verwachten. Dat kan wel waar zijn, maar heb ik daar nu
aan?!?
Ik bel ten einde raad mijn eigen huisarts in de hoop dat hij
door kan dringen tot de botte hersenen van de mensen
binnen het PCN, maar dat gesprek levert me ook al niets op.
Sterker nog, hij maakt tussen neus en lippen door ook nog
even de opmerking dat het diepe slapen van Rick en onze
bezorgdheid daarover, achteraf toch wél een signaal is
geweest. Even ben ik het spoort bijster. Een signaal wat de
arts eerder in de wind geslagen heeft, want tijdens Ricks
check up was alles altijd meer dan prima. Toch, bij kinderen
die té diep slapen zijn er acties die ondernomen kunnen
worden, zo weet ik nu. Acties die onze huisarts nooit
ondernomen heeft … dat hoefde toen immers niet volgens
hem.
Behalve dat de man een rampzalige timing heeft, kan hij ook
niets met mijn hulpvraag. Ik parkeer heel rationeel de vage en
ietwat infantiele opmerking - in een dergelijk gesprek - en
focus me op Letje. Maar ik krijg geen bevredigend antwoord
en behoorlijk gefrustreerd langs mijn vader te gaan en hem
151
deelgenoot te maken van mijn frustraties. Maar ook hopend
dat hij misschien een oplossing weet.
Daar aangekomen constateert mijn vader dat ik er beroerd
uit zie … wat wel klopt. Met hem pratend voel ik me rustig
worden en gezamenlijk komen we tot de conclusie dat ik de
volgende dag langs moet gaan bij het RIAGG, om uit te vinden
wat er nu precies allemaal speelt. Ans geeft me een van haar
slaappillen en stuurt me naar bed. Even een goede nachtrust
is het minste wat ik volgens haar nodig heb. Ze zal wel gelijk
hebben en met een zwaar hoofd val ik uiteindelijk toch in
slaap.
De tweede dag van Violets opname ga ik naar het RIAGG wat
gehuisvest is in een mooi oud monumentaal herenhuis op de
hoek van de Oranjesingel. Als ik binnenkom blijkt dat het
contrast niet groter had kunnen zijn, want het voelt alsof ik
rechtstreeks de jaren 70 in stap. Het beeld en de geur van
geitenwollensokken en Tl-licht bij de schitterende
oorspronkelijke ornamenten aan het plafond, laat iedere
zichzelf respecterende interieurarchitect sidderen.
152
Daar komt direct de kilheid van het gesprek achteraan. Het is
allemaal nogal overweldigend en het pakt me keihard bij de
strot. Misschien moet ik het gesprek eerder een deceptie
noemen. Ik krijg namelijk heel koel en berekend te horen dat
ik de veroorzaker ben van Violets situatie. Ik weet niet wat ik
hoor en ik krijg na dag één ook dag twee een enorme stomp
tegen mijn hoofd.
Het wordt pas echt bizar als ik de context van het gesprek,
wat de ouders van Violet met de hulpverleners van het RIAGG
hebben gehad, verneem. Het gesprek, wat de dag ervoor
heeft plaats gevonden, heeft geresulteerd in de bevestiging
dat ik verantwoordelijk ben voor de dood van Rick. Ik heb
mijn zoon als laatste gezien en heb hem hoogstwaarschijnlijk
verkeerd in zijn bedje gelegd. Met opzet verkeerd in zijn
bedje … wel te verstaan! In dat geval heeft Violets psychose
niets te maken met het verlies van Rick en de
onwaarschijnlijke psychische pijn die hierbij hoort, maar met
het gegeven dat ik verantwoordelijk ben voor de door van
háár Rick.
153
Mijn eerste gevoel is boosheid en irritatie, zijn ze nou
helemaal van de pot gerukt? Wat voor gestoorde geest komt
überhaupt op het idee?! Met het mij zo kenmerkende
cynisme, zeker in dit soort situaties, plaats ik een totaal
verkeerde opgevatte opmerking… en natuurlijk werkt dit
averechts.
“Tuurlijk, ik heb hem zo neergelegd dat hij zeker zou stikken”
“Euhh ... tja …” zijn de veelzeggende woorden van een van de
twee 'jochies' waar ik een gesprek mee heb over het gegeven
dat ik Violet niet mag zien, laat staan mee naar huis mag
nemen. Deze geitenwollensokken jongens zijn net droog
achter de oren en hebben mogelijk een opleiding afgerond,
maar zijn te bleu om ook maar iets zinnigs uit te spreken. Ik
moet er vast iets van leren, want alweer zitten er
zogenaamde professionals in de gezondheidszorg tegenover
mij, waar ik niet mee kan.
“Jezus, ben ik dat echt de enige die niet gek is hier … “zeurt
steeds nadrukkelijker in mijn hoofd en mijn cynisme en
sarcasme lijken me nog een beetje op de been te houden.
154
Ik moet het Henk en Meiske eigenlijk ook niet kwalijk nemen.
Ik weet dat iedereen in mijn omgeving nog in diep verdriet
ondergedompeld is en dit moet in een van de vele
emotionele buien gezegd zijn, althans dat hoop ik dan maar.
Ik neem het de hulpverleners wel kwalijk, want zij zouden
beter moeten weten en de hulpvraag van Violet in het juiste
perspectief moeten plaatsen. Prutsers … en dat vind ik tot op
de dag van vandaag, alleen het bijbehorende gevoel van toen
is teruggedrongen naar normale proporties.
Ik ben op dat moment echter niet in staat enige woede en
een flinke dosis onmacht te onderdrukken en het is een
understatement om te zeggen dat ik moeite heb mijn
agressie te verbergen. Ik merk dat ik ook maar een mens ben
met emoties en zeker niet feilloos, al zou ik dat graag willen
zeggen. Ik kan mijn agressie gelukkig wel tot het non verbale
beperken.
Maar ook deze dag krijg ik Violet, die volgens haar broer nog
volledig gedrogeerd schijnt te zijn, niet te zien en dus ook niet
mee naar huis. Ik heb me een ding voorgenomen morgen wil
ik Violet zien, linksom of rechtsom ik laat me onder geen
voorwaarden “nee” verkopen.
155
We zijn al weer een dag verder en ik mag zowaar bij haar. Ik
wil haar hier geen moment langer hebben en neem haar
direct mee naar huis. Violet ziet er sterk vermagerd uit, oogt
zwakjes en het enige vreemde wat me direct opvalt, is dat ze
hele dure kleding draagt. Ze draagt een van haar favoriete
colberts. Niet iets waar je in al je paniek aan denkt, althans
dat lijkt mij. Normaal gesproken dan, want bij Violet weet je
het nooit. Ze moet zich nog wel bewust zijn geweest van het
feit dat ze er in die toestand niet fraai uit heeft gezien en wat
kan je dan nog doen? Precies … jezelf in ieder geval een
beetje mooi kleden. Alles om de schijn op te houden … tot
het laatste moment!
