The words you are searching are inside this book. To get more targeted content, please make full-text search by clicking here.

PKN Kwartaalbladen jaargangen 6 t/m 10

Discover the best professional documents and content resources in AnyFlip Document Base.
Search
Published by Stichting PKN, 2019-02-18 16:43:05

PKN Blad jaargang 6 t/m 10

PKN Kwartaalbladen jaargangen 6 t/m 10

HUISMERKEN GEZET DOOR PIJPENMAKERS

door J.van der Meulen

Naast de gangbare letter- , figuur- en cijfermerken komen ook
hielmerken voor, die niet in genoemde catagorieën passen. Deze
merken variëren van een eenvoudig x teken (afb . 2) tot een in-
gewikkeld patroon van lijnen (afb.7- 14). De voorstellingen
hebben een louter symbolische betekenis en zijn gebaseerd op
de reeds lang in gebruik zijnde huismerken. Vaak komen zij
voort uit aardse symboliek waarin men de toekomst- verwachting
tracht weer te geven, of ze zijn opgebouwd uit religieuze zin-
nebeelden, die de betrekking van de mens met het onsterfelijke
weerspiegelen.
De oorsprong van de huismerken wordt meestal gezocht in het
Noord-Duitse en Scandinavische runen(=geheim)schrift. Mogelijk
moet de herkomst zelfs nog vroeger gezocht worden, aangezien
het runenschrift veel overeenkomsten vertoont met de tekens
die de Akkad-Soemeriërs in Midden- Azië gebruikten.
In de 16de, 17de en 18de eeuw werden de merken hoofdzakelijk
praktisch toegepast bij het ondertekenen van acten en bij het
herkenbaar maken van produkten. Vooral bij kunstenaars, bier-
brouwers, pottenbakkers en enkele pijpenmakers heeft het huis-
merk lang dienst gedaan.
Veel voorkomende figuren bij huismerken zijn het staande- en
l iggende kruis of een combinatie van beide (afb.2- 4), de ster,
de hexagram of Davidster (afb . 6) en de S- puntige s ter (afb. IS).
In de loop der tijden ontstonden mengvormen tussen figuren en
letters (afb . IS, 16) . De meer ontwikkelden trachtten zich op
deze wijze te onderscheiden van de ongeschoolden. Deze ontwik-
keling zette door totdat in het midden van de J8de eeuw het
plaatsen van monogrammen de overhand kreeg.
De ontwikkeling van het huismerk valt ook op de hielmerken te
achterhalen. In d e 17de eeuw komen we de meeste figuratieve
merken tegen, soms aangevuld met letters. Ook worden vaak mo-
nogrammen gezet (afb. 17 - 20). In de volgende eeuw neemt het
plaatsen van een monogram af en zet men loss e initialen .
De algemene ontwikkel ing is zover voortgeschreden dat de
meesten hun handtekening konden zetten. Het plaatsen van een
kruisje onder officiële acten wordt alleen nog door analfabe-
ten gedaan.

Bron:
L.F . van Gent, Een wereldreis van 2000 huismerken. S.Gouda

Quint, Arnhem, 1944

44

XX

12 34

5 6 7 8
11
~! ••••• 15 12

XX 10 ~

9 ~ 16

-- 20

17 18 19 45

VERVOER EN REPARATIE VAN PIJPENMAKERSGEREEDSCHAP

In het Goudse archief werd door Martin Veen een brief ontdekt
die handelt over het protest dat de Gorinchemse bestuurders
hadden aangetekend tegen de keur van Gouda om pijpenmakersge-
reedschap uit te voeren en te repareren. Het antwoord van
Gouda (oud archief nr.190 Missivenboek) luidt als volgt:

Aan de Heeren Drossaert, Burge-
meesteren ende Regeerders der
Stad Gorinchem

Edele Groot Achtbaaren Heeren

Wij hebben op sijn tijd wel ontfangen U Ed Gr: Achtb : missive
van den J6e der voorledene maand meij, houdende, dat de pijp-
makers in U Ed: Gr: Achtb: Stad sigh hadden beklaeght over de
keure of waarschouwing bij ons gemaakt, waar bij verboden werd
de n uijtvoer van pijpmakersgereedschappen, en om te repareeren
die van buijten herwaarts gesonden werden, versoekende U Ed:
Gr : Achtb :, dat wij U Ed: Gr: Achtb : burgers, de pijpmakerije
exercerende, van dat generaal verbod gelieven te eximineren.
Wij soud en niet gemanqueert hebben U Ed: Gr: Achtb: op dezelve
missive eerder t e antwoorden, dog dewijl de Magistraa t so om
absentie van verscheijde leden, als andere beletselen niet in
compleete getal vergadert is geweest, so heeft die saak niet
voor den Se deser in deliberat ie kunnen werden gebragt.
De r edenen die de Magistraat van het voorledene jaar bewogen
hebben om de r eso lutie op den 7e November 1750 te nemen, sub-
sisteren nog, dewijl wij tot ons smertelijk leedwesen hebben
vernomen, dat in veele plaatsen pijpmakerijen we rden opgeregt
tot groote prejuditie van onse stad, en dat de gereedschappen
derwaarts werden getransporteert, zonder het welk sij die tra-
fijk niet kunnen exerceren, so dat het verbod van uijtvoer ook
generaal is genomen. Maar op U Ed: Groot Achtb: vriendelijk
versoek hebben wij bij de Magistraat het daar henen gediri-
geert dat de meergen . resolutie van 7e voor: 1750 in so verre
is gealtereert en verklaert dat het verbod van uijtvoer van
pijpmakers gereedschappen en het repareeren van dien geen
plaats sal hebben ontrent de burgers in U Ed: Gr: Achtb : Stad
de pijpmakerije exercerende, mits dat daar ontrent behoorlijke
precautien werden geadh ibee rt dat van d ie concessie geen mis-
bruik sal wer de n gemaakt, om die geree d schappen na e lders
buijten U Ed : Gr: Achtb : Stad te versenden .
Wij twi jffelen niet of U Ed: Gr: Achtb : s ullen dese onse con-

46

descendence aansien als een bewijs om met U Ed: Gr: Achtb: te
blij ven onderhouden een goede vriend nabuurschap en sijn ver-
volgens in die bill i jke verwagtinge dat U Ed: Gr: Achtb : door
derselven gedeputeerden ter vergadering van Hol l and, ook we l
sul len willen concurreeren in de conclusie van het advijs van
Heeren Gecomm:e raden in dato den 8e april l aatstleden , tot
introductie van een belasting te leggen op de nacomede pijpen
en pott en van buijten deze provincie ingebragt werdende.
Na U Ed : Gr : Achtb: in de heijl i ge bescherminge van God Almag-
tig te hebben bevolen, verblijven wij

Edele Groot Achtb: Heeren
U Ed: Gr: Achtb: goede vrinden en nabuuren
Burgermren en Regeerders der Stad Gouda
Ter ordonn: van Deselve

Gouda den 8e junij 1751

NIEUWE LITERATUUR

Engelen, J . : " . . . Wij vinden hier piJpen, waer is den toeback?"
Een uitgebreid verslag over de pijpenfabricage, werknemers,
omzet en lonen van de maaseiker pijpenindustr i e. Tevens bevat
dit werk inventari satielijsten van opgravingen, merken en
modellen van de plaatselijke productie. Te bestellen bij het
Regionaal Archeo l ogisch Museum Maaseik , België. Verme l den al s
RAM r a pport 2 , 1986 . Kosten ongeveer f l 0 ,-

Price, R., Jackson, R&P.: The Ring fami l y of Bristol clay t o-
bacco p ipe manufactureers . The Journal of the Society for
Post-Medieval Archaeology vol .18, blz . 263- 300, 1984

Stichting Stadsarcheologie Nijmegen. Een burgerfamilie in de
Smid straat 1760 - 1840. En : Van hu i svuil tot museumstuk .
Nijmeegs Museum 'Commanderie van Sint Jan ', Fr anse plaats 3,
Nijmegen .

Her wijnen, Th . P.J.: Leonardus Eras , van 18 10 tot 1864 pijpen-
fabrikant te ' s-Hertogenbosch. 1985 . Adres samenstell er :
Zuiderparkweg 504, 5216 HE 's-Hertogenbosch .

~kerhagen, A.: Kritpipor , Stockhol m, 1985

Ferment, C. : La rape à tabac. Saint- Omer, 1984

Hee f t U z ich al opgegeven voor de pijpenmiddag ' van 18 oktober·?

47

9e JAARGANG NR . 35 DECEMBER,1986

VAN DE REDAKTIE .. . ..

De jaarlijkse pijpendag, in het Scheepvaart Museum te Amster-
dam , werd bijgewoond door ca.90 personen. In de luxueuze zaal
was een interessante expositie ingericht van in Amsterdam op-
gegraven pijpen en tabacologica. De lezingen van Ron de Haan en
Wiard Krook behandelden enige produkten van de 17de eeuwse
Amster damse pijpenmakers en de problemen die, door het ont-
breken van pijpenrnakersstort, ontstaan om pijpen aan een be-
paalde persoon toe te schrijven. Ook het minimale verschil
tussen Goudse en Amsterdamse pijpen kreeg de nodige aandacht .
De boeiende voordrachten werden rijkelijk geïllustreerd door
schitterende dia ' s die haarscherp zelfs de kleinste details
weergaven . In de pauze werd traditioneel weer druk gehandeld
in literatuur en pijpen, afgewisseld met de gebruikelijke
sterke verhal en over rijke vindplaatsen en bijzondere pijpen
die door derden zouden zijn gevonden. Kortom het was weer een
gezellig treffen waarvoor wij het plaatsel ijk organiserende
comité, Wiard en Ron, hartelijk willen bedanken voor hun tijd
en inzet.

De redaktie wenst al len gezellige feestdagen en een voorspoe-
dig en vredig 1987 toe.

OPROEPEN

In verband met het 10-jarige lustrum van de PKN is h et idee
geopperd enkele Europese musea met een omvangrijke tabacolo-
gische collectie een s t udiecollectie van de Nederlandse klei-
pijp te schenken. Deze donatie zal begeleid worden door een
beknopt overzicht van de kleipijpen-nij verheid.
Gaarne zouden wij van onze abonnees willen vernemen of zij
voor dit doel,16de eeuwse - en 19de eeuwse versierde pijpen,
zijmerk- en Goedewaagen pijpen (al l e voorzien van een stukje
steel), ter beschikkin~ wil len stellen . Als u materiaal wilt
afstaan kunt u di t mel den aan: F.Tymstra, Zilvermeeuwplantsoen
2 1, 11 3 1 MG Volendam.

Voor de inventarisatie van wapens die als bijmerk op de zijkant
van de hiel zijn geplaatst zou ik uw hulp willen vragen. Wie
heeft er pijpen in zijn verzamel ing met andere bijmerken dan
de wapens van Gouda, Kampen , ' sHertogenbosch en Aar l anderveen,
ook figuren waarvan de betekenis niet duidelijk is hebben mijn
interesse. Tekeningen van deze bijmerken kunt u opsturen naar:
Lodewijk van Duuren, Zalkerbos 116, 2716 KE Zoetermeer .

49

KRIJN DIRKSE ; VORMMAKER

door Kees Faas

Het gebeurt wel eens dat een pijpvormmaker ziJn initialen op
een pijpekop zichtbaar l aat worden. Een voorbeeld van derge-
lijke 'reklame' kan men vinden in het boek van F.H.W.Friederich
op bladzijde 123, waar de l etters OYE onder het portret van
Maria Theresia betrekking hebben op de vorrnmaker Van Ooyen ( 1).
Op <le pijp van afb. l a,b is de tekst KRIJN DIRKSE VORMMAKER in
höofdletters aangebracht op de pijpekop, rondom de bovenrand
van de tulband. De tek s t was in reliëf t echniek in de mal ge-
graveerd.
De hoogte van de pijp uit omstreeks 1700, en gevonden in een
bouwput aan de Weteringschans te Amsterdam, bedraagt 37 mm,
inclusief de sik . Als merk staat op de steel "de boom" (2).
Een andere reliëfpijp met het merk "de boom", afgebeeld in het
boek van Niels Augustin (3), heeft als tekst het jaartal 1703.
Op de pijp van afb. l a,b zijn nog restanten van de oorspronke-
lijke beschildering zichtbaar, de lippen vertonen sporen van
rode kleurstof.
Netjes , direkt boven de getremde onderzijde, werd het merk op
de s teel geplaatst. De lengteas van het dunne steelgedeelte
sluit niet exact aan bij die van het dikke gedeelte. Op de
overgang van het dunne naar het dikke gedeel te is een band-
stempel van 2,5 cm lengte aangebracht . Het dunne gedeelte is
met een agaatsteen gepolijst tot aan de bandstempel.

