Les 3 Consumeren, consuminderen
Je eet, je drinkt, je gebruikt shampoo, zeep en nog veel Wat kies jij?
meer. Je consumeert. Dat betekent dat je dingen Als je boodschappen doet in de supermarkt, kun je er
verbruikt, opmaakt. Alles wat je verbruikt moet gemaakt voor kiezen om duurzame spullen te kopen. Duurzaam
worden. Daarvoor zijn grondstoffen nodig. Sommige betekent dat er zo weinig mogelijk grondstoffen
van die grondstoffen komen van planten of dieren. verbruikt zijn bij het maken van een product. En dat de
Denk maar aan groente, fruit, vlees of wol. Andere spullen die je koopt niet erg schadelijk zijn voor het
grondstoffen komen uit de grond. Bijvoorbeeld olie. milieu. Bij producten die duurzaam zijn, staat vaak een
Daarvan worden benzine en plastic gemaakt. Het speciaal logo op de verpakking. Duurzaam betekent
probleem met dit soort grondstoffen is, dat ze ooit op ook dat je sommige spullen lang gebruikt. Denk aan
raken. Het is dus belangrijk dat we niet meer meubels, schoenen en kleding.
grondstoffen verbruiken dan écht nodig is.
Minder verbruiken, vaker opnieuw gebruiken Hier sorteren ze oude kleding.
Door minder te consumeren verbruik je ook minder
grondstoffen. Dat noem je consuminderen: minder
kopen, bijvoorbeeld spullen voor in huis of kleding en
schoenen. Je kunt ook consuminderen door te fietsen in
plaats van een auto te gebruiken. Of door minder vlees
te eten, want om vlees te produceren zijn veel
grondstoffen nodig.
Ook als je grondstoffen opnieuw gebruikt door er
nieuwe grondstoffen van te maken, verbruik je minder
grondstoffen. Dit heet recyclen. Denk maar aan glas
dat je in de glasbak gooit. Daarvan wordt nieuw glas
gemaakt. Ook papier en plastic kun je recyclen.
Opdracht 19
Lees lestekst 3 - Consumeren, consuminderen.
a Zet een streep onder de woorden die je niet kent.
b Zoek de onderstreepte woorden op in een woordenboek.
c Schrijf de betekenis bij je aantekeningen aan het einde van dit thema.
Opdracht 20
Lees de zinnen hieronder. Kruis de juiste zinnen aan.
X Als je consumeert, verbruik je dingen.
Alle grondstoffen komen uit de grond.
Consuminderen betekent dat je steeds meer spullen verbruikt.
Papier, plastic en glas kun je recyclen.
Voor duurzame spullen zijn zo weinig mogelijk grondstoffen gebruikt.
Jij als consument 249
Opdracht 21
Test hoe duurzaam jij bent.
Doe de quiz en vul daarna je uitslag in.
Hoe duurzaam ben jij?
Ik heb punten, dat betekent:
Opdracht 22
Lees bron 4 en maak daarna de opdracht.
Pompoenfriet wint Bron 4
Gert Noordhoff is pompoenboer. De pompoenen die hij verbouwt,
verkoopt hij aan de supermarkt. Maar sommige pompoenen zijn te
klein of hebben de verkeerde kleur. Die kan hij niet verkopen. Zonde
natuurlijk. Jelien, Femke, Deborah en Leyla bedachten een manier om
die pompoenen toch te gebruiken: door er pompoenfriet van te maken.
Ze studeren aan het Terra MBO in Groningen en ze deden mee aan de
Challenge voedselverspilling. De Challenge voedselverspilling is een
wedstrijd voor het mbo. De vier studenten hadden het beste idee om
voedselverspilling tegen te gaan. Naar: mboterra.nl. dvhn.nl
a W aarom is het idee van de vier studenten duurzaam?
b In Nederland gooien we met z’n allen elk jaar miljoenen kilo’s voedsel weg. Hoe kun je ervoor zorgen dat je
minder voedsel verspilt? Je kunt meerdere antwoorden aankruisen.
Veel boodschappen tegelijk doen. Brood in de diepvries bewaren.
Porties koken die niet te groot zijn. Voedsel dat over is in de GFT-bak gooien.
Ga nu met vier studenten bij elkaar zitten.
c Wat is jullie idee voor de Challenge voedselverspilling?
