette de 250 goed uitgedoste indrukwekkende Walen op de voorgrond om zo de meeste indruk te maken ten opzichte van de eenvoudige schepelingen die er achter stonden. Toen de burgemeester en zijn stadssecretaris terugkeerden binnen de stadsmuren brak er paniek uit in de stad en vluchtten velen met hun belangrijke bezittingen via de Zuidpoort om te ontkomen aan de terreur en plunderingen. Het was al een tijd later dat Lumey zijn blunder realiseerde dat hij de Zuidpoort niet had afgezet. De buit was al gevlogen. Hij liet toen voordat de termijn afliep de Noordpoort in brand steken (Zie afbeelding 2). Met een mast gebruikend als stormram verschaften de watergeuzen zich de toegang tot de Noordpoort en gingen de stad binnen (Zie afbeelding 3). Ter plaatse is nog te lezen op een steen die men in de muur heeft ingemetseld "HIER TER PLAATSE rammeiden de Watergeuzen de Brielsche Noordpoort op Dinsdag 1APRIL 1572 des avonds ongeveer half negen" Op bevel van Admiraal Lumey ging vice-admiraal Blois van Treslong met het 250 man tellende huurleger, goed uitgedoste indrukwekkende Walen, richting Zuidpoort waar de meeste Spaansgezinden, geestelijken en rijkere inwoners al waren weggevlucht omdat zij niet ten onrechte vreesden geplunderd en vermoord te worden. Op de pijpenkop op (zie afbeelding 4) is goed te zien hoe de duidelijk beter uitgedoste huurleger Walen de Zuidpoort van Brielle binnen gaan. 1762


Afbeelding 6: Admiraal Lumey leider van de Watergeuzen Toen de watergeuzen zowel bij de Noord- als de Zuidpoort binnenvielen namen ze de stad over, streken de Spaanse vlag en hezen de prinsenvlag van Oranje. Brielle was de eerste stad die bevrijd werd van de Spaanse overheersing. Later volgden er meer steden. Later als de vrede weer is teruggekeerd zien we de Noordpoort er vredig bij liggen en kunnen de rijkere edelen weer deelnemen aan de jacht met honden zoals we op de keerzijde van het pijpje zien. Zie afbeelding 5). Met dank aan: Louis Bracco Gartner en Freek Mayenburg Een pijpambachtelijke kop van A. van de Want Arthur Schellingerhoud Over de afbeelding van het ambacht pijpen maken is al een keer een verhaal geschreven (PKN nr. 20 blz. 74 -75) en onderstaande catalogusnummer 1. Sinds kort heb ik ook een pijp met een pijpmakersafbeelding in mijn bezit. Deze pijp is precies hetzelfde als de beschreven pijp in PKN nummer 20. Mijn pijp heeft als hielmerk het wapen van Batavia. Dit merk is gezet door Adrianus v.d Want (1778- 1832). Sinds 1806 huurt hij van zijn vader het merkwapen van Batavia. Na het overlijden van zijn vader kreeg hij het merkwapen van Batavia (1808). In het lint boven de leeuw staat te lezen A.V.D Want. De beschreven pijp in PKN nr. 20 blz. 75 afbeelding 2b staat te lezen A.V. D. Kleyn. Onder de leeuw staat het opschrift: TE GOUDA. Dit staat ook op de kop van A.V. D. Kleyn. Op afbeelding 2d PKN nr. 20 blz. 75 staat op de kop het wapen van GOUDA. Op mijn kop staat daar het wapen van Batavia. Mijn vermoeden is dat A.V. D. Want de pijpenmal heeft gekocht van A.D.V Kleyn. 1763


Deze mal heeft hij dan aangepast aan zijn merk en naam, vooral de naam in de tekstlint staat er knullig op vergeleken met de rest van de pijp. Catalogusnummer 1. 1a. Collectie en foto Jan van Oostveen 1b. 2a. Ovoide 2b. Pijpmaker/pijpmaakster 2c. Gouds wapenschild / - 2d. CK gekroond 2e. Ongeglaasd 2f. Gebotterd 2g. Gehele radering rondom ketelopening 2h. 3a. 3b. 3c. 4. 1875-1900 5. Gouda 6. Arij van der Kleijn 7. Assortiment Trumm-Bergmans te Weert (deel 4) Jos Engelen In dit laatste artikel over Trumm-Bergmans een overzicht van de genummerde pijpen zoals deze in de orderboeken voor komen en enkele offertes zoals die voor de eerste wereldoorlog voor Duitse afnemers was opgesteld. Overzicht assortiment Trumm-Bergmans in 1910 De onderstaande twee overzichten geven een goed beeld van het TB assortiment naast de al eerder genoemde twee catalogus modellenbladen. Overzicht pijpen Trumm-Bergmans qua uitvoering Type Uitvoering Asbestos Bruingebrande chagpijpen Mandje klein, Ballon klein Steinebach, Ballon klein Gouda, Houtmodel, Dooroker klein, Boomschors Crème flamande Delfts porcelijn Doorrokers Doorrokers Geêmailleerd Gekleurde Gesorteerde Geverniste Gewone pijpen 1764 Geel, parel en tip-top 17 groot, 17 klein, Potje, Kogelpijp, Bie, Platsteel groot, Fotskont, Fotskont met rand, Gambier, Jeanicot, Rui klein, Rui groot, Pottemanneke, Slangenkop, Langsteel, Sneldoorroker, Fietsmodel Crème flamande, Chag lang Crème flamande, Chag langsteel Crème flamande, Engels fijn Crème flamande, Handje Crème flamande, Dublin Crème flamande, Bekertje Crème flamande, Hoorn groot, Hoorn klein, Marseilleise recht, Marseilleise krom, Pottemanneke Bruin en wit Anker, Druivenblad, Ballon, Revolverpijp, Darm groote, Krans, Heidebloempijp, Handje, Knots, Doorntje Zwart, wit en rood


