The words you are searching are inside this book. To get more targeted content, please make full-text search by clicking here.

Uitgeverij Essener Leerwerkboek Thema's Burgerschap voor MBO Entree-2 2021-2022

Discover the best professional documents and content resources in AnyFlip Document Base.
Search
Published by Uitgeverij Essener, 2021-05-20 07:20:51

Thema's Burgerschap voor MBO Entree-2

Uitgeverij Essener Leerwerkboek Thema's Burgerschap voor MBO Entree-2 2021-2022

Keywords: mbo,burgerschap,essener

Aantekeningen

Digitaal samenleven 49



Sociaal-
maatschappelijke
dimensie

3 Verschillen 52
4 Single of samen? 72

3 Verschillen

themasburgerschap.nl/verschillen

CASUS

WAT IS NORMAAL?
‘Doe normaal!’ Misschien zeg jij dat ook weleens tegen een vriend of vriendin. Of tegen je vader of moeder.
Maar wat is dat eigenlijk, normaal doen? Wanneer is iets ‘normaal’ en wanneer is iets ‘niet normaal’?
In de vlog van Marcel zie je dat mensen daar verschillend over kunnen denken. Wat is normaal?
Een non met een hoofdkapje, een oude bodybuilder, tatoeages in je gezicht?
Wat de een normaal vindt, kan voor een ander heel vreemd zijn. Wat je normaal vindt, heeft ook te
maken met je achtergrond en je omgeving. Hoe ben je opgegroeid? Wat hebben jouw ouders je geleerd?
Wat vinden jouw vrienden? In Nederland wonen veel verschillende mensen. Soms zorgt dat voor
problemen. Bijvoorbeeld als je het gedrag of de ideeën van een ander écht niet normaal vindt.
Wat vind jij écht niet normaal?
Geef je antwoord en leg dat uit.

52

Les 1 Iedereen is anders

In de casusvideo zag je dat niet iedereen hetzelfde
normaal vindt. Dat komt doordat er veel verschillende
mensen in Nederland wonen. Er zijn grote verschillen
tussen het leven van mensen in de stad of op het
platteland. Of tussen jongere en oudere mensen. Tussen
mensen die gelovig zijn of niet gelovig. In Nederland is
de samenleving heel divers. Dat betekent dat er veel
verschillen tussen mensen mogen zijn.

Cultuurverschillen
Sommige verschillen hebben te maken met je uiterlijk,
andere met wat je belangrijk vindt in je leven. Misschien
is je geloof voor jou wel heel belangrijk, of hard werken
en veel geld verdienen. Dit soort verschillen hebben
vaak te maken met je opvoeding en de plek waar je bent
opgegroeid. We noemen ze cultuurverschillen.

Verhuizen uit een ander land Veranderingen
In Nederland bestaan veel cultuurverschillen. Dat komt Door migratie blijft de Nederlandse cultuur veranderen.
ook doordat er al heel lang mensen uit andere landen En ook in de loop van de tijd verandert er van alles. Kijk
naar Nederland komen om hier te wonen. Dat heet maar eens naar de mogelijkheden om ‘buitenlands’ te
migratie. Soms moeten mensen uit hun land vluchten, eten. Wat mensen normaal vinden, verandert daardoor
omdat het er niet veilig is. Bijvoorbeeld door oorlog of ook. Tussen jouw leven en het leven van je (groot)
hongersnood. Soms verhuizen mensen naar Nederland, ouders vroeger kun je vast veel verschillen ontdekken.
omdat ze hier een betere kans hebben op een goed Soms kan het best moeilijk zijn om met al die verschillen
leven. om te gaan.

Opdracht 1

Lees lestekst 1 - Iedereen is anders.

a Zet een streep onder de woorden die je niet kent.
b Zoek de onderstreepte woorden op in een woordenboek.
c Schrijf de betekenis bij je aantekeningen aan het eind van dit thema.

