The words you are searching are inside this book. To get more targeted content, please make full-text search by clicking here.

PKN Kwartaalbladen jaargangen 6 t/m 10

Discover the best professional documents and content resources in AnyFlip Document Base.
Search
Published by Stichting PKN, 2019-02-18 16:43:05

PKN Blad jaargang 6 t/m 10

PKN Kwartaalbladen jaargangen 6 t/m 10

Zuidbraband

Molenbeke, 12 februari 1819
Stroobans, zet de merken: W S, S Ben de gekroonde S

Limburg

Venlo, 22 maart 1819
Jan Hendrik Greefraeth zet de merken: BBW en 46. Behalve
dit merk heeft deze fabrikant nog de letters J.G op ziJne
pijpen (aanvulling op 25 jan. 1820). Het bedrijf is begin
1819 opgericht.
Lenssen & Cratz zetten de merken: BBW en 46. Zij hebben
verklaard niet meer te fabriceren en voornemens te zijn
derzelver fabrijk over te brengen naar Herongen (Pruissen).

Roermonde, 22 maart 1819
Pierre Nicolas Grevenstein en Pierre Kleudtgen zetten de
merken: de lelie, 96, 46, AB en een bezem ,_.

Deze fabrijk bestaat niet meer op 25 jan. ID.

1820

Maasijk, 22 maart 1819
Nicolas Vanijsterdael en Francois Ritzen zetten de merken:
de gekroonde AB, de gekroonde M S, de gekroonde W S, de
gekroonde 46 en de gekroonde 96. Behalve deze merken heeft
de fabrikant, in plaats van het ontbrekende stadswapen, de
letter M aangenomen; terwijl de kisten of vaten, in welke
men de pijpen verzendt met het stedelijk zegel: Plaatselijk
bestuur van Maaseijk, prov. Limburg gemerkt worden.

Maaseijck, Il julij 1829
weduwe J . F.Ritzen merkt met het volgnunnner één tot honderd
met de eikel (het stadswapen). Dit merk wordt aangenomen in
plaats van het tot dus ver gebezigde AB, W S, 46, 96 alle
met een kroontje daarboven.

Nederweert, 2 april 1850
Bernard Stalenberg merkt met K S

Maastricht, 31 mei (1850?) ~
Johannes Dehue merkt met ID
Jan Knoedgen merkt met IK

*Luik

Luik, 24 mei 1819

ffllBastin-Nossent, zet de merken: de gekroonde 46, BwB en

L.J.Deffet zet de merken: de gekroonde 46 en ~
deze twee fabrikanten hebben zich verbonden p..=J

44

om hunne p1.Jpen aan de koppen met L G te merken en bij ver-
zending het cachet der gemeente op te .drukken .

Seilles, 24 mei 1819
Eti enne Marchand zet de merken: de gekroonde W S, de ge-
kroonde 46 en de gekroonde kl ok en de 46

Oostvlaanderen

Gent, 7 februari 1819
Jean Cappelier, de W S
Jean Merlé, een molen
Pi erre Vanhaeverbeke, de W S en he t merk van een burg
Benoit Verbrugghe, de W Sen eene k r oon
Andr é Vechters, de W S eene kroon en een boom
J .B. Berlo, de W S, de D Sen het merk van een burg
J .B.Vanhaeverbeke , de W S, eene kroon en eene lel ie
Gaspard Col ijn, de V B, de gekroonde W Sen e en l eeuw

St . Nicolaas, 7 februari 18 19
Pierre Joseph van Rei j n, de gekroonde W S

Grannnond, 7 februari 1819
Jean van Meckeren, de gekroonde W S e n de gekroonde D

Westvlaanderen

Brugge, l2 maart 1819
Jean Bogaert, Rue des Pierres no.88
Jean Baptiste Vlamijnck, Rue des Mère s no. 33
Beide pijpenmakers, wier arb e id echter zoo we1.n 1.g betekent,
dat zij niet eenmaal een eigen oven hebben , maar hunne pi j-
pen, die, voor he t overige , v an geener hande merk voo r z ien
zij n, i n de ovens der pott ebakkers brengen.

Thielt, 12 maar t 1819
Francois Willemijns, een gekroonde W S

Roul ~rs, 12 maart 1819
Jean Mass elis, de T D
Josse Masselis, de T D
Pierre Muijlle, de T D

Poperingen, 12 maart 1819
Chretien Pierre Guyson zet op de voorkant van de pi jpenkop
de l e tt ers TD . Op het hieltje eene gekroonde Wen om des-
zel f s steel zes lange vierkanten, aan wi er bovenkant het
woord Gauda en aan den onderkant h e t woord Verzil .

45

Kortrijk, 12 maart 1819
Josse Debevere, de W S
Joseph Martin Malfait, de gekroonde W S

Vlamertinghe, 12 maart 181 9 ~
Arnold Ooghe zet het merk ~

Antwerpen

Antwerpen, 18 februari 1819
Charles de Bruijcker, de W S

Mechelen, 18 februari 181 9

Francois Melaert, de W S

Lier, 18 februari 1819 ..
B.Thijs, de T Sop de kanten

Muller, de gekroond e Mop de kanten

.. ....wed. Gilis, de gekroonde M S en op de kanten • • I #

Namen

Namen, Il maart 1819

wed. Laluel l e, de 46 en de H
Lambert Morelle, de 46 en de P.F.
Jean B. Werle, de Wen de L (mogelijk de W.L.)
Jean Statens, de 46 en de S
Francois Henrij, de 46 en de H
Namen, 30 maart 1827

P .J. Duquesnoij, de D.Y.

Namen, 15 mei 1827
Cornelis Lecocq, de CL

Andennes, Il maart 1819
wed. Jean Jo~_Fossion, de gekroonde 46

Charles et frére Smet, de 49 en de VS
Jean J h.Magis, de gekroonde 48
Louis Winant, de gekroonde WSen de klok

Andenelle , Il maart 1819
Pierre Orter, de gekroonde 46

Henegouwen

Bergen, 1 april 1819

C. (S of J). Petit zet W Sop de hieltjes der lange holland-
sche pijpen en een leeuw op de lange fransche pijpen en

..P.E TIT

... .op de stelen
À. .MO.YJ'

46

op den voorkant der koppen van de korte pijpen de letter H
en op de gemeenste korte pijpen niets. Gaat over enige tijd
een Pop de hiel zetten.
De pijpenfabriek bestaat reeds 24 jaar.
Doornik, 1 april 1819

m1miJ1®1J.B.Baisieux zet op de hieltjes WS en een leeuw, op de kop -

pen een H en op de stelen

Aimable Prevost, de letter H. Deze pijpen zijn van het ge-
meenste soort.
Nimij-Maisières, 1 april 1819
Francois Nihoul, de letter N en een leeuw
Armand Grégoire wil in 1820 een pijpenfabriek oprichten .
Casteau, 15 october 1828
Joachim Stievenart, de letter S

In de provincies Noordholland, Zeeland, Utrecht, Gelderland,
Drenthe, Vriesland, Groningen en Luxemburg bestonden, in het
begin van 1819, geene pijpenfabrijken.
Bron:
Algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage

Archief nr. 2 04 23
Binnenlandse Zaken 1817-1825
Nationale Nijverheid en Koophandel

ADVERTENTIES.
Wie helpt mij aan sigarenzakjes met: een rebus,zoekplaatje,
kruiswoordpuzzle,kroningszakje Wilhelmina etc.
Ook ruilen tegen kleipijpen, oude tabakszakken, sigarenkist-
etiketten,grospenningen etc.
Leen ·van den Berg,

AANGEBODEN: De eerste 7 jaargangen van het P.K.N.blad. (1 num-
mer ontbreekt) en een grote doos vol opgegraven koppen.
Ook genegen te ruilen tegen tegels .
H. W.P.Loohuizen

47

8e JAARGANG n~ '!:. \ DECEMBER, 1985

PIJPENDAG 1985

Door de gastvrijheid van de direktie van het Catharina-Gast-
huis was het mogelijk de jaarlijkse "pijpenmiddag" in een
sfeervolle en goed ingerichte omgeving te doen plaats vinden.
Reeds voor het betreden van de ruimte, waar de lezingen gehou-
den zouden worden, konden de in grote getale toegestroomde be-
langstellenden de fraaie en interessante tentoonstelling be-
ki.iken, die was ingericht door Freek May enburg, Lia Schouten
(en haar man) en Martin Steenbergen. Het officiële programma
begon met een bijna professionele film van 'Kneefel Produc-
tions' over het modelleren van een gezichtspijp en het maken
van mallen. De specifieke wijze waarop Fe rry K.neefel zijn
hobby gestalte geeft is in deze film op imposante manier vast-
gelegd. Uit de dia- presentatie van Freek }1ayenburg viel niet
alleen de enorme vormen rijkdom van het Goudse produkt op,
maar ook de hoogstaande kwaliteit van de lichtb eelden. Na de
pauze vertelde Hans van der Meulen, vooruitlopend op zijn
boek, het een en ander over de pijpennijverheid in Alphen aan
den Rijn, waar op grote schaal Goudse pijpen nageboot s t wer-
den. Tussendoor werd aan Jos Engelen het eerste exemplaar
uitgereikt van zijn boek over de pijpmakers in de beide Lim-
burgen,wat tevens de eerste P.K.N. -monografie is . Het hele
gebeuren werd omgeven met een levendige handel in pijpen en
literatuur en een uitwisseling van nieuwtjes en gegevens. Wij
mogen stellen dat ook deze middag zeer geslaagd is. Wij willen
allen, in het bijzonder het lokaal comité en de sprekers, har-
telijk bedanken voor hun bijdrage in het s lagen van deze dag.

de redaktie

Aanvulling op de inventarisatie van pijpmakersnamen op klei-
pijpstelen

opschrift: WAPEN VAN AMSTERDAM/ ZOELEN TE ARNHEM
pijpmaker: (van) Zoelen (?) te Arnhem
vindplaats: Arnhem, Moscawa (coll. R. Wientjes , Arnhem)

IJsseloord (call . J .van Limbeek, Arnhem)
type : reliëf
opgezonden door: Arnold Carmiggelt, Groningen

Werft V ook een nieuw lid voor de P. K. N ?

