Opdracht 8 Bron 1
Lees bron 1 en maak daarna de vragen.
ACTUEEL
Voor elke student een stageplek
DEN HAAG – Er is al jaren een groot tekort aan stageplekken in
Nederland. Daarom gaat de regering harde afspraken maken met scholen
en leerbedrijven. Zo wil ze ervoor zorgen dat elke mbo-student een
stageplek heeft en een passende vergoeding. Een goede stageplaats is
volgens minister Dijkgraaf van Onderwijs belangrijk voor de student
maar ook voor Nederland: ‘Er moet veel gebeuren op het gebied van
klimaat, zorg en energie. Dat gaat alleen lukken als er genoeg vakmensen
zijn.’ Naar: rendement.nl, scienceguide.nl
a Waarom vindt de minister voldoende stageplaatsen belangrijk voor heel Nederland?
b Zet de stappen in de goede volgorde. De eerste stap heeft al een 1.
Jij zet de nummers 2, 3 en 4 op de goede plaats.
De minister maakt afspraken met leerbedrijven over stageplekken.
De regering vindt voldoende stageplekken voor vakmensen belangrijk.
1 Er is een tekort aan stageplekken voor mbo-studenten.
Het parlement controleert of er voldoende stageplekken zijn.
c Omcirkel je antwoorden en leg uit.
Ik heb WEL EEN / GEEN stageplek.
Het is WEL / NIET moeilijk om een stageplek te vinden, want:
d Welk advies zou jij geven aan iemand die geen stageplek kan vinden?
Politiek 99
Opdracht 9
Lees ‘Wist je dat?’ en maak dan de opdracht. Wist je dat?
Je hebt recht op je eigen mening, maar bedenk wel waarom je iets vindt.
Juist als je iemand wilt overtuigen, heb je goede argumenten nodig. Een
argument is een reden waarom je iets vindt. Een goed argument moet
aan twee eisen voldoen:
1. Een argument moet waar zijn. Iets wat waar is, noem je een feit.
Stel, je hebt de mening: ‘Het is belangrijk om met jongens te praten
over het gebruik van geweld.’ Waar is het argument?
Goed: ‘Volgens onderzoek zijn jongens vaker betrokken bij geweld
dan meisjes.’ Dit argument is een bewezen feit.
Fout: ‘Alleen jongens vertonen agressief gedrag.’ Dit argument is onjuist. Meisjes kunnen ook agressief zijn.
2. Een argument moet logisch zijn.
Fout: ‘Alle jongens zijn agressief; ik zag laatst nog een paar jongens vechten.’ Dit is niet logisch.
Dat een paar jongens vechten, zegt niets over alle andere jongens.
Eden: ‘Roken is helemaal niet ongezond. Mijn opa
rookte elke dag en is 98 jaar geworden.’
a Welke mening heeft Eden over roken?
b Omcirkel telkens het juiste antwoord.
Het argument van Eden is WAAR / NIET WAAR.
Het argument van Eden is LOGISCH / NIET LOGISCH.
Eden gebruikt WEL EEN / GEEN goed argument.
Opdracht 10
Een mbo-student doet een aantal uitspraken op zijn Twitter-account. De uitspraken zijn voor iedereen zichtbaar.
a Lees elke uitspraak en zet telkens een kruisje in de kolom die er volgens jou bij past.
Uitspraken op Twitter Verboden: Verboden: Mag je
1. De koning heeft een lelijke baard. roept op tot geweld discriminatie zeggen
2. Het christendom is een achterlijk geloof.
3. In mijn zaak zijn alleen zwarte mensen welkom.
4. Laten we het gemeentehuis bestormen.
5. Vrouwen zijn alleen goed voor het aanrecht.
b Bespreek opdracht a met een klasgenoot. Bij welke uitspraak hebben jullie niet hetzelfde antwoord gegeven?
Schrijf kort op waarom jullie van mening verschillen.
100 Les 1 - Politiek gaat over jou
Les 2 Wat vind jij belangrijk?
Als je gaat stemmen kies je iemand die ‘past’ bij wat jij
belangrijk vindt. Maar, dan moet je wel eerst goed weten
wat belangrijk is voor jou. En je moet weten welke
politieke partij daarvoor opkomt.
Betere studiefinanciering, betaalbare woonruimte, kans
op een goede baan? Het zou zomaar kunnen dat dit nu
belangrijke dingen zijn voor jou. Je hebt er zelf voordeel
bij. We noemen dat ook wel belangen.
Voor elk wat wils Politieke partijen moeten daarom altijd met elkaar
Politieke partijen hebben ideeën over wat goed is voor samenwerken. Als ze een beslissing moeten nemen,
de samenleving als geheel. Er zijn veel verschillende kan niet elke partij zijn zin krijgen. Iedereen moet zich
politieke partijen. Elke partij heeft weer andere ideeën een beetje aanpassen. Een beslissing waarbij iedereen
over wat belangrijk is in de samenleving. Daarom komt zich een beetje aanpast, noem je een compromis. Het
een partij vooral op voor bepaalde belangen. Bijvoorbeeld sluiten van compromissen is nodig in een democratie.
voor de belangen van boeren of mensen met een laag
inkomen, voor dieren of het klimaat. Zo is er vast ook
wel een partij die past bij wat jij belangrijk vindt.
Niet altijd je zin
In Nederland heeft nog nooit één partij de meerderheid
in de Tweede Kamer gehaald. En een meerderheid heb
je nodig om je plannen goedgekeurd te krijgen.
Opdracht 11
Lees lestekst 2 - Wat vind jij belangrijk?
a Zet een streep onder de woorden die je niet kent.
b Zoek de onderstreepte woorden op in een woordenboek.
c Schrijf de betekenis bij je aantekeningen aan het eind van dit thema.
Opdracht 12
Lees lestekst 2 - Wat vind jij belangrijk?
Vul het ontbrekende woord in. Kies uit:
VEEL - AFSPRAAK - BELANGEN - EISEN - NOOIT - VAAK - HETZELFDE - COMPROMIS - STRIJD - VERSCHILLEND
Let op: je gebruikt niet alle woorden.
1. Belangen zijn voor iedereen VERSCHILLEND.
2. Er heeft nog een politieke partij de meerderheid in de Tweede Kamer gehaald.
3. Er zijn politieke partijen.
4. Als politieke partijen een beslissing moeten nemen, sluiten ze vaak een .
5. Betaalbare woonruimte en kans op een goede baan zijn voorbeelden van .
Politiek 101
Opdracht 13
Werk samen met een klasgenoot. Lees de casus en maak daarna samen de opdracht.
Casus
Op een mbo-opleiding in Overijssel waren verkiezingen voor
klassenvertegenwoordigers. Farid en Denise zijn gekozen. Tien
studenten kozen voor Farid en acht studenten kozen voor Denise.
De eerste taak die Farid en Denise hebben gekregen, is het inrichten
van het lokaal. Vóór de verkiezingen hebben Farid en Denise allebei
vijf verschillende dingen aan hun klasgenoten beloofd.
Nu moeten Farid en Denise samenwerken. Van de tien dingen die ze
in totaal hebben beloofd mogen ze er samen nog maar vijf uitvoeren.
a Lees onderstaande tabel. Maak van de beloften van Farid en Denise één lijstje met vijf punten.
Farid’s beloften Denise’s beloften
Een chillplek met een graffitihoek in de klas. De klas opknappen met planten.
Zitzakken voor als je moet overleggen. Stevige stoelen voor een goede werkhouding.
Laptops in de klas. Laptops in de klas.
Tafels met wieltjes zodat ze elke dag anders Tafels op vaste plekken.
kunnen staan. Een rustige werkplek, met zo min mogelijk
Speakers voor muziek bij het zelfstandig afleiding.
werken.
Farid en Denise kunnen het beste dit lijstje maken:
1.
2.
3.
4.
5.
b Leg uit waarom jullie voor dit lijstje hebben gekozen.
c Kunnen Farid en Denise hun beloften nakomen? Leg uit.
102 Les 2 - Wat vind jij belangrijk?
Opdracht 14 Wist je dat?
Lees ‘Wist je dat?’ en maak dan de opdracht.
Belangen
Tiffany: ‘Ik wil na het mbo zo snel mogelijk aan het werk’.
Minister: ‘Ik wil zo veel mogelijk werk voor iedereen’.
Tiffany en de minister hebben verschillende belangen. Het belang van Tiffany is
belangrijk voor haarzelf. Het belang van de minister is belangrijk voor veel mensen.
Wat belangrijk is voor jezelf noem je eigenbelang.
Wat belangrijk is voor iedereen noem je algemeen belang.
Soms kunnen belangen met elkaar botsen.
Storm: ‘Ik koop graag zo goedkoop mogelijk’ (eigenbelang).
Abdel: ‘Ik koop liever iets duurdere, milieuvriendelijke producten’ (algemeen belang).
Mensen met dezelfde belangen kunnen lid worden van een belangenorganisatie.
Dat is een vereniging die opkomt voor de belangen van een bepaalde groep. Denk maar aan Greenpeace.
a Geef bij elke uitspraak aan of het gaat om een algemeen belang of om eigenbelang.
Zet een kruisje in de juiste kolom.
Algemeen belang Eigenbelang
1. We moeten zorgen voor meer werkgelegenheid. X
2. Om gezond te blijven, doe ik veel aan sport.
3. Er moeten meer betaalbare woningen komen.
4. Ik wil zo snel mogelijk een huis voor mijzelf.
5. Ongezond voedsel moet duurder worden dan gezond voedsel.
b Welke uitspraken over algemeen belang zijn ook in jouw belang? Schrijf de nummers op.
Opdracht 15
Meera vindt het Sanne vindt het
belangrijk om veel belangrijk om rekening
van de wereld te te houden met het
zien. milieu.
Ze zit regelmatig Ze vindt dat vliegen
in een vliegtuig. duurder moet
worden gemaakt.