Aan Violet zal het op dit moment in ieder geval niet liggen,
die is door het toedienen van de vele medicijnen niet echt
helder. Ze vindt alles goed en haar gelaten houding heeft
voornamelijk te maken met hetgeen ze zelf de voorbije dagen
doorgemaakt heeft, alsmede de manier waarop ze haar
gedrogeerd hebben in de kliniek. Waarbij ik me blijf verbazen
dat drogeren het enige is wat ze doen. De kern wordt niet
156
naar boven gehaald en men komt in alle wijsheid niet verder
dan een moment van symptoombestrijding. Ik vind het
feitelijk verfoeilijk, maar ben al lang blij dat ik haar mee kan
nemen. Ik realiseer me pas veel later dat ik een Violet mee
naar huis genomen heb, die geestelijk op het randje van de
afgrond staat.
Het duurt een paar dagen totdat Violet langzaam weer een
beetje tot zichzelf lijkt te komen en ze toe lijkt te staan haar
verdriet om Rick te voelen. Van delen is geen sprake, maar
dat is het nooit geweest.
Dan komen we in een, wat ik noem “tussenfase” terecht.
Tijdens een gesprek komen we tot de conclusie dat we
misschien toch maar beter uit elkaar kunnen gaan. Het gaat
niet om houden van, want dat doen we wel, maar we halen
blijkbaar niet het beste in elkaar naar boven. De bevriende
advocaat van mijn vader, die me eerder te woord gestaan
heeft, ontvangt ons opnieuw in zijn fraaie kantoor.
Violet is er voor het eerst en kijkt nieuwsgierig rond in de
statige kamer waar we plaatsgenomen hebben. Dan schuift
157
de advocaat tegenover ons aan en komt na een kort gesprek
tot zijn “conclusie”. De handen gevouwen kijkt hij ons
indringend aan en in alle rust en uitermate goed articulerend
zegt hij:
“Ik kan zien dat jullie beide getraumatiseerd zijn, maar ik zie
ook dat jullie van elkaar houden. Ik adviseer jullie het gewoon
even aan te kijken. Even apart tot jezelf komen, kan wel eens
nieuwe inzichten opleveren. Als het dan nog niet werkt, dan
pas regel ik graag jullie scheiding.” Met deze woorden in het
hoofd kijken we elkaar aan en instemmend geven we de man
een hand. Niet wetend of hij onze scheiding überhaupt gaat
regelen of dat hij er voor gezorgd heeft dat we niet gaan
scheiden.
We besluiten dat Violet voorlopig in ons huis blijft en dat ik
tijdelijk mijn intrek bij Erwins moeder neem. Daar woont hij
immers na zijn scheiding zelf ook. Achteraf was het beter
geweest als ik gewoon in ons huisje was gebleven, want
Violet was toch voor het grootste gedeelte bij haar moeder.
We besluiten even geen contact te hebben om tot onszelf te
komen. Dat “even” duurt een kleine maand wanneer we
158
opnieuw besluiten contact te hebben en dus spreken we af
elkaar op neutraal terrein te ontmoeten, het wordt Den
Bosch.
We komen graag in Den Bosch en besluiten er samen naar
toe te rijden. Binnen een goed half uur staan we tegenover
de Sint Jans kathedraal in het centrum van Den Bosch. Het
café “Hart van Brabant” is zo’n café dat er al een eeuwigheid
zit en waarbij je je niet voor kunt stellen dat het er niet meer
is. Typisch bruine caféstoeltjes, tafeltjes die niet wiebelen
dankzij hier een daar een viltje onder een pootje en met
ietwat versleten kleedjes op tafel. Op dat moment nog met
asbakken en wat gepensioneerde stamgasten die er volgens
mij iedere dag wat uurtjes vertoeven en vooral veel
winkelend publiek dier er even een bakje koffie drinkt.
We zoeken een tafeltje bij het raam en kijken daar naar wat
mensen die druk pratend of lachend gearmd of hand in hand
voorbij lopen. Sommige mensen hebben stevig gewinkeld in
het gezellige centrum van Den Bosch en lopen met volle
tassen langs de ramen van het café op de hoek. Andere zijn in
een straf tempo duidelijk op doorreis naar … ja, naar wat?
159
Onze drankjes worden met de grootste zorgvuldigheid
genuttigd en door het ietwat onwennige karakter van ons
samenzijn zijn we allebei vooral gefocust op ons drankje.
Praten doen we nauwelijks en als we praten, gaat het
eigenlijk nergens over. Enkele drankjes verder en als alle
koetjes en kalfjes gepasseerd zijn, besluiten we nog wat
winkels binnen te lopen. We winkelen graag in Den Bosch en
het voelt eigenlijk wel vertrouwd als we hier en daar
binnenlopen. Vreemd zoals we in elkaar zitten, want ik koop
met Violets goedkeuring een setje luxe lingerie voor haar.
Tegelijkertijd spreken we echter ook over wel of niet
scheiden. Momenten die normaal ver uit elkaar staan.
Alsof het uit het niets komt begint Violet te lachen en zegt:
“Weet je, als we gaan scheiden kom jij er wel bekaaid af, alles
gaat namelijk naar mij. We zijn dan wel op huwelijkse
voorwaarden getrouwd, maar mijn vader blijkt na onze
goedkeuring van het concept, nog wat aangepast het hebben
in de akte. Tja, handig als de notaris je vriend is.“ Henk … die
aardige kerel. Ik vloek een keer in mezelf, maar spreek echter
160
even niet meer uit dan “En bedankt!” Ben ik nou naïef
geweest of interesseert het me eigenlijk niet?
Violet blijkt hier sinds kort van op de hoogte te zijn gesteld
door haar vader en deelt dit op deze toch al onwennige dag
met me. Dacht ik met het kopen van een lingeriesetje haar uit
te kleden, blijk ik uiteindelijk zelf uitgekleed te worden, hoe
raar kan een balletje rollen?
Toch valt die dag uiteindelijk het besluit dat we het weer
gaan proberen. We houden van elkaar en willen de pijn en
het verdriet van het verliezen van Rick samen doorleven, er
voor elkaar zijn en weer samen het leven oppakken.
We gebruiken die dag dan ook om de advocaat op de hoogte
te brengen van ons besluit en familie en vrienden te melden
dat we het weer gaan proberen.
De dagelijkse zaken worden weer opgepakt en naar de
buitenwacht is het een kwestie van “een punt er achter
zetten en doorgaan”. Voor ons samen is het niet echt praten,
dat blijft een lastige, maar we spenderen iets meer tijd samen
en Violet durft haar tranen wat vaker te laten stromen en
161
haar verdriet te tonen. Ik zou het geen kwetsbaarheid tonen
willen noemen, want dat is weer een stap verder. Daar is ze
(nog) niet aan toe.
Je zou kunnen veronderstellen dat als zij haar verdriet toont,
ik dit ook meer doe ... maar ik heb geleerd niets te tonen. Ik
kan niet veel anders en hoewel ook ik verdriet heb, toon ik
het niet.
Ik ben me er op dat moment nog niet bewust van dat dit de
aanvang van de meeste vreemde, verwarrende en pijnlijke
periode uit mijn leven wordt. Althans, mijn leven tot op het
moment dat ik deze woorden aan het papier toevertrouw …
zal ik maar zeggen. Maar dat vertel ik later wel.
