STUDIEJAAR MBO
ENTREE-2
2022
2023
Thema’s
Burgerschap
voor MBO
Merijn Brada
Linda Groot
Daan van Midde
Raymon Raaphorst
George Rinkel
Jenny Schings
Pieter Schouten
Judith Tadema
Rick van Midde
Colofon
Speciale dank voor inhoudelijke adviezen Foto- en beeldverantwoording
Het Voedingscentrum Albin Olsson
Jasper van den Broeke Anastasia Gepp via Pixabay
Mahan Shoker ANP Foto
Patricia van Rijswijk Coosje Froentjes
Rutgers Echt voor Barendrecht
Samir El Hadaoui EPA
Gilde Opleidingen
Speciale dank aan de docenten Fotopersbureau Armino
die commentaar hebben geleverd Hanenberg Materieel
Adeel Khan iStock
Ilco Tuit Ivo van der Bent
Liza de Jong Komuitjeschuld.nl
May-La Kuijpers Landelijk Knooppunt Huwelijksdwang en Achterlating
Omid Anwari Loesje
Marcel Bamberg
Speciale dank aan alle studenten Marcel van den Bergh
die commentaar hebben geleverd Miryam Mejhed
Mouhanad Salha
Ontwerp omslag en binnenwerk Nationaal Archief
Studio Nico Swanink, Haarlem Nationale Beeldbank
NOS Jeugdjournaal
Vormgeving binnenwerk Nuffic.nl
Crius Group, Hulshout Peter de Wit
Priscilla Piek
Infographics en statistisch beeldwerk PSV
Marc Kolle Redbrickmedia
Marjolein Luiken Rijksoverheid
Shutterstock
Taalredactie Stedelijk museum Schiedam
Corrie Roosjen Thenorthalliance.com
Marrit Sybrandy Veilig Thuis
Voedingscentrum
Beeldredactie
Joke van der Wijk Uitgeverij Essener heeft zijn uiterste best gedaan om bronnen
en rechthebbenden van beeldmateriaal dat in deze uitgave te
zien is, te achterhalen. Wanneer desondanks beeldmateriaal
wordt getoond waarvan u (mede)rechthebbende bent en voor
het gebruik waarvan u niet als bron of rechthebbende wordt
genoemd, ofwel voor het gebruik waarvan u geen toestemming
hebt verleend, kunt u contact opnemen met de uitgeverij.
De foto’s getoond in deze uitgave hebben niet noodzakelijkerwijs
een rechtstreeks verband met de bijbehorende teksten.
Verantwoording tekstbronnen
Sommige bronnen in deze uitgave bevatten niet de volledige
tekst van de oorspronkelijke bron vanwege de beschikbare
ruimte en/of zijn vanwege de context in enige mate geredigeerd.
Thema’s Burgerschap voor MBO Entree-2
ISBN 978 90 8674 472 5
© 2022, Uitgeverij Essener BV, Wormerveer
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie,
microfilm, digitale verwerking of op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever.
Essener is onderdeel van uitgeverij Malmberg.
Voorwoord
Voor je ligt het leer-werkboek Thema’s Burgerschap. De methode is bedoeld voor de
entreeopleidingen en niveau 2 van het mbo. Maar deze is ook goed te gebruiken in
het voortgezet speciaal onderwijs en op praktijkscholen.
De methode bestaat uit twaalf thema’s. Alle thema’s hebben te maken met ‘meedoen’
in de samenleving.
Ga jij stemmen? Kom je weleens in actie? Waarom doe je dat wel of niet? Kun jij
nepnieuws herkennen? Herhaal je zomaar wat anderen zeggen of denk je ook zelf
na? Kun je voor jezelf opkomen? Weet je waar je recht op hebt of waar je terecht kunt
voor advies? En doe je ook iets met die kennis?
Opbouw van een thema
Ieder thema begint met een casus. Daarna volgen elke keer drie lessen. Eerst een
stukje theorie en dan opdrachten. Handig is dat je je antwoorden direct in je boek
kunt schrijven.
Elke les kijken we eerst of je alle woorden begrijpt.
Daarna controleren we of je de theorie ook snapt.
Dan volgen er verschillende opdrachten die je laten nadenken over het onderwerp.
Bij de laatste opdracht maak je altijd een product. Dat bewaar je in je portfolio.
Aan het eind van elk thema staat een puzzel die de theorie samenvat.
Er is ook een handige woordenlijst per thema en ruimte voor aantekeningen.
Helemaal achter in het boek kun je opzoeken waar je iets kunt nalezen.
Eisen aan burgerschap
Burgerschap is verplicht voor alle mbo-opleidingen. Je moet aan het eind van je
opleiding kunnen laten zien wat je hebt gedaan. Met de portfolio-opdrachten aan
het eind van elk thema heb je dat bewijs.
Inloggen op de digitale leeromgeving
Bij deze methode hoort een digitale leeromgeving. Hier kun je de thema’s online
lezen. Je kunt ook alle opdrachten maken en ze meteen zelf nakijken.
Je docent legt uit hoe je toegang tot de digitale leeromgeving krijgt.
We wensen je veel plezier en succes.
De schrijvers
Wat is burgerschap?
Een burger is een inwoner van een land of een gemeente. Je hebt als burger van Nederland
rechten en plichten. Je hebt bijvoorbeeld het recht om je mening te geven op sociale media.
En je hebt de plicht om belasting te betalen.
Je leeft samen met meer dan 17 miljoen andere mensen. Op school, op je werk, in de winkel of
online heb je altijd met anderen te maken. En al die mensen zijn verschillend. Soms hebben ze
ook heel andere ideeën en gewoontes dan jij.
Kennis
Als je met zoveel mensen samen in één land leeft, heb je afspraken nodig. Als burger moet je
bijvoorbeeld kennis hebben van regels. Zo weet je wat niet mag, maar ook welke regels jou
beschermen. Denk aan regels over veiligheid op je werk of regels over je rechten als je iets koopt.
De politiek maakt die regels en elke burger kan daar invloed op hebben.
Het is dus handig als je weet hoe je kunt meedoen in een democratische samenleving.
Vaardigheden
Maar dat is niet alles. Je kunt pas echt meedoen in de samenleving als je ook de juiste
vaardigheden hebt. Denk aan nepnieuws herkennen en je kunnen verplaatsen in de situatie
van een ander. Of samen een oplossing zoeken terwijl je flink van mening verschilt.
Allemaal belangrijke vaardigheden.
Houding
Naast kennis en vaardigheden is ook je houding belangrijk. Je houding heeft te maken met hoe je
tegen dingen aankijkt. Want je kunt wel van alles leren, maar wil je er ook iets mee doen?
Wil jij bijvoorbeeld stemmen of wil je wel luisteren naar de mening van iemand anders?
In dit boek leer je van alles over burgerschap. Burgerschap helpt je om je weg te vinden in de
samenleving. Maar we willen je ook aan het denken zetten. Wat wil jij, wat doe jij en wat kun
jij doen voor de samenleving? En waarom doe je dat wel of niet?
Wat moet je weten voordat je begint?
In de thema’s kom je ook schoolwoorden tegen. Om zeker te weten dat je ze ook snapt, staan ze hier onder
elkaar.
Casus
De casus(video) is een filmpje aan het begin van een thema. De casus geeft een voorbeeld van waar het thema
over gaat. Als je de video bekeken hebt, krijg je er een vraag over.
Dit is Eden, iemand die
regelmatig een uitspraak
doet, waar jij op mag reageren.
Opdracht 1
De eerste opdracht na een lestekst ziet er altijd hetzelfde uit.
Lees lestekst 1 - Nieuws.
a Zet een streep onder de woorden die je niet kent.
b Zoek de onderstreepte woorden op in een woordenboek.
c Schrijf de betekenis bij je aantekeningen aan het eind van dit thema.