Opdracht 2

Lees lestekst 1 - Iedereen is anders.
Hieronder staan vijf zinnen over de lestekst. Zijn die juist of onjuist? Zet een kruisje in de juiste kolom.

Juist Onjuist
1. In Nederland wonen veel verschillende mensen. X

2. Cultuurverschillen hebben altijd te maken met je uiterlijk.

3. Migratie betekent dat je naar een ander land verhuist.
4. Als je uit je land moet vluchten, is je leven in gevaar.


5. Cultuur blijft altijd hetzelfde.

Verschillen 53

Opdracht 3

Iedereen heeft te maken met verschillen tussen mensen. Hoe zit dat bij jou?

a Kijk eens om je heen. Welke verschillen zie je?
b Noem vier dingen die jouw ouders en / of grootouders niet kenden toen ze net zo oud waren als jij nu bent.

Omcirkel het juiste woord en leg je antwoord uit.

c Ik voel mij WEL EEN / GEEN Nederlander, want
d Ik vind het WEL / NIET leuk dat Nederland divers is, want

Opdracht 4

Bekijk de twee foto’s hieronder.

a Wat denk jij als je de foto’s ziet? Schrijf naast elke foto jouw reactie.
b Noem een groep mensen die daar waarschijnlijk anders over denkt. Schrijf dat ook naast de foto.

Mijn reactie:

Wie denkt er anders over?

Mijn reactie:

Wie denkt er anders over?

54 Les 1 - Iedereen is anders

Opdracht 5 Wist je dat?

Lees ‘Wist je dat?’. Maak daarna de vragen.

Eén op de vier mensen, of één van hun
ouders, is in een ander land geboren.
Je kunt ook zeggen: in Nederland heeft
bijna 25 procent van de bevolking een
migratie-achtergrond.

a Heb jij zelf een migratie-achtergrond? Waarom wel of niet?

b Hoeveel mensen in jouw klas hebben een migratie-achtergrond?
c Noteer, als dat kan, een paar landen van herkomst.

Opdracht 6 Bron 1

Lees bron 1. Maak daarna de opdracht.

Eindelijk doe ik weer waar ik goed in ben

Mouhanad (24) werkte in Syrië als elektromonteur. Toen de oorlog
uitbrak, moest hij vluchten. ‘Als je in Syrië werk zoekt, is het vooral
belangrijk dat je ervaring hebt. Maar in Nederland vroeg iedereen
om diploma’s. Die had ik niet. Gelukkig kreeg ik de kans om een
leer-werktraject te volgen. Zo kon ik mijn mbo-diploma halen, maar
tegelijkertijd ook al werken.’ Naar: Vluchtelingenwerk Nederland
Lees de uitspraken. Onderstreep het juiste antwoord. Leg daarna je antwoord uit.
1. In de bron lees je over een cultuurverschil tussen Nederland en Syrië.
Dat is JUIST / ONJUIST, want

2. Mouhanad kwam naar Nederland omdat hij in Syrië geen werk kon vinden.
Dat is JUIST / ONJUIST, want

3. Doordat mensen zoals Mouhanad naar Nederland komen, is Nederland een divers land.
Dat is JUIST / ONJUIST, want

Verschillen 55

Opdracht 7 Bron 2

Bekijk de infographic. Maak daarna de opdracht.

a Elk jaar komen er mensen naar Nederland toe. Ook gaan er mensen uit Nederland weg. Zijn deze groepen

even groot? Leg uit. Gebruik bron 2.

b U it welk werelddeel komen de meeste mensen? Omcirkel het juiste antwoord.


EUROPA - AFRIKA - AZIE - AMERIKA - OCEANIE

c Vorm tweetallen. Bekijk samen bron 2.

Waarom kwamen deze mensen naar Nederland, denken jullie?
Vul het schema in.

