Aardrijkskunde Vakstudie 2_20142015

Laagveen Veen gevormd uit waterplanten zoals riet.
Lagune
Landbouw Een door een strandwal bijna geheel afgesloten stuk zee.

Landbouwsysteem Verzamelnaam voor akkerbouw, veeteelt, tuinbouw.
Landbouw behoort samen met mijnbouw, visserij, bosbouw
Landhervorming tot de primaire sector.
Landschap Het productiesysteem in de landbouw waarin men kan
Leeftijdspiramide onderscheiden, de productierichtingen, de teelttechnieken,
Levensstandaard de zelfvoorziening en/of de marktgerichtheid, de mate
Levensverwachting waarin de productiemiddelen worden ingezet.
Herverdeling van de gronden van grootgrondbezitters onder
Lijfeigenschap landarbeiders en kleine boeren, die dan eigenaars of
gebruikers worden.
Lintbebouwing
Lokalisatiefactor Een deel van het aardoppervlak met eigen kenmerken.
Lokaliseren
Maritimisatie Bevolkingshistogram die de verschillen de leeftijden per
Marktgebied geslacht weergeeft in de vorm van een piramide.
Het materiële, culturele en sociale niveau van het leven in
Mechanische een bepaalde gemeenschap.
houtindustrie Te verwachten gemiddelde duur van het leven in een bepaald
Megalopolis gebied.
Melting pot In Azië hebben veel gezinnen enorme schulden. Om die afte
Mesties betalen, worden kinderen soms ‘verkocht’ aan bedrijven. Zo
Metropool worden ze onbetaalde werknemers van het bedrijf.
Aaneengesloten huizenrij aan wegen. De gronden achter de
huizenrij blijven open ruimte.
Factor die de vestiging van een bedrijf bepaalt zoals de
transportkosten, aanwezigheid van grondstoffen e.a.

De plaats aangeven van iets.

Tendens om bedrijven in de nabijheid van de kust te vestigen.

Verzorgingsgebied, het gebied waarvoor de centrale plaats
als middelpunt geldt. Naar gelang van de functie onderscheidt
men verzorgingsgebieden van hogere of lagere rangorde.
Productie van planken en platen door het hout te zagen, te
slijpen, te schillen en te persen. De houtstructuur blijft
behouden.
Reusachtig verstedelijkt woon- en werkgebied ontstaan
door het aaneengroeien van stadsgewesten.

Smeltkroes van volken met verschillende culturen.

Halfbloed, afstammeling van een Indiaanse moeder en een
blanke vader of omgekeerd.
Wereldstad, een grote stad, gewoonlijk de voornaamste van
het land, met een sterk overheersende positie qua

1 AA VS 2 301 © 2014 Arteveldehogeschool

Migraties economische en sociale uitrusting; ze oefent een sterke
aantrekkingskracht uit op de bevolking in de rest van het land.
Milieu De beweging van de bevolking: een verandering van
Milieurisico woonplaats over de grenzen heen. Men onderscheidt de
Minicity’s binnenlandse en buitenlandse, de trage en de plotse, de
Minimum individuele en collectieve, de gedwongen en vrije migraties.
Mormonen De fysieke, niet-levende en levende omgeving van de mens
Mortaliteit waarmee hij in wederkerige relatie staat.
Mul Een ingreep in het milieu waarbij in de toekomst de kans op
Mulat een milieuramp bestaat.
Nieuwe CBD’s aan de verkeersassen door het suburbaan
gebied.

Kern van lagedrukgebied waar winden toekomen

Godsdienstige sekte gesticht door Joseph Smith, gebaseerd
op het zogenaamde Boek van Mormon, dat een interpretatie
gaf van de bijbel voor de Nieuwe Wereld.

Sterftecijfer.

Door de eroderende werking van het zeewater gevormde
laagte in een strandwal.

Kind van een blanke en een zwarte.

Multilateraal Betrekking hebbend op verschillende landen.

Multinational Bedrijf met vestiging in meerdere landen.