Alles komt in iets rustiger vaarwater, we praten regelmatig en
tijdens één van die gesprekken schieten flarden van Violets
paniek om Ricks vermeende ontvoering door me heen. Rick is
een maandje of wat oud als ze plots panisch, ogenschijnlijk
vanuit het niets, denkt dat Rick meegenomen wordt uit zijn
bedje, terwijl we liggen te slapen. Vanuit een soort extra
zintuig lijkt ze te horen dat er een soort ontvoerders in zijn
162
kamertje zijn. Enkele weken maak ik vrijwel dagelijks, in de
nachtelijke uren om die reden, minimaal één wandeling naar
zijn kamertje. Zijn kamertje is aan de andere kant van het huis
en iedere keer opnieuw kan ik constateren dat Rick nog
gewoon in zijn bedje ligt te slapen. De stemmen van de
ontvoerders die Violet eerder denkt te horen, lijkt niet meer
dan een storende babyfoon. Maar als ik nu op de situatie
terugkijk denk ik … is dat wel zo?!
Om mijn nachtrust ook mijn nachtrust te laten zijn, heb ik
zonder overleg besloten dat Rick maar een tijdje in zijn eigen
bedje bij ons op de kamer moest komen slapen. Als ik alles
verplaatst heb naar onze slaapkamer en hem daar in bed
gelegd, spreekt het bijna voor zich dat Violet op dit moment
geen angst meer heeft, want Rick is nu veilig bij zijn ouders. Ik
heb er geen aandacht meer aan geschonken waar dit
hersenspinsel nu weer vandaan is gekomen.
Terug in de realiteit, wanneer ik Violet bij haar ouders op kom
halen, constateer ik dat deze mensen nog steeds denken dat
163
ik verantwoordelijk ben voor Ricks dood.
Als ik binnenkom valt het gesprek stil: “Hallo, waar hebben
jullie het over?” vraag ik.
“Weet je...” zegt Violet “…Pa en ma vragen zich nog steeds af
waarom het met Rick gegaan is zoals het gegaan is. Jij hebt
hem immers als laatste gezien en in bed gelegd.”
Vol ongeloof focus ik me op Violet en haar woorden. Ik kan
de emotie in mijn stem nauwelijks onderdrukken.
“Als jullie er zo over denken, zijn jullie nog gestoorder dan ik al
dacht. Dit is volslagen idioot.” Dit is het enige wat ik op dit
moment wil zeggen.
Er tegenin gaan heeft immers geen enkele zin en ik moet me
er toe dwingen dat het de emoties zijn die hun nog steeds
doen denken, wat ze denken. Ik probeer me opnieuw rustig
te houden en eigenlijk ben ik er uiteindelijk toch al weer klaar
mee en ga het liefste meteen weg.
Ik weet niet precies waarom, maar ik heb de drang bij Violet
te verifiëren of zij er net zo over denkt als haar moeder. Het
kan haast niet, maar ik moet het haar vragen en ik kan nog
164
net uitbrengen: “Als je van me houdt, ga je nu met me mee”.
Ik weet zeker dat als Violet niet zou zijn opgestaan en met me
meegegaan, dan was dit het definitieve einde van onze relatie
geweest. Ik weet heel zeker dat Violet op geen enkele wijze
mij iets verweten heeft met betrekking tot de dood van ons
kleine ventje.
165
Hoofdstuk 11 / Samen verder in “zompige maanden”
Ik kan deze periode niet anders omschrijven dan een aantal
“zompige maanden” zo vlak na de begrafenis van Rick. Met
Violets eerst wel en later toch niet gewenste relatie buiten
ons huwelijk, mijn promiscues gedrag en hét moment dat wij
ons leven weer op moeten gaan pakken of daar in ieder geval
een poging toe doen.
We hebben inmiddels naar elkaar uitgesproken onze relatie
weer serieus nieuw leven in te willen blazen, maar het voelt
momenteel nog als een zacht briesje wat ons leven binnen
waait.
Er gebeurt van alles, maar het heeft niet direct betrekking op
onze nieuwe toekomst samen.
Zo speelt ondermeer, de eerder gekochte grond in
Beuningen. We hebben enkele maanden voor Ricks dood
besloten dat Gorinchem niet onze plek voor de toekomst is
en de multiculturele samenleving in Gorinchem ons niet goed
past. De opvoeding die wij voor ogen hebben, vergt een
166
andere omgeving dan Gorinchem ons kan bieden. We zijn bij
deze constatering direct gaan zoeken waar we ons gezinnetje
definitief of minimaal voor langere tijd zouden willen
vestigen.
Beuningen is het geworden, omdat het in de buurt ligt van
waar we allebei opgegroeid zijn en we het altijd als een
prettige leefomgeving hebben gezien. Bovendien wonen de
opa’s en oma’s binnen handbereik. Beuningen is op dat
moment een klein dorp en voelt heel relaxed aan, een gebied
waar je nog adem kunt halen. Dit terwijl het toch als
woongemeente voor Nijmegen kan en mogelijk zal gaan
functioneren.
Nog voordat we ons dijkhuisje in Gorinchem kochten, hebben
we ook heel nadrukkelijk nagedacht over de plek waar we
zouden willen wonen. We zijn destijds uiteindelijk in
Gorinchem uitgekomen, omdat Gorinchem praktisch centraal
ligt en aan weerzijden snelwegen heeft. Met uitvalswegen in
alle richtingen en met onze beider drukke banen, was dat de
verstandigste keuze. Gorinchem is nooit onze keuze geweest
167
vanwege de stad op zich en dat is tot op de dag van vandaag
het geval.
Beuningen heeft op het moment dat wij aan het zoeken zijn
een nieuwbouwproject lopen wat niet ver van de ringweg
ligt. Zeker voor mijn werk handig om eenvoudig op de
snelweg te komen. We krijgen daar de mogelijkheid een flink
stuk grond te kopen en er een finnhouse op te bouwen. Iets
wat we beide erg mooi en sfeervol vinden. Een finnhouse is
een volledig houtbouwwoning die veelal in de vrijesector
gebouwd wordt. Houtbouw is voor ons sfeer, warmte,
karakter en duurzaamheid. Een sfeer die wij uitermate prettig
vinden.
Maar ja, de toekomst ziet er vooralsnog heel anders uit dan
enkele maanden geleden en Violet en ik willen daar nu niet
naar toe. De reeds aangekochte grond moet dus verkocht
worden. Het is even een gedoe de grond te moeten
verkopen, maar we ervaren dit beide niet als pijnlijk. We
waren nog niet zover dat we ook al binding met de grond en
168
omgeving hadden, dus die verkoop voelt niet anders dan een
zakelijke transactie en het perceel heb ik snel verkocht.
Dit alles neemt niet weg dat de herinneringen in ons huidige
dijkhuisje erg zwaar voelen. We nemen dan ook vrijwel direct
de beslissing dat het feitelijk geen optie is om in het dijkhuisje
te blijven wonen. Wat we er ook aan gedaan hebben en hoe
het ook ons plekje, onze thuis geworden is, er kleven te veel
herinneringen aan wat maakt dat we beide denken daar niet
tot een nieuwe start te kunnen komen.