Type Halfporcelijn lsabés Uitvoering Mozes en Aaron Marbré, porcelijn gekleurd Portorico 17 middel, Muts met hak, Muts zonder hak Portret Sneldoorroker Specifiek Garibaldi en Jacob Overzicht pijpen, die in de orderboeken genummerd worden aangegeven: Met dit orderboek ging Trumm-Bergmans naar zijn afnemers; de onderstaande pijpen zijn voor bijna 100 % eigen fabricage, maar zoals wij reeds gezien hebben handelde hij ook in pijpen van andere fabrikanten; deze zijn voor de volledigheid van het numerieke overzicht meegenomen. Nummer Omschrijving Nummer Omschrijving 2 Knoestpijp 326 Handjes crème flamande 8 Cigarenpijp 327 Gebogen met rand om steel 10 Kromkop recht met diverse 328 Kromke groot of theetas afbeeldingen 11 Kromkop recht met diverse afbeeldingen 328 Kromkop; groote 12 Kromkop recht met diverse 329 Doetel met rand afbeeldingen 13 Kromkop recht met diverse 330 Zeventien middel Goudsmodel afbeeldingen 14 Kromkop recht met diverse 331 Zeventien dikke afbeeldingen 15 Kromkop recht met diverse 332 Vierkant wit afbeeldingen 16 Kromkop recht met diverse 333 Goudsche 17 afbeeldingen 17 Kromkop recht met diverse 336 Rechte kop rietsteel afbeeldingen 18 Kromkop recht met diverse 337 Eikeblad met rietsteel afbeeldingen 19 Kromkop recht met diverse afbeeldingen 339 Zeventien heele groote,gouds model 20 Cigarenpîjp 340 Sportpijp met zadelsteel 36 Witte bandjes 340 Auto; met rand 48 Kopje met lichtbeeld 341 Paardjeskop gebogen 49 Kopje met lichtbeeld, Belg.Koningspaar 350 Sportpijp 50 Sportpijp delft 365 Kromme pijp met waterzak 55 Cigarenpijp 380 Wit geëmailleerd 56 Cîgarenpijp 385 Paardekopje wit 58 Cigarenpîjp 385 Paardje met riet 60 Korte neogène 386 Beige forme effen wit 60 Korte dikke nieuwe met blad, recht 387 Zeventien model Aristophane 61 Cornet 388 Ringske 61 Auto; nieuw, schuin, kort, platsteel 389 Werfkev.d. 64 Kopje meVzonder lichtbeeld, 400 Doetelkop belg.Koningspaar 65 Bekertje 401 Bloemenkop 66 Gramaphone half porcelijn 402 Handjes 66 Gramaphone wit 403 Bokkekop met witte hoorns 67 Krüger Paul portretpijp 404 Faconne-kop 68 Potjes parels 405 Klepkopje 1765


