The words you are searching are inside this book. To get more targeted content, please make full-text search by clicking here.
Discover the best professional documents and content resources in AnyFlip Document Base.
Search
Published by mail, 2016-11-16 05:56:14

Ik ben een klootzak

Ik ben een klootzak

zuurder wordt en dat is jammer. Niemand is te oud om te
leren, maar je moet het wel willen … weet ik nu.

Het gevolg van het zo jong volwassen moeten worden is dat
ik lichamelijk weliswaar volwassen ben, maar geestelijk
slechts op een aantal fronten. Ik heb in enkele belangrijke
aspecten van volwassen worden geen voorbeeld gehad en als
er al een voorbeeld is, dan is het redelijk kil en berekend. Er is
onvoldoende vaak een warme deken geweest die zo
belangrijk is als je opgroeit. Ik snap het, het is ook geen
verwijt slechts een constatering, maar ik kom niet uit een
liefdevol nest.

Waar sommige mensen bij de eerste tekenen van volwassen
worden al weten dat ze kinderen willen en ook wanneer, ben
ik er halverwege de twintig nog helemaal niet aan toe. Ik wil
nog zoveel, om eerlijk te zijn ben ik eigenlijk nog helemaal
niet uitgepuberd. Hoewel ik niet doorgestudeerd heb - ik
weet het allemaal immers allemaal zelf wel - verloopt het
carrière technisch allemaal naar wens. Hoewel “wens”

51

misschien toch niet helemaal het juiste woord is, want ik heb
geen vooraf uitgestippeld carrièrepad. Ik begin ergens aan
met een flinke drive, maak er een succes van en ga weer
verder. Dat omschrijft eigenlijk wat ik doe, ik kan er niets
mooiers van maken. Dat heeft wel tot gevolg dat ik kansen
krijg of creëer én benut. Met als gevolg dat ik al snel ruim
voldoende financiële middelen heb om lekker te leven.
Bovendien heb ik een heerlijke meid aan mijn arm waar ik
verzot op ben, dus mij hoor je niet!
Met dat plaatje constateer ik bij mezelf dat ik nog helemaal
geen zin heb om snel samen zwanger te worden. Het
aangepaste gereguleerde levensritme met een kind lijkt me
enig moment hartstikke leuk, maar nu nog niet.

Niet echt verbazingwekkend dat Violet het toch echt anders
ziet. Enerzijds wordt ze beïnvloedt omdat de “omgeving”
zwanger wordt en de bekende rammelende eierstokken lijken
dan een uitermate besmettelijk karakter te hebben.
Anderzijds omdat ze er gewoon eerder dan ik aan toe is, voor
een kindje te zorgen. Misschien moet ik standvastiger zijn in
mijn wensen, maar ik maak het mijn meisje ook graag naar de
zin en geef geen of in ieder geval te weinig tegengas.

52

Tijdens een van mijn werktripjes naar de Verenigde Staten
laat Violet haar spiraaltje verwijderen en stelt me bij mijn
thuiskomst voor een voldongen feit. Of eigenlijk doet ze dit al
terwijl ik nog op zakenreis ben. Als ik haar enig moment bel
om zomaar even contact te hebben, vertelt ze me tijdens een
alledaags ditjes-en-datjes-gesprek plots: “Oh ja, ik heb mijn
spiraaltje laten verwijderen.”
“Ja hoor, tuurlijk Letje, whatever.”
“Nou ja, dan toch niet wijsneus. Oh ja, en er was weer wat
gedoe op mijn werk. Maar dat is opgelost. … en ze gaat
gewoon over tot de orde van de dag.
Het eerste wat in me opkomt, is dat Violet een grapje maakt
en ze me op de kast probeert te jagen … wat haar dus niet
lukt. Maar ook als ik eenmaal thuis ben komt het nog een
keer ter sprake en ook nu is het zo gewoon als wat. Dit,
terwijl we het er wel eens vaker over hebben en ik ook eerlijk
aangeef dat ik nog niet toe ben aan kinderen. Natuurlijk vind
ik kinderen leuk, maar voor ons zie ik dat pas voor over
enkele jaren weggelegd. Ik wil deze prettige tijd nog even
vasthouden en merk aan mezelf wel wanneer ik er aan toe

53

ben. Maar ja, Violet is haar wens nu concreet aan het maken
en probeert mij zo in de gewenste richting te manoeuvreren.
Gelukkig heb ik Violet nooit op subtiel gedrag kunnen
betrappen.

Direct na mijn zakenreis hebben we samen een heerlijke
vakantie op het IJsselmeer. Ik word rustig van zeilen en onze
boot ligt even verderop in Harderwijk. Een beetje rondvaren
en hier en daar gezellige plaatsjes aandoen is heerlijk
ontspannend en mijn idee van vakantie. Muiden doen we
altijd aan en steevast hebben we daar veel plezier bij het
sluisje en overnachten er graag. Verblijven in Muiden is
heerlijk, want eerst ga je even in de kroeg “Ome Ko” een
borrel drinken en aansluitend ga je er tegenover een hapje
eten bij “Graaf Floris”. Helemaal prima! Onze manier om
lekker tot rust te komen en al uitrustend en genietend van de
omgeving én van elkaar, komen we vooral veel aan vrijen toe.
Dan kan het niet uitblijven dat je na al die vrijpartijen
resultaat boekt.
“Hans ik heb straks een test gedaan en ik ben zwanger. Leuk
hé!”

54

“Hoezo, zwanger? “ is het eerste en enige wat in me opkomt.
“Sinds wanneer moet ik je uitleggen hoe de bloemetjes en de
bijtjes werken vriend! Ze lacht en kijkt zelfgenoegzaam in mijn
richting.
“Joh Letje, zoiets beslis je toch samen. Je weet dat ik ook
kinderen wil, alleen nog niet nu. Over een paar jaar of zo. Nu
wil ik nog even samen genieten, voordat er een kindje komt.
Dat weet je toch?!” Doe ik nog in een quasi serieuze poging.
“Te laat … ik heb het je gezegd, dan hadden we op de boot
niet zo uitgebreid moeten vrijen. Eigen schuld. Maarre… je
vindt het toch wel leuk? Komt ietwat verontwaardigd uit haar
mond.
“Jawel, maar je moet me wat tijd geven er aan te wennen.”
Spreekt voor zich dat ik natuurlijk ook wel een ernstige vorm
van struisvogelpolitiek heb bedreven. Ik had kunnen weten
dat Violet serieus was toen ze zei dat ze haar spiraaltje had
laten verwijderen en het is opnieuw duidelijk … als Violet iets
wil, dan wil ze het ook echt!

55

De eerste maanden kom ik niet echt in mijn rol als toekomstig
vader en reageer nogal cynisch op alles wat Violet over de
zwangerschap zegt, haar pijntjes en haar gedachten voor de
toekomst. Mijn cynisme is een manier van omgaan met
datgene wat speelt, zaken waar ik eigenlijk niet goed raad
mee weet, waar er een beroep gedaan wordt op mijn gevoel.
Dit maakt dat ik het nog even van me af kan houden. Ik weet
dat het niet oké is, maar het houdt me als het ware overeind.
Ik zie haar misselijkheid toch echt als haar eigen schuld en
over dat kinderkamertje moet ze vooral niet zo zeuren, dat
komt allemaal wel. Aangezien zij dit wil, kan ze het natuurlijk
ook altijd door iemand anders laten maken. Natuurlijk is het
niet terecht dat ik zo reageer Ik ben net een klein kind die zijn
zin niet krijgt. Maar dit alles neemt niet weg dat onze
onderlinge strijd ook tijdens Violets zwangerschap gewoon
doorgaat. Een strijd die op dat moment nog niet als
“vermoeiend” of “storend” betiteld kan worden, maar
waarbij aantrekken en vervolgens weer afstoten wel de
hoofdmoot vormt …. en eigenlijk is het een soort uit de hand
gelopen spel. Eerlijkheidshalve moet ik bekennen dat de
acceptatiegraad tijdens de eerste echo aanzienlijk stijgt.