De pijpekop van afb.2 . is van hetzelfde type en even hoog . Er
staat geen tekst op. Wel staan er twee sterren boven de tul -
band aan de steelzijde en zes sterren röndom op het dikke
steelgedeelte.
Het bandstempel op de steel bevat een gaatjespatroon . Het merk
"de gekroonde IB" is op ca. 1 cm achter de sik, precies aan de
onderzijde van de steel op de vormnaad, geplaatst .
Deze kop werd in de buurt van Gouda gevonden. Beide afgebeelde
exemplaren zijn van Goudse origi ne.

BRONNEN .
F . H.W.Friederich , Pi jpelogie . A.W.N .-monografie no.2, 1975.

blz. 123, afb . no.1.
D. H. Duco, Merken van Goudse pijpenmakers 1660-1 940. De Tijd-

stroom, 1982 . Blz. 49, afb . 18a .
N. Augustin, Het Europese pijpen-prentenboek. Deel 1 , 1980 .

Blz . 3 1 , af b. 12d.

50

51

DIRK BARUNET (BERNET), MEESTER-P IJPENMAKER TE GORINCHEM TIJDENS
DE TWEEDE HELFT VAN DE ACHTT IE NDE EEUW

door Martin Veen

In nurrnner Il (1980) van dit blad werd door F.Tymstra, naar aan-
leiding van het vinden van een afvalstort van een pijpen-
makerij, aan de Korte Dijk te Gorinchem, reeds enige aandacht
aan deze pijpenmaker besteed ( ! ).
Het vinden van een afvalstort van een pijpenmakerij in Gorin-
chem is niet bepaald sensationeel te noemen. Gedurende de af-
gelopen jaren werden er in deze stad diverse onderzocht. Daar
Tyms tra echter enkel het vondstmateriaal besprak lijkt het mij
juist, ter aanvulling van zijn verhaal, iets meer over deze
Gorkumse pijpenmaker te vertellen.
Dirk Barunet trad 24 februari 17 54 in het huwelijk met de
weduwe Anneke van Aken (2). Beiden woonden toen· al te Gorin-
chem. Anneke van Aken werd in 1693 geboren a l s dochter van
Teunis van Aken en Johanna Siepers (3 ). In 1732 trouwde zi j de
Gorkumer Jan Mes (4) , die in 1736 reeds over l eed (5). Beide
huwelijken bleven kinderloos . Anneke van ·Aken kwam vermoedelijk
voort uit een gegoed Gorkums geslacht . Het is daarom ni e t on-
denkbaar dat Dirk Barunet door zijn huwelijk met Anneke van
Aken "in het zadel werd geholpen" . De naam ' van Aken ' kan
immers ook met andere Gorkumse pijpenmakers in verband worden
gebracht . De oorspronkelijke herkomst van Dirk Barunet is niet
bekend , maar moet buiten Gorinchem liggen. In de Gorkumse ker-
kelijke doopboeken werd zijn naam niet aangetroffen.
In 1762 kocht hij voor 325 guldens een huis met erf van Geer-
truij Eijsveld, weduwe van Servaas Mi ssa (6). Bij de koop
waren inbegrepen: "de staande winkel,~ winke?,,bank en voetebank
in het voorhuys en een kast in de keuken". Het huis lag aan de
wes tzijd e van de Korte Dijk, een straa t waar in die tijd ook
andere Gorkumse pijpenmakers hun behuizingen hadden (afb. 1. ).
De gunstige ligging aan de haven vergemakkel ij kte ongetwijfe l d
de aan- en afvoer van grondstof en producten. Volgens de trans-
portacte werd het huis van Dirk Barunet aan de zuidzijde be-
grensd door de woning van de weduwe van Christiaan Wouter (7).
De acte van hypotheek (8) die de koopacte vergezelde werd door

de pijpenmaker zelf ondertekend me t z ijn vo lledige naam: "DIRK
BARUNET" in alle ande re stukken werd zijn achternaam verbasterd
tot "BERNET". In 1768 liet hij een testament opmaken t en

gunste van Johan Hendrik Cool, de zoon van zijn reeds overle-
den zuster Alette Bernet , en Gijsje en Mieke van Aken, de zus-
ters van zi jn vrouw. Hierin werd onder andere beschreven~ dat

52

Afb. l. Huizen va n Di rk Bernet aan de Korte Dijk (kruizen).
J .M.Martini , le helft 18e eeuw.

53

Afb.2.
Fragment van de
kadastrale kaart van
Gorinchem (ca. 1830) ,
waarop aangegeven de
huizen van Dirk
Barunet aan de Korte
Dijk te Gorinchem.

) 3 1/'f

] :::Tî,;;i

na het overlijden van Dirk Barunet en z1Jn vrouw , a l het goud
en zilver (waar schijnlijk sier aden) en de k leren, aan Johan
Hendrik Cool zouden vervallen (9) .
In 1774 breidde hij zijn bez it uit door de aankoop van een gro-
t e werkplaats, eveneens gelegen aan de Korte Dijk (afb.! en 2)

( 10).

Dirk Barunet bezat geruime tijd een bloeiend bedrijf. Al s we
letten op het grote aantal merken die Tymstra beschreef, valt
hierbij een enorme variëteit op . Ook hield hij gemiddeld meer
kne ch t( je)s in dienst dan z ijn Gorkumse collega 's . Zo werkte
hij b i jvoorbeeld in het jaar 1776 met minsten s negen men sen
( Il ). Andere pijpenmakers moesten het dat jaar met hooguit he t
halve aantal zien te redden.
In 177 9 verkocht hij zijn winkel , alsmede nog ee n huisje aan
de Korte Dijk. Hij vestigde zich op het zogenaamde "Kievits-
eiland" , gelegen aan de andere zij de van de stad, alwaa1'" hij
een twee tal huisjes kocht (12) . Zijn werkplaats aan de Korte
Dijk hield hij waarschijn li jk aan . In 178 1 stond hij op de
nominatie tot deken va n zijn gilde benoemd te worden, hij werd
echter niet gekozen (13) .
In he t jaar 1783 overl eed z ijn vrouw (14) . Zij werd begraven~
1n de Grote Kerk t e Gorinchem, hetgeen enke l was weggelegd voor
de gegoede burgerij.
Na 1783 nam Dirk Barunet geen knechts meer aan. Waarschijnlijk

54

·'. . ._._ •. ,.

·~(•,;#l:J~lèi\j \ ir., . :l~b
\~çi1.-...
'{.)' p7\. ...~ ,1 't •

/1 f.f;">,Î , ".-'.:_.-_ _

.•' l'/A' ~

i (~)
;..',.~..·...1........- ·~·'Ç- ,'

) -•.-..:1_.-.

/"",

55

stopte hij ziJn werkzaamheden omstreeks dat jaar.
Op 13 mei 1784 verkocht hij zijn huisjes op het Kievitseiland
(15). Wat er verder met zijn werkplaats aan de Korte Dijk ge-
beurde blijft onduidelijk. Het lijkt echter aannemelijk dat
hij omstreeks dat jaar Gorinchem de rug toekeerde.

Complete p1Jp van Dirk Barunet (lengte 23 cm).
Co ll . : G.van Westrenen, Arkel. Foto: P.C.von Hout.

Tymstra gaf reeds een uitgebreide beschrijving van de in 1980
gevonden merken , die hij aan de werkplaats van Dir k Barunet
toeschreef. Ik wil niet in herhal ing vervallen met een tweede
beschrijving . Toch wil ik bij d i e beschrij ving wel een opmer-
king plaatsen.
Dezelfde vindplaats die Tymstra beschreef werd ook door R.
Krielaart t e Gorinchem en ondergetekende onderzocht. Hierbij
werden ook , tussen de afval l agen uit de pijpenmakerij van Di rk
Barune t, misbaksels aange troffe n afkomstig uït de bedrijfjes
van de pijpenmakers J a n en Huibert Outheusden. Ook zij waren
werkzaam op de Korte Dijk . Deze misbaksels waren herkenbaar
aan de initialen I.V . A. H. en H. V. A. H. Dirk Barunet kortte z ijn
naam af tot de letters D. B., D.B.N. en D.B.U . N. (zie de af-
beeldingen). Tymstra schreef al z ijn mi sbaksels toe aan de
produc tie van Dirk Barunet, ook welke nie t van initialen voor-
zien waren.
Voorts merkte Tymstra t e recht op, dat Gouda ook de merken "Job
op de mesthoop", "de Haan" en "d e 18" voerde . Gorinchem ge-
bruikte dus ook Goudse me rken. Gouda ondervond hier toch blijk-

56

57

baar geen nadee l van . In 1751 maakte het Goudse gilde een eind
aan de uitvoer en reparatie van pijpenmakers- gereedschap ten
behoeve van andere steden. Gorinchem viel buiten dit uitvoer-
verbod, hetgeen te concluderen valt uit een brief, gezonden
door het stadsbestuur van Gouda , gericht aan het stedelijk
bestuur van Gorinchem (16) .
De mogelijkhe i d kan bestaan, dat Gorinchemse pijpenmakers hun
mallen in Gouda, bij professionele 'mallenmakers ' lieten ver-
vaardigen. Voor dit laatste is echter nog geen waterdicht be-
wijs gevonden.

NOTEN.

Indien niet anders aangegeven maken alle gebruikte archivalia
deel uit van archieven , ondergebracht bij de Gemeentelijke
Archiefdienst te Gorinchem.
DTB: Doop-, Trouw- en Begraafboeken.
RA; Rechterlijke Archieven.
SA: Stadsarchief
1. 'Misbaksels uit een pijpenstort te Gorinchem 1 , F . Tymstra,

Pijpelogische Kring Nederland, 1980nr.11, blz. 14- 16 .
2. DTB inv.nr . 13 fol.547.
3. DTB 1.nv.nr . Il fol.255.
4. DTB inv.nr. 13 fol.92.
5. DTB inv.nr. 1611 fol .1 70v.
6 . RA 1nv . nr. 480 fol.71v. - 72.
7. Christiaan Wouters, vermeld 1728-1 755 was vermoedelijk ge-

durende geruime tijd werkzaam als pijpenmaker te Gorinchem.
8. RA inv.nr. 480 fol . 72v.
9. Notarieel Archief inv . nr . 4225, 11 juni 1768 .
10. RA inv.nr . 392 fol . 53v .
Il . SA inv . nr. 5093a .
12 . RA inv.nr. 497 fol . 42 .
13. RA 1nv.nr . 497 fol.60.
14 . DTB inv.nr . 19 fol . 67v.
15 . RA inv.nr. 502 fol.38.
16 . Archiefdienst Gemeente Gouda, Oud Archief inv.nr . 190 fol .

8I - 81v. Zie ook PKN, 1986, nr . 34 , b l z. 46-47 .

MET DANK AAN : Hans Brinkerink te Baarn (tekeningen), René van
Dijk te Gorinchem (testament Dirk Bar unet (9)), Rob Kriel aart
te Breda (vondstmateriaal), Peter von Hout te Arkel (foto) en
Gerrit van Westrenen te Arkel (vondstmateriaal).

Stichting Historisch Bodemonderzoek Gorinchem en omstreken
Keizerstraat 23, 420 1 XM Gorinchem

58

PIJPENMAKERS EN DE BIJBEL
door P.K.Smiesing

Het geloof speelde in het dagelijks leven van onze voorouders

een belangrijker rol dan tegenwoordig. In de "Gouden Eeuw"

kwam dit vooral in de beeldende kunst tot uiting. Ook op tegels

en dage1ijkse gebruiksvoorwerpen zoals schotel s, tabaksdozen

en tabakspijpen werden in die tijd bijbelse voorstellingen af-

gebeeld . Zelfs werden er door enkele Goudse pijpenmakers bij-

belse figuren, zoals Job op de mesthoop, Koning David, Lam

Gods en Jona als merk gekozen.

Zeldzaam zijn echter pijpekoppen met comp l ete bijbelse voor-

stellingen. In Utrecht vond ik een bijna complete trechter-

vormige pijpekop met op beide zijden een bijbel tafereel

(afb.I).