Migratie-achtergrond Reden dat (voor)ouders naar Nederland kwamen

Turkije

Marokko

Suriname

Indonesië

Duitsland

Polen

(Voormalige) Nederlandse Antillen


56 Les 1 - Iedereen is anders

Les 2 Omgaan met verschillen

Iedereen die in Nederland woont, heeft te maken met
de verschillen tussen mensen. Op straat, op je werk,
op school, overal kom je mensen tegen die anders zijn
dan jij.

Botsingen probeert te begrijpen waarom iemand anders tegen
Soms kan het best moeilijk zijn om met andere mensen dingen aankijkt. Ook helpt het als je tolerant bent:
om te gaan. Misschien spreekt iemand een andere taal je accepteert dan dat mensen anders zijn dan jij.
of draagt hij of zij heel andere kleding. Of de ander Iedereen gelijk
viert Kerst, terwijl jij altijd het Suikerfeest viert. Het In Nederland staat in artikel 1 van de grondwet dat
kan dan lastig zijn om elkaar te begrijpen. iedereen gelijk behandeld moet worden. De grondwet is
Het is nog moeilijker als je ook anders denkt over wat de belangrijkste wet van Nederland. Daarin staat dus
het goede is om te doen in je leven. Zo vinden sommige dat het niet uitmaakt of je man, vrouw of transgender
mensen het niet goed als twee mannen of twee vrouwen bent. Of moslim, christen of hindoe. En ook niet of je
met elkaar trouwen. Maar volgens de Nederlandse wet wel of niet in Nederland bent geboren. Iedereen moet
mag dat gewoon. Dat kan zorgen voor botsingen. jou gelijk behandelen. En jij anderen natuurlijk ook.

In een samenleving met veel
verschillen, moet iedereen zich
een beetje aanpassen.

Wat als je anders denkt?
Als iedereen zich een beetje inleeft in een ander,
voorkom je veel botsingen. Inleven betekent dat je

Opdracht 8 .
staat dat iedereen gelijk is.
Lees lestekst 2 - Omgaan met verschillen.
.
a Zet een streep onder de woorden die je niet kent.
b Zoek de onderstreepte woorden op in een woordenboek.
c Schrijf de betekenis bij je aantekeningen aan het eind van dit thema.

Opdracht 9

Lees lestekst 2 - Omgaan met verschillen. Maak dan de zinnen hieronder af.
Zet de woorden op de juiste plaats. Kies uit:
BOTSINGEN - TOLERANT - GRONDWET
1. Als je accepteert dat iemand anders is, ben je
2. In de
3. Soms zorgen cultuurverschillen voor

Verschillen 57

Opdracht 10

a Wat past bij jou? Zet een kruisje bij de zin die het meest bij jou past.


Ik ga het liefst alleen om met mensen die dezelfde afkomst hebben als ik.
Ik let er niet op welke afkomst iemand heeft. Het maakt me niet uit.
Ik vind het leuk om met mensen om te gaan die een andere afkomst hebben.

b Bekijk de linker poster. Wat bedoelt Loesje?

c Maak nu zelf een Loesje-poster over ‘Omgaan met verschillen’. Schrijf je tekst op de lege poster hierboven.

Opdracht 11

Scan de QR-code en test jezelf! Hoe tolerant ben jij?
Maak daarna de vragen.

a Hoeveel rode, groene en blauwe antwoorden heb je gegeven?

Rood
Groen
Blauw


b Betekent dat dat je tolerant bent of juist niet? Leg uit.

58 Les 2 - Omgaan met verschillen

c Ben je het eens met de uitkomst? Waarom wel of niet?

Opdracht 12

Als je verhuist naar een ander land, moet je je altijd een beetje aanpassen. Het is bijvoorbeeld handig als je de
taal van het nieuwe land spreekt.

Stel je voor dat jij naar een nieuw land gaat verhuizen. Wat zou jij doen om je aan te passen? Vul de tabel in.

Wat doe je? Doe ik Waarom wel / niet?