56

Het voelt allemaal nogal vreemd, constateer ik bij mezelf.
Violet heeft bijvoorbeeld een zogenaamd puntbuikje, maar
een die nauwelijks te zien is. Dit maakt het onwennig te
bedenken dat er echt een kindje in haar groeit. Maar dat is
wel het geval.
Zij is trots op haar lichaam, dat zie ik aan haar houding. Dat
pure, waar altijd over gesproken wordt bij zwangere
vrouwen, klopt dus echt. Ze straalt ook een soort oerkracht
uit en haar lichaam heeft nauwelijks last van striae. Pas
enkele dagen voor de bevalling, wanneer haar buik of
eigenlijk ons kind plots een soort groeispurt maakt, scheurt
onderhuids haar huid en daar baalt ze enorm van. Het
“verdomme” vliegt veelvuldig door de slaapkamer als ze
zichzelf in de spiegel bekijkt.
Ze had er nu niet meer op gerekend en bovendien had ze zich
voorgenomen dat haar zwangerschap – behalve een heerlijk
kind – haar geen “last” zou bezorgen. Ze verzorgt en kleed
zich goed, maar aangezien Violet nooit beha’s gedragen
heeft, denkt ze dat ook tijdens haar zwangerschap vol te
kunnen houden. Toch ontkomt ze er niet aan dat tijdens haar

57

zwangerschap haar borsten wel degelijk groeien. Met
gezonde tegenzin gaat ze er dan toch in mee en gaat ze aan
de beha. Helemaal als ik haar uitleg dat ze volgens mij niet op
hangborsten zit te wachten en dit zomaar kan gebeuren als ze
geen ondersteuning draagt. Geen idee of dit klopt, maar het
zet haar wel aan het denken.
Kort na onze voorlopig laatste strijd gaat ze nar de
lingeriewinkel om vervolgens de meest exclusieve setjes aan
te schaffen. Geen grote lelijke dingen, maar mooie en vooral
dure setjes met kant en waarbij één broekje natuurlijk niets is
en per setje schaft ze meerdere exemplaren aan. Niet
wetende of feitelijk interesseert het haar niet of ze deze
exemplaren überhaupt na de zwangerschap nog kan dragen,
maar ja … dat is Violet.

Het duurt tot zeker de zesde maand van Violets
zwangerschap, voordat ik er persoonlijk enig gevoel bij begin
te krijgen of misschien is het een kwestie van gevoel toe
durven laten. Ik merk bijvoorbeeld sinds kort dat ik mezelf
verantwoordelijker opstel als aanstaande vader. Ik verleg

58

mijn focus richting het vaderschap en begin er zelfs plezier in
te krijgen. Op een Noorse dame tijdens een werktripje na, ga
ik in deze periode niet eens vreemd. Noorwegen is misschien
niet letterlijk maar zeker wel figuurlijk een warm land, veel
gezelligheid, open en gastvrij … en ze hebben Anna.
Misschien dat het op sommige mensen vreemd overkomt,
maar deze Noorse kan ik niet laten “liggen”. Anna en ik
werken veel samen en aangezien we ook in Noorwegen op
verschillende locaties moeten zijn, nodigt ze me met het
grootste gemak uit in haar hotelkamer. Ze weet dat ik
getrouwd én een aanstaande vader ben, maar ze wil niet
meer dan wat momenten van mij als ik in Noorwegen ben.
Het is allemaal heerlijk ongecompliceerd, voelt prettig en ik
kan daar geen nee tegen zeggen. Mijn relatie met Anna,
voorzover je dit een relatie kunt noemen, duurt een jaar of
wat en maakt de tripjes naar Noorwegen, nog prettiger dan
het land al is. Ondanks de impopulaire maatregelen die ik
zakelijk moet nemen bij deze vestiging, is mijn populariteit op
het werk redelijk groot. Enige intimiteit tijdens de spaarzame
privé-momenten in een vreemd land, zijn dan meer dan

59

welkom. Hierbij maakt Anna’s perfecte timing het allemaal
meer dan goed.

Ik heb een internationale baan en reis veel, waarover Violet
langzaam maar zeker haar bedenkingen krijgt. Dit met het
oog op ons kind wat straks geboren gaat worden. Maar op dit
moment speelt het nog geen rol en iedere keer als ik weer
vaste voet aan de grond zet op Schiphol, heb ik een pluche
knuffel bij voor de baby. Geen psychologisch gedoe over
compensatie of iets dergelijks, het voelt gewoon goed en mijn
rol als aanstaande vader begint te beklijven. Ik zie het zelf als
een soort groeiproces waar ik in zit. Een man voelt niet
continu het kind wat, zoals bij een vrouw, in haar groeit. Hij
moet het hebben van verhalen van de vrouw en af en toe een
hand op de buik als de baby beweegt.

De tot op dat moment open ruimte in ons dijkhuis, bouw ik
om tot een mooie babykamer met alles erop en eraan, niets
is goed genoeg. Ons dijkhuisje wat oorspronkelijk dateert van
rond 1900, zijn eigenlijk twee kleine tegen elkaar aan

60

gebouwde huisjes die op hun beurt weer tegen de dijk
gebouwd zijn. De huisjes zijn door de verschillende eigenaren
allemaal op geheel eigen wijze opgeknapt, maar dat maakt
wel dat er verschillende stijlen in verwerkt zijn. Gelukkig heeft
een van de vorige eigenaren ook de sterk aflopende tuin tot
een leuk plekje gemaakt en daar hoeven we niet veel aan te
doen. Met onze komst in 1988 gaan we in huis naar meer
hout, rustiek grenen, maar dan wit gelakt. Ricks kamertje, wat
ik boven de keuken en badkamer bouw, wordt mooi
afgewerkt met handige knieschotten, er wordt gas aangelegd
en ik maak er een meidenkast. Verder komt er een mooie
smeedijzeren wiegje in de kleur zalmroze, wat later
vervangen wordt door een heel kleine waterbedje.
Ik heb er lol in en merk aan mezelf dat ik van ons oude
dijkhuis steeds meer een soort nest wil maken. Ik, Hans, krijg
nesteldrang … het moet niet veel gekker worden, houd ik
mezelf voor!
Maar het gaat wel door, want het moet een nest worden
waar onze baby een veilige plek heeft, waar warmte is die ik
als kind ontbeerd heb en ik snap die nesteldrang van

61

sommige (aanstaande) ouders steeds meer. En Violet, die
slaat alles genoegzame gade en spint in haar eigen kribje.