Op de uit ongeveer

1740 stammende pij-

pekop zien we op de

rechterzijde Abraham

die zijn zoon Izaäk

wil offeren. Als hij

op het punt staat

zijn zoon te doden,

wordt zijn mes (hier

een zwaard) door een, r
nog net zichtbare,

engel tegen gehou-

den. Linksonder zien

we de kop van een

ram met zijn horens afb.1.
verward in de strui-

ken, dat later door Abraham, in plaats van ziJn zoon, geÖfferd

zal worden. Op de linkerzijde zien we twee figuren, waarvan de

figuur rechts Abraham's trouwe knecht Eliëzer voorstelt. Hij

i s door zijn meester uitgezonden om een vrouw voor Izaäk te

zoeken. Bij de waterput (midden) ontmoet hij de jonge, schone

Rebekka ( 1). Naast de put is duidelijk de waterkruik zichtbaar.

De naden van de kop zijn slordig met een fijne parelrand afge-

zet.

Omstreeks 1660 werkte er in Gouda een pijpenmaker, die de bij-

belse figuur Jona op de hiel van zijn pijpen afdrukte (afb .2 ) .

Bekijken we deze minuscule figuren nauwkeurig (2) dan ontwaren

we een vis met een mensenfiguur . Een vergrote foto van dit

merk, hier schematisch op afb.3 getekend, geeft duidelijk een

59

afb.2.

walvisachtig dier te zien. Uit de geopende muil ontspruit als
het ware een mens. De hor~zontaal geplaatste staartvin en de
onderkaak van de walvis sluit verwarring met een meermin of
meerman nagenoeg uit. Raadplegen we het boek 'De Uithang-
teekens ' , dan vinden we op pag . 70 van het 2e deel het volgen-

de over de beeltenis van Jonas: "Somtijds komt Jonas ten halve
lijve uit den visch te voorschijn, somtijds staat hij, gerokt
en gehoed, met een stok in de hand, op zijn voeten, terwijl de
visch hem nakijkt" (3). Het eerste deel van deze beschrijving

is duidelijk op het pijpenmakersmerk van toepassing.
Met dit Goudse merk uit de tweede helft van de 17e eeuw r aken
we echter weer betrokken in de strijd rond de Sir Walter
Raleigh/Jonas-pijpen. Het gebruik van Jonas als pijpenmakers-
merk versterkt de veronderste lling (4) dat men met de pijp
(indien na , 1650 vervaardigd) in de gedaante van een baardman,
die door een monster wordt uitgespogen, de profeet Jona
(Jonas) wordt bedoeld .
Jona werd door God uitgezonden naar de s tad Ni nevé. Hij be-
geef t zich echter per schip op weg naar Tarsis . Onderweg wordt
Jona verantwoordelijk gesteld voor h et noodwee r da t het

60

scheepje teistert. Op ver-
zoek van de profeet zelf
wo rdt hij door de zeelie-
den in zee geworpen. Hier
wordt Jona door een grote
vis opgeslokt . Drie dagen
en nachten verblij ft hij
in de buik van het monster
totdat God de vis opdracht
geeft de profeet op het
droge uit te spuwen (1).

afb. 3.

NOTEN .
1. W. G. van der Hul s t, De bijbelse geschiedeni~sen, 1939 .
2. In mijn verzameling bevinden zich 5 pijpekoppen waarop dit

merk in 3 versies wordt aanget rof fen .
3. Mr.J. van Lennep en J . ter Gouw, De Uithangteekens , facsi-

mi l e-uitgave , 1974.
4. J. van der Meulen, Sir Walter Raleigh en Elizabeth-pijpen?

Pijpelogische Kring Nederland Se jrg. nr . 17, blz . 20- 23, 1982
De tekeningen van afbeelding 2 zijn van de hand van Hans Br in-
kerink.

ADVERTENTIE

Te koop aangeboden : collectie kleipijpen, waaronder 17de eeuws
(Jonas , barok), 18de eeuws en 19de eeuws (geheel versierd)
materiaal, tevens opgegraven Garnbier en Goedewaagen pijpen en
complete pijpen uit het Westerwald en van Goedewaagen. Verder
nog tabacologische literatuur , kwispedoors, een ijzeren pijp-·
vorm etc. etc.
H. R.Tupan , het Sticht 17 , 9405 NS Assen . Tel : 05920 - 56522

61

HARPMUZIEK

van DAVID in ROESELARE naar DAVID in ZONNEBEKE(Be l gië)

door Jozef Goderis

I n het voorjaar van 1983, bij het verlengen van de grote ring
rond Roeselare , vanaf de Diksmuidesteenweg tot de Bruggesteen-
weg , kwamen bij graafwerken in de buurt van het Sint-Id esbal-
dusinstituut , een zestal versierde pijpfragmenten aan het
licht. Deze pijpen zijn van de hand van dezelfde pijpenmaker :
de scherven werden dicht bijeen gevonden en de versi ering op
de pijpjes is identiek . Het lijken misbaksels te zijn, door de
pijpenmaker weggeworpen: de afwerking is niet optimaal en de
f ragmenten vertonen geen rooksporen. Op de l inker kant van de
pijpekop staat een harp met een damesfiguurtje en met de
letter D eronder; op de rechter kant krijgen wij hetzelfde mo-
tief met de drie genoemde elementen, maar dan in spiegelbeeld
en t e lkens in reliëf. Op de naad van de pijpekop, nadat de
twee zijkanten van de mal aaneen werden gezet, vormde men een
fij n bladmotief .
Op het eer s t e gezicht niet zo uitzonderlijk, tu ssen de honder-
den pijpekopjes, die we in de laatste acht jaar in Roeselaarse
bodem aantroffen . .... . Tot we eind december 1984 begonnen met
het inventariseren van de namen van de Roeselaarse pijpen-
makers, pottenbakkers en handelaars in aardewerkprodukten.
Dank zij de verzamelde gegevens, vooral in het nieuwe stads-
archief, konden uit de bevolkingsregisters reeds 25 namen van
handelaars in aardewerk; 80 namen van pijpenmakers en pijpen-
makersknechten en 35 namen van pottenbakkers worden opgetekend.
Deze ambachtslieden waren woonachtig in oude woonwijken die
zich in de stadskern van Roeselare bevonden en waar t evens hun
handwerkbedrijven gevestigd waren.

PIJPENMAKER DAVID VAN ROESELARE
Pijpenmaker J ozef Leopold David werd geboren te Roeselare op
26 februari 1799. Hij was de zoon van Hilarius Jozef David
(overleden te Roeselare op 15 januari 1803) en van Coleta
Deparcq of Depercq , spinster, afkomstig van Eesen. Hij trouwde
met Florentina Muylle, de dochter van Joannes Muylle en
Barbara Theresia Raeveschot. Onder de naam Muylle vinden we te
Roeselare ·6 verschillende pijpen- en pottenbakkersfamilies
tu ssen ca . 1780 en 1880. Onder de familienaam Raveschot vinden
we te Roeselare 7 pijpen- en pottenbakkersfamilies tussen ca .
1800 en 1870. Dit om aan te duiden, hoewel de schoonouders van
pijpenmaker Jozef David geen pijpenmakers waren, ze t och

62

allebei familienamen dr oegen uit de Roeselaarse pijpestam.
In de huwelijksakte van pijpenmaker Jozef David en Florentina
Muylle, daterend van 2 juli 1828 wordt de 25- jarige Jozef
David aangeduid als " pijpemakersknecht". De eerste getuige is
Judocus Masselis, fab r ikant in pijpen. Vermoedelijk was dit de
werkgever van Jozef David die, samen met zijn vrouw, in de
volkstelling van 1830 reeds als ;ipijpmakers" worden aangegeven.
Ze woonden in de Ieperstraat 85 . Jozef David overleed op 29
maart 1832 . Zijn weduwe hertrouwde met Francis Detailleur .
Florentina Muylle overleed op 30 december 1869 .

Hi larius Joseph Davi d Joan nes Muyl le

x Co l ete Deparck x Barbara Theresia Raeveschot

1
Joseph David x Fl orentina Muylle

geb . 26-2-1799 te Roese l are geb .1 1- 12- 1793 te Roeselare

+ 29 - 3-18:32 te Roese l are + 30- 12- 1869 te Roeselare

x Roesel are 2- 7- 1828

Rosa l ia Natalia David
geb . 12-10- 1827

Van de 80 gekende Roeselaarse pijpenmakers, vonden we slech t s
van 4 pijpenbakkers pijpfragmenten terug in de bodem.
l. PM op de h i el onderaan de pijpekop, van Petrus Muylle .
2 . Muylle à Roelers op de steel , gebruikt door mee"r°dere van de

5 Muylle- families .
3 . Declercq Roese l are op de steel, gebruikt door een v a n de 8

Declercq-pijpenmakersfamilies.

4 . en nu ook Dop de versierde pijpekoppen va n Jo zef Da vid.

(afb.!.)

Afb . 1. Pi j p vervaardigd door de pijpenmaker Jozef David .

63

Pijpemerken werden verkoch t, of doorgegeven van vader op zoon,
beschermd en ger egi s treerd onder koning Willem I ( ! ) . Zo
v i nden we dat de Roeselaarse pijpenmakers Jean en Jesse Masse-
l i s en Pierre Muyl le alle drie het merk TD hebb en gebruikt
(Rouler s 12 maart 1819) . Ook in Andenne en St.Omer werden TD-
pijpen gevonde n ( 2 , 3) . TD- pijpen we rden vooral voor de export
naar Af rika gemaakt. Dive r se fabrikanten in Nederland , Duits-
land en Engel and fab ricee rden dit soo rt. De betekeni s van die
letter s is niet duidelijk (4) . Of mogen we het voo r Roeselare
eenvoudig gaan zoeken bij de één jaar jonger e zuster van Jozef ,
Therèse David? Di t blijft echter een hypothese.
Bl ijkb aar heeft Jozef David ook inspiratie gezocht in het oude
wapenschild van een naamgenoo t uit de abdij van Zonnebeke . Dit
blijkt toch minder gekend i n de pi jpenliteratuur .

ABT DAVID VAN DE ABDIJ VAN ZONNEBE KE

Mel ch ior David werd tot abt benoemd te Zonnebeke in 1659 (5) .

Hij was afkoms tig van Fran s-Vlaander en , uit Hondschoo te. Op

27-jarige leefti j d werd hij pas t oo r van Zonnebeke en dr ie j aar

later abt van de abd i j a ldaa r. Hij ove r leed op 3 januari 1670 .

Abt David had twee br oers : Judocus David, acht ste gemijterde

abt van Lo en Joannes Dav i d , pastoor van Sint- Pie ter s en

kanunnik van Sint-Maert ens te Ieper . Melchior had een identiek

wapen al s broer Judocus : 11D'azur ~ à un chevron écartelé d ' or et

argent ~ accomp2gné de 3 harpe s d 'or~ le s deux du ·chef eonfron-

tées"• (afb.2.) "Waarschijnlijk een

familiewapen" besluit Pas t oor Pil in zijn

werk over Zonnebeke (5).

Beslui t: Wij menen een merkwaardige ge- ·.•.~

lijkenis te kunnen vas t stellen tussen he t

wapenschild en de vers i erde David-pijp,

niet enkel in het harp-motief, maar ook in

de aanwending van he t spiegelbeeld. Uitein-

de lijk wi llen we wijzen op het gebruik van

een familiewapen , dat anderhalve eeuw later

een derde di mensie kreeg op een versierde

pijpekop . Daar zat t och wel muziek in, Afb. 2. Wapenschild
dacht ik van Melchior David

NOTEN

1. J .van der Meul en , PKN , 8e jrg, nr. 30 , blz. 45~ 1985

2. F.Tymstra , Monografi e nr . 4 , Icon , afb. 38 , 1975

3 . F . Tymst ra, PKN , 4e jrg . nr. 14 , blz. 43- 44 , 198 1

4. D.Duco, Pijpeli jntj es , jrg. V, nr. 2 , blz . .5 , 1979

5 . V. Pil, Zonnebeke . Heerli jk verleden en zonnig heden , La nge-

mark, blz . 108-11 0 , 1967 ,

64

DE ARBEIDSVERHOUDINGEN AAN HET EINDE VAN DE 19de EEUW

door J. van der Meulen

In het Goudse archief stuitte ik, bij het snuffelen in het pij-
penmakersgilde- archief, op een huishoudelijk reglement van de

pijpenfabriek van Jan Prince & Cie. Het stuk geeft bij nauw-

keurige doorlezing zoveel wetenswaardigheden over de arbeids-
verhoudingen die omstreeks 1866 golden dat het mij de moeite
waard leek dit gehele stuk onverkort door te geven.