Nataliteit Geboortecijfer.

Nationaal park Gebied met een uitzonderlijke landschappelijke of
ecologische waarde waarvan het natuurlijk evenwicht wordt
Natuurlandschap beschermd.
Landschap met uitsluitend natuurlijke elementen, zoals
Natuurlijke aangroei bergen, valleien, rivieren, gesteenten, plantengroei en
Natuurlijke grens dierenwereld, die door de mens helemaal niet beïnvloed
NAVO werden.
Neokolonialisme Het verschil tussen geboorten- en sterftecoëfficiënt. Dit cijfer
Netto- geeft niet het juiste bevolkingsverloop van een gebied; ook de
reproductiecoëfficiënt migraties veranderen de bevolking.
Grens bestaande uit natuurlijke obstakels zoals rivieren,
gebergten.
NATO, militair bondgenootschap van westers gezinde landen
onder leiding van de Verenigde Staten.
Verderzetting van de overmacht van de industrielanden t.o.v.
de inmiddels onafhankelijk geworden ontwikkelingslanden.
De coëfficiënt die aan geeft hoeveel meisjes dezelfde leeftijd
als hun moeder zuilen bereiken.

1 AA VS 2 302 © 2014 Arteveldehogeschool

Newtown Nieuw gebouwde stad waar men woont en werkt en bedoeld
om de concentratie in Londen te verminderen.
NGO Niet-gouvernementele organisatie voor ontwikkelings-
samenwerking, zoals Broederlijk delen, Oxfam,
Niet-oecumene Vredeseilanden.
Een onbewoond, tijdelijk of zeer dun bevolkt gedeelte van de
Nomaden aarde (door kou, droogte, vochtige hitte).
Mensen zonder vaste woonplaats, die meestal leven van de
Non-ferro-ertsen veeteelt. Ze trekken met hun kudden van de ene weideplaats
Nulgroei (drinkplaats) naar de andere volgens vaste routes.
Occupatiegrens
Oecumene Niet-ijzerhoudende ertsen, zoals bauxiet, koper, zink.

OESO Stabilisering in de (economische) groei.

Offshore Lijn tot waar de kolonisatie van het grondgebied gevorderd is.
Oliedollars
Onshore Een vrij dicht bevolkt gedeelte van de aarde

OPEC Organisatie voor Economische Samenwerking en
Ontwikkeling, een groepering van industrielanden met een
Open ruimte markteconomie.
Organogeen Aardolie- en aardgaswinning onder de zeebodem op en om
gesteente de continentale plateaus.
Overbeweiding Kapitaal door de Arabische landen verworven door
Paddestoelstad exploitatie van hun aardolierijkdom.

Papyboom Aardolie- en aardgaswinning op het vasteland.

Pavement dwellers Organisatie van aardolie uitvoerende landen, met o.a Saudi-
Pendelcoëfficiënt Arabië, Verenigde Arabische Emiraten, Irak, Iran, Koeweit,
Pendelmobiliteit Indonesië, Algerije, Libië, Nigeria, Venezuela.
Het gedeelte van het landschap dat niet bebouwd is, meestal
ingenomen door groen en akkers.
Ontstaat door opeenhoping van plantaardige en dierlijke
organismen (steenkool, kalksteen).
Te veel vee op een gebied laten grazen of het er te lang laten,
zodat het gewas er onvoldoende kan bijgroeien.

Stad met een heel snelle groei.

Sterke vergrijzing van de bevolkingsgroep afkomstig van de
babyboom van na de Tweede Wereldoorlog in de
industrielanden.
Mensen die geen dak boven het hoofd hebben en op straat
leven.

Binnenkomende op uitgaande pendel x 100.

Binnenkomende en uitgaande pendel op werkende actieve
bevolking die in de gemeente woont.