Voor wie me kent weet dat ik me mateloos kan storen aan
partijen die niet doen waar ze voor zijn. Als vervolgens het
gasbedrijf uit blijft stellen gas aan te komen leggen, hang ik
pissig aan de telefoon en dat is nog zwak uitgedrukt. Tot dat
moment stoken we op olie, maar het babykamertje wat ik
aan het maken ben, moet tijdig gereed zijn en ik ben
ruimschoots op tijd in beeld gekomen om het gas tijdig aan te
laten leggen. Er is geen legitieme reden dat onze baby
zometeen niet in dat letterlijk en figuurlijk warme nestje
terecht kan komen.
Deze, op dat moment nog binnen de overheid vallende partij,
denkt daar echter anders over en is een schoon voorbeeld
van wanprestaties binnen de overheid. Ik snap die vermoeide
en vaak gefrustreerde burgers steeds meer als ze weer eens
nul op het rekest krijgen, maar wel met die vervloekte
verplichte winkelnering zitten. Bureaucratie waar je je nek
over breekt en ik vraag me af of het slechts bureaucratie is of

62

dat er ook ge- of zelfs misbruik gemaakt wordt van de rol die
ze vervullen.
Helaas voor mij, blijf ik tot in lengte van dagen
geconfronteerd worden met (semi)overheden die niet doen
wat ze met je afspreken. Voor mij een struggle for life en ik
moet het in mijn leercurve op zien te nemen. Echter, als je er
steeds mee geconfronteerd wordt, is het nog maar de vraag
of dat gaat lukken.

63

Tijdens de laatste maand van Violets zwangerschap neemt
mijn werkgever een nieuwe manager aan, waaraan ik moet
rapporteren. Tot zover nog niets geks, echter al snel blijkt dat
de man zich in zijn functie bedreigt voelt door mij. Dit geeft
mij op mijn beurt weer een inperking van mijn vrijheid, een
vrijheid die ik altijd heb genoten en die me het best laat
functioneren. Het kan dus niet uitblijven dat de spanning enig
moment te snijden is en ik op een nogal kinderachtige manier
gedwongen wordt om zo te gaan werken als de nieuwe
manager dit graag ziet. Onder het motto “als je linksom geen
respect afdwingt als manager, dan maar rechtsom laten
merken dat je de baas bent”? Alleen is dit een manier van
werken die ten eerste niet bij mij past en ten tweede volgens
mij nooit een lang leven beschoren is, zeker niet als je met
professionals werkt.

Het kan niet uitblijven dat de spanning gestaag toeneemt en
het spanningsveld waarin we beide zitten is niet goed voor
ons, maar ook niet voor de werkgever. Ik snap het wel en er
moet iets gebeuren. De directie gaat vervolgens niet goed om
met zijn rol als manager. Het is ook niet prettig om te moeten
constateren dat de man die je ergens voor aangenomen hebt,

64

al snel blijkt toch niet zo competent te zijn. Het wiel vormt
zich met de dag meer in een soort vierkant en dat rijdt
verdomde lastig.

Ik kan niet duidelijker zijn dan ik al ben over het gegeven dat
ik nooit de ambitie gehad heb de man zijn functie te willen
vervullen, maar hij blijft mij als bedreiging zien. Hij heeft het
idee dat ik hem bewust in de nek hijg, wat hem niet zekerder
van zijn zaak maakt. Ik probeer meerdere keren duidelijk te
maken waar ik voor sta, wat ik wil en vooral ook wat ik niet
wil.
Als we één op één zijn valt zijn gedrag nog wel mee, maar het
haantje komt in gezelschap irritant vaak naar boven en
opmerkingen in de trend van “Als we willen dat het naar de
klote gaat, huren we Hans wel in” zijn niet van de lucht. Tot
het te gek wordt en ik in een presentatie die ik eigenlijk moet
geven en op het allerlaatste moment hij toch op zijn eigen
conto gaat zetten, bewust een calculatiefout zet.
Hij staat op dat moment danig in zijn hemd en natuurlijk is
het niet correct wat ik doe en zijn ego loopt een behoorlijk
deuk op. Dit is voor hem de druppel.

65

Ik kom bij personeelszaken terecht en stel voor met een goed
aanbod te komen. Ik ga elders kijken naar een leuke functie
waar ik me verder kan ontplooien en geen manager op mijn
pad tref die zich op een of andere manier bedreigt voelt. Dit
is me te veel gedoe, ik heb vrijheid nodig en moet met plezier
mijn werk kunnen doen. Ik steek er veel tijd in en dan is het
net iets meer dan “slechts” geld verdienen om van te leven.

Bovendien vind ik vertrouwen in het werk essentieel en als de
basis van vertrouwen er niet is, dan moet je een dergelijke
samenwerking gewoon stopzetten. Niet goed voor de
onderneming, niet goed voor de betreffende mensen.
Er komt een voorstel en ik kan deze plotseling extra
vrijgekomen tijd nu heerlijk thuis doorbrengen. Ik kan de
laatste periode van de zwangerschap en de eerste maanden
met onze baby, net wat nadrukkelijker beleven. Daarnaast
heb ik eindelijk tijd om dat nestje verder invulling te geven. Ik
maak me niet zo druk, voor mij komt er vast wel weer iets
leuks op mijn pad … en aldus geschiede.

66

Privé zijn de laatste maanden van Violets zwangerschap ook
niet de meeste ideale. Heb ik zo mijn nukken, wat ik zeker
niet ontken, Violet heeft ook zo haar momenten. Tijdens de
laatste periode van haar zwangerschap heeft ze zo nog wat
specifieke zaken waar ze mij, maar meer nog zichzelf,
behoorlijk dwars zit. Ze verzamelt namelijk truien en hoewel
dat op zich niet zo vreemd is, verzamelt Violet ook tijdens
haar laatste zware maanden in een stevig tempo door.
Enorme exemplaren mag ik wel zeggen, met opvallende
prints. Haar buikje blijft onder deze groteske truien netjes
bedekt. Het maakt haar niet uit of het zwangerschapstruien
of gewoon heel grote maten zijn. Ze zal en moet deze
opvallende truien hebben, die vooral - en niet op de laatste
plaats - erg duur zijn. Ze heeft ze te kust en te keur en in
maten die ze na haar zwangerschap absoluut niet meer zal
dragen. Maar het maakt allemaal niet uit, ze verzamelt
gewoon door en het heeft weinig meer te maken met het
kopen van mooie (zwangerschaps-) kleding. Ze verzamelt wel
meer, maar deze verzamelwoede heeft langzaam maar zeker
een obsessief karakter gekregen.

