Suggesties mijner zijds betreffende de afgebeelde persoon heb
ik niet, zeker niet omdat wij een halve eeuw in datering ver-
schillen, terwijl toch duidelijke overeenkomsten aanwezig
zijn.
Ook wat mij betreft houd ik mij aanbevolen voor suggesties om-
trent de afgebeelde persoon en voor meldingen van overeenkoms-
tige vondsten.
ADVERTENTIE
Wie heeft belangstelling voor (dubbel) materiaal uit miJn piJ -
penverzameling? Het gaat om gave piJpen, complete pijpen, ge-
legenheids- en Jonaspijpen en zijmerken.
Bij voorkeur ruil ik tegen bodemvondsten als majolica, tegels,
tin, glas, bijzondere pijpen etc.
A. Vrij, tel. ' s avonds en tijdens weekend: 02943- 310 1
ADVERTENTIE
Aangeboden "Goudsche Pijpen" van Helbers en D.A. Goedewagen,
1942 . Prijs n.o.t.k.
D. van Vliet, tel. 023- 321506 of 02995- 3 172
MUSEON ZATERDAG JO OKTOBER 1987 13.30 uur DEN HAAG MUSEON
PIJPENMIDDAG NIET VERGETEN NIET VERGETEN PIJPENMIDDAG
Een dubbel merk uit Gouda
46
EEN DUBBEL MERK UIT GOUDA
door P.K. Smiesing
Onlangs groef ik op Wi ttenburg , een van de drie oostelijke ei-
landen van Amsterdam, een trechtervormig pijpekopje op.
Het kopje met de maten 38,5; 20,5; 16,7 vertoonde op de lin-
kerzijde, net boven de hiel, het bekende Goudse merk het ge-
kroonde kraantje . Later, na het schoonmaken thuis, bleek dat
op de andere z ijde van de kop, eveneens boven de hiel, nog een
merk was aangebracht: de gekroonde initialen IVD.
Volgens Laansma (1) werd het kraantje in 1730 door Jan Jorisse
Dus en Jan van der Dus als merk gebruikt. Jan van der Dus had
dit merk volgens de lij s ten ook in 1746 en in 1759 in zijn be-
z it. De letters IVD slaan duidelijk op de initialen van Jan
van der Dus, ook wel Jan Dus genoemd.
We zien hier dus, dat deze Goudse pijpmaker een extra merkte-
ken op zijn produkt heeft aangebracht. Hetzelfde zagen we al
gebeuren b ij de Goudse pijpmaker Pieter van der Putten (2) . De-
ze bracht een pijp in de handel, waarop naast zijn merk PVP op
de rechterz ijde van de kop een waterput op de andere zijde van
de kop zijn naam symboliseert. Blijkbaar werd deze handel swij-
ze door het Goudse pijpmakersgilde toegestaan. Het merk de wa-
terput werd niet als pijpmakersmerk geregistreerd. Het merk
IVD echter wel . Dit merk werd volgens Laansma door Jan van
Dieveren vanaf 1730 gebruikt. De toevoeging IVD op de pijpen
van Van der Dus zou tot een conflict met zijn gildebroeder Jan
van Dieveren kunnen leiden. Uit de overige literatuur is hier-
van echter niets bekend.
Ook hier gaven de lijsten van Laansma opheldering . Het merk
IVD werd in de naamlijs t en van 1746 en 1759 niet genoemd. Het
was in die periode geen geregistreerd merk. Blijkbaar heeft
Jan van der Dus van deze mogelijkheid gebr uik gemaakt.
In 1768 wordt het merk IVD weer geregistreerd. Klaas de Jong
en Pieter van Reede worden nu als eigenaars genoemd . Jan van
der Dus echter wordt in deze lijst niet meer genoemd. Het merk
het kraantje bl eef t ot in de eerste helft van de 19e eeuw in
omloop .
NOTEN
1. S. Laansma, Pijpmakers en pijpmerken 1724-1 865. 1977
2. P .K. Smiesing, Vrouwe Fortuna of het Fortuin
PKN 7,27 blz. 51. 1984
(Zie voor de afbeelding de bladzijde hiernaast)
47
NIEUWE LITERATUUR
-Der Blaue Dunst - Eine Kulturgeschichte des Rauchens
Deze ' Begleitinformàtion' bij de inmiddels afgelopen zomerten-
toonstelling is te bestellen bij: Niederrheinisches Museum fÜr
Volkskunde und Kulturgeschichte, Kevelaer.
-Martin KÜgler, Die Pfeifenbäckerei in Hilgert. GeÏll. 52 blz.
Rheinlandverlag GMBH KÖln 1987. ISBN 3-7927-0891 -4
Het gaat hier om een toelichtend boekje bij een film over de
pijprnakerij in Hilgert.
- Klaus Freckmann u.a., TÖnernes Tabakpfeifen und Spielzeug
GeÏll. 108 blz.
Rheinlandverlag GMBH KÖln 1987 . ISBN 3-7927- 0936- 8
Hier gaat het om de lle publicat ie uit een reeks van het Frei-
lichtmuseum, Sobernheim.
GOEDEWAGEN IN NIEUW- BUINEN
Door een inwoner van de plaats werd ons verteld, dat de Goede-
waagenfabriek de lange gietpijp nog in produktie heef t.
Deze pijp wordt vooral gekocht door de toeristen, vandaar de
bijnaam toeristenpijp. Met de doorroker en de baronitepijp is
het dus gedaan. Wie deze soort pijpen nog wil toevoegen aan
zijn collectie, moet er niet te lang meer mee wachten .
48
lüe JAARGANG NR. 39 DECEMBER, 1987
VAN DE REDACTIE ....
Van het gelukkige toeval dat de NS op 10 okt. de terugreis ca-
deau gaf, hebben jarrnner genoeg niet alle leden geprofiteerd.
Ten onrechte, want de causerie van de heer Van der Weijden,di-
recteur van 't Museon, over de relatie verzamelaar-museum en
museum-verzamelaar was geestig hoewel ook ontmoedigend voor
die verzamelaars die menen dat hun collectie een compleet mu-
seum waard is. A. Carmiggelt benadruk te in zijn lez ing over de
Leeuwarder pijpenmakers, dat een verzameling meer moet zijn
dan een aantal losse voorwerpen . Het gaat om de vondst in zijn
historische context, om een door archiefgegevens onderbouwde
verzameling. Na de pauze vertoonde P. Ritmeester tientallen
dia's van pijpen uit zijn verzameling, die van elke toevallige
toeschouwer/niet-PKN-lid meteen een enthousiast verzamelaar
zou hebben gemaakt . Jos Engelen vroeg t en slotte nog om d.m.v .
brieven naar de gemeente Weert te pleiten voor het intact la-
ten van de enige in West- Europa bewaard gebleven pijpenbakker s-
oven. Overigens had P. Ritmeester enige vitrines ingericht met
pijpen en tabacologie, die daar voorlopig mochten blijven
staan. Bij de bezichtiging hiervan bekroop menigeen de wens zo
zijn eigen museum te mogen inrichten ...
49
VRAAGBAAK
Wie van de lezers van PKN kan iets meer vertellen over de hier
afgebeelde pijpen?
Het gaat om een pijpenstort aan de westzijde van de Kortendijk
in Gor i nchem, een terrein waar ook Dir k Bar unet werkzaam was.
Op 7 dec . 1985 trof ik deze op ongeveer een halve meter onder
de oppervlakt e aan, tezamen met fragmenten van een pijpenpot.
De stort omvatte 205 hele koppen en zeker vier keer zoveel
fragmenten , waarin twee typen te onderscheiden zijn.
Afb. 1: radering rond de ketel, geglaasd, r adering rond steel,
met hielmerk a adelaar 19 ex.
b r oos 10 ex.
C vogel 1 ex.
Afb. 2: radering alleen aan de zijde van de roker,
zonder merk 175 ex .
Het pijpmakersgilde in Gorinchem werd in 1656 opgericht , ter-
wijl in 1637 al kleimeters werkzaam zijn waarover ook in 1640
bericht wordt (Don Du.co, BAR S166(ii) 1981, pag.180- 181).
Namen van pijpmakers uit de 17e eeuw zijn in de Gorkumse ar-
chieven niet teruggevonden, want in de doop-,trouw- en begr a-
fenisacten werden geen beroepen vermeld. Mogel i jk is ondertus-
sen iets meer bekend geworden over de Gorkumse 17e-eeuwse
pijpmakerij. Daarvoor houdt zich van hart e aanbevolen:
Jacqueline Terlouw,Schipbeekstraat 22, 33 13 AR Dordrecht
078- 166194
_ _ _ _-_ ,lilt
Afb. 1
50
BEDEVAARTPIJPEN 3
door Jos Engelen en Ferrie Kompier
Scherpenheuvel
Ook ue oorspron g van de Mariadevotie te Scherpenheuvel stoelt
op een legende. Het verhaal gaat, dat rond 1500 een herder die
zijn kudde hoedde op de "Scher pen Heuvel" daar een beeldj e van
Mar i a vond. Hij pakte het op , maar het werd zo zwaar, dat hij
het niet meer kon verplaatsen en ook zichzelf niet meer kon
bewegen. Zo vond zijn baas hem . Deze pakt e het beeldj e op en
zette het t erug bij de boom, waarna de herder weer het vermo-
gen over zijn ledematen terugkreeg ,
Zo ontstond ter plekke de Mariaverering, want Maria had door
dit voorval duidel ijk te kennen gegeven, dat zij daar haar
gunsten wilde schenken aan hen die haar kwamen aanr oepen .
In 1603 telde men 49 wonderen op voorspraak van Maria, en de
t alrijke pelgrims die alle een stukje van de schor s van de
boom als relikwie meenamen, zorgden er op deze manier voor ,da t
de eik de geest gaf en het beeld een plaats kr eeg in de op die
p lek gebouwde kapel.
De ont wikkeling van Scher penheuvel (Montaigu) kunnen wiJ ni et
los zien van de strijd tussen Reformatie en Contra-reformatie,
tussen Geuz en en Spanjaarden, tussen de Noordelijke en de Zui -
delijke Nederlanden, en ten s lotte tus sen Wi l lem van Or anje
(en zoon Maurits) en Filips II (met aar tshertog Al br echt en I -
sabella, de dochter van Filips) .
Willem van Oranje maakte op de grens van de Zuidel i jke en
Noordelijke Nederlanden van he t dorp Ruigenhill aan het Hol-
lands Diep de sterke ves ting Willemstad om e en verdediging t e
hebben tegen de Spanjaarden, die het nabijgelegen St eenbergen
ingenomen hadden . In deze 7-hoekige vestingstad werd de eerste
protestantse kerk van Nederland gebouwd , met een zware toren .
