The words you are searching are inside this book. To get more targeted content, please make full-text search by clicking here.
Discover the best professional documents and content resources in AnyFlip Document Base.
Search
Published by Stichting PKN, 2019-08-01 18:02:56

Vergeten Glorie -De economische ontwikkeling van de Nederlandse kleipijpennijverheid in de 17e en 18e eeuw, met speciale aandacht voor de export

Ruud Stam - Proefschrift

Merk Nr. pijpenmaker Recht Recht Quoti- Quoti- Bestuur- Nagezet
uitbe- uitbe- satie satie der26 in
steding steding 1715 1743 Alphen27
173425 1755 6 gulden
x
Zon 329 Jan Rase Weldrager, Jan en
Daniël Sluijter, Geertruid x (8 g.) x
Drie Kruizen gekroond Weldrager, x x
Cinq
Hartenaas gekroond28 348 Lucas Evertse de Jong xx
Drie ruiten gekroond 350 Jacob de Vos*
355 Barend Dircksz. Jonckhart x
A gekroond 363 Cornelis Teunisz. Bouman
B gekroond x
Joris van der Dus
D Machiel Brem x xx x
D gekroond Jan Bastiaansz. Overwesel,
H gekroond29 Bastiaan Overwesel xx
Jan van Leeuwen
L gekroond Jan van Leeuwen* x xx
Donatus van der Spelt
P gekroond Arnoldus de Vos xx
OA met twee sterren30 Jan Timmers
EB31 Cornelis de Licht, x
DB gekroond Frans Verzijl*
WL gekroond Anthonie Soufree x
HN monogram Ouwen Andrieszoon
ES gekroond Van der Cruis x x
WS gekroond Daniel Willemsz. van Boksel x
PT gekroond Jacob Lunenburg32 x (15g.)
BVB Arij van Houten*
IAB Machiel Jansz. Metfoort x
HHH Arent Willemsz. Brammert
Maarten Sodaan x
Barent van Berkel x
Arij Tobiasz. Sonnevelt
Daniel Hulleman’ xx
Cornelis de Vink
Jacob de Vos* xx x

x

xx

x

x
x

xx

25  Zie paragraaf 2.3.1. Duco, 2003, hoofdstuk 2, noot 48 vermeldt dat in 1734 tot de merken met een recht op uitbesteding B.1
behoren: Zeeuwse Rijksdaalder, Druiventros, Slang, Koning David, Prins en Prinses, Melkmeid, Roemer, Passer, Sabel,Scheepje,
Anker, B gekroond, H gekroond, M gekroond, VK gekroond, WS gekroond, HHH, IVK, 2 gekroond, 5 gekroond. Dit gold ook voor | 451
de L gekroond, zie Duco, 2004, p. 3. Ook het merk IAB behoort tot de merken met het recht op uitbesteding ( van der Lingen,
2013, p. 126) Dit merk was na 1693 tot 1720 vacant, waarna het in gebruik was bij Arij Tobiasz. Sonnevelt en diens weduwe.
Bij een paar merken blijkt dat die in 1734 niet in gebruik waren: VK gekroond is van 1672-1724 in gebruik bij Jacobus van Kleef
en daarna vacant. IVK van 1704 - 1720 in gebruik bij Pieter Jacobusz. Van Kleef en daarna vacant.
In 1755 zijn (zie Duco, 2003, p. 40) de merken waar nog een recht op uitbesteding voor geldt: Leeuw in de Hollandse Tuin,
Slang, Melkmeid, Molen, B gekroond, L gekroond, WS gekroond, BVB, 16 gekroond, 33 gekroond. Ook voor het merk het
Klaverblad van Jan Danens geldt dit, alsmede voor het merk de Schoen (Duco, 2003, p. 22). Vanaf 1755 komen daar nog bij:
PVS en 69 (zie Duco, 2003, p. 36). Ook de D is een merk van een handelshuis (zie Duco, 1993, p. 132).
26  Uit Sahm, NT 1603, Gildebestuurders Gouda 1604-1795 – Chronologische lijst per gilde. Zie ook lijst gildebestuurders.
27  Gelet op de vondsten langs de Aarkade in Alphen aan den Rijn (stort Philip Hoogenboom) zullen onderstaande merken
van belang zijn geweest voor de export. Daarbij is gekeken naar aantallen en diversiteit aan gebruikte persvormen. Mededeling
B. van der Lingen 01-06-2015. Verder is gebruik gemaakt van van der Meulen, 1986, p. 36 e.v.
28  1683-1711. Groot bedrijf. Duco, 1991.
29  Belangrijk merk in 1697. Duco, 2003, p. 22.
30  1640-1686 Belangrijk merk. Duco, 2009.
31  Recht op uitbesteding sinds 1683. Duco, 2013, p. 26.
32  Er is nog een Willem Lunnenburg die dan het merk het zeepaard voert. Dit lijkt op het geringe belang van dit merk
onwaarschijnlijk.

Merk Nr. pijpenmaker Recht Recht Quoti- Quoti- Bestuur- Nagezet
uitbe- uitbe- satie satie der34 in
IAK36 Willem Tobi steding steding 1715 1743 Alphen35
IVK37 Jacobus jacobsz. van Kleef 173433 1755 6 gulden
PLK38
SVO Sijme Gijsbertse van Os x x
CSP Cornelis Simonsz. Plemper x
TIP39 Thiel Jansz. Proost
WVR Willem Willemsz. van Roos x
CVS Cornelis van Schouwen x
MPS40 Maerten Pietersz. van Steijn
PVS Jan Pietersz. Versluijs x
SVS Staats Jansz. Sonnevelt x
ASV Arien Jansz. Sonnevelt x
KDV Crijn Dircksz. Vervelo x
BOW Weduwe Jan Bastiaensz. x
Overwesel
BDIH41 Barent Dircksz. Jonckhart x
Sas van Gent David Reijniersz. Blom
2 gekroond Reinier Wiljemet x
5 gekroond Dirck Bort x
6 gekroond42 Cornelis Dircksz. Poorens
9 gekroond Klaas Jansz. Verbij xx x
Aart Brammert x (8 g.) x x
16 gekroond Willem Jacobse van Dalom x
17 gekroond Thomas en Jacob van Dalom x
32 gekroond Cornelis Kunst xx x
33 gekroond Lucas Evertse de Jong
Hendrik Nieuwland xx x
45 gekroond Aart Brammert x
53 gekroond Jan van Leeuwen*
59 Bastiaan Overwesel xx
66 gekroond Hermanus van der Spelt**** x
xx

x

33  Zie paragraaf 2.3.1. Duco, 2003, hoofdstuk 2, noot 48 vermeldt dat in 1734 tot de merken met een recht op uitbesteding

behoren: Zeeuwse Rijksdaalder, Druiventros, Slang, Koning David, Prins en Prinses, Melkmeid, Roemer, Passer, Sabel,Scheepje,

Anker, B gekroond, H gekroond, M gekroond, VK gekroond, WS gekroond, HHH, IVK, 2 gekroond, 5 gekroond. Dit gold ook voor

de L gekroond, zie Duco, 2004, p. 3. Ook het merk IAB behoort tot de merken met het recht op uitbesteding ( van der Lingen,

2013, p. 126) Dit merk was na 1693 tot 1720 vacant, waarna het in gebruik was bij Arij Tobiasz. Sonnevelt en diens weduwe.

Bij een paar merken blijkt dat die in 1734 niet in gebruik waren: VK gekroond is van 1672-1724 in gebruik bij Jacobus van Kleef

en daarna vacant. IVK van 1704 - 1720 in gebruik bij Pieter Jacobusz. Van Kleef en daarna vacant.

In 1755 zijn (zie Duco, 2003, p. 40) de merken waar nog een recht op uitbesteding voor geldt: Leeuw in de Hollandse Tuin,

Slang, Melkmeid, Molen, B gekroond, L gekroond, WS gekroond, BVB, 16 gekroond, 33 gekroond. Ook voor het merk het

B.1 Klaverblad van Jan Danens geldt dit, alsmede voor het merk de Schoen (Duco, 2003, p. 22). Vanaf 1755 komen daar nog bij:
PVS en 69 (zie Duco, 2003, p. 36). Ook de D is een merk van een handelshuis (zie Duco, 1993, p. 132).

34  Uit Sahm, NT 1603, Gildebestuurders Gouda 1604-1795 – Chronologische lijst per gilde. Zie ook lijst gildebestuurders.

35  Gelet op de vondsten langs de Aarkade in Alphen aan den Rijn (stort Philip Hoogenboom) zullen onderstaande merken

van belang zijn geweest voor de export. Daarbij is gekeken naar aantallen en diversiteit aan gebruikte persvormen. Mededeling

B. van der Lingen 01-06-2015. Verder is gebruik gemaakt van van der Meulen, 1986, p. 36 e.v.

36  1638-1699. Belangrijk merk. Duco, 2009
37  Belangrijk merk in 1697. Duco, 2003, p. 22.

38  Belangrijk merk dat in Alphen werd nagezet. Duco, 1984, p. 3.

39  1636-1674. Belangrijk merk. Duco, 2009.

40  1637-1665. Groot bedrijf. Duco, 1991.

41  1660-1711. Groot bedrijf. Duco, 1991 Jonckhart voerde ook nog enige tijd het onbeduidende merk melkboer.

452 | 42  Ook op pijpen met op de steel Sapfenbergh. van der Lingen, 2013, p. 87.

Merk Nr. pijpenmaker Recht Recht Quoti- Quoti- Bestuur- Nagezet

uitbe- uitbe- satie satie der44 in

steding steding 1715 1743 Alphen45

173443 1755 6 gulden

73 gekroond Arij van Houten*

93 gekroond46 Dirk Jasperse Vertoren

99 gekroond Salomon Sodaan x

* Duco, 1992, 33: De belangrijkste pijpenmaker-handelaren volgens Duco in tweede kwart 18e eeuw.

** leverde aan Zapfenbergh

*** leverde aan van der Velde. Ook zijn meerdere pijpen met het merk de Molen met steeltekst Benjamin Panser bekend.

Vriendelijke mededeling J. van Oostveen, 15-1-2015..

**** leverde aan Burgklij

Personele Quotisatie 1715 te Gouda47

Naam Merk Naam Merk
Crijn Dirksz. Vervelo KDV
Leendert Trompertz. ? Jan Lambertsz. Schoon Gebruikte merk onbekend
Willem Gerritsz. ?
Reijnier Jeroensz. Reijnhart stoel Arien Jansz. Sonnevelt ASV
Hendrick Potvlieg Gebruikte merk onbekend
Willem Willemsz van Roos WVR Cornelis Lange Springende hond
Machiel Jansz. Metfoort ES gekroond Pieter Jacobsz. Girrebo Koning David
David Reijniersz. Blom Sas van Gent Cornelis Simonsz. Plemper CSP
Daniel Willemsz. van Boxel DB gekroond Cornelis Dircksz. Poorens 6 gekroond
Johannes Reiniersz. Blom Gebruikte merk onbekend
Jan Jacobsz. Lunenburg Kievit Arij Jacobsz. Danens Molen
Matthijs Gerritsz. ?
Cassemier van Son ? Jan Bastiaensz. Overwesel B gekroond
Cornelis Jansz. de Vriend Hand
Cornelis van Schouwen CVS Arij de Moor Roos gekroond
Staats Jansz. Sonnevelt SVS Wouter Gouderak ?
Leendert Albertsz. Van Wijk Gebruikte merk onbekend
Reijnier de Vos Moriaanshoofd

Weduwe Hendrick Jansz. IJserman Melkmeid

Arij Simonsz. Vermeul Slang
Arnoldus de Vos H gekroond
Cornelis Teunisz. Bouman Drie ruiten gekroond
Sijme Gijsbertse van Os SVO

43  Zie paragraaf 2.3.1. Duco, 2003, hoofdstuk 2, noot 48 vermeldt dat in 1734 tot de merken met een recht op uitbesteding

behoren: Zeeuwse Rijksdaalder, Druiventros, Slang, Koning David, Prins en Prinses, Melkmeid, Roemer, Passer, Sabel,Scheepje,

Anker, B gekroond, H gekroond, M gekroond, VK gekroond, WS gekroond, HHH, IVK, 2 gekroond, 5 gekroond. Dit gold ook voor

de L gekroond, zie Duco, 2004, p. 3. Ook het merk IAB behoort tot de merken met het recht op uitbesteding ( van der Lingen,

2013, p. 126) Dit merk was na 1693 tot 1720 vacant, waarna het in gebruik was bij Arij Tobiasz. Sonnevelt en diens weduwe. B.1
Bij een paar merken blijkt dat die in 1734 niet in gebruik waren: VK gekroond is van 1672-1724 in gebruik bij Jacobus van Kleef

en daarna vacant. IVK van 1704 - 1720 in gebruik bij Pieter Jacobusz. Van Kleef en daarna vacant.

In 1755 zijn (zie Duco, 2003, p. 40) de merken waar nog een recht op uitbesteding voor geldt: Leeuw in de Hollandse Tuin,

Slang, Melkmeid, Molen, B gekroond, L gekroond, WS gekroond, BVB, 16 gekroond, 33 gekroond. Ook voor het merk het

Klaverblad van Jan Danens geldt dit, alsmede voor het merk de Schoen (Duco, 2003, p. 22). Vanaf 1755 komen daar nog bij:

PVS en 69 (zie Duco, 2003, p. 36). Ook de D is een merk van een handelshuis (zie Duco, 1993, p. 132).

44  Uit Sahm, NT 1603, Gildebestuurders Gouda 1604-1795 – Chronologische lijst per gilde. Zie ook lijst gildebestuurders.

45  Gelet op de vondsten langs de Aarkade in Alphen aan den Rijn (stort Philip Hoogenboom) zullen onderstaande merken

van belang zijn geweest voor de export. Daarbij is gekeken naar aantallen en diversiteit aan gebruikte persvormen. Mededeling

B. van der Lingen 01-06-2015. Verder is gebruik gemaakt van van der Meulen, 1986, p. 36 e.v.

46  Belangrijk merk dat in Alphen werd nagezet. Duco, 1984, p. 3.

47  Sahm, Oud archief: 0001.2300: Kohier van het familiegeld. Personele Quotisatie van 19 april 1715. | 453

Personele Quotisatie 1743 te Gouda48

Naam Merk Bedrag Naam Merk Bedrag
6,- Jan Puijt Bijl gekroond 6,-
Isaac Reijniersz. Blom Burg 6,- Lieve Pijl Zwijn 6,-
6,- Pieter Engelen van der Put Landman 6,-
Aart Brammert 45 gekroond Anthonie Soufree P gekroond 6,-
40,- Cornelis Smit Triton gekroond 6,-
Gerrit Bouman Wijnton gekroond 6,- Salomon Sodaan 99 gekroond 6,-
Jacob Arijsz. Danens Molen 6,- Jacob Sijpesteijn Merel met M 6,-
Arij Fortuijn Fortuin 6,- Pieter Zwanenburg Haan 8,-
Jan Pietersz. Girrebo Koning David 8,- Maarten Sodaan PT gekroond 6,-
8,- Cornelis van Son Rad 6,-
Cornelis Gruijtershof Kind in de wieg Pieter Thoen Man op de kwakel
N. T. -,- Barend Pietersz. Versluijs Driekoningenkaars dubieus
Pieter Arijse van der Heul scheepje 6,- Klaas Jansz. Verbij 9 gekroond 6,-
6,- Maarten Verzijl Dordtse Maagd 8,-
Lucas Evertse de Jong Drie kruizen 6.- Gerrit Verschut Both 6,-
Steven de Jong Wapen van Gelderland 6,- Frans Verzijl Leeuw in de 6,-
Cornelis Kunst 32 gekroond 6,- Hollandse tuin
Jacob Claris Eierkorf 6,- Jacob de Vos Vos op zijn gat 15,-
Jacob de Vink Springend paard
Jan van Cassij Brandemmer 6,- Weduwe Maarten Dircksz. Drie lelies 6,-
6,- van Wijk 6,-
Cornelis Nanne van Leeuwen Hoed gekroond 6,- Jan Weldrager50 Lampetkan 6,-
gekroond
Pieter Benjamin Lens Comfoor gekroond 6,- N.T. -,-

Weduwe Cornelis van Leeuwen Melkmeid 6,-

Jan van Leeuwen D
Jacob Lunenburg WL gekroond49
Jan Nieuwveld Fruitben

Weduwe Jan Bastiaensz. BOW
Overwesel 6 gekroond
Cornelis Dircksz. Poorens

Kwaliteiten
ca. 165051

Porceleijne kwaliteit: bril, B gekroond, WS gekroond, ISB
Fijne kwaliteit: prins, posthoorn, II gekroond, CDP, TIP
Grove pijpen: Melkmeid
tot 1750
porceleijne kwaliteit: Molen, leeuw in de Hollandse Tuin
slegte kwaliteit: ster (onregelmatige aanvoer, niet gerenommeerd)
na 1750
porceleijne kwaliteit: both, zwijn, wapen van Batavia, W gekroond, AP gekroond, WS
gekroond, BVB, Leeuw in de Hollandse Tuin, molen
slegte kwaliteit: L gekroond, klaverblad

B.1

48  Samh, 2312, NT 1758, Personele Quotisatie 1742. Uitgevoerd 19 oktober en 7 november 1743. Het vermelde merk is het
merk dat in 1743 door de betreffende pijpenmaker gevoerd werd. Vier namen zijn niet leesbaar c.q. niet te herleiden op een
pijpenmaker.
49  Er was nog een Willem Lunnenburg die toen het merk het zeepaard voerde. Het lijkt vanwege het geringe belang van dat
merk onwaarschijnlijk dat het die Lunnenburg betreft.
50  Dit betreft vermoedelijk niet Jacob Weldrager die het onbekende merk de koetswagen voerde.
454 | 51  Duco, 2004, p. 79 en 86

Chronologische lijst bestuurders Goudse Gilde, 1600-1794.52

Naam Merk Gilde bestuurder in het jaar Werkzame periode
(weduwe tussen haakjes)
Steven Stevensz. de jonge ? 1660 1643-1660 #
Joris Jansz. de With ? 1660 1640-1670 #
Joost Witsius IW met ster 1660 1628-1670 (1668-1674)
Daniel Christiaansz. Van Hoorn posthoorn 1660, 1662, 1664 1635-1685
Jan Jacobsz. Coppedraaijer tulp 1662-1664 1643-1668 (1675)
Cornelis Ariensz ? 1662, 1668 1662- ? #
Jan Jacobsz. van der Aerden II gekroond 1663 1638-1690
Cornelis Ariensz. Broer ? 1663-1667, 1669-1671 1660-1684 #
Huijg Cornelisz. Knol Knol met HC 1664-1666, 1666-1671 1658-1674
Thiel Jansz. Proost TIP met twee sterren, geloof 1665, 1666 1636-1691
Jan Ariensz. Sonnevelt ISV 1665-1667, 1676, 1677 1647-1707
Pieter Ariensz. Boot ? 1667 - 1670 1660-1670 #
Cornelis Dircksz. Peck CDP met twee sterren 1667-1670, 1679, 1680 1645-1690 (1695)
Simon Maartentsz. Kunst SMK 1671, 1672 1660-1671 #
Barend Dircksz. Jonckhart Springend hert (1655-79) 1671, 1672, 1677-1684, 1655-1711
Melkboer(1679-83) 1691, 1693,1694, 1697-1702,
Jacobus Jacobsz. van Kleef Hartenaas gekroond (1655-67) 1704-1710 1658-1709
BDIH (1660-1711)
IVK 1672, 1673, 1675, 1678, 1679, 1655-1712
1691, 1692, 1694, 1695
Adriaen Jansz. van der Aerden AI gekroond (1655-1674) 1672-1674, 1676-1681, 1701, 1670-1690 #
Halve maan (1674-1712) 1702 1667-1681 (1683)
Hendrick Aelbertsz. De Vos ? 1673, 1674 1674-1708
Adrianus Dircksz. Jonckhart Hartenaas gekroond 1673-1675
David Isaacksz. Ree DIR 1674, 1680, 1681, 1686-1689, 1652-1708 (1712)
1693, 1696, 1698, 1699
Willem Stevensz. de Jonge WS gekroond 1675, 1676, 1678, 1679, 1681- ?
1687, 1689, 1690, 1692, 1693 1655-1706
David Isaacksz ? 1675, 1691,1692,1695
Klaes Cornelisz. van Os KCVO 1676, 1677, 1680, 1681, 1684, 1679-1684 #
1685, 1691, 1692 1655-1689 (1704)
Hendrick Jansz. Lepelaar ? 1679, 1680, 1682, 1683
Jan Thielen Proost ITP (1655-1689) 1681-1683, 1685-1689 1660-1701
Juk gekroond ( 1683-1689)
Pieter Dammasz. Krijger Klaverblad 1682, 1683, 1690, 1691, 1694, 1674-1722
1685
Jan Lambertsz. Schoon Wijnkan (1647) 1682, 1683, 1686, 1687, 1671-1709 B.1
Wijnton gekroond ( 1674-1686) 1689, 1690, 1692-1699, 1703,
Jacobus Jansz. de Vriend Drie ruiten gekroond ( 1686) 1704, 1706, 1707, 1709-1714, 1671-1691
Maerten Cornelisz. Caan ILS (1674-1686) 1716-1721
Jan Jansz. Verheekel 1684-1686 1667-1720
Trompet aan het lint (1671-1709)
EB (1672-?) 1684, 1685, 1688 1685-1702