Ik leer de taal. Wel / Niet

Ik ga hetzelfde eten als de mensen daar. Wel / Niet

Ik draag dezelfde kleding als de mensen daar. Wel / Niet

Ik zorg dat iedereen mijn naam kan uitspreken. Wel / Niet

Ik pas mijn geloof aan. Wel / Niet

Opdracht 13 Bron 3

Lees bron 3. Maak daarna de vragen.

Waarom zou ik een hekel aan deze dokters hebben?

Mahmoud Tighadouini (34) is een Marokkaanse Nederlander. Toen hij
jonger was, wilde hij niets te maken hebben met mensen met een
westerse levenswijze. Maar toen kreeg hij kanker. ‘Ik lag in het ziekenhuis
voor mijn chemokuur en twee Nederlandse chirurgen waren met mij
bezig. Opeens besefte ik: deze mensen proberen mijn leven te redden.
Waarom zou ik een hekel aan hen hebben?’ Naar: de Volkskrant

a Mahmoud was vroeger WEL / NIET tolerant, want

b Wat leerde Mahmoud van de dokters in het ziekenhuis?

Verschillen 59

Opdracht 14 Wist je dat?

Lees ‘Wist je dat?’ en maak daarna de opdracht. Niet iedereen vindt dezelfde waarden even
belangrijk. En niet iedereen heeft dezelfde
Waarden en normen normen. Daar moet je ook mee om kunnen gaan.
Stel: je blijft na het sporten altijd nog wat drinken.
Verschillen tussen mensen hebben vaak te maken Da’s gezellig. Iedereen neemt bier, behalve één
met gedrag. Je verwacht van mensen dat ze zich vriend(in), want dat vindt hij/zij niet gezond.
op een bepaalde manier gedragen. Dat ze zich aan
de normen houden. Normen zijn gebaseerd op
waarden. Dat zijn uitgangspunten die we belangrijk
vinden, zoals vrijheid, gelijkheid of eerlijkheid.

a Noteer welke waarden in het sportvoorbeeld ‘een beetje’ botsen.

b Noteer welke normen hier ‘een beetje’ botsen.

c Hoe zou jij respectvol omgaan met deze situatie?

Opdracht 15 Bron 4

Lees eerst bron 4 en maak daarna de opdracht.

ACTUEEL

Als ik naar buiten ga, kies ik er zelf voor

EINDHOVEN – In verschillende steden in Nederland waren gisteren rellen.
‘Ik heb respect voor mensen die duidelijk willen maken dat ze het lastig
hebben, maar je moet je wel aan de regels houden’, zegt een ondervraagde.
De relschoppers noemen de avondklok als oorzaak. Ze zijn boos dat de
overheid hen dwingt om binnen te blijven. Relschopper Yassin: ‘Als ik
naar buiten ga, kies ik er zelf voor. Ik weet dat als ik het virus krijg, het
mijn fout is. Maar als je dan zo bang bent om dood te gaan, dan kun je
toch zelf besluiten om binnen te blijven?’ Naar: eenvandaag.

In de bron lees je twee verschillende meningen over de rellen. Vul onderstaand schema in.

a Noteer bij A een waarde die volgens jou bij die mening kan horen.
b Noteer bij B een norm die bij de waarde past.

Waarde bij mening 1 Waarde bij mening 2

A A

Norm bij mening 1 Norm bij mening 2
B B

60 Les 2 - Omgaan met verschillen

Opdracht 16

Lees ‘Wist je dat?’ en maak daarna de opdracht. Wist je dat?

Inleven

Om botsingen tussen mensen te voorkomen, moet je je kunnen inleven in de ander. Je stelt je dan voor hoe
het zou zijn om die ander te zijn. Je vraagt je af: ‘Waarom doet hij of zij dat zo?’.