Meera en Sanne hebben verschillende belangen. In dit geval botsen ze met elkaar.
Hieronder zie je een aantal belangen staan. Trek een lijn tussen de belangen die met elkaar kunnen botsen.
Voorzichtig met het milieu Privacy
Vlees eten De wereld over vliegen
Camerabewaking op straat Respect voor dieren
Gezondheid Roken
Politiek 103
Opdracht 16 Bron 2
Lees bron 2. Maak daarna de vragen.
ACTUEEL
Zóveel winnen is bizar
BARENDRECHT – Bij de verkiezingen voor de gemeenteraad werd een lokale
partij in Barendrecht de allergrootste. Echt voor Barendrecht (EVB) won 20 van de
29 zetels. ‘Zóveel winnen is bizar’, zegt een lid van EVB. Ook in andere gemeentes
wonnen lokale partijen, terwijl landelijke partijen vaak verloren. De opkomst in
Barendrecht was ook hoger dan in andere gemeentes: 57 procent tegen bijvoorbeeld
39 procent in Rotterdam. Naar: NRC
a De EVB is een lokale partij. Wat betekent het woord ‘lokaal’?
b Wat is een voorbeeld van een landelijke partij?
Hart voor Hilversum Partij van de Arbeid
Leefbaar Rotterdam Partij Veilig Maastricht
c Omcirkel het juiste antwoord. TIP: gebruik de infographic op bladzijde 97.
De gemeenteraad is op landelijk niveau te vergelijken met de TWEEDE KAMER / REGERING.
d Wat is bijzonder aan de verkiezingsuitslag in Barendrecht?
e In Rotterdam gingen erg weinig mensen stemmen. Wat vind jij, is dat een probleem?
Opdracht 17
Scan de QR-code en doe de stemwijzer op de website van youngvoice.
TIP: bekijk voordat je antwoordt met de hele klas de stellingen en de video’s.
Dan weet je zeker dat je begrijpt waar het over gaat.
a Welke partijen staan het verst weg van jou? Noem er twee.
b Welke partijen staan het dichtst bij jou, in de eerste cirkel?
c Lees de tekst bij drie partijen die dicht bij je staan. Welke partij past het beste bij je? Leg uit.
104 Les 2 - Wat vind jij belangrijk?
Les 3 Invloed uitoefenen
Door te stemmen laat jij weten wat jij belangrijk vindt.
Je hebt invloed op welke politieke partijen er aan de
macht komen. Je kunt ook lid worden van een politieke
partij. Maar er zijn meer manieren om invloed uit te
oefenen.
Stel dat jij vindt dat er nu echt iets moet gebeuren aan
de klimaatcrisis. En je hoort van veel mensen om je
heen dat zij dat ook vinden. Jullie willen dat de politiek
dit gaat oplossen. Dan zal je de politiek duidelijk moeten
maken dat veel mensen iets willen doen aan dit
probleem.
Demonstratie Petitie
Je kunt ergens tegen protesteren door te demonstreren. Om duidelijk te maken dat veel mensen het met je eens
Bij een demonstratie verzamelen veel mensen zich op zijn, kun je ook een petitie starten. Dat is het verzamelen
een plek waar iedereen mag komen. Jullie maken daar van handtekeningen. Als je er veel hebt, kun je de
duidelijk dat de opwarming van de aarde moet stoppen. Tweede Kamer vragen of je de handtekeningen mag
Om veel mensen naar de demonstratie te krijgen, deel je aanbieden aan een politicus. Je mag daar gewoon een
de actie via sociale media. Je zorgt dat journalisten brief over sturen. Bij het geven van alle handtekeningen
aanwezig zijn door ze van tevoren uit te nodigen. Dan is aan de politicus zorg je ook weer voor media-aandacht.
de kans het grootst dat ook de politiek weet wat jullie Met een beetje geluk gaat de politiek zich dan met jullie
willen. probleem bezighouden.
Opdracht 18
Lees lestekst 3 - Invloed uitoefenen.
a Zet een streep onder de woorden die je niet kent.
b Zoek de onderstreepte woorden op in een woordenboek.
c Schrijf de betekenis bij je aantekeningen aan het eind van dit thema.
Opdracht 19
Lees lestekst 3 - Invloed uitoefenen.
Wat bereik je met de actie? Zet een kruisje in de juiste kolom. Er kunnen meerdere antwoorden goed zijn.
Actie Aandacht voor Politici zien Duidelijk maken
het probleem het probleem dat mensen last
hebben van het
probleem
Handtekeningen verzamelen. X
Handtekeningen aan een politicus geven.
Met een grote groep op het Binnenhof demonstreren.
Een bericht op sociale media plaatsen.
Politiek 105
Opdracht 20
In de casusvideo aan het begin van dit thema zie je jongeren die mogen kiezen tussen tweehonderd euro
of stemrecht. Lees de volgende stellingen:
Jeffrey: ‘Mijn stem maakt toch geen verschil.’
Juanita: ‘Voor 200 euro mag je mijn stem kopen.’
Overleg met een klasgenoot. Noem voor elke stelling een reden waarom het gevaarlijk is als iedereen
hetzelfde denkt als Jeffrey en/of Juanita.
Jeffrey:
Juanita:
Opdracht 21
Scan de QR-code en bekijk de video.
a Wat is JOB? Kruis het juiste antwoord aan.
Een belangenorganisatie
Een politieke partij
Een studentenraad
b Voor wie komt JOB op?
c Heeft JOB invloed op de politiek? Leg uit waarom wel / niet.
106 Les 3 - Invloed uitoefenen
Opdracht 22
Bijna alle politieke partijen hebben een jongerenorganisatie.
Zoek op internet van één politieke partij de jongerenorganisatie.
a Welke jongerenorganisatie heb je gevonden?
b Hoe oud moet je zijn om lid te worden van deze jongerenorganisatie?
c Zou jij bij een politieke jongerenorganisatie willen? Leg je antwoord uit.
d Heeft een politieke jongerenorganisatie invloed op de politiek, denk je? Leg je antwoord uit.
Opdracht 23
Lees bron 3 en maak daarna de vragen.
ACTUEEL
Wonen is een grondrecht Bron 3
ROTTERDAM – Voor een grote appartementje. Een demonstrant
groep jongeren is de maat vol. Er vertelt: ‘Ik werk fulltime en woon
zijn te weinig betaalbare woningen. toch bij mijn ouders.’ Een ander
Daarom gaan ze demonstreren. Veel zegt: ‘Wonen is een grondrecht. De
jongeren wonen noodgedwongen wooncrisis is een zaak van ons
thuis of antikraak. Of ze betalen allemaal.’ Naar: AD
meer dan 1.500 euro voor een eigen
a Hoe probeert deze groep jongeren invloed uit te oefenen?
Demonstreren Lid worden van een politieke partij Stemmen Petitie aanbieden
b Leg uit dat het belangrijk is dat er veel mensen meedoen aan een demonstratie.
c Is het oplossen van de wooncrisis in jouw belang, in het algemeen belang, of beide? Leg je antwoord uit.
Politiek 107
Opdracht 24 Bron 4
Bekijk de poster op bladzijde 260 en 261. Daar zie je de Tweede Kamer.
a Wie hoort er bij A t/m E?
Kies uit: BODE - DOCENT - GRIFFIER - KAMERLID - MINISTER - VOORZITTER
A Helpt bij de vergaderingen:
B Leidt de vergaderingen:
C Spreekgestoelte:
D Vak-K:
E Zorgt voor koffie en thee:
b Hoe noem je het als een Kamerlid iemand wil onderbreken?
c Op welke bladzijde vind je een foto van de voorzitter van de Tweede Kamer?
d Zoek uit welke partijen samenwerken in het kabinet.
e Hoeveel zetels hebben die partijen samen?
Opdracht 25
Lees bron 4 en maak daarna de vragen.
Stemmen vanaf je 16e
In Oostenrijk mocht het al een tijdje, maar nu
mag je ook op Malta al vanaf je 16e stemmen.
Het Maltese parlement vindt dat het beter is
voor de democratie als jongeren ook
meestemmen. Naar: Trouw.nl
a Waarom vindt Malta dat het beter is voor de democratie als jongeren ook meestemmen, denk je?
b Vind jij dat in Nederland de stemleeftijd naar 16 jaar moet? Leg je antwoord uit.
108 Les 3 - Invloed uitoefenen
Opdracht 26
Bekijk de infographic. Maak daarna met een klasgenoot de opdracht.
Op de Rotterdamse Afrikanermarkt halen buurtbewoners zelf
vuilnis op. De buurt blijft schoner en het zorgt voor betaald werk.
Zoek op internet voorbeelden van burgers die aandacht vragen van politici. Volg de volgende drie stappen:
STAP 1: Kies uit de lestekst of de infographic drie manieren om de politiek te beïnvloeden.
Zet die in de linkerkolom. We hebben er al één voorgedaan.
STAP 2: Zoek bij elke manier een voorbeeld uit het nieuws.
Gebruik bing.com/news, news.google.nl, of news.yahoo.com.
STAP 3: Noteer in de rechterkolom kort het voorbeeld dat jullie hebben gevonden.
Manier om politiek te Hoort bij
beïnvloeden Zeventig burgers bedachten samen oplossingen om de vervuiling van een fabriek
1. Burgertop te verminderen.
2.
3.
4.
Politiek 109
Opdracht 27
Werk voor deze opdracht samen met een andere student.
a Bedenk samen een probleem waar veel mensen last van hebben en dat de politiek zou kunnen oplossen.
Wij vinden een probleem.
Veel mensen hebben hier last van en we willen dat de politiek dit oplost.
b Bedenk een manier om jullie probleem onder de aandacht te brengen. Wat gaan jullie doen?
Portfolio-opdracht
Bij deze laatste opdracht maak je een product. Voeg dit toe aan je portfolio.