Truweel 1684-1686, 1695, 1696, 1699,
MC gekroond 1700, 1704, 1705, 1717
1687, 1688
Duif gekroond

Huijbert Jacobsz. Bos Kruispijp gekroond

52  Sahm, NT 1603, Benoemingen van Gildebestuurders over de periode 1604-1795. Ontleend aan de kamerboeken (ac 1 inv.

nrs. 91-134). | 455

B.1 Naam Merk Gilde bestuurder in het jaar Werkzame periode
Cornelis de Lange (weduwe tussen haakjes)
Springende hond 1687, 1688, 1697, 1698, 1702, 1674-1709
Steven Hendricksz. van Steijn 1703, 1705, 1706, 1710, 1711,
Hendrick Willemsz. Proefhamer Meisje met SH (1667-1675) 1713, 1714 1667-1707
David Isacksz. Ree SHVS (1670-1707) 1688, 1689 1663-1715
Barent Hooghhart Druiventros gekroond (1663- 1674-1708
Jan Cornelisz. van Geneve 1710) 1689-1694 ?
Jan Jacobsz. Lunenburg DIR 1681-1711
? 1690 1674-1726 (1727)
Steven Willemsz. de Jonge Schoen gekroond (1681-1711) 1690
Jan Teunisse Bouman Juk gekroond (1709-1711) 1693, 1694 1670-1706 (1713)
Jan Pietersz. Schoonevelt Kievit 1675-1704
1695, 1696, 1698-1706, 1708, 1674-1728
Matthijs Gerritsz. van Rijphuijse SS gekroond 1709, 1712-1717, 1719, 1720,
Claes Lourensz. de Vroom 2 duiven gekroond 1724-1726 1693-1735 ( 1749)
1696, 1697, 1700, 1701 1687-1725 (1726)
Johannes Reiniersz. Blom SV monogram (1674-1728) 1696, 1697, 1702, 1703, 1726,
Pieter Jansz. de Jong Halve maan (1674-1686) 1727 1682-1716
PS monogram (1720-1723) 1697, 1698, 1700, 1701, 1703- 1699-1729
Wouter Teunisz. Gouderack Wapen van Haarlem 1705, 1707, 1708, 1712, 1713,
Gillis Gerritsz. de Knippel 1715-1722 1707-1712 #
Kerkkroon 1699, 1700, 1709, 1710, 1725, 1696-1739
Willem Tijsz. Slingerlant 1727, 1728
Machiel Jansz. Metfoort Brandemmer (1682-1683) 1701, 1702, 1705, 1706, 1708, ?
Jan Crijnen Verhekel IRB (1683-1716) 1709, 1713, 1714, 1717, 1718, 1703-1746
Gerrit de Liefde PDI (1699-1701) 1720, 1721 ?
Arij Jacobsz. Danens D ongekroond (1699-1729) 1703, 1704, 1710, 1711, 1714, 1713-1727
Cornelis Teunisz. Bouman 1715 1697-1722
Isack Pietersz. van Holland ? 1706, 1707, 1709-1711, 1714, 1686-1727 (1748)
Dirk Jacobsz. Slangenburg IGK (1686) 1715, 1718, 1719, 1722-1724, 1701-1729 (1744)
Pieter Arijse van der Heul Hostie (1698-1710) 1727-1730 1698-1740
Arij de Moor Wapen van Gouda (1710-1739) 1707, 1708, 1712, 1713 1696-1757
Passchier Arijse Fortuijn ? 1707, 1708, 1711, 1712, 1723, 1695-1744
Isaak Pietersz. van der Kleij ES gekroond 1724, 1726, 1727, 1736 1706-1733 (1734)
Klaas Jansz. Verbij 1736 Overman van het gilde 1706-1732
? 1711, 1712, 1715, 1716 1713-1751 (1760)
Trekzaag gekroond (1713-1714) 1715, 1716, 1718, 1719, 1723,
Kruis gekroond (1715-1727) 1724, 1728
Molen 1716
Wijnton gekroond ( 1686-1720) 1717, 1718
Drie ruiten gekroond (1686-1727)
IPH monogram ( 1703-1713) 1719-1721
Bril gekroond (1713-1729) 1720-1727
Weegschaal
PVH (1696-1718) 1721, 1722, 1724, 1725
Scheepje(1718-1757)
ADM ( 1695-1700) 1722, 1723, 1726, 1727
Roos gekroond (1695-1744) 1722, 1723, 1737-1739
Fortuin
theetafel 1725, 1726, 1729, 1730
9 gekroond
1725-1732
1728, 1729
1728-1735, 1737, 1738

456 |

Naam Merk Gilde bestuurder in het jaar Werkzame periode
Cornelis Nanne van Leeuwen 1729, 1730, 1732, 1733, 1736 (weduwe tussen haakjes)
Maarten Dircksz. van Wijk CVL monogram (1705-1708) 1705-1749 (1753)
Johannes de Vriend Hoed gekroond (1705-1749)
Jan Arijsz. Danens Drie lelies 1730, 1731, 1733, 1734, 1738, 1710-1740 (1745)
Gerrit Verschut 1739
Gerrit Bouman ? 1731 -1729 #
Klaverblad (1758-1778) 1731-1736 1720-1778 (1781)
Anthonie Jansz. Sodaan Molen ( 1722-1759) 1736 Overman van het gilde
Jacob de Vink Both 1731, 1732, 1737, 1739, 1740, 1722-1772
Lucas Everts de Jong 1742-1751, 1753-1757
Pijpenton (1720) 1732, 1733, 1735, 1736 1720-1767 (1777)
Jacob de Vos GB gekroond (1720)
Wijnton gekroond (1720-1767) 1733, 1734, 1737 1696-1741 (1751)
Lieve Pijl AIS (1696) 1725-1776
Isaac Reijnierse Blom Laars (1696-1741) 1734, 1735, 1737 1719-1761 (1769)
Steven de Jong Springend paard (1725-1776)
Wijnton gekroond (1759) 1734, 1735, 1738-1744,
Jan van Cassij 33 gekroond ( 1719-1736) 1746-1751
Abraham de Vet Drie kruizen gekroond ( 1737-
Abraham Eling – de oude 1747) 1735, 1736 1729-1755 (1777)
Arent Willemsz. Brammert Slang (1744-1761)
Hendrik Nieuwland Pijp gekroond ( 1756-1761) 1736 1724-1753 (1755)
Vos op zijn gat (1729-1755) 1737, 1740, 1741 1702-1755 (1761)
Cornelis Kunst Cinq (1737-1747)
Cornelis Stevensz. de Jong HHH ( 1747-1757) 1738, 1739, 1741, 1742 1734-1762
Zwijn (1723-1755)
Teunis van Dijk Burg (1702-1755) 1738-1745 1720-1762
Jan Puijt * Roos gekroond (1748-1755) 1740, 1741, 1743, 1744, 1747, 1729-1756
Cornelis Gruijtershof SH gekroond (1734-1738) 1748
Pieter Lijn Wapen van Gelderland (1738- 1740, 1741, 1762, 1763, 1730-1771 (1782)
Jan Houtam 1762) 1767-1769
Pieter Benjamin Lens brandemmer 1742, 1743 1709-1766 (1779)
Willem Jacobse van Dalom Wapen van Amsterdam 1742. 1743, 1746, 1747, 1749, 1736-1774
1750, 1752, 1753, 1755, 1756
parel
1744, 1745 1729-1750 (1755) B.1
WS gekroond 1744, 1745, 1747, 1748, 1750, 1733-1781
33 gekroond ( 1736-1766) 1751, 1753, 1754, 1757, 1758, | 457
Kievit (1756-1761) 1764-1766 1733-1781
67 gekroond (1766-1774) 1745, 1746 1738-1778 (1780)
32 gekroond 1745, 1746, 1749-1759,
SS gekroond 1767-1777 1734-1771 (1773)
1746, 1747 ?
61 gekroond 1748 1733-1786
Bijl gekroond (1738-1763) 1748, 1749
Trompetter (1769-1778)
Kind in de wieg 1749, 1752, 1753, 1756, 1757 1730-1779
?
Turfmand gekroond (1733-1780) 1750, 1751, 1754, 1755, 1720-1777
Duif gekroond (1761-1775) 1764-1766
PL (1730-1743)
Comfoor gekroond (1730-1779)
16 gekroond

Naam Merk Gilde bestuurder in het jaar Werkzame periode
Jan Leendertsz. Marenhoef (weduwe tussen haakjes)
Abraham Venendaal IMH (1710-1711) 1751, 1752, 1754, 1755 1710-1756 (1759)
Jan van Leeuwen 1747-1793 (1803
Trompetter( 1711-1756)
Jan van Beek 1725-1771 (1773)
52 gekroond (1747) 1753, 1754, 1757, 1758, 1760,
Coenraad Isacksz. Blom 60 gekroond (1747-1793) 1761 1745-1780
Willem de Jong *
Pieter Thoen Job op de mesthoop (1770-1793) 1748-1798
Joris de Liefde * 1748-1795
Andries van Houten 53 gekroond (1725-1729) 1756, 1757, 1760, 1761, 1739-1777 (1778)
Andries van Dijk
Anthonie Goudenaarde D (1729-1755) 1763-1766 1749-1799 (1807)
Matthijs van der Helm D gekroond (1745-1771)
Aart Brammert 1745-1811
46 gekroond (1753-1754) 1745-1788
Jan Boms *
Andries Brem * 27 gekroond (1745-1758) 1758, 1759, 1761, 1762 1763-1803
Teunis Brammert * 1736-1774 (1776)
Joris van der Dus Truweel (1753-1768)
Jacob Bos Wapen van Zutphen (1752-1764) 1735-1772 (1793)

IVB (1758-1773) 1753-1792 (1806)

Burg (1755-1787) 1758-1766 1759-1819

43 gekroond (1760-1778) 1762-1774 (1776)
1748-1807
Ruiter te paard (1748-1795) 1758-1766, 1770-1776 1771-1794 (1795)
SB gekroond(1795)

Man op de kwakel (1739-1754) 1759, 1760

Zeeuwse rijksdaalder (1760-1773)

Trompet gekroond (1773-1776)

29 gekroond (1749-1750) 1761, 1762, 1767-1773
Schaatsenrijder (1750-1799)

Man in de boot (1761-1799)

31 gekroond (1745-1773) 1762, 1763

73 gekroond (1773-1802)

80 gekroond (1745-1747) 1765-1767

Visser (1747-1781)
61 gekroond (1781-1788)

GVK (1763-1803) 1767-1769

75 gekroond (1772-1803)

VH gekroond (1736-1774) 1767-1769

PLK (1774-1776 weduwe)
Liggende Leeuw (1761-1774)

45 gekroond (1735-1748) 1768-1771

71 gekroond (1748-1760)

9 gekroond (1760-1772)
6 gekroond (1772-1793 weduwe)

Hond in de pot (1753-1759) 1770-1784

TD gekroond (1759-1772)

Dubbel kruis (1753? -1778)

K ongekroond (1759-1819) 1770-1790
A gekroond (1795)

PB gekroond (1801-1819)

AP monogram (1762-1774) 1772, 1773

B.1 62 gekroond (1772-1775)

Drie ruiten gekroond (1748-1804) 1774-1776

Schaatsenrijder (1803-1807)

Wapen van Gelderland (1771- 1774-1778, 1785-1787
1773)

Koning David (1773-1794 (1795
weduwe)

Laars (1794-1795 weduwe)

458 |

Naam Merk Gilde bestuurder in het jaar Werkzame periode
(weduwe tussen haakjes)

Jan Pietersz. Versluijs AP gekroond (1744) 1777-1787 1744-1800
Lam onder de boom (1744-1800)
Barend de Jong PVS (1755-1773) 1777-1780, 1788-1794 1776-1808 (1810)
Teunis van Son Wapen van Zutphen (1718-1779) 1778, 1779, 1792-1794 1760-1761,
Bartholomeus de Pier 1779-1790, 1792-1794 1773-1813 (1818)
Pieter Stomman VH gekroond (1776-1808) 1780-1794 1772-1836
PLK (1781-1808)
Cornelis van Leeuwen 1781-1787 1770-1839
Abraham Passet Duif gekroond (1775-1813) 1788-1791
Dirk van der Want Pzn. Turfmand gekroond (1780-1813) 1788-1791 1771-1794 (1821)
Gerrit Houbraak 1791-1794 1778-1831
Leendert Slobbe Roemer (1772-1774) 1791-1794 1763-1808 (1818)
BWB (1772-1834) 1766-1818 (1819)
IVB (1818-1821)
1766-1823
96 gekroond (1770-1838)
54 gekroond (1777-1833)
Leeuw in de Hollandse tuin
(1820-1821)
L gekroond (1821-1832)
16 gekroond (1832-1842)
W gekroond (1838-1839)

D gekroond (1771-1794)
46 gekroond (1774-1779)

Wapen van Amsterdam

Speelman (1763-1808)
Wapen van Batavia (1790-1808)

Fortuin (1785-1796)
B gekroond (1776-1783)
P gekroond1796-1818)

Haan

De met # gemerkte data komen uit van der Meulen, J., 2003. Goudse pijpenmakers en hun merken, p. 104-108.

De met * gemerkte namen komen ook voor op de gilde kist uit 1773 (collectie Museum Gouda).

B.1

| 459

Pijpenmakers die meer dan 60 tonnen klei kochten in de periode 1664-1670.53

Naam merk Aantal tonnen
120
Jan (Jacob) Abrahamsz. IA gekroond 150
80
Ouwen Andriesz. OA met twee sterren 100
90
Simon Simonsz. Baers SB ongekroond 75
Steven Woutersz. Bel SB gekroond met ster 90
Andries Jans van den Bergh ? 90
Neeltje Bloc ? 100
90
Claes Jansz. Bos Koning David 100
120
Jan Willemsz. van Bruggen Prins, IWB, Melkmeid 90
120
Jan Jacobsz. Coppendraijer tulp 260
Abraham Divorne ? 80
Lijsbeth Dongen ? 120
Jacob Jansz. de Haas Leeuw in de Hollandse Tuin 80
90
Pieter Cornelisz. den Hagenaar PKH 80
75
Simon Andriesz. Haukes ? 100
100
Jan Hendricksz. ? 200
Steven Hendricksz. ? 90
Weduwe van Jonge Jan ? 72
Hendrick Jansz. ? 140
80
Jeroen Jansz ? 80
240
Pieter Jansz. ? 95
Jan Jonasz. ? 90
Willem Stevensz. de Jonge WS gekroond 90
Jan Willemsz. lunenburg ? 80
120
Huijgh Cornelisz. Knol Knol met HC 160
115
Jan Michielsz. Metfoort pelikaan 130
170
Michiel Metfoort ? 80
Jacob Michielsz. ? 300
Jan Jacobsz. de Mol huismerk 100
Jan Malierts ? 115
150
Klaes Cornelisz. van Os KCVO

Cornelis Dircksz. Peck CDP met twee sterren

Ewout Pietersz. EP
Diewertge Rasen (weduwe Willem Lambertsz. Weldrager) Hamer met W W
Jan Jansz. Rosenboom visser
Arien Sonnevelt ?

Willem Stevens ?

Hendrick Stevensz. ?

Jan Sonnenvelt ?
Cornelis Jacobsz. Vergouw CIVG met ster
Davidt Jansz. Vermaect ?
Jan Jonasz. de Vriend II gekroond

B.1 Jonas Jansz. de Vriend hand

Weduwe Joost Wissen ?
Evert Joosten Witsius EIW met twee sterren

460  | 53  Goedewaagen, 1941, p 55-56.

Pijpenmakers met een eigen oven

Anthonie Soufree de eerste die van de nieuwe regeling gebruik maakte en een eigen oven
liet bouwen.54 In 1760 toen er een groot conflict speelde tussen de pijpenmakers en de
pottenbakkers werd de Maatschappij der Pijpenbakkers opgericht.55 Tot de oprichters behoorden
Frans Verzijl en Jacob Claris en mogelijk Willem de Jong, Coenraad Blom, Jan van Beek, en
Pieter Thoen, vooraanstaande pijpenmakers en merendeels bestuurders van het gilde. In 1783
werd de maatschappij formeel gesplitst, terwijl al van 1773 af de twee ovens als onafhankelijke
bedrijven werden gezien. De Hespel werd eigendom van de pijpenmakers Jan Soufreu, Jan van
Beek , Willem de Jong, Joris de Liefde, Hendrik Bos, Joris van der Dus en Arij Versluijs. De veel
grotere oven de Gouden Leeuw was eigendom van Frans Verzijl, Coenraad Blom en Cornelis van
Leeuwen. Rond 1800 stierven nagenoeg alle leden en verdween de maatschappij.
  Jan Puijt was tot aan zijn dood in 1778 ook een lid van de maatschappij. Barend van Berkel,
Jan van Leeuwen en Jacob Claris zijn mogelijk ook lid van de maatschappij geweest. Abraham
van den Berg beëindigde zijn lidmaatschap voor 1767.

Belangrijkste pijpenmakers/handelshuizen in de 18e eeuw:
Frans Verzijl, Jan Arijsz. Danens, Arij van Houten die ook tabakshandelaar waren en Jan van
Leeuwen en Jacob de Vos.56

B.1

54  Dit is vastgelegd in een overeenkomst tussen het pijpenmakers- en pottenbakkersgilde, waarin tevens het bakloon van 6 | 461
cent per pijpenpot wordt geregeld. Het vervaardigen van pijpenpotten blijft aan de pottenbakkers voorbehouden. Duco, 1978,
p. 8 en 19.
55  Loo, 1991, p. 57-77.
56  Duco, 1992, p. 32.