1 AA VS 2 303 © 2014 Arteveldehogeschool

Pendelverkeer Het dagelijks heen en weer reizen tussen woon- en
Plankton werkplaats.
Planologie Verzamelnaam voor een groot aantal verschillen de planten
en dieren die in zee zweven.
Plantage
Wetenschap van de ruimtelijke ordening.
Polarisatie
Polder Groot bedrijf waar een hoofdgewas geteeld wordt.
Prijsschaar Kenmerkend is de planmatige aanpak door een
Primaire dam kapitaalkrachtige leiding. Een groot aantal slecht betaalde
Productiefactoren landarbeiders doen het werk. De productie is hoofdzakelijk
Protectionisme bestemd voor de uitvoer.

Radiaal-concentrisch Het naar één plaats toekomen van de activiteiten.

Randstad Holland Een stuk land dat veroverd is op water, zoals zeepolders en
Randzee rivierpolders. In een polder wordt de afwatering kunstmatig
Reconversie geregeld.
Recreatie
Recreatiedruk Verkoopswaarde gedeeld door productiekost.
Regionale planning
Reikwijdte Dam die het zeegat aan de zeezijde afsluit.
Remigreren
Richtprijs Middelen nodig om te produceren.

Een politiek waarbij de eigen productie en handel beschermd
worden t.o.v. het buitenland.
Het straten patroon van de historische steden is gericht op
het centrum en wijkt uit naar de naburige steden. Door de
opeenvolgende versterkingen ontstaan ook concentrische
ringen.
Hoefijzervormige rij van steden in West-Nederland:
Dordrecht, Rotterdam, Den Haag, Leiden, Haarlem,
Amsterdam, Hilversum, Amersfoort, Zeist, Utrecht.
Grote inham in een continent die met de oceaan in geheel
open verbinding staat.
Politiek van omschakeling: de industrie reorganiseren of de
streek aanpassen aan een nieuwe toestand
Geheel van activiteiten die in de vrije tijd ondernomen
worden en gericht zijn op ontspanning.
Het geheel van recreatieve gedragingen en inplantingen die
het oorspronkelijk landschap verdringen.
Planning van vooral economische activiteiten om een streek
te ontwikkelen.
De grootste afstand die een verspreid wonende bevolking wil
afleggen om een goed te kopen of om op een dienst een
beroep te kunnen doen in een centrale plaats.

Na emigratie terugkeren naar zijn vroeger woongebied.

De prijs die via de gemeenschappelijke markt ordening voor
de producent wordt nagestreefd.

1 AA VS 2 304 © 2014 Arteveldehogeschool

Riviera Italiaans voor kuststreek.
Roofbouw
Wijze van akkerbouw waarbij geen bemesting plaatsvindt en
Ruilverkaveling de bodem snel uitgeput geraakt zodat men steeds nieuwe
gronden moet exploiteren.
Ruilvoet Herverdelen van gronden van verschillende eigenaren zodat
grotere percelen tot stand komen dichter bij de
Ruimtelijke ordening exploitatieplaats.
De hoeveelheid van een product die verkocht moet worden
Ruimtelijke planning om genoeg geld te verkrijgen om iets anders terug te kunnen
kopen.
Rurale exodus Het beleid dat de resultaten van de ruimtelijke planning
Rurbanisatle toepast. De ruimtelijke ordening maakt een keuze uit de
Saneren alternatieven die voorgelegd worden door de ruimtelijke
planning.
Satellietstad Heeft als doel de ruimte te ordenen, zowel fysisch (regelen
Schaalvergroting van bodemgebruik en bestemming van de bodem) als
Sectorbeleid normatief (alle mogelijke sociale en economische
Sedentair maatregelen om dit doel te bereiken).
Segregatie
S-factoren Verlaten van het platteland om zich in de stad te vestigen.
Site
Situatie De verstedelijking van landelijke gebieden in de omgeving van
Situeren een stad.
Skyline Infrastructuurwerken uitvoeren om een wijk weerwoonbaar
te maken; meestal worden ze daarbij voorzien van riolen,
elektriciteit, drinkbaar water en open ruimten.
Stad waarin woon- en werkgelegenheid is, maar waar de
bevolking voor de meeste diensten naar de nabijgelegen
centrale stad moet.
Toename van de omvang (oppervlakte, productie) van een
(landbouw)bedrijf.
Concrete programmering van een tak van overheidsactiviteit
gericht op een zo soepel mogelijk verlopen van deze activiteit.

