v.d.Want v.Duijn v.Rijst
leeuw recht/krom 4) 4 2
doorntjes 1 2
1
fietser 1 4
hongroise 1
vlieg of bij 1 1
vierkant 2
rabbys (1) 1
grote koppen 4
1
delft (2) (afb. 2 en 3)
zwarte morinnetjes (afb.
handjes met rand
met grote neus
afb"1
0 1 2 3 4 · 5 cm
afb. 4
O 1 2 3 4 5 cm
afb. 2 afb. 5
11\ \ 1 \ \ \
0 1 23 4 5
afb. 3
152
afb. 1 Een "beweegbare" waarvan de tong en de ogen naar voren
schoten, als men de pijp schuin hield.
afb. 2 PZateeZ(naam)pijp
afb. 3 "Delftsblauw" beschilderde pijp
afb. 4 Zwart Morinnetje met een koperen ring in de oren. Af-
komstig uit de fabriek Hillen-Knoedgen uit Bree, waar-
van Trumm ais tussenhandel optrad.
afb. 5 Plaatjes (lichtbeelden) op doorrokers/mobilisatiepij-
pen.
Naast deze leveringskwanta komen we in het orderboek nog tal
van bijzonderheden tegen: v.d. Want vraagt zeer vaak te leve~
ren in kisten zonder etiketten van Trumrn erop, en verschillen-
de soorten pijpen dienen voorzien te zijn van de eigen etiket-
ten van v.d. Want. De~ porcelijnen plJpen moeten voorzien
zijn van een dikke rand en "gesopt" opdat zij niet in de mond
kleven.
Vaak worden er ook monsters bijgeleverd, bijv. rode pijpen met
gekleurde rand, paàrdje met riet, koekoeksfluiten, Franse
doorrokers, en in 1919 zelfs een volledige monstercollectie
voor de jaarbeurs. ·ook rietjes met of zonder kurk, lege ver-
pakkingsdozen, spitjes (sigarepijpjes) en gunnni-roertjes wor-
den bij Trumm besteld. - De firma v.Rijst doet daar nog bestel-
lingen bij van witlood. Bergmans op zijn beurt vraagt aan de
laatstgenoemde of deze een firma kent, waar hij Engelse klei
en prima zand kan kopen, aangezien de vaste leverancier in
Antwerpen t.g.v. de oorlog niet meer kan leveren.
Bergmans zit in 1915 ook zonder Andenner klei, waardoor hij de
firma v. Rijst weer niet kan helpen.Aangezien Bergmans in 1915
alleen nog korte modellen fabr~ceert, kan hijzelf met Duitse
klei uit de eigen groeve de produktie aan de gang houden. Een
uitvoervergunning van de Duitsers om vanuit België via Rillen
in Bree Andenner klei te krijgen is dan zeer moeilijk, zo niet
onmogelijk te realiseren.
De firma v.d. Want- Barras levert tussen maart en november 1915
honderden pijpen met lichtbeelden aan Bergmans, waaronder kop-
jes met het Belgische koningspaar, koning Albert, Hindenburg
en mobilisatiepijpen (afb. 5), waarvan grote zendingen weer
bestemd waren voor Rillen in Bree. De Zuidwillemsvaart vormde
de onmisbare illegale schakel tussen Weert en Bree!
153
afb. 6 Mobili5atie 1914·1915.
~,
Mobilisalie 1914·15 ·
Interessant is nog de prijsvergelijking uit maart 1916 tussen
Goedewaagen, v.d. Want en Trurrrrn, die duidelijk in het voordeel
van laatstgenoemde uitvalt. (Prijs per gros)
pottemannekes Goedewaagen v.d. Want Trumm
theepijpjes Jl" 35 Jl" 30 Jl" 20
ordinaire gewerkte Jl" 40 J 1" 50 J 1" 20
Jl"25 Jl, 25 Jl" 00
Afzet in Roermond
Ook de stad Roermond vormde voor de firma Trumm-Bergmans een
redelijk belangrijk afzetgebied en vooral de kramen van diver-
se winkeliers rond de Kapel in 't Zand in Roermond hadden niet
over "pijpenklandizie" te klagen. Hiervan getuigen de volgende
voorbeelden: op 5 augustus 1916 verzendt de firma per trein
aan Severijns en Zoon te Roermond ter verdere bezorging 6 ge-
merkte kistjes - elk bevattend 2 gros pijpen - voor de Heer
G. Schreurs, de Wed. Gubbels-Plum en de Heer M. Munnix, waar-
van de eerste twee aan de Kapel bij Hotel Lemmens een galan-
teriekraam dreven en de laatste als smid bij de Kapel werkzaam
154
was. Uit diverse andere leveringen aan Schreurs en Gubbels
kunnen wi j opmaken wel k pijpenassortiment op de ga lanterie-
kr amen werd aangeboden : gewone witte tabaks - en s i garepiJpen,
marbré tabaks- en sigarepijpen en vooral de bedevaartpijpen
met de afbeelding van de Kapel in 't Zand, uitgevoerd in wit,
geel en bruin. Daarnaast waren pijpaarden koekoeksfluiten en
spaarpotten (verkoopprijzen resp. 7 en 12 cent) gewilde arti-
kelen.
Een tweetal offertes door Bergmans in Roermond uitgebracht ge-
ven nog een goed overzicht van de door de firma gehanteerde
verkoopprijzen (1915-1916):
gewone witte pijpen, in diverse soorten pe,,r gros J l" 10
gewone witte sigar epijpen fl , 00
" ",,
or dinaire pijpen, in soorten " ,, f O" 84
r oode pijpen" i n soor ten ",, f 2, 00
wi tte doorrokers " ,, /2, 00
f2, 20
witte doorrokers met etiket " f2, 88
gele doorrokers "
geel gekleur de gez ichten " " / 2, 88
ge le haantjes " ",, f2, 88
" ,, f3" 60
doorrokers met por celijne par els f3" 60
doorrokers met por ce lijne rand "
portorico pi j pen" gr ote koppen " " f3, 60
gekleur de marbré pij pen " " f4" 32
In een volgend artikel zullen we terugkomen op de diverse dis-
tributiekanalen, die Trunnn benutte voor de afzet van zijn pro-
dukten.
NOTEN
Rabbys. Dit zou een benaming kunnen ziJn voor doetels zoals
het Amsterdamse "joodjes". Zie Pijpelijntjes V, 1, pag. 6.
2 Delft. Het betreft hier met de hand geschilderde geglazuurde
pijpen met wit fond, terwijl de schildering is uitgevoerd
in "delftsblauw" (afb . 3) of meerkleurig (af b. 2) : doorroker
van Van der Want/Barras. De ketel is bruin doorgerookt, de
letters zijn in geel, de ornamenten in groen uitgevoerd . De
pantalon en zak zijn geel, de kiel blauw en de schoenen
zwart. De s traat is beige, het landschap lichtblauw en don-
kerbruin. De rietsteel in kurk is 12,7 cm lang.
Zie ook catalogus "Hollandia " van Van der Want en Barra s on-
der "Naampijpen".
155
REINIER VAN AKEN, EEN PATRIOTTISCHE PIJPENMAKER UIT GORINCHEM
door Piet Smiesing
Aanval op het Paleis Soestdijk
Op de late avond van 26 juli 1787, nog geen maand na de aan-
houding van prinses Wilhelmina door de patriotten, verliet via
de Wi.ttevrouwenpoort een afdeling cavalerie en infanterie de
stad Utrecht. Onder commando van kolonel Van Kleinenberg mar-
cheerde dit patriottische legertje, versterkt met enige mede-
standers van buiten de stad, door Blauwkapel, Maartensdijk en
Den Dolder . Het doel was het paleis te Soestdijk, dat door een
paar Duitse compagnieën voor de stadhouder werd bewaard. Tegen
één uur 's nachts bereikten de patriotten het paleis. Twee
schildwachten werden overrompeld, terwijl een derde, onder be-
dreiging met de dood, werd gesommeerd zich geruisloos over te
geven. Deze, Christoffel Pulmann, stoorde zich hier echter
niet aan. Hij sloeg alarm en werd prompt doodgeschoten. (Later
zal hij met een monument geëerd worden). Met de woorden: "Ich
bin ein ehrlicher Kerl.'" en een geweerschot wekte hij de 8O-
man sterke bezetting. In ondergoed maar met patroontas en ge-
weer snelden ze toe en verweerden zich zo geducht, dat de aan-
vallers in grote wanorde wegvluchtten. Velen keerden later o-
ver Amsterdam, Naarden en Woerden naar Utrecht terug. De lijst
met gewonden die in het Utrechtse Gemeente-archief wordt be-
waard, laat zien dat de aanval niet zonder kleerscheuren was
verlopen. (1) De gewonden werden de volgende dag in Amersfoort
- waarschijnlijk omdat ze naar deze stad waren vervoerd - ge-
vangen genomen.
Onder de gewonde arrestanten bevond zich de 18-j arige Gorkumse
pijpenmaker Reinier van Aken. Hij behoorde tot de vrijwilli-
gers die zich onder Palardij (paladijn?) cap. Van Halem bij de
Utrechtse patriotten hadden aangesloten. Waarschijnlijk was de
verwonding niet van ernstige aard, want later vestigde Reinier
van Aken, gehuwd met Johanna de Wilde, zich weer in Gorinchem.
De politieke gezindheid van Gorkwnse pijpenmakers
De vraag of aan de hand van het produkt van een bepaalde piJ-
penrnaker zijn gezindheid vastgesteld kan worden, is moeilijk
te beantwoorden. Het was immers zakelijk verstandig je poli-
tieke mening aan te passen aan die van je potentiële klanten.
De Gorkumse pijpenmaker Jan van Erp maakte, omstreeks dezelfde
periode dat zijn vroegere knecht Reinier van Aken het paleis
Soestdijk bestormde, uit verschillende mallen oranjepijpen met
156
de beeltenissen van prins Willem Ven ziJn gemalin. (afb. 2)
(2) Deze waren stellig niet bedoeld om zijn politieke gezind-
heid uit te dragen, maar waren eerder voor zijn oranjegezinde
klanten, tot ver buiten Gorinchem, bestemd.
afb. 2
In Gorinchem opgegraven ongebruikte pijpekop met de beelte-
nissen van prinses Wilhelmina Frederica Sophia van Hohen-
zollern (1751-1820) en stadhouder Willem V (1748-1806).
Maker: Jan van Erp (1751-1817)
Over de politieke gezindheid van Reinier van Aken bestaat, na
genoemde aktie, geen enkele twijfel meer. Het is algemeen be-
kend, dat politieke en godsdienstige opvattingen worden ge-
vormd door het milieu waarin een individu opgroeit. De ouders
maar ook de leermeesters, waarbij de kinderen al jong tewerk-
gesteld werden, vertolken hierbij een belangrijke rol.
Reinier van Aken werd geboren uit het huwelijk van Teunis van
Aken en Grietje de Vries. Aangezien hij op 16 mei 1766 wordt
gedoopt, was hij tijdens de bestorming van het paleis geen 18
maar 21 jaar oud. Op 7 mei 1774, vlak voor zijn 8ste verjaar-
dag, gaat hij samen met zijn twee jaar oudere zusje Lijntje
bij de pijpenmakersbaas Jan Ophuysen de Ouden in de leer.(af-
b. 1) De leerovereenkomst wordt van 11kermis" 1777 tot "ker-
mis" 1779 verlengd. Van Pinksteren 1779 tot Pinksteren 1781
werkt Reinier bij Jan Ophuysen den Jongen. Van 24 juni 1781
tot 24 juni 1783 werkt hij opnieuw bij Jan Ophuysen Sr. Bo-
vendien wordt hij in het aantekenboek van jongens en meisjes
in dezelfde periode (1781-1783) genoemd als knecht bij de
pijpenmakers Dirk Bernet (Barunet) en Jan van Erp!