67

Vervolgens kent Violet de laatste maanden van haar
zwangerschap ook haar “Chinees eten periode”, haar
“Italiaans eten periode” en haar “niets eten periode”. Hoewel
iedere dag Chinees of Italiaans eten niet helemaal mijn
voorkeur geniet, is het toch nog beter dan de periode dat
Violet helemaal niets wil eten. Ik kook graag en goed en doe
verwoede pogingen haar eetpatroon wat meer afwisseling te
geven of minimaal weer op gang te krijgen. Echter, Violet
heeft zich ingeprent dat ze de laatste maanden van haar
zwangerschap wel erg stevig groeit, wat natuurlijk volkomen
normaal is voor een zwangere vrouw. Maar niet voor Violet
en dus besluit ze zelf maar even niet te eten. Haar buik en
borsten groeien, maar haar zelfbeeld is niet meer reëel en ze
vindt zichzelf langzaam maar zeker een rond gedrocht. Tja, als
het tussen de oren zit, wat doe je dan … niet eten! Logisch,
althans als je Violet haar gedachtegang volgt. Ik vind het
onverantwoordelijk, maar wat ik ook doe, ik dring nauwelijks
tot haar door. Ik moet smeken om Violet iets te laten eten,
wat een hel!
Tijdens haar zwangerschap is ze, weliswaar minder maar toch
blijven roken en ze zegt ok geen “nee” tegen een wijntje. Iets

68

wat haar niet op dit moment, maar zeker op een later tijdstip
aan het denken zet en ze zich zelfs verwijten maken.
Had ik toen geweten wat er later nog zou gebeuren, dan had
ik de toekomst gewijzigd en had ik niet mijn levensverhaal
aan het papier toe hoeven te vertrouwen. Aangezien alles
een reden en een functie heeft, is het gegaan zoals het
gegaan is en kan ik slechts achteraf de verbanden vaststellen.

69

Hoofdstuk 5 / De begrafenis

De ochtend van de begrafenis steken we ons in de nieuw
gekochte kleren en hoewel het oppervlakkig en mogelijk
ietwat vreemd overkomt, is het voor ons meer een manier
die kleine jongen te eren. In het hotel tutten we wat af, het
lijkt uren te duren voordat we alles tot in de puntjes geregeld
hebben. Het ontbijt wordt overgeslagen. De maag is namelijk
vol, vol van verdriet wat zwaar weegt en er is geen plaats
voor een fysiek hongergevoel.
We praten wel samen, we praten altijd, maar het komt niet
verder dan ditjes en datjes en over spoorbomen die
ongetwijfeld dicht zullen zijn. Hoewel Violet altijd al rookt, is
de sigaret zeker nu haar allerbeste vriend.

Als we zover zijn dat de dag echt begint, waarbij we de ijdele
hoop hebben dat deze dag ook heel snel voorbij zal zijn,
rijden we naar mijn schoonouders. Met een flink pakket lood
in de modieuze schoenen, rijden we de rustige straat in waar
mijn schoonouders wonen. We worden al opgewacht door de

70

familie en ook mijn nicht Tineke is er. Tineke is een aparte,
maar leuke en lieve vrouw die me direct wil troosten. Ze
probeert een glimlach op mijn gezicht te krijgen. Ze doet dat
op haar manier en als ik goed en wel zit, komt ze – zonder
bijbedoelingen - op mijn schoot zitten. Al haar goede
bedoelingen ten spijt, wordt het door de treurende familie als
nogal “ongepast” ontvangen. “Belachelijk” is het woord wat
er verschillende keren in de mond genomen wordt, maar ik
laat het min of meer langs me heen gaan. Ik distantieer me
van de mensen met hun bizarre, bekrompen of onnozele
uitingen. De dag is al beladen genoeg. Ze zoeken het maar uit,
ik ben met belangrijker zaken bezig … zoals het proberen
vorm te geven aan mijn verdriet.

Kort na dit incident is het zover dat we Rick naar zijn
definitieve plekje gaan brengen. Gelukkig maar, ik wil hier
niet zijn, ik wil hier weg … maar het ergste van deze dag moet
nog komen. Ik voel mijn maag meer en meer, eerst voelt het
nog als een wiel wat onregelmatig draait, maar al snel wordt
het zwaarder en lijkt het wiel langzaam te verstenen.

71

Naarmate de klok doortikt, wordt dit gevoel steeds
nadrukkelijker en ik kan er niets aan doen het proces te
stoppen. Ik moet het maar over me heen laten komen, zoals
zoveel vandaag.
Als de auto met Rick aan komt rijden, wordt het plots
allemaal heel concreet en tastbaar. Ik denk me er op
voorbereid te hebben, maar als ik die auto zie blijkt dat toch
reuze moeilijk. Kan je je hier überhaupt op voorbereiden,
denk ik met de wijsheid van nu.

Enerzijds wil ik dat het voorbij is en anderzijds wil ik het
definitieve moment voor me uit schuiven. Hoewel het medio
februari nog hartje winter is, is het zonnig en eigenlijk is het
best een mooie dag. Tekenend voor Rick, maar zo heerlijk als
de zon op een frisse februariochtend haar best doet en voor
menigeen een heerlijke dag in het verschiet heeft, zo zompig
en regenachtig is het in onze hoofden.
Violet en ik stappen samen in de eigen auto en rijden achter
de grote witte Mercedes aan. De rest van wereld is er even
niet, we zijn gefocust op de witte auto voor ons en we kijken
niet op of om. In die auto voor ons ligt ons meest dierbare
bezit in een kistje. Maar je kind is niet je bezit en eigenlijk

72

moeten we blij zijn dat hij ons leven bijna elf maanden
verrijkt heeft, alle maanden van ons leven met Rick samen
zijn heerlijk geweest. Maar het goede gevoel naar boven
halen lukt niet, die heerlijke herinneringen komen hopelijk in
het verwerkingsproces enig moment wel weer bovendrijven.
Nu is het verdriet zo groot dat dit alles overschaduwt.
We gaan binnen afzienbare tijd definitief afscheid van hem
nemen. We willen niet, maar we zullen wel moeten.

Alsof het onzichtbare en niet te verklaren een loopje met ons
neemt, want op het moment dat we bij de spoorbomen
aankomen, gaan deze dicht. Frappant, dit hadden we
verwacht. We hebben het er zelfs even aantal keren over
gehad de afgelopen dagen. Nu het dan toch echt gebeurt,
schrikken we ervan. Signalen van Rick en zo ja, wat wil dat
kleine wijze mannetje ons vertellen?

Het is een kort ritje en ik parkeer de auto naast de kerk. Als
het kleine kistje vooraan in de kerk staat, lopen we naar de
sobere houten banken en nemen vooraan plaats. Op wat

73

geroezemoes en wat gekuch na, is het verder stil in de kerk.
Vanuit mijn ooghoek zie ik de directie van het bedrijf waar ik
slechts enkele maanden eerder ben begonnen, zitten. Het
doet me goed dat ze er allemaal zijn.

De kerkdeuren gaan dicht en de dienst begint. Ik kan de sfeer
vanaf het eerste moment niet anders als sereen en ingetogen
betitelen. De pastor legt kort en correct uit dat we in het huis
van God zijn, maar dit geen eucharistie mis is, maar een
samenkomst in Godshuis om afscheid te nemen van kleine
Rick.

Het is precies zoals we het eerder hebben doorgesproken
met de pastor en ik ben blij dat de pastor ons gevoel zo goed
in de dienst weet te leggen.
Zijn verhaal is lief, mooi en doet recht aan Ricks leven en de
impact die hij op een aantal levens heeft gehad. Waarbij de
korte duur van zijn leven eigenlijk helemaal niet relevant
blijkt te zijn. Plots klinken de tonen van ‘Don’t let the sun go
down’ in een originele versie van Elton John. Met de zon die
buiten zo haar best doet en probeert ook de binnenruimte te
verwarmen, klopt het helemaal.

74

De pastor sluit af met een gedichtje wat ook op Rick zijn
prentje staat:

Als een klein wit wolkje, gedreven door de wind …
… kwam je even bij ons, even was je ons kind.
Ik kijk naar de hemel en zie als in een vlucht …

… een klein wit wollig wolkje gaan langs helder blauwe lucht.