Hoe doe je dat?
Tip 1 Wees nieuwsgierig naar andere mensen.
Tip 2 Durf vragen te stellen.
Tip 3 Luister goed naar elkaar.
Tip 4 Neem de tijd om iemand te leren kennen.
Tip 5 Ga op onderzoek uit om meer te leren over verschillende
manieren van leven.

a Kun jij je goed inleven in een ander? Geef jezelf een cijfer van 1-10 en leg dat cijfer uit.



b Welke tip uit ‘Wist je dat?’ kan jou helpen om je nog beter in te leven in een ander? Leg uit.

c Lees de uitspraak van Joe (19). Maak dan de vraag.
Joe: ‘Ik vind het belachelijk dat vluchtelingen zomaar een huis krijgen als ze hierheen komen.’

Hoe zou Joe zich kunnen inleven in de situatie van een vluchteling? Gebruik de tips.

Opdracht 17

Bekijk de afbeelding.

a Zoek op: wat betekent ‘aanstootgevend’? Kijk in het woordenboek of op woorden.org.

b Leef je in de vrouw met de nikab in. Wat vindt zij aanstootgevend?

c Leef je nu in de vrouw met de korte broek in. Wat vindt zij aanstootgevend?

Verschillen 61

Opdracht 18

Lees de verhalen van Wiktoria en van Jasper. Ze werken allebei bij een grote winkel. Wiktoria heeft een Poolse
achtergrond, Jasper heeft een Nederlandse achtergrond. Maak daarna de vragen.

Wiktoria (19): ‘Mijn Nederlandse Jasper (20): ‘Mijn Poolse collega
collega Jasper is soms heel nieuws- Wiktoria wil nooit iets over zichzelf
gierig. Als ik ziek ben, vraagt hij vertellen. Toen haar relatie uit ging,
wilde ik bijvoorbeeld interesse
bijvoorbeeld wat ik heb. En toen tonen. Maar ze wilde er niet over
mijn relatie laatst uit ging, stelde hij praten. Misschien vindt ze mij niet
allemaal persoonlijke vragen. Ik vind aardig.’
dat een beetje vreemd.’


a Uit welk land komt Wiktoria oorspronkelijk?



b Waar ligt dat land? Teken een pijl die naar

dat land wijst.

c Met welk cultuurverschil hebben Wiktoria en Jasper te maken?

d Welk advies zou je Jasper geven? Gebruik de tips uit opdracht 16.

e Heb jij op je werkplek of stageplek veel te maken met verschillen tussen je collega’s?

JA / NEE, want


62 Les 2 - Omgaan met verschillen

Les 3 Vooroordelen en discriminatie

Nederland is heel divers. Toch gaan veel mensen vooral
om met mensen die een beetje op hen lijken. Daardoor
ontstaan er in de samenleving verschillende groepen.
Soms hoor je automatisch bij een groep, bijvoorbeeld
door je woonplaats, je leeftijd of je geloof. Je kunt ook
voor een groep kiezen, zoals mensen die net als jij graag
voetballen.

Wij of zij? Discriminatie
Als je bij een groep hoort, kan dat voor een gevoel van Volgens de wet is iedereen in Nederland gelijk. Toch
verbondenheid zorgen. We noemen dat ook wel een komt het nog steeds voor dat mensen onterecht slechter
wij-gevoel: het gevoel dat je bij elkaar hoort. Dat is een behandeld worden dan anderen. Bijvoorbeeld vanwege
prettig gevoel. Maar groepen kunnen er ook voor hun huidskleur of geloof. Dat heet discriminatie.
zorgen dat ‘anderen’ er juist niet bij mogen horen. Soms Discriminatie is verboden. Als je zelf te maken krijgt
komen groepen zelfs tegenover elkaar te staan. Je met discriminatie, dan kun je naar de politie gaan.
spreekt dan van wij-zij denken. Of je kunt het melden via de website discriminatie.nl.
Wij-zij denken heeft vaak te maken met vooroordelen.
Dat zijn meningen die je hebt over een groep, zonder
dat je die mensen zelf goed kent. Het is vaak een beeld
dat niet klopt. Bijvoorbeeld dat alle Poolse jongens veel
alcohol drinken. Of dat meisjes die moslim zijn alle-
maal uitgehuwelijkt worden.