Kruisjes zetten
Je tekent dan een X in het juiste hokje. Bijvoorbeeld: X
Omcirkelen
Zet een rondje om het juiste woord. Bijvoorbeeld: Nepnieuws
Antwoord uitleggen
Als er staat ‘Leg je antwoord uit’, mag je niet alleen met ‘ja’ of ‘nee’ antwoorden.
QR-code
Een QR-code is een manier om naar een website te gaan. Je scant de QR-code met je telefoon.
Infographic
Een infographic is een tekening met informatie.
Bron
Een bron is een tekst of een filmpje met informatie.
Portfolio-opdracht
Een portfolio is een map. Dat kan een ‘echte’ map zijn, maar
meestal is het een digitale map. Daar bewaar je de producten
die je maakt bij de laatste opdracht van een
thema. Met het portfolio kun je laten zien dat je de
opdrachten hebt uitgevoerd.
Woordpuzzel
De woordpuzzel is een denkspel waarmee je de belangrijkste woorden van het thema
herhaalt.
Woordenlijst
De woordenlijst is een overzicht van de belangrijkste begrippen van het thema.
Aantekeningen
Dit is de laatste bladzijde van een thema. Hier kun je de woorden opschrijven die je nog niet kent.
Inhoud 10
30
Digitaal burgerschap
52
1 Nieuwsgierig 72
2 Digitaal samenleven
94
Sociaal-maatschappelijke dimensie 114
134
3 Verschillen
4 Single of samen? 156
176
Politiek-juridische dimensie 196
5 Politiek 218
6 Nederland en de wereld 238
7 Recht
258
Vitaal burgerschap 260
262
8 Eten en bewegen 264
9 Lekker in je vel 266
10 Seks
268
Economische dimensie
11 Werk
12 Jij als consument
Spread: Wereldgodsdiensten
Spread: De Tweede Kamer
Spread: Rechten in het recht
Spread: Drugs
Spread: Van wieg tot graf
Index
8
Digitaal
burgerschap
1 Nieuwsgierig 10
2 Digitaal samenleven 30
1 Nieuwsgierig
themasburgerschap.nl/nieuwsgierig
CASUS
Echt of nep?
In de video roepen veel mensen: ‘Echt?’ Zelfs een papegaai roept het. De mensen kijken op een telefoon of
een tablet. Ze zijn nieuwsgierig, maar ook kritisch. Kritisch wil zeggen dat je niet zomaar alles gelooft. Ze
vragen: ‘Echt?’, ‘Klopt dat wel?’
De video is gemaakt door de overheid, het bestuur van Nederland. De overheid vindt het belangrijk dat jij weet
dat niet alle berichten waar zijn. Het is nog mooier als je zelf kunt inschatten of een bericht klopt of niet. Vraag
je altijd af: is een bericht echt of nep? Als je twijfelt, check dan waar het bericht vandaan komt.
Wat doe jij als je denkt dat een bericht nep is?
Geef je antwoord en leg dat uit.
10
Les 1 Nieuws
Je zag in de casus nieuwsgierige mensen, op zoek naar
nieuwe informatie. Als die informatie dan ook nog inte-
ressant is voor veel mensen, spreek je van nieuws.
Nieuws is meestal net gebeurd. Denk aan de onderwer-
pen bij het NOS Journaal. Daar gaat het bijvoorbeeld
over het aantal mensen met corona. Of over een ramp
in een ander land. En soms over beroemde mensen.
Door het nieuws te volgen kun je over belangrijke din-
gen meepraten. Nieuws kan ook helpen om beslissingen
te nemen. Als je bijvoorbeeld meer weet over politiek,
helpt dat als er verkiezingen zijn.
Waar komt nieuws vandaan? Saïda Maggé presenteert het NOS Journaal.
Nieuws komt van een bron. Dat kan een persoon zijn.
Een man vertelt bijvoorbeeld hoe hij overvallen is. RTL Nieuws. Journalisten bepalen welk nieuws jij te le-
Het kan ook een organisatie zijn. Jouw school stuurt zen of te zien krijgt. Dat doen ze door te bekijken wat de
bijvoorbeeld een brief dat alle lessen uitvallen. nieuwswaarde is. Ze vragen zich het volgende af:
Het nieuws verschijnt in een medium. Bijvoorbeeld op • Hoe bijzonder is het?
televisie, in een krant of op internet. Voor veel jonge • Hoeveel mensen vinden dit interessant?
mensen zijn de sociale media een belangrijk medium. • Hoe belangrijk is het?
Het gaat dan vaak om nieuws, maar lang niet altijd. • Zijn er beelden?
Nieuwswaarde Let op! Bij de sociale media bepalen de gebruikers
Een journalist is iemand die nieuws verzamelt. Een meestal zelf de nieuwswaarde.
journalist werkt bijvoorbeeld voor De Telegraaf of voor
Opdracht 1
Lees lestekst 1 - Nieuws.
a Zet een streep onder de woorden die je niet kent.
b Zoek de onderstreepte woorden op in een woordenboek.
c Schrijf de betekenis bij je aantekeningen aan het eind van dit thema.
Opdracht 2
Lees lestekst 1 - Nieuws.
Hieronder staan zes zinnen over de lestekst. Zijn die juist of onjuist? Zet een kruisje in de juiste kolom.
Juist Onjuist
1. Als je nieuwsgierig bent, wil je graag meer weten. X
2. Een bron is de oorsprong van het nieuws.
3. Nieuws is meestal net gebeurd.
4. Soms is er helemaal geen nieuws.
5. Door het nieuws te volgen leer je nieuwe dingen.
6. Een journalist is een medium.
Nieuwsgierig 11
Opdracht 3
Niet iedereen vindt nieuws even belangrijk. Hoe zit dat bij jou?
Omcirkel WEL of NIET en maak de zin af.
a Ik vind het journaal WEL / NIET interessant, want
b Ik lees WEL / NIET een krant, want
Opdracht 4 Welke dan?
a Wie of wat gebruik jij regelmatig als nieuwsbron?
Bron
Sociale media
Andere internetbronnen
Televisie
Vrienden
b Wat is jouw belangrijkste nieuwsbron?
c Waarom vind je dat een prettige bron?
12 Les 1 - Nieuws
Opdracht 5
Bekijk de infographic. Maak daarna de vragen.
a Waar kom je de meeste berichten tegen?
Instagram
Twitter
Persbureau ANP
b Hoeveel appjes krijg jij per dag?
c Wat betekent ‘2 miljoen papieren kranten’?
Er zijn 2 miljoen verschillende soorten kranten.
Elke dag worden er 2 miljoen kranten gedrukt.
d Waar vind jij het nieuws met de grootste nieuwswaarde?
Kies uit SOCIALE MEDIA - TELEVISIE - INTERNET - KRANT en leg je antwoord uit.
Nieuwsgierig 13
Opdracht 6
Wat weet jij van het nieuws? Scan de QR-code en doe de test.
a Hoeveel vragen had je goed?
b Denk je dat het goed zou zijn als je het nieuws (meer) gaat volgen? Leg je antwoord uit.
Opdracht 7 Bron 1
Lees bron 1. Maak daarna de vragen.
ACTUEEL
Ik ben verslaafd aan sociale media
AMSTERDAM – Door een storing waren Facebook en Whatsapp
gisteren zeven uur offline. De 25-jarige Joey besefte ineens: ‘Ik
ben verslaafd aan sociale media.’ Ondanks de storing keek hij
tóch steeds op zijn smartphone. ‘Het is blijkbaar een gewoonte
die ik niet kan loslaten.’ Joey ziet via een app hoeveel tijd hij per
dag besteedt aan sociale media. ‘Ik zit 1,5 uur op WhatsApp, 50
minuten op Facebook en 40 op Instagram. Maar Twitter wint
met twee uur.’
Naar: RTL Nieuws
a Waarom denkt Joey dat hij verslaafd is?
b Bekijk jouw schermtijd. Hoeveel uur zit jij op sociale media en op welke?