We besluiten het dijkhuis te gaan verkopen en alvast op zoek
te gaan naar een ander huis. Nu een geschikte omgeving voor
een kind niet direct meer een rol speelt, hebben we nog niet
helder op het netvlies waar we dan willen gaan wonen. We
stappen in de auto om ons wat te oriënteren in de directe
omgeving van Gorinchem. Gezien de centrale ligging, is deze
stad toch het handigste om te blijven wonen.
Helaas leveren de eerste pogingen niets op, we komen niets
tegen wat ons aanspreekt.
169
Onze afspraak om in gesprek te blijven geven we invulling en
tijdens een van deze gesprekken, besluiten we eerst maar
eens de zeilboot te verkopen. Violet heeft teveel
herinneringen aan Rick op onze boot, om er ooit nog maar
één stap op te zetten.
Onze eerste boot, de Friendship, hebben we in 1989 gekocht.
Met name omdat we eerder met veel plezier een weekend op
een gehuurde boot doorgebracht hebben en dat heeft een
heerlijk vrij en ongeremd gevoel gegeven. De Friendship heeft
ons heerlijke weekendjes opgeleverd, maar kon niet voldoen
als gezinsboot. De Friendship is een sportieve maar redelijk
uitgeklede boot, zelfs een beetje Spartaans. Verder bevat de
boot een kleine benzinemotor die niet honderdprocent
betrouwbaar is. Dat pakt vervolgens bijna verkeerd uit tijdens
een tochtje waar de benzinemotor ons in de steek laat.
Aangezien de elementen het niet goed met ons voor hebben,
is het snel en veilig huiswaarts keren er op dit moment even
niet bij. Zo worden we, midden op de plas, speelbal van
diezelfde elementen. Gelukkig worden we na verloop van tijd
gered door een aardige dikke Duitser met een dito
170
motorboot.
Derhalve hebben we vlak na de geboorte van Rick deze boot
verkocht en ingeruild voor een veel praktischer exemplaar,
namelijk een X-99. De Friendship is met de nodige weemoed
verkocht dat wel, want Rick is op deze boot op het IJsselmeer
verwekt.
Het was de bedoeling dat de X-99 extra ruimte zou bieden,
voornamelijk om een eigen kamertje voor Rick in te richten.
Immers voor Rick niets dan het beste en eerlijk is eerlijk, ik
ben een echte zeiler en vind een enorm exemplaar onder de
handen hebben, ook wel een kick geven. Voor iedereen de
beste oplossing dus.
We hebben deze boot in Made bekocht, maar deze moet
naar onze vaste haven in Almere en aangezien het vervoer
over de weg erg prijzig is, besluiten we te gaan varen.
Met vrienden Erwin en Marijke is dat ook wel zo leuk én
avontuurlijk. Een schitterende tocht langs mooie plekjes in
Nederland en uiteindelijk dwars door de prachtige grachten
van Amsterdam. Uiteraard moest dit laatste wel midden in de
nacht, vanwege bruggen die open moeten. Ik kan het niet
171
anders beschrijven dan een magnifiek gezicht om tijdens de
invallende nacht door Amsterdam te varen. Het “even”
wachten voor een brug pakt bijna helemaal verkeerd uit als ik
de landvast om de trekhaak van een naast het water
geparkeerd busje gooi. Een gezellig dronken Amsterdammer,
die losjes in de benen toevallig voorbij loopt, kijkt eerst een
keer nadrukkelijk naar het touw om de trekhaak van het
busje, dan kijkt naar kijkt hij naar mij en roept in plat
Amsterdams naar ons: “Wat weegt dat bootje?”
Ik antwoord serieus: “Ongeveer drie ton.”
De man kijkt me met zijn dronkemanshoofd nog een keer
nadrukkelijk in mijn richting en zegt dan: “Wat denk je dat dat
bussie weeg?”
Op dat moment realiseer ik me wat ik gedaan heb. Oeps … ik
wil even niet voor de geest halen, hoe de gevolgen er uit
zouden hebben gezien, als deze gezellige Amsterdammer zijn
mond niet naar ons geopend zou hebben.
De nieuwe grote zeilboot mag meteen in de haven naar de
nieuwe definitieve ligplaats.
172
Door de lengte van ons nieuwe boot komen we tussen wat
ander publiek te liggen. Een plaats met een hoog
studentikoos gehalte, maar dan van enkele jaren geleden en
een stevige hete aardappel in de keel.
Mijn vriend Erwin is het brallerige gebabbel na verloop van
tijd beu. Hij gaat benedendeks en komt er even later, met
telefoon en rood aangelopen gezicht, op dezelfde manier
pratend als de mensen om ons heen uit.
Ik kijk hem aan en heb geen idee wat hij gaat doen. Hij lijkt
druk met zijn financiële man over de verkoop van aandelen te
praten, althans die indruk krijg je als je zijn telefoongesprek
volgt. “Verkopen zeg ik, verkopen en wel nu meteen!”
Als hij doet alsof hij de verbinding verbreekt, krijg ik een
knipoog. De meiden gieren het uit en op boten om ons heen
is het een keer stil ... missie geslaagd!
Muiderzand de haven van Almere, is de ligplaats van onze
boot en we hebben met Rick en met enige regelmaat familie
of vrienden, die onze zeilboot net zo heerlijk vinden als wij,
perfecte vakantiemomenten beleeft. Nu zet Violet geen voet
173
meer op de zeilboot en dus gaat hij per direct de verkoop in.
Anders blijft hij toch maar doelloos aan de kade liggen en dat
is niet zinvol. Ik vind een koper en verkoop de boot
uiteindelijk voor ongeveer de helft van de prijs waarvoor ik
hem eerder gekocht heb. Ik kan geen andere opties
bedenken, dan te verkopen en ik zal een stevige aderlating
voor het eens zo geadoreerde bezit moeten accepteren.
Maar die heerlijke herinneringen verkoop ik niet mee, die
neem ik mee naar huis.
In ieder geval blijkt als snel dat de voor ons zo onterechte
dood van Rick de boventoon blijft voeren tijdens onze
gesprekken en misschien is dat niet eens zo vreemd.
Misschien willen we wel te snel. Ons zonnetje, onze glimlach,
onze genen die samen dat heerlijke kereltje hebben
voortgebracht. Omdat hij zo nadrukkelijk in ons leven is
geweest, kunnen we bijna nergens over praten om
uiteindelijk wel op Rick uit te komen. Iedere keer stort Violet
bijna in en ik … ik houd me groot. Enerzijds omdat ik niet
beter weet en anderzijds omdat ik ook daadwerkelijk het
174
gevoel heb dat ik er voor Violet moet zijn en dan is ratio het
beste, althans dat denk ik op dat moment.
Het lijkt erop dat ze ieder moment weer in kan storten en
hoewel mijn verdriet er niet minder om wordt, is het op dit
moment van ondergeschikt belang.
Als ik met Violet bezig ben, hoef ik immers niet met mezelf
bezig te zijn en het gaat langzaam maar zeker als vanzelf. Ik
weet eigenlijk ook niet echt of ik het gevoel niet aan kan,
want als ik het toelaat ben ik de controle over mezelf kwijt.
Dit laatste is niet wenselijk en het eerste is er als een tweede
natuur ingesleten. Ook dat zegt natuurlijk van alles over mij,
maar dat is wijsheid van vele jaren later.