Omstreeks 1790 trouwt Reinier van Aken - waarschijnlijk bui-
ten Gorinchem - met Johanna de Wilde. In Gorinchem krijgt het
15 7
afb. 1
Pagina uit het aantekenboek van leerlingen van het Gorkwnse
pottenbakkers- en pijpenmakersgilde
158
echtpaar in de periode 1791 tot 1806 zes kinderen. Op 29 dec.
1806 koopt hij samen met de pijpenmakers Anthonie en Jacobus
van Erp, Jan Valke, Adriaan van Aten en Johannes van Dam een
bedrijfspand aan de oostzijde van de Appeldijk. Volgens Mar-
tin Veen was de Appeldijk in Gorinchem een vestigingsplaats
voor pottenbakkers en had het gekochte pand waarschijnlijk
een pottenbakkersoven.
Reinier van Aken overleed op 9 mei 1808 en werd drie dagen
later op het Gorkumse kerkhof aan de aarde toevertrouwd. De
aantekeningen in het begraafboek: "nalatenschap vrij van be-
lasting~ 40 jaaren~ vier kinderen" geeft opnieuw een onjuiste
leeftijd weer. In werkelijkheid was hij 41 jaar oud en werd
hij vlak voor zijn 42ste verjaardag begraven.
Utrecht~ een patriottische stad
Het feit dat troepen vanuit Utrecht een uitval waagden op het
paleis in Soestdijk geeft duidelijk de gezindheid van de U-
trechtse burgers weer. Een groot deel van de bevolking was
niet op de stadhouder gesteld. Zij hadden prins Willem III
nooit vergeven, dat hij hen in 1672 bij de bezetting van de
stad door de Fransen niet te hulp was gekomen. Toen eind 1673
de Fransen vertrokken waren, reed de prins als overwinnaar de
stad binnen. Vervolgens gaf de stadhouder te kennen, dat hij
voortaan de provinciale en stedelijke regering zelf wilde be-
noemen. In 1747, toen Willem IV aan het bewind kwam, werd de
toestand van 1702, tot grote ergernis van de Utrechtse burge-
rij, weer in ere hersteld. In 1783 werd de schutterij nieuw
leven ingeblazen door het instellen van de dienstplicht voor
alle mannen van 18 tot 60 jaar. Onder hen bevonden zich ook
twee pijpenmakers en drie pijpenmakersknechten uit Lauwe-
recht. De stennning in de Utrechtse schuttersvaandels was an-
ti-Oranje, dus patriottisch. In 1784 werd de oranje sjerp die
de officieren droegen, vervangen door een sjerp in de rode en
witte kleuren van de stad Utrecht.
Uit deze woelige periode is een bijzondere pijpekop bewaard
gebleven. Het betreft een gewone gladde ovoïde pijpekop, die
in de Utrechtse binnenstad werd opgegraven. (afb. 3) Op de
linkerzijde is in het gladde oppervlak een figuur ingekrast.
Het is een portret van een officier, de vermoedelijke eige-
naar van de pijp. Gezien het uiterlijk van de pijpekop en het
hoofddeksel kan deze vondst in het eind van de 18e eeuw geda-
teerd worden. Het tenue komt overeen met dat op de afbeelding
in de atlas van Stolk. Hierop is een ruiterafdeling te zien,
die in augustus 1786 de stad Amersfoort binnentrekt. De offi-
cieren te paard dragen eveneens de steek met pluim dwars op
159
'.,~,·.4/{_t_i /(·:.:1:.\1 Pijpekop met graffito-
portret van een offi-
,:,· l .. cier van het Utrechtse
1· ·. patriottische leger.
r-' \ Maker: Pieter Stomman
' •\1. uit Gouda.
'"
afb. 3
het hoofd. Later in 1815 (Waterloo) behoorde een hoge sjako
tot het tenue van de Nederlandse troepen.
Met dank aan Martin Veen voor de vele archiefgegevens uit Go-
rinchem.
NOTEN
1 Gemeentelijke Archiefdienst Utrecht, Bibliotheek: XXVI F16
ll. 10, Lijst van de gekwetsten in het gevecht bij Soestdijk
handschrift 1787).
2 J.P.Brinkerink (PKN XI,43) en D.Duco (Pijpelijntjes VI,l)
brengen het verschijnen van dit pijpje in verband met het
huwelijk van Willem Vin 1767. Dit gaat echter niet op voor
het pijpje met de initialen IVE van Jan van Erp. Deze pij-
penmaker werd in 1751 geboren (Duco, Pijpelijntjes IV,4) en
was in 1767 16 jaar oud!
In de catalogus van Goedewaagen (ca. 1900) staat het pijpje
eveneens afgebeeld. Op de steel staan de jaartallen 1751 en
1795. Op de hiel is het merk IWI afgedrukt (Zie lit. Hel-
bers). De Goedewaagen-pijp behoort tot het type shagpijp en
heeft een kleine kop. (afb. 4)
GERAADPLEEGDE LiïERATUUR EN ARCHIVALIA
Brinkerink, J.P., Opkomst en ondergang van een oranjetelg(II)
PKN XI, 43, dec. 1988, pag. 59-62.
160
Duco, D., Achttiende eeuws-e p1.Jpen uit Gorinchem. Pijpelijn-
tjes IV nr. 4, 1978, pag. 1-14.
Duco, D., Oranjepijpen. Pijpelijntjes VI nr. 1, 1980, pag.1-14
Helbers, G.C., Ons Vorstenhuis en de Goudse pijpmakers . De Ne-
derlandse Leeuw, LXLV nr. 3, 1947.
Hulzen, A. van, Utrecht in de patriottentijd, Zaltbonnnel 1966.
Nagtglas, C.J., Utrecht tussen Pruis en Fransoos 1780-1800,
Utrecht 1975.
Pater, J.C.H., De familie Falck in den patriottentijd en de
reis van Anton Reinhard Falck uit het bezette gebied van
Holland naar Frankrijk in het jaar 1795, Amsterdam 1943.
Gemeentelijke Archiefdienst Gorinchem, Stadsarchief inv. nr.
5093a, Het boek van aantijkenen van de jongens en meijsjes,
1774-1801.
Gemeentelijke Archiefdienst Gorinchem, Doop- , Trouw- en Be-
graafregisters.
J/9
afb. 4
Shagpijp~ serie 3B~ uit de Goedewaagen-catalogus uit het be-
gin van deze eeuw.
ADVERTENTIES
- Gevraagd: een complete 17e- of 18e-eeuwse piJp, te ruilen
voor het boek" Oudheidkundige Verhandeling en Aantekenin-
gen betreffende de kleine Rookpijpen" door R.Westerhoff.
Groningen 1860.
Inlichtingen bij P.Smiesing
Te koop gevraagd: door beginnend verzamelaar en nieuw lid
van de PKN allerlei materiaal voor het opzetten van een
kleipijpenverzameling. Graag ook materiaal afkomstig uit de
stad en provincie Utrecht.
Reacties naar: N.de Water
161
162
BRIEFKAARTEN PKN
Een nieuw initiatief van de PKN is het uitgeven van series
briefkaarten. Op de pijpendag in Utrecht hebben de aanwezigen
met de primeur kennis kunnen maken. Dele serie bestaat uit
4 kaarten met de afbeelding van gezichtspijpen uit het assor-
timent van de Franse fabriek van L.Fiolet uit Saint Omer.
De kaarten zijn op de vorige bladzijde afgebeeld.
PKN-leden kunnen een setje bestellen door overmaking van !4,-
op postgiro 3823478 t.n.v. Pijpelogische Kring Nederland,
Leiden, onder vermelding van "Briefkaarten". De kaarten worden
u gelijktijdig met het maartnummer ·toegestuurd.
DUITSE KLEIPIJPENVERENIGIN~ IN OPRICHTING
KNASIBRKOPF Mede door het initiatief van
Martin Kilgler start men in
Mitteilungen für Freunde in Duitsland een vereniging
.irdener Pfeifen voor vrienden van de kleipijp.
Heft 1 / 1989 Zij legt zich toe op historisch
onderzoek, uitwisseling van in-
formatie, onderling contact en
het publiceren van vondstbe-
richten. In het eerste nummer
treft men aan: Kleipijpen van
de pijpenbakkersfamilie Dorn,
Pijpenmakers uit de DDR, nieu-
we literatuur en een verslag
van de bijeenkomst in Uelzen.
Een abonnement van 2 nummers
per jaar kost 20 DM incl.porto
Losse nummers kosten 10 DM+
porto. Belangstellenden kun-
nen zich aanmelden bij:
Hanusch & Ecker, Westerwald-
strasse 1, D-5410 H8hr-Grenz-
hausen, West-Duitsland. o.v.v.
"Abonnement Knasterkopf"
DE PIJPELOGISCHE KRING WENST U PRETTIGE FEESTDAGEN
EN VEEL VERZAMELPLEZIER IN 1990
163
PIJPENKOPPEN VAN WITTENBURG
door Piet Smiesing
Inleiding
Amsterdam, eind december 1988, tien minuten gaans van de Oos-
terkerk (1671) op het voormalige eiland Wittenburg, graven
brullende machines de vervuilde grond af en storten deze ver-
volgens in de vrachtwagens, die onafgebroken af en aan rijden.
Uit het troebele grondwater steken hier en daar grauwe stenen
brokken omhoog van de fundamenten, waarop eens zware gebouwen
rustten. Zij vormen het vertrouwde decor van de opgraver en de
verzamelaar van pijpekoppen.
Aan de rand van de afgraving, drie meter beneden het maaiveld,
bevindt zich een oude afvallaag. Het pakket is 20 cm dik en
strekt zich over een oppervlak van ca. 10 vierkante meter uit.
Begin 18e eeuw, toen de afvallaag werd gevormd, heerste hier
een belangrijke bedrijvigheid. De Oost-Indische Compagnie .
(1602-1796) had hier haar terrein met grote pakhuizen voor het
verstouwen van de handelswaar, kantoren en lijnbanen o.a. voor
de uitrusting van haar zeilschepen. Het grote leger walbazen,
ambachtslieden, arbeiders en kantoorklerken dat hier werkzaam
was, woonde vermoedelijk in de eenvoudige huizen die hier eens
gestaan hebben. Gezien 1de samenstel ling van de afvallaag zoals
scherven van eenvoudig aard-awekk, porselein, glas, botten en
eenvoudige pijpen is dit afval waarschijnlijk van de bewoners
van de vroegere huisjes afkomstig.
Aangezien later geen steelfragmenten met oude breuken meer
aangelijmd konden worden, betreft het hier een secundaire
stort, die als ophogingslaag werd aangebracht.
Na gretig het aanbod om mee te graven aangenomen te hebben
daalde ik met de ontdekker van de veelbelovende laag in de
groeve af. (1) Gehinderd door het steeds weer in de pas gedol-
ven kuil instromende grondwater poogden we toch zoveel moge-
lijk pijpfragmenten op te graven.
Korte grove tabakspijpen
Het overgrote deel van de 211 opgegraven pijpfragmenten wordt
ingenomen door gladde trechtervormige pijpekoppen. Daar op
geen van de pijpekoppen het Goudse wapentje werd aangetroffen,
dat vanaf 1739 op het Goudse produkt werd aangebracht, moeten
de pijpen voor 1739 zijn gemaakt. De opgegraven modellen maken
een datering van 1725- 1735 het meest aannemelijk.