REGLEMENT van ORDE
voor de WERKLIEDEN in de PIJPENFABRIJK van

JAN PR INCE &ci e .

ART. 1 .
De tijd van komen en gaan, zal door den Directeur der fabrijk
bepaald worden, en zal diegene we l ke niet op den bepaalden
tijd in de Fabrijk is, gestraft worden me t eene boete van 5
centen.

ART. 2 .
Gedur e nde de werkzaamheden, moet zooveel mogelijk stilte in
acht genomen wo rden, en zal men zich wachten voor twisten,
schelden , ongepast schreem,ren of anderzins, An za l ieder, wie
het ook zij, op aanmaning daartoe moeten zwijgen, op verbeurt e
van eene boete van 5 tot 25 centen.

ART . 3.
Alle brutaliteit van ondergeschikten tegen diegenen welke
boven hen gesteld zijn is ten strengste verboden, en zullen
zij , welke zich hieraan schuldig maken, gestraft worden met
eene boete van 5 tot 25 centen, en bij niet nalaten met ont-
slag van werk

ART. 4.
Wanneer er zonder verlof sterken drank in de fabrijk wordt ge-
bragt, of iemand door het gebruik derzelve ongeschikt voor het
werk is, zal de dader oogenblikkelijk de fabrijk voor dien dag
moeten verlaten en gestraft worden voor de eerste maal met
eene boete van 10 centen, voor de tweede maal met eene boete
van 25 centen en voor de derde maal met ontslag van we r k .

ART. 5.
Er mag niet gerookt worden zonder de pijp voorzien is van een
goed sluitend dopje.
Het rooken van sigaren is verboden
Testen met of zonder vuur moe t en des avonds mede genomen wor-

65

den .
Sl apen in de fabrijk is ten s trengste verboden.
Men mag noch in , noch bij de fabrijk aardappe l e n , peeren ,
a ppelen of iet s anders van welken aard ook , wat men niet ge-
durende den werk tijd van noode h eeft, brengen of bergen.
Alle vuilnis, zoo als appel- o f peerenschillen, vischgr aten ,
asch of iets anders, hoe ook genaamd , mag noch i n de fabrijk ,
noch in de opene plaatsen of gangen of i n de zijl wor den uit-
ges t or t of geworpen .
De mannen en vrouwen moet en bij voorkomen van die plaatsen,
tot verrigten van natuurlijke behoef ten gebruik maken , als
daartoe zijn i ngerigt e n aangewezen , en mag men noch bui t en
dezelven noch in of op verkeerde plaatsen zulks ver r i gt en.
Di egenen welke met klompen in de fabri j k komen, moeten dezelven
bij de deur en der ver schi llende lokalen uit doen .
Tot toegang naar of uitgang van de fabrij k moet gebruik gemaakt
wor den van de achterpoort , uitkomende aan de Nieuwe Haven en is
het ver boden zonder verlof of order van de Heer en of den Direc-
teur , de voorpoort te passeren.
Wanneer er tegen een der voorgaande bepalingen gehandeld wordt ,
zal de dader gestraft worden met eene boete van 5 centen .

ART . 6.
Niemand zal eenige voorwerpen tot de fabr i jk behoorende of be-
hoord hebbende mogen med enemen of ontvreemden, noch ook d e
plankjes , kis tjes, sleepen , kasterspl ankjes, blokjes of andere
ger eedschappen of iets van dien aard , op andere plaatsen neêr-
ze t ten of leggen, dan daartoe zijn geschikt en aangewezen;
zul lend e het onbruikbaar geworden papier en v uile ve ll e t jes
door den Directeur op eene daarvoor be stemde plaats worden be-

waard.
Evenzoo zal men zich wach t en eens anders gereed schappen of
kleedings tukk en of iets van dien aard weg te stoppen of mede
te nemen, op verb eurte van eener boete van 5 t ot 50 centen, of
wel b ij herha ling ges traft worden met ontslag van wer k.

ART . 7.
De kaster s zullen elken mo r gen t en 9 ure naa r de r ollen moeten
zien , e n h i j die niet tegenwoordig i s, moet een ande r in z ijne
plaats stellen of verva l t in eene boete van 2½ cent.
De klei moet uitgegeven worden door de rolders; h i j die daar
niet b ij tegenwoordig is moet een ander in zijne plaats s t el -
len, of ver va lt i n eene boete van 1 cen t per mo len. Ongestel d-
heid of ziekte verschoont voor bovengenoemde bepalingen.
Het potten boeten, schrobbel es droogen, potten dragen e n uit-
gi eten van potten moet op bepaalde tijden geschieden , op ver-

66

beurte eener boete van 5 centen.

ART. 8 .

Het afschepen en ops t eken van mandjes piJpen moet geschieden
door de tremsters en des benoodigd ook door de glaasters en
paksters; evenzoo het dragen van mand jes pijpen, hetwelk bij
beur ten zal geschieden op de gewone wijze met schrapjes . Zij
die er niet bij tegenwoordig zijn , moeten een ander in hunne
plaat s stell en of vervallen in eener boete van I cent beneden
de 50 mandjes, 5 centen van 50 tot beneden de 100 mandjes en
10 centen van de 100 mandjes en daarboven. Ongesteldheid of
ziekte verschoont voor bovengenoemde bepalingen.

ART . 9.
Wanneer de fabrijk bezigtigd wordt zal de Directeur daarbij
tegenwoordig zijn en de noodige inlichtingen geven en zal
niemand zich in het gesprek mogen mengen, tenzij een der be-
zoekers zich persoonlijk tot hem of haar rigt , waarop men
zorge een gepast antwoord te geven; terwijl de opbrengst daar-
van in handen van den Directeur moet gesteld worden, welke in
de kas voor boeten zal gestort worden.

ART . 10.
Wanneer op den door den Directeur bepaalden tijd des avonds de
poort gesloten zal zijn, zal niemand de fabrijk meer mogen
uit- of ingaan.
De Directeur zorgt bij het sluiten des avonds voor het uitdoen
der lichten en tevens, dat er gedurende de werkzaamheden geene
lichten onnoodig branden.

ART. i 1.
Alle hierboven genoemde boeten en straffen kunnen worden opge-
legd door den Directeur of daartoe door ons ondergeteekenden,
gemagtigden, welke boeten door den Directeur worden ontvangen
of afgehouden van het verdiende l oon en onder zijn beheer
blijven, benevens de gelden van de bezigtiging der fabrijk ,
eenmaal per jaar onder het geheele, alsdan werkzaam zijnde
personeel, zul len worden gedeeld.

ART. 12 .

Aan niemand buiten de tot de fabrijk behoorende werklieden en
geëmploijeerden zal zonder toestemming van de ondergeteekenden,
toegang mogen worden verleend .

ART . 13.

Op iedere werkplaats zal dit reglement worden opgehangen, opdat
een ieder zijne verpligtingen kenne, en wete waarnaar hij zich
te gedragen heeft .

67

De ondergeteekenden behouden z i ch echter voor , nog zoo danige
verdere bepal ingen te maken, als zij noodig zu llen achten.

GOUDA~ 1 OctobeP 1866

JAN PRINC E &cie .

NIEUWE LITERATUUR

J . van der Meulen. De "Gouwenaars" van Al phen aan den Rijn.
Een onderzoek naar tabakspijpenmakers en hun produkten . Repro-
HolJ.a nd B. V. , Alphen aan den Rijn . ISBN 90647 11836 . Winkel-
prijs !25,- . Gereduceerde prijs voor PKN. leden i22 , 50, in-
clusief portokostEn , te bestellen bij de auteur. !986

Krommenhoek, W. en A. Vrij . "Kleipijpen" . Een fotoboek met
ruim 1300 afbP.eldingen van hielmerken, z ijmerken , Jonas en
barokpij pen . Dit boek is genaaid gebonden in harde band , voor-
zien van go udfoliedruk, omge l egd met een 4- kl eu ren stofomslag .
Het forma a t is 19 x 25 cm e n heeft 336 pagina's . De kosten van
dit boek bedragen voor l ed e n van de PKN f 57 , 50 incl. BThT e x-
clusief verzendkosten a d . f 8 , 50 . De pri j s voor niet leden
bedraagt f 66,50 incl . BTW exclusief verzendkosten .
Bestellingen t . n.v . Wevo- offset , Kuiperij 13 , Ams telveen , giro
161 8899 onder vermelding Kleipijpenboek. ISBN 90- 9001409- 8 ,
1986

K. Maude. Mr. Pollock ' s Pi pe Factory . Ver schenen in Po pular
Archaeology , j u ly 1986 , volume 7 no . 6 . Te bes t ell en b i j :
Popula r Archaeology, Vall is House , 57 Val l is Road , Frome ,
Somer sec BA i 1 3EG, England .

ADVERTE NT IES

Te koop gevraagd : Gr aag zou ik de eerste 8 nummers van het
blad van de Pij pelog i sche Kring Nederland aan mi jn literatuur
willen toevoe gen , zowel de originelen of copi eën zijn welkom .
Lodewij k van Duuren, Zalkerbos 11 6 , 2 716 KE Zoet ermeer . Tel :
079 - 2 14149

Te koop of te ruil gevraagd : complete Goedewaagen piJpen en
reklamemat eriaal van de f i rma Goedewaagen . Als r uilmateriaal
kan ik o . a . complete Goedewaagen en de Bevere (België) pijpen,
opgegraven pijpekoppen , uit o . a . Alphen aan den Rijn, enz. ,
aanbieden
Bert Kuiper , Saffierstraat 259 , 2403 XT, Alphen aan den Rijn .
Tel : 0 1720 - 34896

68

FABRIEKSAFVAL UIT 18de EEUWS GORCUM

door P. Ritmeester

In de loop der tijd heeft de Gorcumse bodem al heel wat pijpen-
materiaal opgeleverd . Kaalslag in de oude wijken als in zoveel
andere dorpen, zorgde voor menig uitgelezen graafstek. De
stadsvernieuwingsdrang van vele op prestige beluste stads-
bestuurderen heeft verstrekkende gevolgen gehad .
Nu is de P.K.N. niet bepaald de plaats om je te verliezen in
beschouwingen, hoe nuttig en verfraaiend die sloop- en bouwlust
eigenlijk wel is. In ieder geval heeft het talrijke pijpelogen
materiaal opgeleverd dat anders voor wie weet hoe lang verbor-
gen zou zijn gebleven.
Zo is het ook mij vergaan . Het is al weer ettelijke jaren ge-
leden, een za terdagmiddag in de late herfst. Al enkele uren
spitte ik verwoed in een bouwput aan de Lingedijk, één van de
oudste stukjes van Gorcum. De oogst was karig en de schemering
zette al in. Juist toen ik op het punt stond om naar huis te
gaan, zag ik in de wand van de bouwput een opvallende plek.
Tussen de donkergekleurde grond was een plek waar gelig ge-
kleurd grof zand te zien was. Bij nadere beschouwing zag ik
hagelwitte pijpestelen en scherven van pijpekoppen. Voorzichtig
woelde ik met de greep de aarde onder deze laag weg. En toen
gebeurde het. Een moment om nooit meer te vergeten en waarvan
iedere rechtgeaarde graver droomt. Als een plotseling geopende
hoorn des overvloeds stroomde een r eusachtige hoeveelheid pij-
pekoppen, -stelen en gruis uit de holte waar ze zeker zo 'n
tweehonderd jaar in opgesloten hebben gezeten.

DIRK BERNET
Gehaast in het vallend duister borg ik zoveel materiaal als
mogelijk was . Jammer genoeg ontbrak de tijd om verder te gra-
ven. De bouwput werd de daarop vo lgende week weer dichtgestort.
Helaas'.
Wat de put opleverde is te zien op pag. 55 en 57 en op de af-
b eeld ingen I tot 4. We mogen aannemen dat Dirk Bernet de maker
van deze pijpen is geweest. Bernet stond in het regis ter van
Gorcumse pijpmakers ingeschreven van 1773-1790.
Bekend is ook dat in Gorcum nogal vlijtig werd geiwiteerd. We
zien bij nrs. 1 en 2 dan ook twee bekende Goudse merken terug
namelijk Job op de Mesthoop en De Man op de Stoel. Afbeelding 3
toont een vreemde vogel die ornitologisch niet geheel verant-
woord lijkt. De vogel komt op beide zijden van de ketel voor.
Als enige in de serie is hier de vormnaad netjes afgewerkt.