250 Les 3 - Consumeren, consuminderen
Opdracht 23
a Welke grondstof hoort bij welk product? Trek lijnen.
Grondstof Product
b Welke van deze grondstoffen kan het makkelijkste opraken?
olie hout katoen aardappelen rundvlees
c Wat kun jij doen om ervoor te zorgen dat deze grondstof minder snel opraakt?
Jij als consument 251
Opdracht 24
Lees ‘Wist je dat?’ en maak daarna de opdracht.
Keurmerken Wist je dat?
Vooral op voedselproducten vind je heel veel keurmerken.
Een keurmerk is een logo dat iets zegt over de kwaliteit van het product.
Bijvoorbeeld of het diervriendelijk is gemaakt. Of dat de boer een eerlijk loon
heeft gekregen.
Bekijk de keurmerken.
a Kruis de keurmerken aan die jij weleens hebt gezien op een product.
b Wat betekenen de keurmerken? Kruis aan. Je kunt ook kijken op de keurmerkenwijzer.
Heb ik weleens gezien Ja Nee Het betekent
Diervriendelijk product
Goed voor boeren en milieu
Eerlijke prijs voor boeren
Duurzaam product
Eerlijke prijs voor vissers
Duurzame visserij
Diervriendelijke eieren
Goed voor boeren en milieu
Lees wat Eden vindt van biologische kip.
c Wat zou jij doen?
Ik koop liever een GEWONE KIP / KIP MET EEN BETER LEVEN KEURMERK, want
252 Les 3 - Consumeren, consuminderen
Opdracht 25
Bekijk de logo’s hieronder. Ze staan op de verpakkingen van producten.
a Weet jij in welke bak het afval hoort? Zet de woorden in de onderste rij van het schema. Kies uit:
LEGE SINASFLES - OUDE KRANT - AARDAPPELSCHILLEN - LEGE JAMPOT
b Ga naar afvalscheidingswijzer.nl. Typ op de website het product in. Bron 5
Noteer hieronder waar dit product weggegooid moet worden.
Kies uit PLASTIC AFVAL - GLASBAK - INLEVERBAK IN DE WINKEL
Een leeg potje sambal
Een lege batterij
Een leeg blikje cola
Opdracht 26
Lees bron 5. Maak daarna de opdracht.
Fairphone
De Fairphone is een bijzondere telefoon. Hij is duurzamer dan een
gewone telefoon. Dat komt omdat de Fairphone gemakkelijk uit elkaar te
halen is. Is bijvoorbeeld het scherm kapot? Dan haal je het oude scherm
eraf. Je koopt een nieuw scherm en zet het erop. Bij gewone telefoons is
dat lastig en duur. Bij de Fairphone is het makkelijk en goedkoop. Je hoeft
dus minder snel je hele telefoon weg te gooien als er iets kapot is. En wil
je toch een andere telefoon? Dan kun je de Fairphone inleveren. Hij wordt
dan gerecycled. Naar: RTL Nieuws en fairphone.com
a Hoe lang doe jij met je telefoon?
minder dan 2 jaar 2 tot 4 jaar meer dan 4 jaar
b Als je een nieuwe telefoon gaat kopen, zou je dan kiezen voor een Fairphone? Leg je antwoord uit.
Ik zou WEL / GEEN Fairphone kopen, want
Jij als consument 253
Portfolio-opdracht
Bij deze laatste opdracht maak je een product. Voeg dit toe aan je portfolio.
Je gaat een overzicht maken van je inkomsten en uitgaven.
1. Vraag aan je docent het werkblad. 5. Tel alle uitgaven op.
2. Vul je inkomsten per maand in. 6. Wat is meer, je inkomsten of je uitgaven?
3. Tel alle inkomsten op. 7. Houd je inkomsten over? Schrijf bij a op wat je ermee doet.
4. Vul alle uitgaven per maand in. 8. Zijn je uitgaven te hoog? Schrijf bij b waarop je kunt besparen.
● Sluit je dit thema liever buiten af? Scan dan de QR-code!
254
Woordpuzzel
Welke woorden horen bij de omschrijving?