In verkiezingstijd maken politieke partijen posters waarop ze duidelijk maken wat zij belangrijk vinden.
Maak met een klasgenoot je eigen verkiezingsposter.
Volg deze drie stappen:
STAP 1 Bedenk een naam voor jullie partij.
STAP 2 Bedenk in ieder geval drie standpunten die
jullie partij belangrijk vindt.
STAP 3 Zorg dat de poster er mooi en duidelijk uitziet.
Je wilt natuurlijk zo veel mogelijk stemmen!
Een goede poster:
- trekt de aandacht
- heeft een korte, krachtige tekst over wat jullie willen
- heeft een duidelijke, grote letter
- heeft kleur
- is netjes afgewerkt.
● Sluit je dit thema liever buiten af? Scan dan de QR-code!
110
WWooorodrpdupzuzezlzel
Welke woorden horen bij de omschrijving?
WeBlkeegiwn ojeoradnetnwohoorrdenbibj ihj edteboijmpasscshernijdviengci?jfer.
Begin je antwoord bij het bijpassende cijfer.
Van links naar rechts
Van 4li.nEkesnnbaeasrlirsescihngtswaarbij iedereen een beetje zijn zin krijgt.
4 . 5E.eHniebreinslisstsaianng jwouaawrbbiej liaendgerriejkesnteeerenchbteeentj.e zijn zin krijgt.
5 . 8H.iMeriinnissttearasnejnouswtaabteslsaencgrreijtkasrtisesreenc.hten.
891 .. 09MH..iiEHenreiidesntoredloarorsnokderunkmnusenjtetajeaeeetlseknselkepevcrireevesirteiadjrarejiaasnrsatelraanllta.setnsetnwaawettesethneonwowfadat.tjijjijbbeelalannggrrijijkk vindt.
vindt.
10V. aEnenbolavnend nmaeatrebeennperdeesnident als staatshoofd.
Va1n .312bB...oeBEEvlaeeeennrlnasgltnneaegnaneeaodnnrrgmobTarweegnnteaiseeenaddeisteneiaentKkiveoaonmvoionreogrmr.(ibmno)b-aoslt-ssutsduteadnaettnestnhe.ono. fd.
2 .6E.eDnitlamnodemt eeetneeanrgkuomneinngt(ainlt)ijadlszijsnt.aatshoofd.
3 .7E.eZrostveeeenl mTwogeeeldijek khaamndetre. keningen verzamelen om invloed uit te oefenen.
6. Dit moet een argument altijd zijn.
7. Zo veel mogelijk handtekeningen verzamelen om invloed uit te oefenen.
1 2 3
4
5 7
6 6
8 8
99
7
1
PolPitoileiktie1k11111
Woordenlijst
Algemeen belang
Iets wat voor iedereen belangrijk is. Ook wel: maatschappelijk belang.
Argument
Een reden waarom iemand iets vindt.
Belang
Voordeel dat iemand, een groep of een organisatie ergens bij heeft.
Belangenorganisatie
Vereniging die opkomt voor de belangen van een bepaalde doelgroep.
Compromis
Een beslissing waarbij iedereen zich een beetje moet aanpassen.
Democratie
Bestuursvorm waarbij de burgers grote invloed hebben op politieke besluiten.
Demonstratie
Een groep mensen die bij elkaar komt op een openbare plek om ergens tegen te protesteren.
Eigenbelang
Een voordeel dat iemand ergens bij heeft. Ook wel: persoonlijk belang.
Feit
Iets dat echt is gebeurd of echt zo is.
Grondwet
De basis van alle andere wetten. Hierin staan onder andere de grondrechten.
Monarchie
Een land met een koning aan het hoofd.
Parlement
De Tweede Kamer en de Eerste Kamer samen.
Petitie
Schriftelijk verzoek namens een groep mensen.
Politiek
Het maken van keuzes over wat belangrijk is voor een land.
Politieke partij
Groep die via verkiezingen haar plannen voor het land wil uitvoeren.
Regering
Het bestuur van een land.
Republiek
Een land met een president aan het hoofd.
112
Aantekeningen
Politiek 113
6 Nederland
en de wereld
themasburgerschap.nl/nederlandendewereld
CASUS
WAT IS VRIJHEID?
Op 5 mei vieren we dat we in Nederland in vrijheid leven. Vrijheid is voor veel Nederlanders heel normaal.
De meesten hebben namelijk nog nooit oorlog meegemaakt.
‘Wat betekent vrijheid voor jou?’ Die vraag werd aan mensen op straat gesteld. En iedereen kwam met
een ander antwoord. ‘Vrijheid betekent voor mij dat ik kan gaan en staan waar ik wil.’ ‘Dat ik kan werken en
naar school kan.’ ‘Dat ik mijn mening mag geven.’ ‘Dat ik mijn geloof kan uiten.’ ‘Vrijheid betekent dat ik me
vrij voel.’
Vrijheid gaat dus niet over één ding. Het kan te maken hebben met geloof, werk, reizen of je mening uiten.
Wat is vrijheid voor jou?
Geef je antwoord en leg dat uit.
114
Les 1 Vrijheid
De casusvideo gaat over de vrijheid in Nederland. Grenzen aan de vrijheid
In ons land hebben de burgers invloed op politieke Toch kun je ook in Nederland niet alles doen waar je zin
besluiten, want Nederland is een democratie. in hebt. Ten eerste moet iedereen zich aan de wet
Nederland is ook een rechtsstaat. Dat is een land waarin houden. Als je jonger dan 18 bent, mag je bijvoorbeeld
regels en wetten gelden voor burgers én voor de geen bier kopen, of een coffeeshop binnengaan.
overheid. Die wetten bepalen wat je niet mag doen, Maar ook aan de vrijheid van meningsuiting zitten
zoals stelen of door rood fietsen. Maar ze bepalen ook grenzen. Je mag geen leugens verspreiden, je mag niet
wat je wél mag doen. Zoals de vrijheid om te geloven discrimineren, en je mag niet oproepen tot geweld.
wat je wilt, je mening te uiten of te demonstreren.
Dat zijn je rechten. De belangrijkste rechten zijn
grondrechten. Die staan in de grondwet.
Dictaturen Veel dictaturen hebben één leider en een groot leger.
Er zijn ook landen waar mensen niet vrij zijn. Dat zijn
dictaturen. De burgers hebben daar weinig of geen
invloed op de politiek. In China is er bijvoorbeeld maar
één politieke partij. De inwoners zijn niet vrij om te
zeggen wat ze vinden. Ze kunnen zelfs zware straffen
krijgen als ze toch hun mening geven over bepaalde
onderwerpen. In veel dictaturen zijn ook andere dingen
verboden. In Noord-Korea bijvoorbeeld mogen de
meeste inwoners niet naar het buitenland reizen. In
Iran mogen mannen en vrouwen niet naast elkaar in de
bus zitten. Deze en veel andere landen zijn dus onvrij.
Opdracht 1
Lees lestekst 1 - Vrijheid.
a Zet een streep onder de woorden die je niet kent.
b Zoek de onderstreepte woorden op in een woordenboek.
c Schrijf de betekenis bij je aantekeningen aan het eind van dit thema.
Opdracht 2 Juist Onjuist
Lees lestekst 1 - Vrijheid.
Kruis aan of de zin juist of onjuist is.
1. Nederland is een democratie én een rechtsstaat.
2. In Nederland mag iedereen een politieke partij oprichten.
3. Nederlandse kranten geven alleen de mening van de regering.
4. In dictaturen hebben burgers weinig of geen invloed op de politiek.
5. In alle dictaturen is één geloof verplicht.
6. In Nederland mag je alles doen waar je zin in hebt.
Nederland en de wereld 115
Opdracht 3
a Welke afbeelding hoort bij welke zin over vrijheid? Zet de letters in de juiste hokjes.
AB
CD
Je mag stemmen. Gebruik ik wel Gebruik ik niet
Je mag een politieke partij oprichten.
Je mag je mening geven.
Je mag geloven wat je wilt.
b Welk grondrecht gebruik jij wel of juist niet? Kruis aan.
Het recht om te stemmen.
Het recht om lid te zijn van een partij of vereniging.
Het recht om mijn mening te geven.
Het recht om te geloven wat ik wil.
c Kies één van je antwoorden bij vraag 3b uit.
Leg uit waarom jij dit recht gebruikt of juist niet gebruikt.
116 Les 1 - Vrijheid
Opdracht 4
Bekijk bron 1. Maak daarna de opdracht.
Bron 1
a Sommige landen zijn gedeeltelijk vrij. Wat betekent dat, denk je?
b Onder de kaart staat: de verkiezingen zijn eerlijk. Wat betekent dat?
c Noteer twee vrije landen, twee onvrije landen en twee gedeeltelijk vrije landen.
Vrij Gedeeltelijk vrij Onvrij
Nederland en de wereld 117
Opdracht 5
Lees eerst bron 2. Maak dan de vragen. Bron 2
Als je in China woont, kun je niet googelen
Even een appje sturen naar je vrienden? Voor je opleiding iets opzoeken
op Wikipedia? Googelen? Dat kan niet als je in China woont. De Chinese
regering wil dat mensen doen en denken zoals de overheid dat voorschrijft.
Andere meningen zijn niet toegestaan. Daarom zijn veel sites afgesloten.
Chinezen mogen bijvoorbeeld wel het programma WeChat gebruiken in
plaats van WhatsApp. Op WeChat kan de Chinese overheid bijhouden wat je
erop zet. Veel Chinezen zien dat niet als een probleem. Zhou Julan (25) zegt
bijvoorbeeld: ‘Dat is juist heel goed. Het beschermt onze samenleving.
De sociale media zouden anders een slechte invloed hebben.’ Naar: amnesty.nl
a Waarom verbiedt de Chinese regering veel sociale media, volgens Zhou Julan?