69

De kelkbodempijp (afb . 4) is wat gefl atteerd weergegeven . In
wer kelijkheid i s het reliëf nauwelijks meer te zien door de
hoge sli jtage van de mal .
Er is in sommi ge gevallen sprake van onzuiverheden in de ge-
b ru ikte klei . Sommige pijpen vertonen gaten , wellicht ontstaan
doo r organisch materiaal dat tijdens het bakproces verbrandde .
Doordat ook over vloedig steelfragmenten geborgen werden, kon
de steellengte gereconstrueerd worden . Deze kwam gemiddeld uit
op 195 mm .

De afbeeldingen 5 en 6 tonen een tweetal pijpjes voorz i en van
de initialen I.V . A.H . Ik kocht een sigarenkistje vol met deze
pijp en vi'ln een inwoner van Gorcum die mij helaas niet kon ver-
tellen waar ze vandaan kwamen . Ook hier is sprake van een ge-
sloten vondst met fabrieksafval . Het materiaal is spierwit en
haarscherp van reliëf .

De pijpen van afbeelding 7 t /m 10 zijn eveneens van een ge-
sloten vondst afkomst ig. Ik groef ze op , niet ver van de plek
waar ik de stort van Dirk Bernet (afb . ] t/m 4) had gevonden .
Tussen de rnuurresten van twee oude panden was een grote
hoeveelheid van dit materiaal als vull i ng gebruikt. Afb . 9
toont zowel op de linker als de rechterzijde van de steel een
vijftal, i n hoog r eliëf aangebrachte, Franse lelies . Ik was
di t pijpje nog niet eerder tegengekomen en ben benieuwd of
andere verzamelaars dit exemplaar kennen of in hun verzameling
hebben en zo ja, waar die gevonden is .
Ook deze onbekende pijpenmaker hield van variatie en imiteerde
graag een beroemd Gouds merk ( zi e afb .8 , he t melkme is je) .

Ik ben geneigd al het materiaal in het laa tste kwart van de
l8de eeuw te dateren, hoewel de datering volgens Friederich
een vroeger e peri ode suggereert . Anderzijds mag worden aange-
nomen dat de toch wel kostbare mallen geruime tijd meeg ingen ,
zodat enkele tien tallen jare n als mar ge niet onlogisch voor-
komt .

Geraadpleegde bronnen :
G. C. Helbers , Gorinchem als c oncurrent van de Goudsche p1Jpen-
scad in de tweede helft van de achttiende eeuw . Oudheidkund i ge
Kring "Die Goude" , 6e verzamel ing bijdragen , 1949 .
F . H. W. Friederich , Pijpelogie, vorm , versiering -en datering
van de Hollandse kleipijp . Archeologische Werkgemeenschap voor
Nederland . Monografie no . 2 , 1975