Nummer Omschrijving Nummer Omschrijving 69 Hoomgroote 406 Baardje 70 Zeventien kleine fransche 407 Haneklauwkopje 71 Hieltje veranderd 408 Hooge groote 72 Doom groote 409 Manneke met pijp 73 Doorn kleine 410 Lelinekop 74 Handjes met rand 411 Langneus 75 Platte zonder hak, nieuw model 412 Sik met platte kop 75 Elegant 413 Jacob; groot, wit porcelein excl. Kwast 76 Platsteel 414 Jacob; midden, kop met roer 76 Platte met hak 415 Jupiter; groot 77 Hieltje veranderd 416 Jupiter; klein 78 Mozes 417 Garibaldikop 79 Zevenüen groot 418 Dame 79 Zeventien met rand 419 Homerus 80 Bei 422 Mosterd insteekkop 81 Waldhoorn 452 Theepijp geblomd 82 Pottemannekes geel 453 Bokkekop met rode hoorns 83 Doetel met knoop 454 Jager 84 F otskont platsteel 454 Sigarenpijpje Jagerke 84 Jacob groot, nieuw model, platsteel 455 Spoortrein 84 Platsteel nieuw model 456 Konijn 85 Fransche platte 457 Aapje 86 Jeannicot 458 Theepijpjes 87 Gambier 459 Mattiva 88 Lange heele 459 Sigarenpijpje vischke 89 Mutz portorico 460 Vischke 90 Zeventien Portorico model 460 Sigarenpijpje zwaantje 90 Muts Portorico 461 Sigarenpijpje kaUzwaantje 91 Rib groot 462 Kat; marbré 92 Rib klein 462 Sigarenpijpje kat 92 Kromkop met roer 463 Juffrouwke 93 Dublin rood portretpijp 463 Jager 94 Hongroise marbré 464 Sultan 95 Aristophane 465 Terracotta lang 95 Elegant nieuw model 485 Grote insteekkop 95 Pottemannekes rood(van ons) 517 Eikel pijp 96 Thietas 556 Tirolien 97 Kromkes klein 561 Eikelstamsteel 98 Zeventien geript 567 Kippenklauw 98 Rib geribde 571 Kromkop schuin 99 Fietsmodel 597 Dublinmodel donkerbruin gelakt 100 Roosterpijp 600 Figuurkop insteek 101 Leeuw krom 601 Generaalskop insteek 101 Lelieknop 601 Jockey 102 Leeuwtje; krom 603 Koningin 103 Leeuwtje; recht 605 Vrouwenfiguurkop insteek 104 Char à banc 606 Vrouwenfiguurkop insteek 105 Geëmaillerd bruin 610 Doorntje met insteekspit 105 Locomotief 612 Koning 106 Ballon kleine van Bree 613 Handen 107 Tjiboek, groot model, groote ballon 615 Ordinaire met oversteker 107 Ballon groote van Bree 615 Ordinaire meUzonder hakje 108 Houtmodel 619 Haneklauw losse 109 Pare.kop insteek 622 Adelaarsklauw manchet 109 Mandje klein 630 Delft blauwe rand.met oversteker, met waterzak 110 Calciné 630 Ordinaire met oversteker 110 Anker 631 lnsteekspit; met hak 111 Threeske 631 Delft pano beelden,met hak.met 1766


Nummer 112 113 114 115 115 116 117 118 119 120 121 122 123 124 124 125 125 126 127 128 139 140 142 142 148 151 170 175 176 177 178 201 203 204 205 Omschrijving Muts Akener Slump gewoon Lange; halve Calciné Rabys Olifant Haneklauw Vlieg op neus Duifje Haantje gekleurd Nella lachend Manneke met hondje Nierke aap Jacques Manneke met baard recht Gambier937 Calciné kop rechVkrom Manneke met baard krom Chagpijp lang Marseillaise gekleurd recht Marseillaise gekleurd krom Calciné kop Beweegbare Kromkop Muts Venlosche Calciné kop krom Rechte pijp, kleine kop Fransche klein Jacob klein Engelsche fijn, ook nieuw model Hieltje veranderd Dikke met hak, nieuw Lichtbeelden Platte Lichtbeelden rechte mobilisatie Lichtbeelden kromme, Koning Albert/ Hindenburg 207 Lichtbeelden 208 Platte gebogen 211 Sneldoorroker terugliggende hiel 213 Langsteel 213 Lichtbeeld langsteel riet 216 Rechte zadelsteel 239 Hertekop rondbodem insteek 242 Druivenblad 243 Heidebloem 315 Hannepooten 316 Krans 317 Aron 320 Kogel met knop 325 Tuf tuf, kromme steel Nummer 632 632 632 633 639 642 646 650 650 651 652 660 665 666 678 728 732 740 796 820 837 857 857 A 864 896 914 918 1039 1053 1060 1061 1062 1063 1084 1144 1187 1200 1201 1203 1205 1207 1209 1211 Omschrijving insteekspit Asbestos; met cell.spit lnsteekspit; zonder hak Asbestos,rechte rondbodem,kromkop, insteek Sportpijpkop insteek Terugliggende kop, insteek Locomotief Haneklauw Buldog Delfts buldog Delft zonder hak Delft met hak Jacobpijp Kromme groote Voetbalpijp met oversteker Slippenkop manchet Delft handb.kop,insteek Crème flamande half porc. Bacchuspijp Liggende half porc. Figuurkop insteek geel Delft rechte steel Gezichtspijp gebogen Oosters Vrouwenkop insteek Negerkop insteek Punchfiguurgebogen Eikeblad Mode de Paris Doodshoofd gele vernis Doodshoofd gele vernis Delft kleine insteekkop, gebogen roer Delft kleine insteekkop, gebogen roer Delft kleine insteekkop, gebogen roer Delft kleine insteekkop, gebogen roer Calcinékop manchet Paardje Boomstamsteel Sigarettenpijpje Sigarettenpijpje Sigarettenpijpje Sigarettenpijpje Sigarettenpijpje Sigarettenpijpje Sigarettenpijpje De afname van grote afnemers als Wortelboer en Franssen in 1917 hebben wij reeds in deel 1 geschetst. De moeite waard zijn ook nog de offertes vóór de eerste wereldoorlog naar zijn Duitse klanten, een afzetgebied dat volledig weg viel na het uitbreken van deze oorlog in 1914 en mede oorzaak was dat Trumm-Bergmans na afloop van deze oorlog zijn kleipijpenfabricage vanaf 1922 praktisch geheel beëindigde. 1767