Van links naar rechts:
2 Iets nieuws maken van weggegooide spullen.
5 Het materiaal waarvan iets gemaakt is.
6 Geld dat je moet betalen aan de overheid.
10 Geld dat je krijgt als je student bent.
11 De gemeente helpt je om je schulden te betalen.
Van boven naar beneden:
1 Iemand die geen vlees of andere producten van dieren eet.
3 Sparen om iets groots te kunnen kopen.
4 Dingen verbruiken.
7 Geld dat je moet terugbetalen.
8 Het loon dat op je rekening komt, is je loon.
9 Minder spullen verbruiken.
12 Geld dat je verdient met een baan.
1
v
2r y n 3
r
g
n4 s
c
5g r dt f
6b la t n
f
s
r
7 89
10 s
u n nc i r n
h
r
l
d t
t sn
m
11 s n 12
ld lp
r
n
Jij als consument 255
Woordenlijst
Budget
Het bedrag dat je ergens aan kunt besteden.
Consumeren
Eten, drinken of andere dingen verbruiken.
Consuminderen
Minder spullen verbruiken.
Duurzaam
Zo min mogelijk grondstoffen verbruiken.
Grondstof
Het materiaal waarvan iets gemaakt is.
Inkomsten
Al het geld dat je binnenkrijgt.
Keurmerk
Een logo dat iets zegt over de kwaliteit van een product.
Loonstrook
Een papier waarop staat hoeveel je verdiend hebt.
Recyclen
Iets nieuws maken van weggegooide spullen.
Rente
Het bedrag dat je extra krijgt als je spaart of het bedrag dat je moet betalen als je leent.
Reserveren
Geld sparen om iets duurs te kunnen kopen.
Schuld
Het bedrag dat je nog moet terugbetalen.
Schuldhulp
Wanneer de gemeente je helpt om je schulden terug te betalen.
Toeslag
Extra geld dat je krijgt omdat je veel kosten hebt.
Uitgaven
Al het geld dat je uitgeeft.
Variabele lasten
Uitgaven die elke maand, elk kwartaal of elk jaar verschillend zijn.
Vaste lasten
Uitgaven die elke maand hetzelfde zijn.
Verbruiken
Iets opmaken door het te gebruiken.
256
Aantekeningen
Jij als consument 257
258
259
260
261
262
263
264
265
266
267
Index Demonstratie 105, 112
Depressie 187, 194
A Dictatuur 115, 132
Adoptiegezin 86 Diëtist 161, 174
Advocaat 139, 152 Digitaal 31, 48
Afkicken 184, 194 Digitaal burgerschap 37, 48
Algemeen belang 103, 112, 219 Digitaal weerbaar 41, 48
Anticonceptiemiddel 209, 214 Discriminatie 63, 70
Arbeidsomstandigheden 225, 236 Divers 53, 70
Arbeidsvoorwaarden 225, 236 Drugscriminaliteit 181, 194
Arbowet 225, 236 Duurzaam 249, 256
Argument 100, 112 E
Artikel 1 57, 70 Echtscheiding 76, 90
Automatisering 229, 236 Economisch zelfstandig 83, 90
B Eenoudergezin 83, 90
Back-up 41, 48 Eigenbelang 103, 112, 219
Balans 177, 194 Eiwitten 162
Bedrijfscultuur 229, 236 Emancipatie 83, 90
Belangen 101, 112 Europees Parlement 121, 132
Belangenorganisatie 103, 112 Europese Commissie 121, 132
Belasting 245 Europese Unie 121, 132
Beroepsbevolking 225, 236 Exposing 38
Bestuursrecht 145 F
Bijscholing 229 Faalangst 194
BMI 159, 174 Feit 100, 112
Brexit 132 Filterbubbel 20, 28
Bron 5, 11, 28 G
Budget 245, 256 Geaardheid 197, 214
Burger 4 Gedragsregels 135
Burgerschap 4 Geldboete 141
Burn-out 177, 194 Gelijkheidsbeginsel 135, 152
C Geluk 187, 194
Casus 5 Gender 197, 214
Collega 229, 236 Genderdiversiteit 197
Coming out 199, 214 Genderexpressie 197, 214
Compromis 101, 112 Genderidentiteit 197, 214