Als "geestelijke" tegenhanger hiervan gaf aartshertog Albrecht
aan Wencesl as Coeberger de opdracht een koepel kerk in Scher-
penheuvel t e bouwen, die werd uitgevoerd in Italiaanse barok-
s tijl. Het heilige get a l 7 komt tot uitdrukk ing in de zeven-
hoekige grondvorm, zeven nissen i n de kapel en de koepel, die
bezaaid is met zevenpunt i ge sterren. De inwi j ding vond p l aats
i n 1627.
Ook de s t ad Scherpenheuvel werd in een stervorm aangelegd . Zo
kreeg Maria een waardige ver bl ijfplaats, waar de duizenden
pelgrims hun offer gaven in de vorm van gel d , sieraden, kaar sen
en andere voorwerpen konden achterla t en . Als aandenken aan hun
bedevaart namen zij dan rel igieuze devotie-ar tikelen als ro-
51
,--~
1 Miraku leus beeld van 0.-L.-Y. te Scherpenheuvel.
1 Image miraculeuse de N .-0. à Montaigu.
GEUED TOT DE H. MAAGD M ARIA. PRieRE. A LA SAINTE. VIERGE.
Id,\~,. ... "~·• •11,,1,.,, 1,•h ,, ...,., \l.,, u ,1,, !,tl . . .. ,,,,.. ,.;:h,,,I n , ~1 H , ' To u.1 dtuih ttu,.,....
t •l" • •l•I 1, ,1.,1 " u. .,uJ , 1i. , 1,,lt 1 "" l ,,,t" 111,111,: 1 lu, l111,, \;'" hul1• ~!-
'" " ,· 11.1, , ,, "" •, " ' •1 ·• ~ -•1,, 1, .1" J• ,, , , , l.,1,11 • • "' ""' ''-" ,.,..,, , 1111. , , 111,, u
" • Il 1,,,., 1,-t , j..,, 1,1 .~ 1 .1 I ' \ t , , -,,1 , l,t \j_. , ..,,t,., 1• 1, \ \ ,.~, lrl , l " I I ' ~••111
'''""••h-••· ,......,~ , . .,, t · " r,, 1,,11, 11,. , 11i,. J 1, ,.,1 "c , 1• •• ,,.,, ....,,J,. ,1, 1 ,,kt ' ""' l .
1, 11. . .., ,., ' "" , .. , \ \, • .,,t .. , , , ..,,r, 1,..,1. .. ,,,,., 11...., 1t
,,.,.:.,:1..,1-..:.'.:,.;1:.,,•:1,.'..:,.:.·...,;., ,. 11,. • ,,,, ,\1:,, .. i-::::~~::t'::,,~::~':'.'~;!~~
~'.:1"~i':·.:L -~·::t/,;~·.,it"1::;~
A ll~ r Hhl ,·11 , •• ,, 1 , 1.,,.,,1,1,
52
zenkransen en medailles mee naar huis. Spoedig ontstond daar-
naast een connnercieel circuit, waar ook van alles te koop was
als herinnering, zoals zakmessen, glazen, afbeeldingen van
'mode-heiligen' als Sint-Antonius en ten slotte ook stenen
pijpen met de afbeelding van het genadebeeld en de kerk en de
kapel .
Bleef de bedevaart vooreerst beperkt tot de Zuidelijke Neder-
landen - vooral Den Bosch, Breda maar vooral Keulen- Maastricht
speelden hier een voorname rol - in de loop van de volgende
eeuwen ontwikkelde zij zich zodanig, dat de pelgrims uit heel
Duitsland, België en Nederland (o.a. Leiden) kwamen, en Scher-
penheuvel heeft deze functie tot op de dag van vandaag behou-
den. In feite vormde de Mariaverering te Scherpenheuvel de ba-
sis voor die in Luxemburg en Kevelaer.
De hieronder afgebeelde pijpekop is opgegraven uit de pijpen-
stort van Wingender Frères in Chokier (Luik). De pijp is niet
ingekleurd en ongemerkt. De voorzijde toont het Mariabeeld op
de eikeboom en de zijkanten geven de kerk en de kapel te zien,
zij het in een zeer gesimplificeerde uitvoering. De tekst
luidt: NOTRE DAME - MONTAIGU. (Collectie: H. v.d. Meulen)
Een andere uitvoering 1s bekend uit de catalogus Pijp en Toe-
bak (Bokrijkse Berichten XVII, 1979) onder nunnner III B 46:
0.1.Vrouw van Scherpenheuvel; geel bruin geverniste pijp in
witte pijpaarde met een voorstelling op de pijpekop van O.L .
Vrouw, de basilik (sic) en een kapel, gebogen steel, Belgisch,
19e eeuw . Coll.: P. Hendrickx, Deurne .
Eenzelfde type wordt afgebeeld door Jean Fraikin in La fabri-
aation de la pipe en terre (Liège,Editions du Musée de la vie
Wallonne, Cour des Mineurs, 1978) afb.48 op blz. 54. De pijp
is beschilderd en mogelijk geglazuurd_. De maker ervan is Le-
vêque te Andenne.
53
Moresnet
Als laatste van de Maria-hei-
ligdommen afgebeeld op klei-
pijpen kunnen we u Moresnet
presenteren. Gelegen op Bel-
gisch grondgebied, vlakbij 't
bekende drielandenpunt te
Vaals, heet de plaats offici-
eel Moresnet-Chapelle, maar
wordt in de volksmond bijna
altijd het Eikske genoemd .
Hier wordt het miraculeuze
beeld van Maria als "Hulp der
Christenen" vereerd. Het is
een 24 cm hoog terracotta
beeldje van de H. Maagd met
het Kindje Jezus op haar arm.
In 1750 verzocht Peter Arnold
Franck (1741-1801), een 9-ja-
rige godvruchtige jongen die
aan epilepsie leed, een vrouw
uit Aken een Mariabeeldje mee te brengen, het huidige genade-
beeld. Hiervoor timmerde Arnold een houten nis en bevestigde
dit met het Mariabeeld aan een kleine eikeboom in het naburi-
ge bos om daar in volle rust tot Maria voor zijn genezing te
kunnen bidden. Zijn gebed werd verhoord en dit vormde de
start van een groot aantal gebedsverhoringen, zoals het ver-
dwijnen van een besmettelijke ziekte onder het vee in 1771.
Aangezien ook hier het aantal bedevaartgangers jaar na jaar
toenam, werd er een comité opgericht, dat geld inzamelde en
in 1823 een eerste kleine kapel bouwde op de plaats waar de
eikeboom stond. In 1829 kwam de eerste kerkelijk georgani-
seerde bedevaart uit de parochie St.-Jacob te Aken, spoedig
gevolgd door vele andere uit België, Duitsland en Nederland .
In 1831 en 1873 werd de kapel vergroot en de voorzijde kreeg
de vorm van een achthoek. In het midden van de vloer bevindt
zich een mozaïek waar eens de eikeboom stond en het genade-
beeld kreeg zijn definitieve plaats op het linkerzijaltaar.
I n 1879 tenslotte kreeg de kapel haar huidige vorm met de no-
dige restauratie-aanpassingen in 1914 en 1938. Het onderhoud
van de kapel, sinds 1831 door kluizenaars verricht, werd in
1875 door Franciskanen overgenomen en met een onderbreking
van 1887 tot 1895 door de Jezuïten, tot op de huidige dag
voortgezet.
54
Vanaf 1895 werd door de paters naast de kap·el een imposante
kruisweg aangelegd, waarbij de kruiswegstaties zijn uitgevoerd
als grotten in lavasteen me-t beelden in witte Franse steen uit
het atelier van professor Wilhelm Albermann uit Keulen.
Dat Moresnet tot in onze tijden een belangrijke plaats inneemt
blijkt wel uit het feit, dat in 1950 een grootse viering ter
ere van het 200-jarig bestaan plaatsvond. Ook doen vele bede-
vaartgangers naar Banneux op hun pelgrimage Moresnet als hal-
teplaats aan.
De pijp van afb.la/b is afkomstig uit de pijpenstort van Win-
gender Frères in Chokier (Luik) en is vermoedelijk te dateren
tussen 1874, de start van de firma, en 1900 . De versierselen
van de kleding zijn vroeger geel geverfd geweest . Hiervan zijn
nog enige sporen achtergebleven. De kop is niet gemerkt. Op de
steel zijn blauw geëmailleerde blaadjes en geel geëmailleerde
wijnranken. De tekst op de band luidt: NOTRE DAME DE MORISNET
PRIEZ P.NOUS. (Coll. H. v.d . Meulen)
In de al eerder genoemde catalogus Pijp en Toebak (Bokrijkse
Berichten XVII, 19?9) staat onder nummer III B 48 eenzelfde
pijp beschreven: Notre Dame de Moresnet, veelkleurig geëmail-
leerde souvenirspijp in witte pijpaarde met op de pijpekop een
voorstelling van 0.1. Vrouw met Jezus. Tekst in band: NOTRE
DAME DE MORESNET PRIEZ POUR NOUS. Op de steel : blauw geëmail-
leerde blaadjes met geel geëmailleerde wijnrank . L.: 18 cm
H.: 4,5 cm. Wingender Frères, Chokier, 19e eeuw.
Het fragment van afb.2 spreekt voor zichzelf, maar is in zo-
verre nog interessant, dat het Maria toont met het Kind op
haar rechter- i.p.v. de linkerarm. Grof reliëf, Belgische fa-
bricage. (wordt vervoigd)
55
OUDE EMAILLE ROOKRECLAME
door John van Zetten
Sinds een jaar of zes ben ik
een verwoed verzamelaar van
zowat alles wat met roken te
maken heeft, en dan niet al-
leen oude tabakspijpen maar
ook tabakspotten en -blikken
enz. Maar de laatste vier
jaar is het accent komen te
liggen op oud reclamemateri-
aal en dan in het bijzonder
op de emaille reclameborden.
Reclame voor allerlei arti-
kelen is altijd al gemaakt,
al was dat in eerste instan-
tie in de vorm van uithang-
borden en -tekens aan het
gebouw waar een en ander te
koop werd aangeboden. Denk
maar aan de uithangborden
bij herbergen, aan de "Rookende Mooren" bij tabakswinkels en
aan al dan niet "Vergulde Gapers" bij drogisterijen. Hier en
daar zijn ook nog resten te vinden van muurschilderingen als
advertenties aan de gevels.
Maar rond 1890 deed een nieuw reclamemedium zijn intrede: het
emaille reclamebord. Dit was een duurzame vorm van reclame en
gemakkelijk met behulp van schroeven door gaatjes of uitste-
kende oortjes te bevestigen.