Op 5 januari 1910 levering Hogreben in M-Gladbach: Witte grandpots à 18 Mark Witte vierkante Witte Jeannicot en Autos Witte Theetas of Kromkes Witte Mutsportoricos Witte Doetels Witte Hongroise Kistjes Roode Grandpots of ander M Zwarte Grandpots of ander M Zoll für unsere Rechnung à 18 Mark à 18 Mark à 18 Mark à 28 Mark à 24 Mark à 24 Mark à 100 per 1000 M 2.- à 20 Mark à 20 Mark 10 augustus 1910: levering aan Chr. Roth, 12 1 Citadellstrasse, Düsseldorf Autos viereckige M 18.00 ohne Packkistjes à 100 of 144 pro 1000 Potjes M 20.00 Franco Dusseldorf gegen Nachnahme mit 5 % Sconto für den Zoll 11 augustus-1910:levering aan Gebr.Hecker, 5 Schönstrasse, Hamburg 6 No 79 Groote 17 Alle 3 per kistje à 144 stuk MK 2. 75 met No 70 Kleine 17 10 % Sconto No 333 Goudsche 17 Preise loco Weert, vracht en Zoll voor den ontvanger, op één naam No 330 Köpfe no 630 Marbré per gros MK 6.50 No 389 Köpfe no 389 Delfts per gros MK 6.50, beiden met 10 % 11 augustus-1910: levering aan Friedrich Ludwig, Pinneberg, Holstein No 330 Middel 17, Goudsch model No 79 Groote 17 No 70 Klein 17 No 333 Goudsche 17 La,1tste 3 per kistje à 144 stuks M 2. 75 met 1 O % Sconto; Prei se loco Weert, Vracht en Zoll voor den ontvanger op één naam. 12 augustus-1910: levering aan Franz Pielsticker, Pfeifenfabrik, Neuss a/Rh. No 68-332-86-340-96 Pro 1000 M 18.00 No 94-329 No 89 Pro 1000 M 24.00 Pro 1000 M 28.00 Franco Neuss; Zoll gekort van de rekening, zahlbaar 30 Tage; Packung kistjes à 100 of 144 per duizend MK 2.00. Rote Autos ook M 18 per 1000. 1768


Het tweede leven van een pijp Aad Kleijweg Onlangs kwam ik in het bezit van een interessant pijpenkopje wat gevonden is in de polder Bloemendaal bij Waddinxveen waar wel meer stortmateriaal van Goudse pijpenmakers is gevonden. De woorden "Tweede leven" in de titel zijn wat bizar als je bedenkt dat dit pijpje gemaakt is ter gelegenheid van het overlijden van Stadhouder Willem IV in 1751 ;_ De nog niet geheel ovoide vorm doet vermoeden dat het pijpje wat vroeger gemaakt is. Mijn inziens is het pijpje oorspronkelijk in gebruik genomen in 17 4 7 ter gelegenheid van het aanstellen van Willem IV als stadhouder van alle gewesten. Echter toen ontbraken nog de twee medaillons waarin de naakte kinderfiguren een schedel omhoog houden. Afbeelding 1: 1 a. Collectie Aad Kleijweg; 1 b. Waddinxveen, polder Bloemendaal; 2a. Ovoide; 2b. Generaliteitswapen met de 7 provinciën vastgehouden door twee leeuwen. Aan weerszijden medaillons met naakte kinderfiguren die een schedel omhoog houden; 2c. Gouds wapenschild /-; 2d. Dordtse maagd; 2e. Ongeglaasd; 2f. Gebotterd; 2g. Gehele radering rondom ketelopening; 2h -; 3a. ; 3b. ; 3c. -; 4. 1751-1752; 5. Gouda; 6. Maarten Verzijl; 7 .. In het boek "De Tabakspijp als Oranjepropaganda" van D.H. Duco, staan op pagina 25 twee voorbeelden afgebeeld hoe het pijpje er oorspronkelijk heeft uitgezien. Toen stadhouder Willem IV in 1751 kwam te overlijden heeft de pijpenmaker vermoedelijk door de graveur de twee medaillons er bij laten maken om in te spelen op deze kortstondige gebeurtenis. Ze hadden ook best wel de tijd om de mal aan te passen want ondanks dat de stadhouder Willem IV op 22 oktober 1751 kwam te overlijden, werd hij opgebaard totdat hij uiteindelijk 4 februari 1752 werd bijgezet in de Nieuwe kerk in Delft. Zo had een andere pijpenmaker zelfs de tijd een zeer fraaie pijp te kunnen ' Mondelinge mededeling Jan van Oostveen, Tiel. 1769