Van het totaal bestaat 83% van de opgegraven koppen uit de zo-
16 4
... -.....,
-/
,/
afb. 1
afb. 2 /
·. : : : : ·... ·. ·...·.-. ...-.. ... ·.·. ·. . ·. · .;.·..-.-:-"":':
~ --
afb. 3 --~ -
11;. / _ .-
afb. 4 afb. 5
165
genoemde korte grove pijpen. De overige 17% bestaat uit ge-
glaasde koppen met een hielmerk. Van de grove gladde koppen is
10% min of meer gemerkt. (afb. 2, 6 t/m 10 en 12) Ongeveer 57%
heeft stippen, sikkels en rozetten of een combinatie hiervan
op de zijkant van de hiel. (afb. 2,3) Het zijn tekens die aan-
geven in welke mallen de betreffende pijpen gemaakt zijn. On-
danks dat de pijpen tot de grove kwaliteit behoren, werden ze
toch-zorgvuldig afgewerkt. Alle koppen zijn met de botter be-
handeld en 33 stuks (21%) hebben een geraderd bandje onder de
koprand. (2) De stelen die een enkele maal een eenvoudige ver-
siering vertonen (afb. 1, 2 en lla), zijn recht en zijn dus
niet bij het drogen en bakken krom getrokken. Naast de getande
en geraderde banden rond de steel vinden we ook de bekende
steelversiering die de Engelsen zo treffend de ''egg and tooth-
versiering" noemen. (afb. lla, 2e steel van boven met kopfrag-
ment) Deze versiering komt ook voor op de geglaasde pijpen en
later op de stelen van de ovoÏde gouwenaars. Kortom, de korte
grove pijp met zijn dunne kopwand is zeer elegant. Vooral als
we deze vergelijken met de Engelse pijpekop, die in dezelfde
laag werd aangetroffen. (afb . 5) De plompe kop met de zware
steel en de slordige, onafgewerkte koprand is typerend voor
het Engelse produkt. De Duitse geleerde Von Uffenbach, die na
zijn bezoek aan Engeland in 1710 een Goudse pijpenfabriek be-
zichtigde, merkte in zijn reisverslag op: ''Die Pfeiffen, so
wir in EngeZZand gesehen, durichgehend so plwnp, schwer und
schlecht waren, da~ sie mit den saubern und leichten Pfeiffen,
so man alhier macht, in keinen Vergleich kommen ." (3)
Opmerkelijk is de vondst van een pijpekop van een model dat
eerder, rond 1710, gedateerd zou kunnen worden. (afb. 4) De
brede banen op de naden van de kop, ontstaan door bewerking
met de schenker, tonen echter aan, dat de pijp in een te lang
gebruikte mal is vervaardigd. (4)
De korte grove pijpen hadden een totale lengte van 10 Rijn-
landse duimen of ca. 26 cm. (5)
Merken op korte grove pijpen
Ongeveer 10% van de gevonden korte grove pijpen hebben merken
of een versiering op de kop. Vier exemplaren hebben naast de
al eerder genoemde tekentjes een slordige H rechts boven de
hiel. (afb . 2) Mogelijk zijn deze pijpen van dezelfde pijpma-
ker, die het merk de gekroonde Hop de hiel van een geglaasde
trechtervormige kop achterliet. Drie exemplaren hebben een
versiering van een zes-stippige roos, (afb. 6) Tot de echte
merken mag de gekroonde boot in een parelkrans (3 s tuks) en
166
----- :~ ,,. ,'~ -\'\·,. ' \
\
\.'
afb. 7 afb. 8
~-
afb. 6
afb.
afb. 9
afb. 11a afb. 11b
167
het vrouwenkopje met ketting, oorbellen gecompleteerd met
borsten (3 stuks) genoemd worden. Het laatste merk het mori-
aanshoofd (Duco nr. 109) en de boot (Duco nr. 251) behoren on-
getwijfeld tot de eerste 18e-eeuwse Goudse zijmerken. (afb. ?~
8) Een variatie op het moriaanshoofd is het merk op afb. 9.
Het vrouwtje met oorbellen en ketting heeft ditmaal bedekte
borsten en een op een mijter gelijkende hoofdtooi. Op de ande-
re zijde van de kop zien we een hertekop. Een ander in Amster-
dam veel gevonden variatie op dit merk is een hertekop tegeno-
ver een engel aan de andere zijde. Opmerkelijk is, dat genoem-
de merken zo laag, net boven de hiel zijn aangebracht.
De springende konijntjes of haasjes bevinden zich midden op de
kop. (afb. 10) Omdat deze wipstaart ook als gekroond hielmerk
op een geglaasde trechtervormige kop voorkomt (afb. 13), zul-
len de konijnen niet als decoratie bedoeld zijn.
Geheel versierde pijpen
Slechts drie van de 175 grove korte pijpen hebben een beeld-
vullende versiering. Twee identieke exemplaren laten een ro-
kende en een drinkende aap zien. (afb. 12) Op de linkerzijde
van de kop is - in een omlijsting van lovertakken - een pijp-
rokende aap op een stoel aangebracht. Op de andere zijde zien
we een uit een fles drinkende aap, die op een kruk gezeten is.
In zijn linkerhand heeft deze aap twee pijpen. (6)
Een derde versierde kop heeft eveneens in een omlijsting van
lovertakken links een duif en op de andere zijde een doffer.
Het is niet geheel duidelijk, of hier het merk de twee duiven
bedoeld wordt, dat omstreeks 1730 in handen was van de Goudse
pijpemaker Willem Sprot.
Geglaasde en gemerkte pijpen (7)
De geglaasde en gemerkte koppen behoren tot verschillende mo-
dellen. Ze hebben een complete radering langs de koprand. Bo-
vendien zijn de koppen (en stelen), als deze niet versierd
zijn, geglaasd en hebben een hielmerk. Ze vormen slechts een
klein gedeelte van de totale vondst, nl. 36 stuks (17%). Hier-
van hebben 16 pijpekoppen de bekende trechtervorm (afb. 13 t/m
16) en hebben de volgende hielmerken: gekr. 10; gekr. BH; ge-
kr. H; gekr. M; gekr. VB; wapen van Haarlem; huismerk ·es); de
koffiepot (9); drie kronen; molen; oliekruik; oZieZmrrp; paard
en drie ruiten.
Een bijzondere vondst vormt de pijpekop met het merkwaardig
versierde steelrestant. (afb. 16) Op de kraalvormige verdik-
king zijn twee vogels zichtbaar, waarschijnlijk een kraanvogel
en een kraai. (10) Op het steelgedeelte tussen kop en kraal-
168
·- "
afb.13
afb.12
afb. 1?
\
·.··.
afb.15
(@'·~·..
. --!_,.,
. . .· .'...:
\ .·.·.
afb. 16 . ,• •·
'./
169
vormige verdikking is een bloem aangebracht.
Het tweede model is moeilijk te benoemen. De kop heeft in te-
genstelling tot de andere gevonden modellen, die 'liggende'
koppen hebben, met de steel een hoek van slechts 120 graden.
Friederich noemt dit type, dat ook een bollere en lagere kop
heeft, de kelkkom. (afb. 17) ( 11)
De 20 koppen van dit model dragen de volgende hielmerken: AS
(monogram);gekr. CK; wapen van Amsterdam; anker; gekr. konijn;
molen; prins en prinses; kind in de wieg; en een aantal door
beschadiging onleesbaar geworden merken.
De stee~dikte van het laatste pijptype is geringer dan die van
de pijpen met de trechtervormige koppen. Waarschijnlijk staat
de steeldikte in verhouding met de steellengte. De langere
pijpen hebben dikkere stelen. Volgens Tymstra hebben deze pij-
pen met de trechtervormige koppen een totale lengte van 46 tot
50 cm. (12)
Conclusie
Het feit dat niet alle stelen met verse breuken aangelijmd
konden worden, betekent dàt :niet alle p~jpekoppen geborgen
konden worden. De samenstelling van de vondst zal hierdoor,wat
de percentages betreft van de verschillende modellen, niet be-
langrijk beïnvloed zijn.
Het grote aantal eanvoudige pijpen is voor de onderzoeker van
meer belang dan voor de verzamelaar. Deze goedkope pijpen ge-
ven irmners aan, dat de gebruikers tot de eenvoudige stand be-
hoorden. Hierdoor zijn opgegraven pijpen, die al een belang-
rijke functie bij het dateren vervullen, een nog waardevoller
bijvondst voor de archeologie.
NOTEN
1 Met dank aan Martijn Canisius.
2 Botter, schijfje van hout, been of ijzer waarmee de koprand
van de pijp wordt afgewerkt.
3 Von Uffenbach, 296.
4 Schenker, instrumentje voor het verwijderen van de persna-
den.
5 Tymstra, 33-34, afb. Pen Q.
6 Faas, 146.
7 De eigenaars van de pijpmakersmerken worden bewust niet ge-
noemd. De Goudse merken wisselden vaak in een vrij korte
tijd van eigenaar.
8 V.d. Meulen, 45, nr. 14.
9 Smiesing, 94-98.
170
10 Een ooievaar heeft geen kuif en een reiger heeft een afhan-
gende kuif.
11 Friederich, 129, afb. 44.5.
12 Tymstra, 37.
GERAADPLEEGDE LITERATUUR
Duco, D.H., Merken van Goudse pijpmakers 1660-1940, Lochem/Po-
peringen, 1982
Faas, C., Steelinformatie etc., Pijpelogische Kring Nederland
(PKN) XII,46, 1989, p. 146.
Friederich, F.H.W., Pijpelogie. Vorm, versiering en datering
van de Hollandse kleipijp, A.W.N.-monografie II,
Voorburg, 1975.
Meulen, J.v.d., Huismerken gezet door pijpmakers. PKN IX,34,
1986, p. 44-45.
Smiesing,P.K., De verwarring rond het pijpmakersmerk "De Kof-
f i•epoItl , PKN X, 40,1988, p. 94-98.
Tymstra, F., Over de lengte van de 17e en 18e eeuwse kleipij-
pen, PKN V,18,1982, p.27-37.
Uffenbach, Z.C. von, MerkWÜrdige Reisen, III, Ulm, 1754.
EXTRA MOGELIJKHEDEN MET HET PIJPENMAKERSBESTAND
De computerverwerking van de literatuurgegevens en -verwiJzin-
gen van pijpenmakers in een data-base bestand maakt het moge-
lijk om via diverse invalshoeken gegevens op te vragen. Bij de
uitgave in boekvorm is gekozen voor een alfabetische opsomming
van pijpenmakers uit Nederland, Duitsland, België en Frank~
rijk. Als men bijv. alle pijpenmakers uit een bepaalde plaats,
of de gebruikers van een bepaald merk wil weten, moet men veel
zoeken. Nu is het mogelijk via de computer een uitdraai van de
gegevens te krijgen. Per aanvraag gelieve !2,25 aan postzegels
bij te sluiten.
Voor bezitters van een P.C. is het mogelijk het gehele bestand
op floppy's te bestellen. Het data-base programma "knowledge-
man" is voor de verwerking gebruikt. De kosten bedragen !15,-.
U kunt uw aanvragen richten aan J. van der Meulen, Utrechtse
Jaagpad 115, 2314 AT Leiden.
ERRATUM
PKN nr. 44, pag. 80 en afb. 6: de hier genoemde en afgebeelde
pijpenoven blijkt een boerenhaardstede te zijn.