Scan de QR-code als je niet weet hoe je jouw schermtijd kunt zien.
c Vind je dat je te veel op je telefoon kijkt? Zo ja, hoe zou je dat kunnen veranderen?
14 Les 1 - Nieuws
Opdracht 8 Bron 2
Lees bron 2. Maak daarna de vragen.
Als je maar nieuwsgierig bent
Leo van de Polder reist de hele wereld over op zoek naar nieuwe dingen voor
winkels. Hij is ook praktijkopleider. Leo vertelt: ‘We hebben vakmensen nodig.
Vooral mbo’ers, maar dan moeten ze wel nieuwsgierig zijn. In mijn vakgebied
moet je altijd speuren naar goede ideeën. Je moet ook veel Engelse vaktaal
kennen. Waar je ook gaat werken, het helpt als je nieuwsgierig bent. Want
beroepen veranderen snel. Het onderwijs en bedrijven moeten zorgen dat
jongeren de nieuwste kennis krijgen. Wie nieuwsgierig is, kan ontzettend veel
leren.’ Naar: mbo-today.nl, nuffic.nl
a Leo is praktijkopleider. Wat doet een praktijkopleider?
b Waarom moet je volgens Leo nieuwsgierig zijn?
Opdracht 9 Wist je dat?
Lees ‘Wist je dat?’ en maak daarna de vragen.
Je krijgt berichten via apps, de krant, de
televisie, Twitter en nog veel meer media.
Deze media moet je veilig en slim kunnen
gebruiken. Als jij op een goede manier om
kunt gaan met media, ben je mediawijs.
Dat betekent onder andere dat je begrijpt
hoe belangrijk media zijn.
a Stel: jij bent minister. Waarom zijn media dan belangrijk?
b Stel: je hebt een winkel. Waarom zijn media dan belangrijk?
c Voor mij zijn media WEL / NIET belangrijk, omdat
Nieuwsgierig 15
Opdracht 10
Ga met z’n tweeën bij elkaar zitten.
Jullie zoeken allebei één bericht op internet dat je interessant of belangrijk vindt.
Vul de schema’s daarna samen in.
Bericht 1 Titel
Bron
Datum
Ja Nee
Is het bericht bijzonder?
Denk je dat veel mensen dit interessant vinden?
Is het belangrijk?
Zijn er beelden?
Het bericht is nieuws, want:
Bericht 2 Titel
Bron
Datum
Ja Nee
Is het bericht bijzonder?
Denk je dat veel mensen dit interessant vinden?
Is het belangrijk?
Zijn er beelden?
Het bericht is nieuws, want
16 Les 1 - Nieuws
Les 2 Desinformatie
In de casus aan het begin van dit thema riepen veel men-
sen: ‘Echt?’ Ze twijfelden of het wel waar was wat ze zagen.
Een foto waarvan de kleuren mooier zijn gemaakt, is al
niet meer helemaal echt. Een bericht dat aliens op Texel
zijn geland, is zeker niet echt. Het gaat dan om informa-
tie die met opzet onjuist is. Je noemt dit desinformatie.
Bekende voorbeelden van desinformatie zijn nepnieuws
en deepfake.
Geld en beïnvloeding Christiano Ronaldo heeft 400 miljoen volgers op Instagram.
Een doel van desinformatie is geld verdienen. Dat doen Hij verdient met het posten van berichten over sponsors meer
mensen door berichten te posten die aandacht trekken. dan 40 miljoen euro per jaar.
Denk aan een nepbericht dat een beroemd persoon is
overleden. Mensen gaan dat bericht delen en een aantal Bij pulpnieuws gaat het meestal om sensatie. Je komt
wordt zelfs volger. Veel volgers hebben levert geld op, veel pulpnieuws tegen in roddelbladen als Privé en
want dat is interessant voor adverteerders. Een ander Weekend. Op internet gaat het vaak om korte berichten
doel van desinformatie is beïnvloeding. Door desinfor- waar je op kunt klikken. Zo kunnen de makers van
matie geloven bijvoorbeeld veel Amerikanen niet dat pulpnieuws weer geld verdienen. Kijk maar eens op
Joe Biden hun president is. sites als Trendnieuws of Viraaltjes.
Pulpnieuws
Desinformatie is verzonnen, maar pulpnieuws is vaak
(een beetje) waar. Bijvoorbeeld: ‘Zweeds meisje (12) van-
uit auto doodgeschoten tijdens het uitlaten van haar hond’.
Opdracht 11
Lees lestekst 2 - Desinformatie.
a Zet een streep onder de woorden die je niet kent.
b Zoek de onderstreepte woorden op in een woordenboek.
c Schrijf de betekenis bij je aantekeningen aan het eind van dit thema.
Opdracht 12
Lees lestekst 2 - Desinformatie.
Vul daarna de zinnen aan met de volgende woorden:
BEÏNVLOEDING - DEEPFAKE - DESINFORMATIE - GELD - PULPNIEUWS
1. is informatie die met opzet onjuist is.
2. Op de website Trendnieuws vind je vooral veel .
3. Een film met desinformatie noem je .
4. Aandacht voor berichten kan opleveren.
5. Als je wilt dat mensen desinformatie geloven is het doel .
Nieuwsgierig 17
Opdracht 13
a Bekijk de berichtjes en zet een kruisje bij het juiste woord. Stel jezelf de vraag: ‘Zou het waar kunnen zijn?’
1. Vrouw (70) met zes armen ontdekt in Peru.
Nepnieuws
Pulpnieuws
Leg je antwoord uit.
2. Tim Hofman verzekert wijsvinger voor 100 miljoen.
Nepnieuws
Pulpnieuws
Leg je antwoord uit.
3. Vrouw schiet man dood, na slaan kat.
Nepnieuws
Pulpnieuws
Leg je antwoord uit.
b Bij welk bericht twijfelde je? Leg je antwoord uit.
Opdracht 14
Lees de laatste regel van lestekst 2 - Desinformatie.
a Ken jij Trendnieuws of Viraaltjes? Omcirkel jouw antwoord: Ja / Nee
b Vind jij pulpnieuws leuk? Omcirkel jouw antwoord: Ja / Nee
c Leg je antwoord op vraag b uit.
18 Les 2 - Desinformatie
Opdracht 15 Bron 3
Lees bron 3. Maak daarna de vragen.
Ik schaam me kapot
Dotan heeft toegegeven dat hij nepaccounts op sociale media
gebruikte om zijn muziek onder de aandacht te brengen.
De zanger zegt op Facebook dat hij er ontzettend veel spijt van
heeft. Dotan vertelt: ‘Het was moeilijk om mijn muziek bij mensen te
krijgen, toen heb ik een plan bedacht. Ik heb wat mensen gevraagd
om dingen namens mij te gaan liken en posten. Ik doe er niemand
kwaad mee, dacht ik. Maar het liep uit de hand. Ik liet negatieve
berichten over collega’s plaatsen. Vooral toen ik een ontmoeting
met een erg ziek patiëntje verzon, ging dat te ver. Daar schaam ik
me kapot voor.’ Naar: nhnieuws.nl en rtlnieuws.nl
a Waarom plaatste Dotan desinformatie op sociale media?
b Waarom schaamt Dotan zich?
c Heb jij weleens desinformatie gepost? Waarom wel of waarom niet?
Opdracht 16
Een kop is de titel van een bericht. Lees de koppen en kruis het juiste antwoord op de vraag aan.
1. Corona bestaat niet. 3. Vrouw spitst bij Nederlands mannenelftal.
De schrijver van deze desinformatie wil vooral: De schrijver van deze desinformatie wil vooral:
de mening van mensen beïnvloeden. de mening van mensen beïnvloeden.
de aandacht trekken. de aandacht trekken.
2. Anouk weer zwanger?! 4. Blogger weet niets van mode!
De schrijver van deze desinformatie wil vooral: De schrijver van deze desinformatie wil vooral:
de mening van mensen beïnvloeden. de mening van mensen beïnvloeden.
de aandacht trekken. de aandacht trekken.