49

LEIDSE PIJPEN UIT DE TWEEDE HELFT VAN DE 17de EEUW

door J.van der Meulen
tekeningen P .Bakker

De productie van kleipijpen in Leiden neemt, om diverse rede-
nen, een bijzondere plaats in binnen de totale nijverheid en
bij de collectioneurs. Samen met Amsterdam en Gouda was het
een van de eerste plaatsen waar pijpenmakers uit Engeland zich
vestigden. In tegenstelling tot beide andere centra, die zich
verzekeren van een groot afzetgebied, is het Leidse produkt
hoofdzakelijk van regionale betekenis. De toenemende concur-
rentie, aan het einde van de 17de eeuw, en de kleinschalige
opzet hebben in sterke mate bijgedragen tot de neergang van de
industrie in Leiden.
De a fstemming op de lokale markt bepaalde voor een belangrijk
deel het eindprodukt. Invloeden van buitenaf bleven beperkt.
De herkenbaarheid van het Leidse model is hierdoor vele malen
groter dan het onderscheidt tussen Amsterdamse- en Goudse pij-
pen (1). Bij recente opgravingen in Nijmegen, Grave, Velp en
Escharen (4) zijn pijpen gevonden, die sterk op het Leidse
type lijken, maar in detail verschillen vertonen (3). Over
handelsbetrekkingen tussen Nijmegen en Leiden zijn tot nu toe
geen gegevens bekend. Het is mogelijk dat een of meerdere pij-
penmakers of vormenmaker zijn activiteiten naar Nijmegen heeft
verplaatst .
In de eerste helft van de 17de eeuw zijn, door de Leidse pij-
penmakers, uitsluitend zeer eenvoudige verfraaiingen op de
ketel aangebracht . Deze bestaan uit 4- of 5-bladige Tudor-
rozen, meestal gekroond, of een 'fleur de lis', de lelie van
de Bourbons.
In de tweede helft van de 17de eeuw valt een enorme toename
van versieringsmotieven te constateren. Uit de vondstendicht-
heid in de regio en de sporadische melding van elders opgegra-
ven exemplaren mag geconcludeerd worden dat deze pijpen van
Leidse herkomst zijn (afb.1-37). Opvallend is dat een aantal
specifieke Leidse kenmerken, de buikige vorm en de plompheid,
ontbreken waardoor het model aan elegantie heeft gewonnen .
Op enkele uitzonderingen na (afb.1-3) zijn deze pijpen niet
voorzien van merken waaruit een mogelijke pijpenmaker valt te
herleiden . De uitvoering van de versiering is grof en eenvou-
dig, zij getuigen niet van een grote vakmanschap en artistieke
aanleg van de vormenmaker. Tussen de diverse versieringsmotie-
ven zijn echter overeenkomsten te constateren, waardoor we
kunnen aannemen dat deze produkten uit één pijpenmakerswinkel

50

co

J

51

afkomstig zijn.

Gemeenschappelijke kenmerken, die op de afgebeelde pijpen te-
rug te vinden zijn:
- parelrand langs bovenzijde van de ketel~ afb.1,2,3,4,6,7,8 , 9,
-parelrand ( en) m.idde1n0,1o1v,e2r2de ketel- afb .1 8, 19,20,2 1, 22 ,25,26,

27,28,34
-parelrand(en) rondom de hiel- afb.2,3,4,5,8,1 1,1 9,23,25
- parelrand langs vormnaden- afb.4,5,6 ,7, 26,27,28,29
- bladversiering langs vormnaad (naden) - afb. 1, 2,3,9,10,11, 12,

13 , 14, 15, 16, 17, 19,21,23,24,25,33,35,36,37
- bladertakken op de ketel- afb .l ,2,3,4,5,6,7,8,9,39
- 5ti ppenkroon- afb . 2,3,6,7,8 ,31,35,36,38
-ander type kroon- afb.4, 5 ,15,30,32
- geome trische versiering- afb.18 , 19,20,2 1, 34 ,35,36
-hielmerk met s tippen- afb. l,2 ,3,8, 9 ,12,18,19, 23,25 , 27 ,36
- Tudorroos op kete l of steel- afb .1,3 ,4 ,8,10,18,2 3,35 ,36
- lelie op steel- afb.4,6 , 37
-pijp op steel- afb.2,3,8
- andere steelversieringen- afb. 14,15,16,17

x Soms is de parelrand, door het botteren, (geheel of) gedeel-
telijk onzichtbaar geworden .

Nadere beschouwing van de afgebeelde pijpen:

HP-pijpen (afb.J-3)
Op beide zijden van de ketel s taat een identi eke afbeelding.
De pijpen zijn mogelijk gemaakt door Hendrick Pieters, die in
1672 één van de overlieden was van het Leidse pijpenmakersgil-
de (1). Over zijn bedrijf en personalia zijn geen nadere bij -
zonderheden bekend. Een andere pijpenmaker, die zijn produkten
me t HP gemerkt zou kunnen hebben is Huybert Poulisz. Hij is
afkomstig uit Gouda en trouwt in 1685, waarna hij zich op de
Hooigracht vestigt . Gezien de afmetingen van de pijpen (zie
tabel) , die omstreeks 1670 gedateerd moeten worden , lijkt het
n i 2t waarschijnlijk dat hij de maker is geweest.

Dubb ele zij merk-pi jpen (afb.4-8)
Ook deze pijpen zijn op beide zij den van de ketel voo r z i en van
een voo rst elling. De pijpen met het wapen van Leiden (afb.4- 6)
verschillen slecht s in details van elkaar. De afbeeld ingen op
de exemplaren van afb . 7,8 z ijn een roemer en een wijnkan . In
' De Le idse Tabakspijprnakers'(l) is beschreven , dat ook een
combinatie bestaat van een wijnkan met op de andere zijde het
Leidse wapen . De pijpen van deze groep zijn in het algemeen
ouder dan de bovengenoemde HP-pijpen.

52

22

53

Vormnaad versiering (afb . 9-1 7)
Naast de spaarzame vondsten van totaal versierde p1J pen bevat-
ten veel exemplaren een eenvoudig reliëf langs de vormnaad.
Bij dit type vallen diverse kenmerken op , die ook bij voor-
gaande groepen aanwezig zijn, zoals bladertakken (afb9), Tu-
dorroos (afb.10), parelrand (afb.9,10 , 11) en een hielmerk met
stippen (afb . 9, 12). De pijpen met diverse steelversieringen
(afb.14-17) zijn omstreeks 1680 geproduceerd.

Geometrische versieringen (afb.18- 22)
Een karakteristieke groep vormen de pijpen met lijn- en blad-
patronen op het onderste gedeelte van de ketel . Deze motieven
worden aan de bovenzijde afgesloten met een parelrand. In de
meeste gevallen eindigt het reliëf bij de aanzet van de steel,
een enkele keer wordt de tekening voortgezet tot op de steel
(afb . 22).

Pijpen met een verdikking op de ketel (afb . 23- 25)
Uniek zijn de pijpen, waarbij het onderste gedeelte van de ke-
tel verdikt is . Dit fenomeen kan op twee manieren voorkomen.
De verdikking kan rondom de gehel ketel lopen (afb.23) of lo-
kaal op de zijkanten zijn aangebracht (afb . 24,25) .

Parelranden en druiventrossen (afb.26-32)
Deze pijpen hebben een groter verspreidingsgebied en worden
ook buiten de regio gevonden. De grootste concentratie ligt
evenwel in Leiden en omgeving. Beide typen hebben weinig ken-
merken gemeen met de eerder beschreven pijpen. Zelfs het hiel-
merk (afb.27) is niet in overeenstemming met het gebruikelijke
stippenpatroon . Hoewel van Leidse origine zijn ze mogelijk
niet door Hendrick Pieters gemaakt, maar door een collega pij-
penmaker.

Gezichtspijpen (afb . 33-37)
Een zeer speciale plaats nemen de figuratieve p1Jpen in, ,-, die
waarschijnlijk geënt zijn op de legendarische Sir Wa lter Ra-
legh. Door de vormgeving zijn ze direkt te onderscheiden van
soort gelijke pijpen uit andere pijpenmakerscentra. De tekening
van het gezicht is slechts schematisch aangegeven . De versie-
'ringen langs de vormnaad en op de ketel, evenals het hielmerk
(afb . 36) duiden op een lokale pijpenmaker. De datering ligt
tussen 1675 en 1690 . (Voor afb . 37 zie literatuurverwijzing 5) .

Varia ( a fb . 38- 41)
Mogelijk komen deze p1Jpen ook uit Leidse atel iers, maar zij
missen de specifieke kenmerken . De aanwezigheid van het Leid-
se wapen (afb.38,40) is geen garantie voor een lokale herkomst.

54

0 23 a24 2s

26

28 29

55

Afmetingen van de afgebee ld e pijpen in mm .

afb. hoogte breedte inw . diameter kop hxbxd
19,5 13 9506
1 37,5
20 14 10360
2 19,5 12,5 877 5
3 37 19,5 13 9126
4 36 19 , 5 13 9379
5 36 20 14 10080
6 37 20 13,5 9990
7 36
8 37 20 13, 5 10260
9 20 13,5 10530
10 38 20 13 10140
11 39 20,5 14 10619
12 39 21 13,5 10489
21 14 10878
13 37 21 15 12600
14 37 21 15 12285
15 37 19,5 14 10374
16 40 20,5 14 10762
17 39 19,5 15 11 115
18 38 19 15 10830
19 37 ,5 20 14 10640
20 38 21 13,5 10773
21 38 20,5 15 11685
22 38 20,5 13,5 10 378
19 15 10830
23 38 19 15 11115
24 38 19, 5 14 11193
25 37 ,5 19,5 15 ,5 11787
26 38 20 15,5 12090
27 39 19,5 15 11407
28 41 20 15,5 12400
29 39 21 14 10731
30 39 21 13 ,5 10631
31 39 20,5 15 12453
32 40 21 15,5 13020
33 36 , 5 21 15 12285
34 37 ,5 20 13 10140
35 40,5 22 14 11858
20 , 5 15 11070
36 40 20 15,5 12710
37 39
38 39
39 38 ,5

40 36
41 41

Gemeten volgens de methode van Friederi ch (2).

56

31 32
57

Een bewijs hiervoor leveren de pijpen met op de ene zijde een
bloem en op de andere zijde het wapen van Leiden (afb.40) en
het wapen van Haarlem (afb.41). In het verleden in veronder-
steld dat dit gelegenheidspijpen zouden zijn ter herdenking
van het beleg en ontzet van de Spanjaarden, die in 1573 (Haar-
lem) en 1574 (Leiden) plaats vond. Gezien de datering, om-
streeks 1680, is dit inderdaad mogelijk. Minder aannemelijk
is het, dat een Leidse pijpenmaker het risico heeft genomen
voor afzet op de Haarlemse markt een speciale mal te laten
mäken . Mogelijk h e eft de voorstelling alleen gediend als ver-
sieringsmotief zonder historische achtergrond.