70

• ~•lQ) 1ID

1 2 3 4
6
~~~1Hî 0 @
O0
o~@W 8
0
11@ 000

5 7

10

71

9e JAARGANG NR.36 MAART,1987

VAN DE REDAKTIE .. .. .

Regelmatig verschijnen in ons bl ad vragen van lezers en op-
roepen om te hel pen bij de inventarisatie van pijpen over een
bepaald onderwerp . Helaas moeten wij constateren dat slechts
enkelen hierop reageren. Hierdoor kan informatie verloren gaan
en b l ijven de inventarisaties onvolledig. Dit betekent weer
dat er met aanvullingen gewerkt moet worden en het geheel on-
overzichtelijk wordt . Naar onze mening moeten we elkaar helpen
om onze boeiende en leuke hobby te verheffen boven het niveau
van een willekeurige verzameling pijpen. Laat dit werk niet
door een enkeling opknappen maar probeer, a ls het mogelijk is,
ook een positieve bijdrage te leveren. In dit nummer wordt
volop de gelegenheid geboden om eventuele goede voornemens om
te zetten in daden.

SPECIALE AANBIEDING

Zoals in het vorige nummer reeds was aangekondigd verschijnt
er een PKN-band, dit is een eenmalige aanbieding . In deze band
kunnen de nrs 13 t/m 40 worden ingebonden. Het bestellen van
de band heeft a lleen zin als men in het bezit is van alle be-
treffende nummers . Tijdens of na het verschijnen van nr . 40
zal de PKN ook een index op trefwoorden uitgeven zodat de jaar-
gangen beter toegankelijk worden. Het eerste blad van de index
kan gebruikt worden als schutblad, de rest van de index sluit
het boekwerk af .
De band kan besteld worden door overmaking van !15, - , op giro
1276154, t.n.v. J. van der Meulen, Utrechtse Jaagpad 115, 2314
AT Leiden, onder vermelding PKN-band. De opgaven moeten vóór
15 april binnen zijn .

OPROEP
In de reeks inventarisaties staat ditmaal de pijproker
centraal. Het is de bedoeling inzicht te krijgen in de vele
manieren waarop het roken op pijpen werd afgebeeld . Iedereen
die in zijn verzameling pijpen heeft met dit moti ef wordt ver-
zocht deze zo natuurgetrouw mogelijk te t ekenen en naar miJ te
sturen. Als de scène voorkomt op een pijp met een dubbel- zij-
merk moet ook de a chterzijde worden af gebeeld. Het resultaat
zal in een van de volgende nummers gepublice erd worden. Uw
reakties kunt u sturen naar P. Bakker, Jan Cramerhof 6, 2202
VT Noordwijk.

73

DE PIJP IN DE VROEG- 17de EEUWSE SCHILDERKUNST

door Arnold Ligthart

Bij eerder onderzoek naa~ s tillevens in de Noord-Nederlandse
schilderkunst uit de per iode 1620-1650 was het mi j al eens op-
gevallen dat hierop vaak piJpen en andere tabacologische voor-
werpen wor de n afgebeeld. In dit art ikel wil ik nader ingaan op
dit verschijnsel .

HET HISTORISCHE KADER
In de 17de eeuw doet zich in de Noorde lijke Nederlanden een
culturele opleving voor, die haar specifieke karakter dankt
aan een aantal voor die tijd unieke ontwikkelingen.
De opstandige Noordel ijke gewesten poogden zich sinds de Bee l-
denstorm (1566) vrij te vechten van de Spaanse overheersing.
Deze samenwerking van opstandige gewesten - vastge.l egd in de
Unie van Utre cht - resulteer4e uiteindeli jk in de vorming van
een onafhankelijke Republiek, een soort federatie van soeve-
reine gewest en die z ijn definitieve begrenzing pas in 1648
krijgt. De Noordelijke Nederlanden komen, profiterend van het
feit dat de omringende landen nog verwikkeld waren in een oor-
log , tot grote economische bloëi.
In de gehele vrijhe id sstrijd vormde het calvini sme een strijd -
vaardig en samenbindend element . He t i s dan ook niet ve rwonder-
lijk dat de calvinistische levenshouding, met zij n nadruk op
persoonlijke verantwoordelijkheid, zond ebesef , bescheidenheid ,
kuisheid en soberheid , op vele gebieden aan te treffen is .
In de sch ilde rkunst is de weer gave van alledaagse voorwerpen en
situaties enerzijds het resultaat van de invloed van dit
calvini sme , dat iedere r eligieuze afbeelding verbood, e n ander-
zijds een gevolg van het wegvallen van traditionele opdracht-
gevers a ls kerk, staat en het hof. Schilders zagen zich daar-
door genoodzaakt sch i lderijen te produceren voor de vrije
markt, en in te spelen op de smaak van een breed publiek . De
meesten gingen zich specialiseren in een bepaald genre , wat
resulteerde in het ontstaan van het stilleven als een apart
genre .

DE SCHILDERKUNST IN DE EERSTE HELFT VAN DE 17de EEUW
De 17de eeuwse Hollandse schilderkunst (met grote namen als
Rembrandt, Vermeer, Hals en Steen) wekt de schijn een afspie-
geling te geven van het dagelijks leven in de Gouden Eeuw; rijk
gedekte tafels, f eestvierende gezelschappen, statige groeps-
portretten en interieurs va n woonvertrekken treffen we veel -
vuldig aan. Hoewel niet ontkend kan worden dat de a f gebeelde

74

scènes en voorwerpen vaak zeer realistisch weergegeven zijn,
heeft recent onderzoek aangetoond dat het hier vrijwel altijd
om een vorm van schijn-realisme gaat !.
Vooral de s tillevens uit de periode 1620-1650 kenmerken zich
door het gebruik van een dergelijk schijn-reali sme . Dat bete-
kent dat de voorwerpen waaruit deze stillevens zijn samenge-
steld (schedels, boeken,uitdovende kaarsen, uurwerken en voor-
al ook pijpen en andere tabacologische voorwerpen) symbo l isch
verwijzen naar de vergankelijkheid en ijdelheid van al het
aardse, a ls ook de zwakheid van de mens (afb . I) .

Afb . I . Vanitas~ H. St eenwijck(1612-na 1656)
Dergelijke st ill evens worden ook wel Vanitas- stillevens genoemd,
wat gebaseerd is op de bijbel- passage 'Vanitas Vanitatum ' ('ij-
delheid der ijde lheden, alles i s ijde l'). Ze dragen een morali-
serende boodschap uit en sporen aan tot een deugdzame en
calvinistische levenshouding.

75

Dit zgn. ' zinnebeeldig denken ' is t ypisch voor de 17de eeuw.
De Jongh stelt: 11De voorkeur voor het l ezen van diepzi nn i gheden
uit gewone dingen , waartoe natuurlijk ook de Bij bel stimuleer-
de, het genoegen da t men beleefde aan verslu i ering en diep-
zinnigheden , het spel met het raadselach t ige , we komen het on-
ophoudelijk tegen in de 17de eeuw" 2.
Een dergel ijke denktrant treffen we voor het eerst aan in de
gedurende de 17de eeuw zeer popula ir zijnde emblemata- lite r a-
tuur. Een embleem drukt een vaak calvinistische gedachte of
moraal uit , die slechts te begrijpen is door het combineren
van de drie elementen waaruit een embleem bestaat : een mott o ,
een afbeelding en een commentaar i n versvorm . Popu lai r e em-
bleem-boeken war en Jacob Ca t s ' Sinne- en Mi nne-beelden ( 16 18)
en Roemer Visscher ' s Sinne-poppen ( 16 14); bei den calvinist i sche
schrij vers. Van Roemer Vi sscher is een embleem bekend waar in
het roken word t veroordeeld onder het motto: ' Veel tijd t s·wat
nieuws/ Selden wat goed ts' (afb. II).

Afb . II. Uit Roemers Visscher ' s \h·ltjdts war nieuws.Lêldenwa.tgoets.

Sinne- poppen (1614)

In de emb l emen werd vaak een opze t telijk e vaaghei d en dubbel-
zinni gheid aangebracht. Men wilde de beschouwer zo aansporen
tot nadenken, tot bezinning. De aldus aangebrachte meervoudige
betekenissen maken het de huidige beschouwer wel moei l ijk, doch
nie t onmogelijk om de preciese betekenis van bepaalde symbolen
te achterhalen.

76

Schilders gebruikten de afbeelding van een embleem vaak als
model, en het lijdt geen twijfel dat Roemer Visscher's embleem
over het pijproken gezien kan worden als één van de bronnen
voor het symbolisch gebruik van pijpen en andere tabacolo-
gische voorwerpen in vroeg-17de eeuwse Vanitas-stillevens. De
embleem-boeken werden door veel mensen gelezen, waardoor
vrijwel iedereen op de hoogte was met de betekenis van de sym-
bolen.

DE PIJP IN DE SCHILDERKUNST
Geheel in overeenstermning met de praktijk van vaagheid en
meervoudige betekenissen, i s ook de pijp een meervoudig uit-
legbaar en gecompliceerd symbool in de schilderkunst.
In de meest indirecte zin vormt de pijp een symbool voor de
vergankelijkheid van het menselijk leven. De pijp gaat dan
vergezeld van voorwerpen die eenzelfde betekenis hebben:
schedels, uurwerken, uitdovende kaarsen, boeken, omgevallen
roemers (afb.I). Bron voor deze interpretatie is een bijbel-
passage waarin rook als symbool voor de kortheid van het leven
wordt gebruikt, "Het leven is maar ijdele rook". Een Vanitas-
stilleven van David Bailly uit 1624 geeft uitdrukking aan deze
gedachte (afb.111).

• ~-> ,•;,.,,.-~ :

. •, .,• I
1 ) -. •.\,.

,.-., ~ ,:~ ,;° .
;,A .

Afb. III . Pentekening~ David Bailly (1624)

77

Een stilleven van Evert Collyer toont een piJp, een aantal ge-
broken stelen, een koperen ovale tabaksdoos, een zwaar be-
schadigde test , een roemer en een stenen kruik . Het afbeelden
van beschadigde en breekbare voorwerpen is een veelvoorkomende
methode om de broosheid en vergankelijkheid van al het wereld-
lijke aan te duiden 4.
In meer directere zin verwijst de afbeelding van pijpen en
andere tabacologische voorwerpen (soms ook wel tabaks- stil-
levens of toebakjes genoemd) naar de ver oordeling van het
roken als zijnde een zondig iets . Het embleem van Roemer Vis-
scher drukt dit ook uit (afb .II).
He t roken stond in de eerste helft van de 17de eeuw bepaald
in laag aanzien . Eind 16de eeuw werd de tabak geïntroduceerd
in Nederland , en aanvankelijk s c hreef men er een geneeskrach-
tige werking aan toe. Petrus Scriverius verdedigt in diens
Saturnalia Ofte Poëtische Vasten=avond=spel, vervatende·het
gebruyk ende misbruyk van den taback (vertaald uit het Latijn
door Samuel Ampzing ; uitgegeven te Haarlem in 1630) het
med icinaal gebruik van tabak.

Afb. IV. Titelvignet van
Scr>iverius 'boek (1630)

Juc 11it~ ~ o. .fomu.s, alg_; /,al,.r u,ipos

Hu.m.an.a. cu.ncta.: et, ve,·bo ut aiJjofo,w1, nihil

Het sap dat getrokken kan worden van tabaksbladeren wordt
hierin beschreven als een soort wondermiddel tegen allerle i
kwalen, " om te genesen al l e oude kankeragtige ende voord -
etende seren, meelagtige schor ftheyd, vochtige tranende seren,
hoe quaed die ook mogen wesen; ook al le klieren, kropsweren,
apos teunien ende swellingen, stotingen, blutzingen ofte andere
quetzuren der l eden , de fijt, roodheyd ende peukelen des aen-
sicht s , ende veel meer andere gebreken"3. Onder het 'misbruyk
van den taback ' verstaat Sc riverius het roken voor het genot.

78

Het titelvignet geeft uitdrukking aan deze opvatting; het roken
wordt hier in verband gebr acht met vergankelijkheid en de dood
(afb . IV). We zien weer een aanta l bekende vergankelijkheids -
syrnbo l en: een schede l, rook, een uitdovende kaars, de vervlie -
gende tijd weergegeven i n de vorm van een zandloper met vl eu-
gels .

Roken werd opgevat als zijnde onbehoorlijk en een vorm van ze-
denverval. Behalve de onbekendheid met het roken, lijkt vooral
het feit dat roken popul air was onder de lagere klasse van de
maatschappij de oorzaak te zijn voor de negatieve waardering .
De voornaamste gebru i kers van tabak in Nederland waren Enge ls e
en Schotse troepen, soldaten in het leger van prins Maurits
die hier in garnizoen lagen. Dit volk stond niet al te best
bekend, wat resulteerde in een ver oordeling van hun gewoontes ,
waaronder ook het pijproken.
Belangrijker is het feit dat roken, door Cats ook wel 'toeback-
suyghen1 genoemd,vooral plaatsvond in gelegenheden waar ook
flink gedronken werd. Herbergen en taveernes werden door de
calvinisten gezien als broeiplaatsen van onzedelijk gedrag . De
1toeback- suygher ' en de dronkaard werden op één lijn gesteld.
Op schilderijen met interieurs van taveernes ontwaren we vaak
rokers in een staat van ' tabaks - dronkenschap '. De Jongh stelt:
"Dit soort schilderijen, waarop de lagere klasse zich, onge-
hinderd door conventies van beschaving aan allerlei boertig-
heden overgaf, was destijds voor de hogere kl asse , waaruit de
meeste verzamelaars stamden, een bron van groot vermaak . En,
naar we moeten aannemen , van lering tegelijk11 S . Zoals uit dit
citaat blijkt diende de schilderkunst in de 17de eeuw tot le-
ring en vermaak, een vorm van het nuttige met het aangename
verenigen .

In het calvinisme werden de aardse genoegens sterk veroordeeld.
In dat verband heeft roken ook te maken met reuk/ruiken, één
van de vijf zintuigen. Deze werden opgevat als hoofdwegen naar
onzedelijk en immoreel gedrag .
De gehele 17de eeuw blij f t het roken een punt van veel discus-
sie. Er verschijnen een groot aantal polemische geschriften,
zoa ls Die truckene Trunkenheit - Satyra oder Straffrede wider
den Missbrach des Tabaks (NUrnberg 1658). Een J7de eeuws dich-
ter dichtte de volgende regels :

Het pijpjen van tabac k heeft jong en oud bedr ogen~
Het pijpjen uyt de hand des Satans selfs getogen .
Wannee r de vogelaer den vog ' len stricken set~
So speeld hy op de fluyt ~ en loc ktze in het ne t .
Den smoker smaekt uJel~ wanneer sy 't pijpjen vullen~
Wanneer sy by de kan 't saem suygen~ ende tullen .

79

Maer segt my, wat verdri et oyt van dit p~Jpjen quam?
0 pijpj en van ' t verdref , en van de he lsche vlam! 6

Hoewel het roken in de tweede helft van de 17de eeuw steeds
meer geaccepteerd raakte en overal tabakshuizen verrezen, ver-