produceren met het zelfde thema zoals afgebeeld in het boek van W. Krommenhoek en A. Vrij "Kleipijpen Drie eeuwen kleipijpen in foto's" op pagina 219 onder de nummers 835 en 835a. Beschrijving pijpenkop Het is een bijna ovoide model waar als versiering op de voorzijde het generaliteitswapen met de zeven provinciën staat die vastgehouden wordt door twee staande leeuwen met toegewend gezicht. Boven de leeuwen zien we twee medaillons met daarin naakte kinderfiguren die in symmetrie geplaatst zijn en met de buitenste hand een schedel omhoog houden. Het is niet zo goed zichtbaar wat de kinderfiguurtjes in de andere hand houden; het zou kunnen zijn dat ze daarmee op een zeis rusten of een zandloper vasthouden wat ook attributen zijn die symbolisch met de dood te maken hebben. Links en rechts van het generaliteitswapen zijn vlaggen geplaatst waarop links een zon staat en rechts een staande leeuw. Rond de vlaggenmasten zijn bladranken met oranjeappeltjes gedrapeerd. De pijpenkop draagt het hielmerk De Dortse Maagd van de Goudse pijpenmaker Maarten Verzijl. Als bijmerk is aan de linkerzijde het wapen van Gouda geplaatst. Afbeelding 2: Detail medaillon met doodshoofd -~ Geschiedenis Willem IV is in Leeuwarden geboren op 1 september 1711. Krachtens zijn geboorte werd hij stadhouder van Friesland en in 1718 ook van Groningen. In 1722 kwamen ook nog de gewesten Gelderland en Drenthe er bij. Tot Willem IV meerderjarig werd trad zijn moeder op als regentes tot 1731. Op 25 maart 1734 trouwde hij in Londen met Anna van Hannover. In 1747 werd hij door de politieke omstandigheden aangesteld als stadhouder van alle gewesten. Het stadhouderschap heeft Willem IV niet zoveel jaren kunnen uitvoeren want op 22 oktober 1751 kwam hij te overlijden. Later op 24 februari werd hij bijgezet in de koninklijke grafkelder in de Nieuwe kerk in Delft. 1770


Afbeelding 3: Begrafenisstoet op het marktplein van Delft Literatuu rsignalement Michiel Rutten met aanvullingen van Jan van Oostveen In 2004 verscheen een monografie over de (heel bijzondere) verzameling van pijpen en luciferhouders van barones A. de ROTHSCHILD, bewaard in de stadsbibliotheek van Grasse (Zuid-Frankrijk) met een uitvoerige inleiding van de hand van Luc BUCHET. Hoewel een aantal pijpen wat uitvoeriger wordt beschreven, ontbreekt als het er op aan komt gewenste detailinformatie (voorbeelden: een Meissenpijp die zo te traceren is in Morgenroth's standaardwerk wordt slechts globaal geduid; 2 pagina's zijn gewijd aan een erg grote hoornen pijp; daarvan zijn er onlangs ook twee in Nederland gesignaleerd; over datering en fabricage geeft de catalogus geen relevante informatie); 120 blz.; ISBN 2-915327-07-6; collection (RE) Decouvertes no. 80; Jacek SCHMIDT schreef "Pipe-smoking Contest, what a pipe-smoker should know", een wat globaal boekje over de bruyerepijp, pijproken, wedstrijden, enz. ; gebonden, 80 blz.; uitgegeven door de auteur; Poznan 2004; ISBN 83-920842-1-7; Rapaport $ 31,- ; "The art of an addiction" is een coproductie van Carlos ARMERO & Ben RAPAPORT; een fraai uitgegeven boek over opiumpijpen en alle attributen die daarbij werden gebruikt; veel heldere afbeeldingen van voorwerpen uit de collecties van vooral Armero en Rapaport, maar ook van andere verzamelaars, met uitleg en toelichting; hoewel heel instructief biedt de uitgave geen echte handvatten voor toeschrijving, datering enz.; 1771