Bijlage 2: Statistieken

De betrouwbaarheid van de statistische gegevens
Uit de 17e en de 18e eeuw is er weinig statistisch materiaal voorhanden en ook de volledigheid en
betrouwbaarheid van de gepresenteerde cijfers laat nogal te wensen over. Dit komt ondermeer
door de manier waarop data werden verzameld en geregistreerd en door onderregistratie.
Knoppers en Snapper noemen “de officiële en semiofficiële handelsdocumenten, in het bijzonder
de documenten betreffende tarieven, tollen en rechten, in vele gevallen praktisch onbruikbaar
vanwege de ontduiking en de fraude”.57 Pijpen hadden bovendien een klein volume en werden
daardoor vaak in het geheel niet geregistreerd. Ook de pijpen die door schepelingen voor eigen
rekening meegenomen werden zijn niet in de statistieken terug te vinden. Dat is onhandig voor
de onderzoeker van nu, maar voor de export van de pijpen was het zeer gunstig. Ook bij de
Rijntollen was er duidelijk sprake van onderregistratie.58 Als er over de pijpen die over de Rijn
vervoerd werden volledig tol had moeten worden betaald – er waren in de 18e eeuw 38 tollen
tussen Dordrecht en Straatsburg – dan was de verbreiding van de Goudse pijpen in Zuid-Duitsland
en in Zwitserland niet zo groot geweest als nu uit opgravingen blijkt59.
  Een ander voorbeeld zijn de Sontregisters. Van de belangrijke handel op de Oostzee in de
17e en 18e eeuw heeft de pijpennijverheid sterk geprofiteerd. Het is dus aannemelijk dat in
de Sontregisters, waarin de lading van schepen werd opgetekend, een aanzienlijk transport
van pijpen zou zijn geregistreerd. Immers in bijvoorbeeld de periode 1630-1650 passeerden
er gemiddeld circa 1000 schepen per jaar de Sont, waarvan de kapiteins een Nederlandse
thuishaven hadden.60 Echter pijpen zijn nauwelijks geregistreerd in de Sontregisters, zoals uit de
in bijlage 2 opgenomen tabel duidelijk te zien is. Pijpen vormden veelal slechts een klein gedeelte
van de lading, die niet werd geregistreerd en waarover dus geen tol werd geheven.
  Ondanks onderregistratie en andere problemen die de statistieken in absolute zin weinig
bruikbaar maken is het hier toch als zinvol geoordeeld om in beperkte mate gebruik te maken
van statistieken omdat deze in relatieve zin een beeld geven van de handel en bovendien in een
aantal statistieken gegevens vermeld worden over de handel en handelaren. De door Knoppers
en Snapper aangehaalde opvatting van Clark dat binnen één statistische bron uitgegaan zou
kunnen worden van een zekere constante verhouding tussen gesmokkelde goederen en goederen
die geregistreerd zijn lijkt voor de handel met pijpen te optimistisch.61 Statistische gegevens
kunnen voor de 18e eeuwse bronnen dan ook niet met genoeg scepsis worden bekeken en met
voorzichtigheid worden gebruikt.

B.2

In 1753 is voor zowel de Admiraliteit op de Maaze als voor de Admiraliteit van Amsterdam een

57  Knoppers & Snapper, 1978, p. 117-118.
58  Prooye, 1990, p. 35.
59  Leemans, Gelderse Tollen , p. 7-9. Niet bij alle tollen moest betaald worden, er waren ook tolvrijheden. Gouda kende
bijvoorbeeld tolvrijheid voor een aantal Rijntollen. Zie bijvoorbeeld de resultaten van de opgravingen in het Kanton Bern in :
Heege, 2011, p. 32-33.
60  Snapper, 1988, p. 421.
462 | 61  Clark, 1938, p. 34.

exportstatistiek voor de pijpen beschikbaar.62 Daarmee is er nagenoeg een volledig beeld van de
gehele Nederlandse kleipijpen export in dat jaar, voor zover deze geregistreerd is. Ook in de jaren
daarna zijn voor een aantal jaren statistische gegevens beschikbaar (zie bijlage 2).
  Na 1753 zijn alleen voor het jaar 1789 voor beide Admiraliteiten cijfers beschikbaar. Worden
deze cijfers opgeteld dan is de totale geregistreerde export een kleine 66.000 gros, ofwel ca 9,5
miljoen stuks. Vergelijking met de productieaantallen zoals berekend in hoofdstuk 2.9.1 laat zien
dat de geregistreerde export slechts een deel geweest kan zijn van wat werkelijk geëxporteerd
werd. Als aangenomen wordt dat de uitvoer voor eigen rekening niet werd geregistreerd dan kan
dit slechts een deel van het verschil verklaren.

In- en Uitvoer Admiraliteit op de Maaze en van de Admiraliteit van Amsterdam

In en uitvoer uit Rotterdam in het jaar 1753.63

Jaar inkomend uitgaand
1753 998 : 5 : - 48747 : - : -

Uitvoer Admiraliteit op de Maaze in overige jaren64 Duitsland en daar- Naar Brabant Rendement der
jaar Over zee, langs Wadden en Zeeuwse stromen onder begrepen rechten
landen
1784 Kisten en kistjes Manden Waarde Waarde 538:16:-
1785 1.556 7.123 24.903 Waarde 326 629:17:-
1.512 6.845 27.719 1.711 264
1786 3.510 610:11:-
1787 1.529 6.937 25.563 340 496:09:-
1788 1.150 6.879 21.098 4.625 731 539:05:-
1789 1.589 5.537 23.929 2.994 413 572:16:-
1790 1.536 7.818 25.500 2.621 212 650:02:-
1791 1.611 7.357 29.448 2.929 252 641:07:-
1792 1.661 6.606 28.743 2.804 608 607:18:-
1793 1.390 9.489 26.297 2.717 583 468:13:-
880 6.923 18.064 3.516 1.149
4.219

B.2

62  De Vries, 1963, p. 236 en 1965, p. 279 ; Algemeen Rijksarchief Den Haag: Verzamelinventaris 2.21.06. coll. Nr. 51 | 463
Goldberg nr. 189,190, 208 deels ook opgenomen in: Nierop, 1915, tabel bijlage B. ; Dobbelaar, 1921, p. 225.
63  Dobbelaar, 1921, p. 225.
64  De Vries, 1963, p. 236, 1965, p. 279.

Export in guldens via Amsterdam65

Jaar 1753 1789 1790 1791 1792 1793 1802 1803 1804 1805 1806 1807 1808 1809
340 295 1125 38245 45527 57388 5465 4832 4265 610
Potugal 780 10 855 1275
1295 200 10955 8699 11358 9838
Spanje 1772 1523 840 5104 1125 210 20 7765 6955
1655 1995 9500 33773 9623
Frankrijk 7139 5072 4677 2400 1529 19797 9985
Duitsland 2792 998 1066 29940 13132 2205
Rijnvaart 1851 1255 210 135 7887 2560
Middellandse 1485 20078 338 7612
Zee, Levant, 440 240 170 13744 14059 3728 750 36843
Barbarijen 571 3458 4939
190 95 3841 190
Hamburg, 25025 10699 14005 17507 13193 66948 48662 36607
Bremen, 14927 860
30 40 3350 3068 71740
Kleine Oost 19356 13021 182 85

Engeland 45976 36414

Dene-marken,
Noorwegen
Zweden

Moscovie 1101 3060

Brabant, 59195 1012 314
Vlaanderen 37067 38448
Buiten Europa

Totaal

Naast deze gegevens uit de collectie Goldberg is alleen nog bekend dat in het jaar 1774 voor f
32.333 aan pijpen uitgevoerd werd uit de haven van Amsterdam.66

Invoer van pijpen in Rotterdam.67

jaar Kisten en kistjes gros waarde Rendement der rechten
1785 315 1.450 72:10:-
1786 198 170 976 48:16:-
1787 316 19 1.479 73:19:-
1788 11 95 59:10:-
1789 146 6:13:-
1790 23 99 33:05:-
1791 36 51:02:-
1792 34:13:-
1793 12:12:-

Invoer van pijpen via Amsterdam in guldens. 68

Jaar 1753 1789 1790 1791 1792 1793 1796 1797 1798
gulden 979 5207 2431 1201 1576 924 930 1204 895

B.2 Jaar 1802 1803 1804 1805 1806 1807 1808 1809
gulden 466 1454 615 370,5 819 1396 1864 438

65  Algemeen Rijksarchief Den Haag: Verzamelinventaris 2.21.06. coll. Nr. 51 Goldberg nr. 189,190, 208 deels ook
opgenomen in: Nierop, 1915, tabel bijlage B.
66  Posthumus, 1913, p. 525. Dit betreft alleen de haven van Amsterdam en niet de gehele Admiraliteit. De Vries, 1963 , p.
189.
67  De Vries, 1963, p. 236, 1965, p. 279.
68  Algemeen Rijksarchief Den Haag: Verzamelinventaris 2.21.06. coll. Nr. 51 Goldberg nr. 189,190, 208 deels ook
464 | opgenomen in: Nierop, 1915, tabel bijlage B.

Buitenlandse statistieken

Doorvoer door de Sont.69

jaar bestemming Hoeveelheid/ waarde herkomst
1635 Zweden 1 kist
Denemarken 1 mand Nederland
1646 2 kisten tabakspijpen Nederland
2 kisten Amsterdam
1755 Oostzee 0,5 Daalder en 18 Shilling Amsterdam
1769 Rostock 15 Shilling

Duitsland:

Invoer van pijpen in Tönning.70

jaar Meegebracht door Tonnen Manden Kisten
1681 7 van de 15 Schippers 100 3 2
1682 7 van de 10 Schippers 175 4
1684 122
1686 93 6
1687 >137
1772 18,25 36

Invoer in Hamburg71 (* = vaten of tonnen)

Noordelijke Nederlanden Zuidelijke Nederlanden
Diversen
Jaar Manden Kisten Tonnen Vaten Trommel

1778 7.717 51 164 5 235 ko
1779 8.739 84 227
1780 11.677 121 116 12 110 ko
1781 10.766 41 232 169
1782 9.933 187 93 165 1 445 ko; 11 k
1783 14.109 96 215 195
1784 14.830 92 138 132 150 ko
1785 12.837 100 67 39
1786 11.674 57 227 29 1.505 ko; 10 k; 19 t
1787 7.200 21 62
1788 11.887 44 * 159
1789 9.329 25 120

1790 11.906 23 * 122
1791 10.211 26 * 126
1792 9.013 19 * 126
1793 12.866 26 245
1794 6.892 4.481 * 144
1795 12.402 18
1796 13.651 59

1797 16.535 175 74 B.2

1798 11.495 101 | 465

1799 8.576 105

1800 17.172 218 * 227

1801 12.937 246 * 71

1802 10.251 156 3

69  Bang, Tabeller; http://www.soundtoll.nl/public/cargoes.php?id=250026
70  Witte, 1998, p. 56-58.
71  Röhlk, Schiffahrt, deel II, p. 137-138.

Polen:

Invoer van pijpen in de haven van Królewca (Königsberg, Polen)72

Jaar Hoeveelheid Jaar Hoeveelheid
1621 3 vaten 1637 172 Rijks Thaler
200 Rijks Thaler
1627 64 Rijks Thaler, 230 stuks 1638 2 pond en 4 Rijks Thaler

1629 15 Rijks Thaler 1639

1635 2250 stuks

Invoer van pijpen in de haven van Kołobrzegu (Kolberg, Polen) van 1657-1765 uit Amsterdam.73

Jaar Hoeveelheid Jaar Hoeveelheid
1657 10 Thaler en 7 tonnen 1735 978 gros
1663 27 Thaler 1740 2 kisten en 494 gros

1668 80 Thaler, 3 tonnen en 15 gros 1744/45 372 gros

1673 9 tonnen 1749/50 482 gros en 43 manden
1677 14 tonnen, 320 gros en 3 manden 1754/55 8 kisten, 25 gros en 49 manden
1720 374 Thaler en 74 tonnen 1759/60 15 gros
1725 57 Thaler, 2 tonnen en 64 gros 1764/65 32 gros

1730 36 tonnen, 70 gros en 50 manden

Invoer van Pijpen in Elblag (Elbing, Polen) 1654-1698.74

Jaar Schip afkomstig uit Hoeveelheid Hoeveelheid
(Nierop) (Zimmermann)
10 florijnen
1638 Amsterdam 3 ½ tonnen
1 ton
1645 Amsterdam 8 tonnen
1649 Amsterdam 50 Rijks Thaler
1650 Amsterdam 1 ton
1651 Amsterdam 4 tonnnen

1652 Amsterdam 1 ton
412 florijnen
1654 Amsterdam 4 tonnen Pro schipper unndt volck ¾ tonnen
1657 1 ton Pro Schipper undt Volck 15 florijnen
Harlingen 25 florijnen
Vlieland 12 florijnen en 1 ton
Amsterdam 12 florijnen
Harlingem 2 tonnen
Gdansk 87 florijnen, 2 kisten, 5 tonnen
9 tonnen
1658 Terschelling 48 florijnen
30 florijnen
1660 Amsterdam 3 tonnen
1663 Amsterdam 5 tonnen
1664 Amsterdam ½ ton
1669 Amsterdam 8 tonnen

1670 Amsterdam

B.2 1671 Amsterdam

1672 Amsterdam
1674 Amsterdam
1675 Amsterdam
1676 Amsterdam

1677 Amsterdam

72  Zimmermann, Fajki Z Badan, S. 23.
73  Zimmermann, Wybrane, S. 8,9.
466 | 74  Lindblad, pound-toll registers. Zimmermann, Fajki Z Badań, p. 20-23.

Jaar Schip afkomstig uit Hoeveelheid Hoeveelheid
1678 (Nierop) (Zimmermann)
1679 Amsterdam 7 tonnen
1680 Kopenhagen 3 tonnen 2 tonnen, 1 mand
1681 Amsterdam 24 florijnen 16 tonnen, 408 dozijn
1682 Amsterdam 8 gros fijne 7 tonnen, 1 mand
1683 Amsterdam 45 florijnen 7 manden
1685 Amsterdam 4 manden 28 florijnen, 4 tonnen
Amsterdam 1 mand 7 tonnen
1686 Amsterdam 3 tonnen 24 florijnen, 4 kisten, 1152 stuks
1687 Amsterdam 135 florijnen
Amsterdam 8 tonnen 4 tonnen
1688 Amsterdam 45 florijnen, 4 manden
1689 Amsterdam 7 tonnen + 1 mand + 8 midden
1690 Amsterdam 18 tonnen 2 manden
1691 Harlingen 1 ton waard 50 florijnen 3 tonnen
Rotterdam 7 mandjes
1692 Pillau 135 florijnen
1693 Vlieland 4 manden
1694 Pillau 3 tonnen 45 florijnen, 4 manden
1695 Ameland 1ton 125 florijnen, 6 manden
1698 Amsterdam 2 tonnen 11 manden, 1 ton
Amsterdam 10 kleine manden 1 mand
Amsterdam
Amsterdam 39 manden
Amsterdam
Amsterdam 4 manden
Amsterdam 7 tonnen
Gdansk 2 manden, 2 kisten
Amsterdam 2 grote pakketten
Amsterdam 1 mand
Amsterdam
Amsterdam 350 florijnen
Amsterdam
Amsterdam
Amsterdam
Amsterdam
Amsterdam

Invoer pijpen in Elblag (Elbing, Polen) 1701-171275

Jaar Schip afkomstig uit Omschrijving
Pijpen voor 70 florijnen
1701 Amsterdam 5 tonnen
1 ton
1702 Amsterdam 480 dozijn
15 tonnen + 782 dozijn
1708 Riga 1 ton + voor 50 florijnen B.2
1709 Kopenhagen Pijpen voor 90 florijnen
1711 Amsterdam
Amsterdam

1712 Amsterdam

75  Zimmermann, 1994, S. 43. | 467

Litouwen:

Invoer van pijpen in de haven van Klaipėda (Litouwen) 1664-1711.76

Jaar Schip afkomstig uit Omschrijving Door
1664 Bemanning
Amsterdam 1 ton

? 2 tonnen

1666 Terschelling 1 ton

Kołobrezeg (PL) 2 tonnen 1 kist van koopman Andreas
Kopenhagen 2 tonnen Möhlenbeck
Lübeck ½ ton + 2 kisten

1667 Amsterdam ½ ton

Lübeck 2 tonnen Koopman Berendt Wörger

1668 Amsterdam 3 ½ tonnen Deels van koopman Johann de Meers
1669 Amsterdam 4 tonnen
Amsterdam 28 kisten van 26 gros koopman
1670 Amsterdam Pijpen met waarde van 25 florijnen Inclusief voor 15 Poolse florijnen
van koopman M.J. de Jonge, verder
bemanning

Lübeck 2 tonnen met een waarde van 38 florijnen

1671 Amsterdam 3 tonnen van 10 florijnen + pijpen voor 18 florijnen
1673 Lübeck 2 tonnen van 12 florijnen; 6 tonnen van 10
florijnen; 2 tonnen van 8 florijnen.
Lübeck 20 manden ter waarde van 50 Reichsthaler + 1 ton Ton van handelaar Christopf Daniel

Stolzener

1675 Amsterdam 1 ton + ½ ton met waarde van 2 Reichsthaler Ton: bemanning; ½ ton: handelaar
Friedrich Gramsdorf

1676 Amsterdam 6 tonnen Handelaar Jacob Reincke 1 ton (8
florijnen); handelaar Jacob Zimmermann
1677 Amsterdam 1 ton 1 ton (3 florijnen); bemanning 4 tonnen
1678 Amsterdam Pijpen voor 8 florijnen
Bemanning

Voor 1 ½ florijn van koopman Peter
Eichert

1679 Kołobrezeg (PL) 1 ton met waarde 15 Poolse florijnen Koopman Friedrich Liebherr

1681 Amsterdam ½ ton + pijpen ter waarde van 10 florijnen ½ ton: bemanning; rest koopman Peter
1708 Eichert
Lübeck Pijpen ter waarde van 6 Reichsthaler
Amsterdam 44 manden + 2 tonnen + pijpen voor 75 florijnen Waarvan 34 manden voor 75 florijnen
van M. J. de Jonge

1709 Amsterdam 12 manden ter waarde van 129 florijnen Inclusief door bemanning voor 79
florijnen + 12 manden

1710 Lübeck Pijpen voor 2 florijnen Bemanning
Hull Pijpen ter waarde van 72 florijnen Koopman Johann Gottschalck
Amsterdam Totale waarde 178 florijnen 50 florijnen: M.J. de Jonge; 30
florijnen: Moses Jacobson; 50 florijnen:
B.2 bemanning

1711 Lübeck 1 mand + pijpen voor 39 florijnen Koopman Anton H. Naht

Amsterdam Pijpen voor 150 florijnen Jacob de Jonge Salomon
Amsterdam Pijpen voor 60 florijnen Izaac Wulff

468 | 76  Zimmermann, 1994, p. 41-43.

Frankrijk:

Invoer in Frankrijk volgens Morineau77

Tussen haakjes het geschatte gemiddelde aantal op basis van de gemiddelde prijs in de bekende jaren.

jaar gros Waarde milliers livres- tournois

1750 >20.000 44

1751 [13.500] 44

1775 23.133 92

1776 33.955 101

1777 16.593 50

Invoer in Frankrijk uit Collection Bruyard78

Tussen haakjes het geschatte gemiddelde aantal op basis van de gemiddelde prijs in de bekende jaren.

jaar gros Waarde (Livres)
1767 [8.289] 27.268
1768 [13.080] 42.675
1769 [11.759] 38.303
1770 [14.213] 46.295
1771 11.120 37.877
1773 11.181 32.929
1774 16.805 57.401

77  Morineau, 1965, p. 129, 214. B.2
78  Collection Bruyard. (122), NEHA.
| 469

Bijlage 3: Aantallen pijpenmakers met een eigen merk in Gouda79

De aantallen uit kolom 2 zijn berekend op basis van de tabel van Duco (Duco, 2003, p. 209-228).

In kolom 3 zijn de aantallen opgenomen zoals die uit de gildeadministratie bekend zijn (Duco,

1978, p. 157-158). De overige kolommen zijn weer gebaseerd op Duco, 2003, p. 209-228. Op

basis van de huidige kennis vertoont de gildeadministratie een duidelijke onderregistratie.