Omdat mensen door sociale media minder hard zouden gaan werken.
Omdat sociale media mensen verleiden om veel geld uit te geven.
Omdat mensen beschermd moeten worden tegen verkeerde ideeën op sociale media.
b Wat denk jij, waarom verbiedt de Chinese regering veel sociale media?
c Waarom kan de Nederlandse regering sociale media niet zomaar verbieden? TIP: gebruik lestekst 1 - Vrijheid.
d Zou jij het erg vinden als de regering jouw berichten op WhatsApp en Insta zou kunnen lezen? Leg uit.
118 Les 1 - Vrijheid
Opdracht 6
Lees bron 3 en maak daarna de vragen.
ACTUEEL Bron 3
Rot op joh, met je boerka
DEN HAAG – In een boek over haar leven deed Erica Meiland ook
uitspraken over moslims. Ze vergeleek vrouwen in boerka met pinguïns.
Verder zei ze: ‘Rot op joh, met je boerka. Dat is toch niet normaal?’ De
uitspraken zorgden voor veel ophef. Hallmark, Nivea en andere bedrijven
hebben hun samenwerking met de familie Meiland stopgezet. Erica Meiland
verdedigde zich en zei juist op te komen voor de rechten van vrouwen.
Naar: de Volkskrant
Bedrijven stopten de samenwerking met de familie Meiland. Hieronder lees je twee uitspraken over dat nieuws.
Met welke uitspraak ben jij het eens? Leg je keuze uit.
Sylvain Ephimenco: ‘Fabrikanten vinden blijkbaar dat je niet alles mag zeggen. Ze bedreigen onze vrijheid
van meningsuiting.’
Özcan Akyol: ‘De bedrijven maken ook gebruik van hun vrijheid van meningsuiting. Je mag iets vinden van
de lelijke gedachten van anderen.’
Uitleg:
Opdracht 7
Scan de QR-code en bekijk de animatie.
a Wat staat er in artikel 1 van de Grondwet? Kies het juiste antwoord.
Allen die zich in Nederland bevinden, worden altijd gelijk behandeld.
Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld.
b Is er sprake van discriminatie? Kruis aan. Wel discriminatie Geen discriminatie
Jack solliciteert. Hij krijgt de baan niet,
omdat hij niet het goede diploma heeft.
Imad solliciteert. Hij krijgt de baan niet,
omdat ze liever geen Marokkanen willen.
L ieke is blind. Ze solliciteert als beveiliger.
Ze krijgt de baan niet omdat ze niet kan zien.
c Ben je zelf weleens gediscrimineerd? Of maakte je mee dat iemand gediscrimineerd werd?
Leg uit wat er gebeurde.
Nederland en de wereld 119
Opdracht 8 Bron 4
Lees bron 4 en maak daarna de opdracht.
Thuis moet ik me aan regels houden
Priscilla is 20 jaar en doet een mbo-opleiding. Ze is niet
helemaal vrij. ‘Ik woon nog bij mijn ouders, dus ik heb te
maken met hun regels. Beleefd zijn, je netjes gedragen.
Daar moet ik me wel aan houden. Maar zo zit ik zelf ook in
elkaar.’ Naar: 4FREE
a Ik herken WEL / NIET wat Priscilla zegt, want
b Zijn er regels bij jou thuis waardoor je minder vrij bent? Zo ja, welke?
c Ben je het met die regel eens? Leg uit.
d Omcirkel in de tabel per situatie het cijfer dat jouw gevoel het beste weergeeft.
Op school Heel onvrij Heel vrij
Op werk of stage
Bij vrienden 12345678 9 10
Thuis 12345678 9 10
Op straat 12345678 9 10
Online 12345678 9 10
12345678 9 10
12345678 9 10
e Leg je hoogste en je laagste cijfer uit.
120 Les 1 - Vrijheid
Les 2 De Europese Unie
In de casusvideo zag je dat vrijheid heel belangrijk is in Voor of tegen
Nederland. Dat geldt ook voor de landen om ons heen. De EU is groot en maakt ook regels die voor Nederland
In Europa werken landen samen aan vrede en gelden. Er zijn zowel voor- als tegenstanders van de EU.
democratie. Maar ook aan handel en open grenzen. Die Voorstanders wijzen op de voordelen van Europese
samenwerking heet de Europese Unie (EU). Je merkt samenwerking. Landen kunnen makkelijker handel
het al als je naar Duitsland gaat. Je steekt de grens over drijven, en dat is goed voor de economie. EU-landen
zonder controle en je betaalt met de euro. Je kunt er ook kunnen elkaar helpen bij problemen zoals corona.
bellen met je eigen mobiel, zonder dat het iets extra’s Tegenstanders zeggen dat de EU Nederland te veel geld
kost. Dat is best bijzonder. Als je bijvoorbeeld naar de kost. Ze vinden het ook niet goed dat de Nederlandse
Verenigde Staten gaat, kan dat niet. regering minder te zeggen heeft.
Wie beslist er?
De EU wordt bestuurd vanuit Brussel. Daar zit de
Europese Commissie, een soort Europese regering. In
Brussel zit ook het Europees Parlement dat de Europese
Commissie controleert. Het parlement beslist ook over
Europese wetten. Alle Europese burgers samen kiezen
de leden van het parlement. Maar met de belangrijkste
beslissingen moeten alle regeringsleiders van de 27
EU-landen het eens zijn. Dat is soms best lastig.
Opdracht 9
Lees lestekst 2 - De Europese Unie.
a Zet een streep onder de woorden die je niet kent.
b Zoek de onderstreepte woorden op in een woordenboek.
c Schrijf de betekenis bij je aantekeningen aan het eind van dit thema.
Opdracht 10
Lees lestekst 2 - De Europese Unie.
Hieronder staan vier zinnen over de lestekst. Maak die zinnen af.
Zet steeds een kruisje bij het juiste antwoord.
a Binnen de Europese Unie kun je veel grenzen oversteken:
na een strenge controle. zonder dat je het merkt.
b De belangrijkste beslissingen in Europa worden genomen door:
de Europese Commissie. de regeringsleiders.
c Het Europees Parlement wordt gekozen door:
de Europese burgers. de Europese Commissie.
d Tegenstanders van de Europese Unie vinden dat:
er door de EU minder handel is. Nederland geen baas meer is in eigen land.
Nederland en de wereld 121
Opdracht 11
EU-land met euro.
EU-land met eigen munt.
niet EU-land.
Kruis aan.
a Naar welke landen kun je zonder grenscontrole reizen voor vakantie, wonen of werken?
België Duitsland Italië Rusland Turkije
b In welke landen kun je betalen met de euro?
Griekenland Groot-Brittannië Marokko Oostenrijk Spanje
Opdracht 12 Bron 5
Lees eerst bron 5. Maak dan de vragen.
We kregen 600 euro schadevergoeding
De EU regelt de rechten van vliegtuigpassagiers die vertrekken uit of
aankomen in een EU-land. Die regels gelden bijvoorbeeld als een vlucht
meer dan drie uur te laat aankomt of vertrekt. Monique en Pieter
maakten dit mee. Ze vertellen: ‘We hadden ineens een extra overstap,
waardoor we drie uur langer onderweg waren. Het kostte wat moeite,
maar we kregen 600 euro per persoon als schadevergoeding.’
Naar: europa.eu
a Heb je recht op schadevergoeding volgens de EU-regels bij een vertraging van vier uur? Kies ja of nee.
Je vertrekt uit: Je komt aan in: Heb je recht op schadevergoeding?
Amsterdam New York Ja Nee
Moskou Parijs Ja Nee
Los Angeles New York Ja Nee
Amsterdam Rome Ja Nee
b Het is handig om de rechten van vliegtuigpassagiers voor de hele EU te regelen.
Dat is handiger dan per land. Waarom?
122 Les 2 - De Europese Unie
Opdracht 13
Lees bron 6 en maak daarna de vragen.
ACTUEEL Bron 6
Oekraïne is familie, maar voorlopig geen EU-lid De Oekraïense president Zelensky.
BRUSSEL – Oekraïne wordt voorlopig dat verzoek, 19 niet. ‘Oekraïne behoort
geen lid van de Europese Unie. Dat tot onze Europese familie’, zei EU-
hebben de EU-leiders in Brussel leider Ursula von der Leyen. Maar
besloten. Na de inval van Rusland had verder gaat de EU nog niet. Al voor de
Oekraïne gevraagd om lid te mogen oorlog had de EU kritiek op de
worden van de EU. 8 landen steunden democratie in Oekraïne. Naar: De Morgen
a Deze opdracht doe je in stappen.
Stap 1 Gebruik Google Maps en zoek eerst op waar Oekraïne ligt.
Stap 2 Bekijk dan de kaart op bladzijde 117.
Stap 3 Kies nu het juiste antwoord.
Voor de oorlog was Oekraïne: vrij gedeeltelijk vrij onvrij
b Alleen democratische landen mogen lid worden van de EU.
Vind jij dat Oekraïne versneld lid mag worden, nu het door Rusland aangevallen is? Leg uit.
Opdracht 14
Lees bron 7 en maak de vragen.
Donder op met je brexit Bron 7
Het Verenigd Koninkrijk verliet in januari
2021 definitief de EU. Dat was tot groot hij: ‘Donder op met je brexit!’ Maar hij wist
verdriet van Steve Bray (51). Drie jaar lang dat hij het vertrek niet kon tegenhouden.
protesteerde hij iedere maandag, ‘Ik zal met een Europeaan moeten
dinsdag, woensdag en donderdag bij het trouwen om mijn vrijheden te behouden.’
Britse parlement. Ook op de laatste dag Premier Boris Johnson was juist blij. ‘We
vóór het vertrek uit de EU protesteerde hebben weer een vrij, onafhankelijk
land.’ Naar: Trouw
a Wat is de ‘brexit’?
b Welke vrijheden wil Steve Bray behouden, denk je?
c Welke vrijheid heeft Boris Johnson terug, denk je?