Met een vaste verblijfplaats

Scheiding van bevolkingsgroepen door familiale of socio-
economische kenmerken.
Toeristische aantrekkingsfactoren als sun, sand,sea, sex,
show, snow, sensation.

De plaats van de eerste nederzetting van een stad.

Het geheel van economische en verkeersgeografische
mogelijkheden van een stad.
De ligging van een plaats t.o.v. andere ruimtelijke gegevens
aanduiden.

Manier waarop de stad zich aftekent tegen de horizon.

1 AA VS 2 305 © 2014 Arteveldehogeschool

Slaapstad Stad in de aantrekkingszone van een grotere stad die weinig
eigen werkgelegenheid biedt en waarvan een groot deel van
Slum de beroepsbevolking pendelt.
Sociaal toerisme Sloppenwijk, de achterbuurten in ontwikkelingslanden, een
Spaarbekken verzameling van krotten met primitieve materialen gemaakt.
Speerpuntindustrie Toerisme dat erop gericht is iedereen de kans te geven met
Stadsgewest vakantie te gaan tegen haalbare kosten.
Stadsinbreiding
Stadskern Grote vijver waar drinkwater tijdelijk wordt opgeslagen.
Stadsmorfologie
Stadsrand Industrieën die voortbouwen op ver gevorderde en snel
evoluerende nieuwe technologieën.
Stadsrenovatie Omvat de agglomeratie en de recent sterk verstedelijkte
gemeenten aan de rand van de agglomeratie
Stadsvernieuwing Nieuwe woongelegenheid scheppen door het herstellen van
de woonfunctie in de kernstad.
Steenberg Het hart of het centrum van de stad met historische en
Sterfte-overschot administratieve gebouwen en concentratie van de handel.
Sterftecijfer Vorm en uitzicht van de stad. Geografisch wordt daarbij
vooral het straten patroon bekeken.
Stormvloedkering De uitbreiding van de stad rondom de binnen stad. De
Strandwal woonfunctie overheerst er.
Stripcropping Het vernieuwen van de stad door een reeks technische
maatregelen, o.a. Krotten sanering, verkeersvrij maken van
Structuurplannlng winkelstraten, restaureren van oude gebouwen, aanbrengen
van groen.
Stuw Vernieuwingsprocessen in destedelijke omgeving als gevolg
van handelingen van personen en belangengroepen, volgens
hun waarden patroon, hun behoeften en hun mogelijkheden.
Heuvel van steenafval afkomstig van een mijn, ook terril
genoemd.

Het aantal sterfgevallen is groter dan het aantal geboorten.

Of sterftecoëfficiënt, aantal sterfgevallen per 1 000 inwoners
gedurende een burgerlijk jaar.
Een damconstructie met openingen die kunnen afgesloten
worden bij storm.
Langwerpige rug, evenwijdig aan de kust, gevormd door zee-
afzettingen.
Het in smalle stroken verbouwen en oogsten van gewassen
om ziekten en bodemerosie tegen te gaan
Flexibele planning methode die de mogelijkheid biedt zich zo
vlug mogelijk aan te passen aan de tijdsevolutie en de
dynamiek van de maatschappelijke leefpatronen.
Muur of dam in een rivier om het water op een bepaald peil
te houden.