Jaar Aantal Aantal Aantal gestart Aantal beëindgd Saldo gestart/ Gemiddeld duur werkzaam
(Duco, 2003) Gilde administratie beëindigd na start
1617 1 0
B.3 1618 1 0 0 1 9
1619 1 0 0 0 -
1620 1 0 0 0 -
1621 1 0 0 0 -
1622 1 1 0 0 -
1623 2 0 0 1 12
1624 2 2 0 0 -
1625 4 1 0 2 25
1626 5 0 1 1 8
1627 4 0 0 -1 -
1628 4 2 0 0 -
1629 6 0 0 2 38
1630 6 2 0 0 -
1631 8 0 0 2 29
1632 8 2 0 0 -
1633 10 1 1 2 16
1634 10 0 1 0 13
1635 9 4 0 -1 -
1636 13 1 0 4 46
1637 14 2 0 1 56
1638 16 3 0 2 27
1639 19 0 0 3 46
1640 19 4 1 0 -
1641 22 1 0 3 23
1642 23 1 0 1 18
1643 24 2 0 1 34
1644 26 0 0 2 30
1645 26 6 1 0 -
1646 31 2 2 5 34
1647 31 3 0 0 32
1648 34 2 0 3 44
1649 36 0 0 2 23
1650 36 4 0 0 -
1651 40 0 3 4 24
1652 37 1 0 -3 -
1653 38 1 1 1 61
1654 38 1 0 0 27
1655 39 21 0 1 42
1656 60 0 1 21 37
1657 59 0 1 -1 -
1658 58 7 0 -1 -
65 7 37

470  | 79  Zie voor een verdere toelichting en bespreking van de beperkingen van deze cijfers zie paragraaf 2.9.1.

Jaar Aantal Aantal Aantal gestart Aantal beëindgd Saldo gestart/ Gemiddeld duur werkzaam B.3
(Duco, 2003) Gilde administratie beëindigd na start
1659 0 1 | 471
1660 64 230 5 0 -1 -
1661 69 223 4 4 5 34
1662 69 212 2 0 0 33
1663 71 204 2 0 2 48
1664 73 196 4 0 2 42
1665 77 198 5 0 4 24
1666 82 200 3 3 5 35
1667 82 208 15 0 0 32
1668 97 202 9 3 15 24
1669 103 204 8 1 6 29
1670 110 204 7 3 7 17
1671 114 216 11 5 4 38
1672 120 224 5 1 6 24
1673 124 211 1 0 4 47
1674 125 194 33 1 1 8
1675 157 198 22 8 32 31
1676 171 200 5 6 14 31
1677 170 197 5 0 -1 35
1678 175 192 0 3 5 22
1679 172 208 7 2 -3 -
1680 177 209 4 2 5 28
1681 179 215 5 6 2 29
1682 178 216 21 1 -1 29
1683 198 213 7 4 20 27
1684 201 220 4 3 3 14
1685 202 212 14 1 1 18
1686 215 17 14 13 24
1687 218 9 7 3 34
1688 220 9 2 2 32
1689 227 4 3 7 31
1690 228 4 4 1 26
1691 228 12 8 0 28
1692 232 22 10 4 23
1693 244 14 5 12 28
1694 253 4 4 9 30
1695 253 10 3 0 24
1696 260 26 17 7 32
1697 269 12 11 9 25
1698 270 8 4 1 30
1699 274 12 5 4 29
1700 281 6 8 7 26
1701 279 14 12 -2 23
1702 281 15 6 2 25
1703 290 6 7 9 34
1704 289 11 4 -1 26
1705 296 31 8 7 25
1706 319 15 10 23 25
1707 324 12 11 5 25
1708 325 21 10 1 16
1709 336 14 10 11 21
1710 340 18 13 4 34
345 5 30

Jaar Aantal Aantal Aantal gestart Aantal beëindgd Saldo gestart/ Gemiddeld duur werkzaam
(Duco, 2003) Gilde administratie beëindigd na start
B.3 1711 6 27
1712 324 204 8 7 -21 25
472 | 1713 325 206 19 8 1 26
1714 336 218 20 15 11 21
1715 341 216 14 10 5 25
1716 345 210 3 21 4 21
1717 327 207 10 15 -18 29
1718 322 210 13 8 -5 24
1719 327 211 17 8 5 29
1720 336 208 22 9 9 26
1721 349 212 14 10 13 27
1722 353 215 18 5 4 25
1723 366 213 17 16 13 30
1724 367 216 22 7 1 27
1725 382 220 21 9 15 25
1726 394 230 23 19 12 29
1727 398 234 19 8 4 25
1728 409 237 23 18 11 29
1729 414 244 22 14 5 28
1730 422 246 30 13 8 31
1731 439 246 18 33 17 28
1732 424 243 20 8 -15 22
1733 436 254 32 19 12 21
1734 449 271 15 14 13 28
1735 450 279 15 11 1 26
1736 454 287 13 22 4 22
1737 445 288 31 13 -9 28
1738 463 281 6 27 18 28
1739 442 278 8 9 -21 20
1740 441 274 9 12 -1 29
1741 438 251 8 19 -3 23
1742 427 230 13 17 -11 26
1743 423 231 12 12 -4 23
1744 423 231 17 7 0 19
1745 433 241 38 15 10 28
1746 456 242 8 21 23 28
1747 443 231 9 29 -13 27
1748 423 249 9 15 -20 27
1749 417 354 34 12 -6 34
1750 439 371 7 50 22 23
1751 396 355 3 20 -43 24
1752 379 339 4 19 -17 24
1753 364 330 4 7 -15 19
1754 361 319 7 21 -3 36
1755 347 315 2 6 -14 23
1756 343 304 2 24 -4 8
1757 321 283 6 15 -22 8
1758 312 283 1 7 -9 32
1759 306 277 3 4 -6 22
1760 305 267 5 5 -1 28
1761 305 247 4 22 0 40
1762 287 270 6 17 -18 22
276 262 -11 34

Jaar Aantal Aantal Aantal gestart Aantal beëindgd Saldo gestart/ Gemiddeld duur werkzaam B.3
(Duco, 2003) Gilde administratie beëindigd na start
1763 12 7 | 473
1764 281 264 8 14 5 24
1765 275 259 10 11 -6 27
1766 274 250 9 6 -1 30
1767 277 264 4 7 3 27
1768 274 250 3 13 -3 29
1769 264 258 4 11 -10 38
1770 257 244 5 13 -7 19
1771 249 208 13 13 -8 37
1772 249 208 7 11 0 34
1773 245 230 10 7 -4 35
1774 248 208 13 12 3 31
1775 249 229 4 17 1 23
1776 236 226 11 10 -13 36
1777 237 222 4 8 1 25
1778 233 220 7 5 -4 36
1779 235 211 6 7 2 22
1780 234 213 8 14 -1 30
1781 228 212 11 9 -6 28
1782 230 204 6 13 2 25
1783 223 208 10 8 -7 24
1784 225 208 12 9 2 30
1785 228 214 15 5 3 22
1786 238 211 3 13 10 27
1787 228 198 5 7 -10 35
1788 226 200 11 5 -2 18
1789 232 203 6 15 6 29
1790 223 197 7 8 -9 34
1791 222 205 1 5 -1 21
1792 218 204 3 6 -4 86
1793 215 197 5 6 -3 29
1794 214 192 14 11 -1 33
1795 217 188 7 10 3 23
1796 214 181 8 14 -3 27
1797 208 192 12 12 -6 30
1798 208 176 1 5 0 26
1799 204 178 6 4 -4 58
1800 206 176 9 14 2 29
1801 201 158 10 9 -5 20
1802 202 169 7 3 1 18
1803 206 184 11 4 4 30
1804 213 194 8 13 7 27
1805 208 190 3 10 -5 30
1806 201 179 5 6 -7 32
1807 200 6 16 -1 10
1808 190 143 5 9 -10 28
1809 186 4 10 -4 7
1810 180 5 4 -6 22
1811 181 6 10 1 14
1812 177 2 13 -4 9
1813 166 7 14 -11 32
1814 159 31 6 -7 26
184 25 21

Jaar Aantal Aantal Aantal gestart Aantal beëindgd Saldo gestart/ Gemiddeld duur werkzaam
(Duco, 2003) Gilde administratie beëindigd na start
1815 5 7
1816 182 110 3 5 -2 27
1817 180 116 2 9 -2 26
1818 173 110 3 11 -7 13
1819 165 99 2 11 -8 25
1820 156 100 3 10 -9 21
1821 149 91 7 8 -7 14
1822 148 1 9 -1 20
1823 140 8 2 -8 48
1824 146 7 6 6 18
1825 147 6 5 1 34
1826 148 9 8 1 30
1827 149 5 5 1 28
1828 149 4 8 0 14
1829 145 8 6 -4 32
1830 147 2 7 2 15
1831 142 3 2 -5 30
1832 143 4 5 1 43
1833 142 3 11 -1 33
1834 134 6 4 -8 47
1835 136 6 4 2 32
1836 138 2 6 2 18
1837 134 3 5 -4 41
1838 132 2 1 -2 22
1839 133 5 1 1 40
1840 137 2 7 4 39
1841 132 2 4 -5 48
1842 130 1 5 -2 35
1843 126 3 4 -4 33
1844 125 6 5 -1 16
1845 126 6 6 1 9
1846 126 4 7 0 20
1847 123 1 8 -3 19
1848 116 3 4 -7 34
1849 115 0 4 -1 22
1850 111 0 8 -4 -
103 -8 -

Bijlage 4: Aantal weduwen werkzaam als zelfstandige pijpenmaker en het
aantal bedrijven in de periode 1620-1820, gesommeerd in perioden van 10
jaar. 80

Jaar Aantal Aantal % Jaar Aantal Aantal % Jaar Aantal Aantal %
bedrijven
B.4 1620-30 weduwen bedrijven weduwen bedrijven weduwen 18,0
1630-40 365 19,7
1640-50 1 7 14 1690-1700 18 348 5,2 1760-70 66 324 16,0
1650-60 307 17,6
1660-70 2 21 9,5 1700-10 23 418 5,5 1770-80 64 279 19,6
1670-80 260 10,7
1680-90 1 39 2,5 1710-20 34 455 7,5 1780-1790 49 242

3 71 4,2 1720-30 39 528 7,3 1790-1800 49

7 121 5,7 1730-40 36 597 6,0 1800-10 51

7 203 3,4 1740-50 57 586 9,7 1810-20 26

9 269 3,3 1750-60 63 428 14,7

474 | 80  Tabel gebaseerd op Duco, 2003, p. 209-228.

Bijlage 5: Aantallen pijpenmakerijen in diverse centra in de 17e en 18e eeuw
per periode van 10 jaar.81

Plaats
1600-1609
1610-1619
1620-1629
1630-1639
1640-1649
1650-1659
1660-1669
1670-1679
1680-1689
1690-1699
1700-1709
1710-1719
1720-1729
1730-1739
1740-1749
1750-1759
1760-1769
1770-1779
1780-1789
1790-1799
1800-1810
1810-1820

Aarlanderveen 3 15 15 24 23 21 16 13 9 5 3 4
Alkmaar
Alphen 2 3 2 2 22 25
Amersfoort82 1
Amsterdam83 4433344456563 1
Appingedam
Bergen op Zoom84 24221 3
Breda 1
Delft85 2 13 38 61 40 38 29 18 7 1 1
Den Briel B.5
Deventer 1
Dokkum | 475
Dordrecht 35443
Eibergen
Enkhuizen 2 5 4 33211
Geertruidenberg
Gorinchem 2 6 9 6 2 42421 1 1 1
‘s-Gravenhage
Groningen 1?
Haarlem
Harlingen 1 1 3 2 221 21
Hazerswoude
Heerenveen86 1
‘s-Hertogenbosch
Hoorn 1 521 1
Kampen
Koog aan de Zaan 1?
Leeuwarden87
Leiden 11
Maastricht
Meppel 2 2 12
Middelburg
Nijmegen 8 15 16 18 18 12 12 6 4 9 6 7 15 14 23 32 28 23
Oud-Beijerland
Oudshoorn 222
Roermond
Rotterdam88 5 5 7 2 1 5 7 5 13 10 9 6 4 5 4 4 2

Schiedam 12232

11

1

1

11

13311

11

1

5 3 8 5 6 5 8 8 6 7 11 9 12 9 4 2 2

3 13 16 23 19 18 18 8 5 2

1 6 10 5 10 9 5 6 6 6 4 5 3 5

2

11 11

11

1?

11

13 19 20 9 3 2
232

81  Deze tabel is gebaseerd op van Oostveen & Stam, 2011. Voor Rotterdam is gebruik gemaakt van van Oostveen, 2015, p.
18. Hierbij is uitgegaan van archiefgegevens en zijn de pijpenmakers waarvan de producten duidelijk aan een bepaald centrum
toe te schrijven zijn, maar niet aan een uit de archieven bekende pijpenmaker niet meegenomen. Zou dit wel gebeurd zijn dan
zouden de getallen voor een aantal plaatsen aanzienlijk hoger liggen.
82  Zie ook van Oostveen, 2016, p 41.
83  Zie ook van der Lingen, 2016, p. 45-47.
84  Van Oostveen, 2017, p. 11-17.
85  Van Oostveen, 2018, p. 10.
86  Korpershoek, 2017, p. 19.
87  Zie ook Korpershoek, 2017, p. 19.
88  Van Oostveen, 2015, 18.

Plaats 1600-1609
1610-1619
1620-1629
1630-1639
1640-1649
1650-1659
1660-1669
1670-1679
1680-1689
1690-1699
1700-1709
1710-1719
1720-1729
1730-1739
1740-1749
1750-1759
1760-1769
1770-1779
1780-1789
1790-1799
1800-1810
1810-1820

Schoonhoven 2 2 2 2 2 2 2 2 3 5 10 15 18 22 24 24 25 13 6
Sneek
Tholen 11 11
Utrecht89
Venlo 1
Woerden
Zutphen 2 4 4 10 7 2 3 3 4 5 4 10 8 8 6 3 1
Zwolle
Totaal 11
Alphen e.o.
Gorinchem + 11 33
Schoonhoven
Alph/Gor/Scho 11

1 1 2 3 224587654421

2 17 72 138 150 137 130 101 73 59 47 60 72 84 83 94 88 96 86 76 52 42

4 4 6 18 18 28 25 25 21 19 14 11 7 7

10 17 18 20 20 14 14 8 7 14 16 22 33 36 47 56 53 36 31

10 17 18 20 20 18 18 14 25 32 44 47 58 57 66 70 64 43 38

Bijlage 6. Aantallen werkenden in de andere centra.90

Centrum Jaar Vermelding Opmerking
Aarlanderveen91 1750 Philip Hoogenboom had 30 mensen in dienst. Waarschijnlijk betreft dit alleen het
92 Minstens 5 kasters met een weekproductie bedrijf van Hoogenboom.
Alphen95 1762 van 150 gros.93
Aarlanderveen/ Alphen/ 1764 Philip Hoogenboom had 13 arbeiders in Philip Hoogenboom besteedde veel
Oudshoorn96 1743 dienst. werk uit bij andere pijpenmakers.
Amsterdam97 18a-19b Philip Hoogenboom had 64 lange en 86 korte
Amsterdam98 vormen en 21 schroeven.94 Dit laat zien dat al in het begin van de
Breda99 1616 en 1621 Jan Proost had 11 koperen vormen en 4 pijpennijverheid met leerlingen werd
schroeven. gewerkt.
1664 Uit archiefonderzoek zijn ca. 45 werknemers Het bedrijf van Bird was verreweg de
18a bekend. Indicatieve verdeling in de tijd: grootste in Amsterdam.
18a: 6; 18b: 7; 18c: 14; 18d: 5; 19a,b: 16. De De 17e eeuwse pijpenmakerijen waren
meesten waren werkzaam in Aarlanderveen. aanzienlijk kleiner.
Twee leerling-akten.

Boedelinventarisatie van Edward Bird: 26
mallen. Dus ca. acht kasters.
Pijpenstort Dieststraat: 11 te onderscheiden
vormmerken. Mogelijk vier kasters.

89  Zie ook van Oostveen, 2016, p. 42-43.

B.6 90  Hier is niet naar volledigheid gestreefd, maar zijn de meest illustratieve voorbeelden voor deze studie geselecteerd.
91  Van Oostveen & Stam, 2011, p. 35.

92  Volgens Duco, 1984, p. 10, kan ook bedoeld zijn de bedrijven in Aarlanderveen gezamenlijk. Dit lijkt echter gelet op de

omvang van het bedrijf van Hoogenboom zeer onwaarschijnlijk.

93  Van der Meulen, 1986, p. 34.

94  Van der Meulen, 1986, p. 39.

95  Van der Meulen, 1986, p. 27.

96  Van der Meulen, 1986, p. 85-95. Het is soms moeilijk onderscheid te maken tussen pijpenmakers en knechten en ook de

werkzame periode is onvoldoende bekend. De hier genoemde getallen zijn dus slechts indicatief en zeker veel lager dan de

werkelijke aantallen. Vergelijk met aantal werknemers van Hoogenboom.

97  Duco, 1981, p. 147.

98  Den Braven, 2005, p. 13.

476 | 99  Carmiggelt & van den Eynde & Hupperetz, 1993, p. 40. Oostveen & Stam 2011, p. 58.

Centrum Jaar Vermelding Opmerking
Deventer100 1764 Boedelinventaris Jurrien van den Bargh: Vermoedelijk het grootste bedrijf in
Gorinchem101 7 vormen, 5 korte schroeven en 2 lange Deventer.
1775 schroeven.
‘s-Gravenhage 45 knechten (30 jongens en 15 meisjes). Gemiddeld iets minder dan 3 per
Groningen104 1780 bedrijf.102
‘s-Hertogenbosch105 36 knechten ( 27 jongens en 9 meisjes). Gemiddeld iets minder dan 2 per
Leeuwarden106 1785 bedrijf.
Leiden107 1790 75 knechten ( 55 jongens en 20 meisjes). Gemiddeld iets meer dan 3 per bedrijf.
Maastricht 108 1795 90 knechten (65 jongens en 25 meisjes). Gemiddeld bijna 4 per bedrijf.
1800 23 knechten ( 16 jongens en 7 meisjes). Gemiddeld 1 per bedrijf.
Rotterdam109 1785 8 knechten (7 jongens en 1 meisje).
Schoonhoven110 Boedelinventaris van Willem van Dijk: 9 Beide contracten binnen twee dagen.
1650 schroeven.103 Oprichting van een pijpenmakerij?
2 leerlingencontracten bij Jacob Westerbaan.
1662 Waarschijnlijk een te hoge opgave om
Marten Hendriks had 3 vormen en 3 belang van request te benadrukken.
1810 schroeven.
1644 Leonardus Eras had 48 werknemers. Waarschijnlijk een van de belangrijkste
Hendrik Jalissen had 2 vormen en twee bedrijven uit die tijd.
1618 schroeven. Er waren meerdere leerlingen in dit
1619 Nicholas Claverly had 1 vorm. bedrijf net als in het bedrijf van Dionijs
1649 Willem Britsman had 4 vormen. Michiels.
Garbrant Gerloff had 4 vormen en 3 Een van de belangrijkste pijpenmakers
1751 schroeven. in Rotterdam.
In request aan de Raad wordt genoemd
1722 dat meer dan honderd mensen hun brood 24 bazen.
verdienen in de pijpennijverheid. 25bazen.
1622-1674 Inventaris Thomas Granbrou de Jonge: 6 25 bazen.
schroeven, 7 ongemonteerde schroeven, 7 24 bazen.
1778 vormen en 13 vormen in opslag. Meerdere 24 bazen.
1787 kasters. 24 bazen.
1788 22 bazen.
1789 Van Robbert Bon zijn 9 leerlingen bekend;
1790 van 6 van de 37 Rotterdamse pijpenmakers is
1791 bekend dat zij 1 of 2 leerlingen hadden.
1792 40 knechten.
13 knechten.
14 knechten.
7 knechten.
16 knechten.
4 knechten.
23 knechten

100  Carmiggelt, 1984, p. 56. B.6
101  Van der Meulen, 1992, p. 12. In “Het boek van aantijkenen van de jongens en meijsjes 1774-1801” zijn de aantallen
werknemers opgetekend. Hier zijn slechts 6 jaren gebruikt. Deze geven echter een representatief beeld doordat toevallig | 477
toppen en dalen in de grafiek van het aantal knechten samenvalt met de hier gekozen data.
102  Hier is niet gerekend met de aantallen per periode van 10 jaar maar met de aantallen per jaar als gegeven in van der
Meulen & Brinkerink & von Hout, 1992, p. 11.
103  Van der Meulen & Brinkerink & von Hout, 1992, p. 28.
104  Tupan, 1980, p. 5
105  Hurk & Nijhof, 1983, p. 60..
106  Duco, 1981, p. 208
107  Van der Meulen, 2008, p. 1931
108  Engelen, 2003, p. 13.
109  Van Oostveen & Stam, 2011, p. 131.
110  De Vries & van der Woude, 1995, p. 367. Van der Meulen & den Toom, 1984, p. 93.