Nieuwsgierig 19
Opdracht 17
Ga via de QR-code naar de site van Trendnieuws.
Bekijk de website goed en geef dan antwoord op de vraag:
Hoe verdient Trendnieuws geld?
Opdracht 18
Lees ‘Wist je dat?’ en maak daarna de opdracht met je hele klas.
Wist je dat?
Iedereen krijgt bij Google andere zoekresultaten.
Zelfs als je dezelfde zoektermen gebruikt.
Dit heet de filterbubbel.
Daardoor krijg je vooral links waarvan Google denkt
dat die bij jou passen. Zo wordt het nog moeilijker
om te herkennen wat nou precies ‘de waarheid’ is.
• Pak allemaal jullie telefoon en ga naar Google.
• Tik allemaal dezelfde zoekopdracht in.
a Wat komt er bij jou bovenaan te staan?
b Is dat bij iedereen hetzelfde? Zo nee, hoe komt dat?
Opdracht 19
Als jij op een goede manier om kunt gaan met media, ben je mediawijs. Dat betekent onder andere dat je ziet
dat media niet altijd de waarheid vertellen.
Ik ben WEL / NIET mediawijs, want
20 Les 2 - Desinformatie
Les 3 Klopt het wel? BEYONZEE EN JAY-C
KOPEN EFTELING?!!
Er komt elke dag heel veel nieuws op je af. Maar hoe
weet je nou of die berichten wel of niet waar zijn? Daar-
voor controleer je de bron. Let goed op: iedereen kan
online iets plaatsen. Maar daarmee is het nog niet waar!
Zorg dat je desinformatie herkent.
TIP! - Stop desinformatie door
het zelf niet te delen.
Check desinformatie 5. Hoe is de bron geschreven?
Geef antwoord op de volgende vragen om de betrouw- Slecht geschreven of slecht vertaalde teksten kunnen
baarheid te controleren:
1. Waar heb je het bericht gevonden? desinformatie zijn.
Nos.nl is betrouwbaarder dan Facebook. 6. Kom ik de informatie bij andere media tegen?
2. Is de titel vooral bedoeld om aandacht te trekken? Als je het verder nergens tegenkomt, is de kans groot
Desinformatie heeft vaak een kop met hoofdletters
dat het bericht niet klopt.
en uitroeptekens. Nieuwscheckers
3. Wat is de datum van de bron? Journalisten moeten controleren of het nieuws dat ze
Bij een oudere bron is er een grotere kans dat de in- brengen ook klopt. Ze moeten hun feiten en bronnen
checken. Er zijn zelfs speciale websites die zich daarmee
houd niet meer klopt. bezighouden. Kijk maar eens op nieuwscheckers.nl.
4. Wie heeft de bron geschreven?
Is dat iemand die zomaar zijn/haar mening op-
schrijft? Of is het een journalist? Als je twijfelt,
google de naam van de schrijver dan eens.
Opdracht 20
Lees lestekst 3 - Klopt het wel?
a Zet een streep onder de woorden die je niet kent.
b Zoek de onderstreepte woorden op in een woordenboek.
c Schrijf de betekenis bij je aantekeningen aan het eind van dit thema.
Opdracht 21
Lees lestekst 3 - Klopt het wel? en maak dan de zinnen hieronder af.
Zet de woorden op de juiste plaats. Kies uit:
BRON - DATUM - MEDIA - SCHRIJVER - TAAL - TITEL
Check de: Check de: Check de: Check de: Check de: Check de:
Bron
Nieuwsgierig 21
Opdracht 22
a Welke tip staat er in de lestekst om desinformatie te stoppen?
b Ik houd me WEL / NIET aan die tip, omdat:
Opdracht 23
Lees bron 4. Maak daarna de vragen.
ACTUEEL Bron 4
Het gevaar van desinformatie
DEN HAAG – Desinformatie is Sommige zwangere vrouwen
gevaarlijk en sociale media staan durven het coronavaccin niet te
er vol mee. VVD-Kamerlid nemen omdat ze lezen dat dit ge-
Queeny Rajkowski wil dat Neder- vaarlijk is. Terwijl je met een
land zich hier bewust van wordt. vaccin juist minder kans hebt om
‘We moeten niet denken dat het op de IC te belanden. Dat is het
verspreiden van desinformatie effect van desinformatie’, zegt het
vrijheid van meningsuiting is. Kamerlid. Naar: WNL
a Leg uit waarom desinformatie gevaarlijk kan zijn.
b Wie moet volgens jou zorgen voor de bescherming tegen desinformatie op sociale media?
Meerdere antwoorden zijn toegestaan.
Sociale-mediabedrijven
Mensen zelf
De overheid
Niemand
Leg je antwoord uit.
22 Les 3 - Klopt het wel?
Opdracht 24 Bron 5
Lees bron 5. Maak daarna de vragen.
Wonderkind Kjeld (9) behaalt vijfde mbo-diploma
Kjeld uit Zutphen mag je gerust een wonderkind noemen. Hij is pas 9 jaar,
maar kan nu al cv-ketels repareren, brood bakken en haar knippen. Alles op het
niveau van een twintigjarige, want Kjeld heeft veel diploma’s op zak. Zijn laatste
aanwinst? Mbo bedrijfs-administratie. Naar: Joost Mollen en Martine Bakker, speldnl, 2018
Vraag Check desinformatie
1. Is de titel bedoeld om aandacht te trekken?
2. Wat is de datum van de bron?
3. Wie heeft de bron geschreven?
4. Waar is het bericht geplaatst?
5. Hoe is de bron geschreven?
6. Kom je de informatie bij andere media tegen?
7. Denk je dat dit nieuws echt is?
Leg je antwoord uit.
Opdracht 25
Bekijk de foto’s. Rechts is de echte foto van een
demonstratie door moslims. Links zie je een nepfoto.
PVV-leider Geert Wilders verspreidde die foto via
Twitter. Daarop zie je een van zijn belangrijkste
politieke tegenstanders van dat moment.
a Wat is er met de originele foto gebeurd?
b Waarom heeft Geert Wilders deze foto verspreid, denk je?
Nieuwsgierig 23
Opdracht 26 Wist je dat?
Lees ‘Wist je dat?’ en maak daarna de opdracht.
Weet jij wat deepfake is?
Dat is het maken van niet bestaand beeld
door slimme technologie.
Je kunt het gezicht van iemand plakken op
het lichaam van iemand anders.
Je kunt iemand alles laten zeggen met zijn
‘eigen’ stem.
Je kunt jezelf laten meespelen in een
bekende film.
Dat is deepfake.
a Omcirkel het goede antwoord.
1. Deepfake maakt het extra lastig om desinformatie te herkennen. JUIST / ONJUIST
2. De president van Amerika met het hoofd van rapper Boef is deepfake. JUIST / ONJUIST
3. Deepfake is handig voor filmmakers. JUIST / ONJUIST
4. Zelf meespelen in een film is deepfake. JUIST / ONJUIST
5. Deepfake is ongevaarlijk. JUIST / ONJUIST
Bekijk de video over deepfake. Ga daarna met drie of vier studenten bij elkaar zitten.
b Noteer drie tips hoe je deepfake kunt herkennen.
1
2
3
c Bedenk samen een deepfake video. Daarin laten jullie iemand iets zeggen wat hij/zij normaal nooit zou
zeggen. Schrijf kort op om wie het gaat en wat deze persoon zegt.
d Leg uit of jullie video gevaarlijk zou kunnen zijn.
Onze video is WEL / NIET gevaarlijk, omdat:
24 Les 3 - Klopt het wel?
Opdracht 27
Het valt niet mee om desinformatie te herkennen.
Hoe goed ben jij in het herkennen van desinformatie?
a Geef jezelf een cijfer tussen 1-10.
Scan de QR-code en doe de test.
Bekijk na de test de juiste antwoorden.
b Hoeveel antwoorden had je goed?
c Is dat beter of slechter dan je had verwacht? Hoe komt dat, denk je?