Stelen (afb.42-43)
De hei~A stelen behoren, gezien de steelversieringen, zonder
twijfel toegeschreven te worden aan Leidse pijpenmaker.s.
Helaas is niet duidelijk bij welk type pijp de stelen thuis
horen. Mogelijk zijn het s t eelfragmenten van een gladde niet
gemerkte pijpekop. Een ieder, die mij hierover enige informa-
tie kan verschaffen wordt vriendelijk verzocht dit door te
geven (adres zie binnenzijde van de kaft).

Op de volgende pagina staat een tabel met de maten van de pij-
pen, die in dit artikel zijn opgenomen .
De gegevens voor dit artikel zijn verkregen uit de collecties
van verschil l ende verzamelaars. Gaarne wil ik hen bedanken
voor hun medewerking.

Literatuur :

l. J.van der Meulen en H.Tupan, De Leidse Tabakspijpmakers in
de 17öe en 18de eeuw . Stubeg, Hoogezand, 1980

2. F .H. W.Friederich, Pijpelogie vorm, versiering en datering
van de Hollandse kleipijp. A.W.N.-monografie no.2, 1975

3. J.Engelen, De zeventiende eeuwse pijpen uit Nijmegen .
P . K.N., 6e jaargang nr.24, 1984

4. M. Koolen, Tabakspijpjes 1600-1900, pijpvondsten uit Grave,
Velp en Escharen. Stichting "Graeft Voort", Grave, 1982

5 . Don Duco, A figural Leiden pipe . Society for Clay Pipe Re-
search, Newsletter 2, 1984

+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+

Te koop: Friederich, Pijpelogie, AWN-monografie nr.2, 1975 en
Helb ers/Goedewaagen, Goudsche pij pen, 1942 . Beide
in uitstekende staat. Samen f 225, - Tel.07 1-1 4 1994

58

38 39

40

itxl-+00ooooi e 42

oO O e 43
00

g};:{ )::( g

C0
00
00

0 O·
000 0

41

59

BIJZONDERE OPZETSTUKKEN UIT GOUDA

door Peter von Hout

Inleiding

In eerder gepubliceerde artikelen (1) over pijpenpotten uit
Gorinchem en Utrecht is sprake van zogenaamde opzetstukken.
Deze opzetstukken zijn aangetroffen bij pijpenpotten, die bij
een pottenbakker, op de draaischijf, vervaardigd zijn (afb.2).
Opzetstukken werden door de pijpenmaker op de gedraaide pij-
penpotten gezet om deze te verhogen . Het materiaal voor deze
opzetstukken bestaat uit een wit bakkende klei, die gemagerd
is met kaf.

De bijzondere opzetstukken

Tijdens een stadsvernieuwingsproject in Gouda, aan de Vest -
Drapiersteeg, werden naast het eerder gevonden type opzetstuk-
ken een aantal bijzondere opzetstukken aangetroffen. Het bij-
zondere van deze opzetstukken is dat er door de pijpenmaker
pijpekoppen in verwerkt zijn (afb.I).

Afb.l. Een opzetstuk met de er in verwerkte pijpekoppen.
(Collectie L.B.Schouten. Foto:F.Stalenberg)

60

Afb.2. Een gerestaureerde pijpenpot uit Gorinchem, die ver-
hoogd is met een opzetstuk. (Collectie:F.Kneefel)

61

De pijpekoppen liggen in de lengterichting in elkaar gescho-
ven. Om de pijpekoppen beter in elkaar te laten passen werd
meestal de hiel van de pijpekop afgebroken (afb.)).
Omdat de pijpenpotten verschillende malen gebruikt moesten
worden, voor het bakken van kleipijpen, probeerde men te voor-
komen dat er voortijdig scheuren ontstonden in de potten. Mo-
gelijk is dit de reden dat men pijpekoppen in de opzetstukken
verwerkte. Door de pijpekoppen ontstonden immers holle ruim-
ten, waardoor de warmte gelijkmatiger getransporteerd werd.
De bijzondere opzetstukken zijn te dateren in de eerste helft
van de 18de eeuw, aan de hand van de vorm van de verwerkte
pijpekoppen.

Noten:

1. A.Bruijn en P.v.Hout. Een piJpenpot uit Gorinchem (ver-
volg). Westerheem 31, nr.5, 1982.
P.von Hout. 17de eeuwse pijpenpotten uit Utrecht. Pijpelo-
gische Kring Nederland, nr.30, 1985.

Hierbij bedankt de auteur L.B. Schouten, M.Q.Steenbergen en
F.Kneefel voor de toestemming om hun materiaal te publiceren.

+-+- +-+-+-+-+-+

NIEUWE LITERATUUR

J.P.A.M.Engelen, Afstammelingen van Westerwaldse pijpmakers
in beide Limburgen en Pijpenfabriek Trumm-Bergmans te Weert.
~onografie van de Pijpelogische Kring Nederland, 1985.
Prijs !20,-

P.V .L .Ritmeester, Kleipijpen uit de verzameling van Peter
Ritmeester. Uitgave: de Postbank, Postbus 21012, 1000 EX Am-
sterdam. Verschij nt a ls tweede deel in een reeks, begin 1986

M.Th . Counet, La culture du tabac dans la région de Comines.
Musée de la vie Wallonne, Cour des Mineurs, Luik , België,1985
Prijs !7,50

Catalogus van de tentoonstelling ' Tabac miroir du Temps' .1985
Uitgave: zie bovenstaand adres. Prijs flO, -

J-A.Ljung och P.Nelson, Kritpipor. Stockholms Stadmuseum,1985

Prijs 112,50 +-+-+-+-+-+-+-+

Te koop aangeboden: Erik Ayto- pijpen

14 Foresterpijpen (boommotief ) à 112,50 per stuk.

36 Tulppijpen in 3 kleuren à fl5,-·per stuk.

Y.Loff,

62

SIGARENZAKJES MET REBUSSEN EN ZOEKPLAATJES

(Een stukje vergeten historie)

door Leen van den Berg

Rebussen en zoekplaatjes waren al eeuwenlang een volksvermaak
voor ze in het midden van de 19de eeuw op sigarenzakjes ver-
schenen. Vooral aan het einde van die eeuw kwamen ze praktisch
op elk zakje voor. Ook in het begin van de 20ste eeuw, welis-
waar in mindere mate, stonden ze nog op de achterzijde van de
sigarenzakjes totdat ze na de tweede wereldoorlog verdwenen
waren.
De zakjes ademen een sfeer uit van een tijd, waarin de mensen
zich nog niet zo opgejaagd gedroegen en urenlang bezig konden
zijn met dit soort spelletjes . Het was ook de tijd waarin si-
garen hoofdzakelijk los verkocht werden, omdat het huidhoud-
budgêt niet toeliet om een doos of kist in te slaan. Het was
de zogenoemde zondagse sigaar. Niet alleen tabakszaken maar
ook: babiers, kruideniers, café's en hotels verkochten sigaren
in deze zakjes, zoals de reklames aangeven. Als extra service
aan de klant werden op de sigarenzakjes rebussen en zoekplaat-
jes gedrukt, welke natuurlijk prompt verzameld werden. Jammer
is het dat vele zakjes verknipt werden en daarna in schriften
zijn geplakt. Op deze wijze zijn veel reklames verloren gegaan
die vaak echt de moeite waard waren en aangaven wat er nog
meer behalve sigaren verkocht werd en door wie.
Gelukkig komen er toch ook veel complete zakjes boven water,
ze vallen vaak van ellende uit elkaar, maar kunnen nog wel
bewaard worden door er wat restauratie werkzaamheden aan te
verrichten.
Naast de zakjes met rebussen en zoekplaatjes komen ook andere,
vaak zeer interessante tevoorschijn, zoals de kroningszakjes
van Koningin Wilhelmina uit 1898, zakjes met kruiswoordpuzzels
en met merken en prijzen van de sigaren van weleer .
Stap voor stap krijg je, boven verwachting, toch nog een hele
verzameling bij elkaar. Het zoeken moet ondertussen ook begin-
nen naar de technische details van deze materie, bijzonderhe-
den over druktechnieken, drukkerijen en de litho's.
Mochten er l eden z·ijn, die mij hier meer over kunnen vertellen
dan houd ik mij aanbevolen.

Dr.J.M .Fuchs: Wie lacht daar. Nederlandse zoekplaatjes, raad-
sels, rebussen uit voorbije tijden. Amsterdam 1962

·nr.~M.Fuchs en W.J.Simon: Raadsels, rebussen, puzzels uit
alle tijden. Amsterdam 1970

63

Voorzijde van sigarenzakjes met rebus of zoe kplaatje

WAAR IS ZIJN VROUW? ..Wie kust ntij"?

64

Rebussen

~f)~ - ~~..s..

A_il3 Melklr ft

+

4B'Efet\ ~B 1f

NWs~~1-~ s. i~~ .

t.

/d10 ~ om t

.D[d~:r@~ s mee 111

Oplossingen:
1.Julius Cesar at liever oesters dan mosselen. 2.Post en tele-
graafkantoor.3.Elk huis heeft sein kruis.4 . Bezint eer gei be-
gint.5.De oplossing is licht te vinden.6.Des nachts zijn alle
katjes grauw.7.Beter 1 vogel in de hand dan 10 in de lucht.
8.Ministerie.9.Ik was mijn handen in onschuld.IQ.Twee honden
vechten om 1 been de derde loopt er ras mee heen.