17 1
NIEUWE LITERATUUR
Jean Leo, Tobacco and the collector catalogue. Catalogus waar-
in boeken, prenten, rookartikelen en pijpen te koop worden
aangeboden. Inl.: Jean Leo, Le Grenier du Collectionneur,
88A Avenue du Polo, 1150 Brussel, Belgi~.
Catalogus, George Zorn & Co. Fifth edition catalogue of pipes
and smokers articles (ca. 1892). Dit is een reprint van de
grootste 19e-eeuwse Amerikaanse pijp en rokers catalogus van
160 pagina's. Slechts een oplage van 250 exemplaren. Bestellen
bij: S. Jung Jr., P.O. Box 817, Bel Air, MD 21014, USA.$49.50.
Julie Valck, La Pipe. Hierin is opgenomen een overdruk van:
L'art de fumer ou la pipe et le cigare, poëme en trois chants,
door Barthélemy, Paris, 1844. Algemeen boek over geschiedenis,
voorkomen, fabricage van de pijp. Matige foto's, totaal 234
pagina's. Uitgegeven door: MA éditions, Paris, 1988. FF 176,-.
Vacciano, Pipe da Collezione (1987). Dit 174 pag. dikke boek
bevat hoofdzakelijk zw/w foto's van antieke pijpen uit diverse
materialen. Te bestellen bij: B. Rapaport, 11505 Turnbridge
Lane, Reston, Virginia 22094, USA. $50.-.
Antoinette Schmied-Duperrex en Attilio Boccazzi-Varotto, Pipes
au coeur. Veel zeer fraaie foto's met een inleiding over het
Musée de la pipe et Objets du tabac in Lausanne. Uitgave door
Livre total, Lausanne, 1989. 140 pag., ook verkrijgbaar in En-
gels en Italiaans. $78.-. Te bestellen bij bovenstaand adres.
Barber, Catalogue of the collection of tobacco pipes (1988)e
Facsimile reprint van het originele boekje uit 1882 over de
collectie van het Pennsylvania Museum. $11.-. Te bestellen bij
bovenstaand adres.
Armero, Pipas Antiguas: Un Viaje alrededor deun mundo. Een
platenboek over pijpen uit de gehele wereld, met veel afb. van
porceleinen en meerschuimpijpen. Tevens in het Engels ver-
krijgbaar bij bovenstaand adres.
ADVERTENTIE
Te koop aangeboden: grote sortering Goudse Goedewaagen klei-
piJpen.
Tevens te koop gevraagd (of ruilen): oude sigarenzakjes.
Leen van den Berg
172
12e JAARGANG NR. 48 MAART, 1990
INHOUD 173
WIE KAN ONS HELPEN? 173
RESOLUTIEN VAN HOLLAND EN WEST-FRIESLAND 174, 175
EXPORTPIJPEN VAN P.J. REMY 176
INVENTARISATIE PIJPMERKEN IN 1850 178
COMPAGNIESPIJPEN 182
CIJFERS ALS ZIJMERK 190
NIEUWE LITERATUUR 196
196
TENTOONSTELLING TOT IN DE BODEM UITGEZOCHT 197
200
HET AMERONGS HISTORISCH MUSEUM
VRAAGBAAK
WIE KAN ONS HELPEN?
De verkoop van het lustrumboek van de PKN
DE KLEIPIJP ALS BODEMVONDST
is zo gunstig verlopen, dat het zo goed als uit-
verkocht is. Om ook nieuwe leden in de gelegen-
heid te stellen dit belangrijke basiswerk in hun
bezit te krijgen en buitenlandse archeologen en
geïnteresseerden kennis te laten maken met de
grote verscheidenheid aan Hollandse kleipijpen
en productiecentra zijn wij bezig om dit boek in
het Engels uitgegeven te krijgen. Om dit tot een
succes te maken is het noodzakelijk, dat het
boek vertaald wordt. Aangezien dit een te grote
klus is voor één persoon, willen wij zoveel mo~
gelijk mensen inschakelen. De bedoeling is, dat
het in redelijk :Engels omgezet gaat worden, zo-
dat een Engelse corrector de bedoeling begrijpt
en er goed Engels van kan maken. Uiteraard gaan
we pas aan het vertalen beginnen, als het zeker
is, dat het boek ook inderdaad uitgegeven wordt.
Wij hopen, dat velen ons hierbij willen helpen.
U kunt zich opgeven bij de redactie.
173
r,,(cleytlen Ste- In dit archiefdocument RESOLUTIEBOEK
beklagen de Haarlemse pijpenmakers zich
den llaihen Jat over de ongelijkheid die bestaat in de
heffing van de belasting op tabakspijpen.
·pen ln,pDfl op ·Je Dit gegeven kan een stimulans zijn voor
een van de leden om in Haarlem nader on-
7 aiacqs • Pypen derzoek te doen.
11iet a/!eniha/ven Eventueel kan men hiervoor contact opne-
men~1met J. van der Meulen. Zie voor het
cp un eenparigen adres de volgende bladzijde.
wet is 'LJerp11eht,
,nek 1,hcheven
"'"dr.
D YE Hccren Gedeputeerden der Sradr t:acrlcm, nebben uyrden name
ende van wegen de Heer·en_~are ~ri"nc1palcn te.r ergaderinge gerq:m::-
fcn ccerr, hoc dar de Tabacqs-~>1;p-maeckcrs in dè voorfchrcve Srarlt
woonendc, kbchrich w:ircn gevallen, dar den Irnpot1 op de T"-Jb.açqs-t?y"
pen niet alleen op ghecn ecnparighcn voer i~ de réfpeébve Steden was rer•
pncbr, macr oock op geen ecnpangen voer wierde geheven, w~cr door d;in
quam ce gebeuren, dar de ~oorfchrcve Tabacqs-P1jp_-maç~kci~ in devoot".'
fchrcve Stidr Hacrlcm gerrlll-ècrr wordende op çkn voer ~Is her voorfchrcv..c
Middel ::ild:icr is verp:içht ende ghehevcn werdc, · mee meer fouden konritn
be(lacn, macr genoorfacckr werden om nacr :rndcre S~eden re vertrecktn,
acnge!ien in andere Srcden yedcr T;ib:1cqs-pijp.maecker den voorfrhrcvcn
Impon met rwcc ofte drie g~ldcns jacrlijcks komt ce voldoen ,_çlacr _de yoor-
fchrcve Tabacqs-Pijp-macckcrs tor H:iedcm.1 ycdcr j:1.erlijcksrwee hon·dett
ende vijfcigb guldens ren ;ildcrrninflen foud_en moeren c9.oçribuereo; dar de
Hc:eren haerc Princip.1len, de klachre_n van dè vbo'rfchreve Tabacqs-Pijp-
m.eckers hebbende gchoorr, ende oock bevonden, da.c de fel vç wa.er·endç
w,er:ichrich zijn, nier ledig'1 hadden konnen !hen, açn hier Edek 0roo.t
Mog. te vcrfocckcn, dar by de fdvç food,nigc ordrc foudemogcuge!lel9t
v.:orden" d~t de Tab;icqs-Pijp-m3eckers co.c H:ierkm gelijck \'uorfcb r_e i'C i.s.,
nier meer als die v:rn ~nderc Sreçkn befwaerc mochten wordco; Ende he~
ben de ~ccrcn Gedeputeerden d~r Steden Lcydcn, Rottcrchru co.de Akk•
re-rnaer, l~_dcn nimc code van wegen de Hcercn hare Prioc1p:ik_n gclij~1'e
\Yprc!e~fatte, klachten ende vçr!oec_k gcdacn; aer ~p gc.:uc!iberccrt z.uo.-
cte , 1sgoedtgevon.dcn eode verftacn , dat Cop1e van het voot(cbrev( gbp.,
( Ij3 ) pre>-:
propo~ecrdc :2en <le Hecrcn Gedeputeerden der StJJt Go~d:2 ~cgeven,endc
d~c dien-onvermindcrr hec fclvcgcproponcerdc gc!lcldc t;d worden in .han-
den v:2n de Hec:'rcn van Dordrccbr, code 4ndc.:rc h:1cr Edele Groot f-v1og.
Gecomrni~t~erden, hier bcvoorcns ircrJtiveliJck over den ophef van. het
voodchrevc i1iddcl ghcbefoigncerr hebbende, om naer rype overwcgmge
van den innchouden van dien, b,cr Edele Groor ~1og. te dienen van haere
co·n!idcraticn ende advis.
1 74
RESOLUTIEN VAN HOLLAND EN WEST-FRIESLAND 24 dec. 1674
Verscheyden Steden klaghen dat den Impost op de Tabacqs-Pypen
niet allenthalven op een eenparigen voet is verpacht, ende
gheheven werdt.
De Heeren Gedeputeerden der Stadt Haerlem, hebben uyt den name
ende van wegen de Heeren hare Principalen ter Vergaderinge ge-
representeert, hoe dat de Tabacqs-Pijp- maeckers in de voor-
schreve Stadt woonende, klachtich waren gevallen, dat den Im-
post op de Tabacqs-rypen niet alleen op gheen eenparigen voet
in de respective Steden was verpacht, maer oock op geen eenpa-
rigen voet wierde gehevn, waer door dan quam te gebeuren , dat
de voorschreve Tabacqs-fijp-maeckers in de voorschreve Stadt
Haerlem getracteert wordende op den voet als het voorschreve
Middel aldaer is verpacht ende gheheven werdt, niet meer sou-
den konnen bestaen, maer genoodsaeckt werden om naer andere
Steden te vertrecken, aengesien in andere Steden yeder Ta-
bacqs-pijp-maecker den voorschreven Impost met twee ofte drie
guldens jaerlijcks komt te voldoen, daer de voorschreve Ta-
bacqs-Pijp-maeckers tot Haerlem, yeder jaerlijcks twee hondert
ende vijftigh guldens ten alderminsten souden moeten contribu-
eren; dat de Heeren haere Principalen, de klachten van de
voorschreve Tabacqs-Pijp- maeckers hebbende gehoort, ende oock
bevonden, dat de selve waer ende waerachtich zijn, niet ledigh
hadden kennen staen, . aen haer Edele Groot Mog. te versoecken,
dat by de selve soodanige ordre soude mogen gesteldt worden,
dat de Tabacqs-Pijp-maeckers tot Haerlem gelijck voorschreve
is, niet meer als die van andere Steden beswaert mochten wor-
den; Ende hebben de Heeren Gedeputeerden der Steden Leyden,
Rotterdam ende Alckmaer, in den name van wegen de Heeren hare
Pricipalen gelijcke representatie, klachten ende versoeck ge-
daen; Waer op gedelibereert zijnde, is goedtgevonden ende ver-
staen, dat Copie van het voorschreve gheproponeerde aen de
Heeren Gedeputeerden der Stadt Gouda gegeven, ende dat dien-
onvermindert het selve geproponeerde gesteldt sal worden in
handen van de Heeren van Dordrecht, ende haer Edele Groot Mog.
GecoIIIlilitteerden, hier bevoorens iterativelijck over de ophef
van het voorschreve Middel ghebesoigneert hebbende, om naer
rype overweginge van den innehouden van dien, haer Edele Groot
Mog. te dienen van haere consideratien ende advis.
J. van der Meuten
Utrechtse Jaagpad 115 2314 AT Leiden tel. 071-412156
175
EXPORTPIJPEN VAN P.J.REMY
door F.Tymstra
Niet alleen voor binnenlands gebruik, maar ook voor de export
naar andere landen werden de "Tonpfeifen" uit het Westerwald
vervaardigd. Milj0enen pijpen vonden hun weg per schip naar
vooral Afrika en Amerika.