De borden werden het meest aangebracht op stations en aan de
muren van kruideniers- en sigarenwinkels. Vooral de laatste
waren vaak rijkelijk versierd met emaille reclameborden.
Toen dan ook bij de opkomst van de neon- en andere lichtre-
clame in de 60- er jaren het emaille reclamebord uit het
straatbeeld ging verdwijnen - al dan niet geholpen door verza-
melaars van al dat moois - behoorden deze winkels al snel tot
mijn meestgeliefde werkterrein.
Persoonlijk vind ik de vooroorlogse borden de mooiste.Wie kent
niet het al uit de jaren '20 daterende bord van ' Van Rossem's
Troost' met de afbeelding van de boef aan de schandpaal die 'n
pijpje aangereikt krijgt van een medelijden hebbende brave
burger?
Of de schitterende borden met een grijnzende nar van de 'Hof-
56
nar Sigaren'? Een van de leukere is ook het ·bord dat reclame
maakt voor FAAM rooktabak. Hierop is een Goudse( ?) pijp met
gebogen steel afgebeeld met de daarbij behorende tabaksverpak-
king. Dit bord stamt uit ca. 1929.
De 'Grote Drie'
De meest voorkomende borden waren van bedrijven met het groot-
ste reclamebudget. Van Nelle, Douwe Egberts en Niemeyer span-
den de kroon. Voor deze bedrijven zijn duizenden en nog eens
duizenden reclameborden vervaardigd. Zo startte D.E . in de ja-
ren ' 30 een groots opgezette reclamecampagne voor het merk
'Friesche Heerenbaai'. Niemeyer deed hetzelfde voor zijn 'Ster
Tabak'. Zo ook Van Nelle, waarbij mag opgemerkt worden, dat de
borden van de 'weduwe' uit die tijd vooral opvielen door hun
art-deco uitvoering.
Een leuke vorm van emaillereclame waren de kleine ongeveer 10
bij 15 cm grote bordjes. Vooral Van Nelle liet veel van deze
bordjes op de deurposten aanbrengen. Reclamepsychologisch ge-
zien een goede stunt. De klant zag immers die reclame als
laatste, voor hij naar binnen ging.
Willem II (sigaren) en Turmac (sigaretten) werden vooral door
hun emaille borden aan de trams in de grote steden bekend .
57
Maar zoals ik al schreef, het emaille begon in de jaren '60
s teeds meer van het toneel te verdwijnen om vervangen te wor-
den door de vaak levensgrote neon- en lichtreclames.
Dit betekende helaas het einde van een nu nostalgisch geworden
recl amemedium . Al leen de gaten in de muur zijn nog de stille
getuigen van een plek waar vroeger misschien wel tientallen
jaren zo 'n gekleurd reclamebord moet hebben gehangen.
Mocht u iets te koop of te ruil hebben op het gebied van de e-
maille reclame, dan houd ik mij van harte aanbevolen. Ook voor
allerlei informatie op dit gebied kunt u terecht bij :
John van Zetten, Van Reenenweg 79, 3702 SE Zeist , 03404-25688.
VRAAGBAAK 030-948 285
Wie kan mij vertellen wie de
maker is van dit pijpje met
het hielmerk IR, dat gevon-
den is in Utrecht langs het
Amsterdam-Rijnkanaal ter
hoogte van de voormalige
pont?
Ronald de Kroon, Poelhekkestraat 23, 3532 CM Utr.
58
PIJPROKERS IN RELI ËF
door J . van der Meu l en
Inleiding
Het tabaksgebruik heeft in de 17de eeuw in de medische wereld
en bij moralisten en zedepredikers veel emoties los gemaakt .
Dit nieuwe cultuurverschijnsel viel aanvankelijk bij de lagere
sociale bevol kingsgroepen in een vruchtbare voedingsbodem .
De toenmalige tabakken hadden een meer verdovende uitwerking
dan de hedendaagse . De oorzaak is enerzijds gelegen in de on-
zorgvuldige voorbewerking, zoals het fermenteren, waardoor
schadelijke stoffen vrij kwamen bij het verbranden . Anderzijds
bestond de plantaardige massa waarmee het pijpje werd gestopt
uit een mengsel van tabak en verschillende soorten kruiden,
waaronder ook enkele met 'drogerende' eigenschappen . Een comb i-
natie met het overvloedige gebruik van zwaar bier zal het
roes- opwekkende effect nog versterkt hebben . Het gebruik van
tabak en alcohol werd aangewend om uit de harde realiteit van
het kommervolle dagelijks bestaan te vluchten. In zekere zin
valt de normalisering van de tabak te vergelijken met de re-
cente acceptatie van soft drugs .
Tegen het einde van de 17de eeuw en voornamelijk in de eerste
helft van de 18de eeuw worden rokersattributen en pijprokers
en soms zelfs een rookster als hiel- of zijmerk op pijpen af-
gebeeld. De zijmerken zijn in een aantal geva l len een vergrote
weergave van het hielmerk, doch kunnen ook louter uit een oog-
punt van verfraaiing zijn aangebracht.
Bekende Goudse merken die op dit onderwerp betrekking hebben
zijn: de kwispedoor, de gekroonde pijp, de l i ggende pijp(en) ,
de gekroonde kruispijpen, de (rokende) man op de stoel , de man
in de boot , de visser, de man op de sjees en de boer in de
kan. Meestal zijn de pijpen met een zijmerk niet voorzien van
een hielmerk. Als de voorstelling op de ketel geen bestaand
pijpenmakersmerk uitbeeldlis het moeilijk de herkomst van de
pijp vast te stellen.
Beschrijving van de afbeeldingen
1. Deze eind 17de eeuwse pijp heeft een dubbel zijmerk. Op de
linkerzijde is een zittende vos met pijp afgebeeld. De
andere zijde l aa t het bekende Goudse merk de melkmeid zien .
De gravering is eenvoudig en vlak . De rand van de ketel
heeft gedeeltelijk een radering . Op de vlakke hiel bevindt
zich geen hielmerk .
Afmetingen : H.40, B.20, 0. 15rnrn.Bodemvondst : Haarlem
59
12
3
4 5
60
2. De identieke figuren op deze piJp ziJn in spiegelbeeld
weergegeven. Tussen de benen staan de letters Ben 0 . Het
reliëf is zeer vlak waardoor de voorstelling niet geheel
duidelijk is. Bij het schenken van de vormnaad is de af-
beelding beschadigd, het voorwerp in de hand Yan de man is
onduidelijk geworden en kan zowel een pijp als een trompet
zijn. De kopopening bevat geen radering. Er is een variatie
bekend waarop de letters A en A staan(!).
Afmetingen: H.41, B.19, 0. 13,5mm
3. Uniek is deze pijp waarop een engeltje met pijl en boog is
afgebeeld. Het figuurtje op de rechterzijde houdt behalve
de pijl ook een pijp vast. Op beide zijden staat ook een
vijf-bladige gestyleerde Tudorroos. De ketelrand is slordig
geradeerd en op de vlakke hiel bevindt zich geen hielmerk.
Datering: ca.1730 Bodemvondst: Venlo
4-8. Op deze veel voorkomende pijp wordt de aanvoer van de
tabak weergegeven . Op de linkerzijde staat een rokende moor
soms omgeven door een rookwolk (afb.7), met een karot tabak.
en een pijp in zijn handen. Zijn linkervoet laat hij tevens
op een rol tabak rusten. Naast de inlander is een tabaks-
plant zichtbaar . Op de andere zijde staat een vat tabak
waarboven een kroon, die centraal een Franse lelie heeft.
Soms staan op het midden gedeelte van het vat l etters, b.v .
HII (afb . 4) en PVR (afb .6). Tevens zijn exemplaren bekend
met de l etters WIPH en met een pijpenmand met CPG (!) .
Langs de vormnaden zijn parelranden aanwezig die soms de
voorstellingen omsluiten (afb.7). De stelen zijn met win-
gerd bladeren en druivetrossen versierd. De afwerking, vorm
en versiering doen vermoeden dat deze pijpen uit een ander
produktiecentrum komen dan Gouda. De pijpen worden in een
groot verspreidingsgebied gevonden (Den Haag , Amsterdam,
Rotterdam etc . )
Afmetingen: H.40, B.21, 0.15,5-1 6mm Datering: begin 18de
eeuw.
9-12 . Betrekkelijk algemeen ziJn de zijmerken met een rokende
visser op de ene en drie gekroondi zalmen (snoeken?) op de
andere zijde . Bij nauwkeurige beschouwing blijken onderling
vaak minieme verschillen te bestaan die vermakelijk zijn
om op te merken . Zo bli j ken de vissers wisselend succes te
hebben met hun vangst. Op de grond kunnen enige vissen lig-
gen, maar ook komen loze vissertjes voor . Een ander opval-
lend verschil is het uiterlijk van het plantje dat naast
de visser staat . De kroon boven de drie zalmen vertoont
61
..; -.....,
,•;;:
;--
62
9 10
11
12 13
63
een zekere mate van gelijkvormigheid, hoewel ze in detail
verschillen. Onder de drie vissen komen vaak initialen
voo r, zoals IDB (afb . 9,10), K:D: V (afb .11) e n DR (afb .1 2).
Op de zijkant van de hiel komen soms bijmerken voor in de
vorm van een vijf-bladig bloemetje, sterretje of een boog-
je . De kwaliteit is redelijk. Regelmatig bevinden zich
naast de vormnaden parelranden. Deze Goudse pijpen zijn
oms tre eks 17 20 vervaardigd. He t merk de visser staa t reeds
vanaf 1660 geregistreerd .
Afmetingen: H.37-39, B.19-2 1, 0 .1 5-1 5,Srrnn
13 . Van de boven beschreven p ij pen zijn ook varianten bekend
waarb i j de drie gekr oonde za lmen op de rechterzijde zijn
vervangen door een a ndere voorstelling. Op het exemplaar
van de afb eelding is een rokende man op een stoel te zien.
Volgens he t merkenregister zijn de me r ken de visser en de
man op d e stoel n a 1724 niet in het bez it van dezelfde
pijpenmaker geweest . Deze pijp moet ouder zijn of de voor-
s t elling aan de rechterzijde diende alleen als versiering .
De afmetingen zijn gel ij k aan de boven vermelde .
Een a nd ere uitvoe ring van dit type pijp heeft op de rech-
terz i jde een vr ouwtje op haa r gemak (kakstertje) met voor
z i ch een mand of ook wel met een plant (1 ) .