Nederland en de wereld 123
Opdracht 15
Bekijk bron 8 en doe daarna de test.
Bron 8
a Kies steeds ‘eens’ of ‘oneens’. Zet een kruisje. Eens Oneens
Het is fijn dat je in andere landen met de euro kunt betalen.
In de EU hebben gewone mensen te weinig invloed
Het is goed dat mensen in elk land binnen de EU mogen werken
Door de EU is Europa veiliger.
Nederland zou rijker zijn zonder de EU.
De EU kost Nederland te veel geld.
Nederland moet weer aan de grens gaan controleren.
Door de EU kunnen grote problemen beter worden aangepakt.
b Tel de rode en blauwe vakjes die je hebt aangekruist.
Heb je meer blauw dan rood? Dan ben je voor de EU.
Heb je meer rood dan blauw? Dan ben je tegen de EU.
c Wat vind je? Klopt de uitslag van jouw test? Leg je antwoord uit.
124 Les 2 - De Europese Unie
Les 3 Internationale problemen
Als je een nieuw telefoonhoesje nodig hebt, kun je dat
in de winkel kopen. Maar je kunt het ook bij een
Chinese webshop bestellen en laten bezorgen. Spullen
kunnen kopen in verre landen is een voorbeeld van
globalisering. Globalisering betekent dat mensen op de
wereld steeds meer met elkaar verbonden zijn. We
reizen meer dan vroeger. Ook komen we via internet
meer in contact met mensen uit andere landen.
Problemen Syrische vluchtelingen verlaten hun land vanwege de oorlog.
Globalisering zorgt ook voor problemen. Denk maar
aan corona. De ziekte verspreidt zich door contact over makkelijker dan vroeger samenwerken om de
de hele wereld. Ook milieuvervuiling is zo’n probleem. milieuproblemen op te lossen. Ook dat komt door
Vervuiling trekt zich niets aan van landsgrenzen. globalisering.
Milieuproblemen zijn wereldwijd. Dat geldt ook voor Internationale politiek
mensen die hun land verlaten als gevolg van armoede De opwarming van de aarde, corona, armoede in andere
en oorlog. Dat zijn problemen die invloed hebben op landen: het zijn grote problemen. Om die problemen op
heel veel landen. te lossen, werken landen samen. Nederland doet dat
Oplossingen vooral in de EU, maar bijvoorbeeld ook via de Verenigde
Aan de ene kant maakt globalisering de problemen Naties (VN). Bijna alle landen zijn lid van de VN. De
groter. Veel vliegen en veel spullen vervoeren is slecht VN houdt zich onder andere bezig met vrede, veiligheid,
voor het milieu. Aan de andere kant weten we door milieuproblemen, armoede en gezondheid. Bijvoorbeeld
globalisering meer over het milieu. En landen kunnen hoe we wereldwijd corona moeten aanpakken.
Opdracht 16
Lees lestekst 3 - Internationale problemen.
a Zet een streep onder de woorden die je niet kent.
b Zoek de onderstreepte woorden op in een woordenboek.
c Schrijf de betekenis bij je aantekeningen aan het eind van dit thema.
Opdracht 17
Lees lestekst 3 - Internationale problemen.
Kruis de zinnen die juist zijn aan.
Corona heeft te maken met globalisering.
Uitkeringen hebben te maken met globalisering.
Milieuvervuiling is een wereldwijd probleem.
Bijna alle landen op de wereld zijn lid van de VN.
De VN houdt zich bezig met de Olympische Spelen.
Nederland en de wereld 125
Opdracht 18 Wel Niet
a Hoeveel heb jij te maken met globalisering? Kruis aan.
Ik ben weleens op reis geweest buiten Europa.
Ik eet weleens dingen die uit het buitenland komen.
Ik heb via sociale media of games weleens contact met iemand in het buitenland.
Ik heb weleens iets gekocht via een buitenlandse webshop.
b Noem een voordeel van globalisering.
c Noem een nadeel van globalisering.
Opdracht 19 Bron 9
Lees eerst bron 9. Maak dan de vragen.
Meestal is het oké
Bijna de helft van de Nederlanders koopt weleens iets bij een webshop in
het buitenland. Linde en Teun kochten bijna alle spullen voor hun bruiloft
bij een Chinese webshop. Teun zegt: ‘Meestal is het oké, én hier betaal je
3 euro, daar betaal je voor hetzelfde 30 cent. Maar de kwaliteit is niet altijd
even goed als in een winkel.’Toch kopen Nederlanders veel elektronica,
gadgets, kleding en speelgoed bij webshops als AliExpress. En door
corona is dat alleen maar meer geworden. De levertijden zijn langer dan je
gewend bent bij Nederlandse winkels. ‘Ik moest twee weken wachten op
mijn tas’, zegt Dayenne. Naar: marketingtribune.nl, youtube.nl, Leeuwarder Courant
a Noem een voordeel van bestellen bij een Chinese webshop.
b Noem een nadeel van bestellen bij een Chinese webshop.
c Nederland en de EU vinden China een onvrij land. Vind jij dat je daar dan wel zaken mee kunt doen?
De EU WEL / NIET, omdat
Nederlandse bedrijven WEL / NIET, omdat
Ik WEL / NIET, omdat
126 Les 3 - Internationale problemen
Opdracht 20 Wist je dat?
Lees eerst ‘Wist je dat?’ en maak dan de vragen.
Je kunt zelf ook iets doen
Globalisering betekent ook dat we meer reizen, vooral met het vliegtuig.
Vliegen is erg slecht voor het milieu. Dat komt doordat een vliegtuig veel
CO2 uitstoot. En CO2 is een van de gassen die zorgen voor de opwarming
van de aarde.
Je kunt daar zelf iets aan doen. Als je binnen Europa vliegt, kun je
bijvoorbeeld ook kiezen voor de trein. En ga je met meer dan twee
p ersonen? Dan is de auto minder slecht voor het milieu dan vliegen.
Naar: milieucentraal.nl, nu.nl
a Je wilt met twee personen naar Parijs. Je kunt kiezen tussen de auto, de trein of het vliegtuig.
Zet een 1 achter de keuze die het minst slecht voor het milieu is. Zet een 2 achter de keuze die
iets slechter is. Zet een 3 achter de keuze die het slechtst voor het milieu is.
Auto
Trein
Vliegtuig
b Stel je voor: de trein kost 100 euro per persoon, het vliegtuig kost 75 euro per persoon.
Dan kies ik voor DE TREIN / HET VLIEGTUIG, want
c Wat zou de overheid kunnen doen om reizen met de trein aantrekkelijker te maken?
Nederland en de wereld 127
Opdracht 21 Bron 10
Lees eerst bron 10. Maak dan de vragen.
Handschoentjes voor koala’s
In 2020 waren er in Australië enorme bosbranden. Wetenschappers
lieten al snel weten dat dit vooral door de klimaatverandering kwam.
De branden vernietigden een gebied dat drie keer zo groot is als
Nederland. Bij de branden kwamen heel veel dieren om, bijvoorbeeld
koala’s. Sommige koala’s overleefden het, maar hadden brandwonden.
Jeltje van Essen (65) uit Deventer zette zich voor hen in. Ze maakte
speciale handschoentjes en slofjes voor de koala’s tegen de pijn. Die
stuurde ze allemaal op naar Australië. Naar: RTL Nieuws, NOS.nl, De Stentor
a Jeltje helpt koala’s. Leg uit wat dat met globalisering te maken heeft.
Scan de QR-code en bekijk de video.
b Over welke oorzaken van klimaatverandering gaat de video? Zet kruisjes.
Openhaard Industrie Oorlogen
Vlees eten Vliegen Woningnood
c Klopt het dat door globalisering de kans op bosbranden in Australië groter is geworden? Leg uit.
Opdracht 22
Zoek vier producten die je in de laatste maanden gekocht hebt. Denk bijvoorbeeld aan kleding of apparaten.
Zoek van elk product uit waar het gemaakt is.
a Vul de tabel in. Gemaakt in
Product
b Wat zeggen de plaatsen waar de spullen gemaakt zijn over globalisering?
128 Les 3 - Internationale problemen
Opdracht 23
Stel je voor: je wilt je mening geven door een slogan op een T-shirt.
Een slogan is één zin waarmee je duidelijk je mening geeft.
Lees de slogans hieronder en de uitleg die erbij hoort.
Kies er één uit en maak een ontwerp voor de voorkant en de achterkant van je T-shirt.
Niemand wordt zomaar vluchteling
Elke dag vluchten er mannen, vrouwen en kinderen voor oorlog en ander gevaar.
Vluchtelingen kunnen in veilige landen, zoals Nederland, bescherming vragen. Dat noem je asiel.
Yes we can
Het Engelse woord ‘can’ betekent kunnen, maar ook blikje. Met deze slogan laat je zien dat je statiegeld op
blikjes een goed idee vindt. Dat is beter voor het milieu.
Alleen samen krijgen we corona onder controle
Het is een slogan van de Nederlandse overheid. De zin vertelt dat mensen aan elkaar moeten denken. En
dat we elkaar nodig hebben om het virus terug te dringen.
Wat zou de VN van deze slogan maken?
Eigen slogan
Heb jij een goed idee voor een slogan? Dat mag ook.
Als je maar zorgt dat het met globalisering te maken heeft.
Nederland en de wereld 129
Portfolio-opdracht
Bij deze laatste opdracht maak je een product. Voeg dit toe aan je portfolio.
• Werk in tweetallen of in een groepje van drie.
• Maak samen een poster over vrij en onvrij zijn.
• Gebruik hierbij de Vrijheidskaart van opdracht 4. Daar vind je de zaken die bepalen of een land
vrij is of niet. Bijvoorbeeld of je mag stemmen of dat je mag geloven wat je wilt.