Fabrikanten van de grote pijpenfabrieken konden rechtstreeks
exporteren, maar meestal lieten zij . hun belangen behartigen
door de gespecialiseerde exportfirma's.Veelal zaten deze ex-
portbedrijven in de havensteden, zoa.ls Bremen en Hamburg maar
ook in het Westerwald waren handelsfirma's aktief. Een ervan
was de firma P.J.Remy die in de Mittelstrasse in HÖhr vroeger
een groothandel in Tonpfeifen bezat.De pijpen werden uit de
plaatsen HÖhr,Hilgert en Baumbach betrokken en aangeboden in
de exportcatalogus.Elke pijp had zijn eigen nunmler.Meestal is
het niet na te gaan waarheen de pijpen geexporteerd werden,
maar in dit geval geeft de catalogus van Georg Zorn van +1892
ons houvast . De in Philadelphia gevestigde firma importeerde
pijpen uit Europa. Het assortiment was groot. Men kocht pij-
pen van Franse,Engelse,Hollandse en Duitse firma's.
CEORCE ZoRN &. Co., IMPORTERS & MANUFAClURERS, 524 MARKET STREET, PHILADELPHIA, PA.
Het leuke is dat Zorn in zijn catalogus gebruik maakte van de
oorspronkelijke nummering van de pijpen. Daardoor was het door
vergelijking mogelijk de Westerwälder pijpen grotendeels toe
te schrijven aan de firma P.J.Remy.
Clay-Pipes. ~1~ P.J. RE.lv\Y, HÖHR 1N NAssAu ~1~ Thonpfeifen~Export
GERMAHY.
De pijpen werden in witte en rode klei per gros aangeboden.
De prijs van de rode pijpen was meestal ongeveer 10% duurder.
Alleen bij de gezichtspijpen was de prijs gelijk.Van de goed-
kopere modellen werden assortimenten van 6 tot 8 pijpen samen-
gesteld die eveneens per gros werden verkocht.
In de catalogus van 1892 wordt vermeld, dat de firma Zorn al
meer dan 10 jaar de pijpen uit Europa importeert, waaruit op-
gemerkt kan worden dat Remy al in 1880 exporteerde.
In vergelijking met de Franse,Engelse en Hollandse pijp zijn
de Westerwaldpijpen het goedkoopst.
Om een indicatie vari de prijzen te geven: 1 gros witte pijpen
met op de kop TD kostten toen per gros $0.75. De duurdere ge-
zichtspijpen kostten $1.25.Door vergelijking van beide cata-
logi kunnen we aantonen dat Remy de volgende modellen expor-
176
teerde: de TD-pijp,de korte gladde piJp met hiel, een pijp
met lobben, een pijp met pukkels, de vlieg, de Gl adstone-pijp,
de Home Rule pijp, het eikeblad, de Derry-pijp, het mandje,
het Punchgezicht, de Dublin, de 6-kanten pijp, het treintje,
de harp, de druiventros, de adelaar, de pijp met roosmotief,
model rustic (boomstam met afgesneden takken) en de vlag met
trommel.Waarschijnlijk zullen de overige Westerwaldpijpen uit
de Zorn-catalogus ook door Remy geleverd zijn .
We kunnen in ieder geval de conclusie trekken dat bovengenoem-
de modellen reeds vóór 1890 in produktie waren.
Opmerkelijk genoeg beeldde Zorn de pijpen fraaier af in zijn
catalogus dan Remy.Tot slot kan vermeld worden dat de latere
eigenaren van de firma P . J.Remy,August en Franz Remy waren.
Literatuur: Catalogus Georg Zorn & Co, Philadelphia, Se editie
omstreeks 1892.
Catalogus P.J.Remy,HÖhr, omstreeks 1900.
~ -- . - - -==~P.'!.-
Red and White Steam Car Cutty.
Imported, No. 540, whi te, 3 gross, $1.80
540 ;,1, red, " r. 90
Domestic, white, 3 gross, $r.6o; red, 1.75
- ;i:..::::·.:::;i. .--f.;i :::,::i~Ei~:;;~{iil.i~:::::::i =~t!j!J[:_ t':
NC>. 678-Pnnch face, white, 1 gross box, f,1 .25
No. 678 ,¼-Punch face, red, 1 gross bo x-, 1.25
177
INVENTARISATIE PIJPMERKEN IN 1850
door J. van der Meulen
Een twintigtal jaren na de wettelijke regeling aangaande het
zetten van merken op pijpen, gepubliceerd in het Staatsblad
(no. 47) van 25 december 1818 (1), ontstaan regelmatig onenig-
heden over het merkenrecht. Dit wordt enerzijds veroorzaakt
door de onbekendheid van plaatselijke bestuurders met de bepa-
lingen, anderzijds is de jurisprudentie (rechtsopvatting) niet
in overeenstemming met de wetgeving. Deze gang van zaken is
een doorlopende bron van ergernis voor de Commissarissen van
de Pijpenhandel en Pijpenfabrieken te Gouda. Zij bestoken de
hogere overheden met klachten en requesten, waarbij ze aan-
dringen op beschermende maatregelen. Uiteindelijk resulteert
dit in een hernieuwde publikatie van de genomen besluiten in
het Provinciaalblad van 4 maart 1850 (no. 27).
Evenals in 1818 gaat dit gepaard met een algehele inventarisa-
tie van pijpmerken. Tevens wordt de toestand van de nijverheid
onderzocht. Deze momentopname geeft een duidelijk beeld van de
kleipijpenindustrie in het midden van de vorige eeuw.
Naamlijst van de pijpenfabrikanten en hun merken te Gouda (2):
Merk Eigenaar Merk Eigenaar
AB gekr. F.Zwartjes GB gekr. W.Wagenaar
G.Houtam GMI J. de Gidts
A8C
J.v.d.Klein Az GN gekr. A.Sparnaaij
AE gekr. wed.J.de Mol
AM gekr. wed.A.van der Want HE gekr. G. van Gent
N.van Blokland
AVB M.Boot HL gekr. T.Binnendijk
C.Verkerk HP gekr. J.Versaal
B gekr. W.J.v.d.Burg
G.van Gent IB wed.C.Zieleman
B°W T.Goedewagen I°M wed.J .de Mol
P.van der Klein
BS G.van Leeuwen IKS S.Sparnaaij
wed.J.IJpelaar IwI J. van Zutphen
"BVB
BVM F.Booij KB gekr. W. van Hork
wed.P.van der Want L gekr. _P. van der Want Gz.
BwB A.Snelleman
P.Goedewagen LK J.van Gent
CK M.Heerkens M gekr. P.J.van der Want
D gekr.
DK gekr. F.S.Sparnaaij MG gekr. J.Sparnaaij
MK gekr. J.Boeren
DS gekr. J.van Gent Gz. P1B G.Belonje
J.de Loos PS gekr. J.v.d.Klein Pz.
E gekr. P.Wout
EP gekr. RT G.Glas
ES gekr. H.van Rijst
Fws P.G.van der Want S gekr. wed .J. de Jong
G gekr. WL gekr. H. van der Pool
WP gekr. H.Zwartjes
SuL WS gekr. P. van der Want Gz.
WT gekr. M.van Zutphen
TD
TM gekr.
TS gekr.
W gekr.
178
Merk Eigenaar Merk Eigenaar
gekr.2 J.van Baalen gekr.59 J.Sparnaaij
gekr.12 wed.P.Sibbes
gekr.13 J&W.de Sitter gekr.64 Pieter Boot
gekr.16 G.C.van der Want
gekr.25 J.van der Burg gekr.65 A.van Duin
gekr.26 H.van der Maas wed.P.Sibbes
gekr.27 J.de Gidts gekr.66
gekr.28 J.de Waal M.de Waal
gekr.30 T.Kruisheer gekr.67 S.Boot
gekr.33 G.Belonje gekr.68
gekr.34 A.van IJsendoorn S.van Rijk
gekr.36 J.Steenland gekr.69 A. Sparnaaij
gekr.37 A.van IJsendoorn gekr.72
gekr.38 T.Goedewagen J.van Bovene
gekr.39 wed.A.van Straaten gekr.73
gekr.43 wed.J.Stolwijk gekr.75 A.J .van IJsendoorn
G.van Leeuwen J.Kruisheer
gekr.46 G.Prince gekr.76 G. van Willigen
gekr.51 P.Zandijk gekr.79
gekr.52 H. van Zutphen W.M.Weijman
gekr.53 J.M.van der Want gekr.81 J.van Velzen
gekr . 54 J.van Zutphen gekr.82
wed.J.Kruisheer
gekr.55 J.Steenland gekr.83 wed.G.v.d. Zwalm
gekr.58 g_ekr. 84
gekr.86 F.Valke
A. van der Want
gekr.87
J .van Gent Gz.
gekr.89
gekr.90 G. C. van der Want
E.van Gent
gekr.93 G.Houtam
gekr.94
gekr.96 J .M. van der Want
anker gekr. J.Revet dubbel anker P.Zarrlijk
Bachus op 't vat P.de Jong bok M.Boot jr.
bot J.Prince burg C.Weijman Blom
koning David P.Wout fortuin J.van Baalen
Goudsche toren wed.M.Zwartjes haantje D.van der Want
harp P.G.van der Want Hollandsche tuin wed.F.C.Kruisheer
kaars C. Carlier koordedanser H. van Duin
krijgsman P.van Essen dubbel kruis H. van der Maas
lam onder de boom G.Prince Leidsche wapen wed.J.v.d.Zwalm
lelie wed.G.van der Want melkmeid J.Prince
molen F.S.Sparnaaij ooijevaar P.de Jong
springend paard W.M.Weijman scheepje wed.M.Zwartjes
speelman wed.G.van der Want trompetter M.van Zutphen
sittende vos H.Begeer wapen van Batavia D.van der Want
wapen van Gelderland P. Goedewagen wijnton Dirk Benjamin Smit
H.Zwartjes
zwijn
In totaal z1Jn er 425 mannen, 498 vrouwen en 95 kinderen werk-
zaam in de nijverheid.
De hierna volgende fabrieken z1Jn gesloten door het overlijden
van de eigenaar (aangegeven met+), door verandering van be-
roep ($) of door te gering rendement (-).