Opdracht 19

Lees lestekst 3 - Vooroordelen en discriminatie.

a Zet een streep onder de woorden die je niet kent.
b Zoek de onderstreepte woorden op in een woordenboek.
c Schrijf de betekenis bij je aantekeningen aan het eind van dit thema.

Opdracht 20

Lees lestekst 3 - Vooroordelen en discriminatie. Hieronder staan vijf zinnen over de lestekst.
Zijn die juist of onjuist? Zet een kruisje in de juiste kolom.

Juist Onjuist

1. Iedereen hoort bij meerdere groepen in de samenleving.
2. Je kunt altijd kiezen bij welke groepen je wilt horen.
3. Door een wij-gevoel voel je je verbonden.
4. Als je iemand niet aardig vindt, is dat altijd een vooroordeel.
5. Discriminatie is verboden in Nederland.

Verschillen 63

Opdracht 21

Bij welke groepen hoor jij?

a Bedenk er vijf. Lukt het niet? Maak de opdracht dan samen met een klasgenoot.

1.
2.
3.
4.
5.

b Op welke groepen ben je het meest trots? Waarom?

c Is er ook een groep waar je liever niet bij zou willen horen? Welke en waarom?

Opdracht 22

Bekijk de video. Maak daarna de vragen.

a Hoe zie je het begrip ‘wij-zij denken’ terug in het begin van deze video?

b De video gaat vooral over verbondenheid. Wat wil de maker van

de video hierover zeggen, denk je?

c Voel jij je weleens verbonden met iemand die heel anders lijkt te zijn dan jij? Hoe komt dat?

64 Les 3 - Vooroordelen en discriminatie

Opdracht 23

Deze opdracht doe je samen met een klasgenoot.

a Schrijf op hoe je over je klasgenoot dacht toen je hem of haar voor het eerst zag.

Vertel elkaar wat jullie over elkaar dachten.

b Wat vind je van de eerste indruk die je klasgenoot van jou had?

c Je zou zo’n eerste indruk een vooroordeel kunnen noemen. Je kent elkaar namelijk nog helemaal niet.

Onderstreep het juiste antwoord en vul aan:
Mijn vooroordeel klopte WEL / NIET, want

d H eb jij zelf weleens te maken gehad met vooroordelen van anderen? Schrijf op wat er gebeurde.

Hoe was dat voor je?

Opdracht 24 Wist je dat?

Lees ‘Wist je dat?’ en maak daarna de opdrachten. Discriminatie vanwege afkomst of huidskleur
noemen we racisme.
a Lees de situaties 1, 2 en 3. Is er sprake van racisme Discriminatie vanwege geslacht, dus bijvoorbeeld
omdat je een vrouw bent, heet seksisme.
of seksisme, of van geen van beide?

Zet een kruisje in het juiste hokje.

Racisme Seksisme Geen van beide
Situatie 1

Fatima doet precies hetzelfde werk als haar collega Mohamed.

Ze hebben allebei een Marokkaanse achtergrond. Fatima krijgt

per uur minder betaald dan Mohamed.

Situatie 2
Giovanni heeft een donkere huidskleur. Hij wordt op straat
nageroepen met ‘Zwarte Piet!’.

Situatie 3
Wu heeft een Aziatische achtergrond. Hij komt te laat voor zijn
sollicitatiegesprek. Daarom wordt hij niet aangenomen.

b Kies één van de drie situaties uit. Leg voor deze situatie je antwoord uit.

Verschillen 65

Opdracht 25 Bron 5

Lees bron 5 en maak de vragen.