• Kies minstens vier van deze zaken.
• Zoek bij elk van deze vier zaken op internet een afbeelding en/of tekst die hoort bij ‘vrij’.
• Zoek bij elk van deze vier zaken op internet een afbeelding en/of tekst die hoort bij ‘onvrij’.
• Sla de afbeeldingen op en print ze uit. Typ de teksten over en print ze uit.
Plak de teksten en de afbeeldingen op een groot vel papier.
Vrij of Onvrij?
In ons land mag Geloof ... maar je mag geen
je geloven wat je Liefde gezichtsbedekkende
Politiek
wilt... kleding dragen.
Elk jaar hebben we 'Wij moesten van onze
in Nederland de ouders met elkaar
Gay Pride. trouwen.'
'Recordaantal partijen Amerika heeft
doet mee aan eigenlijk maar twee
verkiezingen.'
partijen.
● Sluit je dit thema liever buiten af? Scan dan de QR-code!
130
Woordpuzzel
Welke woorden horen bij de omschrijving?
Begin je antwoord bij het bijpassende cijfer.
Horizontaal (van links naar rechts)
1. Burgers hebben invloed op politieke besluiten
5. Mensen zijn wereldwijd steeds meer met elkaar verbonden
6. Deze zorgen voor bescherming van mensen
9. Mensen onterecht verschillend behandelen
10. Samenwerking tussen 27 landen
Verticaal (van boven naar beneden)
2. Land met grondrechten
3. De opwarming van de aarde is een …
4. Het Verenigd Koninkrijk verlaat de EU
7. Hier ging de casusvideo over
8. Verenigde Naties
12
3
4
5
6
78
9
10
Nederland en de wereld 131
Woordenlijst
Brexit
Vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie.
Democratie
Een land waarin de burgers grote invloed hebben op politieke besluiten.
Dictatuur
Een land waarin de burgers weinig of geen invloed hebben op de politiek.
Europees Parlement
De volksvertegenwoordiging van de EU.
Europese Commissie
Het bestuur van de EU, een soort regering.
Europese Unie (EU)
Organisatie waarin 27 Europese landen samenwerken.
Globalisering
Mensen op de hele wereld zijn steeds meer met elkaar verbonden.
Grondrechten
Basisrechten van ieder mens. De belangrijkste rechten die mensen zouden moeten hebben.
Ook wel: mensenrechten.
Rechtsstaat
Land waarin alle inwoners grondrechten hebben die beschermen tegen machtsmisbruik van de overheid.
Verenigde Naties (VN)
Organisatie waarin bijna alle landen van de wereld samenwerken.
Vrijheid van meningsuiting
Kunnen zeggen en schrijven wat je wilt. Dat is een grondrecht.
132
Aantekeningen
Nederland en de wereld 133
7 Recht
themasburgerschap.nl/recht
CASUS 0:00 tot 0:54 en 01:29 - einde
WHAT THE **** IS DIT?
Ruim twee jaar geleden viel de politie het huis van Dave binnen. ‘Geld, geld, waar is dat geld?’, riepen ze.
‘Mijn kinderen huilden, mijn vrouw schrok en riep: “What the **** is dit?” Dave werd opgepakt voor een
overval. Hij zat een paar dagen in de cel. Maar al snel bleek dat Dave het misdrijf helemaal niet gepleegd
kon hebben. Op het moment van de overval was hij namelijk ergens anders. De arrestatie was dus
onterecht. Dave denkt dat de politie binnenviel omdat hij al eens eerder veroordeeld was.
‘Waar gaat het heen als je zomaar opgepakt kunt worden in Nederland?’, zegt hij. Er kwamen excuses
van de politie en Dave kreeg een schadevergoeding.
Wat zou jij doen als je onterecht werd opgepakt?
Geef je antwoord en leg dat uit.
134
Les 1 Rechtsregels
In Nederland gelden allerlei gedragsregels. Want Grondwet
zonder regels zou het namelijk een puinhoop worden. De meeste rechtsregels staan in wetten. Een wet is een
Er bestaan ongeschreven regels, zoals opstaan voor geschreven regel van de overheid die voor iedereen
ouderen in de bus of handen wassen voor het eten. Er geldt.
zijn ook rechtsregels. Die regels staan opgeschreven in Onze basisregels vind je in de Grondwet. Artikel 1 van
wetten en gelden voor iedereen in Nederland. Denk aan de Grondwet zegt dat iedereen in dezelfde gevallen
het verbod op stelen of de plicht om belasting te betalen. hetzelfde behandeld moet worden. Daarom mag een
Alle rechtsregels bij elkaar noemen we het recht. rechter dus ook niemand voortrekken of achterstellen.
Dave uit de casus kreeg te maken met het recht. Hij Dat heet het gelijkheidsbeginsel. Een rechter mag
werd opgepakt voor een overval, maar was onschuldig. wel naar de omstandigheden kijken. Als iemand
De politie liet hem vrij. bijvoorbeeld erg in de war is, mag de rechter daar
Rechtspraak rekening mee houden.
Een rechter beoordeelt of iemand de wet heeft
overtreden, en spreekt recht bij ruzies tussen burgers.
Een rechter kan ook bedrijven of de overheid straf
opleggen.
Om eerlijk recht te spreken zijn alle rechters in Nederland
onafhankelijk. Ze kijken zonder vooroordelen alleen
naar de feiten. Ze houden geen rekening met belangen
van bedrijven of rijke mensen én laten zich niet
beïnvloeden door de politiek. Rechters kunnen ook niet
door iemand van buitenaf ontslagen worden.
Opdracht 1
Lees lestekst 1 - Rechtsregels.
a Zet een streep onder de woorden die je niet kent.
b Zoek de onderstreepte woorden op in een woordenboek.
c Schrijf de betekenis bij je aantekeningen aan het eind van dit thema.
Opdracht 2
Lees lestekst 1 - Rechtsregels.
Zet de woorden op de juiste plek.
GRONDWET - RECHTER - RECHT - WETTEN - GEDRAGSREGELS
a Een bepaalt of iemand de wet heeft overtreden.
b Regels over hoe je je hoort te gedragen zijn .
c Alle rechtsregels samen noem je het .
d De meeste rechtsregels staan in .
e In de staan onze basisregels.
Recht 135
Opdracht 3
a Geef een voorbeeld van een regel waar jij je moeilijk aan kunt houden.
b Is dat een gedragsregel, een rechtsregel of beide?
c Welke gedragsregels zijn ook rechtsregels? Kruis aan.
Rechtsregel
Je mag niet voor je beurt praten.
Je mag niemand afluisteren.
Je mag niet stelen.
Je mag niets vernielen.
Je mag niet discrimineren.
Je moet op tijd komen.
d Welke gedragsregels worden overtreden in de video? Scan de QR-code en bekijk de video.
e Welke van deze gedragsregels is ook een rechtsregel?
Opdracht 4
Bekijk de poster op bladzijde 262 en 263. Daar staat een grondrecht én een korte uitleg over mensenrechten.
a Welk Nederlands grondrecht zie je op de poster?
b Wat zijn voorbeelden van mensenrechten? Kruis aan.
Het recht op een leuke baan. Het recht op voldoende inkomen.
Het recht op betaalde vakantie. Je bent onschuldig tot het tegendeel is bewezen.
Het recht op privacy. Nederlandse rechten gelden voor wie hier geboren is.
Het recht op een nationaliteit. Martelen mag als het echt nodig is.
136 Les 1 - Rechtsregels
Opdracht 5
Lees ‘Wist je dat?’ en maak de opdracht. Wist je dat?
Leven in een rechtsstaat betekent dat de overheid zich ook aan de
regels van de wet moet houden. Zo mag de politie (overheid) je niet
zomaar oppakken. Ze moeten eerst goede aanwijzingen of bewijzen
hebben dat je iets fout hebt gedaan. Bij Dave uit de casus ging dat
mis, hij werd onterecht opgepakt.
In een rechtsstaat beschermen wetten en rechten je tegen de macht
van de overheid. Bijvoorbeeld: het recht op privacy zorgt ervoor dat
de overheid je niet zomaar mag afluisteren. Het recht op vrijheid van
meningsuiting zorgt ervoor dat je kritisch mag zijn op politici. Zonder
dat je in de gevangenis belandt.
a Wat hoort bij een rechtsstaat? Kruis aan. Rechtsstaat Geen rechtsstaat
De overheid moet zorgen dat iedereen veilig kan leven.
De politie mag geweld gebruiken als je ze uitscheldt.
De overheid bepaalt wat er in de krant staat.
De Grondwet beschermt burgers tegen de overheid.
b Hoe weet je dat Nederland een rechtsstaat is? Noem in ieder geval twee voorbeelden.
Opdracht 6
Bekijk nummer 1 t/m 6. Dat zijn rechten die in ieder geval ergens op de wereld gelden.
a Wat is volgens de wet toegestaan in Nederland? Wel toegestaan Niet toegestaan
1. Een huwelijk tussen twee mannen.
2. Een pistool op zak hebben.
3. Abortus laten plegen.
4. Je kind slaan.
5. Trouwen met iemand onder de 16.
6. Blowen in het park.
b Welke rechten wil jij in Nederland en welke rechten juist niet? Noteer de nummers.
Deze rechten wil ik wel:
Deze rechten wil ik niet:
Recht 137
Opdracht 7 Juist Onjuist
a Juist of onjuist? Zet een kruisje in het juiste vak.
De koning mag een rechter ontslaan.
Bedrijven mogen rechters extra geld geven.
Een rechter mag moordenaars verschillend straffen.
b Waarom hebben we in Nederland het gelijkheidsbeginsel, denk je?
Opdracht 8
De Belastingdienst beschuldigde een grote groep ouders in Nederland onterecht van fraude (bedrog).