schijnt nog in 1692 B.C. de Vries ' Nuttelijke consideratien of
sedi ge aanmerkingen over heedendaagsch tabak- suigen. Daarin
richt deze zich tot de lezer in de volgende bewoordingen: "Wy
geven U h ier een boek in handen, handelende over het heden-
daagsch ontuchtig en ove rdad i g tabak-suigen, in het welke wy
meenen te toonen, dat dien handel niet onder de deugden nog
ook niet onder de middelbare , maar onder de sondige werken
moet getelt worden"7. Het roken was echter al een onstuitbare
opmars begonnen. Het roken werd een populaire bezi gheid onder
a l le lagen van de bevolking, zowel onder mannen al s onder
vrouwen .

De afwijzing van het roken in de schilderkunst , vooral middels
stillevens uit de periode 1620- 1650, lijkt, buiten reeds ge-
genoemde oorzaken , een aantal specifieke oorzaken te hebben.
De stad Leiden vormde hèt centrum van het Vanitas - stilleven
(met schilders als Rembrandt, Bailly , de Heem, Heda, Potter ,
Steenwyck en de Poorter). Een combinatie van een drietal fac-
toren lijkt de opkomst van het Vanitas- stilleven juist daar te
hebben bevorderd.

1) In de jaren 20 van de l 7de eeuw doet z i m in de Noordelijke

Nederlanden een theologisch conflict voor tussen remonstranten
(ruimere protestante opvattingen) en contra- remonstranten
(dogmatische calvinisten) , wat uitei ndelijk resulteert in een
overwinning voor de laatste groep. Dit had met name gevolgen
voor de nationaal toonaangevende theologische faculteit van de
Universit ei t van Leiden . Daar werd de calvinistische orthodoxie
hersteld door de installering van de ras- calvinist André Rivet
a l s hoogleraar in 1620 (tot 1632).
Rivet was een man met enorm veel invloed , en het lijkt alsof
de stillevens de ideeën van de gezuiverde kerk in beeld bren-
gen. Het verval van het Vanitas-stilleven valt dan ook zo on-
geveer samen met het verslappen van de kracht van de rechtzin-
nige stromi ng .
2) Leiden werd in de jaren 1624- 25 en 1635 geteisterd door een
pestplaag, die aan enkele tienduizenden mensen het leven
kostte . De dood werd een a l om aanwezige bedreiging voor ieder-
een .
3) Aan de faculteit der Letteren van de Universiteit van Lei-
den werd veel gedaan aan emblematiek; zo was ook Cats eraan
verbonden. Het is zeker dat schi lders contacten hadden in deze

80

literair e kringen.
Het moge duidelijk ziJn dat dergelijke factoren eeD calvinis -
tische levenhouding bevorderden, wat tevens een afwijzing van
aardse genoegens als het roken inhield . Door de mens voortdu-
rend te wijzen op zijn sterfelijkheid ( ' Memento Mori') poogde
men aan te sporen tot een vroom en deugdzaam leven.
ENKELE RELATIES; HET JONAS-THEMA
De in de periode 1620- 1650 sterk naar voren komende calvinis-
tische levenshouding moet ook wel enige invloed hebben gehad
op de Nederlandse pijpenindustrie, en met name die in Leiden.
Ik acht het niet waarschijnlijk dat de fabricage van pijpen er
sterk door gehinderd werd, maar mogelijk is er wel iets van de
calvinistische mentaliteit terug te vinden in de decoraties op
de pijpen.
Een voorbeeld hiervan toont een Vanitas-stilleven van Jacob
Marrellus uit 1637 (afb . V) .

Afb . V. Detail van het stilleven van Jacob Marrellus (163 ?)

Dit stilleven toont ons naast de geb ruikelijke symbolen van
vergankelijkheid (doodshoofd, bellen, bijna uitgeb loeide tul-
pen) en aardse genoegens (muziekinstrument, geld , bloemen en

81

tabak) ~en Sir Walter Ralegh- pijp, ook we l Jonas - pijp genoemd.
Jonas die door de walvis wordt uitgespuwd is een veelvoor-
komend thema in de 17de eeuw (afb.VI) . De Jonas - scène wordt
Afb . VI . Zil veren kan gema -,kt door
Christiaan van Vi anen ( 163 2 ) .
Uit L. Gri seba.ch~ iliUem Kal_r
1619-1 693 . (afb . 195)

dan mees tal gebruik t als een prefiguratie (of voorafspiegeling)
uit het Oude Testament van de scène ' Christus' victorie over de
Hel' uit het Nieuwe Testament. Dit leggen van een relatie tus -
sen scènes met dezelfde betekenis uit het O.T . en N. T. wordt
in de kunstgeschiedenis ook wel typelogie genoemd . In dit geval
drukt de Jonas- scène de hoop op salvatie uit.
Ik ben het met J. van der Meulen eens dat de Sir Walter Ra l egh -
pijp hier in Nederland gemaakt moet zijn door uitgeweken En-
gelse pijpmakers8 . In de originele betekenis stelt de afbeel-
ding op de kop inderdaad Sir Walter Ralegh voo r, als uiting
van anti pathie tegen de anglicaanse Jacobus I en ter verering
van Sir Walter Ralegh , die in 1618 terecht gesteld werd.
Onder invloed van het in de Noordelijke Nederlanden opkomende
ca lvinisme en andere in dit artikel beschreven factoren gaat
de scène op de pijp geïnterpreteerd worden als zijnde Jonas en
de walvis . Deze betekenis-verandering wordt ook door Van der
Meulen geconstate erd, doch mijns inziens te laat gesitueerd.
l'e t schilderij van Marrellus toont aan dat de betekenis reeds

82

in 1637 gangbaar moet zijn geweest . De Jonas-scène komen we dan
ook vaker tegen in de vroeg-1 7de eeuwse kunst. Het steel-
fragment met de tekst IONAS uit 1633, lijkt de betekenis - veran-
dering die moet hebben plaatsgevonden in de periode 1620-1650
te bevestigen9.

Noten
1. Belangrijk in dit verband zijn de publicaties van I . Berg-

ström en E. de Jongh.
De term ' schijn- realisme' is dé door De Jongh gebezigde ver-
taling van de in de kunstgeschiedenis gangbare tenn 'dis-
guised symbolism'.
2 . De Jongh , 1976, pag.20
3. De Vrankrijker, 1937, pag . 49
4. Vroom, 1945, pag.172
5. De Jongh, 1976, pag.57
6. De Vrankrijker , 1937, pag.50
7. De Vrankrijker, 1937 , pag .50-51
8. Van der Meulen , 1982, pag.20- 2 1
9 . De Haan, 1984 , pag.74- 75

Lij s t met afbeeldingen
I . Stilleven van Harmen Steenwijck , mogelijk uit zijn vroege

Leidse periode. Paneel, 37,5 x 38 cm, Museum De Lakenhal,
Leiden.
II.Embleem van Roemer Visscher . Uit de herbewerkte uitgave van
Sinne- poppen (Amsterdam 1614).
III. David Bailly, pentekening uit Album Amicorum Cornelis de
Montigny de Clarges. Gesigneerd en gedateerd 16 juli 1624.
Koninklijke Bib liotheek, Den Haag.
IV . Titelvignet van Scriverius' Saturnalia ofte Po~tische Vasten=
avond=spel, vervatende het gebruyk ende misbruyk van den
taback, Haarlem 1630.
V. Stilleven van Jacob Marrellus uit 1637. Dcek, 93 x 80 cm,
Staatliche Kunsthalle, Karlsruhe.
Het stilleven vertoont het opschrift : ' Jacob Marrell /fecit
Anno/1637/in/Francofur th '. Dit duidt erop dat Marr e llus, di e
in de jaren 1 30 woonachtig was in Utrecht , moge lijk na het
ineenstorten van de tulpenwindhandel in 1637 naar Frankfurt
is gegaan . In 1641 is hij in ieder geval in Ut recht terug ,
a l s hi j daar in het huwelijk treedt . In 1648 keert hij weer
t erug naar Frankfurt om daar zij n erfenis in bezit te nemen.
VI.Zilveren kan van Chri s tiaan van Vianen uit 1632 , zoon van de
bekende zilversmid Adam van Vianen. In hun werk t r effen we
het Jonas-thema veelvuldig aan.

83

Geraadpleegde literatuur

1. H. Bauer, Niederl~ndische Malerei des 17. Jahrhunderts,
München 1982

2. G.A . Brongers, Pijpen en Tabak , Bussum 1977
3. I . Bergst r Öm , Dutch Still - Life Painting i n the Seventeenth

Century , Londen 1956
4. I.BergstrÖm, ''Disguj sed Symbolism in ' Madonna ' Pictures and

Stil l-Life'' , The Burlington Magaz ine XCVII (1955),
pag . 340- 349
5 . I.BergstrÖm , "Opmerkingen over de grenzen van Vanitas-
interpretatien, in : cat.tent . IJdelheid der ijdelheden.
Hol landse Vanitas- voorstell i ngen uit de l 7de eeuw, Stede-
lijk Museum ' De Lakenhal ' Leiden, 26 juni- 23 aug. 1970
pag. 1-4
6. L.Grisebach , Willem Kalf, 1619-1693, Ber l ijn 1974
7 . R. de Haan , "Een vondst die stof doet opwaai en" , Pi jpe··
logische Kring Nederland VI , nr . 24 (1984) , pag . 74-75
8 . E.de Jongh , Zinne- en Minnebeelden in de schilderkunst van
de 17de eeuw , Amsterdam 1967
9 . E. de Jongh, "Realisme en schijnrealisme in de Hollandse
schilderkunst van de 17de eeuw", in: cat . tent. Rembrandt
en zijn tijd , ~alais des Beaux Arts Brusse l , 1971 pag. 143-
194
10. E. de Jongh , "Inleiding" , in: cat . tent. Tot lering en
Vermaak. Betekenissen van Hollandse genre voorstel lingen
uit de 17de eeuw , Rijksmuseum Amster dam , 1976, pag. 14-3 1
1l. John B.Knipping, Iconograghy of the Counter Reforrnation in
the Nethe r lands. Heaven on Earth, Ni euwkoop/Leiden 1974
12. R. van Luttervelt, Schilders van het Stilleven , Naarden 1947
13. J.v . d . :-1eulen, "Sir Walter Ralegh en Elisabeth- pijpen?",
Pijpelogische Kring Nederland V, nr . 17 (1982) , pag . 20- 23
14. I . SchÖffer, H. van der Wee, J .A.Bornewasser (red.), De Lage
Landen van 1500 tot 1780, Amsterdam-Brussel 1983
15. Roemer Visscher , Sinne- poppen , Amsterdam 1614. Herbewerkte
uitgave Dr. L . Brurrnnel, Den Haag 1949
16 . A. C. J .de Vrankrijker, Het Maatschappelijk Leven in Neder-
land in de Gouden Eeuw , Amsterdam 1937
17. N. E.A . Vroom, De Schilders van het Monoch rome Banketje,
Amsterdam 1945
18. M. L .W. , "Over Vanitas-voorstellingen" , in: cat . tent. IJdel-
heid der ijdelheden . Hollandse Van i tas- voo r s tellingen uit
de 17de eeuw , Stedelijk Museum 'De Lakenhal' Le i den , 26
juni - 23 aug. 1970 , pag . 5- 7

84

LUCHTIGE PIJPENPRAAT I

door F.Tymstr a

In nummer 33 van de P.K . N. werd via een oproep gevraagd, of er
onder onze leden bezitters waren van doorrokers met afbeeldin-
gen van vliegtuigen . De reden daarvan was het lezen van twee
advertenties uit de dertiger jaren van de Firma Goedewaagen.
De eerste advertentie heeft betrekking op de London-Melbourne
race, waaraan de Uiver deelnam op 20- 10- 1934 . De geweldige
prestatie door de bemanning van de Uiver gelever d, was aanlei-
ding om ter nagedachtenis van deze historische vlucht niet
alleen gedenkborden maar ook pijpen uit te brengen .

London--Melbourne--Race

UIVER

Plateel Doorrokers

Verkoop Tabakspijpen . f 0 .50.
Sigarenpijpe~ f 0.40 .

GDEDEWAAGENS

Koninkl. Fabrieken GOUDA.

Op de advertentie is te lezen, dat het hier handelt over pla-
teeldoorrokers, d.w.z . handbeschilderde doorrokers in kleur .
Doorrokers hadden meestal een zwarte parasteel en een metalen
busje met firmanaam , dat als verbinding diende tussen de kop
en de steel .Vroeger werden ook doorrokers gemaakt, die geheel
uit klei gego ten werden. Men spreekt dan van het Tip- Topmodel .
De advertentie van Goedewaagen heeft het alleen over tabaks-
pijpen en sigarenpijpen .
Wie op de hoogte is van de vlucht van de Uiver , wee t dat de
inwoners van Albury op fantastische wijze geholpen hebben tij-
dens de nachtelijke landing. De directie van Goedewaagen heeft
a ls dank de burgemeester een gedenkbord van de Uiver toegezon-

85

den. De verrassing was gr oot , toen de slecht ter been zijnde
burgemeester Waugh en zijn vrouw kort daarna een bezoek aan
Nederland brachten en natuurlijk werd de Goedewaagen fabriek
niet overgeslagen. Hij had grote belangstell ing voor het ma-
ken van de lange Gouwenaar en vond de enorme verscheidenheid
in pijpen frappant. Bij het ver trek kr eeg hij een mooi boek
over Gouda mee, alsmede enkele souvenirs. Wie weet zat daar
ook de herdenkingspijp van de Uiver bij !
We mogen ver onder stellen dat deze pijpen toch wel enig succes
moeten hebben gehad, aangezien Goedewaagen eind 1934 opnieuw
naar aanleiding van een vlucht herdenkingspijpen uitbracht.

KERSTVLUCHT 19~L.jAMST{RDAM PLATEEL

=.W.INDIE_:::-,: ;;__~ ~ GOEDEWAAGEN's KONINKLIJKE
FABRIEKEN - GOUDA.

In dit geval gaat het over de kerstvlucht naar West-Indii ,
op 15 december 1934 . Het vertrekpunt was Amsterdam, de ui tein-
delijke bestemming Aru ba.Ook de ze vluch t we rd tot een goed
einde volbracht, hetgeen v r oeger niet vanzelfsprekend was .
De kerstvl ucht van de Uiver naar Batavia, die 4 dagen na de
Snip ver trok, verongelukte boven de Syrische woestijn door
bliksemins l ag .
De pijpen van de Snip waren in prijs gel i jk aan die van de Ui-
ver.Plateelpijpen waren door het beschilderen me t de ha ~d een
arbe id s intens ieve en ti j drovende bezigheid . Daarom kost t e een

plateeldoorroker I! t ot 2x zo veel als een gewone doorr oker.

U zult inmi dd e ls begrepen hebben, dat het mij nog niet gel ukt
is genoemde herdenkingspijpen t e v inden . Wel k r eeg ik n . a . v .
de oproep 2 reacties, die ik U niet wil onthouden .
Ferrie Komp i e r bezit een doorroker met een plaatje van een
vliegtuig . Op het busje staat " Goedewaagen Holland" en het
mondstuk is van steen . De voorkant van de kop l oop t aan de on-
derzijde uit in een vork (zie afbeelding) Naast het kleine
vorkmod e l maa kt e Goedewaagen ook een grot e r e . Op het gegoten

86

stukje steel staan wat onduidel ij ke tekens. Zou dat de r egi s -
tratie van een vliegtuig kunnen zijn?

J os Engelen heeft een Goedewaagen doorroker met een zeskantige
kop . Het metalen busje is van koper en de steel van pararubber .
Omdat de pijp flink doorgerookt is, kan de afbeelding goed
worden afgelezen . In de lucht vliegen gevechtsvliegtuigen, op
zee is een oorlogsbodem te zien en verder soldaten om het land