Dan wordt het tijd om de dienst af te sluiten en Rick naar zijn
grafje te brengen, dit gebeurd door mensen van de
begrafenisonderneming.
Op het moment dat het kistje naar buiten gedragen wordt,
klinken Freddy Mercury’s woorden ‘Who wants to life
forever’ … Rick in ieder geval niet, zoveel is het wel duidelijk.
Dan loopt de tape vast en de koster loopt in paniek door de
kerk om de muziek te herstarten. Violet en ik kijken elkaar
aan en we concluderen dat zelfs de taperecorder vindt dat
het niet oké is dat een nieuw leven binnen het jaar wordt
weggenomen. Dat is tegennatuurlijk en kan nooit de
bedoeling zijn.

75

De begraafplaats is dichtbij, het is een oud en klein
begraafplaatsje vlakbij bij de kerk met allemaal bomen die
beschermend over de graven buigen. Een smal weggetje
doorkruist het grondgebied van de kerk en die van de
begraafplaats. Het begraafplaatsje is er zo een waar je niet
zomaar terecht kunt. Alleen als er weer een graf geruimd
wordt, komt er een plekje vrij voor iemand die daar zijn
laatste rustplaats wil. Het is een lastig te bereiken plaats en
het kistje wordt centraal neergezet op het kerkhof. De
bedoeling is dat iedereen nog de kans krijgt afscheid te
nemen. Afscheid nemen is voor de meeste mensen moeilijk,
maar van een zo jong leven en ogenschijnlijk zonder reden,
maakt het extra zwaar. Door de begrafenisondernemer wordt
nog aangegeven dat hier het moment is om afscheid te
nemen van Rick en alleen de directe familie als laatste
achterblijft voor het afscheid. Alle aanwezigen hebben het er
zichtbaar moeilijk me, de tranen vloeien rijkelijk en bloemen,
speeltjes en kaartjes worden achtergelaten bij het kleine
kistje. Het ziet er aandoenlijk uit.

76

Als iedereen definitief afscheid genomen heeft van Rick,
blijven Violet en ik met onze beide ouders, Violets broer, mijn
zus, tante Truus en oom Peter achter bij het kistje. Met de
hand op de kist nemen we voor het laatst echt afscheid. Het
is nu zo definitief als maar zijn kan en dat voelen we ook zo,
we moeten Rick voor altijd achterlaten. Ons verdriet zit
diepgeworteld en stil, we houden elkaar vast als we voor het
laatst onze hand van het kistje halen. We huilen heel
ingetogen, heel zacht.
Rick gaat nu naar zijn laatste bedje en op zijn graf komt
binnenkort een zalmroze steentje wat op een bedje lijkt.
Ricks bedje.

Om de hoek van het kerkje ligt het marktplein waaraan het
grandcafé “Het Wapen van Wijchen” ligt. Een “wapen” wat je
in ieder dorp ziet. Hier houden we de condoleance met het
gebruikelijke bakje koffie. Het “wapen” is van de dochter van
de lokale drogist die er met haar Griekse man een gezellig
grand café van gemaakt heeft.

77

Op het moment dat ik naar binnen ga, loopt mijn stiefzusje op
me af:
“Rick is helemaal alleen achtergebleven op het kerkhofje.
Dat kan niet hoor, dat mag helemaal niet.
Moeten we hem niet gaan halen?”
Ik zie de paniek in haar ogen, ze zit er helemaal doorheen, ze
weet het even allemaal niet meer en ik sla een troostende
arm om haar heen. Haar lichaam trilt van verdriet.
Alle condoleances worden uiteraard met de beste
bedoelingen overgebracht en we voelen ons op dat moment
sterk. Toch voelt het als een soort stomme film, het zwart wit
van de film typeert hoe we alles zien. We zien natuurlijk van
alles, maar kijken niet echt en het geluid wat onze oren raakt
is oorverdovend stil.

Met alleen wat goede vrienden blijven we na afloop nog
plakken en nemen enkele borrels. Wat gaan we doen,
eigenlijk maakt het ons allemaal niet uit. Dan neemt iemand
de beslissing gezamenlijk in Nijmegen wat te gaan eten. We
zijn met acht mensen en de Waalkade heeft wel wat aardige

78

gelegenheden waar we terecht kunnen. Bovendien, zo heeft
een van de aanwezigen bedacht, kunnen wij van daaruit
lopend naar het hotel. We praten en drinken veel, maar het
heeft allemaal weinig diepgang. Gelukkig kan Erwin nog wat
stemming maken en ook het overlijden van onze
gezamenlijke vriend Mark komt nog even voorbij.
Nog één nacht in de hotelkamer, wat enkele dagen onze
‘thuis’ is geweest en dan echt naar huis. We moeten de draad
weer oppakken, hoe dat er ook uit mag zien. We kunnen op
dat moment niet bevroeden wat ons nog te wachten staat.

79

Hoofdstuk 6 / Onze vriendengroep

Erwin, mijn beste vriend, is geboren in 1962 in het westen
van het land en als jong volwassene richting zijn inmiddels
gescheiden moeder in Nijmegen verhuisd. Zijn militaire
diensttijd brengt hij in Duitsland door en eigenlijk is hij daarna
in Nijmegen blijven hangen zoals je dat wel vaker ook met
studenten ziet. Kenmerkend voor Erwin is zijn humor,
energie, ondeugendheid en het feit dat hij een soort
flierefluiter is. Eigenlijk lijken we best veel op elkaar, met
uitzondering van de professionele ambitie. Ik zoek iedere
keer de uitdaging op en Erwin weet niet eens wat het is.
Erwin is van de “12 ambachten 13 ongelukken”, waarbij het
zelfs enig moment zover komt dat zijn partner Marijke me
vraagt of ik een leuke baan voor hem kan regelen. Iets wat
me vanuit mijn positie wel lukt. We zijn ook over en weer
getuige op elkaars huwelijk en waar wij een zoon krijgen,
krijgen zij een dochter. Femke is een jaartje ouder dan onze
Rick.

80

Gezien de manier waarop wij met elkaar omgaan zou je
denken dat we elkaar al vanaf onze prille jeugd kennen, maar
ik heb Erwin pas op mijn 18e leren kennen. Zo gaan die zaken
soms, we zitten op elkaars golflengte en die belangrijke klik is
er direct. Samen stappen, het bezoeken van café HouDoe of
samen een hapje eten in een van de vele eethuisjes. Samen
mensen kijken, grappen maken en het avontuur opzoeken,
dat is in grote lijnen onze gemene deler. Al dan niet met onze
partners erbij en in iets mindere mate een aantal vrienden en
kennissen.

Als we gaan stappen, doen we dat meestal met een soort
samengestelde vriendengroep. Een van die andere vrienden
die er regelmatig bij is, is Vincent. Vincent is een vriend van
mij en hoe toevallig kan iets zijn. Hij heeft samen met Erwin in
Duitsland in dienst gezeten. Hij heeft een kroeg die hij heeft
geopend op onze trouwdag. Weer toeval? Vanuit zin kroeg
verzamelen we meestal, voordat we gaan stappen.