Centrum Jaar Vermelding Opmerking
1791, 1793 Jan en Hannes Lamoré hadden in Deze bedrijven hadden daarmee de
Utrecht111 respectievelijk 1791 en 1793 4 mensen in grootste omvang.
Venlo112 1793 dienst. 22 bazen.
Woerden113 1796 12 pijpenmakerijen.
Zwolle114 1800 4 pijpenmakers en 2 knechten 14 pijpenmakerijen.
1808 3 pijpenmakers en 3 knechten. 6 pijpenmakerijen.
1784 Jean Lensen had 60 werknemers.
1793 Jean Lensen had 74 werknemers. Vermoedelijk het grootste bedrijf.
1809-1811 Jean Lensen had 86 werknemers.
1812 Uit de nalatenschap van Leendert Begeer
1813 komen 8 schroeven en 15 vormen.
1729 Johannes Jacobus van der Veen had 1 of 2
knechten in dienst.
1738-1787

Bijlage 7. Lonen in de pijpennijverheid

Jaar Plaats pijpenmaker Voor Loon per week
1616 Amsterdam115 Rogier Smitt Leerling/knecht 4 jaar respectievelijk: 21,5, 25, 30, 35
stuivers
1623 Leiden116 Jan Boet knecht 28 stuivers
1625 Gouda117 Willem Hop leerling 1e jaar 16 stuivers per week, 2e jaar 24
stuivers en 1 gulden en 10 stuivers.
1629-1632 Gouda118 Robert Jaxson leerlingen 1e jaar: 38 stuivers per week; 2e jaar: 50
stuivers; derde jaar 60 stuivers per week.
1635 Gorinchem119 William Pritsaert knecht Ca. 20 stuivers
Robert Bon Jonge leerling Betaling in natura: kleding, voeding, ver-
1627-1634 Rotterdam120 zorging, werkpakken + 20 Carolusguldens
voor de stiefmoeder.
1632-1635 Rotterdam121 Robbert Muys Oudere leerling Betaling in natura + een nieuwe pijpen-
vorm
1650 ‘s-Gravenhage Jacob Westerbaen Jongen? Per gros rollen 5 duiten en per gros
kasten 2 stuivers
1650 ‘s-Gravenhage122 Jacob Westerbaen jongetje 6 stuivers + 1 stuiver zondagsgeld
1660 Leiden123 Hendrick Hendicksz. Beyfort knecht 24 stuivers
1669-1670 Maastricht 124 Frederick Olthoff leerling 7,5-10 stuivers + paar schoenen
1678 Gorinchem Joost Vrouwelijke hulp 10 stuivers + een brood

111  Smiesing, 1988, p. 52.

112  Kompier, 1982, p. 75-99. Een andere opgave vermeldt voor 1811 en 1812: 86 werknemers. Algemeen Rijksarchief

B.7 verzamelcollecties 2.21.06 coll. nr. 51 Goldberg nr. 206.
113  Van der Lingen, 2000, p. 1210-1211.

114  Van Oostveen & Stam, 2011, p. 168.

115  Duco, 1981, p. 147.

116  Van der Meulen, 1999, p. 7.

117  Kompagnie, 2005, p. 207.

118  Goedewaagen, 1940, p. 20.

119  Alle gegevens over Gorinchem komen uit van der Meulen & Brinkerink & von Hout, 1992, p. 12, tenzij anders vermeld.

120  Duco, 1981, p. 225, 226.

121  Duco, 1981, p. 226.

122  Duco, 1981, p. 199.

123  Van der Meulen, 1999, p. 6.

478 | 124  Engelen, 2003, p. 8.

Jaar Plaats pijpenmaker Voor Loon per week
1688 Gouda125 Klaes Pietersz. Van Reede Wees voor pijpen- 28 stuivers per week
maken

1688 Gouda126 Andries Jacobse Melchior Wees/ kasten 24 stuivers per week
1697-1700 Gorinchem Sander Ramson Knecht? 20 stuivers
1697-1714 Alphen127 Cornelis Lenardsz. de Roos Vrouwelijke 20 stuivers (vordering)
hulp, inpakken +
1698-1704 Alphen128 Cornelis Lenardsz. de Roos thuiswerk 10 stuivers (vordering)
1726 Groningen129 ? jongen 6 stuivers
1725-1728 Gorinchem Pieter Redel 14 jarige tremster 4-8 stuivers + 2 broden
1725-1728 Gorinchem Jan Jansz. Blij ? 11-15 stuivers
1729 Gorinchem Christiaan Wouters ? 18 stuivers
1732-1737 Groningen 130 Peter Eltjes ? 6 tot 18 stuivers
1736-1738 Gorinchem Johannes de Hoog tremster 8 stuivers
Ca 1750 Gouda ? ? 2 tot 24 stuivers per week
Ca 1750 Aarlanderveen131 Philip Hoogeboom kinderen 0,65 cent per gros
1783 Gouda Stadspijpenfabriek Vrouw, sorteren 16 stuivers per week.
Alle kinderen van
1784 Gorinchem132 Jan van Erp 10-14 jaar Eerste jaar 5 duiten en tweede jaar 6
Vrouwelijke hulp duiten per keer
1785-1789 Gorinchem Cornelis en Hendrik voor twee gros
Aalbregts rollen of tremmen 7-24 stuivers
?

Bijlage 8. Prijzen van verschillende soorten pijpen zoals vastgesteld door
het Gilde aan het einde van de 18e eeuw.133

Porceleijnen, 29 duyms. 1 . 12 . -
Fijnen dito 1. 6.-
Porceleijnen, 25 duyms. 1. 6.-
Fijnen dito 1. -.-
Porceleijnen maatpijpen. 1. -.-
Fijnen dito 1 . 14 . -
Porceleijnen collegie pijpen. - . 14 . -
Fijnen dito - . 10 . -
Ordinaire porceleijnen pijpen onder maet - . 15 . -
Fijnen dito -. 9.-
Corte porceleijnen pijpen -. 9.-
Fijnen dito -. 6.-
Alle soorten van groven -. 4.-

B.8

125  Hulshof, 1996, p.112. | 479
126  Hulshof, 1996, p. 113.
127  Van der Meulen, 1986, p. 19.
128  Van der Meulen, 1986, p. 19.
129  Tupan, 1980, p. 10.
130  Tupan, 1980, p. 10.
131  Van der Meulen, 1986, p. 35.
132  Duco, 1978, p. 9.
133  Duco, 1980, p. 135.

Bijlage 9. Tabellen belangrijkste exporteurs op basis van vondsten behorend
bij paragraaf 4.6.

Tabel 9.1. Percentage van de gevonden gemerkte pijpen uit Gouda per gebied in de 17e eeuw met de belangrijkste

bijbehorende pijpenmakers.

Kleinere vondsten zijn met + aangegeven. De merken die in deze tabel onderstreept zijn, zijn merken die tot de
sterke merken behoren op basis van het toetsingskader. Met schuine letters zijn de duidelijk zwakke merken
aangegeven. De overige merken behoren tot de gewone goede merken of het zijn merken waarover geen uitspraak
gedaan kan worden.

Merk Periode Belangrijkste pijpenmakers Zweden Opmerkingen
vondsten gelet op aantallen gevonden Duitsland
pijpen Dejima
Nieuw Amsterdam

Aantal pijpen 111 139 265 178
Gemiddelde aantal 3,2 2,1 2,8 1,5
per merk
Pijpen in tabel als > 67 31,9 50,2 29
percentage van de
vondsten 1674-1696 Pieter Jansz. Gleijne > 23 2,1 + 1x gevonden in St.Mary’s City,
Wereldkloot 2,1 + wrak Kennemerland

Kroon 1670-1690 ? + Geen pijpenmaker bekend.
Ook gevonden in Benin
Drie kronen 1679-1800 Jacobus Gerritsz. Witsius + + 2,0
Klaverblad134 1665-1700 Pieter Dammasz. Krijger 5,8 2,2
Gildebestuurder. Gevonden in
Bloempot 1670-1700 Jan Pietersz. Verhulst Londen, Maine, South Carolina.

Merel met M 1670-1690 David Jansz. Maerloo 2,1 + 2,2 Ook in Polen (Baai van Gdansk)
Zwaan (gekroond) 1670-1690 Thomas Davidsz. de Swaen? 2,1 + frequent gevonden: gerichte
Ruiter met VO 1635-1660 ? 8,1 + export.
Later een belangrijk merk
Krijgsman 1675-1700 ? 2,6
Prins en prinses 1689-1700 Jan Sijmonsz. Kunst 4,5 2,1 +
Geen pijpenmaker bekend.
Meisje met SH 1667-1675 Steven Hendriksz. van Steijn 4,5 Ook gevonden in Stade en
Melkmeid + 10,2 Aberdeen
B.9 1675-1690 Joris Hendricksz. Godvree, Geen pijpenmaker bekend
Jan Willemsz. van Bruggen, 2 vondsten in New York
Hendrick Jansz. IJserman Recht op uitbesteding . 1
vondst in W-21 Gdansk en in
Juffrouw met de 1680-1700 Paulus Lodewijksz. van der 6,8 Chesapeak gebied
Kipperson Put
+ Gildebestuurder.
1 x in Oslo gevonden.

+ Was rond 1650 nog onbelan-
grijk merk voor grove pijpen;
Quotisatie 1715; recht op uit-
besteding 1734; Jan Willemsz.
van Bruggen kocht in de periode
1664-1670: 90 tonnen klei.
Ook in Oslo gevonden.

+ Vooral op 1 plaats in Bremen
gevonden

480  | 134  Dit Merk is in Duitsland alleen in Bremen op een locatie gevonden.

Merk Periode Belangrijkste pijpenmakers Zweden Opmerkingen
vondsten gelet op aantallen gevonden Duitsland
pijpen Dejima
Nieuw Amsterdam

Schenkkan 1674-1700 David Isacksz. Bouvaert 3,6 + + Was in 1697 al belangrijk merk.
Bel 1677-1693 Pieter Jacobsz. van Elst 5,4 + Ook in Moskou gevonden.

Roemer 1676-1698 Willem Claesz. Boot 3,6 + Bekend merk dat eerst in Leiden
Passer werd gezet en daarna pas in
Trompet aan lint 1670-1700 David Boudewijnsz, Verblauw Gouda.
Posthoorn Ook in Riga, Oslo en Maine
Hand 1671-1690 Jacobus Jansz. de Vriend 4,3 gevonden
Scheepje 1670-1700 Willem Gijsbertsz. de Vink + 6,0
Zespuntige ster Vooral in 18e eeuw een
Achtpuntige ster 1667-1700 Jonas Jansz. de Vriend 4,5 + belangrijk merk met recht op
A gekroond uitbesteding
EB135 1671-1700 Pieter Jansz. Hola + 7,9
2,2 In 18e eeuw belangrijk merk
PP ongekroond 1635-1650 ? 5,3 met recht op uitbesteding
CS met ster 5,3
LS met ster 1660-1700 ? 6, 3 7,5 Gildebestuurder

WS 1660-1690 ? + Ook gevonden in Roeselaere en
1672-1700 Jacobus Jansz. de Vriend Schotland
IW met ster Adriaen van der Cruis
IWB Was in 1697 al belangrijk merk;
1670-1687 Pieter Pietersz. Verhulst 2,1 + bestelde 100 tonnen klei tussen
1664 en 1670
1655-1663 Cornelis Stevensz. de Jonge 3,6
1670-1690 Lambert Segertsz. 2,6 Was in 1697 al belangrijk merk.
Ook in Plymouth gevonden.
1670-1700 Willem Stevensz. de Jonge 4,3 +
2,2 Geen pijpenmaker uit die peri-
ode bekend B.9

1674-1700 Jan Evertse Witsius 4,5 + 2,2 Geen pijpenmaker bekend;
1670-1690 Jan Willemsz. van Bruggen 2,1 Allemaal Gouds?

+ Merk uit die tijd niet bekend

+ Gildebestuurder; in gebruik
van Cruis
Handelaar met recht op
uitbesteding. Ook gevonden in
Barcelona, wrak W-21 Gdansk,
Oslo, Bergen.

+ In Noord-0ost Brazilië uit 17b
gevonden: onbekende pijpen-
maker.

Onbeduidend merk.

Dit merk is in de 17e eeuw door
één pijpenmaker gevoerd en
was daarna vacant tot 1749.
Ook in Zwitserland gevonden.

+ Rond 1650 al alleen voor
porceleijne kwaliteit gebruikt;
recht op uitbesteding; gilde-
bestuurder. Ook in Barcelona en
Limerick gevonden.

Ook in Roeselare gevonden.

Ook in Londen gevonden en op
de Kennemerland

135  De met EB gemerkte pijpen uit de periode vanaf 1672, toen de handelaar Adriaen van der Cruis het merk van Edward | 481
Bird overnam en zijn pijpen bij Jacobus Jansz. de Vriend liet vervaardigen, zijn in grotere aantallen aangetroffen in Hamburg,
Bremen, Stralsund en Emden. Omdat het hier enkel havensteden betreft moet voorzichtig omgegaan worden met de
conclusie dat van der Cruis naar deze steden exporteerde.

Merk Periode Belangrijkste pijpenmakers Zweden Opmerkingen
vondsten gelet op aantallen gevonden Duitsland
pijpen Dejima
Nieuw Amsterdam

GWD 1680-1700 Gerrit Cornelisz. Westerdorp 6,8 Onbelangrijk merk, na 1702
IVK 2,8 vacant
ADM 1670-1690 Jacobus Jacobusz. van Kleef 2,8
CDP 1695-1700 Arij de Moor Gildebestuurder
1650-1695 Cornelis Dircksz. Peck 9,0
TIP Onbelangrijk merk
1636-1674 Thiel Jansz. Proost 2,8
KCVO 3,9 Kocht 95 tonnen klei tussen
1670-1690 Klaes Cornelisz. van Os 1664 en 1670; gildebestuurder;
rond 1650 gebruikt voor fijne
kwaliteit. Ook gevonden in
Pennsylvania.

Belangrijk merk136; rond 1650
gebruikt voor fijne kwaliteit;
gildebestuurder. Ook gevonden
in Salses (F), Galway (Ir), Ferry-
land, Colony of Avalon.

Geen belangrijk merk, na
1706 vacant. Ook gevonden in
Chesapeak

Tabel 9.2.: Twee belangrijke merken uit Gouda per gebied op de overgang van de 17e en 18e eeuw.

Kleinere vondsten zijn met + aangegeven. De merken die in deze tabel onderstreept zijn, zijn merken die tot de

sterke merken behoren op basis van het toetsingskader. Met schuine letters zijn de duidelijk zwakke merken

aangegeven. De overige merken behoren tot de gewone goede merken of het zijn merken waarover geen uitspraak

gedaan kan worden.

merk Periode Belangrijkste pijpenmakers Zweden Opmerkingen
vondsten gelet op aantallen gevon- Polen binnenland
den pijpen Polen Baai Gdansk
Duitsland
Dejima

Dordtse Maagd 1670-1762 Jacob Arijsz. Middelmeer, 17 Quotisatie 1743
Springende hond 1670-1740 Maarten Verzijl 19 + Ook gevonden in Barcelona

Cornelis de Lange, Daniel + Quotisatie 1715. Cornelis de
van Hoorn Lange, gildebestuurder.
Ook gevonden in Caracas en in
het wrak van de Zeewijk.

B.9

482 | 136  Duco, 2009.

Tabel 9.3.: Percentage van de gevonden gemerkte pijpen uit Gouda per gebied in de 18e eeuw met de

belangrijkste bijbehorende pijpenmakers.
Kleinere vondsten zijn met + aangegeven.137De merken die in deze tabel onderstreept zijn, zijn merken die tot
de sterke merken behoren op basis van het toetsingskader. Met schuine letters zijn de duidelijk zwakke merken
aangegeven. De overige merken behoren tot de gewone goede merken of het zijn merken waarover geen uitspraak
gedaan kan worden.

Merk Periode Belangrijkste Zweden Opmerkingen
vondsten pijpenmakers Polen binnenland
gelet op aantallen Polen Baai Gdansk
gevonden pijpen Duitsland
Dejima

Aantal pijpen 3319 1273 3252 120 447
Gemiddelde 11,0 5,6 43,9 1,9 2,2
aantal per merk
Pijpen in 66,9 70,7 89,1 20,0 33,6
deze tabel als
percentage van 1715-1800 Frans Verzijl 1,8 >2,8 + + 1,3 Recht op uitbesteding 1755; quotisatie
de vondsten 1743; een van de belangrijkste
Leeuw in de 1700-1815 Jacobus de Mol, 2,1 1,1 2,1 pijpenmakers met export naar tal van
Hollandse tuin 1700-1750 Jacobus de landen. Nagezet in Alphen.
Leeuw, Abraham Ook gevonden in Bern, Praag, Oostende,
Wapen van de Vet, Reijnier Tourcoing, Lille, Narva, Moskou,
Amsterdam van IJzendoorn, Plymouth, Fise (Ghana) en Bantama
Abraham Passet (Ghana).
Wapen van
Haarlem Matthijs Gerritsz. + Abraham de Vet en Abraham Passet,
Rijphuijse, Jacob gildebestuurders.
Wapen van Nobel Ook gevonden in Londonderry, wrakken
Gouda van de Amsterdam en de Hollandia.

Dubbele Arend + + + + 1,6 Matthijs Gerritsz. Rijphuijse,

gildebestuurder. De pijpenhandelaar

Jan Jansz. van Doesburg stempelde

zijn naam op stelen van pijpen met dit

merk.138

Ook gevonden in Oslo.

1690-1815 Gillis Gerritsz. de + 16,5 5,8 + Gillis Gerritsz. de Knippe,l
Knippel, e.a.
gildebestuurder; De Amsterdamse

tabak- en pijpenhandelaar Dirck Entvogel

liet pijpen met dit merk maken. Ook in

Alphen nagezet.

Ook gevonden in Bern, Tallinn, Moskou,

Kaapstad, W-21 wrak Gdansk B.9

1690-1735 Cornelis Claesz. + + 1,4 + Ook gevonden in Bern
Bal

137  Alleen voor de baai van Gdansk zijn vondsten vanaf 1690 meegenomen op basis van de indeling van Zimmermann. De | 483
datering is door hem met de Friederich methode gedaan en dus niet geheel correct.