Ze moesten veel geld terugbetalen en kregen hierdoor grote geldproblemen.
Het duurde tien jaar voordat de Belastingdienst en de overheid hun fout inzagen.
Bekijk de video en lees de uitspraak van Pieter Omtzigt. Maak daarna de vragen.
Tweede Kamerlid Pieter Omtzigt:
‘Ouders konden niks beginnen tegen de
politieke beslissingen en de rechterlijke
macht. De rechtsstaat heeft gefaald.’
a Wat voor problemen hebben de gezinnen in de video?
b Hoe zijn deze gezinnen in de problemen geraakt?
c Omtzigt zegt: ‘De rechtsstaat heeft gefaald.’ Leg uit waarom hij dat vindt.
d Wat kun je als burger doen als je vindt dat de overheid je onrechtvaardig behandelt?
138 Les 1 - Rechtsregels
Les 2 Opgepakt
In de casusvideo pakken agenten Dave op omdat ze
hem verdenken van een overval. Een overval plegen is
strafbaar. De rechter kan Dave hiervoor gevangenisstraf
of een boete geven. Je spreekt daarom van strafrecht.
Terwijl Dave vastzit kan de politie uitzoeken of er
voldoende bewijs is. Dave is nu een verdachte. Elke
verdachte heeft in Nederland bepaalde rechten, zoals
het recht op een advocaat.
Het verhoor aanklager). Daarna mag de verdachte zijn of haar
Op het bureau start de politie vervolgens het verhoor. verhaal doen. Een advocaat mag dat ook voor de
Rechercheurs stellen dan vragen en zoeken naar bewijs. verdachte doen. De rechter oordeelt aan het einde van
Ook daar zijn regels voor. Zo mag de politie iemand de strafzaak of de verdachte schuldig is. Als dat zo is,
maar een beperkt aantal uren vasthouden voor een geeft de rechter een passende straf.
eerste onderzoek. Tijdens dat onderzoek komt de politie Criminaliteit
erachter dat Dave onschuldig is. Camerabeelden Een rechter mag alle overtredingen en misdrijven
bewijzen dat. Maar wat nou als die beelden er niet bestraffen. Overtredingen zijn lichte zaken zoals te hard
waren? In dat geval zou Dave voor de rechter komen. rijden. Misdrijven zijn zware strafbare feiten zoals een
Je spreekt dan van een strafzaak. overval of een moord. Alle misdrijven samen noem je
Voor de rechter de criminaliteit. Overtredingen en misdrijven samen
Een verdachte is in Nederland onschuldig tot het noem je strafbare feiten.
tegendeel is bewezen. Daarom luistert de rechter eerst
goed naar het verhaal van de officier van justitie (de
Opdracht 9
Lees lestekst 2 - Opgepakt.
a Zet een streep onder de woorden die je niet kent.
b Zoek de onderstreepte woorden op in een woordenboek.
c Schrijf de betekenis bij je aantekeningen aan het eind van dit thema.
Opdracht 10 Juist Onjuist
Lees lestekst 2 - Opgepakt.
Hieronder staan zes zinnen over de lestekst. Zijn ze juist of onjuist?
Zet een kruisje in de juiste kolom.
1. Als verdachte heb je geen rechten.
2. Als je bent opgepakt doet de rechter het verhoor.
3. Alleen de rechter mag beoordelen of je schuldig bent.
4. De verdachte is schuldig tot de onschuld bewezen is.
5. Een overval is een misdrijf.
6. De officier van justitie beslist welke straf een verdachte krijgt.
Recht 139
Opdracht 11
Bekijk de infographic en maak daarna de opdracht.
a Trek een lijn tussen de persoon en de uitleg die daarbij hoort.
Advocaat Zorgt voor de veiligheid.
Officier van justitie Spreekt namens de verdachte.
Parketpolitie Klaagt de verdachte aan.
Getuige Bepaalt of iemand schuldig is en bepaalt de straf.
Rechter Heeft gezien of gehoord wat er gebeurde.
b In de rechtszaal is ook publiek aanwezig. Waarom is dat belangrijk?
Het publiek moet een kaartje kopen. Met het geld wordt de rechter betaald.
Zo kan iedereen zien dat het proces eerlijk verloopt.
Zo kan het slachtoffer erbij zijn en reageren als er iets niet klopt.
c Het publiek is in twee vakken verdeeld. Waarom is dat, denk je?
140 Les 2 - Opgepakt
Opdracht 12 Wist je dat?
Werk voor deze opdracht samen met een klasgenoot.
Lees ‘Wist je dat?’ en maak daarna de vragen.
Rechters kunnen bij straffen kiezen uit een gevangenisstraf, een
geldboete en een taakstraf. Bij een taakstraf moet iemand onbetaald
werken. Daarnaast zijn er ook maatregelen. Bijvoorbeeld het betalen
van een vergoeding aan het slachtoffer of verplichte therapie. We
hebben in Nederland geen minimumstraffen, wel maximumstraffen.
Zo is de maximumstraf voor diefstal vier jaar gevangenisstraf.
Een langere straf mag niet, korter wel.
a Wat voor straf geeft de rechter? Kruis één of meer antwoorden aan.
A. van L. veroordeeld tot 19 jaar cel met verplichte therapie
Gevangenisstraf Geldboete Taakstraf Maatregel
R.B. veroordeeld tot 6.000 euro boete en een cursus na rijden onder invloed
Gevangenisstraf Geldboete Taakstraf Maatregel
P. de G. veroordeeld tot 200 uur onbetaald werken in een verpleeghuis
Gevangenisstraf Geldboete Taakstraf Maatregel
b Sommige politieke partijen willen dat er wel minimumstraffen komen. Bedenk een argument voor en een
argument tegen het invoeren van minimumstraffen.
Argument voor minimumstraf:
Argument tegen minimumstraf:
Opdracht 13
Bekijk de poster op bladzijde 262 en 263. Maak daarna de opdracht.
a Is het een recht van een verdachte of van een slachtoffer? Omcirkel telkens het juiste antwoord.
1. Schadevergoeding: recht van een SLACHTOFFER / VERDACHTE
2. Spreekrecht: recht van een SLACHTOFFER / VERDACHTE
3. Zwijgrecht: recht van een SLACHTOFFER / VERDACHTE
b Welk recht hebben slachtoffer en dader allebei?
c Bereken de maximale duur van een voorarrest.
Recht 141
Opdracht 14
Werk voor deze opdracht samen met een klasgenoot.
Lees steeds een stukje tekst en geef dan antwoord op de vraag.
Belangrijk om te weten: de maximumstraf voor doodslag is 25 jaar gevangenisstraf.
Kelly (24) staat voor de rechter op verdenking van doodslag. Kelly heeft haar vriend met een mes in zijn
buik gestoken. Hij is aan zijn verwondingen overleden. Kelly en haar vriend hebben samen twee kinderen.
a Wat voor straf zouden jullie geven? Leg uit waarom.
Kelly stak haar vriend nadat ze erachter kwam dat hij al jaren vreemdging met haar beste vriendin.
b Wordt de straf die jullie geven nu hoger, lager of hetzelfde? Leg uit.
Kelly is jaren mishandeld door haar vriend. Ze is regelmatig behandeld voor botbreuken door mishandeling.
c Wordt de straf die jullie geven nu hoger, lager of hetzelfde? Leg uit.
Kelly wilde weggaan maar werd door haar vriend tegengehouden. Hij dreigde haar te vermoorden.
d Wordt de straf die jullie geven nu hoger, lager of hetzelfde? Leg uit.
De rechter oordeelt: Kelly had haar vriend niet mogen doden. De situatie was voor haar extreem angstig.
De rechter begrijpt dat zij op dat moment dacht dat ze geen andere keuze had. Kelly wordt vrijgesproken.
e Wat vind jij van de uitspraak? Leg je antwoord uit.
142 Les 2 - Opgepakt
Opdracht 15
Scan de QR-code onder ‘slachtoffer’ op bladzijde 263. Bekijk daar het eerste stuk tekst en de video.
Maak daarna de opdracht.
a Wat doet Slachtofferhulp? Kruis aan. Luistert naar het verhaal van slachtoffers.
Bepaalt of iemand slachtoffer is. Dient de aanklacht in.
Ondersteunt bij het strafproces. Helpt bij het aanvragen van een schadevergoeding.
Helpt slachtoffers de juiste hulp te vinden.
Kevin (18) is tijdens het uitgaan zwaar mishandeld. Hij had een gebroken kaak en
werd geopereerd. Kevin is heel angstig sinds de gebeurtenis. Hij durft de straat bijna
niet meer op. Door de angsten durft Kevin ook niet meer naar zijn werk. Hij mist dus
inkomen. Binnenkort is de rechtszaak. Kevin vindt het erg spannend om hier naartoe
te gaan. Hij weet niet goed wat hij kan verwachten.
b Welke financiële gevolgen heeft de mishandeling voor Kevin?
c Welke gevolgen voor Kevin zijn er nog meer?
Opdracht 16 Wist je dat?
Wie een moord pleegt kan een gevaar zijn voor de samenleving.
Door de dader op te sluiten is de samenleving veiliger. Veel
slachtoffers en nabestaanden vinden dat de dader moet boeten
voor wat hen is aangedaan. En door te straffen laat je aan
anderen zien dat zo’n daad gevolgen heeft. Wie zich niet aan de
regels houdt krijgt straf. De meeste daders komen op een gegeven
moment weer vrij. Straf kan er dus ook op gericht zijn dat daders
leren van hun straf.
a Stel dat de persoon die Kevin (uit opdracht 15) mishandelde, straf krijgt. Welk doel moet die straf dan
hebben volgens jou?
De dader moet boeten voor wat hij Kevin heeft aangedaan.
De dader moet leren van de straf, bijvoorbeeld om geen geweld te gebruiken.