Heel erg kwajongensachtig, maar niet geheel zonder gevaar,
is op een relatief rustige weg – even ten noorden van

81

Nijmegen - een flink stuk plankgas met een supersnelle auto.
Het levert ons zelfs nog applaus van de politie op. Misschien
ook niet handig van deze wetsdienaren, en iets wat nu
absoluut ondenkbaar is, maar we worden achterna gezeten
door een Porsche van de toenmalige rijkspolitie. Ze halen ons
bij het benzinestation in en willen een bon voor te snel reden
uitschrijven. Erwin zijn verhaal over het heel erg nodig
moeten plassen, vinden de wetsdienaren klaarblijkelijk nogal
amusant. Een vette glimlach die niet meer in toom gehouden
kan worden door het normaal zo stoïcijnse gelaat, verraad
het plezier wat de mannen hebben. Verder zien deze mannen
de humor van mijn supersnelle Toyota Corolla, de eerste 16
klepper voor Toyota, wel in. Met een stevige waarschuwing,
een hand en een glimlach gaan kwajongens en rijkspolitie
vervolgens weer uit elkaar.

Mark is een andere vriend. Een ogenschijnlijk rustige gozer,
blijkt ook zo zijn “andere” kanten te hebben. De jongen met
het lieve en mooie gezicht, een destijds veel gevraagd model
voor kleding en fotoshoots blijkt een hele onverwachte hobby

82

te hebben, kickboksen. Iets wat je in eerste instantie absoluut
niet achter hem zoekt. Een onverwachte combinatie, maar
een die voor Mark prima samen lijkt te gaan. Zijn kickboks-
kwaliteiten behoud hij dan ook netjes voor in de ring en als je
hem kent is het grappig te ervaren dat er van zijn lieve en
zachte karakter binnen de muren van de sportschool weinig
meer te zien is. Daar is het een gedreven sportieve jongen die
op goed niveau kickboksen tot zijn sport heeft gemaakt. Een
sport die op dat moment overigens nog niet zo bekend is.

Mark verongelukt met zijn auto, vlak voordat Rick geboren
wordt. Mark is verkoopleider bij een kleine
kledingwinkelketen. Hij is naar alle waarschijnlijkheid op zijn
route naar huis in slaap gevallen en heeft zijn auto tegen een
boom gezet.

Een tijdje na Ricks dood spreek ik Mark zijn vader en we
komen tot een indringend gesprek. Een gesprek wat me nog
lang bij zal blijven. Hij vindt namelijk dat Marks dood erger is
dan de dood van Rick. Hoewel het woord “erger” eigenlijk
niet eens van toepassing is, probeer ik hem uit te leggen dat
hij nog zoveel mooie herinneringen aan zijn zoon heeft.

83

Foto’s, video’s, school en sportresultaten, zijn stemgeluid en
humor, iets waarnaar wij in het geval van Rick alleen maar
nar kunnen gissen. Hoewel je mensen eigenlijk nooit moet
vergelijken en de dood altijd erg is, moet een ieder maar voor
zichzelf uitmaken wat erger is.
Hoe dan ook, Marks dood is voor ons allen een groot gemis.

Evert behoort ook tot het vriendengroepje en dat is weer een
heel ander type. Een rustige, beetje onzichtbare kerel, die
eigenlijk altijd met de inhoud van zaken bezig is. Grappig is
dat veel mensen denken dat Evert en ik broers zijn, we lijken
qua uiterlijk nogal op elkaar. Evert en zijn vrouw Madelon zijn
nog steeds goede vrienden. Het zijn van die mensen waar je
altijd op kunt rekenen. Erg prettig als die tot je vriendinkring
willen behoren.

Al met al een sterk uiteenlopende groep vrienden die
eigenlijk allemaal aan het begin van hun volwassen leven
staan en waar alles nog een frisse start lijkt te gaan hebben.
Onze gemeenschappelijke factor is absoluut het loltrappen,

84

wat eigenlijk bij jongens van die leeftijd zo vaak het geval is.
Een groep die een tijd heel hecht blijkt, maar niet
opgewassen tegen alles. Dat hoeft ook niet, sommige mensen
kom je tegen om tijdelijk een rol in je leven te spelen en
andere zijn er voor het leven, zo heeft alles een functie.

Terugkijkend realiseer ik me nu pas dat de groep om Erwin
draaide. Hij is de centrale figuur, de gangmaker en dat vindt
hij wel zo prettig. Hij geniet van de aandacht, vreemd
eigenlijk dat ik me dat op het betreffende moment niet
besefte of misschien hoorde het gewoon zo en was het op
dat moment een heel natuurlijk proces.
En dan komen er, zoals vanzelfsprekend, relaties,
vriendinnetjes die ook mee gaan stappen en dat levert weer
een soort tweesplitsing op tussen de vrouwen en de mannen.
Macho mannencultuur, herkenbaar voor menig man in de
kroeg, en “meisjes” die met elkaar kletsen over wat ik noem
“het buitenkantje”. Het heeft allemaal weinig inhoud, maar is
dat erg op die leeftijd?

85

Wel is het zo dat er een uitzondering op de regel is als het op
de tweesplitsing aankomt. Madelon, de vriendin van Evert,
trekt meer met de jongens op en is dan ook aangenaam
verrast als ik Violet voorstel als mijn nieuwe vriendin. Violet
komt er namelijk al snel achter dat ook zij liever niet bij de
meisjes over niets praat, maar meer lol heeft bij de jongens.
Dat gaat natuurlijk ook over niets, maar dan anders … zal ik
maar zeggen.

Ik ken Madelon op dat moment al jaren en is meer “one of
the guys” dan “het vriendinnetje van…”. Madelon is als een
soort zus voor mij.

Madelon zal uiteindelijk een van Violets beste vriendinnen
worden en een waar ze haar wel en wee, zeker rond het
uitblijven van een succesvolle zwangerschap, mee wil delen.
Op echte emoties wordt ook tussen de vrouwen niet altijd
niet altijd even diep ingegaan. Echter, deze vrouwen hebben
nog wel iets belangrijks gemeen, namelijk vanuit
perfectionisme de controle op het leven willen hebben. Ze
verklaren elkaar gekscherend dat, als alles tegenzit in het

86

leven en dingen niet gaan zoals zij het gepland hebben, ze het
leven willen afsluiten met het eigenhandig beëindigen van
het leven.
Dat het gekscherende karakter van deze boodschap voor
Violet toch niet zo gekscherend zal blijken, heeft bij Madelon
dan ook behoorlijk wat boosheid en een verschrikkelijke
onmacht naar boven gebracht. Tot op de dag van vandaag zit
er in haar hoofd: “Dat was niet de afspraak…”

87

Hoofdstuk 7 / De realiteit

Als we thuiskomen, ervaren we ons dijkhuis eerder als een
soort passageplaats, dan ons thuis. Het voelt zo vreemd ten
opzichte van pakweg een week geleden. Toen was ons
dijkhuis onze thuis en wilden niets liever dan het huis mooier
en knusser maken. Echt zo’n huis, wat als een nest voelt.
Ik besef me dat in een week tijd je hele leven overhoop
gehaald kan worden. We hebben geen idee of ons huis weer
onze thuis zal worden en hebben dit eerlijk naar elkaar
uitgesproken. Ik heb geen gevoel meer bij hetgeen ik met
mijn handen heb gemaakt om er ons thuis van te maken en
bij Violet is dit niet anders.
Wat rest is een immense leegte, maar het is misschien beter
te omschrijven als “geen gevoel”. Al kan ik me dan niet
bedenken wat ik me daarbij moet voorstellen. De
ontreddering die daar dan weer bij hoort, is wel reëel.