65

DE HOLLANDSE KLEIPIJP ALS HULPMIDDEL IN DE OPTISCHE INDUSTRIE

EN FOTOGRAFIE.

door P.K.Smiesing

In het juninunnner van de P.K.N.(l) werd de vondst gemeld van
een tot fluitje vermaakte 17e eeuwse pijpesteel. Tegelijker-
tijd verscheen in het bulletin van de Koninklijke Nederlandse
Oudheidkundige Bond (2) een artikel, waarin ook enkele vond-
sten werden vermeld van 17e eeuwse pijpestelen die op dezelfde
wijze bewerkt waren. De fluitjes werden in New York aan de
Hud sonrivier opgegraven op de plaats waar eens het fort Orange.
was ge legen. Vermoedelijk werden deze fluitjes door Hollandse
kolonisten, die het fort tot 1664 bewoonden, gebruikt om sig-
nalen door te geven. Ook hierin werd rekening gehouden met de
mogelijkheid dat deze fluitjes als kinderspeelgoed werden ge-
bruikt.
Twee eeuwen later, in de tweede helft van de 19e eeuw komen
de stelen van de Hollandse kleipijp weer op opzienbare wijze
in het nieuws . In die periode was de optische industrie op
zoek naar nieuwe glasmengsels voor het vervaardigen van lenzen
(3).Het vinden van een grondstof, waaruit roerstaven konden
wo rden vervaardigd, geschikt om in het laboratorium de gloei-
ende massa dooreen t e roeren, vormde echter het grootste pro-
bleem.Nadat in het lab van een glasfabriek van de firma Zeiss,
in het Duitse plaatsje Witten, alle mogelijke materialen ge-
tes t waren, kreeg de jonge onderzoeker Dr.Scott een ingeving.
Hij rende naar de plaatselijke winkel waar o.a. pijpen werden
verkocht en kocht daar, tot verbijstering van de winkelier,
alle lange "Hollandse aarden pijpen" op. In zijn laboratorium
brak hij de koppen van de stelen en stak een steel in het hete
glasmengsel. Tot zijn verrassing bemerkte hij dat deze roer-
staaf van witte klei de hitte verdroeg, niet smolt en geen
stoffen aan het mengsel afgaf.
Vanaf dit moment konden verschillende glassoorten vermengd
worden en ontwikkelde zich het onderzoek van nieuwe glasmeng-
sels op de optische eigenschappen. Dankzij de Hollandse pijpe-
steel werd een nieuwe roertechniek ontwikkeld in de optische
industrie, waardoor de optiek van tal van optische instrumen-
ten belangrijk kon worden verbeterd.
In de fotografie werd ook gebruik gemaakt van de hittebesten-
dige eigenschap van de kleipijp.(4) In het begin van onze eeuw
werden pijpekoppen aangewend als magnesiumlamp.Om de kop werd
een in spiritus gedrenkte draad van lampenkatoen gewikke ld en

66

bevestigd (zie afbeelding). In
de kop werd de benodigde hoe-
veelheid magnesiumpoeder gedaan.
Bij het gebruik werd de spiritus
aangestoken en in het stukje
steel geblazen. Volgens het
handboek van de fotografie ver-
brandt de verstuivende magnesium
dan met een schitterend lich t.
Het blazen met de mond werd
echter gevaarlijk genoemd. Daar-
om werd geadviseerd de steel te
verbinden met "een elastieke
buis met peer", zoals die voor
het openen van momentsluiters
werd gebezigd.

afb. zeer eenvoudige magnesium-
lamp

Noten:

1. H.Tupan: Een fluitje van een pijpesteel. P . K. N. 8e jrg.
nr.29, 1985

2. P.R.Huey: Archaeological excavations in the site of fort
Orange, a Dutch West India Company _trading fort built
in 1624. Bulletin K.N.O.B . tijdschrift van de Konin-
klijke Oudheidkundige Bond, jrg.83, nr.2/3, juni 1985,
pg. 68-79

3. F.Scheffel: Wonderen van glas. 1944, pg. 178-179
4. Dr.J.E.Rombouts: Handboek der praktische fotografie, 1902,

pg. 382

+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+

NIEUWE LITERATUUR:

"Kom eem pijpke buurten", geschiedenis van kleipijpen gevon-
den te Vessem,Wintelre en Knegsel. Te bestellen door overma-
king van !3,60 op Rabo rekeningnr. 126106290 t.n.v"De Hooge
Dorpen", met vermelding van de titel van het boekje.

+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+

Te koop of te ruil aangeboden: Collectie 19de en 20ste eeuwse
pijpen (o.a Jakobskoppen) en een fraaie verzameling
tabacologica en porseleinen pijpekoppen. Ruilen tegen
17de eeuws pijpenmateriaal heeft de voorkeur. R.de
Haan, tel:035-233897

67

DE WATERSNOOD VAN 1916 OP PIJPEN AFGEBEELD.

door F.Tymstra

Inleiding:

Historische gebeurtenissen vormen al eeuwen lang een dankbaar
object om op allerlei voorwerpen te worden afgebeeld .
Ook de kleipijp is, getuige de vele voorbeelden, daarvan niet
uitgesloten.
In 1916 werd een serie pijpen uitgebracht met afbeeldingen van
de toen actuele watersnood die grote delen van ons land trof .
Aanleiding tot de ramp was de weersgesteldheid gedurende de
eerste twee weken van januari in 1916 . Op dat tijdstip was de
windsnelheid ruim 3x groter dan het normale gemiddelde over de
maand januari en er viel veel regen. De veelal zuid- west tot
westenwind zorgde voor hogere waterstanden dan normaal.
De waargenomen windsnelheden en windstoten waren , hoewel groot,
voor een storm in ons land niet abnormaal, maar door de ongun-
stige richting en de lange duur van de storm, die zich over
twee vloedgetijden uitstrekte, werden op 13 en 14 januari gro-
te hoeveelheden water de Zuiderzee ingedreven. De in het land
aanwezige kanalen konden het water niet vlot genoeg afvoeren.
Een tweede factor in de weersgesteldheid was de relatief hoge
temperatuur van gemiddeld 6,2 graden celsius met weinig nacht-
vorst. Deze temperatuur, in combinatie met de aanhoudende re-
gen hadden de dijken week gemaakt en daardoor verzwakt .
De golven, die over de dijken heenzwiepten, tastten de voet
aan de binnenzijde van de dijk aan. Op 13 januari voltrok zich
het onheil. Op meer dan 10 plaatsen scheurde de dijk open en
daardoor kwamen grote delen van ons land onder water te staan .
Het ergst getroffen waren de dorpen en steden in Waterland,
maar ook in Spakenburg,Nijkerk,Eemnes,Zwolle,Meppel,Zaandam
en Rotterdam stroomde het water binnen.
Hoewel er relatief weinig slachtoffers onder de mensen vielen
was de schade enorm. Dijken,wegen,huizen,spoor- en tramwegen
werden in een paar uur verwoest. Vee en pluimvee verdronken
bij duizenden, land- en tuinbouwgronden liepen grote schade op.
Om het herstel te bekostigen werd een nationale inzamelings-
actie gehouden, die bijval kreeg vanuit het buitenland.
De giften stroomden binnen en uiteindelijk werd een bedrag van
meer dan 2 miljoen gulden bijeengebracht. Van dit geld werden
de vluchtelingen, die in korte tijd haard en huis verloren,
ondersteund en kregen de getroffen gemeenten vergoedingen voor
dijk- en stadsherstel.

68

De Firma van der Want en Barras

Deze Goudse fabriek werd door George A.A.Barras en Gerrit Fre-
derik van der Want in 1898 opgericht .In de eerste jaren van hun
bestaan leidden de twee firmanten het bedrijf, dat uit twee af-
delingen bestond. Enerzijds werd aardewerk gefabriceerd onder
de naam REGINA, anderzijds werden pijpen uitgebracht onder het
merk HOLLANDIA.De fabriek claimde het feit de" Eerste Neder-
landsche Fabriek van Geemailleerde Pijpen" te zijn.
Dat waren geglazuurde pijpen, die niet op de traditionele ma-
nier gekast werden, maar met behulp van gietklei gegoten wer-
den in gipsen mallen.Tot deze groep behoorden de overbekende
doorrokers en plateelpijpen.
In 1911 stapt Gerrit Frederik wegens gebrek aan opvolging uit
de zaak (hij had geen kinderen) en ·doet zijn belang over aan
zijn neven Dirk en eveneens Gerrit Frederik. In de praktijk
leidde Barras het bedrijf. In de beginjaren verhuisde de fa-
briek regelmatig. Via de Keizerstraat, de Turfmarkt en de
Zeugstraat belandde de fabriek in 1917 uiteindelijk aan de
Oosthaven. Daar heeft de f abriek tot 1979 gedraaid.
Tot 1917 hield de fabriek zich in hoofdzaak bezig met de fa-
bricage van pijpen.Een opmerkelijke serie is die uit 1916,
naar aanleiding van de watersnood . Deze doorrokers werden
voorzien van afbeeldingen van de r amp. Voordat de pijp voor de
tweede keer de oven inging, werd ze voorzien van een vuurvast
plakplaatje en glazuur. Na de tweede brand waren plaatje en
glazuur met elkaar samengesmolten.
Van de Watersnoodpijpen zijn 13 afbeeldingen bekend.Een inte-
r essante vraag is of de afgebeelde voorstellingen natuurge-
trouw zijn weergegeven. Het antwoord is beves tigend. Hoewel
de tekeningen primitief zijn geschetst, bleken ze gecopi ëerd
t e zij n uit tijdschriften en ansichtkaarten.Van 6 afbeeldingen
heb ik de lokatie kunnen achterhalen.Op één ervan staat zelfs
in de begeleidende tekst de plaats genoemd : "WATERSNOOD 19 16
MARKEN". I n vergelijking t ot de originele foto's is h et merk-
waa rdig dat de plaatjes op de pijpen spiegelbeeldig zijn af-
gedrukt .

AFBEELDINGEN

afb . ] De kerk van Schellingwoude, die o .a. gediend heeft om
het vee onderdak te verschaffen

afb .2 Watersnood 1916 Marken,omgeslagen v is scherswoningen.
In Ma rken vielen meer dan 15 slachtoffers.Totale schade
bedroeg in Marken f 500. 000,-.

69

WATERSNOOD afbeelding 1

De kerk van Schellingwoude .
Boven een weeergave van een originele
foto, links de spiegelbeeldige afbeel-
ding zoals die op de pijpen voorkwam

afb . 3 Durgerdam. Stolpboerderij met kap en langs de weg een
hek .Hoofdzakelijk materiële schade, hier is veel vee
verdronken .

afb .4 Doorbraak b ij Monnickendam. Veel waterschade. Monnicken-
dam diende als toevluchtsoord voor de vele vluchtelingen.

afb.5 Houten woningen die door het binnendringende water van
de palen zijn wegges lagen op het eiland Marken.

afb . 6 Doorbraak bij Katwoude.In totaal waren er in de Wa ter-
landse zeedi j k Il doorbraken , die een gezamenlijke leng-
te van 350 hadden. Het gr ootste gat had een lengte van
47 meter.