Ik bedenk me wel dat Violets verdriet op een gegeven
moment ietwat egocentrisch voelt en het middelpunt van
onze pijn is. Maar mijn pijn is van ondergeschikt belang,
althans zo lijkt het. Toch is het net zo goed mijn zoon als die
van haar. In tweede instantie moet ik toegeven dat ik ook
geen moeite doe om mijn verdriet de vrije loop te laten.
Waarbij ik twijfel of ik Violet in mijn persoonlijke kerker toe
175
zou laten. Ik weet niet in hoeverre ze er op zit te wachten tot
ik mijn gevoel de vrije loop laat, maar zover komt het niet.
Mijn mantel der liefde is ook dit keer weer groot én voor nu
de eenvoudigste oplossing.
Typerend voor zowel Violet als voor mij is dat de
buitenwereld van dit alles niets of nauwelijks wat meekrijgt.
Voor de buitenwereld zijn we al vrij snel weer een ijzersterke
combi die het leven oppakt na een heftige periode. Men
moest eens weten…
176
Hoewel ik Gwen op dit moment nog niet ontmoet heb,
realiseer ik me nu dat zij heeft wat Violet niet heeft …
zorgzaamheid en tederheid naar ij toe. Mijn ultieme
droomvrouw heeft alles wat Violet in zich heeft, plus die twee
eigenschappen. Dichter bij dit gewenste droombeeld is er in
die periode geen vrouw gekomen dan Gwen. Waarbij ik
eerlijkheidshalve een kanttekening moet maken en er wel
een zorgzame kant van Violet is, namelijk als het om Rick
gaat. Misschien zelfs tot in het extreme doorgetrokken, maar
richting Rick is Violet enorm zorgzaam én ik bespeur zelfs een
hele zorgzame Violet als het om de dieren gaat. Dit alles zet
vervolgens weer te denken over haar mindere zorgzaamheid
naar de rest van de wereld en gevoelsmatig denk ik mezelf in
die laatste groep te moeten categoriseren.
Hoewel het te verklaren is, is het niet prettig te constateren
dat Violet ernstig aan het verharden is en steeds
afstandelijker wordt. Ze bouwt langzaam maar zeker een
houding op van “laat me met rust”. Natuurlijk is dat een stuk
177
zelfbescherming en dat begrijp ik ook, want wat is er erger
dan je eigen kind te overleven. Tót het moment dat “het
cadeautje van Rickie” in beeld komt, houdt ze deze houding
vast. Met “het cadeautje van Rickie” zie ik mijn oude Violet
weer een beetje terugkeren en mogelijk zijn we weer eens in
staat ouders voor een nieuw kind te worden. Ik weet het zelf
nog niet zo zeker, maar Violet wel. Rick moet een broertje of
zusje krijgen en dan gaan we alles anders doen!
Ondanks de grote mate van zorgzaamheid, is het diepe slapen
van Rick hem uiteindelijk opgebroken. Het valt ons op dat
Rick zo diep en gemakkelijk door alles heen slaap, dat we dit
weleens aan de huisarts hebben voorgelegd. Deze wist ons
overigens weer gerust te stellen, door aan te geven dat er
niets aan de hand was. Uiteindelijk blijkt die geruststelling
onterecht en mogelijk met een monitor erbij kan je een
dergelijke situatie voorkomen kunnen worden.
Hoe dan ook, als we in de toekomst weer een kind mogen
krijgen, dan weten we beter waar we op moeten letten en
wat we anders zullen doen. Daarbij is er zeker nog een
178
mogelijkheid dat we een andere huisarts nemen. Vertrouwen
bij een huisarts is immers essentieel.
Het is me in de loop der tijd duidelijk geworden dat voor
Violet een kind een noodzakelijkheid is om gelukkig te zijn.
Dit, terwijl ik kinderen leuk vindt, maar het voor mij niet
zaligmakend is. Er is voor mij meer in de wereld om samen
ook een goed leven te hebben.
Hoe dan ook, het nieuwe broertje of zusje krijgt in ieder geval
wél die monitor en al snel zitten we volop in het proces van
nadenken hoe het zal zijn met een nieuwe baby, een broertje
of zusje voor Rick. Hoe we het gaan regelen en hoe we dat
gezin vormen, een gezin wat er eigenlijk al even geweest is.
In ieder geval zie ik Violet weer een beetje opbloeien, telkens
wanneer we het over deze situatie in de toekomst hebben.
Iets waardoor ik mijn eigen scepsis snel weer vergeet en ook
ik zie alsnog of opnieuw dat gezin weer helemaal zitten.
179
Hoofdstuk 13 / Het cadeautje van Rickie
“Verhuizen”
Zoals met alles gaat ook voor ons het leven door en we leven
voorjaar 1993. We wonen nog steeds in het dijkhuisje en
Violet is weer fulltime aan het werk. Het begint er op te lijken
alsof tijd inderdaad wonden heelt. En eerlijk is eerlijk, het
gaat eigenlijk best goed tussen Violet en mij. Dit geeft ons
ook de energie dat we samen plannen voor de toekomst
durven te maken.
Op een willekeurige dag in die periode ontmoet Violet de
vorige bewoners van ons dijkhuisje in Dalem. Violet is daar bij
een houthandel om openhaardhout te bestellen. Als ze net
even met de eigenaar staat te praten, lopen de vorige
bewoners van ons dijkhuisje voorbij. Ze zijn er op visite bij
kennissen en als ze elkaar gedag gezegd hebben, vragen ze
hoe het nu met haar is. Als ze kort haar verhaal doet, krijgt ze
vervolgens een opzienbarend verhaal van de vorige
eigenaresse te horen. Deze vrouw heeft in het dijkhuisje
180
namelijk maar liefst drie miskramen gehad en laat stante
pede alle alarmbellen bij Violet afgaan. Het spreekt bijna voor
zich dat ze direct het lijntje legt naar Ricks dood. Om zijn
dood aan te kunnen is ze nog steeds op zoek naar een
verklaring en dit verhaal geeft er haar duidelijk een.
Haar verklaring voor Rick zijn dood, het huis is niet goed voor
een nieuw jong leven. De klaarblijkelijke negativiteit die in het
huis hangt, is geen goede basis. Hoewel het natuurlijk
helemaal niet rationeel is, is de draai die Violet er aan geeft
wel iets wat in de richting komt, het is in ieder geval voor
háár een plausibele verklaring. Als Violet haar filosofie bij
thuiskomst met me deelt, wordt het voor ons steeds
duidelijker. Ik moet eerlijk bekennen dat ik mee ga in haar
filosofie en aangezien we toch echt weer een kindje samen
willen, moeten we nu het vinden van een nieuw huis de
hoogste prioriteit geven.
Nu moet ik toegeven dat ik niet meer in toeval geloof en kort
na Violets filosofie over de negativiteit in ons dijkhuis, krijg ik
een duidelijke bevestiging dat er iets gaat gebeuren. Het is
181
Pinksteren als we zomaar wat windowshoppen in het
centrum van Gorinchem. We lopen al even rond als we in de
etalage van een lokale makelaar een boerderij te koop zien
staan. Deze boerderij hebben we eerder in 1987 ook al te
koop zien staan én het is een boerderij die we eerder al
prachtig vonden, maar welke destijds in zeer slechte staat
was. De aanschafkosten, evenals de kosten die we op dat
moment zouden moeten maken om de boerderij leefbaar -
naar onze maatstaf - te krijgen, lag op dat moment ruim
boven ons budget.