138  van der Lingen, 2015, p. 150.

Merk Periode Belangrijkste Zweden Opmerkingen
vondsten pijpenmakers Polen binnenland
gelet op aantallen Polen Baai Gdansk
gevonden pijpen Duitsland
Dejima

Wapen van 1740-1763 Jan de Vriend + 1,9 + Vermoedelijk exportmerk voor Noord-
Hamburg Duitsland. Ook gevonden op wrakken
Wereldkloot 1690-1735 Pieter Jansz. + + 1.0 van de Amsterdam en het Älvsnabben
Drie Kronen Gleijne, Pieter wrak en Jutholmen wrak
Lelie 1700-1730 Versluijs +
Fruitben 1730-1775 3,5 + Ook gevonden in Lille
Jacobus Gerritsz.
Os Witsius 1,8 Ook gevonden in Barcelona

Hendrik + + Nagezet in Alphen.
Manshoofd Ook gevonden in Plymouth en op St
Eustatius
1725-1740 Jan Nieuwveld 1,5
+ Quotisatie 1743. In Alphen nagezet.
Ook gevonden in Oostende, San
Sebastian, Caracas, Elmina, Bantama
(Ghana)

1727-1740 Cornelis Verhoek 1,5 +

Zwijn 1724-1740 Lieve Pijl 1,5 + Quotisatie 1743; gildebestuurder.
Ook gevonden in Londen en in het wrak
Ramshoofd 1700-1710 Cornelis Jansz. + van de Hollandia
Bos
1,3 Merk was na 1710 17 jaar vacant. Geen
sterk merk.

Springend hert 1690-1735 Jan Willemsz. de + + 2,7 + + Al tussen 1655 en 1679 een groot bedrijf.
Vink
Ook gevonden in het W-21 wrak en de

wrakken van de Amsterdam, ‘t Vliegend

Hart en het Jutholmen wrak

Lam onder de 1745-1815 Jan Pietersz. + 1,2 + Gildebestuurder.
boom Versluijs
Ook in Barcelona, St Petersburg , Oxford
Vos op zijn gat 1729-1815 Jacob de Vos, Jan
van Rossen en het wrak van ‘t Vliegend Hart

+ + 1,0 4,2 + Al in 2e helft 17e eeuw groot bedrijf;

quotisatie 1743; Jacob de Vos,

gildebestuurder; behoorde tot de

belangrijkste pijpenhandelaren in 2e

kwart 18e eeuw. Nagezet in Alphen.

Slang 1690-1770 Jacob Jansz. + 6,7 + 5,0 1,8 MOGELIJK DEELS ALPHEN
Overwesel, Arij
Simonsz. Vermeul, recht op uitbesteding 1734 en 1755;
Cornelis van
Leeuwen, Cornelis quotisatie 1715; Lucas Evertse de Jong
Vermeul, Lucas
Evertse de Jong gildebestuurder.

Nagezet in Alphen.

Ook gevonden in Tourcoing, Narva,

B.9 Riga, Kopenhagen en de wrakken van de

Amsterdam en Marstrand

Kikvors gekroond 1690-1735 Willem Jansz. + + 1,1 + Slechts door een pijpenmaker gevoerd
Both Sprot + 1,1 merk, weinig betekenis.

1730-1800 Gerrit Verschut Quotisatie 1743, gildebestuurder.
Nagezet in Alphen.
Ook gevonden in Bern, Antwerpen,
San Sebastian, de wrakken van de
Amsterdam, de Hollandia, Roosevelt
Inlet

484 |

Merk Periode Belangrijkste Zweden Opmerkingen
vondsten pijpenmakers Polen binnenland
gelet op aantallen Polen Baai Gdansk
gevonden pijpen Duitsland
Dejima

Haan 1715-1775 Jan Pietersz. + + 1,1 + + Quotisatie 1743 (8 gulden).
1719-1775 de Bock, Pieter Ook gevonden in Harwich en in het wrak
Zwaan 1709-1800 Zwanenburg, van de Roosevelt Inlet
Man op de stoel Jan van Buuren,
1730-1775 Leendert Slobbe + + 4,4 + 1,3 Merk ook in Alphen nagezet.
Man op de 1730-1775 Ook gevonden in Barcelona
kwakel Jan Thijse de Jong,
Man op de Sjees Jan Verbeesem, ++ + 1,1 Ook gevonden in Barcelona en Frans
Cornelis Guyana
Mansvelder
+ + 2,9 + Quotisatie 1743, Pieter Thoen ,
Willem 2,7 + gildebestuurder.
Hendricksz.
Houbracken, Na 1767 heeft van der Werf het
Cornelis belangrijke merk het Wapen van Gouda
Endenburg, Jan en verhuurt het merk Man op de Sjees
van der Zwalm, voor groffe pijpen.
Willem Houbraak Ook gevonden in Kaapstad en in het
Wrak W-21
Pieter Thoen, Jan
de Mol

Dominicus van
Klaveren, Willem
Hendricksz. van
Boksel, Jan van
der Werf

Koning David 1690-1840 Pieter Jacobsz. + 2,2 + 5,0 1,1 Recht op uitbesteding 1734; quotisatie
en Jan Pietersz.
Girrebo, Jacob 1743; Jacob Bos gildebestuurder.
Bos, Jacob Wout
Nagezet in Alphen.

Ook gevonden in Barcelona, Narva en

wrak van de Amsterdam

Prins en prinses 1690-1735 Pieter Pietersz. + + 1,9 + 2,2 Recht op uitbesteding 1734. Ook
Melkmeid 1690-1800 van Asperen, Jan
Arijse Eelspeel gevonden in Barcelona en Oslo

Hendrick Jansz. + 2,7 + 3,4 Recht op uitbesteding 1697 en 1734
IJserman, Cornelis en 1755; quotisatie 1715, en1743. Al in
van Leeuwen, 1697 een belangrijk merk. Nagezet in
Leendert de Jong, Alphen. Ook gevonden in Praag, Lille,
Maarten Monk Narva, Riga, Kopenhagen, Oslo, Kilkenny
(Ir), Londen, Scalloway (Shetland
Schenkkan 1695-1769 velen + + 2,2 Eilanden), Charleston (Zuid-Carolina), B.9
+ + 1,5 Elmina
Trekpot 1690-1775 Hendrick Jansz.
Sprot, Jan + Al in 1697 belangrijk merk. Nagezet in
van Duijn, Jan Alphen.
Abrahamsz. de Ook gevonden in Moskou en Oudepost
Vet, Willem de (Zuid-Afrika)
Vet
+ + In Gorinchem nagezet.
Ook gevonden in Barcelona, op de
Lofoten, in Bergen, op St. Eustatius en
het W-21 wrak

| 485

Merk Periode Belangrijkste Zweden Opmerkingen
vondsten pijpenmakers Polen binnenland
gelet op aantallen Polen Baai Gdansk
gevonden pijpen Duitsland
Dejima

Kruispijp 1745-1770 Johannes van + 1,6 + Ook gevonden in Plymouth en het wrak
gekroond 1730-1812 Breukelen, 1,3 + van de Amsterdam, en het wrak van de
Sleutel 1675-1760 Hendrik Hollandia
Roemer Zandvoort 5,2 1,4
1738-1780 + Nagezet in Alphen
Bijl gekroond Machiel + 1,6 Ook gevonden in Frans Guyana en in het
Storm, Simon wrak van de Hollandia
Groenendaal
+ 2,0 Recht op uitbesteding 1734; Jan Pietersz.
Willem Claesz. Schoonevelt was pijpenmakersbaas
Boot, Pieter en koopman. Het cijfer voor Duitsland
Schoonevelt, omvat ook de 17e eeuwse vondsten.
Jan Pietersz. Nagezet in Alphen. Ook gevonden in
Schoonevelt en Barcelona, Kopenhagen
Pieter Fierens. Quotisatie 1743; gildebestuurder.
Ook gevonden in Narva, Moskou en in de
Jan Puijt wrakken van de Amsterdam en van de
Roosevelt Inlet
Drie schalmeien 1690-1735 Jan Michielsz. 1.0 + 1,6
1715-1740 Heeneman + + Slechts door één pijpenmaker gezet
Twee pijlen
gekroond Lamert Claesz. de 1,3 Nagezet in Alphen
Klouwer Ook gevonden in Barcelona, Moskou, St
Eustatius
Kartouw 1690-1735 Hendrik + + 1,8 In Alphen nagezet
Huijbertse van der Ook gevonden in Barcelona en het
Draaij, Leendert Jutholmen en Fula Gubben wrak
van der Draaij

Hoed gekroond 1715-1798 Lammert Claesz. 5,2 + 1,3 Quotisatie 1743, gildebestuurder.
van Leeuwen Ook gevonden in Sint-Petersburg,
Elmina, Kaapstad
Kardinaalsmuts 1740-1760 Pieter Olijkan, 1,3
+
Pieter Houterkens
+ + Recht op uitbesteding 1734; quotisatie
Molen 1690-1815 Willem Hanse 5,5 1,4 + 1743; leverde aan van der Velde; een
van de belangrijkste pijpenmakers;
Verschut, Arij Arij Jacobsz. Danens, gildebestuurder.
Nagezet in Alphen.
Jacobsz. Danens, Ook gevonden in Bern, Oostende,
Narva, Londen, en in de wrakken W-21,
Jacob Arijsz. ‘t Vliegend Hart en de Zeewijk

Danens + + In Alphen nagezet.
Ook gevonden in Oslo, Plymouth, de
B.9 Boogkooi 1704-1796 Anthonie Soufree, 1,0 1,0 1,3 wrakken van de Vrouw Maria (Finland),
Scheepje Thomas Soufree, de Hollandia en de Amsterdam
Jan Soufree
+ + Al in 1697 belangrijk merk. Recht op
1690-1740 Pieter Jansz. Hola, 1,8 + 2,6 uitbesteding 1734; quotisatie 1743
Pieter Arijse van (8 gulden); Pieter Arijse van der Heul,
der Heul gildebestuurder.
Nagezet in Alphen.
Ook gevonden in Bern en Plymouth

486 |

Merk Periode Belangrijkste Zweden Opmerkingen
vondsten pijpenmakers Polen binnenland
gelet op aantallen Polen Baai Gdansk
gevonden pijpen Duitsland
Dejima

Drie kruizen 1715-1740 Klaas Adamsz. 1,0 + + Quotisatie 1743; Lucas Evertse de Jong
(gekroond) Verschut, Lucas + 3,8 gildebestuurder
Twee ruiten Evertse de Jong + Ook gevonden in Bern en het wrak van
gekroond + + de Hollandia en de Geldermalsen
1690-1735 Bartholomeus + 4,4
Drie Ruiten + + Ook gevonden in Barcelona, Warschau,
A gekroond Pietersz. den St. Petersburg, Kroatië
B gekroond
Hagenaar, Paulus
F gekroond
H gekroond Bartholomeus
L gekroond
den Hagenaar,
P gekroond
Hendrik
EB
Groenevelt

1686- Cornelis Teunisz. 1,3 Quotisatie 1715; gildebestuurder.
Ook gevonden in San-Sebastian, Oslo,
1735/1800 Bouman Reykjavik, Christiansborg (Ghana)

1730-1775 Machiel Brem + + In Alphen nagezet.
Ook gevonden op St. Eustatius, Togbin
1700-1815 Jan Bastiaensz. + 3,8 + (Benin), in wrak W-21
1690-1775 Overwesel,
1700-1730 Bastiaan + 2,3 + 1,3 Recht op uitbesteding 1734 en 1755;
Overwesel, + 4,2 quotisatie 1715 en 1743.
Martinus de + + 1,4 Nagezet in Alphen.
Lange, Gerrit Ook gevonden in Tallinn, Wells Estuary
Houbraak. (Norfolk), St. Eustatius, wrak Vrouw
Maria( Polen)
Gerrit van den
Bogh, Gerrit + + Ook gevonden in Barcelona en wrak van
Rijphuijse, de Amsterdam
Jochum van
Rijswijk + + Recht op uitbesteding 1734; quotisatie

Donatus van der 1715.
Spelt , Arnoldus
de Vos Ook gevonden in Bern, Praag,

Antwerpen, Riga en Reykjavik

1730-1800 Cornelis de Licht, + + Recht op uitbesteding 1734 en 1755;
Jacob de Licht,
Frans Verzijl, Quotisatie 1743. Frans Verzijl een van de
Pieter Stomman
belangrijkste pijpenmakers en oprichter

maatschappij der pijpenbakkers. Pieter

Stomman, gildebestuurder. In Alphen

nagezet.

Ook gevonden in Kilkenny, Southampton,

Scalloway (Ir), Christiansborg (Ghana),

1700-1800 Willem 1,1 2,0 Elmina, St. Eustatius, in wrak W-21 B.9
1,3 MOGELIJK DEELS ALPHEN

Proefhamer, Quotisatie 1743; Gerrit Houbraak,

Reijnier Blom, gildebestuurder.

Thomas Soufree, Ook gevonden in wrakken van de Buiten

Anthonie Soufree, Ratelzandbank en de Hollandia

Gerrit Houbraak

1690-1730 Adriaen van der + 1,0 + + Merk van een handelaar, recht op

Cruis uitbesteding sinds 1683.

Ook gevonden in Lille, Barcelona,

Moskou | 487

Merk Periode Belangrijkste Zweden Opmerkingen
vondsten pijpenmakers Polen binnenland
gelet op aantallen Polen Baai Gdansk
gevonden pijpen Duitsland
Dejima

IB gekroond 1690-1735 Jan Ariensz. Boot + + 1,0 + Ook gevonden in Barcelona en het wrak
ID gekroond 1725-1735 Willem Koeman + 1,0 van de Amsterdam

VD monogram 1700-1720 Hendrik 6,1 + Slechts door een pijpenmaker gevoerd
gekroond 1690-1740 Huijbertese van ++ merk, weinig betekenis.
SH gekroond 1700-1730 der Draaij Ook gevonden in San-Sebastian, Oslo
+ Mogelijk onbelangrijk merk, slechts door
CK gekroond Steven + een pijpenmaker gebruikt
Hendricksz. de Alle vondsten uit Bremen
MP gekroond Jonge
1,1 Ook gevonden in Bern
Cornelis Claesz.
Kwast 1,1 Slechts door een pijpenmaker gevoerd
merk, weinig betekenis.
1700-1730 Machiel Pietersz. Ook gevonden in Oostende

ES gekroond 1690-1750 Machiel Jansz. + + 1,0 1,3 Na 1738 vacant tot 1804. Dus slechts 1
IS gekroond 1710-1730 Metfoort + pijpenmaker in de 18e eeuw.
WS gekroond 1700-1850 3,4 Ook gevonden in Moskou
Jan Tobiasz.
Sonnevelt + + Gildebestuurder
Ook gevonden in Antwerpen, Riga
Arent Willemsz.
Brammert, 1,3 Ook gevonden in Moskou
Willem Willemsz.
Brammert, Pieter + Al vanaf 1650 alleen voor de porceleijne
van der Want Gzn. kwaliteit gebruikt; recht op uitbesteding
1734 en 1755; Arent Willemsz.
BVB 1730-1815 Barent van Berkel, + 4,3 Brammert gildebestuurder. Nagezet in
Alphen.
Maarten Bruijnvis Ook gevonden op St. Eustatius en in
wrak ‘t Vliegend Hart
ABC 1717-1850 Dirk Pietersz. 1,1 + +
CVD monogram 1700-1710 Krijger, Abraham 14,0 + + Recht op uitbesteding 1755; na 1750
B.9 van den Berg, alleen voor porceleijne kwaliteit
Jacob van den gebruikt; mogelijk lid Maatschappij der
Werf, Salomon pijpenbakkers. Nagezet in Alphen.
van der Vin, Frank Ook in Kaapstad gevonden en het wrak
Vergeer, Jan van de Geldermalsen
Houtam, Gloudt Abraham van der Berg van 1760-1767 lid
Houtam van de Maatschappij der pijpenbakkers.
Ook gevonden in het wrak van de
Willem van Amsterdam
Dabbele
+ Onbelangrijk merk. Hoofdzakelijk in een
CVH 1707-1727 Cornelis Jansz. + opgraving in Bremen gevonden
van Heijningen Ook gevonden in Plymouth, St Eustatius

1,1 Slechts door een pijpenmaker gevoerd
merk, weinig betekenis.
Ook gevonden in Barcelona

488 |

Merk Periode Belangrijkste Zweden Opmerkingen
vondsten pijpenmakers Polen binnenland
gelet op aantallen Polen Baai Gdansk
gevonden pijpen Duitsland
Dejima

HHH 1715-1816 Daniel Hulleman, 2,5 + Recht op uitbesteding 1734, quotisatie
Cornelis de 1743; Jacob de Vos gildebestuurder;
IWI Vink, Jacob de Hulleman was voor zijn huwelijk
SVO Vos, Dirk Dirka, pijpenkoopman139. Vooral uit de periode
2 gekroond Cornelis van der Dirka en van der Valk veel in Japan
4 gekroond Valk gevonden.
33 gekroond Ook gevonden in Reykjavik en St.
1715-1730 Jasper Willemsz. + 1,8 Eustatius
75 gekroond Jongerhelt 1,1
444 Quotisatie 1715
1710-1780 Sijme Gijsbertse + + 1,8
van Os, 2,4 + Recht op uitbesteding 1734.
Ook gevonden in Oostende
1690-1735 Dirk Bokhoven,
Reinier Wiljemet

1715-1815 Jan Anse van
der Nunet, Jan
Valkenburg

1736-1766 Hendrik + 3,5 + Recht op uitbesteding 1755; Lucas
Nieuwland Evertse de Jong en Hendrik Nieuwland
gildebestuurders.
1740-1815 Jacobus 2,0 + Nagezet in Alphen.
Gerritsz. de 1,0 Ook gevonden in Bern, Moskou en Wrak
Vogel, Anthonie in de Roosevelt Inlet
Goudenaerde
+ Anthonie Goudenaerde, gildebestuurder
1730-1740 Abraham van der
Spelt Slechts door twee pijpenmakers
gebruikt.
Ook gevonden in St. Petersburg

139  Duco, 2003, p. 30. B.9

| 489

Bijlage 10. Pareto-analyse van het aantal vondsten per merk voor de
vondsten op Dejima uit de 18e eeuw.