70

. W~TERSN00D .15I6 MARKEH ~ - -~-WATERSNOOD 1!16

-~~---=~.a,,- ~~ . ~~--~-..- ~.7. :~~- ~ -::')_,,-~~
.~. ~f'. " '~- '-~=-~,t -,,J-
afb.2 .JI\ • •. jij,- . -

WATERSNOOD l.'116 WATE.RSN0OD 1916

afb.4 afb.3

WATERSNOOD 1916 WATERSNOOD 1916

afb. 6 afb. 5

WATERSNOOD 1916 WATERS MDOO 1916

71

afbeelding 7

00D 1916 Doorroker

~ Transparant glazuur met
lichtblauwe voorstelling
, t~ aan de voor zijde

'.""'·+--::..4f

-,

Vee l dank is ver sc huldigd aan J oh.de Haan uit Ilpendam voor het
inzien van zijn documentatie .

Bronnen:

N.J.Boon: Herinneringsalbum van den Grooten Watersnood, januari
1916.

Gouds Archief : Adresboeken van de gemeente Gouda 1898 tot 1920 .
Joh.de Haan: documentatie, o.a. ansichtkaarten.
Hadewijch Martens: Kunstaardewerkfabriek Regina.(1984)
H.P.Moel ker : De stormvloed in Waterland januari 1916. ( 1975)

72

Be JAARGANG f\ R ::. Z. MAART,1986

Van de redaktie ..... .

Op 27 november was een vertegenwoordiger van de redaktie ge-
tuige van een aantal heugelijke gebeurtenissen in Weert. De
aanleiding van het bezoek was de officiële aanbieding van de
PKN-monografie van Jos Engelen aan de burgemeester. Bij deze
gelegenheid beloofde de burgervader, dat de pijpenoven van de
fabriek Trurnm-Bergmans voor het nageslacht behouden zou blij-
ven, tevens werd de fabriekscollectie overgedragen aan het
museum De Tiendschuur. Deze unieke combinatie is mogelijk ge-
worden door de medewerking en inzet van de gebroeders Berg-
mans, Jos Engelen, Pijpelogische Kring Nederland en het ge-
meentebestuur van Weert.

Hieronder volgt het verslag uit de Limburger van 28 nov. 1985:

PIJPENOVEN WORDT MONUMENT

Weert- Het gemeentebestuur van Weert wil de restanten van de
pijpenfabriek Trurnm-Bergmans verheffen tot industrieel-archeo-
logisch monument. Dat heeft burgemeester mr.J.Matti gistermor-
gen bekendgemaakt tijdens een bijeenkomst in het stadhuis,
waarop de pijpencollectie van de familie Bergmans werd overge-
dragen aan het museum De Tiendschuur.
De oven van deze fabriek staat nog altijd op de Biest, en is
de enige nog redelijk intact zijnde pijpenoven in West-Europa,
zo onthulde J.Engelen van de Pijpelogische Kring Nederland op
de feestelijke bijeenkomst.

Engelen heeft een monografie geschreven over de A11 fstammelin-
gen van Westerwaldse Pijpmakers in beide Limburgen en Pijpen-
fabriek Trurrnn-Bergmans te Weert". Het eerste exemplaar bood
hij gisteren aan burgemeester Matti aan, nadat hij had ge-
schetst dat de Weerter pijpenfabriek in de tweede helft van de
vorige eeuw en de eerste helft van deze eeuw een niet onbe-
langrijke plaats heeft ingenomen in de Limburgse pijpenindu-
strie. Achthonderdduizend tot een miljoen pijpen kwamen in de
bloeitijd jaarlijks uit het bedrijf. ,,Pijpen werden in vroeger
eeuwen bij miljoenen vervaardigd en achteloos weggeworpen",
aldus Engelen, die het gemeentebestuur feliciteerde met het
feit dat deze collectie uit de Weerter fabriek ( een van de

11

rijkste in beide U .mburgen") bewaard is gebleven . Dat was
overigens kantjeboord, zo erkende Jo Bergmans, een van de twee
gebroeders die het bedrijf het laatst gerund hebben.

73

LUSTRUM BOEK

Over ruim één jaar viert de P.K.N. ziJn tweede lustrum. Ter
gélegenheid van dit heugelijke feit is de redaktie van plan
een monografie uit te geven, waarin een inventarisatie zal
worden gegeven over typelogie en determinatie van de Neder-
landse kleipijp .
Het boek beoogt een samenvatting te geven van de produkten
uit de belangrijkste pijpenmakerscentra. De vele afbeeldingen
en ondersteunende beschrijvingen zull en voor de collectioneur .
en (amateur)archeoloog een steun betekenen voor de determina-
tie en datering van pijpekoppen. Mede gezien de omvang zal
hoofdzakelijk de produktie in de 17de en l8de eeuw aan bod
komen. Vele deskundigen hebben reeds hun medewerkin·g aan deze
uitgave toegezegd.
In overzichtelijke hoofdstukken zullen de typologisch- en an-
derszins herkenbare pijpen beschreven worden uit: Alphen,
Amsterdam, Deventer, Enkhuizen, Gorinchem, Gouda, Groningen ,
Hoorn, Leeuwarden, Leiden, Maastricht, Nijmegen, Rotterdam,
Schiedam, Schoonhoven, Utrecht en Zwollen. Tevens zal een uit-
gebreide literatuurlijst worden opgenomen.
Om het boek zo volledig- en actueel mogelijk te maken wordt
een ieder, die in het bezit is van bodemvondsten die wijzen
op een lokale produktie, hiervan bericht te sturen aan J. van
der Meulen (adres zie binnenzijde omslag).

Voor u gelezen... . .

In het Leidsch Dagblad van 3 1 juli 1985 stond het volgende ar-
tikeltje:
Os verdiend- China, 's werelds grootste fabrikant en verbrui-
ker van tabak, probeert het publiek ertoe te brengen het roken
van sigaretten op te geven met de leuze: .,Laat het roken drie
jaar en u hebt genoeg geld verdiend om een os te kopen"
Het dagblad China Daily in Peking berichtte dat het denkbeeld
ter harte is genomen door de 185 inwoners van een dorp in de
centraal gelegen provincie Henan. Niemand rookt er en iedereen
heeft een of meer ossen.
Volgens officiële cijfers roken in China 200 miljoen mensen,
eenvijfde van de bevolking.

Denkt U aan de accept- girokaa:r>t?

74

G.A.BRONGERS AFGETREDEN ALS CONSERVATOR VAN HET NIEMEYER
NEDERLANDS TABACOLOGISCH MUSEUM

De heer Brongers, tevens bekend als auteur van verschillende
tabacologische boekwerken, is reeds per I januari 1985 afge-
treden als conservator van het tabaksmuseum van de Kon. Be-
drijven Theodorus Niemeyer b.v.
De Koningin verleende hem mede in dit verband- doch ook voor
vele andere functies en bijdragen aan het culturele leven in
de Provincie Groningen- het ridderschap in de Orde van Oranje-
Nassau.

Conservator thans is de heer T.Helperi Kirnm. Deze was dat
echter reeds meer dan 15 jaar naast de heer Brongers. De heer
Helperi Kinnn was van 1963-1981 secretaris van de Raad van Be-
stuur van de Kon. Bedrijven Theodorus Niemeyer b.v .. In 1981
werd hij benoemd tot direkteur van het Noordelijk Scheepvaart-
museum te Groningen.
Zoals velen van u weten is het tabacologisch museum samen met
het scheepvaart museum gevestigd in twee fraaie gerestaureerde
middeleeuwse panden. Het adres is: Niemeyer Nederlands Tabaco-
logisch Museum, Brugstraat 24-26, 9711 HZ Groningen, tel:050-
122202

NIEUWE LITERATUUR:

Peter Davey, Ed. The Archaeology of the Clay Tobacco Pipe IX.
More pipes from the Midlands and Southern England . Prijs f 24.-
ISBN 0860543552. BAR, 5 Centremead, Osney Mead, Oxford OX2 ODQ
England

R.Cauwe, Geschiedenis van de tabak in de Leiestreek . Overdruk
uit "De Leiegouw", afl. 3-4 , 1983. Te bestellen bij het Stede-
lijk Museum voor pijp en tabak . Marktstraat 100, 8730 Harel-
beke, België. Prijs !3,-

Jean Leo, Le grenier d.u collectionneur, 3éme Trim. 1985 . Ver-
koopcatalogus van boeken en pijpen. Uitgave Mr. J.Leo, 238
Avenue Orban, 1150 Brussel, België

J .Fraikin, Pipiers de llallonie. Enquites du musée de la vie
Wallonie, Tome XIV, no.161-164, 53- 54 années, 1976-1977. Te
bestellen bij: Musée de la vie Wallonne, Cour des Mineurs,
Luik, België. Prijs !15,-

75

DE ORDE VAN HET GULDEN VLIES OP PIJPEKOPPEN

door Kees Faas (Krommenie)

In .oktober 1985 werd Koningin Beatrix tijdens haar staatsbe-
zoek aan Spanje onderscheiden met de Orde van het Gulden
Vlies. Deze hoogste Spaanse onderscheiding werd in 1430 door
Philips de Goede in Brugge gesticht en is via Maximilliaan I,
uit het huis Habsburg, aan Oostenrijk gekomen.
Het hoofddoel van de orde was de verdediging van de christe-
lijke godsdienst; nevendoel was een grotere bloei van de rid-
derstand.
Onder de Nederlanders, die de orde kregen bevinden zich:
Willem van Oranje en de koningen Willem I, II en III en vele
edelen, waaronder Jan van Wassenaar, burggraaf van Leiden.
Zijn wapen, omgeven door de keten van het Gulden Vlies met de
ramsvacht, is te zien in de St . Bavokerk te Haarlem.
De Gulden Vlies juwelen bestaan uit een keten roet een gouden
ramsvacht, door Philips de Goede ontleend aan de Griekse my-
thologie. Het betreft de vacht van een aan Zeus geofferde ram,
geplaatst in een tempel en bewaakt door een nooit slapende
draak. Jason en de Argonauten wisten echter toch het Gulden
Vlies te bemachtigen .
De orde werrl re8elm~tig afgebeeld op munten (afb.4) en komt
ook op enkele pijpekoppen voor .
Op de eerste pijpekop (afb.!), gemaakt tussen 1730 en 1740
(43 mm hoog), staat aan de linkerzijde Karel V (1500-1558) af-
gebeeld. Wellicht betreft het een herdenkingspijp, want in
1530 werd deze vorst uit het Habsburgse Huis door de Paus tot
Rooms-Keizer gekroond. Op zijn rechterhand draagt hij de
rijksappel en links het zwaard (vgl. Pijpelogie van Friederich
blz.113,no. !). Onder zijn voeten staan drie Franse lelies en
aan weerszijde van zijn hoofd staat de tekst CAR. DE 5. De
rechterzijde van de kop (afb.2) toont de Orde van he t Gulden
Vlies. Boven de keten is een bladerkroon en binnen de k eten
twee gekruiste zwaarden en de tekst PLUS ULTRA (de aller-
grootste). De tweede pijp (afb.3) werd rond 1750 in Gouda ge-
maakt (hoogte 38 mm) . Het hielmerk is de liggende leeuw en het
type komt overeen met afb.5-8 in PKN nr.15, blz.6 3 (Het Goudse
pijpenmakersgeslacht Verzijl, door J.van der Meulen).
Keizer Frans I, die staat aigebeeld was in 1736 gehuwd roet
Maria Theresia van Habsburg, keizerin van het Duitse rijk en
soeverein vorstin van de Oostenrijkse erflanden. In 1745 werd
Frans tot Rooms -Keizer gekroond. Duidelijk i s te zien dat hij
de keten van de Orde van het Gulden Vlies draagt.