gebonden 220 blz.; uitg. Quadrus Communications in Vienna, Virginia, 2005; Library of Congres Control number 2004096172; te bestellen bij Rapaport, $ 75,-; Bert van der LINGEN schreef "Het gebruik van tabak in een Nieuwkoopse herberg", een beschrijving van een aantal pijpvondsten in het centrum van Nieuwkoop in 2002; locatie: het terrein waarop van oudsher een herberg was gevestigd; Vermoedelijk volgt later nog een uitgebreidere beschrijving van de 850 gevonden pijpen alsmede andere naburige vondsten; gepubliceerd in Rondom Niewecoop, uitgave van Historisch Genootschap Nieuwkoop en Omgeving; voorjaar en zomer 2004; nabestellen van dit nummer kan via www.hgnieuwkoop.nl; En inmiddels heeft de Academie internationale de la pipe weer twee jaarboeken (2003 en 2004) uitgegeven; tal van artikelen, onder meer een korte studie van Jacques Cole naar 19e eeuwse pijpmerken die nu nog bestaan alsmede naar de handel van pijpen en aanverwante artikelen in de 19e en 20e eeuw in Groot-Britannie . schreef Otto Pollner over de Munsterlanderpijpen, en Toni Pascual over kleipijpen in Spanje; Allan Peacey publiceerde over een van de oudste kleipijpwerkplaatsen in Groot Britannie; Ron de Haan leverde een bijdrage over Amsterdamse pijpenfabricage in de 17e eeuw, Barnabas T. Suzuki over de invoer van Nederlandse kleipijpen in de 17e en 18e eeuw Japan in en nadien over de ontwikkeling van de pijprookcultuur in Japan; Felix van Tienhoven schreef over bruidegomspijpen en raakte het jaar daarop geïntrigeerd door een afbeelding van een pijphoudende figuur op een Laotiaanse tempeldeur; Michal Novak deed onderzoek naar het Saint Claude van Oost Bohemen en Arjan de Haan naar 19e eeuwse Tsjiboekpijpen, vervaardigd in Tophancl; Hoewel de Society for clay pipe research (SCPR) kennelijk een wat kwijnend bestaan (met nog geen 50 leden) leidt, zijn er in de afgelopen periode via een inhaalslag vier nummers verschenen met veel bijdragen over pijpvondsten en pijpmakers in Groot Britannie en o.m. Egypte; in nummer 67 onder meer ook artikelen over de vergeten kunst van het vervaardigen van ijzeren pijpen in Zweden door Eva Falkenstrom Svangard en over een Brusselse zilveren pijp door Felix van Tienhoven (Felix: ook het PKN-bulletin staat voor jouw bijdragen open!) alsmede over gevlochten kleipijpen door David Higgins; In het laatstverschenen nummer van Pipes and tobacco in 2005 onder meer een bijdrage van Ben RAPAPORT over de Zweedse meestersnijdster Lena • Jungfru" lsberg; Onlangs verscheen "Van NELLE, monument van de vooruitgang• onder redactie van Anne Marie Backjer, D'Laine Camp en Mattijs Dicke over de geschiedenis van (o.m.) tabaksfabrikant Van Nelle en vooral over het monumentale fabrieksgebouw in 1772


Rotterdam; 293 blz.; uitgeverij De Hef Publ. In Rotterdam; ISBN 90-6906-037-x; € 69,90; De Stichting Nederlandse Tabakshistorie gaf een jaarboek 2005 uit met bijdragen van Louis Bracco Gartner (over Louis Dobbelman resp. Snuifmolens en zijn tabak), Lodewijk van Duuren (Tabak in de dichtkunst, vervolg), W. van Zijderveld (kleine tabaksfabrikanten contra de tabakswet 1921), Peter Lingg (de tabaksverzamelaar), Ludovic Leysen (de sigarennijverheid in het Nederlands-Belgische grensgebied), Bert Bohnen (varianten in de vitolfilie) en Fred Tijmstra (surrogaten voor tabaksproducten); info en bestellen via www.tabakshistorie.nl; Dr. J.U. POSTMA schreef "Nederlandse lucifershouders van 1840 tot 1940", heel instructief en informatief over een onderwerp waarover eerder nauwelijks was gepubliceerd; 142 blz.; uitgave Kok Kampen en de auteur; 2005; ISBN 90 435 11471 ; € 18,- incl. porto; te bestellen via de auteur, 1e Hogeweg 174, 3701 HL te Zeist; Ter gelegenheid van het 85-jarig bestaan van de sigarettenfabriek Turmac te Zevenaar verscheen "Onder de rook van Turmac te Zevenaar" door Ben JANSSENS, Theo KEUL T JES, Frans WIENK en Gerrie WILLEMSEN, over de betekenis van de Turmac sigarettenfabriek voor Zevenaar en De Liemers, de ontwikkeling van de fabriek, de producten en de gebouwen, een vaak gedetailleerde maar goed leesbare beschrijving van tal van relevante aspecten; gebonden 302 blz.; uitg. Cultuurhistorische Vereniging Zevenaar 2005 en te verkrijgen bij o.m. het Liemers Museum, Postbus 2059, 6900 CB Zevenaar;€ 19,90 excl. verzendkosten. Door de gemeente Apeldoorn is in 2005 een archeologische basisrapportage gemaakt met de titel "Het slot van het Loo". Deze basisrapportage is geschreven door de stadsarcheoloog van Apeldoorn, Maarten Wispelwey en de bouwhistoricus Bloemink. archeologische opgraving. In deze rapportage ook een bijdrage van Jan van OOSTVEEN omtrent kleipijpvondsten die tijdens deze opgraving zijn gedaan. Recentelijk is door de Stichting Promotie Archeologie de publicatie "Havezate Werkeren; De Heren van Werkeren en hun kasteel" uitgegeven. In deze uitgave welke onder redactie staat van Hemmy Clevis en Michael Klomp, ook een artikel van Jan van Oostveen over de rookcultuur op Werkeren. Te bestellen bij www.halos.nl. Prijs € 25,-- Alhoewel het een jaarboek over 2003 betreft is recentelijk van de hand van Bert van der Lingen een publicatie over Ottomaanse pijpen verschenen in het blad Berytus; archaeological studies, volume XLVII, p.131-142. Dit artikel belicht de locale kleipijpproductie in Libanon en de Ottomaanse kleipijp in zijn algemeenheid. 1773