B.10

490  |

B.10

| 491

492 |

A

Appendix:

Literatuur
Dankwoord
Curriculum Vitae

Literatuur

• Abels, P. H. A. M., 2002. Van Ketternest tot bolwerk. In: Abels, P. H. A. M. & Goudriaan, K. & Habermehl, N. D. B. & Kompag-
nie. Duizend jaar Gouda. Een Stadsgeschiedenis. Hilversum, p.417-454.
• Abrahams, G., 1984. Archaeological inferences from clay tobacco pipes excavated from some historical sites in Cape Town.
Bulletin of the South African Cultural History Museum 5, p. 49-53.
• Acker, J. 2007. Auf dem Grund der See – Tonpfeifenfunde in Schiffswracks. Teil 4.http://www.pfeife-tabak.de/Artikel/Pfeif-
enkunde/Schiffe4/Schiffswracks4.htm
• Acker, J., 2009. Auf dem Grund der See – Tonpfeifenfunde in Schiffswracks. Teil 5. http://www.pfeife-tabak.de/Artikel/Pfei-
fenkunde/Schiffe5/Schiffswracks5.htm.
• Ahlefeldt-Laurving, J., 1980. Clay pipes from Denmark. In: Davey, P.: The Archaeology of the Clay Tobacco Pipe IV, BAR
International Series, 92, p. 219-251.
• Åkerhagen, A., 1998. Clay pipes on the man-of-war Kronan. A Summary, 8 p.
• Åkerhagen, A., 2004. Svenska kritpipstillverkare och deras pipor. Stockholm.
• Åkerhagen, A., 2009. Sweden. Journal of the Académie Internationale de la Pipe 2, p. 127-130.
• Åkerhagen, A., 2010. Kritpipor funna I Sverige. Del. 1-3. Eigen uitgave, Stockholm.
• Åkerhagen, A., 2012. Den svenska kritpipan – pipor, tillverkare och fynd. Vendelslö.
• Åkerhagen, A., 2013. Clay pipe finds in Stockholm’s parks. SCPR 84, p. 36-44.
• Alexander, L. T., 1983. Clay tobacco smoking pipes from the Caleb Pusey House. In: Davey, P.: The archaeology of the clay
tobacco pipe, VIII. America. Bar International Series 175, p. 235-244.
• Almeling, G., 1996. Christian Casselmann, Tonpfeifenbäcker zu Münden. Beiträge zur Archäologie der Stadt Hannoversch
Münden Nr. I.
• Alphonse, F. J. B. d’, 1900. «Eenige hoofdstukken uit het ‘Aperçu sur la Hollande, présenté à S. E. le ministre de l’intérieur,
Comte de l’Empire’ (1813)», Den Haag.
• Amouric, H & Vallauri, L. & Vayssettes, J., 2009. Terres de feu, de lumière et de Songes, dans le Midi français Xe-XXe siècles.
Communauté d’Agglomération Pays d’Aubagne et de l’Etoile.
• Andersen, A. B., 1974. A Dutch galliot which struck a rock in 1677. The International Journal of Nautical Archaeology and
Underwater Exploration 3.1, p. 91-100.
• Anoniem, 1744. Hedendaagsche Historie of tegenwoodige staat van alle volkeren. XVe deel. Vervolgende de beschrijving
van de Vereenigde Nederlanden, en wel in ’t bijzonder Holland. Amsterdam.
• Anoniem, 1748. Nederlandsche Jaerboeken, inhoudende een Verhael van de Merkwaerdigste Geschiedenissen, die voor-
gevallen zijn, binnen den Omtrek der Vereenigden Provintien, sedert het begin van ‘t Jaer MDCCXLVII. Tweede deel 1748.
• Amsterdam.
• Anoniem, 1748. Handvesten ofte privilegiën ende octroyen van Amsterdam. Amstelredam: Henderik van Woesberge.
Anoniem, 1773. Dictionnaire raisonné universel des arts et métiers, contenant l’histoire la description, la police des fabri-
• ques & manufactures de France & des pays étrangers : ouvrage utile a tous les citoyens. Tome troisième. Paris.
Anoniem, 1801. Het boek van aantijkenen van de jongens en meijsjes 1774-1801. Gorinchem, G.A.G Ambachtsgilde inv.nr.
• 130.
Anoniem, 1812. Statistique industrielle et manufacturière. Année 1812. Ministère des manufactures et du Commerce. La
• Haye.
• Anoniem, 1897. The old Clay pipe. Brick VII(3). Windsor & Kenfield publishing Company Publishers. p. 108-112.
Anoniem, 1982. Van nederzetting tot metropool. Archeologisch - historisch onderzoek in de Antwerpse binnenstad. Volk-
• skundemuseum 3 december 1982-17 april 1983.
• Anoniem, 1991. Études de céramiques à Aubagne et en Provence du XVIe au XXe siècle. Catalogue d’exposition, Aubagne.
Anoniem, 1992. Pijp, prise, en pruim. Grepen uit de geschiedenis van de tabak, in het bijzonder in Stad en Ommelanden,
• 1590-1990. Seizoenstentoonstelling 1992, Openluchtmuseum het Hoogeland, Warffum.
• Anoniem, 1993. The Monte Cristi Shipwreck project. http://www3.sk.sympatico.ca?nfisher/pipewreck.html.
Anoniem, 2000. October 2000 field school, survey and partial excavation of the Tile Wreck. http://www.admat.org.uk/tile1.
• htm.
Anoniem, 2001. The ship and the wreck. http://www.uct.ac.za/depts/age/resunact/ship.htm
A

494 |

• Anoniem, 2005. Rauch-Zeichen. Kultur- und Regionalgeschichtliches zum Tabakgenuss. Clemens-Sels-Museum. A
• Anoniem, 2006. Een Goudse pijp in Amerikaanse bodem. In Genealogie Familie Boot. http://www.familieboot.com?aller-

lei/07070601.php
• Anoniem, 2007. Fouilles archéologiques de pointe-à-Callière sur le site du fort Ville-Marie et du château de Callière. http://

www.pacmusee.qc.ca/default.asp?id=35
• Anoniem, 2008. Howard Street Excavations. New York State Museum. http://www.nysm.nysed.gov/research/anthropology/

crsp/arccrsphowardst.html.
• Anoniem, 2009. Vondstrapport ul. Baumanskaya d.54, Moskau.
• Anoniem, 2010. Exhibition New York Transit Museum: Excavations South Street Ferry Terminal. http://Pipesmagazine.com/

python/pipe-news/archeologists-in-new-york-uncover-tobac/.
• Antczak, A.: Mailwisseling met J. van Oostveen 11-9-2010.
• Ansorge, J., 2007. Bestattungen mit Tabakspfeifen aus der Zeit des Dreißigjährigen Krieges in Vorpommern. Knasterkopf 19,

p. 11-15.
• Ansorge, J., 2012. Archäologische Untersuchungen auf der ehemaligen Fährbastion in Stralsund. - Mit einem Exkurs zur Ton-

pfeifenproduktion in Walbeck (Aller). Bodendenkmalpflege in Mecklenburg-Vorpommern, Jahrbuch 60, p. 169-258.
• Ansorge, J., 2013. Kurze Fundberichte Mittelalter/Neuzeit, Rostock, Hansestadt - Bodendenkmalpflege in Mecklenburg-Vor-

pommern, 60, p. 514-534.
• Arber, E., 1869. English Reprints. James VI of Scotland, I of England. The Essayes of a Prentise, in the Divine Art of Poesie. A

Counterblast to Tobacco. London.
• Archdeacon, Th. J., 1976. New York City, 1664-1710: conquest and change. New York.
• Articus, R., 1990. Vom Rauchen und den Tabakpfeifenmachern in Schleswig-Holstein. Knasterkopf 2, p. 11-36.
• Articus, R., 1995 „Wie dem unvorsichtigen Toback-Rauchen gewehret werden mögte“. Knasterkopf 7, p. 38-44.
• Articus, R., 1997. Wie die Tonpfeifen in die Lüneburger Heide kamen. Knasterkopf 9, p. 4-44.
• Articus, R. , 1998. Zapfenberg-Pfeifen. Knasterkopf 11, p. 46-48.
• Articus, R., 1998. Kolonialgeschichte aus Harburgs Untergrund. Archäologie in Deutschland. 4, p. 45.
• Articus, R., 2000. Tonpfeifenfunde vom Rande der Großstadt – Grabung in der SchlossStraße in Hamburg-Harburg. Knaster-

kopf 13, p. 43-54.
• Articus, R., 2001: Lesefunde von der Mellingburger Schleuse an der Alster. Knasterkopf 14, p. 26-31.
• Articus, R., 2001. Zwei “Kluchtenpijpen” aus Hamburg. Knasterkopf 15, p. 59-60.
• Articus, R., 2002. “Rohre gab es immer schon.“ Zur Geschichte der Tonpfeifenforschung im 19. Jahrhundert. Knasterkopf 15.
• Articus, R., 2004. „Es hat dieses artige Geschlecht mit dem Mannsvolck gleiches Recht“ – Frau und Tabak. Knasterkopf, 17,

p. 13-19.
• Articus, R., 2006.Tonpfeifen – Rauchzeichen aus Hamburgs Untergrund. p. 85-97. In: Först, E.: Der Hamburger Hafen. Das

Tor zur Welt im Spiegel archäologischer Funde. Hamburg.
• Articus, R., 2016. Ein früher und ungewöhnlicher Nachweis für den Gebrauch der Tonpfeifen in Niedersachsen. Journal of

the Académie Internationale de la Pipe 9, p. 135-136.
• Articus, R., 2018a. Raucher und „Tobackspfeiffenmacher“ in Hamburg. Journal of the Académie Internationale de la Pipe 11,

p. In druk.
• Articus, R., 2018b. Neue Erkenntnisse zu Pfeifenbäckern des 18. und 19. Jahrhunderts in Norddeutschland. Journal of the

Académie Internationale de la Pipe 11, p. In druk.
• Asadorian, W., 1973. The tobacco trade as it appeared on the American scene in New York up to the nineteenth century; its

origins and its physical evidence seen from documentary records and excavated tobacco clay pipes. Scriptie University of
New York.
• Ashton, T. S., 1972. An economic history of England. The 18th century. London.
• Asselain, J-C. 1984. Histoire économique de la France du XVIIIe siècle à nos jours. Parijs.
• Atkin, S., 1985. The clay pipe-making industry in Norfolk. Norfolk Archaeology XXXIX, Part II, p. 118-149.
• Atkinson, D., 1988. Some eighteenth century pipes from Denmark. SCPR 20, p. 4-8.
• A.V., 1984. La fabrication des pipes en terre. Industries boulonnaises disparues. Les Dossiers de l’histoire boulonnaises, 43.
• Baart,J., 1985. Ho-De-No-Sau-Nee en de Nederlanders. De wisselwerking tussen de materiële culturen van autochtonen en
allochtonen in 17e-eeuws Nieuw-Nederland. Bulletin KNOB 84 (2,3), p. 89 e.v.
• Baart, J. M., 1987. Archeologische survey van Fort Amsterdam, St. Maarten, Nederlandse Antillen. Amsterdam.
• Bakker, P., 2002. Een opmerkelijke vondst in Hoorn. PKN 25(97), p. 1407.

| 495

• Balen, P. van, 1947. De stad Gouda en de vervening in haar omgeving. Oudheidkundige Kring “Die Goude’ ‘. Vijfde Verzamel-
ing Bijdragen, p. 35-49.
• Bang, N. E. : Tabeller over Skibsfart og varetransport gennem Øresund 1497 – 1660. en 1661 – 1783.
• Banning, J. A., 1973. Oude kleipijpjes en ….geologie. Grondboor en hamer, nr. 1, p. 2-7.
• Banning, J. A., 1975. De eerste Engelse pijpmakers in ons land. Westerheem XXIV (4), p. 155-159.
• Barbieux, J., 2006. Les pipes Archéologiques. In: Barbieux, J. & Gabriel, M.: Nom d’une pipe! Tourcoing, p. 27-41.
• Bárcena, C., 2013. Dutch and English clay pipes found in Santander (Cantabria, Spain). Journal of the Académie Internatio-
nale de la Pipe 6, 83-87.
• Bardenfleth, N. G., 2001. Kridtpiber og kridtpiberygning. Søllerød.
• Bardenfleth, N. G., 2009. Denmark. Journal of the Académie Internationale de la Pipe 2, p. 37-39.
• Bazelmans, J., Purmer, M. de Kort J-W., Verspaandonk, A, 2017. O Belgen! Wanneer gij Jantje Klaas zijn pijpje ziet rooken.
Klei- en porseleinen pijpen van het Kamp bij Oirschot (gemeente De Beerzen), 1832-1834. Jaarboek PKN, Stichting voor
• Onderzoek Historische Tabakspijpen 2017, p. 41-70.
Beckmann, J., 1777. Pfeifenbrennerey. In: Anleitung zur Technologie, oder zur Kentniβ der Handwerke, Fabriken und Manu-
• fakturen. Göttingen, p. 216-219.
• Bekić, L., 2001. Clay pipes made in Zelovo, Croatia. SCPR 57, p. 44-49.
• Bekić, L., 2015. Glinene lule iz Veštra - Tonpfeifen aus Veštar. In Luka Veštar / Der Hafen von Veštar, p. 253-266.
Beltrán de Heredia Bercero, J., Miró I Alaix, N., 2008. Les pipes de caolí del segle XVII Trobades al jaciment de L’antic Mercat
• del Born a Barcelona: Importacions Angleses I Holandeses. Quarhis II(4), p. 138-157.
Berthon, A. A., 1013. Aspects de la culture Matérielle Médiévale et Moderne. La Rochelle, XIIIe - XIXe siècles: les objets
• archéologiques dans leur contexte. Saint-Yrieix-la-Perche.
Biermann, F., 2005. “Das gefährliche und unvorsichtige Tobak-Rauchen“ – Tonpfeifen als Zeugen des Tabakkonsums im früh-
• neuzeitlichen Mecklenburg-Vorpommern. In: Jöns, H, Schäfer, F. Heiko (Hrsg.): Archäologie unter dem Straßenpflaster. 15
Jahre Stadtkernarchäologie in Mecklenburg-Vorpommern. Beiträge zur Ur- und Frühgeschichte Mecklenburg-Vorpommerns
• 39, Schwerin, p. 115-118.
Bilińska, A.,2004.  Nowożytne fajki z badań na starym mieście we Wrocławiu. In: Wachowski, K. Wratislavia Antiqua VI.
• Wroclaw na przełomie średniowiecza i csasów nowożytnych. Materialne przejawy życia codziennego, p. 285-292.
• Binford, L. R. A., 1962. A New Method of Calculating Dates from Kaolin Pipe Stem Samples. Southeastern Archaeological
• Conference Newsletter IX-1.
Bis, M. 2009. O glinianych lulkach w dawnej Rzeczypospolitej. Kwartalnik Histrii Kultury Materialnej 2, p. 229-242.
• Bis, M., 2011. Lulki z wykopalisk na zamku w Tykocinie z XVII-XIX w. Kwartalnik Historii materialney nr. 1, p. 53-88.
• Bischop, D., 2008. Aus Pest und Krieg – Funde des frühen 17. Jahrhunderts aus dem Stadtgraben an der Bremer Adamsp-
forte. Mit einem Beitrag von Dieter Hittinger. Bremer archäologische Blätter Neue Folge 7/2005-2008, p. 161-186.
• Blanc, E., 2005. Frühneuzeitliche und neuzeitliche Bodenfunde aus Chemnitz. Pforzheim, 2005.
Boachie-Ansah, J., 2010. Preliminary Report on Excavations at Fort Amsterdam, Abandze, Central Region Ghana. Journal of
• Environment and Culture, 7 (2), p. 14-49.
Bochove, C. van, 2008. The economic consequences of the Dutch. Economic integration around the North Sea, 1500-1800.
• Amsterdam.
Bogers- Lokken, E., 2009. Kleipijpen uit drie opgravingen in Eindhoven, 1625-1900. Archeologisch Centrum Eindhoven,
• Rapport 44.
Boldorf, M., 2010. Weltwirtshaftiche Verflechtung und lokale Existenzsicherung. Die schlesischen Kaufmannsgilden im inter-
• nationalen Leinenhandel des 18. Jahrhunderts. In: Häberlein, M. & Jeggle, C. Praktiken des Handels. Geschäfte und soziale
Beziehungen europäischer Kaufleute in Mittelalter und früher Neuzeit. Konstanz.
• Bonds, G., 1980. Clay pipes from Ryssviken. In: Davey, P.: The archaeology of the clay tobacco pipe IV, Bar International
Series 92, p. 273-298.
• Bontebal, A. & Doedeijns, K., 2004. Jeugdcriminaliteit in Gouda vóór 1811. Aflevering 2. Tidinge van die Goude 2004/3, p.
• 122-131.
• Boogerd, F. van den, 2017. Welkom bij het gilde. De openheid van ambachtsgilden in Haarlem in de 17e en 18e eeuw.
Bachelorscriptie Universiteit Utrecht.
A Boscolo, G., 2000. La pipa Chioggiotta, E alter pipe in Terracotta. Chioggia.
Böse, G., 1957. Im blauen Dunst. Eine Kulturgeschichte des Rauchens. Stuttgart.
496 | Boxer, C. R., 1965 (uitgave 2002). Zeevarend Nederland en zijn wereldrijk, 1600-1800. Amsterdam.

• Bracco Gartner, L., 2017. Snuiftabak, ‘Het voedsel der neuzen’. Jaarboek PKN, Stichting voor onderzoek Historische Tabak- A
spijpen 2017, p. 221-228.

• Bradley, J. W. and DeAngelo, G., 1981. European clay pipe marks from 17th century Onondaga Iroquois sites. Archaeology
of Eastern North America 9, p. 109-133.

• Bradley, J. W., 2007. Before Albany. An archaeology of Native-Dutch relations in the capital region 1600-1664. Albany.
• Brand, H., 2006. Baltic Sea trade. A history of the maritime relations between the countries around the Baltic Sea between

1450 and 1800. http://www.balticconnections.net/.

• Brants, J., 1972. Tussen Amsterdam en Haarlem. Ons Amsterdam 24 (1).
• Brassey, R., Macready, S., 1994. The history and archaeology of the Victoria Hotel, Fort St, Auckland. Auckland.
• Braven, J. A. den, 2005. EB-pijpen. Inzicht in het pijpenmakersbedrijf Bird (1630-1683). Amsterdam.
• Braven, J. A. den, 2006. Tabakspijpen aan boord. Een overzicht van de kleipijpen uit de wrakken van het Burgzand (Wadden-

zee). Nederland’s Institute voor Scheeps- en onderwaterarcheologie/ROB(NISA).

• Brayer de Soissons, J. & Brayer Beauregard, J. B. L. de, 1807. Coup d’œil sur la Hollande ou tableau de ce royaume en 1806.
Paris.

• Brewer, F. I., 1992. Albert Bradt, Tobacco planter, and the smoking-pipe story in early Bethlehem, New York. In: Hayes, C. F.:
Proceedings of the 1989 Smoking Pipe Conference, selected papers. Research records 22, Rochester Museum, p. 151-161.

• Brongers, G. A., 1964a. Nicotiana Tabacum. The History of Tobacco and Tobacco Smoking in the Netherlands. Groningen.
• Brongers, G. A., 1964b. Pijpen en tabak. Bussum , 2e druk.
• Brongniart, A., 1877. Traité des arts céramiques ou des poteries considérées dans leur histoire, leur pratique et leur théorie.

Troisième édition avec notes et additions par Alphonse Salvétat. Paris.

• Brugmans, J. J., 1958. Een rapport over de economische toestand van Zuid-Holland in 1817. Economisch Historisch Jaarboek
27.

• Bruijn, J. R. & Lucassen, J., 1980. Op de schepen der Oost-Indische Compagnie. Groningen.
• Bruslons, J. S. Des, 1723. Dictionnaire Universel de Commerce, tome 2.
• Buchholz, R., 1992. Tonpfeifen des 17.-19. Jahrhunderts als Bodenfunde aus dem Wismarer Stadtkern. Wismarer Studien

zur Archäologie und Geschichte, Band 2, p. 73-84.

• Bügge, M., 1981. Pfeifenscherben. Berichte über Funde von Resten alter Tonpfeifen in Obernkirchen. In: Schaumburger
Heimat, Heft 12, Rinteln, p. 59-73.

• Burns, E., 2007. The smoke of the Gods. A social history of tobacco. Philadelphia.
• Busch, R., 1991. Funde und Baubeobachtungen aus der Celler Altstadt. Celler Beiträge zur Landes- und Kulturgeschichte 20,

p. 59-65.

• Büttner, A., Kluttig-Altmann, R., 2007. Tonpfeifenfunde vom Leipziger Thomaskirchhof. Knasterkopf 19, p. 127-130.
• Calvocoressi, D., 1975: European Trade Pipes in Ghana. West African Journal of Archaeology 5, p. 195-200.
• Calvocoressi, D., 1978. Trade pipes in Lower Guinea. Unpublished, 31 p. National Pipe Archive, Liverpool.
• Camp, H., 1982. White clay tobacco pipes from colonial Pemaquid. The Bulletin of the Maine Archaeological Society 22 (2),

p. 22-40.