1 AA VS 2 306 © 2014 Arteveldehogeschool

Stuwende nijverheid Industrietak die in een streek ook andere industrieën en
Subcultuur diensten aantrekt.
Technopool Minderheidsgroepen op basis van ras, taal, godsdienst die
Teeltdiagram zich niet integreren inde algemeen aanvaarde cultuur.
Teeltrotatie
Concentratie van onderzoekscentra en high tech-bedrijven.
Teeltvoorwaarden
Terp Verdeling van de landbouwgrond voor verschillende
productierichtingen.
Toerisme Of wisselbouw: met regelmaat afwisselend bebouwen van
eenzelfde perceel met verschillende gewassen om bodem
Trekveehouderlj uitputting en plantenziekten te voorkomen.
Tuinbouw De minimale fysische omstandigheden die in een teeltgebied
Uitrustingsgoederen moeten heersen, om een bepaald gewas nog te kunnen
Unctad kweken.
Een door de mens opgeworpen woon- en vluchtheuvel in
UNESCO een met overstroming bedreigd gebied.
Vrijetijdsbesteding in een vreemde omgeving met aandacht
Veenkolonie voor de verplaatsing naar de omgeving. We onderscheiden
eendagstoerisme en verblijfstoerisme naar gelang een of
Veenlaag meer dagen verbleven wordt.
Transhumance, migratie van de bevolking met vee tussen
Veld zomer- en winterweiden. De mensen hebben een vaste
Vennen woonplaats.

Omvat groenten-, fruit- en sierteelt.

Productiegoederen, zoals vrachtwagens, fabrieksgebouwen,
spoorwegen, schepen, machines.
United Nations Conference on Trade and Development.
Organisatie van de Verenigde Naties die zich bezighoudt met
ontwikkeling van economisch achtergebleven gebieden.
United Nations Educational, Scientific and Cultural
Organisation. Organisatie van de VN die de internationale
samenwerking op gebied van onderwijs, cultuur en
wetenschap nastreeft.
Streekdorpen ontstaan bij het afgraven van turf, meestal
langgerekt aan kanalen.
Waterrijke laag, bestaande uit plantenresten. Ze is er ter
plaatse ontstaan uit plantengroei in een ondiep en stilstaand
kunstmoeras en dus geen gevolg van sedimentatie. De
veenlaag werd bij latere transgressie door sedimenten
bedekt.
Landschap ontstaan door degradatie van de oorspronkelijke
bosvegetatie door beweiding.

Ondiepe vijvers gevormd op ondoorlatende ondergrond.

1 AA VS 2 307 © 2014 Arteveldehogeschool

Verlanding Natuurlijke ophoping van een gebied door afzetting,
Verontreiniging waardoor de wateroverlast verdwijnt.
Verspreide bewoning De toevoeging van chemische verbindingen en fysische
Verstedelijking elementen aan het milieu.
Niet-geconcentreerde bewoning, de huizen staan verspreid in
het landschap, los van de woonkern.
Trek naar de stad, waardoor de stad zich uitbreidt over de
omgeving.

Verstedelijkingsgraad Percentage van de bevolking dat in steden woont.

Verticale integratie Ontginning van grondstoffen, basisbewerking en afwerking
tot het eindproduct worden beheerd door één bedrijf.
Vervlakking van het Enerzijds het verdwijnen van de typische kenmerken van een
landschap geografische streek, anderzijds het ontstaan van nieuwere
kenmerken die voorheen niet of nauwelijks in het landschap
Verwerkende voorkwamen en die niet differentiërend werken.
Industrie Vormt halffabricaten om tot gebruiksvoorwerpen, zoals van
Verwoestijning planken tot stoel.
De woestijn die oprukt in steppe- en savannegebieden, door
Verzamelcultuur overbeweiding of verdroging van het klimaat.
Levenswijze waarbij men zich van voedsel voorziet door het
Voedergewassen plukken en jagen van wat de natuur biedt.
Landbouwgewassen die dienen als voedsel voor dieren, zoals
Voedselgewassen maïs of bieten.
Landbouwgewassen die dienen als voedsel voor de mens
(tarwe).

Voorhaven Haven die dichter bij zee ligt dan de oorspronkelijke haven.