14 . Op deze bijzondere p ijp zit op de linkerzijde een vrouwen-
figuur met een koren schoo f en s i kkel in haar handen. De
andere z ijde is ouges i erd met een inboorling die een pijp
en een karo t tabak vasthoud t . Moge li jk syrnboliseerd het de
bloeiende landbouw en hande l. De p i jpekop heeft een rade-
ring en langs de vormnaad is een parelrand aanwezig, op de
zijkant van de hiel staat een vij f - bladige bloem.
Datering: begin 18de eeuw. Bodemvonds t : Venl o
Op een vergelijkbare pi jp s t aat op de linkerzijde een ro-
kende soldaat en op de rechterzijde een indiaan naast een
vat tabak, met een tabaksro l in de hand ( 1).
15. Op de volgende twee pijpen heeft de voorstelling op de
ketel geen relatie met een bekend pijpenmaker smerk. Het
eerste exemplaar bevat twee ontspannen roke r sscènes , be-
staande uit een man die met zijn voet s teunend op een
voetenbankje (test?) ru stig van zij n pijpje staat te ge-
nieten . Tevens houdt hij een kruikje vast dat ongetwi jfeld
gevuld is met geestrijk vocht . De roker op de a ndere z i jde
is j uist bez i g om met een g l oeiend kooltje, geklemd in een
vuurtang, zij n pijpje aan te steken. De uitvoering van het
reli~f getuigt van een goede kwaliteit .
64
14 15
16 17
18 19
65
16 . De gravering op deze pijp is zeer detailrijk en minit i eus
uitgevoerd . De beide heren (kooplui?) die s t aan afgebeeld
lijken in goede doen te zijn. Vooral van de rechter mans-
persoon krijgt men de indruk dat deze in oosterse kledij
is gestoken , let hierbij ook op het schoeisel. Tussen de
voeten bevinden zich kronen. Op de linkerzijde is op de
zijkant van de hiel een boogje aangebrach t. Evenals bij
de vorige pijp bevinden zich hier parelranden langs de
vormnaden, bovendien is de ketelrand voorzien van een
radering.
17. Op deze na 1740 vervaard i gde pijp staat een heer met een
bos tulpen(?) afgebeeld, tevens klemt hij een document(?)
onder zijn arm . De zittende r oker op de andere zijde is
niet gekroond. De voorstelling moeten we a ls verfraaiing
zien en niet a l s me~k opvat ten. Het merk is onder de stoel
afgebeeld in de vorm van de letters VR. De Goudse pijpen-
maker Pieter van Reede is de meest waarschijnlij ke maker. Op
de hiel zijn als bijmerk het Goudse wapen en al s kwaliteits-
aanduiding de letter S gezet.
Afmetingen: H.38,5 B. 20 0 .1 6mm . Bodemvondst : Gouda
18 . In tegenstelling tot de gebruikelijke parelranden is deze
kop vers ierd met een bladerkrans , die de reliëfs begrenzen .
Zowel op de linker- als de rechterzijde is een pijproker
te zien . De uitvoering is echter verschillend. De ene ro-
ker zit op een stoel,de andere op een krukje. Bovendien
heeft de linker figuur een kruik tussen zijn voeten staan.
Op de hiel kunnen bijmerken voorkomen in de vorm van een
boogje of stippen. De gravering is eenvoudig. Door slijtage
van de mal worden veel van deze pijpen gevonden met een
vage voorstelling . De maker is niet bekend .
Afmetingen : H. 41 B.2 1,5 017mm . Bodemvondst : Amsterdam
Van de voorstelling op de rechterzijde zijn variaties be-
kend . Soms staat de pe r soon met een kruik afgebeeld, ook
is het mogelijk dat de roker is vervangen voor een rook-
ster (1) .
19 . Een bijzonder fraai gedecoreerde pijp met een pijproker en
viss e r . Op dit exemplaar zit, door een produktiefoutje, de
pijpekop niet meer aan de s teel vast, doch zweeft t er hoog-
t e van de knie van de roker. Boven dit tafreel is een ge-
kr~ond en met veel lofwerk versierd wapen van Gouda, vast
gehouden door twee leeuwen, geplaatst. De visser houdt een
enorme vis vast en heeft een soort pikhaak over zijn schou-
der . Rond zijn hoofd zijn de letters IV DS aangebr acht .
66
T~{~;:" ::~•'°;"(. --:~-,."1,
t· ~ :;r;.
:1--
. :!f
,:.>_i;
20 21 22
24
1 ·vjjJ ·, 1-1. .
.
;•l~.' $ f'2 · I .:,. " "-:
· =<~.·• i; , 25 26
'
'\..,-
23
27 ' 28 30
67
Als pijpenmaker zou Jan van der Sluis uit Utrecht in aan-
merking kunnen komen. Echter gezien de kwaliteit en de da-
tering , derde kwart 18de eeuw , maakt deze veronderstelling
niet waarschijnlijk . Er zijn geen b i jmerken aanwezig.
Afmetingen: H.46 B.24 0.19rnm. Bodemvondst : Hazerswoude
20. Behalve de grote en dubbele zijmerken komen ook rokers-
scènes voor op enkelvoud i ge zijmerkpijpen. De voor-
stellingen zijn vaak ook eenvoudiger uitgevoerd. De zit-
tende roker op deze pijp is slechts één cm groot . De man
lijkt op een kei te zitten en lijkt op een aangepaste
versie van Job op de mestvaalt . Gelet op de bijmerken is
de pijp na 1740 geproduceerd .
Afme tingen : H. 39,5 B. 21 ,5 0.17,5mrn
21 . I e t s groter dan de vorige is het merk de man op de SJees
weergegeven . In dit tweewielige rijtuigje, waar een kap
overheen getrokken kan worden, zit een man zijn piJp j e te
"smoren" . Omstreeks 1760 is de Goudse pijpenmaker Jan van
der Werf de eigenaar van dit merk.
Afmetingen : H. 40 B.22 0.17mm.Bodemvondst: Amsterdam
22 . Het merk ' de gekroonde twee schoppen ' is algemeen bekend .
De Goudse versie heeft slechts op een zijde een reliëf.
Deze pijpekop die door Philip Hoogenboom uit Alphen aan
den Rijn is vervaardigd heeft een rokende visser als twee-
de merk. De pijp is omstreeks 1750 geproduceerd en is van
redelijke kwaliteit. De ketelrand heeft gedeeltelijk een
radering (3) .
Afme tingen: H. 41 B.20 0 . 16mrn . Bodemvondst: Alphen aan den
Rijn
23- 26. Van het Goudse merk ' de man op de stoel' ziJn zeer veel
variatie s bekend . De detailering kan sterk uiteen lopen.
Het meest eenvoudige zijmerk is de voorstelling van afb.25
waarbij de contouren schematisch zijn aangegeven.
Afmetingen: 40- 45 B. 20- 24 0. 16-20mm,Bodemvondsten: Gouda,
Alphen aan den Rijn
27-29 . Een amusant merk is 'de boer in de kan '. Ook van dit
merk worden veel variaties aangetrof f en . Vooral de kan
waarin de boer steekt kent verschillende uitvoeringen . De
oorsprong van dit merk is onduidelijk. Opmerkelijk is de
l obben- of ribbenpijp van afb.29, die regelmatig in Alphen
aan den Rijn wordt opgegraven. Het is echter niet zeker
dat hij ter plaatse ook vervaardigd is. De meeste pijpen
zijn omstreeks 1750 geproduceerd .
68
32
33
69
32 32a
33
69
30. Deze visser, die vrijwel de gehele zijkant beslaat, is een
vergrote uitgave van het figuurtje van afb . 22 . Het reliëf
is zeer scherp en er zijn veel kleine detail s zichtbaar .
Evenals de gravering getuigt de afwerking van de pijpekop
van goed vakmanschap. Er is een radering aanwezig , maar
bijmerken ontbreken. Dit type pijp wordt regelmatig in
Alphen aan den Rijn opgegraven en is mogelijk in deze
p l aats vervaardigd . De voorstel l ing op de ketel komt niet
overeen met enig Gouds merk . Datering : midden 18de eeuw .
Afmetingen : H. 43 B.22,5 0 . 18,Smm.Bodemvondst : Alphen aan
den Rijn
31-Jla. In een medaillon, vastgehouden door twee gekroonde
leeuwen, zit een bacchantje (putto) op een wijnvat. In
zijn linkerhand houdt hij een pijp en in de andere hand
een roemer . Aan de bovenzijde staat in een lint de tekst
DE GOEDE VRINTSCHAP en onder het medaillon MET SMAAK TE
CONSUMEREN A: I:SON . Hoewel deze niet gerookte pijp werd
aangetroffen in de pi jpenstort van de Goudse pijpenmaker
Frans Verzijl is het niet waarschijnlijk da t hij hem heeft
gemaakt (2). Het hielmerk is de gekroonde komfoor dat werd
gezet door Pieter Lens de Oude . Waarschijnlijk is de pijp
omstreeks 1760 gemaakt in opdracht van een zekere A.I. Son ,
die mogelijk pijpenhandelaar was .
Afmetingen: H.47 B. 23 0. 17mm.Bodemvondst: Waddinxveen
32-32a . Fraai versierde pijp met rokerstafreel , waarbij twee
heren aan een tafel zitten te drinken en roken . In een lint
boven deze scène staat DE GOEDE VRINTSCHAP, soms aangevuld
met EN VREDE. Het hielme r k is de leeuw in Hollandse tuin
die omstr eeks 1770, de productiedatum ~an deze pijp, eigen-
dom was van Frans Verzijl (2) . De steel is ri j kelijk met
wijnranken en druiventrossen versierd .
Afmetingen : H.47 B. 23 0 . 17.Bodemvondst: Waddinxveen
Van deze pijp is een variatie bekend waarbij de rechter
manspersoon is vervangen door een zit tende vrouw . Ge l et op
de verschillende hielmerken, b.v . de hoed en de gekroonde
A, die op dit typ e pijp voorkomen hebben meerdere pijpen-
makers dit motief in hun assortiment gehad .
33 . De versieringen op deze pijp hebben als doel reklame te
maken voor het Goudse produkt. In een cirkel bestaande uit
stippen zi jn diverse pijpverpakkingsmaterialen te zi en ,
zoals een ton waarop GOUDSE PYPE staat en enige mandjes.
De voorstelling wordt omzoomd door h et opschrift D.BLOEI-
ENDE PYPEHANDEL . Gelet op het schip op de achtergrond zal
70
met de tekst vooral de export bedoeld z i jn . De rokende
boer op de andere zijde heef t als tekst D. ROOKENDE LANDMAN
boven zijn hoofd s taan. Mogelijk is dit een tabaksmerk
waarvoor reklame gemaakt werd. De vormnaden zij n gemaskeerd
door eikebladeren en bloemetjes .