Rariteiten Louis Bracco Gartner Delft, als universiteitstad, kwam en komt nog steeds regelmatig in het nieuws als het om uitvindingen gaat. Zo werd onlangs in Australië het wereldzuinigheidsrecord verbroken door met 10 liter benzine een onwaarschijnlijk grote afstand per auto af te leggen. Onlangs verscheen er een boekje met 43 boeiende verhalen over uitvindingen en innovatieve toerpassingen die in Delft ontstaan zijn. Ik zal er een paar noemen. De microscoop van Anton van Leeuwenhoek, de ANWB Praatpaal, de penicilline, de Vacu Vin, de schaatsstrip, bepaling NAP hoogten, de Verdonkeremaanloop en het voorspellen van oogsten middels de Europese satelliet METEOSAT. Niet alle Delftse uitvindingen halen de voorpagina's van de kranten. Zo zal de uitvinding van Jhr. Ir. E.F. Sandberg wellicht niet verder komen dan deze uitgave van het PKN bulletin. En zo ja, dan hebben wij in ieder geval de primeur. Ik hoop met deze inleiding jullie nieuwsgierigheid een beetje geprikkeld te hebben want waar gaat het om. Deze Delftse ingenieur maakte op 10 juni 1951 de wereld kundig van "het VEILIGHEIDS- SIGARETTENPIJPJE. Toen was het even stil!!! Dit sigarettenpijpje waarvan jullie achter in het artikel een gebruiksaanwijzing en een foto vinden, stelt iedereen in staat een sigaret te roken "zonder dat daarbij iets gezien wordt van het verbrandingsproces of van het brandende gedeelte, noch ook van het aansteken, wat daaraan is voorafgegaan". Het bijzondere is "dat dit apparaatje het mogelijk maakt om geheel zonder enig gevaar voor de roker, noch ook voor zijn omgeving, op DIE plaatsen te roken (en het volle genot van die bezigheid te hebben) waar zulks tot nu toe wettelijke en moreel verboden was, of waar zulks om atmosferische (regen, wind etc.) dan wel utiliteitsredenen(brandgevaar) achterwege moest blijven". Nu zullen jullie denken, wat moeten we daarmee, maar Ir. Sandberg heeft deze uitvinding gedaan in de laatste jaren van de tweede wereldoorlog. Het aansteken van een sigaret buiten mocht niet onder bepaalde omstandigheden en het oplichten van een brandende sigaret was in het donker van grote afstand waar te nemen en kon een op wacht staande soldaat zijn positie verraden. Ondanks zijn uitvinding was het voor Jan soldaat geen "brandende kwestie" meer en kon hij al rokende wacht lopen. De heer H.E. Boerma, die blijkbäar deze uitvinding moet promoten, probeert niet alleen 'Jan Soldaat' van het vernuft van deze uitvinding te overtuigen maar richt zich ook op de burgerij zoals blijkt uit onderstaande volzinnen. "Is U het mij eens, als ik vaststel, dat de BURGERIJ in tijden van werkelijke of dreigende luchtaanvallen, hetzij als actief lid van de luchtbescherming of van de afweer, hetzij als het bedreigde en in zenuwachtige spanning verkerende "mogelijk object" met ongemene vreugde dit apparaat en haar mogelijkheden zal begeren. 1774