Opdracht 28
Ga naar nieuwscheckers.nl
Noteer drie nieuwsberichten die na controle door nieuwscheckers.nl niet waar bleken te zijn.
1.
2.
3.
Opdracht 29
Als jij op een goede manier om kunt gaan met media, ben je mediawijs.
Dat betekent onder andere dat je informatie kunt fi lteren.
Ik kan informatie WEL / NIET fi lteren, want:
Nieuwsgierig 25
Portfolio-opdracht
Bij deze laatste opdracht maak je een product. Voeg dit toe aan je portfolio.
Maak een prikbord met eigen desinformatie dat te maken heeft met jouw beroep of opleiding.
Je mag de desinformatie dus zelf verzinnen!
Voorbeeld
‘Nieeuewnesthroetnjed:tbaibearsmcTmoaet’bicastoasbesmcagxchsapboicaeeinomnnerateiegsrgtnaitoeeiasben.drdid‘aeH,eaimrstevrG:aeetahvmrrepaaoeknrientnottnvkpieienog’l,lrieigelninzgmneekgevntgaacnv.tansafHnédaebinnise,r ‘ANamsietsruotwenrardueastmetansuveroraevndetseiernlt’
v‘Meropnldickhatpijnesremsteatuereatnktlse’p ggaseaRpslreueteestmcicetnhainiantue.leieeruDnanmkendapntiazeekArartpaaks.asojtHeutnlr.lebooObten1ohoai1neknuelhdetpneeelmaneedafneittrnnsaesudnoeveakenbjnpeerwussiuneitkmialterahiteejteegenuetnoilgdotleaks.
n‘Oemizmnpocoerdomnenards.otetOkHanjaermuiapekervrjaieeednrnsnuealtisdmshvjm.iketaceeHorph:tgseetDepev.tteanrhokennlteienedjktpeialgknejeelalgpetdakjpevenanjaTenvnwkerwoouhruepprnemdeletticrenhpnthhvbioej/irrzjemibjpcVpoeianrazetoo-ndaweirkbjaelnsreeeivfornrnhrea1nkeonrdmeenior‘.neneVeakeAgo.lbbtcstalfonsahkeeawbdnoredefteweeseeiaaaketrrfaneentnfslks,nneeigawwmn1imantnngeesaeogeritgekmrrkoad.skloZetek’oroetbener
Van der Valk’
Vorige week woensdag heeft de Amerikaanse ex-
president Donald Trump gedineerd bij Van der Valk
Enschede. Trump verbleef volgens bronnen in het
penthouse van het hotel. Het is nog niet duidelijk
waarom hij in Enschede verblijft.
● Sluit je dit thema liever buiten af? Scan dan de QR-code!
26
Woordpuzzel
Welke woorden horen bij de omschrijving?
Als je alle woorden goed hebt ingevuld, lees je in de
oranje kolom een woord. Dat is de oplossing.
1. Zo noem je actuele berichten die interessant zijn voor veel mensen.
2. Dit bepaalt of een bericht in de krant komt.
3. Het maken van niet bestaand beeld door slimme technologie.
4. Nieuws dat bedoeld is om mensen nieuwsgierig te maken.
5. Een bericht dat niet waar is, een voorbeeld van desinformatie.
6. Dit was voor Sanne Portman 3 uur en 57 minuten.
7. Een van de redenen om desinformatie te verspreiden.
8. Slim en veilig gebruiken van media.
9. Dit roepen veel mensen in de casus.
10. De plek waar informatie vandaan komt.
11. Website met pulpnieuws.
12. Volgens een nepbericht ging Beyoncé dit kopen.
1
2
3
4
5
6
7
8
9?
10
11
12
Nieuwsgierig 27
Woordenlijst
Bron
De plek waar informatie vandaan komt.
Deepfake
Het maken van niet bestaand beeld door slimme technologie.
Desinformatie
Informatie die met opzet onjuist is.
Filterbubbel
Informatie die volgens een website het beste bij een persoon past.
Kop
De titel van een bericht.
Media
Alle middelen waarmee informatie verspreid wordt.
Mediawijs
Alle beschikbare media veilig en slim gebruiken.
Nepnieuws
Een nieuwsbericht dat niet waar is. Een voorbeeld van desinformatie.
Nieuws
Nieuwe informatie, meestal net gebeurd, die interessant is.
Nieuwswaarde
Hoe belangrijk, interessant en bijzonder een bericht is.
Pulpnieuws
Sensationeel nieuws dat vaak maar een beetje waar is.
28
Aantekeningen
Nieuwsgierig 29
2 Digitaal samenleven
themasburgerschap.nl/digitaalsamenleven
CASUS
DAVE DE WAARZEGGER
De video gaat over waarzegger Dave. Op straat zegt hij tegen mensen dat hij hun gedachten kan lezen.
Dave lijkt daar ook heel goed in te zijn. Hij weet bijvoorbeeld waar mensen wonen en kent zelfs hun
rekeningnummer. ‘Hij kon zeggen hoeveel geld ik voor mijn huis vraag’, vertelt iemand.
‘Hij wist persoonlijke dingen over mij’, vertelt een ander. Aan het eind verklapt Dave zijn geheim.
Hij kan helemaal geen gedachten lezen. Hij haalt zijn informatie gewoon van internet.
Mensen kunnen het niet geloven. ‘Bizar dat al die dingen over mij online staan!’
De video waarschuwt de kijkers: ‘Je hele leven staat online. Dat kan tegen je gebruikt worden.’
Hoeveel informatie staat er over jou op internet?
Geef je antwoord en leg dat uit.
30
Les 1 Grijp je kans
Samenleven doe je met anderen. Denk aan je gezin, je
klasgenoten en collega’s. Dat doe je in het ‘echte leven’,
maar steeds vaker ook online. Je appt met je familie en
je krijgt les op de computer. Thuiswerken is het nieuwe
normaal. Alles wat met een computer of via internet
kan, noem je digitaal. De digitale wereld wordt steeds
belangrijker. Laten we eens kijken welke voordelen dat
heeft en welke kansen er voor je zijn.
Voordelen De Rotterdamse straatvoetballer Soufiane Touzani heeft via sociale
De online samenleving heeft veel voordelen. In de casus media zoveel bekendheid gekregen met zijn voetbalkunsten dat hij
kon de waarzegger bijvoorbeeld alle informatie over ervan kan leven.
zijn ‘klanten’ op internet vinden.
1. De digitale samenleving maakt alles makkelijker 3. Internet geeft jou de kans om je mening te delen
Je kunt, net als Dave in de casus, heel veel informatie Je laat op de website van een pizzeria weten wat je
op internet vinden. Maar het is ook handig als je van het eten vond (review). Je reageert op een post
bijvoorbeeld wilt weten hoe laat de bus gaat. Je koopt op Instagram. Je doet mee aan een online onderzoek.
kleding bij een webshop. Je vraagt Google om de 4. De digitale samenleving zorgt voor werk
lampen aan te doen. Bijvoorbeeld voor: professionele E-gamers, mensen
2. Internet zorgt voor sociaal contact die software schrijven, monteurs die weten hoe een
Je gamet online met anderen over de hele wereld. Je robot werkt of bezorgdiensten.
overlegt in een groepsapp en skypet met je oma. Je
wisselt informatie uit met anderen op sociale media
zoals Instagram.
Opdracht 1
Lees lestekst 1 - Grijp je kans.
a Zet een streep onder de woorden die je niet kent.
b Zoek de onderstreepte woorden op in een woordenboek.
c Schrijf de betekenis bij je aantekeningen aan het eind van dit thema.
Opdracht 2
Lees lestekst 1 - Grijp je kans.
Hieronder staan vijf zinnen over de lestekst. Zijn die juist of onjuist? Zet een kruisje in de juiste kolom.