Afmetingen: H.46 B.26 0.19mm
34-35. Deze pijpen hebben zowel op de voor- a l s achterkant
identieke taferelen. De vorm verschilt enigszins, de rech-
ter pijp heeft in plaats van een blaadjes-versiering op de
vormnaad aan beide zijden uitbollende ribben . Tevens is
aan de onderzijde van de ketel een vijfnervig blad aange-
bracht. Onder de rokende inlanders staat het bekende ta-
baksmerk DE GEKROONDE MOOREN. Op de steel is de naam van
de opdrachtgever Louis Dobbelman te vinden. De pijp komt
uit een pijpenstort uit het laatste kwart van de 19de eeuw.
Afmetingen: H.46,5 B.29-33,5 0.22mm.Bodemvondst: Gouda
Aan dit artikel is meegewerkt door W.J.Alberts (afb.3,14), H.
Brinkerink (afb.4,5,12,15,16), P.Bakker (afb.33,35), J.Engelen
(afb .! 1) en A.van Esveld (afb.7).
Bronnen
J. W.Krommenhoek en A.Vrij, Kleipijpen, drie eeuwen Nederland-
se kleipijpen in foto's. 1986
2. J.van der Meulen, Het Goudse pijpmakersgelacht Verzijl .
Pijpelogische Kring Nederland, 4e jrg.,nr.15, 1981
3. J.van der Meulen, De " Gouwenaars" van Alphen aan den Rijn.
1986
NIEUWE LITERATUUR
S.Paul Jung. 19th Century patents, designs, and trademarks for
tobacco pipes and related material issued by the U.S . patent
office 1858-1899.
Bestellen bij: S.Paul Jung Jr., P.O.Box 817, Bel Air, Maryland,
21014, U.S.A.
Prijs: $69. 75
De Vrienden van het Tabaksmuseum - Wervik. Jaarboek 5, 1987
Bestellen bij: Blokstraat 8, B-8670 Wervik, België.
D.H. Duco. De Nederlandse Kleipijp. Handboek voor dateren en
determineren. ISBN 90-70849-13-5.
Bestellen bij: Bo~khandel Kooyker, postbus 24, 2300 AA Leiden
Prijs: !34,90
71
OUDE ADVERTENTIES
door F.Tymstra
H t s nuf fele n in oude tijd schriften kan soms leuke gegevens
1i1 l ever en . Zo trof ik in de 29e jaa rgang van " De Sigar en-
w1 nkel ier " uit 1935 een aantal adverten ties aan over de door
r;ccdewaagen uitgebrachte BM- pijp. Het nieuwe produkt werd in
maa rt geïntroduceerd op de Jaarbeurs t e Utrecht in s tand 3038,
o1, de derde etage . De pijp , omschreven als uiterst licht , smake-
1 i j k en sierlijk werd in 6 ver schillende mod el len en in dr ie
0rschi l lend e kleuren geleverd . Ze werden ver pakt in luxe do-
zen .
DE PIJP
uiterst licht, sm1k1lljk ,n sierlijk.
VER KOOP SP RIJ S :
met para mondstuk . . . 45 et.
mat im. barnsteen mondstuk 55 et.
1ot 15 AUGUSTUS 1935 wordt hieraan ver-
bonden een SLAGZIN WEDSTRIJD met een
groot aantal prachtige prijzen. Hoofdprijzen:
Vliegtochten naar
Brussel met bezoek
Wereldtentoonstelling.
GOEDEWAAGEN's KONINKLIJKE
FABRIEKEN, GOUDA
Waar schijnlijk hebb en we hier t e maken met een serie bar on ite-
pijpen met kle ine koppen en dubbele wando
Deze veronder s telling is gebaseerd op he t fei t , dat Zenith ook
der geli jke pijpen gemaakt heeft,waaronder het hierboven a fge-
beelde model . Goedewaagen heeft da t jaar veel reclame gemaakt
voor deze pijpen, in december kon men l ezen 11 De BM- pijp is
een pracht i g Sint- Ni co l aas geschenk". En e i genlij k nu ook nog !
72
lüe JAARGANG NR. 40 MAART, 1988
VAN DE REDACTIE ...
TIENJARIG PKN-JUBILEUM
Dit jaar bestaat de PKN ti en jaar. Een mijlpaal! Daar-
om zijn wij verheugd onze leden als jubileumgeschenk t e
kunnen aanbieden de INDEX over alle in deze tien jaar
verschenen nurrnners van ons blad. Wij hopen, dat dit de
toegankelijkheid tot ons blad ten goede komt en wiJ
wensen u dan ook veel plezier met dit geschenk.
PIJPENOVEN Weert
Op 18 augustus 1987 besli ste de Raad van de Gemeente Weert de-
finitief t en gunste van het behoud van de oude pijpenoven in
Weert van de firma Trumm-Bergmans. Tevens werd er begin novem-
ber een krediet beschikbaar gesteld voor het verplaatsen van
de oven van de Laarderweg naar de zijtuin van he t gemeentemu-
seum "De Tiendschuur".
Zo kwam e r een e inde aan de jarenlange " strijd" tot behoud van
deze unieke oven. Hiermee werd ook het belang aangetoond van
de samenwerking tussen he t bestuur van de PKN als off iciël e
vere niging en enke l e ti entallen led en , die vanuit hee l Neder-
land de gemeente Weert bestookten met hun brieven om deze oven
te behouden. Een en ander natuurlijk wel plaatselijk onder-
s teund door zowel privé- personen , lokale veren igingen en or ga-
nisaties , alsook door provinciale instanties als het Mijnmuse-
um. Dit kwam de bekendheid van dit project zodanig ten goede,
dat B & W van Weer t de oven voordroegen voor de plaa tse lijke
monumentenlijst en een verzoek t ot Den Haag rich t ten voor op-
name van de oven op de landelijke lij st van industrieel-arche-
ologische monumenten. In het begin van dit jaar hoopt men de
oven in zijn geheel te kunnen verpl aatsen naar "De Tiend-
schuur" om er na restauratie, samen met een nieuw in te rich-
ten pijpenkamer, een passende bestemming aan t e geven .
VERZAMELAARSBEURS Utrecht 1988
De redactie wil de standhouders van de verzamelaarsbeurs be~
danken die bi j hun aanvraag voor een tafel v erme ld hebben , dat
zij lid zijn van de PKN. Hierdoor hebben wij een bedrag van
!80,- voor de kas mogen ontvangen . Wij willen dan ook a llen
verzoeken, die voor de komende beurs een tafel of kraam willen
bestellen, op het aanvraagformulier de PKN t e vermelden .
73
BEDEVAARTSPIJPEN VAN EN UIT HET RI JNLAND 4
door Jos Engelen en Ferrie Kompi er
Bekijken we op bij gaand kaartje de liggi ng van die bedevaarts-
plaatsen, waarvan tot op heden ofwel de pi jpen zelf ofwel de
afbeeldingen in catalogi bekend zijn, dan is het niet verwon-
derlijk, dat de fabricage gezocht moe t worden in het geb ied
dat het hart van het Rijnland vormt : het Westerwald .
Het veelvuldig voor komen van deze pijpen t o t in onze str eken
is dan ook nie t zo vre emd, gezien de vele staatkundige ver b in-
dingen tussen het Rij nland ener z ijds en België en Nederland
anderzij ds in de voorbije eeuwen , en de handelsbetrekkingen
die zich voornamel ijk via de gr o te water wegen van Maas en Rijn
met de nabij gel egen gebieden voltr okken.
De betreffende pl aatsen zullen wi j, behoudens Kevelaer dat wij
al eer der behandeld hebben, in a lfabetische volgorde de revue
l a t en passeren.
Aachen
Van de oude Duitse keizer s t ad Aken wordt vermeld, dat reeds in
799 door de patr iarch van Jeruzalem via een monnik aan Karel
de Gr ote enige r e likwieën ges tuurd werden. Kei zer Kar el , die
ook de opdrachtgever tot de bouw van de Akense Mar iaker k was ,
gaf de r e likwieën een waardige plaats op een van de al taren in
deze Akense Dom, waar ze al gauw een grote vermaardhe id ver-
wierven. Deze uit vier delen bes taande relikwieënschat werd
bekend a ls de vier grote Heiligdommen van Aken: het kleed van
Ma ria, de windsel s en de l endendoek van Jezus , en de doek waar
ooit het onthoofde hoofd van Johannes de Doper in gewikkeld
zou zijn geweest. Sinds 1349 worden de relikwieën tijdens de
zg . HeiLigdomsvaart die gewoonli jk om de zeven jaar gehouden
wordt, aan het volk ge t oond.Overigens wor den ze bewaard in een
kos tbare Mariaschrijn. Vroeger vond de Heiligdomsvaart plaat s
i n de week r ond de l7 e juli, de dag van de inwijding van het
Mün s t er (ver geli jk het Muns ter van Roermond ) , zoal s een hoofd-
kerk van een bepaal de plaat s genoemd werd en bij voorkeur als
er een klooster (monas terium) aan verbonden was .
Vanaf 1972 echter v indt de he iligdomsvaart plaats r ond het
f ees t van Maria ten Hemelopneming op 15 augustus .
De op blz . 76 afgebeelde pijp is afkomstig uit de catalogus
van de firma J . Schilz- Müllenbach uit HBhr, en laat , hoewel
zeer swmiier, de vier "heiligdommen" zien, samen met een kruis
en het opschrift : Heiligtümer z . Aachen.
74
Wallfahrtsorte im Rheinland
.---- ~
• ♦ Aengenuch
Walbeck
Anralh •K.:userswerth
L.. __,,,,.-- • Klein ■ 1.ldenc;h ■ Gerre sheim
Jerusatem
{ Eimpl ♦ \ Monct1engladbach Sellkum Düsseldor1 r, _
\\~~""\♦ ♦
Hollum ·1 Heh·n •
./ \ \1 . B1rgelen ♦ f
--N"'-"""'i..:·~•Birk
--~ ~---...Ophoven,,_ ••Myhl
. ,,.N tevenhe•m
■
\·
· ' Agalhabe}g
( 'Gohr• 1 • •. •
•
:J'P• Mar1enho1d e
, /Oekoven
~H~ohkep·pe~l
\
• Mundl \
, I♦
Bra u n s r a 1 h ;'\ .~ ♦Knechtcted~n r' Weiden• /
H1aver t ,Re,-
;_K♦orrenz,g Schlebusc ♦ Biesfe ♦
1 7• Millen
Flo s.sdort ♦ Allanberg • .