179
Merk Eigenaar Merk Eigenaar
AP W.v.Ham S K wed.Brem -
AVD D.Wissius + K1P wed.de Mol+
AVN Blokland + wed.de Bruijn -
T.Boot - LB gekr. P.de Vogel+
AvS A.Bruinings + LS Nieuwenhuizen $
J.Suton - LVD Proefhamer+
DA J.van Rijst - P.Ruimslot +
DP M.Heerkens $ M5V J.Snel +
FAG J.Wildenburg + MW P.de Vogel+
G0H K.Koers + pLK H.Kramer +
G.de Ronde+ G.de Peer+
GVK PT G.v.d.Helm +
B.Wout + H.Spit +
GVS pvA J.van Duren+
E.van Zutphen+ C.v.d.Valk +
HB J.Hageman + PV B.v.d.Heijden +
J.Botterop $ pvH N. van Gorselen +
HW pvs B.de Jong -
!AB C.v.d.Palm +
SWA J.Lens +
IAN J.Woerlee + swH L.de Graaf+
I 0B F.Booy - A.Nobel +
I 0G V W. Blom -
1Hp Batenburg+ H.Wijs +
IVB J.Scholten + VB J.Snel +
T.Pelt - VH gekr. P.Boot +
gekr.4 wed.Schriek - wed.F.v.d.Kist +
gekr.5 J.den Raad+ gekr.41 P.den Blanken+
gekr.6 gekr.42 M.Boot +
gekr.14 D. Smit + gekr.44
gekr.15 gekr.49
gekr.17 H.Hunk + gekr.47
gekr.19 J.Hageman + gekr.48
gekr.21 V.Simmers + gekr.64
gekr.24 D.v.d.Valk + gekr.74
gekr.29 gekr.77
gekr.78
wapen van Zutphen A.Herbes + wapen van Overijssel W.Monk +
ijsslede H.Herbes +
twee klaverbladen J.Bloed +
twee duiven C.Oudshoorn +
turfmand H.Borst +
kraan H.Begeer + muil C.Belonje $
duifje H.Rudolf - kandelaar W.Lunenburg +
drie lelien W.v.d.Sloot $ meermin H.Spanenburg $
drie ruiten G.v.d.Dus + schaatsenrijder G.de Ronde+
visscher wed.H.Sparnaaij + wapen van Amsterdam D.v.d.Wolf +
In Gorkum en Schoonhoven wordt het pijpenmakersambacht niet
meer uitgeoefend. Zij antwoordden op het verzoek om opgave te
doen van bestaande pijpenmakerijen het volgende (2):
Gorkum: Het juiste tijdstip waarop de pijpenfabrieken hun
poorten sloten, is niet bekend. In 1843 waren zij reeds ver-
dwenen, zoals blijkt uit een inventarisatie die toen is uitge-
voerd. De oorzaak moet volgens het gemeentebestuur gezocht
worden in de geringe opbrengst en/of afzet.
Schoonhoven: De in 1819 bestaande fabriek van W. Wilschut is
reeds sedert 20 jaar gesloten. De financiële teruggang van de
eigenaar is hiervan de vermoedelijke reden.
180
In Aarlanderveen is het bedrijf van Geurt Jacob Schildt werk-
zaam. Hij zet de merken: de melkmeid, de ster, de gekroonde L,
en de gekroonde WS. In totaal werken in de fabriek: 2 mannen
(Geurt Jacob Schildt en Dirk Blok), 1 vrouw (zijn vrouw Ermpje
Karnbouwer) en 1 kind, waarschijnlijk zijn zoon Paulus, die in
de voetsporen van zijn vader zal treden (3).
Over de merken die Geurt met toestemming van het gemeentebe4 ·:
stuur op zijn pijpen zet, ontstaat een pittige correspondentie
met de gouverneur van Zuid-Holland. Uiteindelijk.wordt de bur-
gemeester gedwongen zijn goedkeuring voor het gebruik van de
merken in te trekken. In een schrijven van 2 april 1850 deelt
hij dit aan Schildt mee (4).Veel hinder heeft deze er niet
meer van ondervonden, want op 14 augustus zal hij op 48-jarige
leeftijd overlijden.
De andere pijpenmakerijen die in 1819 bestonden, zijn opgehe-
ven, zowel door overlijden als door het vertrek van de eige-
naars.
Andere plaatsen waar nog p1Jpen gemaakt worden, zijn (5):
Nederweert, waar Bernard Stalenberg zijn pijpen merkt met KS.
Maastricht, waar de pijpenmakers Johannes Dehue (merk I~D) en
Jan Knoedgen (merk I~K) actief zijn.
In de opgave ontbreekt 's-Hertogenbosch waar Teunis van Eijk
zijn professie uitoefent. De reden is waarschijnlijk, dat ten
tijde van de landelijke inventarisatie een intensieve brief-
wisseling gaande wa~ tussen Gouda en het Ministerie van Bin-
nenlandse Zaken betreffende de merken die Van Eijk gebruikte.
Hij had namelijk vergunning gevraagd voor de merken: de geit
onder de boom, een groenteboerin, een schermmeester, de onge-
kroonde WS, een schol en de ongekroonde 51. Aangezien deze
merken alleen in naam verschillen van bestaande Goudse merken,
wordt geen toestennning verleend om deze te gebruiken (2).
BRONNEN
1. J. van der Meulen, Pijpenmakers en hun merken in de eerste
helft van de 19de eeuw. PKN nr.30, september 1985
2. Algemeen Rijksarchief Den Haag (A.R.A.). Binnenlandse Zaken
1817-1877 cornm. Nijverheid inv.20423, nr.747
3. J. van der Meulen, De 11 Gouwenaars 11 van Alphen aan den Rijn.
Een onderzoek naar tabakspijpenmakers en hun produkten. Repro-
Holland bv, Alphen aan den Rijn, 1986
4. Gemeente archief Alphen aan den Rijn. Correspondentie regis-
ter Aarlanderveen C14, 2 april 1850
5. A.R.A.Den Haag. Binnenlandse Zaken 1817-1877 comm. Nijver-
heid inv.20423, nr.751
181
COMPAGNIESPIJPEN
door Cees Faas
De Verenigde Oostindische Compagnie (VOC) (1602-1795) en de
Westindische Compagnie (WIG later GWC) (1621-1792) waren de
bekendste Nederlandse internationale handelsondernemingen.
Ook in Frankrijk en Engèland bestonden zulke compagnieën.
Diverse midden-18e-eeuwse pijpekoppen van Goudse makelij, in
hoogte variërend van 46 tot 49 nnn en voorzien van een hielmerk
laten de betrokkenheid van de pijpenindustrie bij enige aspec-
ten van deze historisch belangrijke maatschappijen zien.
Afbeeldingen
Afb. 1" 2" 3:· Als in augustus van dit jaar SAIL 1990 zal plaats-
vinden, vaart er een replica mee van het VOC-schip AmsterdaJn.
De originele Oostindiëvaarder Amsterdam was een grote driemas-
ter van 150 voet., gebouwd in eigen beheer door de Amsterdamse
Kamer van de VOC, in 1748.
In april 1748 werd tot de bouw besloten op "Oostenburg" te Am-
sterdam, terwijl eveneens in 1748, in maart, een prins werd
geboren, de latere Willem V.
Dit geheel staat op een pijpekop, hielmerk de gekr. trompet,
met Gouds bijmerk op de linkerzijde van de hiel.
Afb. 1 toont de Amsterdam, die al in 1749 op zijn eerste reis
strandde nabij Hastings .
.ue Stichting "VOC-schip Amsterdam" houdt zich binnen een sa-
menwerkingsverband (o.a. het Rijksmuseum te Amsterdam) bezig
met onderzoek naar en eventuele berging van het wrak.
Een aardig detail op deze pijpekop vormt de vlag op de achter-
steven (rechts) met de 3 kruisen uit het Amsterdamse wapen.
Het kraaienest in de middelste mast is zo groot, dat er een
kanon op kan staan.
Afb. 2 toont de voorzijde, naar de roker toe, met het VOC-logo
en de A van "Amsterdamse Kamer".
De kroon erboven verleent het wapen een koninklijk predikaat,
wat verband houdt met de rechterzijde vàn deze pijp
Afb. 3 waarop de zeer jonge Willem V te zien is.
Kinderen droegen destij&s een soort valhoedje op het hoofd en
een jurk, tot ca. 5 jaar. Kleine Willem dus ook, al draagt hij
nu reeds het zwaard en staat hij al rechtop, leunend tegen de
Oranjeboom. De Oranjeleeuw, links van de boom, met zwaard en
pijlenbundel, waakt voor de jonge prins.
182
Afb. 1 Afb. 2
Afb. 3
Afb. 4
Afb. 5
Afb. 6 Af b . 7
Afb. 8 Afb. 9
185
98l
N
N
Batavia (thans Djakarta) op Java was een belangrijke vestiging
van de VOC. Hier vond handel plaats in o.a. thee, specerijen
en suiker. Batavia werd in 1619 door Jan Pietersz. Coen ge-
sticht.
Afb. 4 toont de rechterzijden van twee Goudse pijpekoppen uit
ca. 1740-1750.
Het zijn driemasters van de VOC, waarvan het rechtse schip een
achterzeil heeft gehesen; het linkse schip heeft alle zeilen
opgerold. De tekst eronder luidt op beide pijpen WELKOM OP BA-
TAVIA. Boven de schepen zien we de wapens van Zeeland en
Delft, plaatsen met een Kamer van de VOC.
Het hielmer.k van de linkse pijpekop is de gekr. 41 en van de
rechtse de gekr. P.
Afb. 5 toont links de linkerzijde van de laatste pijpekop met
dus als tekst WELKOM OP BATAVIA. Onder het wapen van Batavia,
met het zwaard der gerechtigheid, bevindt zich een cherubijne-
kopje, erboven een leeuwekop. Deze leeuw houdt het schild
vast, terwijl daarboven een kroon staat, geflankeerd door het
logo VOC-Batavia en het Amsterdamse wapen.
Afb. 5 toont rechts een gekroond wapen van Batavia in vier
kwartieren. De kwartieren 1 en 4 laten het zwaard zien met de
lauwerkrans, de kwartieren 2 en 3 het logo VOC-Batavia. Dit is
de voorzijde van de pijpekop met als tekst VIVAT BATAVIA van
Afb. 6 en?, resp. linker- en rechterzijde. De geblinddoekte
Justitia komt voor op afb. 6 met haar attributen zwaard en
weegschaal. Het hielmerk is de vos op zijn gat.
Afb. 8 toont de voorzijde van een pijpekop uit ca. 1750, waar-
op het wapen van Gustaaf Willem baron van Imhoff (1705-1750).
Hielmerk de gekr. 40. De pijp is ook heraldisch interessant
door de zeeleeuwen in de kwartieren 1 en 4: in rood een gouden
zeeleeuw.
Het wapen wordt omgeven door golfjes met daarin een grote let-
ter V, links van het wapen een Oen rechts een C.
De Heren XVII, de VOC-directie, benoemden Imhoff tot gouver-
neur van Ceylon (1736-1740) en van Batavia (1742-1750). Rondom
de voorzijde staat als tekst LANG LEEV SYN HOOGEDELE DE HEER
GENERAAL IMHOF. (Zie ook Afb. 9)
Aangezien zijn benoeming tot generaal door Willem IV pas in
1742 plaats vond, kan deze pijpekop niet voor 1742 gemaakt
Z1Jn.
Afb. 10 toont de achterzijde van de piJp met de tekst IMHOF
boven een medaillon met zijn afbeelding.
187
Afb. 11 Hiernaast de tekst BATAV boven een medaillon met het
zwaard van Batavia in lauwerkrans.
Geheel boven de wapens van Amsterdam en Zeeland, de twee VOC-
Kamers die ook het meeste geld bijdroegen voor de bouw van de
Amsterdam in 1748.
Van Imhoff had in 1742 de aanzet gegeven tot de bouw van dit
type retourschip.
Afb. 12 De achterzijde van de linkse pijpekop toont het ge-
kroonde gecombineerde wapen van Zeeland, Middelburg, Vlissin-
geh en Veere, met daaronder de tekst ZEELANDIA. Hielmerk de
gekr. AP als monogram.
Bij de linkerzijde van de rechtse pijpekop heeft alleen het
wapen van Zeeland plaatsgemaakt voor het monogram GWC van de
Geoctroyeerde Westindische Compagnie. We zien tevens weer het
cherubijnekopje onder dit wapen, net als bij WELKOM OP BATA-
VIA van afb. 5. De rechterzijde, hier niet afgebeeld, ver-
toont ook zo'n driemaster. De tekst luidt nu WELKOM IN GVINE.
Hielmerk de gekr. 46.