Juist Onjuist
1. Internet wordt steeds belangrijker.
X
2. Op internet kun je veel informatie vinden.
3. Op Skype en Facetime kun je een review schrijven.
4. Soufiane Touzani is een E-gamer.
5. Instagram maakt het leven gemakkelijker.
Digitaal samenleven 31
Opdracht 3
a Kruis aan welke mogelijkheden van internet jij gebruikt.
b Noteer bij elk nummer één eigen voorbeeld.
1. Makkelijk 3. Mening delen
Informatie zoeken op internet. Review plaatsen.
Kleding kopen bij een webshop. Reageren op berichten.
Google vragen om de lampen aan te doen. Meedoen aan een online onderzoek.
X X
2. Sociaal contact 4. Werk
Online gamen. Je verdient geld als gamer.
Overleggen in een groepsapp. Voor je werk heb je een computer nodig.
Skypen. Je helpt klanten online.
Sociale media gebruiken. Je bestelt online producten voor je werk.
X X
Opdracht 4 Bron 1
Lees bron 1 en maak daarna de vragen.
Slimme tandenborstel
Nieuwe elektrische tandenborstels werken met
een app op je telefoon. In de app zie je dan hoe
lang je poetst en welke tanden je slecht poetst.
De app kan dit delen met je tandarts, maar ook
met de verzekering.
a Bij welk voordeel hoort de bron? Makkelijk Sociaal contact Mening delen Werk
b Wat heb jij er als gebruiker aan dat er informatie naar je tandarts gaat?
c Wat heb jij er als gebruiker aan dat er informatie naar je verzekering gaat?
d Is er ook een gevaar? Leg je antwoord uit.
32 Les 1 - Grijp je kans
Opdracht 5 Wist je dat?
Lees ‘Wist je dat?’ en maak daarna de vragen.
Iedereen die sociale media gebruikt heeft een eigen profiel.
Dat is een pagina die iets over die persoon vertelt. Vaak kan
iedereen die profielen bekijken. Daarom leek Dave in de casus
een waarzegger.
a Maak de zinnen af. Omcirkel het woord dat het beste bij je past.
1. Ik heb een profiel bij MINDER / MEER dan drie sociale media.
2. Ik heb GOED / NIET ZO GOED nagedacht over mijn profiel.
3. Ik check VAAK / SOMS sociale media.
4. Ik denk VEEL / WEINIG aan sociale media.
b Kijk eens goed naar je eigen profiel. Wat wil je met dat profiel duidelijk maken?
Opdracht 6
Vorm groepjes van drie studenten en zoek voorbeelden op internet.
Omschrijving Eigen voorbeeld
1. Hoe zet de politiek sociale
media in?
2. Waar krijg je online informatie
over de Tweede kamer?
3. Hoe kun je online onderzoeken
welke partij bij je past?
Digitaal samenleven 33
Opdracht 7
Lees bron 2 en bron 3. Maak daarna de vragen.
ACTUEEL Bron 2 We maken allemaal fouten Bron 3
Ik ben gewoon Nikkie AMSTERDAM – ‘We maken allemaal fouten,
UTRECHT – Man of vrouw, je moet dat toe kunnen geven.’ Dat zei Donny
wat maakt het uit? Fans van de Roelvink op zijn Instagram. De influencer
populaire influencer Nikkie vertelde over het afslijpen van zijn tanden
de Jager vinden het moedig. voor witte ‘facings’. Hij beschreef ook de
Op YouTube liet Nikkie weten gebitsproblemen die hij daardoor kreeg.
dat ze in het verkeerde lichaam is geboren. Haar R oelvink adviseert zijn volgers nu om het
boodschap zou veel andere transgender personen a nders te doen dan hij. Naar: NOS
kunnen helpen. Naar: Trouw en AD
a Wat is een influencer?
b Influencers volgen heeft voordelen. Welke voordelen zie je terug in de bronnen?
c Welk gevaar kunnen berichten van influencers hebben, denk je?
Opdracht 8
De digitale samenleving zorgt voor werk. Maar voor sommige beroepen
is er dan geen werk meer of is er minder werk. Als auto’s helemaal zelf
gaan rijden, verliezen chauffeurs bijvoorbeeld hun baan.
a Wat wil jij graag worden? Een zorgrobot laat ouderen bewegen. Daar is
geen mens meer bij nodig.
b Waarvoor zorgt de digitale samenleving bij dat beroep?
Meer werk Minder werk Net zoveel werk
c B ijna alle beroepen veranderen door internet en computers. Hoe zorg jij ervoor dat je op de hoogte blijft van
alle veranderingen?
34 Les 1 - Grijp je kans
Les 2 Pas op!
In de casus kon de waarzegger alle informatie op inter- 5. Internet wordt ook gebruikt voor cybercrime
net vinden. Dat is leuk! Of is het ook gevaarlijk? Het Oplichting via WhatsApp, afpersing via e-mail of
is belangrijk dat je de kansen en de gevaren van onze
digitale samenleving kent. En dat je iets met die kennis het stelen van gegevens: allemaal voorbeelden van
doet. cybercrime.
6. Sociale media kunnen verslavend zijn
Nadelen Eén op de drie jongeren vindt zichzelf verslaafd aan
Het begin van dit thema ging over de voordelen van sociale media. Deze jongeren zijn het liefst de hele
de digitale samenleving. Maar er zijn ook nadelen of dag online. Ze zijn bang om berichten te missen als
gevaren. ze offline gaan.
1. De digitale samenleving zorgt voor ongelijkheid
Niet iedereen heeft een goede computer. Hoe moet
je dan de online les volgen? Hoe maak je dan een
nette sollicitatiebrief?
2. Sommige mensen proberen jou te beïnvloeden
Je moet desinformatie herkennen als je wilt weten
wat waar is. Je moet ook kunnen inschatten of ie-
mand online de waarheid over zichzelf vertelt.
3. De reacties op berichten kunnen erg ver gaan
Je komt op internet discriminatie, racisme, haat en
agressie tegen. Doe daar niet aan mee. Luister naar
anderen en probeer je in te leven.
4. De privacy van burgers is soms in gevaar
Privacy betekent dat iemand zich niet zomaar met
jouw leven mag bemoeien. Let dus goed op wat
iemand met jouw gegevens doet!
Opdracht 9
Lees lestekst 2 - Pas op!
a Zet een streep onder de woorden die je niet kent.
b Zoek de onderstreepte woorden op in een woordenboek.
c Schrijf de betekenis bij je aantekeningen aan het eind van dit thema.
Opdracht 10
Lees lestekst 2 - Pas op!
Welk woord past bij welke omschrijving? Begin bij 1.
en trek een lijn naar de letter (A, B of C) die bij dat woord hoort. Doe nu hetzelfde voor 2. en 3.
Woord Omschrijving
1. Sociale media A Misdaad via de computer
2. Privacy B Instagram en TikTok
3. Cybercrime C Persoonlijke vrijheid
Digitaal samenleven 35
Opdracht 11
a Met welke nadelen van de digitale samenleving heb jij weleens te maken gehad?
Ongelijkheid Geen privacy
Negatief beïnvloed worden Cybercrime
Haat en agressie Verslaving
b Stel: je beste vriend(in) heeft geen laptop voor schoolwerk. Wat zou je dan zeggen of doen?
Opdracht 12
Lees bron 4 en maak daarna de vragen.
Denk na voor je iets online zet Bron 4
Tony Kok, professioneel gamer, speelde het computerspel
FIFA voor voetbalclubs. Na twee dagen bij PSV werd hij al
ontslagen. Tony had namelijk vijf jaar geleden kwetsende
berichten op Twitter gezet. Hij tweette bijvoorbeeld: ‘Alle
boeren zijn homo!’ Dit ging PSV te ver. ‘Wij kunnen niet
samenwerken met iemand die dit soort berichten plaatst’,
zegt een woordvoerder van PSV. De manager van Tony
adviseert: ‘Denk alsjeblieft na voordat je iets op internet
gooit.’ Naar: nos.nl
a Bij welk nadeel hoort de bron?