Sp1tze
Ä od1n9e~\~.Berghe1ni Köfn l :s1amrnhe11n/ i...cff\
j,♦1'M. ~ari.illnden
Koslar ••Jul,ch Mungersdorl & Kalk l
A11dorl • • Wolfsho.,,en \ ~ .
AltJenhoven♦ Balkhav sen~'? F1sctienich f
1 \•
\. WaJllerber g
♦KinzwC>,ler • Notltb crg ~.i~~~~sweiler
■% Aacher1 ./ \.. •
♦ • ■U11lermaur~~h ♦S~llcr • Borr
Kornehmunst)II ( ...( Otrl;1u
-
o_~' , . •', Slelleln \ Münslorma,le1d• Oielkirchen •
Mana Marlhenlhal ♦
1•E1che1 a1n Gerols1e1n ♦ ♦ Spabrück.en
/ 75
lmmerath•
'·K..,rllbu•g\ .
\ Bergweiler ♦•
\s. \
\ \.."•- .-~--
·----------/'.. ) ·
r---,
Deze afbeelding
toont de vier af-
zonderlijke reli-
kwieën.
Deze werden en wor-
den na elke zeven
jaar opnieuw in
zijde gewikkeld.
De oude zijde
werd in stukjes
geknipt en beves-
tigd op afbeeldin-
gen als deze, voor
de pelgrim een ge-
wild souvenir.
Mfinster. Kreuz u.s.w. Heiligtümer
.M 42 z. Aachen
15 cm
M.
76
Barweiler
In Barweiler wordt Maria, de Moe-
der Gods met de Lelie, vooral in
de periode 8 september (feest van
Maria Geboorte) tot de 2e zondag
in oktober vereerd . Het jaar 1726
toen een verdorde lelie in de
hand van het genadebeel d in sep-
tember nieuwe knoppen en b l oemen
kreeg, wordt algemeen beschouwd
als de start van deze bedevaarts-
plaats.
Maria wordt aangeroepen voor ge-
nezing bij ziekten en voor vrij-
waring van en redding bij pest.
De meeste pe l grims zijn afkomstig
uit de regio van het vroegere
aartsbisdom Keul en, tegenwoordig
het bisdom Trier.
Door F. Tymstra werd in 1977 uit
een oude vorm de op de volgende
bladzijde afgebeelde nas l ag ge-
maakt. Deze t oont ons de kerk en
het genadebeeld van Barweiler .
De pijp komt uit een tweedelige
vorm, wit, rondbodem, hoogte 4 cm
met een steellengte van 12 cm.
Knopmondstuk, redelijk scherp re-
liëf.Fabrikant onbekend.
Onderstaande pij p toont ons eveneens de kerk en het genade-
beeld van Barweiler. De afbeeldi ng is afkomstig v.it de cat alo-
gus van de firma J . Schi lz- Müllenbach uit Höhr •
.M 652 M.
U. [ Frau v. &uweiler 13 ,.::n
77
cruss
V. BAR WE l LE R. ·
.s2 .3 4 LVV)
Bornhofen
Bornhofen vereert Maria ~ls de Moeder der Smarten, wat wordt
uitgebeeld door een Pietà , die uit de !Se eeuw stamt .
Naast de norma le bedevaartgang over l and vinden hier bedevaar-
ten op processieschepen plaats, waarop de H. Mis gecelebreerd
wordt.
Een pietà is een beeld van Maria met haar gestorven Zoon Jezus
op haar schoot na de kruisafname. Dit wekt ' t medelijden van
de beschouwer op , vandaar de naam. Overigens vindt deze voor-
stelling geen steun in de evangelies, maar stamt van de Duitse
mystiek . Sinds het begin van de 14e eeuw komt deze afbeelding
in hout voor. Aanvankelijk houdt Maria het lichaam van Chris-
tus rechtop op haar schoot, aan het e i nde van de 14e eeuw en
in de 15e eeuw rust Christus horizontaal op Maria ' s schoot.
Afbeelding afkomstig uit de catalogus van J . SchiZz~Müllenbach
uit Höhr .
].!~ 8
Muttergottes Bomhofen
14 cm
78
Heimbach
Ook hier staat Maria centraal in de verering en ook hier is
het genadebee-ld een Pietà zoals onderstaand bedevaartvaantje
ons duidelijk toont. De tekst op het vaantje spreekt voor
zich zelf :
0 Schmerzensreiche, du Todesbleiche !
Mit dir ich weine, und still vereine
mit deinem Weh ich all mein Leid:
De devotie ontstond in de !Se eeuw in het klooster Mariawald
in de Eifel en daarheen richtten de pelgrims hun schreden tot
aan het einde van de 18e eeuw. Toen dit klooster, zoa ls zovele
in de Napoleontische tijd, werd opgeheven, bracht men het ge-
nadebeeld over naar de parochiekerk van Heimbach, waar het
vooral in juli druk wordt ver eerd door pelgrims uit de regio
Aken, Euskirchen en DÜren.
De pijp op de volgende bladzijde (col l. F . Tymstra) is gemaakt
door Wilhelm Klauer u. SÖhne in Baumbach ( 1863-heden) en heeft
een steellengte van 13 cm, inc lusief het knopmondstuk . De van
deze pijp in witte klei heeft een hoogte van 4 cm. De linker-
kant van de pijp toont ons de Pietà met als t ekst GNADENBILD-
79
~ _ _ _ _ ___,__ _,_ _,_ .______.
2 J Lj 5 ('11
G/'IAt>ENBILD
Hcl MSMH
HEIMBACH, en de rechterzijde een tekst die we met verandering
van plaatsnaam nog meer zullen tegenkomen:
INHEIMBACH
HABICHANDICHGEDACHT
UNDDIRVONDORTDIESES
ANDENKENMITGEBRACHT
een tekst die duidelijk maakt, dat de piJp als herinnering aan
de pelgrimage mee naar huis werd genomen.
Heisterbacherrott
Met het hier afgebeelde fragment, waarvan
het vooraanzicht goed gesneden is maar eni-
ge letters onduidelijk zijn, moeten we ons
behelpen bij de volgende veronderstellingen:
1. De eerste twee letters AN z ijn duidelijk
en zouden ofwel het voorzetsel An kunnen
zijn ofwel de eerste lettergreep van Andenken .
De laatste letters ROTT zijn eveneens zeer
duidelijk. Maar de N ervoor is zeer onscherp
en zou ook een R kunnen zijn. Als we ervan
uitgaan, dat dit een plaatsnaam betreft, dan komt er s l echts
één naam in aanmerking als bedevaartsplaats en we l HEISTER-
BACHERROTT, wat, wanneer men deze letters reconstrueert , de
volgende tekst zou opleveren: AN HEISTERBACHERROTT.
2. In Heisterbacherrott wordt sinds 1911 de H. Judas Thaddeus
vereerd. Kijken we·naar de afbeelding, dan houdt de heilige in
80
ziJn rechterhand een onduidelijk voorwerp, dat echter mogelij -
kerwijze een relikwie zou kunnen zijn zoals die vroeger de
pelgrims ter kus werd voorgehouden. De martelaar s pa lm in zijn
linkerhand kan gezien zijn martelaarsschap wel k loppen, maar
is ons niet van afbeeldingen bekend . Toch blijven we het voor-
lopig tot nader tegenbewijs wordt geleverd houden op Judas
Thaddeus, die als helper in zware en hopeloze gevallen wordt
aangeroepen. Zijn feestdag is 28 oktober, maar het gehele jaar
door vindt er op elke Ie en 2e woensdag van de maand een vie-
ring voor pelgrims plaats.
Datering van het fragment: rond 1920 . Maker onbekend. Witte
klei.
Kornelimünster
Dit wordt ook wel als Cornelimünster geschreven , waardoor de
heilige die hier vereerd wordt, meer zichtbaar wordt: de hei-
lige Cornelius, paus van 251 tot 253 na Chr. Hij stierf in
ballingschap onder de vervolging van keizer Gallus. Hij wordt
afgebeeld in pausel{jk gewaad met als attributen een boek, een
zwaard of een palm, maar meestal met een hoorn. (Cornelius van
het latijnse cornu=hoorn)
De kerkschatten en de verering hebben hun plaats gevonden in
een vijfbeukige basiliek (50 bij 40 m), waarvan de zijbeuken
in hallenvorm (de zijbeuken zijn dus even hoog als het midden-
schip) in de loop van de 14e en 15e eeuw zijn opgetrokken.
Kornelirrrünster bij Aken
81
Bovendien werd er in 1708 een special e achthoeki ge Cornelius -
kapel achter het koor aangebouwd. Naast de be l angrijke kerk-
schat, waarond er een in ca . 1360 ver vaardi gd r eliekschrijn, een
borstbeeld van de H.Paus Cornel i us, bevinden zich in de kerk
en kapel nog de volgende belangrijke relikwieën : de schedel
van de heilige, eni ge armbotjes gevat in een monstrans , en de
Corneliushoorn waar uit gewijd Corneliuswater gedronken werd.
Buiten het feit dat de H. Cornel ius geldt a l s beschermheilige
van het hoornvee , wordt hij vooral aangeroepen bij vallende
ziekte en de stuipen , een gevre esde kind erz i ekt e , die in Bra-
bant en Limburg ook wel St .-Corneliusziekte genoemd wo rdt.
Dit is d1ordinariife Penitentie ofte Oeveninghe der
Mcnfchcn, wclckc gci~commodert (yn met re Sicckcevan S. Cornelius.
Den Heyligen CORNELIUS
Is ccncn Patron van de vallende SicckdeL
T En itrll:cn îal hyîclfs ofte door erncn anderen laeten bedelen ter eucn
van den Alllnoghcnden Go.Jt, ende vm Sc. Co rnelius fo veel Corrn, ars r,y
f.,,, aer is,cndc dat Gëldt,d2t her ,..e,dis lal men fcndcn tot Sr Gornelt u1 . MÜ nOcr
omrrenl t\ecken voor cinen Offer In de C2pell 2eh1er den hoghcn t\ucaer I ehdc
der eercn vrn de P2f.,l c Chrilll,dc0elfl gcbencdcytc Moeder Maria , ende dct Ver-
dccnOen van den Heyltghen /.hrtdacr Cornelius r,I hy v2!1cn een gchcd \•er la ng;
:,lle Vrydacg1 mer een f,1aclryd Ie vre cdc w d~n : bn h y rclfs nlr v2!1rn ,läl 1y eenen
anderen voor lich doen va!1cn,ofie naeriyn macht een nu31tydr 2 n ccnen 2rmet1
Mcnfch geven,cnde dry Pa1cr no(kr en Ave Mar12,o fl vy ff.olle vytllilic,1 fp,cckrn 1
en fo lang hy lcdfr,fal hy den d~gh van~, Cornellus nncn r,clyck dm 5ond~gh.c n
d(S voq;?enden A\'ontsva!1en : dtn dlgh kon,pt In den Hc1sf1 op H. Cruy~dagh den
J4- S(ptcmbcr,cndc hy (al Alle faer brcni:cn one <enden in de votJ1nom8r Cnp dlc
ecncn n1vcrc:n Pennlng,001 dac:rmedc te bclcennen,dat hy is cchcn Man ofte Pltgum
van Sr, Corn~1lut.