In Guinea, gelegen aan de westkust van Centraal-Afrika, werden.
door de GWC op grote schaal slaven gehaald; tijdens het sei-
zoen 1767-1768 bijvoorbeeld zo'n 6300. De GWC bezat er forten,
zoals ELMINA van waaruit het transport naar Zuid-Amerika ge-
regeld werd door schepen van de WIC (GWC).
De Zeeuwse vlootvoogd A. Crijnssen veroverde QP de Engelsen in
1667 een fort, gelegen aan de monding van de Surinamerivier.
Hij noemde dit fort ZEELANDIA (zie afb. 12) O.a. via dit fort
gingen de slaven naar suiker-, tabaks- en koffieplantages.
Verreweg de meeste slavenschepen kwamen uit Zeeland, en op ou-
de kaarten heette Paramaribo ook wel Nieuw-Middelburg.
LITERATUUR
1 Kleipijpen door W. Kromrnènhoek en A. Vrij, met Compagnies-
pijpen op foto's 895 t/m 898.
2 De Nederlandse Kleipijp door Don Duco, afb. 573 en 575.
3 De Kleipijp als Bodemvondst, uitgave door de PKN, blz. 84,
afb. 76,77 en 80.
4 Scheepsarcheologie door G.D. van der Heide.
5 VOC-schip Amsterdam door H.H. van Rooij en J. Gavronski.
6 The Wreek of the Amsterdam door Peter Marsden.
7 Van VOC tot Werkspoor door diverse auteurs.
188
Afb. 12
8 Sporen van de Compagnie door R. van Gelder en L. Wagenaar.
9 De VOC in Azië door prof. dr. M. Meilink-Roelofsz.
10 De Oostindiëvaarders door R. Mil l er en Time Life red.
11 Zout en Staven (WIG) door Ruud Spruit.
12 Willem Bosman in Goud en Staven door Aad van den Heuvel.
189
CIJFERS ALS ZIJMERK
door Lodewijk van Duuren
Cijfermerken
De oudste merken op p1Jpen z1Jn beeld- en lettermerken. Aan ~t
eind van de 17e eeuw worden cijfermerken in gebruik genomen.
De oudst bekende cijfermerken zijn de gekr. 5 en de gekr. 2
die vanaf 1677 en 1679 in gebruik zijn (4). Het laatst uitge-
geven cijferrnerk is de 222 in 1749. Tot in onze eeuw ziJn ciJ-
fermerken in gebruik geweest.
Cijfermerken bestaan uit de getallen 2 tot en met 99, met uit-
zondering van 8, 11 en 88, en de getallen 222, 333, 444, 666
en 999. De merken 1, 11 en 111 zullen waarschijnlijk overge-
slagen zijn vanwege de gelijkenis met de hoofdletter I. Voor
het ontbreken van de getallen 8,88 en 888, 555 en 777 kan nog
geen verklaring worden gegeven.
Cijfer- zijmerken
In het begin van de pijpenfabricage werden de merken vrijwel
uitsluitend op de hiel van de pijp geplaatst. Vanaf 1696 krij-
gen de Goudse pijpenmakers officieel toestennning om ook merken
op de kop te plaatsen (5). Het merk werd in de mal geslagen of
gegraveerd, waardoor het in reliëf op de kop kwam te staan.
Dit type merk wordt als zijmerk aangeduid. Pijpen met cijfers
als zijmerk zijn hoofdzakelijk in de 18e eeuw in productie ge-
weest (5). Omdat deze pijpen niet geglaasd werden, behoorden
zij tot het goedkopere type pijpen.
In vrijwel alle gevallen staat het merk op de linkerzijde van
de pijpekop, vanuit de roker gezien. In die gevallen dat het
cijfermerk rechts staat, is er meestal op de linkerzijde een
ander merk geplaatst.
De zijmerken met 1 of 2 cijf,ers zijn, met uitzondering van het
merk 95 - dat zowel gekroond als ongekroond voorkomt - alle
voorzien van een kroon. De merken met 3 cijfers zijn onge-
kroond.
De kronen zijn te onderscheiden in parel-~ blader- en keizers-
kronen. In sommige gevallen was het niet duidelijk tot welk
van de drie typen een kroon behoorde. Kronen met zowel parels
als fleurons (bloemvormige elementen) zijn tot de bladerkronen
gerekend. Kronen die vereenvoudigd zijn tot 1 of 2 rijen stip-
pen tot de parelkronen.
De meeste cijfermerken komen zowel als hielmerk en als zijmerk
voor. Een uitzondering hierop is de gekr. 91 die mij alleen
bekend is als zijmerk.
190
Herkomst
Van oorsprong ziJn alle cijfermer ken uit Gouda afkomstig . Om-
dat de Goudse merken buiten Gouda veel zij n nagemaakt , is het
moeilijk te bepalen wat de herkomst van een pijp is . Zelfs het
voorkomen van het Goudse wapenschild op de zijkant van de hiel
of op de kop geeft geen uitsluitsel over de herkomst. Ook di t
b i jmerk werd in ander e productiecentra op de pijp geplaatst .
Ui t Alphen aan den Rijn , Groningen , Utrecht , Gorinchem en
Schoonhoven is de gekr. 18 als zijmerk bekend (13) . Daarnaast
worden in Utrecht de gekr . 24, 25, 28 en 55 gezet (12) en in
Groningen de gekr. 51 (13) .
Initialen
De pijpenmakers uit Utrecht , Gorinchem en Schoonhoven zetten
hun initi alen vaak boven of naast de kr oon van het cijfermerk .
De pijpenmaker s uit Gorinchem zijn daarbij het beste ver tegen-
woordigd . Het toevoegen van initialen komt alleen voor bij de
merken 18., ?3., ?8, 81 en 95. De mogelijke toewijzing van dei-
ni tialen staat in tabel 2.
De Goudse pijpenmakers plaatsen geen initialen bij de cijfer-
zijmerken. Omdat daar voor elk (c i jfer-)merk gold , dat maar
één pijpenmaker gerechtigd was dit merk te zetten, bestond er
geen noodzaak ter onderscheiding initialen bij het zijmerk te
plaatsen . Het merk de gekr. 18 met LV is echter in een piJpen-
stort in Gouda gevonden . Misschien is dit toch de uit zondering
die bovenstaande regel bevestigt .
Door verkoop of vererving van merken met initialen is de oor -
spronkel i jke betekenis van de ini t ialen soms niet meer van
toepassing op een volgende eigenaar . Zo gebruikt Cornelis van
Dam uit Gorinchem de gekr . 18 met GVDR en Nicolaas van Son de
Lange de gekr. 18 met IDL (10) . Het gebeurde echter ook , dat
men poogde de oorspronkelijke ini t ialen uit de mal te verwiJ-
deren (zie tabel 1, noot 2) .
De initialen die bij de cijfermerken voorkomen, treft men ook
aan in combinat ie met andere mer ken zoal s de vis en de N.
Lijst van oijfermerken
In tabel 1 wordt een overzicht gegeven van de tot nu toe be-
kende cijfers als zijmerk, waarbij tevens het type kroon en de
initialen staan vermeld . Voor het samenstellen van deze tabel
is gebruik gemaakt van gepubliceerde gegevens en informatie
uit diverse collecties . In dit overzicht zijn niet de cijfer-
merken opgenomen die voorkomen op de koppen van lobbenpijpen .
Ook jaartallen op pijpekoppen zijn buiten beschouwing gelaten .
1 91
TABEL 1 OVERZICHT CIJFERS ALS ZIJMERK
merk kr init noten merk kr init noten mer k kr init noten
2 PB 25 PB 6 67 B 14
5B 26 PB 67 B 15
10 p 28 PB 70 p
12 PB 29 'l 7 73 PB
13 p 31 B 73 B AS 16
14 B 33 p 74 PB
15 ? 35 K 75 ?
17 B 35 B 8 78 PB
18 PB 1 36 B 78 B l7
18 p ARM 2 41 PB 78 ? HLR
IVA 2 43 PB 80 ?
18 p AVE 45 PB 81 B 18
18 ? GS 46 p 81 ? HDH
18 ? GVDR 48 p 82 p
18 p IWAH 50 BK 9 84 PB
18 B IDH 51 B 89 p
18 p IDL 52 B 10 91 BBK
18 p IOH 53 BK 92 ?
18 p IP 3 53 p 1l 93 B
18 p I VAR 53 p 12 94 PB
18 B IWS 55 B 94 B 19
18 B LE 4 56 PB 94 B 20
18 p LV 5 57 p 94 ? 21
18 p PDG 58 PB 95 PEK
18 ? PDL 59 PB 95 z IOH 22
18 B SGH 61 PB 95 p KW
19 ? 62 p 96 p
20 PB 63 B 98 PB
21 PB 65 B 222 z
333 z
22 p 67 B
24 B 67 B 13 333 z 23
p = parelkroon
B = bladerkroon
K = keizerskroon
z = zonder kroon
? = onbekend kroontype
Noten bij TABEL 1
Gekr. 18 met een kroon bestaande uit sterren komt eveneens
voor.
192
2 L: 18 met 3 lelies over de initialen AHM aangebracht.
R: IVA
3 Letters IP staan ter weerszijden van de kroon.
4 De letters LE worden gevormd door punten.
5 Deze pijpen zijn afkomstig van een pijpenstort in Gouda.
6 Ook met punt tussen 2 en 5.
7 R: roosmerk.
8 R: 35 met bladerkroon. L: fruitben.
9 De keizerskroon wordt gevormd door punten.
10 Om het cijfermerk staat de tekst: ANTONY;NOBEL;IN~GOUDA.
Il R: roosmerk met 7 stippen.
12 L: 53 in een roosmerk geplaatst, 6 punten eromheen.
R: roosmerk met 7 punten.
13 R: 67 met 4 sterren. L: 4 sterren.
14 L: boven de kroon het wapen van Gouda.
R: Wapen van Amsterdam.
15 Boven de kroon staat een kleine s, waarschijnlijk behorend
bij het Goudse wapenschild dat onder de 67 geplaatst is.
16 AS: initialen van een Alphense pijpenmaker.
17 Tussen 7 en 8 is een punt geplaatst.
18 Eveneens met een punt tussen de 8 en de I.
19 L: 94 met parelkroon en 4 punten.
R: roosmerk met 7 punten.
20 L: roosmerk.
21 Merk aan de rechterzijde.
22 Letters onder IO~ geplaatst.
23 R: roosmerk met 7 stippen.
TABEL 2 MOGELIJKE TOEWIJZING INITIALEN BIJ CIJFERMERKEN
Initialen Pijpenmaker Plaats
ARM Arnoldus Haverman Gorinchem
Anthony van Erp Gorinchem
AVE
AS onbekend Alphen aan den Rijn?
GS
Gilliam Schippers of Gorinchem
GVDR Gijsbert Stam Schoonhoven
GVDR Gerrit van Duren Gorinchem
Cornelis van Dam Schoonhoven
HDH Huybert de Hoog Gorinchem
HVAH Huybert van Oudheusden Schoonhoven
Hannes Lamoree Gorinchem
HLR Jan de Hoog Gorinchem
IDH Nicolaas van Son de Lange Gorinchem
IDL Jan Ophuizen Utrecht
IOH Joseph Peeks
IP
193
- - ---...::. .... - j,, • ,
' -' -'
..) ~&1,0 ,:
·.\t$ ,:
0 1 23 4 5 s
/ *67
1
:j;
i ' !,
~t
,! 1, ; .