Ongelijkheid Geen privacy
Negatief beïnvloed worden Cybercrime
Haat en agressie Verslaving
b Waarom zegt de manager: ‘Denk alsjeblieft na voordat je iets op internet gooit’?
c Moet jij in je leerbedrijf ook oppassen met wat je op sociale media plaatst?
d Wat vind je van het ontslag van Tony? Leg je antwoord uit.
36 Les 2 - Pas op!
Opdracht 13 Wist je dat?
Bekijk de video en maak daarna de vragen. Omcirkel het juiste antwoord.
a Hoe kwam Stef erachter dat zijn vriendin was verongelukt?
Via een bericht op FACEBOOK / INSTAGRAM.
b Waarom denk je dat hij dat extra zwaar vond?
Omdat hij er liever niet via SOCIALE MEDIA / DE KRANT achter was gekomen.
c Bij welk nadeel hoort de bron?
De bron hoort bij GEEN PRIVACY - CYBERCRIME - VERSLAVING.
d Ik vind het plaatsen van een ongeluk op sociale media INTERESSANT / VERKEERD.
Opdracht 14
Lees ‘Wist je dat?’ en maak daarna de vragen.
Jij gaat als burger om met andere mensen. Je krijgt te maken
met andere meningen. Daar moet je goed mee om kunnen
gaan. Ook online. Dat is digitaal burgerschap.
Een goede digitale burger:
- is vriendelijk en heeft respect op sociale media
- gaat niet over de grenzen van een ander heen
- kan goed en kritisch online communiceren
- vindt democratie en de wet belangrijk
- gaat verstandig om met digitale middelen.
a Bij welk onderdeel horen de voorbeelden? Zet een kruisje.
Onderdeel Geen oproep tot Informatie kunnen Weten wanneer je moet
‘rellen’ delen vinden op internet stoppen met gamen
Vriendelijk en met respect
Grenzen van een ander
Online communiceren
Democratie en wet
Verstandig omgaan met
digitale middelen
b Stel je voor: een klasgenoot schrijft op sociale media dat de docenten van jullie opleiding waardeloos zijn.
Hoe reageer je hierop als goede digitale burger?
Digitaal samenleven 37
Opdracht 15
Bekijk de infographic en maak daarna de vragen.
a Waar heb jij weleens mee te maken gehad?
Cyberpesten
Datadiefstal
Ransomware
Phishing
Exposing
Ik heb niet met cybercrime te maken gehad.
b Wat deed je toen?
c Waarom is het handig om te weten welke soorten cybercrime er bestaan?
38 Les 2 - Pas op!
Opdracht 16 Bron 5
Lees bron 5 en maak daarna de vragen.
Hij ging ineens een cake bakken
Het leven had voor de veertienjarige Elias even geen zin meer. Hij
verloor zijn nieuwe smartphone al na een paar maanden. Maar na drie
dagen zonder telefoon ging Elias ineens cake bakken.
‘Een nieuw leven was begonnen, zonder smartphone’, zegt moeder
Ineke. Voor Elias is het niet eenvoudig. ‘Ik vind het niet leuk zonder
smartphone, maar ik slaap wel beter en doe mijn huiswerk.’
Moeder Ineke begrijpt dat Elias het moeilijk vindt. ‘Voor jongeren is
een smartphone heel belangrijk. En hierdoor raken ze ook snel
verslaafd aan telefoons.’ Om telefoonverslaving tegen te gaan start ze
een landelijke dag zonder smartphone. Naar: AD
a Waarom ging Elias spontaan cake bakken?
b Noem één reden waarom het voor Elias moeilijk is om zonder telefoon te leven.
c Zou jij meedoen aan de dag zonder smartphone? Leg je antwoord uit.
Opdracht 17
Lees ‘Wist je dat?’ en maak daarna de opdracht. Wist je dat?
Welke sociale media gebruik jij? En hoe vaak gebruik je die dan? Het is belangrijk dat je
ze veilig en slim kunt gebruiken. Dan ben je mediawijs. Dat betekent onder andere dat je
kritisch naar je eigen mediagebruik kunt kijken.
Ik kan WEL / NIET kritisch naar mijn eigen mediagebruik kijken, want:
Digitaal samenleven 39
Opdracht 18
Lees bron 6 en maak daarna de vragen.
ACTUEEL Bron 6
Ik houd van Zwarte Piet
VOLENDAM – Facebook heeft een bericht met de titel ‘Ik houd van
Zwarte Piet’ verwijderd. Het gaat om de post van een wethouder uit
Volendam. Foto’s en video’s van Zwarte Piet zijn verboden op
Facebook vanwege de strijd tegen racisme. De reacties op het
verbod zijn verdeeld. Een lid van een actiegroep tegen Zwarte Piet
zegt: ‘Voor veel mensen is Zwarte Piet kwetsend. Ze zien die beelden
langskomen terwijl ze dat niet willen. Daardoor voelen ze zich
onveilig op sociale media.’ Andere mensen zijn juist boos door het
verbod. Eén van hen zegt: ‘Ze hebben geen respect voor onze
t radities.’
Naar: De Telegraaf en RTL Nieuws
a Wat is racisme?
b Welk nadeel van de digitale samenleving uit de lestekst past bij deze bron? Leg je antwoord uit.
c Facebook verwijdert niet alleen berichten over Zwarte Piet. Ook andere posts kunnen verwijderd worden,
bijvoorbeeld als ze crimineel of gevaarlijk zijn.
Geef een argument vóór het verwijderen van berichten door Facebook.
d Geef een argument tegen het verwijderen van berichten door Facebook.
40 Les 2 - Pas op!
Les 3 Digitale weerbaarheid
Het internet is niet altijd veilig. Als je weet waar je op
moet letten en daar ook iets mee doet, ben je digitaal
weerbaar. Waar let je dan op?
1. Goed gedrag begint bij jezelf
Heb respect voor anderen. Blijf ook online vriende-
lijk en eerlijk.
2. Bewaak je privacy 5. Zorg voor een goed wachtwoord
Laat niet zomaar overal je gegevens achter. Pas op Veel Nederlanders gebruiken meer dan vijftig wacht-
met wat je doet voor de webcam! Plaats ook niet woorden. Dan kun je maar beter zorgen dat die veilig
zonder toestemming foto’s van anderen online. zijn. ‘Wachtwoord’ of ‘12345’ zijn zeker niet veilig!
3. Voorkom misbruik Een hele zin is sterk. Maar het gebruik van een
Cybercriminelen zoeken naar manieren om makke- wachtwoordkluis is nog veiliger.
lijk een computer binnen te komen. Voorkom dat 6. Wees voorbereid
door regelmatig te updaten en beveiligingssoftware Al let je nog zo goed op, er kan toch iets fout gaan. Als
te gebruiken. Download niet zomaar van alles! dat gebeurt, kun je maar beter een goede back-up
4. Herken phishing hebben. Een back-up is een kopie van belangrijke be-
Bij phishing mails staat er vaak dat je snel moet rea- standen. Zorg voor een externe harde schijf of voor
geren. Er is dan meestal een link. Let op: niet klik- opslag in de cloud. Vergeet niet in te stellen dat de
ken! Soms vragen ze om geld of om inloggegevens. computer regelmatig zelf een back-up maakt.
Let op: niet geven!
Opdracht 19
Lees lestekst 3 - Digitale weerbaarheid.
a Zet een streep onder de woorden die je niet kent.
b Zoek de onderstreepte woorden op in een woordenboek.
c Schrijf de betekenis bij je aantekeningen aan het eind van dit thema.
Opdracht 20
a Beantwoord de volgende vragen met ja of nee. Omcirkel jouw antwoord.