ACTUEEL

Black Lives Matter

AMSTERDAM – Op allerlei plekken in de wereld gaan mensen de straat op
om te demonstreren tegen discriminatie. Ook op de Dam in Amsterdam
kwamen duizenden mensen bij elkaar. De reden voor de demonstraties is
de dood van de zwarte man George Floyd in de Verenigde Staten. Hij werd
tijdens zijn arrestatie gedood door een politieman. De demonstranten
hebben vaak borden bij zich met de tekst ‘Black Lives Matter’.

Naar: nu.nl

a Wat heeft de dood van George Floyd te maken met discriminatie, denk je?

b Zou zoiets ook in Nederland kunnen gebeuren volgens jou?

Opdracht 26 Bron 6

Lees het verhaal van Elvin in bron 6 en beantwoord de vraag.

‘Ik begreep wat het betekende.’

Elvin: ‘Ik ben opgegroeid in Rotterdam in een flat. Ik
herinner me dat ik een jaar of acht was. Er stonden
twee oudere dames bij de lift. En op het moment
dat ik aan kwam lopen, klampten ze hun tasje vast.
Zo jong als ik was, begreep ik wat dat betekende. Ik
was me bewust van de angst van die ander, voor mij.
Vanwege mijn huidskleur.’ Naar: RTL Nieuws

Wat heeft deze situatie te maken met vooroordelen?

66 Les 3 - Vooroordelen en discriminatie

Opdracht 27 Bron 7

Lees bron 7.
Maak daarna de opdracht.

Stage-discriminatie blijft een probleem

Mbo-studenten met een migratie-achtergrond komen
veel minder makkelijk aan een stageplek dan klasgenoten
zonder migratie-achtergrond. Dat blijkt uit onderzoek van
de Universiteit Maastricht. ‘Na 22 keer solliciteren denk je:
hoe komt het nou dat ik geen stage kan vinden?’. Dat zegt
een Marokkaans-Nederlandse mbo-student. ‘Sommige
klasgenoten kregen gelijk een stage, of in ieder geval na
een paar keer solliciteren.’ Naar: de Volkskrant

a Hieronder staan vier zinnen over de lestekst. Zijn die juist of onjuist? Zet een kruisje in de juiste kolom.

Juist Onjuist

1. Stage-discriminatie is minder erg dan gewone discriminatie.
2. Als je niet gelijk een stageplek hebt, is dat discriminatie.
3. Stage-discriminatie is verboden in Nederland.
4. Pas na 22 keer solliciteren kun je spreken van discriminatie.

b Heb jij zelf weleens te maken gehad met stage-discriminatie? Of ken je iemand anders?

Vertel in het kort wat er gebeurde.

Opdracht 28

Eden: ‘Het valt wel mee met discriminatie en
racisme in Nederland.’

Geef jouw mening over deze uitspraak van Eden.

Verschillen 67

Portfolio-opdracht

Bij deze laatste opdracht maak je een product. Voeg dit toe aan je portfolio.
Voor veel mensen is hun geloof belangrijk. Maar niet iedereen gelooft hetzelfde. Ook daar zie je verschillen.
Dat zorgt soms voor onbegrip of botsingen tussen mensen. Daarom is het goed om iets te leren over
verschillende godsdiensten. Zo wordt het makkelijker om je in te leven in iemand met een (ander) geloof.
En kun je beter begrijpen waarom jij soms iets anders ‘normaal’ vindt dan een ander.
In deze opdracht hebben we het over de vijf wereldgodsdiensten.
Dat zijn godsdiensten die je in veel landen tegenkomt en waar veel mensen bij horen.
Op bladzijde 248 en 249 zie je acht kenmerken van de vijf wereldgodsdiensten.
Je mag deze opdracht met vier personen doen.
Maak samen een kwartetspel.
Een kwartet is: vier kaarten over hetzelfde onderwerp.
Bijvoorbeeld vier kaarten over gebedshuizen of vier kaarten over heilige boeken.
Stappenplan
1. Maak 8 kwartetten over ‘Wereldgodsdiensten’.
2. Kies een onderwerp voor elk kwartet.
3. Kies voor elk kwartet 4 woorden die passen bij het onderwerp.
4. Zoek voor elke kaart een foto of tekening.
5. Maak nu de kaarten. Allemaal even groot. In totaal zijn het er dus 32!
6. Op elke kaart komt: Titel (onderwerp), foto/tekening, 4 woorden onder elkaar.
Let op: op elk kaartje zet je het woord dat bij het plaatje hoort in een afwijkende kleur.
Dus steeds een ander woord.