76

afb.l. Linkerzijde afb.2. Rechterzijde

afb.3. Keizer Frans I afb.4. Rekenpenning van de re-
kenkamer in Holland, 1507, ko-
per: achterzijde; vuurstaal en
keten van het Gulden Vlies.

77

NIJVERHEID

Via Jos Engelen ontlli.ng de redaktie, van de fam.Bergmans, een
interessant artikel over de produktie van kleipijpen in de fa-
briek van P . Goedewaagen & Zn. Dit a rtikel is geschr even door
E.A . Zwaanevel d en gepubliceerd in het maandblad 11Victoria" i n
1908 .
Hoewe l wij er de voorkeur·aangeven om originele artikelen t e
publiceren maken wij deze keer een uitzondering, vanwege het
informatief karak t er van het stuk,alsmede de vele illus t rà ties
die afgebeeld staan. Ondanks het verouderd taalgebruik zullen
wij he t gehele artike l overnemen , waardoor men zich beter in
de sfeer kan inleven .

De Goudsche Pijp

Eenigen tijd geleden va tte ik het voornemen op om den l ezer s
een s een en ander mede te deelen aangaande de pijpen-industrie
te Gouda. Met dit doel voor oogen ri ch tte ik tot de Heer en
P.Goedewaagen & Zn . , fab rikant en van pi j pen en grof aar dewerk
t e Gouda het verzoek om hunne fabrieken eens te mogen bezich-
tigen. Wel wi ll end werd mij dit toegestaan en in gezelschap van
den zoon des eigenaars, deed ik zoo'n aangename wandeling door
de vers chil l ende werkplaatsen, dat dit bezoek niet gemakke lijk
uit miJ ne herinnering zal verdwijnen . Ik zal nu trach t en,
alles wat ik zag en hoorde zoo duideli jk mogelijk mede t e dee-
l en. Deze taak is mij bizonder verlicht door de bereidwillig-
heid, waarmee genoemde Heeren mij de welgeslaagde kiekjes van
de verschillende afdeelingen hunner bloeiende en groot s t e pij-
penfab riek van Gouda ter verduidelijking en opluiste ring van
mijne beschrijving ter beschi kking stelden .
Bi j het binnentreden van het kantoor trekt een zwart bord,
waar op een negenta l kunstig ver vaardigde modellen van pijpen
z ijn tentoonges t e ld, onze aandacht . Het zijn de pijpen, die
vervaard i gd wer den tijdens het bezoek van onze geëerbiedigde
Koningin in gezel schap van Hare Moeder in de maand April van
1897 . En als bewijs van dit Hooge bezoek prijken sede rt dien
tijd de handteekeningen in het vreemde lingenboek. Bij het ver -
laten van h e t kantoor treedt men de monsterkamer binnen. Aan
den wand zi et men t wee borden, waarop a lle in de fabriek ver-
vaardigde soorten pijpen (dit getal bedraagt ruim duizend)
zi jn tentoongesteld . Van de eenvoudige stompjes tot de mees t
bewerkelij ke mode ll en trekken hier de aandacht . Een z elfde mo-
del treft men ook soms in verschillende kleuren aan . Kortom
voor een ieder zonder onderscheid is uit deze gr oo t e verschei-
denhe id gemakkeli jk een keus te doen. Met deze monsterborden

78

voor zich zal ieder aanschouwer moeten bekennen : 11Daar is voor
elk wat wils . "
Van hier begaven wij ons naar de berg- of bewaarplaatsen der
verschillende soorten ruwe pijpaarde . Bovenstaande reproductie
(afb . t), vervaardigd naar een goedgeslaagde fotografische op-
name, geeft een getrouw beeld der bergplaats voor de Belgische
of in den omgang ook wel Maastrichtsche klei genaamd.Deze
klei, die afkomstig is uit de Ardennen in den omtrek van Namen
wordt uit den grond gehakt. Hierdoor ontstaan diepe kuilen,
die den naam dragen van 11puitn, d.w.z . put, met daarin uitlo-
pende gangen. Per scheeps- of spoorgelegenheid wordt de
Belgische pijpaarde aangevoerd. Ook zijn gelijksoortige be-
waarplaatsen ingericht voor de Duitsche en Engelsche pijpaar-
de. De Duitsche klei, die uit de omstreken van Coblenz afkom-
stig is, wordt in vrij regelmatige plakken van kleilagen af-
gestoken. De Engelsche klei wordt evenals de Belgische aan on-
regelmatige stukken uit den grond gehakt. Men ziet toe, dat de
lucht en zonnewarmte vrijen toegang tot de klei hebben en deze
dus allengs droger doen worden. Eerst als de stukken voldoende
gedroogd zijn, kan met de verdere bereiding begonnen worden.
Op den linkerkant (afb.2) ziet men de ruwe klompen gedroogde
klei, zooals die uit de voorraadschuren zijn gehaald . Deze
groote klompen worden tot kleinere stukjes geklopt en daarna
in een grooten bak, die voor een groot deel met water is ge-
vuld, geweekt. De gebruikelijke term luidt 11 zooken". Is de
klei voldoende doorweekt, dan laat men het overtollige water
door een in den bodem aangebrachte kraan wegloopen . Uit den
aard der zaak is de gezookte klei veel te nat om verder bear-
beid te worden.
In de ruimte, die op de teekening aangegeven is tusschen de
bewaarplaats der ruwe klompen en de plank, waarop de werkman
deze klompen tot kleinere stukjes breekt, bevindt zich de
plaats, waar alles, wat in de fabriek aan ongebakken klei af-
valt, wordt bijeengebracht. Deze "schrobbeles", zooals deze
afval wordt genoemd, wordt tegelijkertijd met de doorzookte
klei in de kleimolen dooreen gemalen en op deze wijze tot een
homogene massa gemaakt, die langzaam onder aan de molen uit
een opening te voorschijn komt en door een ijzer- of koper-
draadje wordt afgesneden . De nu verkregen blokken gemalen pij -
penklei worden naar den kelder gedragen, waar zij worden
neergelegd om aldaar een soort van rottingsproces te onde r-
gaan. Alvorens verder te gaan, zij er hier reeds op gewezen,
dat elke soort van pijp ook een meer bepaald daarvoor geschik-
te soort klei nodig heeft . De noodige verschillende soorten
worden door menging der voorhanden zijnde hoofdsoorten verkre-

79

afb . l . Bergplaats der Belgische klei

afb . 2. Het kl oppen, zooken en malen der klei
80

gen. De voor het mengsel benodigde hoeveelheden der ruwe pijp-
aarde worden geklopt, gezookt en in den kleimolen nogmaals
innig vereenigd. De voorraad in den kelder is voldoende voor
de fabricage gedurende ruim~ jaar. Naar gelang nodig is, wor-
den de blokken klei, die zoo ongeveer een jaar gelegen hebben,
uit den kelder gehaald, nogmaals flink in den kleimolen gema-
len en daarna naar de fabriek gebracht om aldaar tot pijpen
verwerkt te worden. In het voorbijgaan werd mijn aandacht nog
gevestigd op een geel gekleurde, ijzerhoudende kleiaarde. Van
deze kleiaarde, waarvan de bewerking overigens in niets van
de andere soorten afwijkt, worden de in den handel verkrijg-
bare roode pijpen gebakken. Na deze werkzaamheden, die alle
betrekking hadden op het klaarmaken van de noodige grondstof,
de 11 pijpaarde11 , komt de thans geschikte pijpenklei in vrij
regelmatige vierkante blokken ter beschikking van den ;;roller'.'
Met een ietwat kunstenaarsoog doet de "roller" een greep in de
klei en geeft in een ommezien aan het door hem afgeknepen
klompje klei den vorm van een schietlood aan een dik koord.
Dit is nu de grondvorm van de aanstaande pijp. De roller gaat
steeds voort met het maken van deze grondvormen, en maakt bos-
jes, die uit 18 stuks van deze allerprimitiefste pijpen be-
staan.
Na den roller komen de bosjes in handen van den 11kaster". Stuk
voor stuk neemt de 11kaster" deze nog zoo weinig op een pijp
gelijkende kleimassa's in de hand. Hij plaatst het schietlood-
vormige dikkere gedeelte op de goot en brengt de w11 ijer" door
het koordvormige verlengsel. De "wijer" is een ijzerdraad, dat
vooraan een uiterst klein plaatje heeft . Op gevoel schuift het
koordvormige verlengsel tusschen duim en voorste vinger der
linkerhand en even snel verdwijnt de wijer in wat straks de
opening in de pijpeschenk zal vormen. Is de wijer tot op± 1

cM. van de kop gekomen, dán plaatst de kaster het geheel in

een koperen vorm. Deze koperen vormen, die aan de fabriek zelf
ontworpen, gegoten en verder afgewerkt worden, bestaan in het
eenvoudigste geval uit twee volkomen op elkander passende dee-
len.
Zoodra de kaster de kleimassa daarin heeft neergelegd en de
twee deelen, die met pen en gat op elkaar passen, op elkaar
heeft gelegd, plaatst hij dezen vorm tusschen een schroef en
draait deze aan. Het overtollige van de klei perst in hoofd-
zaak aan den onderkant van den vorm naar buiten. De kop van
den vorm, die voor een groot deel met het op een schietlood
gelijkend klompje klei gevuld is, wordt nu aan de binnenzijde
geheel met klei bedekt, doordat de kaster deze met zijn zoo-
genaamden 11 stopper", dit is een metalen werktuigje, daarin