1. Heb jij respect voor anderen?
2. Ben je vriendelijk en eerlijk? JA / NEE
3. Let je op waar je je gegevens achterlaat? JA / NEE
4. Pas je op met wat je doet voor de webcam? JA / NEE
5. Vraag je toestemming voordat je een foto online zet? JA / NEE
6. Update je regelmatig je computer en telefoon? JA / NEE
7. Gebruik je beveiligingssoftware? JA / NEE
8. Denk je na voordat je klikt op een link? JA / NEE
9. Gebruik je veilige wachtwoorden? JA / NEE
10. Maak je regelmatig een back-up? JA / NEE
JA / NEE
b Ben jij digitaal weerbaar? Leg je antwoord uit.
Digitaal samenleven 41
Opdracht 21
Lees lestekst 3 - Digitale weerbaarheid.
Hieronder staan foto’s die gaan over digitale weerbaarheid.
Maar bij de foto’s staan niet de goede teksten.
Zet het juiste cijfer achter de letter.
A= B= C= D= E= F=
AB
1. Zorg voor een goed wachtwoord 2. Wees voorbereid
C
D
3. Herken phishing 4. Goed gedrag begint bij jezelf
E F
5. Bewaak je privacy 6. Voorkom misbruik
42 Les 3 - Digitale weerbaarheid
Opdracht 22 Bron 7
Lees bron 7.
Maak daarna samen met twee andere studenten de opdracht.
Heksenjacht
Een man uit Apeldoorn wordt door de buurt lastiggevallen omdat hij
kinderen zou hebben aangesproken. Buurtbewoners hebben zelfs een
foto van de man op Facebook gezet. Nu wordt de man gepest en
bedreigd. Volgens de politie is er geen bewijs dat de man iets strafbaars
heeft gedaan of dat hij verkeerde bedoelingen heeft. De politie spreekt
van een heksenjacht. ‘Het is zelfs strafbaar om op deze manier iemand
te beschuldigen’, schrijft de politie op Facebook. Naar: Omroep Gelderland
Kijk eens wat Eden vindt. Bespreek dit met elkaar.
Eden: ‘Heel goed! Als je iemand
verdenkt, zet je dat op internet.
Zo waarschuw je anderen.’
a Noteer een reden waarom iemand het eens kan zijn met Eden.
b Noteer een reden waarom iemand het oneens kan zijn met Eden.
c Zijn jullie het met Eden eens of oneens? Leg dat uit, zonder dat je jullie antwoord bij a of b herhaalt.
Opdracht 23
Goed gedrag begint bij jezelf. Dat geldt bijvoorbeeld voor cyberpesten: doe het niet!
Bekijk de video.
a Welke gevolgen kan cyberpesten hebben voor de dader?
b Welke gevolgen kan cyberpesten hebben voor het slachtoffer.
Digitaal samenleven 43
Opdracht 24 Bron 8
Lees bron 8.
Maak daarna de vragen.
Digitale weerbaarheid in het mbo
Renze Tjoelker houdt zich bezig met de digitale weerbaarheid
van mbo-studenten. ‘Studenten moeten telkens meer kunnen
en kennen op online gebied’, zegt Renze. ‘Denk aan helpen-
den in de zorg die werken met ouderen en mensen met een
beperking. Zij moeten phishing-berichten meteen kunnen
herkennen voor de cliënt.’ Dat geldt volgens Renze niet alleen
voor de zorg: ‘De digitale wereld is tegenwoordig in elk
beroep belangrijk.’ Naar: Kennisnet
a Waarom moeten helpenden in de zorg phishing-berichten kunnen herkennen?
b Geef een voorbeeld van een situatie in jouw (toekomstige) beroep waarin digitale weerbaarheid belangrijk is.
Opdracht 25
Speel de Data Detox Game.
Maak daarna de opdracht
a Je kwam in de game woorden tegen die met digitale weerbaarheid te maken hebben.
Noteer drie van die woorden.
b Overleg met de klas wie die woorden kent. Noteer de betekenis.
c Je kwam ook tips tegen. Noteer één tip.
44 Les 3 - Digitale weerbaarheid
Opdracht 26
Lees bron 8.
Maak daarna de vragen.
Internetregels Bron 9
1. Wees vriendelijk en heb respect.
2. Lees je berichten voordat je ze deelt.
3. Pas op met humor: soms begrijpt de
ontvanger niet dat iets een grap is.
4. W ees voorzichtig met hoofdletters.
Dit staat gelijk aan schreeuwen.
5. Stuur geen spam (ongevraagde
berichten of reclame).
a Een vriend plaatst onder berichten van influencers links naar zijn eigen bedrijf.
Bij welke internetregel hoort dat?
Wees vriendelijk en heb respect.
Lees je berichten voordat je ze deelt.
Pas op met humor.
Wees voorzichtig met hoofdletters.
Stuur geen spam.
b Je plaatst een persoonlijk bericht per ongeluk als openbare reactie.
Bij welke internetregel hoort dat?
Wees vriendelijk en heb respect.
Lees je berichten voordat je ze deelt.
Pas op met humor.
Wees voorzichtig met hoofdletters.
Stuur geen spam.
c Hoeveel van deze regels volg je zelf?
d Mist er nog een regel? Zo ja, welke?
Digitaal samenleven 45
Portfolio-opdracht
Bij deze laatste opdracht maak je een product. Voeg dit toe aan je portfolio.
Werk samen met een klasgenoot.
Lees bron 10 en bekijk de twee foto’s.
Het perfecte plaatje Bron 10
Isa en Lisa maakten voor school het perfecte plaatje voor sociale media.
Veel foto’s op internet zijn namelijk mooier gemaakt. En Isa en Lisa wilden laten zien hoe dat werkt.
Rechts zie je de profielfoto. Links zie je hoe die is gemaakt.
Je ziet geen flat Het perfecte plaatje,
net alsof zij in de natuur ligt
Geen verkeer
Geen weg
a Wat willen Isa en Lisa duidelijk maken met deze twee foto’s?
b Zoek op internet een foto die jullie ‘te’ perfect vinden.
Bedenk wat je op die foto niet ziet. Fotografeer of teken dat, knip het uit en plak het daarna op.
● Sluit je dit thema liever buiten af? Scan dan de QR-code!
46
Woordpuzzel
Lees de zinnen en bedenk welk woord daarbij past.
Bij een woordpuzzel komt in elk vakje 1 letter.
Kijk goed of je het woord van links naar rechts moet invullen (horizontaal).
Of van boven naar beneden (verticaal).
De eerste letter van het woord komt in het vakje met het cijfer.
Van links naar rechts
2. Alles wat met een computer of via internet kan, noem je digi….
3. Persoonlijke vrijheid.
5. Iemand met veel volgers op sociale media.
6. Pesten op internet.
9. Oplichten van mensen door ze te laten klikken op een link.
Van boven naar onder
1. Stelen van informatie op internet.
4. Kopie van belangrijke bestanden. Let op: de vijfde ‘letter’ is een streepje.
6. Alle misdaden op internet samen.
7. Virus dat criminelen gebruiken om je computer te ‘gijzelen’.
8. Naaktfoto’s of seksfilmpjes van een ander delen.
9. Pagina op sociale media die iets over een persoon vertelt.
2D I G I 1 4
3 5
67 8
9
Digitaal samenleven 47
Woordenlijst
Back-up
Kopie van belangrijke bestanden.
Cybercrime
Misdaden op internet.
Cyberpesten
Pesten op internet of met een mobiele telefoon.
Digitaal
Alles wat met een computer of via internet kan.
Digitaal burgerschap
Bewust en verantwoord kunnen deelnemen aan de digitale samenleving.
Digitaal weerbaar
Weten waar je op internet op moet letten en hier ook naar handelen.
Influencer
Iemand met veel volgers op sociale media die anderen kan beïnvloeden.
Mediawijs
Alle beschikbare media veilig en slim gebruiken.
Phishing
Oplichten van mensen door ze te laten klikken op een link naar een valse website.
Privacy
Persoonlijke vrijheid. Recht op een leven waar anderen zich niet mee bemoeien.
Profiel
Pagina op sociale media die iets over een persoon vertelt.
Sociale media
Websites of apps waar mensen berichten kunnen plaatsen en op berichten kunnen reageren.
48