We zijn terug in de dagelijkse realiteit, het leven gaat immers
gewoon door. Misschien is het de Hollandse nuchterheid die

88

zegt dat als je je dierbare te graven gebracht hebt, het leven
weer doorgaat. Maar dat is natuurlijk helemaal niet zo, want
ik voel nog geen realiteit om me heen en alles lijkt nog in een
soort tijdframe bevroren. Misschien ingegeven door het feit
dat ik dan ook niets hoef te voelen en ik niet stil hoef te staan
bij de leegte die Rick achtergelaten heeft.
Maar de tijd is ook meedogenloos en we moeten ons verdriet
toelaten, de pijn ondergaan en er dan weer sterker uitkomen,
tenminste dat zeggen de wijze mensen altijd. Alleen zal de
praktijk net even wat weerbarstiger zijn, zo zullen we nog
gaan ervaren.

De speelgoedjes van Rick zijn weg, want met een
vooruitziende blik en het gevoel “on hold”, heb ik - toen ik
met Erwin in huis was om opvang voor de dieren te regelen -
alle speelgoedjes van Rick opgeruimd. Althans alles is op zijn
kamertje gelegd en dus uit het directe zicht gehaald. Violet
wordt er niet mee geconfronteerd op het moment dat de
grote oude voordeur open gaat. Hoewel ik er nog steeds denk
goed aan gedaan te hebben, hoorde het wel bij ons huis, ons
leven.

89

Ik ervaar het als een dubbel gevoel, maar als Violet eenmaal
binnen is, wat doelloos rondgekeken heeft alsof ze zojuist in
een vreemd huis binnen gestapt is, kijkt ze me aan. Dan gaat
ze heel rustig in een fauteuil zitten en het blijft stil in huis, de
honden zijn er nog niet en onze blikken vullen de ruimte en
dat is voor nu voldoende. Even later zet ik de televisie aan,
maar is niet meer dan ruimtevulling. We praten nog even na
over de mooie dienst en het opmerkelijke gegeven dat juist
wij enkele mensen hebben moeten ondersteunen in plaats
van andersom. In hoeverre we elkaar ook echt kunnen
steunen in dit verlies, is nog niet helemaal duidelijk.

Even een douche nemen verfrist in letterlijke zin, maar het
beoogde effect blijft uit. We willen de gedachten - en
daarmee de pijn – gewoon even helemaal kwijt. Misschien
wel omdat we geen van beide gemakkelijk ons gevoel uiten
en we geen vorm kunnen geven aan het immense gemis. We
schuiven naast elkaar op onze luie loungebank en besluiten
wat televisie te kijken. Televisie waarbij de gedachten op
“uit” kunnen en al zappend komen we bij wat Amerikaanse

90

series terecht. Van die series die vooral niet van je vragen dat
je na moet denken over wat ze je voorschotelen. Je giet dit
soort series als koel water op een warme dag naar binnen.
Zonder problemen doorslikken is even wat op dit moment de
pijn lijkt te verzachten … of eigenlijk stellen we onze pijn
gewoon uit.

Na enige tijd domweg naar die grote televisiekast te hebben
gekeken, besluiten we te gaan slapen. Tijdens slaap herstel je,
maar of dat ook voor ons op dit moment ook het geval is, valt
te bezien. We ondernemen een poging de ogen te sluiten,
maar deze poging blijft vruchteloos. Zodra het hoofd het
kussen raakt, begint het weer te malen en dat malen helpt
niet echt om de slaap te vatten. We liggen allebei te draaien
in ons waterbed, maar vinden geen houding die toereikend is
om ook echt de ogen enkele uren te kunnen sluiten. Tijdens
het woelen in bed, raken onze handen elkaar af en toe. Ik
probeer Violets hand vast te houden, maar deze ontglipt me
iedere keer.

91

Toch wordt het weer als vanzelf licht en wat hazenslaapjes
verder, besluiten we ons aan te kleden. De zoveelste poging
ondernemen echt te slapen, heeft toch geen zin en we slepen
onszelf als het ware uit bed. Alles werkt in een zeldzaam
traag tempo en de dingen die normaal vanuit het
onderbewustzijn als vanzelf gaan, lijken nu - zelfs als we ze
heel bewust ondernemen - niet echt op gang te komen. Je
kent dat wel, na het opstaan heeft iedereen zo een ritueel om
de dag te beginnen. De wc die bezocht wordt, de tanden
gepoest, een frisse douche, een boterhammetje … de uren
lijken voorbij te kruipen.

Violet wil graag bij haar moeder zijn, dus daar gaan we straks
naar toe. Eerst proberen we wat te eten, maar met lange
tanden staren we naar ons ontbijt. Violet loopt nog even door
het huis, in eerste instantie ogenschijnlijk zonder doel. Toch
kijkt ze nadrukkelijk rond, ze zoekt iets wat aan Rick herinnert
of probeert ze een dergelijke confrontatie juist te vermijden?
Ik weet het niet en ze deelt het ook niet met mij, ze deelt
überhaupt weinig gevoelens. Misschien gaat ze er als
vanzelfsprekend vanuit, dat ik wel weet wat ze voelt. Hoewel

92

je allebei van je kind houdt, heeft een moeder toch weer een
andere band dan een vader. Duidelijk het verschil van negen
intense maanden?

Als ze haar badjas verruild heeft voor een broek en shirt,
stappen we in onze auto. De rit in de auto verloopt uitermate
rustig, de motor van de auto maakt meer geluid dan wij.
Omdat we normaal gewend zijn – zeker in de auto - allerlei
ideeën over van alles uit te wisselen, voelt deze stilte vreemd.
Eigenlijk zelfs een beetje onwennig zo met mijn vrouw naast
me. Het ritje van Gorinchem naar mijn schoonouders in
Wijchen is ruim drie kwartier, maar ervaar ik als veel langer
met deze ongemakkelijke stilte.

Als we in Wijchen aankomen, zet ik Violet af en rij meteen
verder. Ik heb Erwin laten weten dat ik naar hem toe kom. Ik
ben er niet goed in om bij continu huilende mensen te zijn en
heeft te maken met het gezin waar ik in grootgebracht ben.
Ik ben opgevoed in een gezin waar mannen niet huilen, dat
hoort niet, dat doe je niet. Zo simpel ligt het of toch niet? Ik
heb altijd een goede band met mijn moeder gehad, maar

93

mijn moeder is een beschadigde vrouw. Ze heeft een
Jappenkamp overleefd en heeft daar haar noodgedwongen
hardheid (onbewust) vertaald naar haar kinderen. Ik heb er
uiteindelijk misschien ook wel meer van meegekregen dan
mijn zus. Mijn zus trok meer naar mijn vader. Ik heb als kind
en jong volwassene altijd meer naar mijn moeder getrokken.
De huidige situatie is zo dat mijn vader, naarmate hij ouder
wordt, meer van zijn zachtere kant laat zien en ik me meer en
meer verbonden met hem ga voelen. Wellicht heel
traditioneel, maar ook de realiteit. Ik kan het fenomeen
huilen (als man) als je verdriet hebt, niet goed plaatsen. Ik
kan me er dan ook niet echt een houding bij geven, ik ga me
ongemakkelijk voelen en distantieer me liever. Zeer wel
mogelijk dat dit ook mijn uitermate rationele houding
verklaart, als ik in een emotionele situatie zit. Dat ik fysiek
geen uiting geef aan mijn gevoel, wil niet zeggen dat het er
niet is. Maar mogelijk heb ik wel te vaak mijn gevoel
“ingeslikt” en zo krijg ik onbewust toch het nodige mee van
wat mijn moeder doorstaan heeft.