Vruchtwisseling Het achtereenvolgens wisselen van bepaalde teelten op
VVV eenzelfde perceel.
Vereniging Voor Vreemdelingenverkeer, een onthaalkantoor
waar toeristen informatie over de streek kunnen krijgen

Waterrecreatie Watersporten, o.a. roeien, waterski, surfen en zwemmen.

Werelddeel Elk van de zes grote, natuurlijk begrensde delen van het
Wereldzone vasteland. Een werelddeel omvat het continent met de
Werkforens eilanden eromheen.
Een zone met een gemeenschappelijk natuurlijk of menselijk
kenmerk en een zekere eenheid van levenswijze
Iemand die in een andere gemeente woont dan waar hij
werkt.

Witte steenkool Hydro-elektriciteit.

Woonforens Iemand die in een gemeente woont waar hij niet in werkt.

1 AA VS 2 308 © 2014 Arteveldehogeschool

Woonkern Dat deel van het landschap dat bestaat uit aaneengesloten
Woonwijk bebouwing, met inbegrip van de tussenliggende
verkeerswegen, fabrieken, tuintjes en pleinen.
Groepering van nieuwe(re) huizen op speciaal daarvoor
voorziene verkavelingen.

Zeehaven Haven toegankelijk voor zeeschepen.

Zelfontwikkeling Met eigen middelen en op eigen initiatief uit de problemen
Zelfvoorzienende van onderontwikkeling komen, ook selfreliance genoemd.
landbouw
Zelfvoorzieningsgraad De opbrengst van de landbouw is voor eigen verbruik.

Zuigelingensterfte Productie gedeeld door het geschatte verbruik, procentueel
uitgedrukt.
Zwerflandbouw Procentueel aandeel van sterfte van kinderen jonger dan 1
jaar.
Landbouw waarbij de bevolking telkens op zoek trekt naar
nieuwe ontginningen nadat de bodem uitgeput is, ook
shifting cultivation genoemd.

1 AA VS 2 309 © 2014 Arteveldehogeschool

12 BIBLIOGRAFIE

Agentschap voor Natuur en Bos. (2006). VEN en IVON. Opgeroepen op december 23,
2011, van http://www.natuurenbos.be/Home/Natuurbeleid/Natuur/VEN_en_IVON/

Antrop, M. (1992). Geografische aspecten van de Europese cultuur. De Aardrijkskunde,
87-125.

Antrop, M. (2004). Van nature een monument. De Koerier, 4-11.

Antrop, M. (2007). Perspectieven op het landschap. Achtergronden om landschappen te
lezen en te begrijpen. Gent: Academia Press.

Antrop, M., De Maeyer, P., Vandermotten, C., & Beyaert, M. (2006). België in kaart. De
evolutie van het landschap in drie eeuwen cartografie. Tielt, Brussel: Lannoo, NGI.

Beets, G. (2009). Demografische ontwikkelingen in de wereld en Europa. In v. N.
Nimwegen, & E. Heering, Bevolkingsvraagstukken in Nederland anno 2009: van groei
naar krimp: een demografische omslag in beeld (pp. 27-57). KNAW Press.

Bosma, N. (sd). De ongelijkheid in Europa verklaard. Opgehaald van
http://www.geobronnen.com

Conférence Permanente du Développement Territorial. (sd). Les territoires paysagers de
Wallonie. Opgeroepen op Januari 4, 2013, van CPDT:
http://cpdt.wallonie.be/fr/node/215

De Blust, G., Froment, A., Kuyken, E., Nef, J., & Verheyen, R. (1985). Biologische
waarderingskaart van België. Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek.

Denis, J. (1992). Geografie van België. Brussel: Gemeentekrediet.

Froment, A., Tanghe, M., & Vanhecke, L. (1992). De ecotopen. In J. Denis, Geografie van
België. Brussel: Gemeentekrediet.

Halman, L., Krause, U., & Palings, H. (2006). Atlas of European Values: Aan de slag met
Europese waarden en normen. Geografie, 28-31.

Hayt, F., Grommen, J., Janssen, R., & Manet, A. (1999). Atlas van de algemene en
Belgische geschiedenis. Lier: Van In.

Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek. (2013). Natuurtypologie in Vlaanderen.
Opgeroepen op Januari 4, 2013, van Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek:
http://www.inbo.be/content/page.asp?pid=BIO_NT_start

Jebbink, K. (2011, oktober). Butler concreet. Het groeicyclusmodel van toeristische
regio's als levend diagram. (J. De Rudder, Vert.) Praxis Geographie, 8-11.

1 AA VS 2 310 © 2014 Arteveldehogeschool

Katsaros, G., & Schmengler, D. (2004). Regionale ongelijkheden in de uitgebreide EU.
Praxis Geographie.

Leser. (1976). Geografie van België. Brussel: Gemeentekrediet.

Maes, S. (2001). Beeldvoming over andere culturen. Gent: Arteveldehogeschool.

Neyt, R., Tibau, G., & Coppenholle, J. (2009). Geogenie 2. Antwerpen: Uitgeverij De
Boeck.

Neyt, R., Tibau, G., Coppenholle, J., Van Mol, R., Verstappen, H., Gaeremynck, V., & Van
Broeck, C. (2009). Geogenie 2. Leerwerkboek. Antwerpen: Uitgeverij De Boeck nv.

Paul, L., van Ooyen, E., & Schukking, R. (2006). Het Ruhrgebied. Verrassend veelzijdig.
Utrecht: KNAG.

Peeters, T. (2011, Juni 17). Vlaanderen kleurt Oost-Europees. De Morgen, p. 22.

Pelfrene, E. (2005, Oktober). Ontgroening en vergrijzing in Vlaanderen 1990-2050.
Stativaria.

Plantyn. (sd). Geografische streken. Opgeroepen op Januari 4, 2013, van Online Plantyn
Atlas: http://www.algemenewereldatlas.be/

Prisma van de geografie. Ruim 2000 begrippen van A tot Z. (1993). Utrecht: Het
Spectrum.

Rotterdamse haven lonkt naar Antwerpen. (2011, mei 20). De Morgen, p. 22.

Schuermans, N. (2007). Leggen handboeken aardrijkskunde een racistisch en
etnocentrisch wereldbeeld op? De Aardrijkskunde, 3-18.

Uitgeverij De Boeck nv. (sd). De Boeck Atlas online. Opgeroepen op Januari 4, 2013, van
De Boeck Atlas: http://atlas.deboeck.com/

Vakgroep Geografie. (2013). Traditionele landschappen Vlaanderen. Opgeroepen op
Januari 4, 2013, van Geoweb:
http://www.geoweb.ugent.be/landschapskunde/projecten/traditionele-
landschappen-vlaanderen

Van Hecke, E., & Luyten, S. (2007). Stadsgewesten. Leuven: K.U.L.

Van Hecke, E., & Vanderstraeten, L. (2014). Recente ontwikkelingen in de Belgische
stadsgewesten. Leuven: KU Leuven.

Van Hecke, E., Antrop, M., Schmitz, S., Sevenant, M., & Van Eetvelde, V. (2010). Atlas
van België. Landschappen, platteland en landbouw. Gent: Academia Press.

Van Hecke, L., & Vanderhallen, D. (2009). Excursie bebouwde kernen Drongen-Gent.
Leuven: K.U.L.

Vanderhallen, D. (2014). Bebouwing. Leuven: KU Leuven.

1 AA VS 2 311 © 2014 Arteveldehogeschool

Vanderhallen, D., Verstappen, H., & Van Hecke, E. (2009). Topics nieuwe leerplan
aardrijkskunde 1e jaar. Leuven: K.U.L.

Verenigde Naties. (2007). World population ageing. New York: United Nations.

Verenigde Naties. (2009). World population prospects: the 2008 revision. New York:
United Nations.

Vlassenbroeck, W. (1997). Industriegeografie. Cursusnota's. Gent: UGent.

1 AA VS 2 312 © 2014 Arteveldehogeschool