Ood~elte uit eon P onitentio ol Oefe.ning ter eere va.n don H. Cornelios tegen vallende ziekte.
De pelgrims komen voornamelijk uit he t Maas- Rijngebied , wat
nie t zo verwonderlijk i s , a l s we weten dat hij in tal van
plaatsen in België en Nederland ook vereerd wordt, waarvan ook
de volgende afbeelding uit Zoutleeuw (B) ge tuigt.
82
Ook de veelvuldige pijpenbodemvondsten
in verschillende uitvoeringen getuigen
van de vermaardheid van dit pelgrims-
oord en zijn heilige.
Als eerste voorbeeld hiervan tonen we
een serie van vier pijpen met onderling
kleine verschillen:
afb. 1 Pijp uit een driedelige vorm,
compleet met knopmondstuk, ket el met
knophiel, witte klei, hoogte van de kop
zonder hiel 37 mm, lengte van de steel
12,5 cm. Maker: Wilhelm Klauer u. SÖhne
in Baumbach. (Coll. F .Tyms tra)
Het vooraanzicht toont de heilige. De
mantel is blauw geschilderd , het kleed
Il. ( o rtll'lins , Biil \·oor v ll~. rood, de staf geel.Daaronder de tekst:
ST . CORNELIUS. De rechterkant van de ke-
tel laat de achtkantige kapel zien met geel dak, rode muren en
blauwe ondergrond. De linkerzijde van de ketel toont in een
cartouche de tekst: ZUM ANDENKEN AN CORNELIIMUNSTER.
afb. 2 Dit fragment is eveneens afkomstig uit een driedelige
vorm en toont dezelfde afbeeldingen als de vorige pijp. Voor-
zijde: ST.CORNELIUS; op de linkerzijde van de ketel in cartou-
che: ZUM ANDENKEN AN CORNELIMUNSTER en op de r echterzijde de
achthoekige kapel. Het vooraanzicht is redelijk scherp gesne-
den, ketel met knophiel, wit. Maker: Julius Wingender und Co.
in HÖhr (1796- na 1940) (Coll. F.Tymstra)
Hier wordt de H.Cornelius het duidelijkste als paus met staf
en tiara getoond.
afb. 3 Afbeelding van eenzelfde piJp als afb. 1 en 2 uit het
jaarverslag Pijpenkamer Icon 1976 pag.58 door D.Duco. Hoewel
praktisch identiek beelden we ze toch af vanwege de minieme
verschillen.
afb. 4 Uitsluitend afgebeeld vanwege de kleine vormafwijkingen
en de mooie reliëftekening van de kapel. Goed gesneden en ge-
tremd. Glanzend opgewreven. Vindplaats: Rolduc. (Coll. J . Enge-
len nr. 1697)
afb. 5 Totaal afwijkend van de vorige pijpen is dit en het
volgend exemplaar, dat St.-Cornelius laat zien staande op de
steel achter de ketel. Zowel afb.5 als 6 zijn afkomstig uit
een tweedelige vorm. Het hier getoonde fragment toont een he-
laas onthoofde heilige met de tekst ST.CORNELIUS op de achter-
83
afb. 1
2
.- -•- -- __ __ ___,,______.,
z3 4
3
84
SL
CoRNEuus
afb. 5
H . CoR IIELILJS
IN CORIJl!l.WSl'IUN.,-
HAGlCH 11N OlCHG,fOACl-fT
UNO 01RVO>I oo~TOrtSf S
M• Oi>N ~ r,~M ll"(,tll/llfÇW
afb. 6
zijde en l inks de teks t: Anclenken an die WALLFAHRT. Deze wit te
rondbodem is 4 cm hoog en de maker onbekend. (Col l. F.Tymstra)
a fb . 6 Deze pijp komt ui t de werkp l aats van Paul He in und Sohn
in Hilgert. Rechts de tekst : H. C0RNELIUS en links he t onder-
tussen bekende ri j m:
IN C0RNELIUSMUNSTER
HABICHANDICHGEDACHT
UNDDIRV0ND0RTDI ESES
ANDENKENMITGEBRACHT
De tiar a van Cornel ius i s geel besch i l der d , de mantel rood en
het kl eed wi t . Witte rondbodempijp me t knopmondstuk . Hoog t e
4 cm, l eng te van de ste e l 12 ,7 cm . (Coll . F . Tymstr a)
Langenfe ld
In de parochiekerk van Langenfeld wordt het uic de !Se eeuw
daterende houten beeld ver eerd van St .-Jodokus, de bescherm-
heilige van oogsten en veldvruchten. Sinds 1702 bezoeken gelo-
vigen uit het gebied van Rijn, Moezel en Ahr zowel het beeld
als de relikwieën van de heilige, die in een monstrans gezet
ziJn . De pelgrimstijd spitst zich toe op v i er weken, begi nnend
op de eerste zaterdag voor 20 september .
85
---· -----------------,
)i 651
St. Jodolrus Langenfeld M .
13 cm
Afb. 1
S-r. .Jon oc:1' u s.
Afb. 2 4l j f <- Vl'J
Van Langenfe ld kennen wij twee pe lgrims pi j pen:
afb . 1 Deze komt weer uit de catalogus van J . Schilz-MÜll enbach
uit HÖhr.
afb. 2 Deze piJp van Wilhelm Klauer u. SÖhne in Baumbach lijkt
ster k op de voor gaande. Hij komt uit een tweedelige vorm en is
van witbakkend e k lei. Rondbodem, knopmondstuk. De hoogte van
de kop is 4 , 2 cm, de steellengte gemeten vanaf de helft van de
bodem 12 , 4 cm. De linkerzijde toont ons de heilige, staande op
de s te el, en op de ketel bevindt zich de afbeelding van de
kerk. Op de steel de tekst : ST.JODOCKUS . Op de rechter zijde
lezen we in een soort wapenschild- cartouche de ingedrukte
tekst : Gruss aus Langenfeld. (Coll. F.Tymstra)
Neuss
In Neu ss wordt de heilige Quirinus v ereerd . Het betreft hier
de Romeinse soldaa t - martelaar . Volgens de legende zou hij paus
Alexander I gevangen hebben genomen, maar daarna door de ze ge-
doopt z ijn. Onder ke i zer Hadrianus werd de Romeinse t ribuun
gemarteld en begraven in de catacombe van Praetextatus . Dit
zou in het jaar 130 n. Chr . hebben plaatsgehad. Zijn gebeen t e
86
werd door paus Leo IX aan ziJn zuster Gepa, abdis van het
stift te Neuss, geschonken en zou daarheen in 1050 zijn over-
gebracht. Van hieruit werd de verering van St. -Quirinus over
de oude Keulse kerkpr ovincies en het Rijnland verspreid.Sinds
de middeleeuwen geldt hij als de stadspatroon van Neuss en
wordt hij aangeroepen tegen oogziekten , jicht en verlammingen.
Daarnaast is hij de beschermer van paarden. Vandaar dat er in
sommige plaatsen ter ere van hem paarden-processies worden ge-
houden. Meestal wordt hij afgebeeld als soldaat met zwaard of
speer en palm.
Bekijken we onderstaande pijp, waar-
op St. - Quirinus staat afgebeeld, dan
valt meteen op, dat hij hier niet als
soldaat maar als 'heilige ' staat ge-
presenteerd.
Toch nemen wij aan, dat deze pijp
(N.Augustin" Monografieën over klei-
pijpen" nr. 8" Pijpen uit het Wester-
wald)
wel degelijk de H.Quirinus uit Neuss
voorstelt, en wel op basis van de
volgende overwegingen:
1 - van andere heiligen van die naam is
\ 1 l:
ons geen bedevaartsplaats bekend
- de grote bekendheid die Neuss als bedevaartsplaats bezat
- vele heiligen werden door de kerk zo 'officieel ' gepresen-
teerd ongeacht hun vroeger l even of ambt
2 3 4 j CW}
Nie ls Augusti n" L
Pijpen uit het
87
rlesterwald
de volgende gelijksoortige pijp is gemaakt door Klauer, die
veelal gebeurtenissen en personages uit de regio als onder-
werp voor zijn pijpen uitzocht om een goede afzet te waar-
borgen
Het tweede pijpefragment, eveneens zonder pl aatsaanduiding,
laat een · redelijk goed gesneden vooraanzicht zien van St .-Qui-
rinus met martelaarspalm, en aan weerszijden van de ketel een
tak met eikebladeren en eikels.
Deze witte pijp is donkerbruin gelakt, terwijl de afbee l ding
van de he ilige en de eikels in goud zijn uitgevoerd . De hoogte
van de ketel zonder de knophiel is 3,8 cm. Maker : Wilhelm
Klauer und SÖhne in Baumbach . (Coll . F . Tymstra)
1 .J 4
(wor dt vervolgd)
AAN ONZE GRAVENDE LEDEN .
Een van de doelstel lingen van de Pijpel ogische Kring is het
verwerven van nieuwe kennis over de kleipijp . Daar hoort ook
het zoeken en opgr aven van bodemvondsten b ij . Indien dit ge-
beurt op "vrije grond" dan juichen wij e lk initiatief toe,
opdat kennis niet verloren zal gaan.
Begeeft men zich op verboden terrein , dan is dit op eigen ri-
sico met alle gevolgen van dien. U kunt aan het l idmaatschap
van de P . K. N. echter ninnner enig recht ontlenen .
Wij keuren het graven op t erreinen waar archeologen met weten-
schappel ij k onder zoek bezig zi jn zonder meer af . Mocht u de
indruk hebben dat men tijdens officiële opgravingen geen b e-
langstelling toont voor het aanwezige pijpmateriaal, biedt
dan uw diensten aan dit te mogen onderzoeken.Op deze wijze
dient u als amateurarcheoloog de we t enschap . Wij wensen u
voor 1988 veel p lezier met uw hobby toe .
88
NASSOUWE EN DE ZEEUWEN
door Cees Faas
His torie
In 1688 zeilde stadhouder Willem I II naar Engeland, waar hij
in 1689 t ot koning gekroond werd. I n dit jaar 1988 zal dit
feit zowel in Engeland als Nederland herdacht word en.