Uit de foto’s in de etalage blijkt echter dat de huidige
eigenaar de boerderij stevig verbouwd heeft én de
aanschafprijs is momenteel wel binnen ons budget. Dit en de
wetenschap dat we ons dijkhuisje wel voor een aardige prijs
verkocht krijgen, zou het mogelijk moeten maken nu wél
onze droomboerderij te kopen. We raken, op het moment
dat we beide verlekkert voor de etalage staan te kijken,
opnieuw razend enthousiast over deze prachtige oude
boerderij aan de rand van Gorinchem. Met schitterend
uitzicht wat ook niet meer gaat veranderen, want Gorinchem
zal aan die zijde niet meer uitbreiden.
182
Kort daarna, uiteraard op de eerstvolgende werkdag
ongeduldig als we zijn, maken we via de makelaar een
afspraak om de boerderij van binnen eens goed te gaan
bekijken. En eerlijk is eerlijk, we zijn nauwelijks binnen en zijn
beide op slag verkocht. De huidige eigenaar heeft een
constructieve verbouwing doorgevoerd én heeft een aantal
zaken verfraaid, verfraaiing die ook binnen onze smaakrange
ligt. Misschien alleen niet helemaal in de kleuren die wij
willen, maar een lik verf en een handje vol vrienden lost dat
probleem snel genoeg op. Dit lijkt het voor de toekomst te
moeten gaan worden, vast en zeker…
Ik probeer het gevoel te verwoorden waarom we beide op
slag verliefd zijn op een woning waar nog iemand anders in
woont en we nog niet zolang geleden voor het eerst binnen
zijn. Het is een combinatie van de perfecte ligging buiten
Gorinchem, maar waarbij we wel heel snel in het centrum
van de stad kunnen zijn. Verder het blijvende weidse uitzicht,
althans volgens het bestemmingsplan. Maar ook de
omvangrijke ruimte binnen, de omliggende grond én het huis
183
in totaliteit voelt - vanaf het eerste moment dat we
binnenlopen - als een warme deken. We ervaren het als zeer
comfortabel, wat we zeker in deze fase van ons leven goed
kunnen gebruiken. Het landelijke wonen is in dit huis direct
thuiskomen, zo ervaren we dat allebei. We zitten helemaal op
een lijn.
Dat dit voor ons allemaal betaalbaar is geworden, vergroot
ons enthousiasme alleen nog maar meer.
Het spreekt voor zich … wij willen verder! Toch worden we
kort na onze eerste afspraak onaangenaam verrast door de
hautaine houding van de makelaar. Het is een grote
boerderij, een groot perceel en het gaat om veel geld, wat de
makelaar klaarblijkelijk in ieder geval financieel niet direct
koppelt aan een relatief jong stel. Verbazing is te zacht
uitgedrukt, als hij ons keer op keer weigert serieus te nemen
en hij ons de indruk geeft dat we zijn tijd verdoen. De huidige
bewoners, wat overigens een heel aardig echtpaar is, hebben
het niet in de gaten, zo blijkt al snel.
184
Het komt zover dat we ons realiseren dat het zo niet gaat
lukken en we beter rechtstreeks met de eigenaren in contact
kunnen komen. Het is te gek voor woorden, maar de
makelaar dwarsboomt ons simpelweg. We weten dat het niet
helemaal correct is, maar de situatie met de makelaar is ook
niet helemaal gebruikelijk en dus moeten we iets verzinnen
om toch contact te kunnen leggen met de eigenaren. We zijn
allebei de mening toegedaan dat als iets niet linksom werkt,
dat het dan maar rechtsom moet.
We bellen de makelaar dat we serieus geïnteresseerd zijn,
maar we hebben wel specifieke technische informatie van het
huis nodig. Voor dit soort informatie is het allemaal net even
gemakkelijker als ik de eigenaar zelf mag contacten.
Aangezien de huidige bewoners een geheim nummer
hebben, meldt de makelaar dat hij het gaat verifiëren bij de
bewoners en daarna zal melden of het akkoord is. Na
ruggenspraak te hebben gehouden met de huidige bewoners,
krijgen we zowaar bericht dat we hen inderdaad rechtstreeks
mogen contacten. De makelaar blij, want die ziet in ons toch
geen serieuze potentiele kopers en dit zou alleen tijd kosten
en niets opleveren. Wij blij, omdat we in alle rust het huis
185
echt in ons op kunnen nemen en bij voorkeur zelf kunnen
onderhandelen met de eigenaren.
We maken een afspraak met het vriendelijke echtpaar en
spreken af dat we nog eens rustig rond willen kijken. De
eigenaar stelt zijn huis letterlijk open voor ons en hij
bespreekt nu wel wat de makelaar verzuimd heeft te doen
tijdens de eerste bezichtiging. Ik heb snel genoeg in de gaten
dat de huidige eigenaar zich inderdaad niet gerealiseerd heeft
hoe de makelaar met ons om is gegaan. Dit heeft hij mogelijk
zelfs bij eerdere gegadigden toegepast, met alle mogelijke
consequenties van dien. Het echtpaar laat ons echter met
liefde en plezier het huis nog eens grondig zien. De man
vertelt tot in de kleinste details wat hij heeft aangetroffen
toen hij de boerderij kocht, wat hij er aan gedaan heeft en
waarom hij het opgelost heeft zoals hij het gedaan heeft. Een
afspraak vertelt tot in de kleinste details wij hij heeft
aangetroffen toen hij de boerderij kocht, wat hij er aan
gedaan heeft en waarom hij het opgelost heeft zoals hij het
gedan heeft. Een afspraak welke voor pakweg een klein
186
uurtje was ingecalculeerd, wordt een afspraak van vele uren.
Onze gesprekken zijn direct heel vertrouwd en we praten
over van alles. Natuurlijk willen we ok graag de reden weten
waarom mensen, die zo enthousiast over hun huis zijn, toch
besluiten het huis te verkopen. Dan blijkt de reden minder
leuk, want de vrouw des huizes heeft borstkanker en ze wil
terug naar waar haar basis ligt. Met andere woorden, deze
mensen hebben haast met de verkoop van hun boerderij.
Saillant detail bij dit aspect is dat de vrouw des huizes,
achteraf gezien, haar borstkanker heeft gebruikt om het huis
te verkopen en terug te gaan naar Zwijndrecht, waarbij de
echte reden een nieuwe liefde blijkt te zijn. Het echtpaar gaat
dan ook binnen ongeveer zes maanden na de verhuizing uit
elkaar. De vrouw is gelukkig wel genezen van haar
borstkanker.