81

uiteen stampt. Is de kop klaar, dan wordt de wijer nog dieper
ingestoken, zoodat het rookkanaal in den kop der pijp uit-
mondt. Vervolgens wordt de vorm geopend en de pijp daaruit ge-
haald . Aan den onder- en bovenkant van de steel vindt men de
overblijfsen van de klei, die de vorm niet bevatten kon. Met
een sikkelvormig ijzertje, .,schenker" genaamd, worden die aan-
hangsels verwijderd en zoo goed mogelijk de achtergelaten zoom
weggenomen. Daarna wordt ook de wijer er uitgetrokken en met
voorzichtigheid legt men de pijp in daartoe bestemde bakjes .
Om het kromtrekken der stelen t e voorkomen zijn zelfs gootjes
of groefjes aangebracht, waarin de steel kan worden gelegd en
om tevens bij het drogen het optrekken te beletten kan men dan
áls midde l daartegen een plankje op de pijpestelen leggen.
Een en ander van het hier boven beschrevene vindt men aangege-
ven op de hier voorgaande afbeelding (afb.3) .
Links op den voorgrond is een jongmensch bezig met het zooge-
naamde 11 rollen". De rechts van hem zittende persoon is bezig
met de verdere vorming der pijpen, het plaatsen in den vorm
of "kasten". Rechts op den voorgrond is iemand bezig met het
voorzichtig nee rleggen der gevormde pijpen in de daarvoor be-
stemde bakjes. Er zijn bakjes in gebruik voor 1/5, 1/4 en 3/5
gros. In het midden op de achtergrond ziet men iemand afge-
beeld, die op het punt staat om zijn tot zoover klaargemaakte
pijpen over te brengen naar een andere afdeeling der fabriek,
n.l. die der 11 tremsters 11 •

Een enkele blik op deze afbeelding (afb.4) is voldoende om op
te merken, dat uitsluitend meisjes of vrouwen voor dezen ar-
beid worden gebruikt . Hoewel de afbeelding een uiterst getrouw
beeld geeft van dit gedeelte der fabriek, toch kan men er de
eigenaardige bewerking niet op waarnemen, waarom ik den aard
van dezen arbeid nader zal omschrijven.
De tremsters verwijderen door afsnijding het op den kop voor-
komende kraagje van klei. Daarna maken zij den bovenkant van
den kop glad en gelijk en rond door den zoogenaamden "botter".
Verder worden de zoomen op den kop door middel van den "snoei-
er" zoo zuiver mogelijk glad gemaakt . Tevens wordt het merk
op den hiel der pijp geplaatst en de firmanaam door ronddraai-
ing van den steel daarop ingedrukt. De aldus getremde pijpen
worden nu zorgvuldig stuk voor stuk nagezien, want slechts
die, welke zonder gebreken zijn, gaan naar de volgende afdee-
ling om aldaar geglansd te worden .
De hierneven gegeven afbeelding (afb . 6) toont rechts drie
meisjes, die met het zoogenaamde "glanzen" bezig zijn . Het
bes t kunnen wij de bewerking gadeslaan bij het meisje, dat in

82

afb.3. Het rollen en kasten der pijpen

afb.4. Het tremmen der pijpen

83

het midden op den voorgrond is afgebeeld. In de linkerhand
houdt zij de pijp. In de rechterhand een van een handvat voor-
ziene agaatsteen. Deze agaatsteen beweegt zij vlug en licht
heen en weer zonder een plekje van de nog ongebakken pijp over
te slaan. Hierdoor wordt de oppervlakte glad en glanzend en
daarmede is aan de ongebakken pijp de laatste hand gelegd.
Zooals op de afbeelding duidelijk is waar te nemen, zijn hier
de geglansde pijpen in groot aantal aanwezig. Men wordt duide-
lijk een hooge stapel van bakjes, die alle met pijpen gevuld
zijn, op den achtergrond gewaar. Zij blijven hier opgestapeld
staan om zooveel mogelijk te drogen. Hiervoor is een betrekke-
lijk hooge warmtegraad noodig. Deze warmte wordt op zeer prac-
tische wijze hier verkregen. Tweemaal in de week, wanneer de
arbeidsters de zaal verlaten hebben, wordt de schuif geopend,
waardoor de resteerende warmte, die na het uitbranden van den
oven nog daarin aanwezig is, over deze zaal wordt geleidt.
Wanneer de pijpen voldoende gedroogd zijn, worden zij voor-
zichtig in vuurvaste potten geplaatst. Het middelste der drie
op den voorgrond afgebeelde meisjes is met dezen arbeid bezig.
Zij neemt de pijpen uit den bak, die rechts van haar is afge-
~eeld en plaatst deze pijpen met de koppen naar omlaag rondom
een zoogenaamde "trompet", die in het midden van de pot is ge-
plaatst . Men begint met de langste pijpen het eerst en vervol-
gens die, waarvan de steel korter is. Zoo gaat men voort tot
de pot geheel is gevuld. Om het verschuiven of omvallen der
pijpen te beletten, strooit men tusschen de pijpen gruis, dat
afkomstig is van in de breekmachine gemalen afval van gebakken
pijpen. Boven, waar de steelen der pijpen bij elkaar komen,
wordt een steenen ring gelegd en de pot is nu gereed om in den
oven geplaatst te worden.
Men ziet (afb . 5) een man bezig met het plaatsen van aardewerk
boven op de met pijpen gevulde potten. De oven biedt ruimte
voor wel 90 à 100 dergelijke potten, die samen zoo ongeveer
500 gros pijpen van verschillende vormen en kleuren bevatten.
Hij wordt tweemaal per week gevuld, zoodat niet minder dan
ongeveer 1000 gros pijpen alle weken vervaardigd worden . Van
de nog opengebleven plaatsjes tusschen en inzonderheid van de
ruimte boven de potten wordt gebruik gemaakt om het in de fa-
briek vervaardigde grof aardewerk, zooals melkkannen, wasch·-
teilen, fonteinen voor kippen en dergelijke voorwerpen te bak-
ken. Op den grond van den oven, die ongeveer op I M. afstand
van den beganen grond zich bevindt, toont de afbeelding nog
een zevental spleten . (De overige zijn door de ingebrachte
potten reeds bedekt).
Als de oven voldoende gevuld is, dan wordt de opening, die op

84

afb . 5. Het vullen van den oven

afb.6 . Het glanzen der pijpen

85

de afbeelding naar b innen do~t zieq , fl ink dich t gemetseld.
Onder op den gr ond zijn de zoogenaamde s tookga ten, waarin de
noodige lange Friesche turven worden geworpen om het vuur on-
geveer 24 uur t e onderhouden. Natuurlij k wordt voor het bakken
der pijpen een bepaalde hitte vereisch t . Deze warmtegraad be-
draagt niet minder dan ruim dui zend graden Ce l sius . De vlammen
stij gen door de sple ten, die in den vloer van den oven z i jn
aangebracht , naar omhoog en kronkelen z i ch tusschen de po tten
en het daarop en tusschen bevindende aar dewer k en zet a lles
als het ware i n eenen vuurgloed. Wanneer de oven gaar is,
houdt men met s t oken op .
Links op d e afbeelding (afb .5 ) zi e t men drie potten , elk me t
een mu ts op, afgebeeld. Dit is o . a . noodig bij de ver vaar-
diging van zwarte pijpen. Evenals de gewone wi tt e pijpen h eb-
ben deze vóór het bakken de blauwgrij ze kleur de r gewone pijp-
aarde . Bij het vul len der po tt en wordt evenwel een zekere hoe-
veelheid zaagsel van eikenhout daarin gedaan en daarna de pot
door midd el van de muts zor gvuldig afgesloten. Het zaags el kan
door he t afsluiten niet verb r anden, maar smoort e n ontwikkelt
daardoor een massa rook, die zich zoo inni g onde r het bakken
der pijpen met deze vereenigd , dat men na het bakken zou mee-
nen, da t deze pijpen uit een speciaal soort zwarte klei zijn
vervaardigd .
Zi e hier (afb.7) van den oven gedurende he t stoken. Links van
den oven wordt men de uittredende v l am gewaar. He t i s aan deze
vlam te zien voor den practisch ervaren stoker, of de oven
,,gaa r" is, zooal s men dat noemt. Doch de praktijk heeft alwe-
der een middel bed ach t om van tijd tot tijd de uit ervaring
ver kregen overtui ging met de werkelijkheid te controleeren .
De zoogen aamde Seger kegels , die bij ver sch ill ende warmtegra-
den tot smelting overgaan, toonen bij het leegmaken van den
oven du idelij k aan of de warmtegraad werkelijk ongeveer in
overeens t emming was met die welke vermoed werd in den oven
a anwez ig te zijn.
Ook het ver vaardigen der vuurvaste po tten is op nevenstaande
afbeelding aangegeven. In tonnetjes , waarvan de duigen door
ij zeren banden bij eengehouden worden , werpt men een flinke
ma ssa v uurvaste klei . Deze mass a wordt langs den wand van he t
t onnetje naar omhoog gewerkt, zoodat t en laats t e dit aan den
binnenzijde geheel m~t een laag vuurvaste kl ei is bedekt. Na
het wegnemen der ijzeren banden val l en de duigen uiteen en
treedt een nieuwe , nog ongebakken vuurvaste po t te voorschijn.
Wanneer de oven voldoende is a f gekoe l d, wo rdt de opening weder
opengemaak t, de inhoud daaruit gehaald en naar de daa rtoe be-
stemde l okalen weg gebrach t.