Willem III ving zijn zegetocht i n ' Nederland ' aan in 1668 . In
da t jaa r r e i sde hij naar Zeeland en werd na e en triomftocht
door de Staten van Zeeland benoemd tot eers t e edele van Ze e-
l and. ' Deze Eerste Edele of Premier Noble bezit de eerste
plaats in de Zeeuwse Staat svergader ing en komt zo eenige wil-
len, van ' t Marquisaat van Vli ssingen en Veer e, ge lijk Konink
Filip die Heerlijkheden gekocht hebbende . Zo hebben de Prinsen
van Or anj e als eerste Ede len altij d plaats en stem in Zeelands
Raad gehad, of Gemagtigden gezonden.' (1)
Van deze rei s en benoeming getuig t een pijp , die in 1668 ge-
maakt zal zijn . Dit _lijkt waarschijnlijker dan 1672 , toen Wil-
l em III na zijn benoeming tot stadhouder van Holland, hierop
in Zeeland nog enige dagen moest wach t en. ' Er war en n. l . in
Zeeland velen, ook onder de Oranj e- aanhangers, di e in 1672
voelden voor de Enge l se vredesvoorstellen, maar daarin wilde
de prins niet meegaan. ' (2)
Beschrijving van de pijp
Op de s t ee l (d i kte 11 mm ; diameter van het rookkanaal 2 , 6 mm)
staat aan de linkerzijde NAS (SOUWE) en aan de rechterzi jde
DEZ (EEUWEN) (3) (A fb . 1) De hoogte van de pijpekop bedraagt
44 ann . De linker zijde toont Willem III in een ovaal als gehar -
nast ridder. Hij draagt de commandos t af in z ijn r echter hand en
zijn linkerhand rust op de heup, met de palm naar buiten : een
karakteris tieke 17e-eeuwse pose (z ie ook a fb. 888 en 888a in
Kleipijpen, geschr even door W. Kromrnenhoek en A. Vrij ) . (4)
De lange sluike haren zijn kenmerkend voor Willem III. In een-
zelfde pose wordt hij o . a . ook afgebeeld op een ongedat eerd
schilderij van Caspar Netscher (1639-1 684) met op de achter -
gr ond een cavalerie-scène; alleen heeft hij zijn helm terzijde
gelegd . (Afb . 2) Dit schilderij hangt in het Rijksmuseum t e
Amsterdam .
De r echt erzijde van de pijpekop laat h e t wapen van Zeeland
zien b i nnen een dubbele omlijsting . Het hielmerk van deze pijp
i s uite raard het wapen van Zee l and. (A fb . 3) (5)
89
afb. 3
90
afb. 2
Bronnen
1. M.Gargon . Walcherse Arkadia. Blz. 302,303, 1715
2 . D.J.Roerda, Nassau en Oranje . Blz. 165, 1979
3. F.H . W. Friederich . Pijpelogie. Bl z . 65, waar de steel geda-
teerd wordt op 1660.
4. W. Krornmenhoek en A. Vrij. Kleipijpen . Afb. 888 en 888a, z.j .
5. D.H . Duco. Merken van Goudse pijpenmakers 1660-1 940 . Afb .11 9
1982
91
HET TESTAMENT VAN DE HOORNSE PIJPENMAKER HIJE JANSZ.
door F. Tymstra
Over de nijpennijverheid in Hoorn en Enkhuizen is nog maar
weinig bekend . Het onderz oek wordt bemoeilijkt doordat de
gegevens in het Hoorns Archief moeilijk te vinden zijn . Daar-
bij hebben Hoorn en Enkhuizen geen gilde gekend .
Kor t geleden kwam ik in het bezit van een akt e van notaris
Munt uit 1662, die door de Heer S, Jong bij toeval is ontdekt .
Deze akte werd opgesteld ten behoeve van " Hije Jansz .
pijpemaker woonende al-hier> tot Hoorn ".
~'jr, ~'¼'j.-J,j,,_..,,.......a- ~ t , ~
~C7$)~
Hoewel Hije ziek te bed ligt , i s hij nog helder van geest .
Voor het geval hij komt te overlijden, laat hij een testament
maken waarin hij zijn bezit tingen aan meerdere personen ver-
maakt. Ene Joachim Mulder erft " sijn swar>t lakense mantel- .
Met een cooper>e betspan. I tem een webje linnen gr>oot 26 eZl- .
Met een col-ur lakens pack. Beyde s taende in de banck van l-ee-
ningh mits dat hij Joachim het sel-ve op sijn eygen costen
sal- moeten lossen ".
Tevens krijgt Joachim "twee tinnen schotel-en, twee kZeyne
aerde schuttel-tjens ende een gr>oote tinnen kanne ".
Zi jn knecht Pieter Jansz . zal zijn verdere huisraad erven,
benevens zijn bed met toebehoren . Aan een derde genoemde per-
soon, Jacob Jansz . legate ert h ij "dY'ie tonnen met nieuw ge-
maakte Tobaex pijpen". Tenslotte noemt hij " Jan· Heijeks;:: .
pijpemaker woonende tot Enchuysen".
~~y~-11~~~~t,,
k ~~~1
Hij verklaart hem tot en ig en universeel erfgenaam , Hij krij gt
alle verdere goederen die buiten de voornoemde l egaten over-
blijven, echter met inbegrip van de uitstaande schulden . Over
deze geërfde goederen mag hij vrij beschikken.
Jammergenoeg zijn de "verdere goederen" niet beschreven. Het
is niet uitgesloten dat de inventaris van de pijpenmakerij
daar deel van uitmaakte, daar Jan Hijeksz. eveneens van beroep
pijpenmaker was . Gezien zijn naam zou hij een zoon van Hije
92
Jansz. kunnen zijn, die naar Enkhuizen was uitgeweken om daar
een bestaan op te bouwen.
Interessant is de ondertekening van deze akte door Hije Jansz.
" Dit marcg ® is gesteZt bij Hije Jansz ."
Hij tekent met ziJn huismerk,een kruis in een cirkel. In de
regel gingen huismerken over van de vader op de oudste zoon.
Jongere zonen brachten voor gebruik een kleine verandering
op het bestaande huismerk aan. Bijvoorbeeld een extra pootje
aan het kruis . Huismerken werden gebruikt als ondertekening
of voor het merken van produkten. Hoewel nog niet gevonden
zouden er pijpen van het Hoornse type kunnen bestaan, voor-
zien van dit merk.
Het belang van de akte.
Uit de gegevens die het testament vermeldt, kunnen we enige
conclusies trekken.
1. Voor het historisch onderzoek levert deze akte twee nieuwe
namen van pijpenmakers op, werkzaam in Hoorn en Enkhuizen.
Tussen deze twee pijpenmakers bestaat een familie- of zaken-
relatie.
2. Tot nu toe werd aangenomen dat de pijpennijverheid in beide
plaatsen vóór 1650 verdwenen was . Met de nieuwe gegev ens wordt
de produktieperiode aanzienlijk verlengd . In Enkhuizen ging
de produktie na 1662 zeker nog enige jaren door.
3.Hij e Jansz. vermaakt 3 tonnen nieuwe pijpen aan Jacob Jansz.
Hij is dus tot kort voor zijn ziekte als pijpenmaker in Hoorn
actief geweest .
4. Hije bezit schulden en heeft goederen beleend bij de bank
van lening. We mogen aannemen dat de verdiensten niet hoog
zijn geweest.
5. Uit de genoemde personen kunnen we opmaken dat het hier
een kleine pijpenmakerij betreft, z.g.n.huisarbeid.
Bronnen : Archief Westfriese Gemeenten Hoorn,boek 2136,akte
7 mei 1662, blz.118-119
- J.van der Meulen: Huismerken gezet door pijpenmakers.
P.K.N. nr o34, blz.44-45,1986.
93
DE VERWARRI NG ROND HET PIJPMAKERSMERK "DE KOFFI EPOT"
door P.K. Smiesing
Inleiding
Ruimtegebrek noodzaakte mij mijn verzameling pijpekoppen dras-
tisch uit te dunnen. Vooral de gouwenaar, de meest gevonden en
verguisde pijpekop, moest het ontgelden . Met dit type pijpekop
heb ik in de loop der jaren mijn merkenbestand grotendeels op-
gebouwd. Aangezien van elke in de verzameling opgenomen pijpe-
kop steeds de bel angrijkste gegevens werden genoteerd, behoef-
de ik van ieder merk slechts enkele exemplaren te bewaren.
Om de beste koppen en afdrukken van de merken te selecteren
moesten alle bewaarde pijpekoppen nog eens in de hand genomen
worden . Hierbij bleek dat ik in het begin van mijn verzamelpe-
riode verscheidene figuurmerken verkeerd had geïnterpreteerd.
Met behulp van de naslagwerken van Duco (1) en Laansma (2)
poogde ik de fouten op de kaarten te verbeteren. Aangezien
deze werken niet altijd de gevraagde opheldering wisten te ge-
ven, werden nog enige beschikbare publikaties op dit gebied
geraadpleegd. Bij één van de figuurmerken, de koffiepot, werd
de verwarring na het raadplegen zo groot, dat ik aan het eind
van het onderzoek voldoende stof had voor dit artikel.
Het merk de ko ffie pot op de hiel van de pijp
In mijn verzameling bevindt zich een gouwenaar (ovoÏde) met
een flink stuk steel, waarop de naam van de pijpmaker L. VER-
RYST en de plaats van herkomst IN GOUDA te lezen is. Op de
hiel van deze sierlijke kop zien we een slanke langgetuite pot
met deksel en oor. (3) (Afb . 1)
Zoeken we deze pijpmaker op in het werk van Laansma,dan blijkt
dat Lieve Verrijst in 1730 wordt vermeld als eigenaar van het
merk de ko ffie ketel en in 1746 als eigenaar van de koffiepot .
De koffieketel en de koffiepot zijn dus hetzelfde merk.
Dankzij deze bodemvondst weten we nu hoe het merk de koffiepot
in die tijd (1730/1746) werd weergegeven.
Het merk de koffiepot wissel t in 1746 van eigenaar. (2 ) . Vanaf
dat moment is het merk in handen van Jan Brenkman . Hij blijft
tot zijn dood, omstreeks 1782, eigenaar van het merk de kof-
fiepot .
Bekijken we bodemvondsten met dit hielmerk, dan zien we dat
het merk op trechtervormige koppen vanaf 1700 ongeveer tot
1730 gekroond is. (Afb. 2) Als de trechtervormige ketel rond
1730 plaats maakt voor de vroege ovoÏde kop, dan is het merk
zonder kroon. (Afb: 3) Ook op pijpen uit het laatste kwart van
94