Hoewel het erg laat is geworden sluiten we die avond nog wel
de deal, want wij willen de boerderij heel graag én we willen
andere kapers op de gewilde kust voor zijn. Violet is
normaliter de onderhandelaar van ons tweeën, maar
187
onderhandelen is niet echt niet nodig en we zijn er met de
eigenaar al vrij snel uit. Voor de vorm spreken we af hoe het
met de makelaar allemaal officieel moet gebeuren. De
volgende dag zijn we, zoals afgesproken voor een bedrag van
vierhonderdveertigduizend gulden, eigenaar van de
boerderij, onze droomboerderij.
Financieel moet het geen punt zijn, want we verdienen
allebei goed en samen moet het ruim voldoende zijn voor een
hypotheek. Dat het een behoorlijk bedrag lijkt, is geen
zorgenpunt voor ons. Over geld maken we ons eigenlijk nooit
echt zorgen, want Violet regelt het geld in huis en er is altijd
geld voor alles wat we graag willen hebben. Ze tovert als het
ware met geld en ik vind het prettig dat ik me er nooit mee
hoef te bemoeien.
Spreekt voor zich dat we nu nog wel ‘even’ ons huidige
dijkhuis moeten verkopen en we besluiten dit te doen door
maar gewoon een bordje in de tuin te zetten. Waarom
moeilijk doen als het gemakkelijk kan en we voorzien niet
echt problemen. Ons dijkhuis is een gewild stukje grond met
188
een prachtig uitzicht over de Merwede, waar genoeg
gegadigden voor zullen zijn. We hebben alleen geen mooi
bordje kunnen maken voor in de tuin en dus wordt het
vooralsnog een stuk papier in een plastic hoesje. Er komt
alleen “TE KOOP” en met daaronder een mobiel
telefoonnummer op. We prikken het amateuristische ‘bordje’
aan een stuk hout en zetten het geheel in de voortuin. Het
gegeven dat het bordje er nogal armoedig uitziet, is blijkbaar
niet relevant. Binnen tien minuten nadat ik die stok in de
grond geprikt heb, worden we gebeld door iemand die een
seintje heeft gehad dat er een ‘te koop’ bordje in de tuin
staat en of het klopt dat het om het dijkhuisje gaat. Als we dit
bevestigen legt hij uit dat zijn vrouw al eerder heeft
aangegeven dat ze het huisje zo leuk vindt.
Ze komen diezelfde avond nog kijken en besluiten ons de
vraagprijs van hondervijfenzeventigduizend gulden te bieden,
mits de financiering rond komt uiteraard. Violet, die op dat
moment alleen thuis is, legt wel uit dat we al een advertentie
in het Algemeen Dagblad opgegeven hebben, maar zij de
eerste keus hebben volgens de gemaakte afspraken. Dat zal
189
niet veranderen, ook niet als er gegadigden uit de advertentie
komen.
Lastig wordt het wel, want vlak nadat de advertentie in de
klant is geplaatst, staat de telefoon roodgloeiend. Er zijn maar
liefst zestien stellen die naar ons dijkhuisje willen komen
kijken en behalve mensen die de verschillende niveaus toch
onpraktisch of het huisje te klein vinden, blijven er vier
serieuze stellen over die het huis willen hebben. De mensen
die serieus zijn, zijn zeer divers, want behalve een
macrobiotisch stel, zit er ook een ouder stel bij. Waarbij ik me
direct afvraag of het dijkhuisje, met al die trappen, geschikt is
voor een ouder stel. Ook zit er een jonger stel bij die ieder
een beëindigde relatie achter de rug hebben. De afzonderlijke
huizen van dit stel zijn verkocht en ze bivakkeren tijdelijk op
een flatje. Ze weten allemaal dat een ander stel bezig is en
dat ze even af moeten wachten, maar deze interesse geeft
wel een comfortabel gevoel.
190
Natuurlijk gaan het eerste stel voor, maar als het alsmaar
langer duurt voordat ze iets horen over de financiering, vrees
ik dat er een kink in de kabel komt voor deze mensen. Kort
daarna krijgen we inderdaad het bericht dat ze de
financiering niet rond krijgen. Spijtig, ze balen er goed van.
Dan blijkt die advertentie toch zo gek nog niet, want van de
vier overgebleven serieuze stellen zijn er twee die er over na
willen denken en twee die allebei vrijwel direct een bod
neerleggen. Meer dan de vraagprijs en de hoogste bieder
krijgt de woning. Uiteindelijk koopt een van deze stellen het
huis voor tweehonderdvijfduizend gulden. Om allerlei
redenen erg prettig, maar het laat in ieder geval onze
financiering voor de nieuwe boerderij weer iets zakken.
Het echtpaar wat het huis koopt wordt er samen helaas niet
echt gelukkig, want dit echtpaar gaat binnen een half jaar uit
elkaar en ze besluiten er geen van beide meer te willen
wonen. Met winst verkopen ook zij het dijkhuisje. Inmiddels
is de woning gesloopt en komt er hopelijk positieve energie
als er nieuwe mensen gaan bouwen. Dat deze plek hen maar
meer geluk brengt dan alle vorige eigenaren.
191
Nog voordat de boerderij bij de notaris op onze naam is
gezet, maken we al allerlei plannen wat we met de tuin gaan
doen, welke dieren we gaan houden. Grappig dat we al direct
beginnen met konijnen en kippen. De vorige eigenaren laten
deze voor ons achter.
We fantaseren uitgebreid over hoe ons leven er straks met
een nieuw kindje uit zal zien. We zijn zo gek met de boerderij
dat we, nog voordat het op onze naam staat, ook al met
vrienden en familie gaan kijken. De bewoners laten het zich
allemaal welgevallen. Zelfs zonder aankondiging staan we af
en toe op het erf en leggen we uit aan degene die we bij ons
hebben, waarom we zo gek zijn op deze boerderij. De
bewoners kunnen er hartelijk om lachen als we plotseling
weer eens op het erf staan en het voelt heel relaxed. We
hebben nog nooit zoveel voorpret bij een ander huis gehad,
dat wil nogal wat zeggen concluderen wij.
Het is allemaal erg snel gegaan, zelfs naar onze maatstaven,
en eerlijk is eerlijk … zelfs wij zijn er nog enigszins beduusd
192
van. Binnen de duur van één maand een huis zoeken, vinden,
onderhandelen, kopen, een ander huis verkopen en het
goede gevoel te hebben dat we de zo nodige nieuwe start
kunnen gaan vormgeven. Vanaf dat moment heet de
boerderij voor ons “Het cadeautje van Rickie” en zal deze
nieuwe plek een belangrijke plaats in ons leven innemen.
Ik vraag me wel eens af in hoeverre we altijd impulsief zijn
omgegaan met zaken, want voor een deel kan ik het ook
“intuïtief” noemen. Vreemd eigenlijk dat ik dat nu weet, maar
het toen meer als een samenspel van twee impulsieve
mensen heb ervaren.
Violet is van het plannen en organiseren, dus er is besloten
op één dag de koop- en verkoopakte te laten passeren. Dat
wil ook meteen zeggen dat we alle spullen uit het huis
moeten hebben en dit wordt simpelweg opgelost via een
zakenrelatie die wel een grote vrachtwagen voor onze deur
neer wil zetten. Hier kunnen al onze eigendommen in en deze
vrachtwagen kan, nadat beide aktes bekrachtigd zijn, direct
naar de boerderij gereden worden. Zo kan het dijkhuisje ook
193
leeg voor de nieuwe eigenaren opgeleverd worden.