De straf moet aan anderen duidelijk maken welk gevolg zo’n misdaad heeft voor de dader.
De straf moet de samenleving veiliger maken. De dader zit opgesloten.
b Leg je antwoord bij a uit.
Recht 143
Opdracht 17
Lees bron 1 en maak daarna de vragen.
ACTUEEL Bron 1
Drie maanden cel voor coronarellen
ROTTERDAM – Een 30-jarige man heeft 3 maanden cel gekregen
omdat hij stenen gooide naar de politie. Dat gebeurde na een
demonstratie tegen de coronamaatregelen in Rotterdam. Die
bijeenkomst liep uit op rellen. De man vertelde dat hij zich had laten
meeslepen. ‘Misschien door de biertjes die ik op had. Daardoor dacht
ik niet goed na. Ik had naar huis moeten gaan.’ De relschoppers staken
politieauto’s in brand en meerdere agenten raakten gewond. Agenten
schoten zelfs uit nood op relschoppers. Ook de brandweer werd
bekogeld. Bedrijven hadden schade door vernielingen en brand.
Naar: AD.nl en Parool.nl
a De rellen zorgden voor schade bij personen en in de samenleving als geheel. Geef van elk een voorbeeld.
b Wat vind jij? Omcirkel je antwoord en geef een argument.
Ik vind de straf TE HOOG / TE LAAG / WEL GOED, want
Opdracht 18
Naomi is te zien op bewakingsbeelden van een warenhuis. Het lijkt erop dat ze parfum in haar tas stopt.
Dat is niet voor het eerst. De politie kent haar.
a Zet in de juiste volgorde.
De politie pakt Naomi op.
De rechter vindt dat Naomi schuldig is.
De rechter beoordeelt of Naomi schuldig is.
Rechercheurs verhoren Naomi.
De politie verdenkt Naomi van diefstal. 1
De rechter geeft Naomi straf.
b Voordat een rechter een straf oplegt, stelt hij of zij vaak vragen aan een verdachte.
Stel je bent rechter. Welke vragen zou jij dan stellen aan Naomi? Bedenk er twee.
144 Les 2 - Opgepakt
Les 3 Rijdende rechter
Dave kreeg als verdachte van een overval met strafrecht Rijdende rechter mr. John Reid.
te maken. Maar er zijn ook andere vormen van recht.
Ken je het programma De Rijdende Rechter? Daarin Rechtshulp
gaat het bijvoorbeeld over buren die ruzie hebben over Een rechtszaak (proces) beginnen kan best ingewikkeld
de plaats van een schutting. Dit soort zaken valt onder en duur zijn, zeker als je een advocaat inhuurt. Je kunt
het privaatrecht, alle regels die gelden tussen burgers je ook verzekeren tegen die kosten door een verzekering
onderling. Die burgers kunnen mensen of bedrijven zijn. af te sluiten. De verzekeraar helpt je dan als je rechtshulp
Stel dat je nieuwe telefoon na drie dagen kapotgaat. Dan nodig hebt.
heb je te maken met de verkoper, een bedrijf. Het Een andere mogelijkheid is de rechtswinkel of het
probleem met de telefoon valt onder het juridisch loket. Veel steden hebben dit. Er werken
consumentenrecht, een onderdeel van het privaatrecht. mensen die verstand hebben van het recht. Advies bij
Je overlegt eerst met de verkoper. Maar als jullie er een rechtswinkel of juridisch loket is meestal gratis.
samen niet uitkomen, stap je naar de rechter.
Bestuursrecht
Er is nog een vorm van recht, het bestuursrecht. Het
bestuursrecht gaat over zaken tussen burgers en de
overheid. Denk aan het weigeren van een
bouwvergunning of een hoge aanslag van de
Belastingdienst. Bij dit soort zaken vraag je eerst bij de
overheid zelf om een nieuw besluit. Als dat niet werkt,
kun je naar de rechter gaan.
Opdracht 19
Lees lestekst 3 - Rijdende rechter.
a Zet een streep onder de woorden die je niet kent.
b Zoek de onderstreepte woorden op in een woordenboek.
c Schrijf de betekenis bij je aantekeningen aan het eind van dit thema.
Opdracht 20
Lees lestekst 3 - Rijdende rechter.
Je krijgt vaak te maken met het recht. Hieronder staan vier voorbeelden.
a Hoort het voorbeeld bij strafrecht, privaatrecht of bestuursrecht? Kruis het juiste antwoord aan.
Voorbeeld Strafrecht Privaatrecht Bestuursrecht
1. Er is een overval in de winkel waar je werkt.
2. Je hebt last van geluidsoverlast door de buren.
3. J e moet onterecht geld terugbetalen aan de Belastingdienst.
4. Je smartphone is na drie dagen plotseling stuk.
b Welk voorbeeld bij vraag a heeft te maken met consumentenrecht? Omcirkel het juiste antwoord.
Voorbeeld: 1 / 2 / 3 / 4
Recht 145
Opdracht 21
Stel: Je betaalt een heel hoge huur. Er is veel kapot in de woning.
Je huurbaas weigert jouw huis op te knappen. Dit vind je niet eerlijk. Je kunt hiermee naar de rechter.
In de infographic zie je welke stappen je dan moet zetten.
Zet in de juiste volgorde.
Je gaat op zoek naar een goede advocaat. 2
Iemand van de rechtswinkel zegt dat je een rechtszaak kunt beginnen.
De rechter oordeelt dat de huurbaas binnen een maand het huis moet opknappen.
Je maakt foto’s van je woning en stuurt die naar de rechter.
Jij en je huurbaas krijgen een brief met de datum van de rechtszaak.
Je bent blij met de uitspraak.
Je legt aan de rechter uit waarom jij de huur te hoog vindt.
Opdracht 22
Ook op je werk krijg je te maken met recht en wetten.
a Stel: je hebt ruzie met je werkgever over de uitbetaling van je loon. Over welk soort recht gaat het dan?
Onderstreep het juiste antwoord.
BESTUURSRECHT - PRIVAATRECHT - STRAFRECHT
b Stel: je kan door een ziekte tijdelijk niet werken. Je ontvangt een uitkering. Over welk soort recht gaat het dan?
Onderstreep het juiste antwoord.
BESTUURSRECHT - PRIVAATRECHT - STRAFRECHT
146 Les 3 - Rijdende rechter
Opdracht 23
Lees eerst ‘Wist je dat?’
Wist je dat?
In de Leerplichtwet staat dat je tot je 16e naar school moet. Ben je 16 jaar en heb je nog geen
startkwalificatie (minimaal mbo 2)? Dan moet je tot je 18e naar school. Het is strafbaar om zonder
goede reden niet naar school te gaan. Wie zich niet aan de leerplicht houdt, komt voor de rechter.
Ben je tussen de 18 en 23 jaar en ga je van school zonder startkwalificatie? Dan heb je geen recht op
een bijstandsuitkering. Je moet dan een geschikte opleiding of leer-werkplek vinden.
Lees nu de verhalen van Djamilla en Gino.
Djamilla (17 jaar): Ik heb het tweede jaar van Gino (21 jaar): Ik heb mijn mbo 2-diploma
mijn mbo 2-opleiding niet afgemaakt. gehaald. Daar ben ik trots op.
Ik ben gaan werken omdat ik de Niveau 3 is voor mij te lastig. De
opleiding niet meer leuk vond. school adviseerde mij om te
Nu heb ik een conflict met de gaan werken. Ik doe mijn best,
gemeente: ik moet terug naar maar ik heb nog niks gevonden.
school. De leerplichtambtenaar Nu wil de gemeente dat ik weer
heeft de kinderbijslag zelfs naar school ga. Ze willen me geen
stopgezet. uitkering geven.
Djamilla en Gino willen een rechtszaak beginnen tegen de gemeente.
Wie maakt de meeste kans om te winnen?
Djamilla maakt WEINIG / VEEL kans om een rechtszaak te winnen, want:
Gino maakt WEINIG / VEEL kans om een rechtszaak te winnen, want:
Opdracht 24
Bekijk op de website van de rechtswinkel de video ‘Dit is Debby’.
a Waarover heeft Debby een vraag?
b Debby wil weten wat haar rechten zijn. Waarom is het slim om dat aan de rechtswinkel te vragen?
Noem twee redenen.
Recht 147
Opdracht 25 Bron 27
Lees bron 2 en maak daarna de vragen.
ACTUEEL
Theater kapsalon
AMSTERDAM – Uit protest tegen de coronamaatregelen gaan veel theaters woensdag
even open als kapsalon. De theaters zijn boos. Zij moeten gesloten blijven terwijl
winkels, sportscholen en kappers wel open mogen. Daarom knippen morgen kappers
hun klanten op het podium terwijl muzikanten, acteurs en cabaretiers optreden. Veel
bekende theatermakers doen mee. ‘Voor mensen die lachend geknipt willen worden’,
aldus komiek Jochem Myjer. Als ze nog lang gesloten moeten blijven, willen de theaters
een rechtszaak aanspannen tegen de overheid. Naar: Telegraaf.nl
a Leg uit dat theaters de wet overtreden door open te gaan.
b Gemeenten kunnen de theaters die toch opengaan een boete geven. Vind je dat terecht? Leg uit.
c Stel, musea en theaters spannen een rechtszaak aan om toch open te mogen. Van welk recht maken ze dan
gebruik? Onderstreep het juiste antwoord.
BESTUURSRECHT - PRIVAATRECHT - STRAFRECHT
Opdracht 26
Schrijf per situatie kort op wat volgens jou je rechten zijn.
Vraag daarna aan je docent de juiste antwoorden en noteer hoeveel je er goed had.
a Je nieuwe telefoon doet het niet.
b Je bent ontslagen omdat je een week ziek was.
c Je huurbaas zet ineens de huur stop. Hij wil het huis verkopen.
148 Les 3 - Rijdende rechter