Conditie 157, 174 Gevangenisstraf 141
Consumentenrecht 145 Gezonde School 161, 174
Consumeren 249, 256 Globalisering 125, 132
Consuminderen 249, 256 Groepen 63
Contract 225, 236 Grondrechten 115, 132, 152
Criminaliteit 139, 152 Grondstoffen 249, 256
Cultuurverschillen 53, 70 Grondwet 57, 70, 95, 135, 152
Cybercrime 35, 48 H
Cyberpesten 38, 48 Houding 4
D Huwelijk 73, 90
Datadiefstal 38 Huwelijksdwang 77, 90
Daten 73, 90
Deepfake 24, 28
Democratie 95, 112, 115, 132
268
I Onenightstand 73, 90
Influencer 48 Ongewenste intimiteiten 203, 214
Infographic 5 Ouderschapsverlof 90
Inkomsten 245, 256 Overgewicht 159, 174
Inleven 57, 70 Overspannen 177, 194
J Overtreding 139, 152
Jojo-effect 161, 174 P
Juridisch loket 145 Parlement 95, 112
K Partner 77
Kennis 4 Persoonlijk belang 219, 236
Keurmerk 252, 256 Petitie 105, 112
Koolhydraten 162 Phishing 41, 48
L Pleeggezin 86
Latrelatie 73, 90 Politiek 95, 112
Leefstijl 157, 174 Politieke partij 101, 112
Leerplichtwet 147, 152 Portfolio-opdracht 5
LHBTI 199, 214 Positieve stress 177, 194
Liefdesrelatie 73, 90 Privaatrecht 145
Loon 245 Privacy 35, 48
Loondienst 225, 236 Profiel 33, 48
Loonstrook 245, 256 Pulpnieuws 17, 28
Loverboy 214 Q
M QR-code 5
Maatschappelijk belang 219, 236 R
Mantelzorg 219, 236 Racisme 65, 70
Mediawijs 15, 28, 39, 48 Ransomware 38
Medium 11, 28 Recht 135, 152
Migratie 53, 70 Rechter 139, 152
Migratie-achtergrond 55, 70 Rechtsregels 135, 152
Milieuproblemen 125 Rechtsstaat 115, 132, 137, 152
Mineralen 162 Rechtswinkel 145, 152
Misdrijf 139, 152 Recyclen 249, 256
Monarchie 96, 112 Regenbooggezin 86
N Regering 95, 112
Negatieve stress 177, 194 Rente 239, 256
Nepnieuws 17, 28 Republiek 96, 112
Nibud 245 Reserveren 239, 256
Nieuws 11, 28 Rolverdeling 83, 90
Nieuwswaarde 11, 28 S
Normen 60, 70 Samengesteld gezin 86
Nutri-effect 161, 174 Samenlevingscontract 73, 90
O Schijf van Vijf 161, 174
Obesitas 159, 174 Schuld 239, 256
Officier van justitie 139, 152 Schuldbemiddeling 24
Ondergewicht 159, 174 Schuldhulp 239, 256
Schuldhulpverlener 244
Schuldsanering 244
Index 269
Sekse 197, 214 Verboden liefde 81
Seksisme 65, 70 Verbondenheid 63, 70
Seksueel misbruik 203, 214 Verbruiken 256
Seksuele diversiteit 214 Verdachte 139, 152
Seksuele intimidatie 203, 214 Verenigde Naties 125, 132
Single 73, 90 Verhoor 139
Soa 209, 214 Verkrachting 203, 214
Sociale media 31, 48 Verslaving 181, 194
Sparen 239 Verslavingszorg 184, 194
Stemrecht 95 Vetten 162
Strafbare feiten 139 Vitamines 162
Strafrecht 139 Vluchten 53, 70
Strafzaak 139, 152 Voedingsstoffen 161, 174
Stress 177, 194 Vooroordelen 63, 70
Studiefinanciering 241 Vrijheid van meningsuiting 115, 132
Studielening 241 Vrijwilligerswerk 219, 236
T W
Taakstraf 141 Waarden 60, 70
Toeslag 245, 256 Weerbaarheid 187, 194
Tolerant 57, 70 Weerstand 157, 174
U Werkgevers 227, 236
Uit de kast komen 199, 214 Werknemers 227, 236
Uitgaven 245, 256 Werksfeer 229
V Wet 135, 152
Vaardigheden 4 Wij-gevoel 63, 70
Vakbond 227, 236 Wij-zij denken 63, 70
Variabele lasten 245, 256 WSNP 244
Vaste lasten 245, 256 Z
Vaste relatie 73, 90 Zzp’er 225, 236
270