Eind van de middag wordt de vrachtwagen netjes op het erf
van de boerderij geparkeerd en aangezien we alleen maar
flink wat schilderwerk hebben, besluiten we tijdelijk in de
deel te slapen en we bivakkeren er even, tussen onze
meubelen en onze huisdieren. Gezien het seizoen ook prima
te doen!
Als we alles geschilderd hebben en de puntjes op de i gezet
zijn, kunnen onze spullen er direct in, alleen moet ik wel iets
bedenken voor ons bed. In het dijkhuisje had ik om de zak
van het waterbed een houten kooi gemaakt. Maar ja, die zit
vast in het dijkhuis, dus ik moet nog een oplossing bedenken
hoe ik dat in de boerderij vorm ga geven.
Aangezien we een veel grotere slaapkamer hebben, kan de
houten constructie ook veel groter worden. Ik bedenk er zelfs
een soort podium bij. Dat nieuwe bed van ons gaat er gaaf
uitzien!
Zo zitten we, drie dagen na de verhuizing in een fris magnolia
wit geschilderde boerderij met mooie witte ramen en deuren.
194
Óns “Cadeautje van Rickie”. Een hernieuwde start samen kan
wat ons betreft niet beter beginnen en het voelt direct goed.
195
Hoofdstuk 14 / Het cadeautje van Rickie
“Even niets …”
We realiseren ons dat het ook zonder meubelen als onze
nieuwe thuis geworden is. Feitelijk was dit gevoel er al op het
moment dat de vorige bewoners er nog woonde. Alsof deze
plek altijd al de onze is geweest en er slechts tijdelijk andere
mensen gewoond hebben. Dat zet ook direct aan het denken
voor wat betreft de aankleding van je huis. Je kunt je sfeer
benadrukken, er je stempel op drukken, het een bepaalde stijl
meegeven, maar of het je thuis is, dat is iets wat je direct
weet. Als je ergens langer gaat wonen, is het een goed teken
als dit gevoel er direct is.
Na voor Violet maar liefst twaalf en voor mij negen
verhuizingen, durven we ons ervaringsdeskundige te noemen
op dit gebied.
Gelukkig worden Violets huilbuien steeds minder. Slechts zo
nu en dan overkomt het haar nog dat ze plotseling, als vanuit
196
het niets, in huilen uitbarst. Ik zie langzaam maar zeker met
enige regelmaat weer een lachje op haar gezicht en realiseer
me op een dergelijk moment dat ik dat lachje van haar enorm
gemist heb. Zelf verwerk ik mijn verdriet in mijn eentje …
zoals gewoonlijk. Het omarmende effect van de boerderij
voelt, voor Violet meer nog dan voor mij, zo goed dat het een
soort helend effect lijkt te hebben.
Ze maakt er serieus werk van en we hebben er weer zin in.
Violet lijkt haar kracht weer te hervatten en werkelijk naar de
toekomst te kijken. Als ik haar bezig zie, maakt ze me weer
vrolijk en krijg ik die positieve drive ook weer terug.
We zoeken langzaam zelfs de buitenwereld weer op en dat in
onze meest geliefde “vorm”, namelijk uit eten gaan. De liefde
voor het bereiden van goed eten en mooie gerechten, delen
we niet echt. Violet komt met het bereiden van eten niet veel
verder dan een eenvoudig gerecht wat ik haar ooit geleerd
heb. Aangezien we het ons financieel kunnen veroorloven,
gaan we er samen weer op uit. Violet is wel van het innemen,
zowel goed voedsel als drank en voor nu is dat een prima
197
begin. We zoeken de betere restaurantjes op en je kunt ons
regelmatig vinden in Solo in Gorinchem. Daarnaast vind je in
Gorinchem eigenlijk alleen nog een goede Italiaan, verder zit
er niet zo veel in Gorinchem. Deze Italiaan is een man die zijn
hele gezin inzet en waar de passie vanaf druipt.
Restaurant “De Hoofdwacht” is een restaurant waar we niet
echt dol op zijn, maar door de prachtige locatie in een
monumentaal pand wat voorheen een bank was, zijn we dar
ook af en toe te vinden. Echter, zou je aan Violet vragen wat
ze het allerliefste eet, dan is haar antwoord zeker Japans.
Daarvoor kan je in Gorinchem niet terecht en we rijden er
graag voor naar Amsterdam. Als ze meer dorst heeft dan
honger, zoeken we in Amsterdam een Mexicaans restaurant
“Rosa’s Cantina” op. De entourage en cocktails zijn nergens
beter en verser, i moet hier altijd drank afrekenen dan eten.
Ook al de andere zaken lijken weer als normaal te gaan lopen
en daar is Violets brede uitgavepatroon er een van. Wat me
doet realiseren dat ik mijn carrière in een opgaande lijn voort
moet zetten, anders zou het uitgavepatroon niet minimaal
198
gehandhaafd kunnen blijven worden. Overigens levert dit
onderwerp nog wel eens discussie op, want Violet kan zich
eigenlijk nooit vinden in mijn beweringen over geld en het
bijbehorende leefpatroon.
Dit, terwijl ik er van kan balen als ik de creditcard nodig heb
en deze het plots even niet doet vanwege een saldo tekort.
De momenten dat ik het bespreekbaar probeer te maken, wil
Violet alleen maar het gesprek aangaan in de zin van dat ze
wil weten wat mij gelukkig maakt. Waarbij ze eigenlijk het
antwoord al weet, namelijk het gegeven dat als ik geld in mijn
portemonnee heb, honderd gulden bijvoorbeeld, het voor mij
oké is. Dit is voor Violet dan ook dé aanleiding om te zeggen
dat zij alles financieel regelt en ik me er niet mee moet
bemoeien. Ze zorgt er voor dat ik altijd geld in mijn
portemonnee heb. Misschien is het naïef, maar ik heb dan
ook geen zin meer om mijn gelijk te halen. Zij zegt het te
zullen regelen en dan moet ik haar die speelruimte geven.
Bovendien houd ik ook genoeg van mezelf dat ik het al lang
weer goed vind als zij het geld regelt én zorgt dat er geld in
mijn portemonnee zit. Die enkele keer dat ze niet tijdig
199
genoeg geld naar de credit card heeft gestort, neem ik dan
maar op de koop toe.
Nou ben ik overigens niet bang om carrière te maken, ik rond
graag iets succesvol af en ga daarna weer graag verder op
zoek naar een nieuwe uitdaging. Toch leggen de financiën wel
degelijk een druk op de schouders om dit ook door te blijven
zetten. Als ik al zou willen, kan ik me een beherende
managementrol niet permitteren, want met de inkomsten
stijgen ook de uitgaven … of is het andersom?!
Behalve het financiële aspect, is het even een moment van
rust in ons hectische leven, we lummelen wat en even is er
geen “gedoe” en proberen we er van te genieten. De
boerderij heeft dit effect op ons beide.
Achteraf kan ik me verwonderen over het effect wat de
boerderij vanaf dag één op ons heeft gehad, maar op dat
moment was het zeer welkom en eigenlijk ook als
vanzelfsprekend.
200