94

Ik ben alweer onderweg richting Nijmegen en pik Erwin op.
Samen zoeken we het centrum van de stad op of om het wat
specifieker te zeggen … Café “De Blonde Pater” van onze
goede vriend Vincent. Een jonge die het snapt en van een
oubollige kroeg een leuke gelegenheid heeft weten te maken.
Echter, vandaag gaat het niet “leuk” worden. Ik wil in een
bekende omgeving zijn met mensen om me heen, maar wil
niet over het verlies praten en dan is Erwin bij uitstek
geschikt.

Erwin en ik voelen elkaar goed aan, we hoeven niet veel te
zeggen om te weten wat er in het hoofd speelt en dat ervaar
ik in deze periode als erg comfortabel. De stilte wordt
bovendien vanzelf door het geroezemoes opgevuld. Eigenlijk
weet ik niet precies waarom, maar op dit moment is deze
situatie het beste. Het maakt dat mijn hoofd de
oorverdovende stilte kan relativeren en ik mijn hersenen kan
ordenen. Alles beter dan alleen thuis zitten in een huis zonder
ziel of bij mijn schoonouders die, hoe goed hun bedoelingen
ook zijn, niets voor mij kunnen betekenen en slechts opgaan

95

in het eigen verdriet. Ik kan en wil het even niet opbrengen
om nu mijn schoonouders te gaan troosten. Met Erwin over
niks praten en alleen de mensen die voorbij lopen
“beoordelen” is even prettiger en vooral minder pijnlijk. We
vermijden het onderwerp Rick … natuurlijk.

Eind van de middag zet ik Erwin weer thuis af en pik Violet op
om in de omgeving wat te gaan eten. Ik kook normaliter
graag, maar thuis voelt (nog) niet goed en dan is een
restaurantje wel zo prettig. We besluiten naar een
etablissement te gaan waar we vaker komen. Dat vertrouwde
en huislijke gevoel hebben we op dit moment nodig. Bistro de
Bok in Nijmegen is het restaurant waar we ons thuis voelen.

Bistro de Bok is een typisch Franse bistro in het centrum van
Nijmegen. Hartelijke begroetingen, eerlijk en heerlijk eten en
vooral drinken met een perfect “gezelligheidsgehalte”. Van
de student tot de geslaagde zakenman, iedereen komt er en
krijgt de warme deken er gratis bij. Het is leuk om te zien dat
iedereen het in de eenvoudig ingerichte bistro zo naar de zin
heeft. Geen luxe uitstraling, maar veel doorleefd hout met

96

van alles aan de muur, eenvoudige stoeltjes en eenvoudige
aankleding van de tafels. Maar het maakt het wel heel leuk
om te zien dat deze smeltkroes perfect werkt. Met Violet kom
ik er minimaal eenmaal per maand en tot op de dag van
vandaag is de bistro nagenoeg hetzelfde. Zelfs de eigenaresse
is nog dezelfde, alleen het bedienend personeel is
grotendeels vervangen. Maar blijkbaar met zorg gekozen,
want ook deze mensen stralen hetzelfde uit.

Als de dag ten einde loopt wil ik wat met Violet delen, want
voor mijn gevoel is dat nutteloos rondhangen zinloos en lost
in ieder geval niets op. Op een moment dat ik haar aandacht
even te pakken heb, probeer ik het gesprek aan te gaan.
“Letje, ik denk dat ik weer ga werken. Niets doen kan ik niet,
mijn hersenen moeten werken anders ga ik alleen maar
malen. Ik ga het gewoon parttime proberen. Dit lijkt me echt
het beste.” Natuurlijk verwacht ik niet echt een goed gesprek
aan te kunnen gaan, maar haar monotone geluid zegt me
eigenlijk al genoeg.
“Is goed joh, je moet doen wat je het beste lijkt.”

97

Violet vindt het allemaal prima. Ze is immers vooral met
zichzelf bezig, gaat op in haar verdriet en ik snap haar ook
wel. De een zal meer baat hebben bij hulp van een ander,
maar uiteindelijk moet iedereen zijn eigen verdriet
verwerken.
Mijn nieuwe werkgever heeft al aangegeven dat ik mijn eigen
tijden in kan delen. Hij vindt het niet logisch of verantwoord
als ik al weer fulltime aan de slag ga. Voor mij dus kijken hoe
het loopt en in alle rust opbouwen. Ik heb afgesproken de
situatie van dat tot dag te bekijken en daar kan iedereen op
het werk zich in vinden.

Voor Violet is werken nog een deurtje te ver, ze heeft meer
tijd nodig om het eerste verlies een plaats te geven en het
dagelijks leven weer op te pakken. Ze is nog niet in staat om
het gemis toe te laten, de pijn te accepteren en vervolgens
proberen – stukje bij beetje - door te gaan met het leven. Of
Violet haar manier beter werkt dan de manier hoe ik er mee
om ga? De tijd zal het leren. Bovendien iedereen gaat anders
met verlies om, toch?

98

Dat laatste vraagteken is écht een vraag van mij. Ook al ben ik
een volwassen kerel, ik weet het eigenlijk niet. Ik heb
gevoelszaken die je kern raken eigenlijk altijd zoveel mogelijk
weggestopt en wordt er nu pas echt mee geconfronteerd. Ik
weet niet eens of ik – onbewust - mijn intuïtie volg of dat ik
me iets aangeleerd heb en dat ten uitvoer breng?

Het besef dat het mogelijk voor mijzelf ook nog wel te vroeg
is, is er wel. Toch hebben we min of meer afgesproken op
geheel eigen wijze invulling te kunnen geven aan het verdriet,
het gemis en de draad van het leven weer op te pakken. Ik ga
er maar vanuit dat dit nu even het beste is en ik meld me
weer op het werk.

99

Hoofdstuk 8 / Swingers

Het is 1993 als ik voor het eerst in aanraking kom met stellen
die nadrukkelijker dan gemiddeld experimenteren met seks.
Ik heb er zelf wat fantasieën over en vind het wel spannend.
Pas als ik met Videotex, de voorloper van internet, in een
soort babbelbox en chat-achtige omgeving terecht kom, gaat
er echt een heel nieuwe wereld voor me open. Ik raak al vrij
snel in gesprek met een jong stel, Michael en Jody, en voor
hen blijkt het even nieuw als voor mij. Dit vind ik wel prettig
en deze spannende wereld benader ik op dit moment nog
vanuit een soort “niemand mag het weten” rol. Ik moet nog
ontdekken of ik het echt zo leuk vind als ik nu denk. Violet
heeft er op dit moment nog geen weet van en ook al heeft
onze relatie een “open karakter”, ik kan niet anders zeggen
dan dat het op dit moment als een soort geheim voelt.

Ik kom eerst in contact met Michael, we maken kennis en
drinken wat in een willekeurige bar. Dat stelt hij me voor mee
te gaan om zijn vrouw Jody te leren kennen. Als dat goed

100


Click to View FlipBook Version