• Cantwell, A. M. & Wall, D. Z., 2001, Unearthing Gotham: The archaeology of New York City. New York.
• Carmiggelt, A., 1984. Sprokkelhout uit vier IJsselsteden. PKN 7 (27), p. 54-59.
• Carmiggelt, A., 1988. De Leeuwarder tabakspijpenmakers. Leiden.
• Carmiggelt, A., 1988. Het belang van gesloten vondstcomplexen voor de datering van kleipijpen. PKN 11(42), p. 43-47.
• Carmiggelt, A. & Eynde, G. van den, 1993. Een 17e eeuwse tabakspijpenoven in Breda. Breda.
• Caro, J., 2004. La pipe en terre Wallonie – Bruxelles – Flandre. Identification et Datation. Bruxelles.
• Carsten, F. L., 1985. Essay in German history. London.
• Caselitz, P., 1986. Gouda pipes from Norden. SCPR 10, p. 2-8.
• Caselitz, P., 1987. A further Gouda pipe from Norden. SCPR 15, p. 6-9.
• Casparek, G. & Hill, S. & Hufnagel, W. & Polner, O., 1984. Von der Leidenschaft des Pfeifenrauchens. Das neue Tabakskolle-

gium. Bielefeld.

• Cavallo, K. D., 2004. An analysis of marked and decorated white tobacco pipes from the Lower Patuxent Drainage. www.
chesapeakarchaeology.org. p. 1-16.

• Cessford, C., 2001. The archaeology of the clay pipe and the study of smoking. Assemblage – the University of Sheffield
graduate journal of archeology: [email protected]

• Cheminant, R. Le, 1981. Clay tobacco pipes from London and the South East. In: Davey, P. : The Archaeology of the Clay

| 497

• Tobacco Pipe VI. Pipes and kilns in the London region. BAR British Series 97, p. 127-172.
• Clark, G. N., 1938. Guide to English commercial statistics, 1697-1782, London.
• Clyne, M., 2007. Kells Priory, Co. Kilkenny: archaeological excavations by T. Fanning & M. Clyne.
Colenbrander, H. T., 1909. Gedenkstukken der Algemeene Geschiedenis van Nederland van 1795 – 1840. Vijfde deel,
• tweede stuk. Rijks Geschiedkundige Publicatiën, Den Haag.
• Corti, E.C.C., 1930. Die trockene Trunkenheit. Leipzig.
Cranmer, L. E., 1990. Cushnoc: The history and archaeology of Plymouth colony traders on the Kennebec. Occasional Publi-
• cations in Maine archaeology 7, p. 75-80.
Crass, D. C., 1988. The clay pipes from Green Spring Plantation (44JC9), Virginia. Society for Historical Archaeology 22, p.
• 83-97.
• Cremer, W., 2004. Pfeifen, Hanf und Tabak in Schwarzafrika. Idstein/Ts.
• Cremer, W., 2005. Rauch-Zeichen. Kultur- und Regionalgeschichtliches zum Tabakgenuss. Neuss.
• Cremer, W., 2012. Antike Pfeifen aus Deutschland und andere Ländern. Tabakhistorische Objekte. Band I. Köln.
• Cremer, W., 2014. Antike Tabakiana. Tabakhistorische Objecte. Band 2, Köln.
Cruañas, P. L. E.: Las pipas pseudo-romanas de Ampurias fueron obradas en Palamós. Miscelánea Arqueológica Tomo I.
• Barcelona 1974, p. 315-324.
Dąbal, J., 2013. Clay tobacco pipes from archaelogical contexts. Journal of the Académie Internationale de la Pipe 6, p.
• 101-107.
Dalitz, S., Grupe, G., Jungklaus, B., 2012. Das kleinste Massengrab Brandenburgs. Drei Tote aus dem Dreißigjährigen Krieg
• auf der Dominsel der Stadt Brandenburg an der Havel. Historischer Verein Brandenburg (Havel) e.V. 21. Jahresbericht 2011-
2012, S. 66-80.
• Dallal, D., 2004. The Tudor Rose and the Fleurs-de-lis: Women and Iconography in Seventeenth-Century Dutch Clay pipes
• found in New York City. P. 207-239. In: Rafferty, S. M. and Mann, R.: Smoking and culture. Knoxville.
Dam, J. D. van, 2004. Delffse Porceleyne. Delfts aardewerk 1620-1850. Amsterdam.
• Davey, P. J., 1982. Appendix 1: Clay pipes. In: Spearman, R. M.: Excavation at 17-21 Castle Street, Forfar, 1979. Proc. Soc.
Antiq. Scot., 112, p. 455-464.
• Davey, P. J., 1987. ‘The clay pipes’ in Murray, J.C. (ed), Excavations in the medieval Burgh of Aberdeen 1973-1981. Soc. of
Antiquaries of Scotland Monograph Series 1982, 2, p. 216-223. In: Site Summaries. In: Davey, P.: The Archaeology of the
• Clay Tobacco Pipe X, Scotland. BAR British Series 178, p. 253-262.
Davey, P.J., 1987. Site summaries: Balgonie Castle. In: Davey, P.: The Archaeology of the Clay Tobacco Pipe X, Scotland. BAR
• British Series 178, p. 263-267.
Davey, P.J. and Gallagher, D. B., 1987. Elgin: Clay pipes. Ii: Lindsay, W.J.: Excavations in Elgin. In: Site Summaries. In: Davey, P.:
• The Archaeology of the Clay Tobacco Pipe X, Scotland. BAR British Series 178, p.272-278.
Davey, P.J., 1987. Lesmahagow Priory. In: Site Summaries. In: Davey, P.: The Archaeology of the Clay Tobacco Pipe X, Scot-
• land. BAR British Series 178, p. 294-298.
Davey, P.J., 1987. ‘The clay tobacco pipes’ in Blanchard L and others excavations in Perth 1979-1982. Soc. of Antiquaries of
• Scotland, monograph Series 4. In: Site Summaries. In: Davey, P.: The Archaeology of the Clay Tobacco Pipe X, Scotland. BAR
British Series 178, p. 306-314.
• Davey, P.J., 1987. ‘Appendix 3: The clay pipes’ in Hall, D. and Lindsay, W. J.: Excavations at Scalloway Castle, 1979 and 1980.
• Proc. Soc. Antiquaries of Scotland, 113, 1983, 578-587. In: Site Summaries. In: Davey, P.: The Archaeology of the Clay Tobac-
• co Pipe X, Scotland. BAR British Series 178, p. 315-324.
Davey, P. J., 1992. Dutch clay tobacco pipes from Scotland. In: Gaimster, D. and Redknap, M.: Everyday and Exotic pottery
• from Europe c. 1650-1900. Oxford, p. 279-289.
Davey, P. J., 2003. A 17th-century clay pipe from the Salcombe wreck site. Post-Medieval Archaeology 37/1, p. 159-163.
• Davey, P. J., 2009. Scotland. Académie Internationale de la Pipe 2, p. 119-126.
Davey, P. J., 2012. The importation of clay tobacco pipes into Ireland in the seventeenth century. Presentation at the AIP
• conference 2012.
Davey, P. J., 2013. The importation of clay tobacco pipes into Ireland in the seventeenth century. Journal of the Académie
A Internationale de la Pipe 6, p. 141-153.
Davey, P. J., 2013. Fire and Water: pipes as a symbol of maritime trade connections. Journal of the Académie Internationale
498 | de la Pipe 6, p. 97-99.
Davey, P., 2018. A Dutch pipe from Diss. SCPR 93, p. 17-20.

• David, N. A., 1998. A group of unstratified clay pipes and bowls from the seabed off St Peter Port, Guernsey. In: Sebire, H. A
“Guernsey Connections”, Archaeological and historical papers in honour of Bob Burns. Société Guernesiase, p. 71-79.

• David, N. A., 2003. Clay tobacco pipes. In Barton, K. J.: The Archaeology of Castle Cornet, St. Peter Port, Guernsey. Guernsey
Museum Monograph 7, p. 231-278.

• Davids, C. A., 1993. Technological change and the economic expansion of the Dutch Republic, 1580-1680. In: Davids, K. &
Noordegraaf, L., 1993, The Dutch economy in the Golden Age. Amsterdam.

• Davids, C. A., 1996. Neringen, Hallen en Gilden, kapitalisten, kleine ondernemers en de stedelijke overheid in de tijd van de
Republiek. In Davids & C. A., Fritschy & W. en Valk & L. A. v.d. Kapitaal, ondernemerschap en beleid. Studies over economie

en politiek in Nederland, Europa en Azië van 1500 tot heden. Amsterdam, p. 95-119.

• Davids, C. A., 2003. Guilds, guildsmen and technological innovation in early modern Europe: The case of the Dutch Repub-
lic. In: Economy and Society of the Low Countries in pre-industrial period. Working papers 2003-2.

• Davies, P., 2011. Destitute Women and Smoking at the Hyde Park Barracks, Sydney, Australia. International Journal Histori-
cal Archaeology 15, p. 82-101.

• Deetz, J., 1993. Flowerdew Hundred. The archaeology of a Virginia Plantation, 1619-1864. Charlottesville en Londen.
• Dekker, R. M., 1977. Oproeren in de Provincie Holland 1600-1750. Tijdschrift voor Sociale Geschiedenis 3(9).
• Delepeleire, Y, 2003/04. Nederlands Elmina. Een socio-economishe analyse van de Tweede Westindische Compagnie in

West-Afrika in 1715. Gent.

• Deveau, J-M, 1990. La traite Rochelaise. La Rochelle.
• Dhalla, N. K., Yuspeh, S., 1976. Forget the Product Life Cycle Concept! Harvard Business Review, January 1976.
• DHW, 1998. Clay pipe bowl found at Sheard Road site, Racine County, Wisconsin (Museum object #1998.236.249). http://

www.wisconsinhistory.org

• Dibbits, H., 2001. Vertrouwd bezit. Materiële cultuur in Doesburg en Maassluis 1650-1800. Nijmegen.
• Dicky, G-L., 1960. A history of Dutch activity in the Newfoundland fish trade from about 1590 till about 1680. Master thesis

University of Newfoundland.

• Diderot, D., 1994. Over Holland. Een journalistieke reis, 1773-1774. Amsterdam.
• Dixon, P. J., 1987. Excavations in Kelso, 1983-4, Borders. In: Site Summaries. In: Davey, P.: The Archaeology of the Clay

Tobacco Pipe X, Scotland. BAR British Series 178, p. 279-291.

• Dobbelaar, P. J., 1921. Een Statistiek van den in- en uitvoer van Rotterdam ca. in 1753. Economisch-Historisch Jaarboek 7.
• Dolder-de Wit, H. A. van & Abels, P. H. A. M. & Hulshof, M. & Hoeven, L. M. van der, 2002. Arm van goed en rijk van geest.

In: Abels, P. H. A. M. & Goudriaan, K. & Habermehl, N. D. B. & Kompagnie, J. H. Duizend jaar Gouda. Een Stadsgeschiedenis.

Hilversum, p. 366-416.

• Dop, J. A., 1981. Elisa’s Knights: Soldiers, Poet’s, and Puritans in the Netherlands, 1572-1586. Leiden.
• Doré, C., Adès, M-C., 1994. La Ferme du Tabac. Hommage à Antoine-Laurent Lavoisier. Paris.
• Döry, L., 1991. Ein Mainzer Pfeifenbäcker in Dreißigjährigen Krieg. Mainzer Zeitschrift, 86, p. 73-76.
• Douwes, F. G. M. , 1964. ‘Oude Toebackspijpjes in Amsterdam’. Ons Amsterdam, 16(12), p. 363-367.
• Duco, D. H., 1975. Pijp en Tabak in Amsterdam.Nieuwsbulletin pijpenkamer ICON I(2).
• Duco, D. H., 1976. Iets uit de geschiedenis van de Goudse pijp. Nieuwsbulletin Pijpenkamer Icon II (2), p. 2,3.
• Duco, D. H., 1978. Goudse pijpen. Amsterdam.
• Duco, D. H., 1978. Achttiende eeuwse pijpen uit Gorinchem. Pijpelijntjes IV(4), p. 1-12.
• Duco, D. H., 1979. De Stadspijpenfabriek te Gouda, Pijpelijntjes V-4, p. 1-8.
• Duco, D. H., 1980. Adolph Rømer, een opmerkelijke Deense pijpenmaker. Pijpelijntjes VI, 4, p. 1-6.
• Duco, D. H., 1980. De techniek van het pijpenmakersbedrijf te Gouda. In: Davey, P., 1980. The Archaeology of the clay

Tobacco pipe IV. BAR International Series 92. P. 115-178.

• Duco, D. H., 1980. De Historie van de Gambierfabriek. Pijpelijntjes VI(2), p. 1-14.
• Duco, D. H., 1981. De kleipijp in de 17e eeuwse Nederlanden. In Davey, P.: The archaeology of the Clay Tobacco Pipe V.

Europe 1. BAR International Series 106.

• Duco, D. H., 1981. Waar woonden de Goudse pijpenmakers in het jaar 1674. Pijpelijntjes, VII(1), p. 4-8.
• Duco, D. H., 1982. Belastingheffing om concurrentie te beslechten. Pijpelijntjes VIII(3), p. 2-17.
• Duco, D. H., 1982. Rouen als voorbeeld van de regionale Franse pijpennijverheid. Pijpelijntjes VIII(4), p. 7-10.
• Duco, D. H. , 1982. Merken van Goudse pijpenmakers 1660-1940. Lochem.
• Duco, D. H., 1984. Alphen als concurrent van de Goudse pijpenmakers. Pijpelijntjes X(4), p. 1-14.
• Duco, D. H., 1987. De Nederlandse Kleipijp. Handboek voor dateren en determineren. Leiden.

| 499

• Duco, D. h., 1987. Pijpenmakers in ‘s-Hertogenbosch. Pijpelijntjes IV(3).
• Duco, D. H., 1988. Gouda. In Tijmstra, F., Meulen, J. van der: De kleipijp als bodemvondst. Leiden, p.64-87.
• Duco, D. H., 1988. The Assortment of Arend van Dijk, pipemaker in Gouda, Holland. SCPR 18, p. 24-29.
• Duco, D. und Schmaedecke, M., 1988c. Tonpfeifenfunde aus der Grabung Kapuzinergass in Breisach am Rhein. Fundberichte

aus Baden-Würtenberg 13, p. 777-795.
• Duco, D. H., 1991. De pijpen van de II-maker. www.pijpenkabinet.nl
• Duco, D. H., 1992. De tabakspijp als Oranjepropaganda. Leiden.
• Duco, D. H., 1993. De kleipijpen van Huis te Vleuten. In ADC Archeoprojecten, Rapport 403, p. 83-89.
• Duco, D. H., 1993. Kleipijpen. In: Lenting, J. J. & Gangelen, H. van & Westing, H. van. Schans op de grens. Bourtanger bo-

demvondsten 1580-1850. Sellingen, p. 125- 166.
• Duco, D. H., 1995. Gedachten rond een raadselachtig vondstcomplex. www.pijpenkabinet.nl
• Duco, D. H., 1996. Goudsche tabagie of gastvrij hoerenhuijs. www.pijpenkabinet.nl.
• Duco, D. H. : Koninklijke Goedewaagen (1779-1982). Een veelzijdig ceramisch bedrijf. Leiden, 1999.
• Duco, D. H., 2002. The Amsterdam pipemaker Eduard Bird, a review of his life and work. www.pijpenkabinet.nl
• Duco, D. H., 2003. Merken en merkenrecht van de pijpenmakers in Gouda. Amsterdam.
• Duco, D. H., 2004. De L gekroond een vermaard Gouds handelsmerk. www.pijpenkabinet.nl
• Duco, D. H., 2004. Kleipijpen uit de eerste-generatie. Mogelijkheden en onmogelijkheden bij het determineren. Wester-

heem 53 (2), p. 50-57.
• Duco, D. H., 2005. Drie eeuwen tabakspijpen uit Alkmaar. In: De verborgen stad, 750 jaar Alkmaar onder de grond. Vormen

uit Vuur 186/187. P. 71-96.
• Duco, D. H., 2006. Een groep eerste generatie pijpen uit Den Haag. www.pijpenkabinet.nl
• Duco, D. H., 2006. Pijpvondsten van de Maasboulevard te Venlo. www.pijpenkabinet.nl
• Duco, D. H., 2006. Zeventiende en achttiende eeuwse pijpen uit Vlissingen. www.pijpenkabinet.nl
• Duco, D. H., 2006. Spreekwoordelijke Ashantipijpen. www.pijpenkabinet.nl
• Duco, D. H., 2007. Tabakspijpen uit de gedempte gracht in de Bierstraat te ‘s-Gravenhage. http://www.pijpenkabinet.nl/

Artikelen/.
• Duco, D. H. 2008. Over smaak valt niet te twisten. www.pijpenkabinet.nl
• Duco, D. H., 2008. Pijpvondsten aan de Wijnhaven in Rotterdam. www.pijpenkabinet.nl
• Duco, D. H., 2009. Roken in een boerenkroeg in West-Friesland. Westerheem 58(4), p. 146-155.
• Duco, D. H., 2009. Pijpenvondsten aan het Bolwerk in Gouda. www.pijpenkabinet.nl
• Duhamel du Monceau, M., 1771. L’art de faire les pipes à Fumer le Tabac. Paris.
• Duinen, A. 1998. Tabak aan boord. In: Stevens, H. De VOC in bedrijf, 1602-1799. Amsterdam. P. 64-69.
• Dunlop, R., Mehler, N., 2004. Neue Tonpfeifenfunde aus Bergen / Norwegen. Knasterkopf 17, p. 95-96.
• Duuren, L. van, 1989. Points Arising … SCPR 24, p. 21-22.
• Douwes, F. G. M., 1964. Oude toebackspijpjes in Amsterdam. Ons Amsterdam 16 (12).
• Edwards, A.C., Pittman, W. E., Brown, G. J., Hodges, M. E. N., Brown III, M. R., Voigt, E. E., 1989. Hampton University Archae-

ological Project: A Report on the findings. Hampton University, p. 281-214.
• Ekkel, J., 1993a. De kleipijpen uit Hasselt. In: Bartels, m. & Clevis, H. & Zeiler, F. D. Van huisvuil en huizen in Hasselt. Stichting

Archeologie IJssel en Vechtstreek.
• Ekkel, J. 1993b. Kleipijpen. Vondsten uit de Kleine Aa. In: Vlevis, H. & Jong, J. de. Archeologie en bouwhistorie in Zwolle I.

Gemeente Zwolle.
• Elertas, D., 2005. 1642-1822 M. Įstojusiųjų Į klaipèdos Pirklių Gildijɋ Sɋrašas: Statistika ir Geografija. Klaipèdos Prekeiai ir

pirkliai XVII-XIX a.pr., p. 84-106.
• Enderink, S., Ouweneel, L, 2018. Garnizoensstad Gouda: winter achter de waterlinie. Tidinge van die Goude 36(4), p. 141-

152.
• Engelen, J. P. A. M., 1981. Kleipijpen opgegraven in Sittard, 1979. PKN3 (12).
• Engelen, J.P.A.M., 1985. Afstammelingen van Westerwaldse pijpenmakers in beide Limburgen en Pijpenfabriek

Trumm-Bergmans te Weert. Monografie PKN.
• Engelen, J. P. A. M., 1988. Maastricht. In Tymstra, F. en Meulen, J. van der, 1988. De Kleipijp als Bodemvondst. Leiden, p.

123-137.
• Engelen, J. P. A. M., 2002. Thomas Granbro; Pijpenmaker in Maastricht. PKN 24(96), p. 1392-1393.
• Engelen, J. P. A. M., 2003. Onderzoek naar de Kleipijpenindustrie in Maastricht. Sittart.

A

500  |


Click to View FlipBook Version