Vele andere toepassingen moeten het apparaat als een haast onmisbaar iets maken. Zo schijnt de smaak van de sigaret er niet onder te leiden maar zal eerder intenser worden. De duur van het rookgenot wordt verlengd tot ongeveer 15 minuten. As wordt niet gemorst en kan dus ook gewoon op tafel neer gelegd worden. Apparaat kan met een brandende sigaret gewoon in de jaszak gestoken worden, daar minuten lang blijven om daarna weer mee verder gerookt te worden. In bos en heide kan ook na lange droogte zonder gevaar gerookt worden. In regen en met sneeuwbuien in het mogelijk te roken, ook op de fiets. In de kou worden handen en vingers verwarmd. In bed levert het roken geen gevaar door rondvliegende vonken of wanneer men in slaap zou vallen. Het apparaatje is ongeveer 8 cm lang en heeft aan de beide uiteinden een ebonieten dop. Daartussen bevindt zich een doffe, gewelfde metalen huls. Binnen de ene dop bevindt zich een ontsteking die met behulp van een batterij in werking wordt gesteld. Via de andere dop wordt de sigaret geplaatst in de huls van het sigarettenpijpje. Een eenvoudige bajonet of ringsluiting verbindt dit pijpje vast aan het eigenlijke apparaatje. De rook verlaat langs de welvingen van de huls de binnenste ruimte terwijl langs dezelfde welvingen de luchtzuurstof, die de verbranding binnenin onderhoudt, wordt aangetrokken. Zoals bij veel uitvindingen het geval is, het is heel simpel, je moet er maar opkomen. 1775


-' -._J -._J 0) G E B R ~4~ s ii ··,, ' h ! l• Schuif d':t ring J:: tegen de ä voldoende open om het m 2. Ne":tm h-,t monstwc ~ uit de -t · - ·cie;aM 3. Schu1:f' de 01gar9t met net van de ciga:ret van binmin 4. Sohttif de ring l: terug (hew at 6. Bteak het a.ppal'E!.at in de m zuig tegelijkertijd nink Zodra de cigar':lt brandt he


R U I K S A A,1~ Yl I J Z l N: G m: mooo.stuk, gewoon cigarettenpi jpj e l' ring k khminrichting --· h hulshouder g : g"goltd, huls d : dop i l C conta.ctlrnopjes van d9 i aansteker die binMn . l: !ä in de dop zit. hulshoudt:tr !!. aan dan ve?:rt de kleminrichting mondstuk!:!! los te ma.ken. k1'!1minrichting ~ l!!n doe er e13n ciga.re.t in. Mt-· • 3.-~--~.:-~~.::~~~----. - ' -~ -s lll0nd8tuk in het a:pparaat totdat de voorkant tegen h~t aaMtekertje raakt. et pijpje klemt nu ±n de klemi:nrichting terwijl de voorkant van de cigaret tegen het aan,. tek•ntj1:1 rust) mond, inaak contact op d9 oontacttnopj9s .2., en aan het mondstuk, et contact verb:rt!lken en rustrig roken.


Joost van den Vondel en Gysbrecht van Aemstel Aad Kleijweg Steeds zullen wij ons blijven verbazen hoe ongelofelijk veel verschillende versie;de pijpen er gemaakt zijn. Zo ook deze pijpenkop die mij onder ogen kwam. Zelf ben ik hem nog niet eerder in de boeken of in andermans verzamelingen tegen gekomen. Daarom leek het mij de moeite waard hem te beschrijven en in ons blad te plaatsen. Afbeelding 1: 1a. Collectie Freek Mayenburg; 1b. Omgeving Gouda; 2a. Mosterdlepel; 2b. Joost van den Vondel/ Gysbrecht van den Amstel; 2c. -/-; 2d. -; 2e. Ongeglaasd; 2f. Gebotterd; 2g. Geen radering rondom ketelopening; 2h -; 3a.; 3b.; 3c. -: 4. 1875-1900; 5. Gouda; 6.; 7 .. Foto: Freek van Mayenburg Beschrijving pijpenkop De kleipijp is van het model mosterdlepel met daarop de portretten in de vorm van een buste van Joost van den Vondel en Gysbrecht van Aemstel. Bovenlangs de portretten zien we hun namen en het geheel is omlijst met lauwerkransen. Onder het portret van Joost van den Vondel zien we boeken afgebeeld en bij Gysbrecht van Amstel een wapenschild met diagonaal vlakken met staande leeuwen en schuine balken. Geschiedenis Op 3 januari 1638 werd voor het eerst de première van Gijsbrecht van Aemstel gespeeld als openingsstuk van de eerste stenen schouwburg in Amsterdam. In eerste instantie was het de bedoeling het stuk op te voeren op tweede kerstdag van 1637. Door de katholieke sfeer die dit treurspel uitdroeg, werd op voorspraak van een aantal 1777


Click to View FlipBook Version