te verdedigen. De voorstellingen geven de landmach t, de lucht-
mac ht en de marine weer . Onderaan de kop staat de verduidelij -
kende tekst : "Mobilisatie 1939" . (zie afbeelding)
Mochten in de toekomst alsnog de herdenkingspijpen boven water
komen , dan graag een berichtje aan de schrijver.

ADVERTENTIE
Te koop of te ruil gevraagd : koppen van baardmankruiken met de
bijbehorende hengsels , deksels en scherven . Tevens andere ge-
bruiksvoorwerpen uit l7de t/m 19de eeuw, zoals kannetjes , kno-
pen, mesjes, enz . Reak t ies naar: Tim Junier

87

DE KONINGSPI JP

door Peter Ritmeester

Deze kwal ificatie is zonder meer van toepassing op dit vor-
stelijke exemplaar. Een comp lete presentatiepijp in uitzon-
derlijke gave toestand is een zel dzame vondst. Voor zover ik
weet de enige en van de tot nog toe bekende exemplaren zonder
twijfel de fraaiste.
Deze voorname sinjeur groef ik eind november op in een bouwput
aan de Utrechtse Vecht. Hij moe t daar tussen het puin , scher-
ven en andere afvalresten zo'n 200 jaar gewacht hebben op z ' n
herontdekking. Wat een ongelooflijk toeval!

NADER BEKEKEN
Uit de omgevingsvondsten die ik in deze stortplaats tegenkwam ,
waaronder ook diverse pijpekoppen met zijmerkdecoratie,·rnag
worden opgemaakt dat dit exemplaar uit het derde kwart van de
18de eeuw s tamt.
Er is geen twijfel over het feit dat de pijp een voo r naam per-
soon voor stelt! Een koning zeer waarschijnlijk. Maar wie, dat
is de grote vraag . In dat tijdvak was Willem V stadhouder ,
maar het is nauwel i jks aannemeli jk dat hij , ook gez ien z ijn
populariteit , hie~ afgebeeld werd. Nader onderzoek zal het
mysterie wellicht ontsluieren. Voor suggest ies hou ik mij aan-
bevolen.

AFMETINGEN : Hoogte kop, 9 1 mm (vanaf onderzijde hiel tot boven-
kant kroon) . Diameter ketel bovenzijde: 32 mm.Lengte steel :
137 mm. Diame t er stee l: 27 mm . Diameter rookkanaal : 3 mm .
Groots t e breedte: 67 , 6 mm (uiterste zijkanten van de pruik).

BIJZONDERE KENMERKEN: Aan de voorzijde van de hiel is een soort
oog gemaakt (d iameter 3,6 mm) . Het zou mogelijk ged iend kun-
nen hebben om hem op te hangen. Direkt ach ter het mondstuk
is met een mesje een inkeping gemaakt in de nog zachte klei .

Aan de afwerking t e zien is de pijp met de hand gemaakt . Op
de wenkbrauwen zijn nog vage sporen van zwarte verf zicht-
baar . Verder zijn dergelijke sporen niet zichtbaar. Het
gelaat is omkranst door een weelderige pruik en i s uitzon-
der l ijk scherp geprofileerd. Direkt onder de kin begint een
fraaie kanten das, eindigend in een geschulpt wapenschild,
helaas zonder heraldische motieven. In tegenstelling tot de
meeste presentatiepijpen is deze niet gemerkt . Ik zal te
z1Jner tijd nader ingaan op het fe nomeen van deze groten
onder de pijpen en hopelijk ook wat meer kunnen melden over
dit bijzondere exemp l aar .

88

89

RECENTE VONDSTEN UIT ALPHEN AAN DEN RIJN

door J. van der Meulen

INLEIDING

Toen het oml eidi ngskanaa l langs de Paradijs laan, in Alphen aan
den Rijn, uitgediept moest worden, vanwege het overkluizen van
dit water d.m.v . caissons , deed zich de unieke gelegenheid
voor ter plaat s e enig onderzoek te verrichten . Van deze l oca-
tie mocht verwacht worden dat het belangrijk materiaal kon op-
lever en , niet alleen omdat het oude dorp door het kanaal wordt
omsloten , maar vooral omdat vroeger op de oostelijke oever de
pijpenmakerijen hebben gestaan . Spoedig bleek dat de bedding
regelmatig was uitgebaggerd, zodat op de bodem nauwelijks
interessante vondsten werden aangetroffen. De walkanten waren
echter wel rijk aan materi aal , zoals aardewerk, pijpekoppen,
stelen en, in mindere mate , fragmenten van pijpenpotten, klei-
ringen en haspels. Aan de merken op de pijpekoppen bleken deze
veelal afkomstig te zijn van lokale pijpenmaker s . Van een pij-
penmakersstort is evenwel geen sprake, hiervoor was de
diversiteit en verspreiding te groot. Het bevestigd de mening
da t de p ijpen van Alphense pijpenmakers op de andere oever van
de Rijn gebakken zouden worden (6) .
Het kanaal is in 1660 gegraven, hetgeen tevens blijkt uit het
pijpenmateriaal dat afkomstig is uit de periode 1670 tot begin
deze eeuw. Op de ongeroerde zanderige rivierkle i werd
inci de n teel romeins aardewerk aangetroffen, w~t niet verwon-
derlijk was omdat in de naaste omgeving een castellum gelegen
moe t hebben.
Systema t isch werd al het materiaal verzameld , ook de zaken die
op het eerst e gezicht niet belangrijk leken te zijn. Zoals
iedereen weet i s dit noodzakelijk voor een verantwoorde op-
graving , maar in de prak tij k wordt hiermee nogal eens de hand
gelicht . Ditmaal had ik mij er gelukkig aangehouden en werd
hie rvoor beloond Bi.i het schoonmaken van de pijpenpot- frag-
menten kwamen e nige zaken te voorschijn die tijdens het veld-
werk niet waren opgevallen .

PIJPENPOTTEN
De eerste verrassing kwam t oen ik een scherf (20x22 cm) met de
rand van een pijpenpot gereinigd ha d . Op de breukranden waren
afgebroken pijpestel en te zien die op onregelmatige afstanden
in de wand waren opgenomen (afb .1 ) . Al snel re es de vraag
waarom men dit had gedaan , hierbij kwam i k op de volgende
mogelijkheden:
- het diende als versterking van de pijpenpot

90

binnenz i ,j de

,,,,,,\

·\· \'

,
:--/,\ .,,•'
\

.,, :;. .

,.·,'_,, \\
' \
.'
,'...-\,/ 1
·
_'·r\ '.,,
~jJ

--'

.....~. ,J

binnenzi.ide

91

- ter besparing van kle i, werd afvalmateriaal hergebruikt
- om een goede en gel ijkma tige warmteverdeling t e bevorderen
- als hulpmiddel bij de vervaard i ging van pi jpenpotten
Evenals bij de opzetranden (4), waar in pijpekoppen opgenomen
werden, is ook de functie van het gebruik van de pijpestelen
niet duidelijk. Mogelijk is het een combinatie van een aantal
factoren . Opme rke lijk is dat ook in Brentford (Engeland) pij-
pestelen in de wand van de pijpenpot verwerk t werden (5).
Tegen de buitenzijde van de pijpenpot zijn 2 ä 3 lagen ver-
magerde klei aangebracht die naar de rand t oe geleidelijk
dikker worden (tot ca . 1,5 cm) . De aanwezigheid van een dunne
laag poreuze klei ~an de binnenzijde, tot ongeveer 3 cm onder
de rand, doet vermoeden dat de pot een opzetstuk moet hebben
gehad om de inhoud t e vergroten.
Op v eel scherven van pijpenpotten en op het rechter b reukv lak
van het hier afgebeelde fragmen t zijn sporen van g·roen- bruine
glazuur zichtbaar , die tevens onder en tussen de lagen amorfe
klei voorkomen.
De grauw-witte scherf is ongeveer I cm dik, waarbij de l agen
op de buitenzijde niet zijn inbegrepen.
Aan de buitenzijde ongeveer I cm onder de schuin naar binnen
afgesneden rand is aan de afdruk in de klei te zien dat de pot
ter versteviging omwikkeld is geweest met een dubbele i jzer(?)
draad.
Uit het fragment kan berekend worden dat de doorsnede van de
pot ongeveer 35 cm moet z i jn gewees t Deze afmet ing komt over-
een met de diameter van de 18de eeuwse potten uit Utrecht (3),
Gorinchem (1) en Rotterdam. De potten die in Gouda en Zwo lle
(2) gebru ikt werden zijn in de regel iets kleiner.

/

Bi j het schoonmaken van een stuk poreuze k lei, dat als be-
scherming rond de buitenzijde van de pijpenpot was aangebracht,
kwamen afdrukken tevoorschijn van ijzer(?)draad dat rondom de
pot was gewonden (zi e b oven) .
De afdruk van de rand van de pijpenpo t e n de dikt e van het
fragment (afb.2)bewi jzen dat dit fragment als basis heeft ge-
diend voor het opzets tuk .
Aan de binnenzijd e , het gedeelte dat tegen de wand van de p1 J -
penpot heef t geze t en, is de afdruk van een draadconstructie
zichtbaar . Het blijkt dat de pot nie t alleen hori zontaal om-
wikkeld was maar dat er ook dwarsverbindingen waren . lvell icht
gebruikt en de Alph ense pijpenmakers uitsluitend draad om hun
potten te repareren en niet de krammethode zoals in Gorinchem
gangbaar was .

92

' 1' ~ "- - ' .,) \

\ 1 ,' /1 \1 '

'r ' ' \ _, /

'1 -"' ' - /

; \)

,1 1 ' // "-\- ' 1.:,.

,--r-1\ ' 1 - ._ \ I '

.' ' l- \ 1
\ \.
~ _( · 1 - - ~ I; ,,

Afb.2 Por euze kl ei laag op de buitenz i j de van de pijpenpot

HIELMERKSTEMPEL

In de polder Kerk en Zanen, ten zuiden van Alphen, worden veel

pijpekoppen gevonden. Dit materiaal is veel al afkomstig uit

Gouda. Het gaat hierbij om verspreide vondsten afkomstig uit

huisvuil . Er werd nauwelijks materiaal van Alphense pijpen-

makers aangetroffen .

Opmerkelijk was evenwel de vondst van een langwerpi g t a ps

stukje pijpaarde met één vlakke zijkant (afb.J). De basis is

met een mes bijgewerkt zodat een grondvlak van 5,5 mm over-

bleef. Op de vlakke onderzijde staat een negatieve int aglio

(ingesneden) voorstelling van een pijpenmakersmerk. Dit hiel -

merksternpel met het merk de gekroonde B, geeft bij gebruik

een gestoken scherpe afdr uk , die een vergelijking met het po-

sitief van een metalen stempel glansrijk kan doorstaan.

De vormgeving is gelijk aan het

gebruikelijke houten handvat van

een metalen stempel . Het geheel

is echter kleiner (afm. 4,2 cm),

omda t het merk direkt aan de

greep vastzit en niet aan het

einde van een dunne stift .

Over de herkomst van dit stukje

pijpenmakersgereedschap valt

niets met zekerheid te zeggen. ~
Immers in de naaste omgeving wer-
den geen andere pijpen vondsten @

93

gedaan. Bovend i en wer d zowel in Gouda als Aa r landerveen op
i d e ntieke wijze het mer k de gekr oonde B gezet .
Het dateren van de vond st levert ook problemen op, omdat geen
ver gelijkingsmat e r iaal voorhanden is . I k vermoed echter dat
dit gereedschap omstreeks 1800 is gebruikt . Dit baseer ik
voorname li jk op he t idee dat men toen zoch t naa r goedkoper e
produktieme thoden, vanwege de teruggang van de ni j ver hei d .
Doo r bij de graveu r een posit i ef hielmerkstempel te laten ma-
ken en hier van de afdrukken t e gebru i ken voor het merken van
de pijpen, wer d een sne ll e sl i jtage van het stempel voorkomen.
De pijpaar den s t empels konden eenvoudi g weer bijgemaakt wor den,
maar een nieuw stempel la t en gr averen brach t de nodige onkosten
met zi ch mee .

PIJ PEKOP MET STEELOPSCHRIFT

Ho ewel de pijpekop met het merk de keeshond (afh.4) i n Amster-

dam is opgegr aven is er mogel i jk toch een re l at i e met Alphen

aan den Ri jn . Immers de pijpenmaker Cornelis Pietersz . van

Rijk ( 1756- 1798) , die vanaf ca . 1780 zi jn ambacht u i toefend e ,

geb ru ikte de me r ken CVR en de keeshond (6 , 7) .

De keeshond was het symbool van de

patriotten, die i n de volksmond "Kezen" ...·- ··············
wer den genoemd. Voor al tijdens de 4e

Engelse oorlog ( 1780- 1784) wis t en dezen

hun invloed aanzienlijk uit te breiden .

Hun doel was om zowel de macht van de

rege nten a l s de i nv loed van stadhoude r

Willem V terug te dringen. Men deinsde

e r n i et voor ter ug om daarbij zijn

toevlucht te nemen tot kinderacht i g-

heden . Zo verboden de St aten van Hol- ~
land , die voor het meerendeel patriot-

tisch waren , het zingen van het Wil- ~

helmu s en het roepen van "Oranje boven". '-----------...1

Men ging zo ver dat oranjewortels

voor taan peentjes genoemd moesten wor-

den en princesseboontjes moesten a l s slaboont jes verder door

het leven gaan.

Op de steel van de afgebeeld e pijp staat op de linkerzijde

' VRIJ ' , en op de rechterzijde ' BR ' . Deze letters

zijn vermoedelijk het begin van het steelopschrift : VRIJHE I D,

GELI JKHEID op de ene zijde en BROEDERSCHAP op de andere .

Aangezien deze tekst afwijkt van het randopschrift van het

verpakkingsmerk va n Cornel is van Rijk (afb . 5) moet in twijfel

worden getrokken of hij de maker van deze pijp is geweest .

94

Bovendien ziJn mij geen
l okale vondsten bekend
van dit type pijp ge-
merkt met de keeshond .
Wel wordt het Goudse
ovoide type r egelmatig
opgegraven, echter zon-
der steelopschrift .
Uit de tekst op de
steel valt te concl ude-
ren dat de pijp na de
vestiging van de Ba-
taafse Re publiek ( 1795 )
is gemaakt. Met de in-
tocht van de Fransen
kwamen ook de uitge-
weken patriotten terug
die zich deze slogan
hadden aangemeten.

Afb. 5 Verpakkingsmerk van. Corrie lis
Pietersz . van Rijk

Literatuur
1. A. Bruijn en P.von Hout , Een pijpenpo t uit Gorinchem. Wester -

heem XXXI, nr.3 en 5 , 1982
2 . A.Car mi ggelt . Over pijpen, potten en ringen; een pijpelo-

g is che vondst te Zwolle . Pijpelogische Kring Nederland Be

jrg ., nr.29, 1985
3 . P . von Hout. 17e eeuwse pijpenpo tten uit Utrecht . PKN , 8e

jrg. , nr. 30 , 1985

4 . P.von Hout . Bi jzondere opzetstukken uit Gouda . PKN, Be j r g ,

nr.3 1, 1985
5 . A.Laws a nd A. Oswald . The kiln of Will i am Heath, eigh teenth

century Brentfo r d pipernaker . The Archaeology of the Clay
Tobacco Pipe VI , Pipes a nd Kilns i n the London Region . BAR
Br i t ish Series 9 7, 1981
6 . J . van der Meulen. De "Gouwenaars" van Alphen aan den Rijn.
Repro- Holland bv , Alphen aan den Rijn, 1986
7. G.C.Helbers en D.A.Goudewaagen . Goudsche Pijpen . Atlantic ,
Amsterdam, 1942

95


Click to View FlipBook Version