86

afb.7. Het stoken van den oven en het vervaardigen
van vuurvaste potten

afb.8. Het ledigen der vuurvaste potten en het doopen
der gebakken pijpen

87

afb . 9 . Het snollen, soorteren en van etiquetten voor-
zien der pijpen

afb .10. Machinale vervaardiging van pijpen voor export
88

Zoo toont de volgende afbeelding (afb.8) het leegmaken der
vuurvaste potten. Hierboven ziet men afgebeeld, dat de gebak-
ken pijpen uit de potten worden gehaald. Alvorens de pijpen in
gebruik te kunnen nemen, is het noodig, dat men het deel der
pijpesteel, dat met den mond in aanrakin~ zaJ. komen, de bui-
tengewoon groote neiging tot kleven aan de lippen ontneemt.
Dit doel bereikt men door de pijpen te dompelen in een bak ge-
vuld met een mengsel van water, Spaansche zeep en witte was.
Daarna is de pijp voor het gebruik gereed en worden de pijpen
gebracht naar de afdeeling, waar alles voor de verzending
wordt klaar gemaakt.
Dat het hier ook recht druk toegaat en vele handen noodig zijn
om aan de vele aanvragen om "Goedewaagen's" pijpen te kunnen
voldoen, blijkt duidelij k uit de afbeelding (afb . 9), die be-
trekking hierop heeft . Hier in deze afdeeling worden de pijpen
gesorteerd. Mogelijke barstjes en plekjes worden hersteld.
Zorgvuldig worden de pijpen nog eens met een wollen lapje op-
gewreven, waardoor zij de door het bakken eenigszins ver l oren
gladheid weder terug bekomen. Sommige soorten worden van eti-
quetten voorzien en daarna in kistjes verpakt en ter verzen-
ding gereed, in de magazijnen opgeborgen.
Zoo is dan tenslotte de klomp klei, die ongeveer 4 à 5 weken
geleden den kelder verliet, omgezet in een aantal pijpen,
welker bestemmingsplaatsen wellicht evenveel verschillen als
de vorm der vervaardigde pijpen zelf. De Goudsche pijp uit de

fabriek van de Heeren P.Goedewaagen & Zn . te Gouda vindt z ijn

gebruiker in nagenoeg alle bewoonde oorden der wereld. Zoowel
de Chinees als de Zuid-Afrikaan en de bewoner van Australië
evengoed als die van Amerika genieten hun pijpje tabak uit de
vanouds alom bekende pijpen uit de fabriek van genoemde firma .
De groote massa pijpen, die voor het voorzien in de behoefte
van een zoo groot gebied van afnemers noodig is, bracht de
firma er toe, te trachten de fab ricage die tot nu toe uitslui-
t end handenarbeid was geweest, voor zooveel mogelijk thans
machinaal te doe n verri chten (afb .1 0) . Een tiental machines
leveren de daarvoor benoodigde pijpen.
Hetzij verre van mij te meenen, hiermede een volledige be-

schrijving van deze interessante industrie t e hebben gegeven.
En hiermede acht ik mijn voorgenomen taak als geëindigd.
Ik dank de Heeren voor hunne aan mij betoonde bereidwillig-

heid.

Gouda, 15 juli 1908 . E.A. Zwaaneveld .

89

DE PIJPENBRUG

door J. T. M. Warmenhoven

De inwoners van Voorhout (gelegen tussen Noordwijk en Sassen-
heim) hebben de naam eigenzinnig te zijn. De b ijnaam van de
Voorhouters is dwarsdrijvers. Dit naar de dwarsbalk in het ge-
meentewapen . Ik zal een voorbeeld geven van deze o zo dorpse
eigenzinnigheid. De Frank van Borselenlaan wordt alt ij d Puk-
kieslaan genoemd. 'Pukkie' was de bijnaam van een klein kerel-
tje met een grote vrouw en een zeer groot gezin . De Nagelbrug
heet Hogebrug volgens de Voorhouters . De Schoolbrug ging altijd
als de Lagebrug over de tong. De Noordwijkerhoekbrug mo est he t
met de bijnaam 'Pijpenbrug' doen. Hier zit een klein vertel-
linkje aan vast.
Begin 1800 had Voorhout een klein seminarium, genaamd 'Hoge-
ve-ld' . Hier waren wel 500 bewoners bestaande uit studenten en
professoren. Vlak voor het avondgebed mochten deze "heren" nog
een wandeling maken, in groepen. Tijdens de wandeling mocht ook
gerookt worden . De wandeling ging stevast naar de toen nog
houten Noordwijkerhoekbrug. Daar aangekomen waren de lange
kleipijpen leeggerookt. Voor het uitkloppen van de pijpekop
werd de brugleuning gebruikt . Bij deze handeling sneuvelde
nog al wat pijpen. De studenten wisten niet beter of dit was
de 'Pijpenbrug', vanwege de vele tientallen kapot getikte pij-
pen welke in de loop der jaren in het water werden gegooid.
Al s de student in Voorhout zijn laatste wandeling deed alvorens
hij naar het Groot Semenarie in Warmond ging, goo ide hij zijn
hele pijp over de leuning en begroef in het nabijgelegen ·bos
zijn inktpot . Deze l aatste worden nog regelmatig opgegraven.
En als de Leidse vaart uitgebaggerd wordt hopen we veel pijpen
en pijpekoppen te vinden.

+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+

GEDICHT (door M.de H.)

Pijpenpraat '.
Een pijpje roken

is gezellig en fijn
Pijpjes verzamelen,

daar kan je erg druk mee ziJn
Naar pijpjes zoeken,

brengt veel vertier
Maar piJpen opgraven,

geeft het meeste plezier.

90

THOMAS LAURENSZ (1581-1625) TOBACCO .PIPEMAKER TE AMSTERDAM

door Ron de Haan en Wiard Krook

INLEIDING

Met de komst van de Engelsen naar Holland begon voor ons de
historie van het pijpmaken. Onder hen bevonden zich pijpma -
kers, die dit ambacht in Holland introduceerden.
Misschien hadden zij de mogelijkheid een gedeelte van hun ge-
reedschappen mee te nemen, zoals b.v. de mallen. Als dit niet
het geval was zullen de eerste, hier vervaardigde mallen, toch
een typische Engelse vorm gehad hebben. Dit wordt mede bewezen
door de overeenkomsten tussen de vroegste Engelse en Hollandse
bodemvondsten.
Deze pijpen, indien gemerkt, zijn meestal voorzien van een
roosmerk, al of niet met initialen. Wat zou er niet boeiender
zijn om de Amsterdamse Thomas Laurensz, mogelijk de eerste
"Hollandse" pijpmaker, aan een gemerkte vondst te kunnen re-
lateren.
Een sluitend bewijs kan men echter pas leveren als de initia-
len van een hielmerk ook zouden voorkomen in een acte, zoals
in het reeds overbekende geval van Rogier Wilkins, die een
acte ondertekende met~ en ook zijn pijpen van deze initialen
voorzag (1).
Een tweede mogelijkheid is het vinden van produktieafval op
de plaats(en) waar Thomas Laurensz ( 2) gewoond/gewerkt heeft,
helaas is dit niet het geval.

HISTORISCHE BESCHRIJVING

De oudste archiefgegevens dateren uit 1607 (3). Het betreft de

inschrijving in het eerste en oudste lidmaatschapsboek van de

English Reformed Church, de Engelse Hervormde Gemeente te

Amsterdam. Als no.36 werd genoteerd:"Thomas Lawrens topacco

(sic!) pipemaker on the h a r Z e m e r s t r 1 (4).
'

Belangrijke gegevens kunnen worden ontleend aan zijn huwe--

lijksintekenakte, gedateerd 30 mei 1609 (S)(afb.I), zoals

plaats van herkomst (Londen), beroep (tabaxpypenbakker), leef-

tijd (28 jaar), adres (Lijnbaansgracht)(6) en we maken kennis

met zijn toekomstige vrouw Mercij (Barmhartigheid) Voller uit

Kent (7). Als geboortejaar van Thomas Lourensz valt 1581 te

berekenen. Een zeer belangrijk gegeven is de vermelding, dat

hij reeds negen jaar in Amsterdam woonachtig was. Dat wil dus

zeggen, dat hij zich in het jaar 1600 te Amsterdam had geves-

tigd en wel op negentienjarige leeftijd.

91

'N° - . ~. 1n1
Á
t::;_ d ,~
!)>.fJJl,4
-'tM-M:f{)~~~"'"~''j~';'~.o~/ .;vJ1;~;,..-...;?1~~/4,-,,--/4

h · =:2i'<c~,,,L~ /d!$- .,,,;,_.:; .,Q.,.
~ -,, ~~---<--r~_

~

~,;:,,!-'c.9~~ «•'!, s"rf~ 11~, ~"'tcan9<•~ 9,i.eot>bd ,.-

~~ ~t>1t°bMS9flf' 9'6kotpi~~fy/<Dtttttt,.C, C""e~,..,

;, .eet•.,,.u ('rl-oei.tdl"J &"" q,.,,,.~. ~tr- ""~c.%(t1

~-e ,9i~- ~ fit. ~~ 9i6MrBt~• 9,tvfif.ltr)t,. ~ffé'

/ _____.__ _ __.;..____ c»ia 11:

-) eet-,.{~ -

Afb . l. Hu
Ge

r-9--,,,df ~L . r.. . ..6;

11JI ,v1t1r' ,_,-J , ,7/'.·,:' ..

P ~- .- /- \ .

.. '.

=-4.~.,.~,,;;.,f',v-.: .~·--~~ût{~:Jc-~".:~-~-:-::-:-:-.~,~;
J Y ~P~u """--~~...J-'?'-:~::' /1" -~ --; .

L > -- i

'· , ,.

. -~,.... ~

-t1l'lie ~•tl ,~•.:"'"" 9'tt!lt1~~ """~/ ',pnf,Mlt.a'Oé' fà••~ .. ·-. ~ ~ l '

, ft~lf' ~Lf' ,"ooolf,St(bfy {n,~V»e W 'Soet111ttf(r~ ,<,.")~ ,,' • .• j
. ' .: ' 1 J,
11e ':8,tcris81!-' 9't,'3i")t,i"S61!-'.9,.,.,11'." /ttJ 9,~~/ ~..~e
' 9'ttf' :Pt•fooH~ 9,G.,"?1 ,,e"-oe (!ffl'ea...9t~. •tJ Be.tft' .1 ... " :~

:tJ Stf1,,,.)t, ,iitJ IJiltJ ~"t"'c!J~ll•"o~.9,ffll,iffi3~t.· i

-t-- 11

!

uwelijksintekenacte van Thomas Laurensz
emeentelijke Archiefdienst Amsterdam, DTB 414/ 77

Transcriptie van de acte:

Den 30 May 1609

Compareerden als voren Thomas Laurenszn van
28 jaren ~ ~;~de op de Lynbaensgrafte verk

0

Bermhertigheit Voller van Kent oud 29 jaren
houtmaerkt verklarende mede geen ouders t e

Ende ghaven aen datse aen malcanderen . .. (e

THOMAS LAURENSZ X

NB. In de kantlijn staat ges chre ven: Thoma
(Engels voor genade, barmhartigheid , w

I.D

w


Click to View FlipBook Version