'T
Enkele voorbeelden van cijfers als zijmerk:
tekeningen van Piet ·Smiesing~ Peter Bakker en Don Duco
1 94
IVA Janus van Aten Gorinchem
IVAH Jan van Oudheusden Gorinchem
IWS onbekend onbekend
KW
LE Kristiaan Wouters Gorinchem
LV
PDG onbekend onbekend
PDL onbekend Gouda?
SGH
Pieter de Graaf Utrecht
Pieter de Leeuw Schoonhoven
Sijmen Groenhouwer
Gorinchem
De hier gepubliceerde lijst met cijfermerken kan ongetwijfeld
aangevuld worden met nog onbekende zijmerken. Daarnaast kan
een nadere studie van merken, kronen en vindplaatsen meer in-
zicht geven in de herkomst en de makers van de pijpen. Teke-
ningen en foto's van alle merken mogen daarbij niet ontbreken.
Oproep
Aanvullingen op de lijst met cijfermerken ziJn van harte wel~
kom. Het ligt in de bedoeling een vergelijkbaar overzicht van
lettermerken te maken. Gegevens voor dit overzicht zou ik
graag ontvangen. Een voorlopig overzicht van lettermerken als
zijmerk is bij mij verkrijgbaar. Als u gebruik maakt van dit
voorlopige overzicht, hoeven alleen de aanvullingen hierop
doorgegeven te worden.
Lodewijk van Duuren
BRONNEN
1 Duco, D.H. (1975) Goudse pijpmerken. Pijpenkamer ICON
Amsterdam.
2 Duco, D.H. (1978) Goudse pijpen, Amsterdam .
3 Duco, D.H. (1979) Achttiende-eeuwse zijmerken met initialen
PKN 2, no. 5.
4 Duco, D.H. (1982) Merken van Goudse pijpmakers 1660-1940.
Lochem en Poperinge.
5 Duco, D.H. (1987) De Nederlandse kleipijp. Leiden.
6 Friederich, F.H.W. (1975) Pijpelogie; vorm, versiering en
datering van de Hollandse kleipijp. Voorburg.
7 Haan, Ron de (1986)Roken aan de Oostenburgermiddenstraat.
In: J.B. Kist (red.) Van VOC tot Werkspoor, Utrecht.
8 Koelen, M. (1982) Tabakspijpjes 1600-1900, pijpvondsten uit
Grave, Velp en Escharen. Grave.
195
9 Krommenhoek, W. & A. Vrij (1986) Kleipijpen, drie eeuwen
Nederlandse kleipijpen in foto's. Amstelveen.
10 Meulen, J. van der (1985) Pijpenmakers en hun merken in de
eerste helft van de 19e eeuw. PKN 8, no 30.
11 Smiesing, P.K. (1986) Het dateren van Goudse pijpen aan de
hand van de merken. PKN 9, no 34.
12 Smiesing, P.K. & J.P. Brinkerink (1988) Onder de rook van
Utrecht. Zutphen.
13 Tymstra, F. & J. van der Meulen red. (1988) De kleipijp als
bodemvondst. Leiden.
Voor dit artikel is tevens gebruik gemaakt van de collecties
van: Peter Bakker, Don Duco, Lodewijk van Duuren, Jos Engelen,
F.H.W. Friederich via T. Bottelier, H. Hummel, Hans van der
Meulen, Piet Smiesing en Ruud Stam.
NIEUWE LITERATUUR
- Walter Morgenroth (1989), Tabakpfeifen Sammeln. Kunstwerke
in Porzelan, ein Beitrag zur Geschichte des Rauchens.
Uitgebreide studie over de produktie en historie van de por-
seleinen pijp. Afbeeldingen in zwart/wit en 216 pagina's.
DM 98,-. Te bestellen bij: G. Jansen, Methfesselstrasse 86,
Eimsbottel, D- 2000 Hamburg 20, Duitsland.
- John Loftus und Edgar Ring (1989), Die Truckene Truncken-
heit. Die Geschichte des Rauchens und der Pfeifenbäckerei.
Een aardig 46 pagina's tellend boekje met veel afbeeldingen
en een vondstbeschrijving van pijpen te Uelzen. DM 7, - in-
clusief porto. Te bestellen bij bovenstaand adres.
- Jacq. Starreveld, Gouda in de winter. Brochure over piJpen
en schaatsenrijden. Prijs f2,50. Uitgave VVV Gouda.
TENTOONSTELLING
TOT I N DE BODEM UITGEZOCHT heet de tentoonstelling in Huis
Brakel te Brakel (N.-B.), die de historie in en rond dit dorp
belicht. Een van de onderdelen vormt een aldaar gevonden col-
lectie Gorkumse pijpen, naar aanleiding waarvan Hans Brinke-
rink op dinsdagavond 27 maart om 20.00 u een lezing zal hou-
den. De tentoons telling is voor het publiek geopend van 23-3
tot en met 29-3. Zondag 25-3 gesloten. De openingstijden zijn
van IO.OOu-12.00u, van 15.00u-17.00u en van 19.00u- 22 .00u.
196
HET AMERONGS HISTORISCH MUSEUM
door D. Pezarr0
"Wie ·zich voor pijpen interesseert" heeft ook be'langste'l'ling
voor tabak." Of deze stelling helemaal juist is, valt te be-
twijfelen, maar het een sluit het ander in ieder geval niet
uit. Vandaar het volgend artikeltje over het Amerongs Histo-
risch Museum, dat voornamelijk gewijd is aan de teelt van ta-
bak in Nederland en met name in Zuidoost-Utrecht; het wordt in
de wandeling het "Tabaksmuseum" genoemd.
Op 28 okt. 1976 werd te Amerongen de Heemkundige Stichting op-
gericht. Een van de doelstellingen is "het in bezit verwerven"
bewaren en onderhouden van voorwerpen" die van historische be-
tekenis zijn voor het gr1ondgebied van de gemeente Amerongen."
Op grond hiervan werd door het bestuur van meet af aan ge-
tracht zoveel mogelijk materiaal te verzamelen betreffende de
tabaksteelt. Deze teelt is nl. eeuwenlang het hoofdmiddel van
bestaan geweest in het gebied langs de zuidrand van de beken-
de Utrechtse Heuvelrug en heeft als zodanig zijn stempel ge-
drukt niet alleen op het leven van de bevolking van de streek,
maar ook op het landschappelijk aanzien ervan. Reeds ca. 1640
is er ·sprake van "toebacks'land'1 tussen Amerongen en Wagenin-
gen, evenals trouwens in het gebied rond Amersfoort, Wouden-
berg en Nijkerk.
Gedurende de twee volgende eeuwen nam de teelt van tabak een
hoge vlucht in de gehele streek (de soort Amersfoorter werd
zelfs een begrip in de tabakshandel) en verschafte duizenden
mensen werk. In de loop van de 19e eeuw nam het belang ervan
echter sterk af, vooral voor Amersfoort en Nijkerk, waarna ten
slotte omstreeks 1890 voor wat laatstgenoemde gebieden betreft
de teelt ophield van enige betekenis te zijn. Tussen Amerongen
en Rhenen bleef men ermee doorgaan en met vele ups en downs
(ups vooral gedurende en kort na de beide wereldoorlogen!)
hield men vol tot 1960. Toen stak plotseling een schimmelziek-
te, de b'lue mould, Peronospera tabacina, de kop op en zorgde
voor de ene misoogst na de andere. De boeren schakelden t~n
slotte over op andere produkten en binnen zeer korte tijd be-
hoorde de tabaksteelt, althans wat Nederland betreft, tot het
verleden. Alleen de grote droogschuren, die het landschap tus-
sen Amerongen en Rhenen sieren, herinneren nog aan de vroegere
bloeitijd.
Gelukkig is de Heemkundige Stichting erin geslaagd heel wat
gebruiksvoorwerpen, gereedschap en andere zaken die van belang
waren voor de tabaksteelt te verwerven vóór het te laat was.
197
Het museum
Het logische gevolg was natuurlijk, dat met het groeien van de
collectie het verlangen naar een geschikte tentoonstellings-
ruimte toenam, hoewel men er zich terdege van bewust was, dat
de kans op een eigen museum wel heel gering was. Die kans
deed zich echter nog vrij onverwacht voor in december 1983: de
gemeente Amerongen had de z.g. No:poZeonsschuur aangekocht, een
midden in de dorpskern gelegen uit 1806 daterend tabakspak-
huis, met onmiddellijk erbaast een voormalige tabaksschuur. De
Napoleonsschmur zou worden verbouwd tot openbare bibliotheek;
wat de. kleinere schuur betreft, waren er geen duidelijke plan-
nen. Een verzoek van de Heemkundige Stichting om in laatstge-
noemd gebouw een muse.um te mogen inrichten werd direct inge-
willigd en van toen af aan werden de plannen in een enorm tem-
po omgezet in realiteit.
Op 13 okt. 1984 vond de opening plaats in het bijzijn van een
honderdtal genodigden, waaronder een hoogbejaarde tabaksteler,
die min of meer ongewild steeds voor de komische nood zorgde.
Gedurende de rest van de maand oktober was het nieuwe museum
gratis toegankelijk voor de bewoners van Amerongen en omge-
ving; ruim 600 personen maakten hiervan gebruik. In die veer-
tien dagen groeide de collectie bijna dagelijks! Vrijwel alle
oudere Amerongers hebben namelijk korter of langer aan de ta-
198
baksteelt deelgenomen en ziJn nog in het bezit van gereedschap
en andere herinneringen, vaak in de vorm van foto's. Velen
vonden nu de tijd gekomen om afstand te doen van dit soort za-
ken en kwamen hun giften aanbieden.
Wat de inrichting van het museum betreft: de bezoeker krijgt
om te beginnen een overzicht van de herkomst van de tabaks-
plant, de geschiedenis van de kennismaking ermee door de Span-
jaarden en Portugezen en de introductie in Europa. De gehele
gang van zaken bij de teelt in Nederland wordt uit de doeken
gedaan, terwijl de bouw, de constructie en de inrichting van
een droogschuur o.a. gedemonstreerd wordt door een opengewerkt
model. Het achterste deel van het gebouw is overigens nog in
gebruik als droogschuur en toont het drogingsproces in natura;
hier is ook al het benodigde grotere gereedschap uitgestald.
Tevens bevindt zich in dit gedeelte een tinnnermanswerkplaats-
je, dat in zijn geheel, compleet met gereedschap - gedeelte-
lijk nog uit de vorige eeuw - overgebracht is uit een andere
tabaksschuur in Amerongen. Dit is gedaan om duidelijk te ma-
ken, dat het telen van tabak, echt zomerwerk, heel vaak gecom-
bineerd werd met het uitoefenen van een ander beroep, om ook
's winters wat inkomsten te hebben. In dit geval dus een tim-
merbedrijfje.
Om de vaak zeer armoedige woonomstandigheden van de tabakste-
ler te illustreren is achterin nog een keuken ingericht zoals
die dertig jaar geleden nog veel voorkwam, terwijl elders in
het gebouw een woonkamertje te zien is. In een tiental vitri-
nes ten slotte zijn een groot aantal kleinere voorwerpen en
gereedschappen uitgestald, waaronder mesjes om het tabaksblad
in te snijden, tabakszaad, pakjes sigaretten en rooktabak ver-
vaardigd van inlandse teelt, thermometers gebruikt bij het
fermenteren, tabaksdozen en -potten, een kwispedoor, erepen-
ningen uitgereikt op internationale tentoonstellingen, pijpen,
brieven uit het midden van de vor1ge eeuw over de aflevering
- -- i · De werkplaats
De droogschuur
1 99