• Sluit je dit thema liever buiten af? Scan dan de QR-code!

68

Woordpuzzel

Onder de puzzel staan woorden die belangrijk zijn bij dit thema.
Vind jij ze allemaal terug in de woordzoeker?
De woorden staan
- van links naar rechts
- van rechts naar links
- van boven naar beneden
- v an beneden naar boven
- schuin.

De letters die overblijven vormen een uitspraak die past bij dit thema. Kun jij hem vinden?

Veel succes!

NE V E LN I UDRSBA Argument
E I I E T D E NS U E OM Botsing
T ARTNE A I RUKTM Cultuur
HRENA L I EETSSE Demonstratie
CGSARRNKV L I I L Dilemma
UUDE E E TR I USN I Discriminatie
LMD S L F E S D CMGD Divers
V ERBONDENHE I D Geloof
NNNO T EWDNORGG Grondwet
E T L E I T A R G I M L IJ Inleven
KEVERSCH I L L EN Migratie
GVOOROORDE E LD Nederland
E I TAN I M I RCS I D Seksisme
Tolerant
Uniek
Verbondenheid
Verschillen
Vluchten
Vooroordeel

Woorden afstrepen

Verschillen 69

Woordenlijst

Artikel 1
Het eerste deel van de grondwet, waarin staat dat iedereen in Nederland gelijk is.

Cultuurverschillen
Verschillen die te maken hebben met je opvoeding en de plek waar je bent opgegroeid.

Discriminatie
Iemand wordt in dezelfde situatie onterecht anders behandeld dan een ander.

Divers
Met heel veel verschillen.

Grondwet
De basis van alle andere wetten. Hierin staan onder andere de grondrechten.

Inleven
Proberen te begrijpen waarom iemand anders tegen dingen aankijkt.

Migratie
Verhuizen van het ene land naar het andere land.

Migratie-achtergrond
Iemand die zelf, of één van zijn ouders, in het buitenland is geboren.

Norm
Gedragsregel in een groep of in de samenleving

Racisme
Discriminatie vanwege afkomst of huidskleur.

Seksisme
Discriminatie vanwege geslacht, dus bijvoorbeeld omdat je een vrouw bent.

Tolerant
Je accepteert dat mensen anders zijn dan jij.

Verbondenheid
Het gevoel dat je bij elkaar hoort.

Vluchten
Je woonplek moeten verlaten omdat het er niet veilig is.

Vooroordeel
Een mening die je hebt over een groep, terwijl je de mensen niet goed kent.

Waarde
Uitgangspunt of principe dat mensen belangrijk vinden in hun leven.

Wij-gevoel
Het gevoel dat je bij elkaar hoort.

Wij-zij denken
Het tegenovergestelde van het wij-gevoel: groepen mensen komen tegenover elkaar te staan.

70

Aantekeningen

Verschillen 71

4 Single of samen?

themasburgerschap.nl/singleofsamen

CASUS

EEN GEWONE FLAT
In de video zie je verschillende mensen. Sommigen wonen samen. Anderen alleen. Zij zijn single.
Jacco bijvoorbeeld. Hij vindt het prima om single te zijn. Hij zegt dat als je single bent, je lekker kunt
doen wat je zelf wilt.
Humberto heeft een relatie. Hij heeft samen met zijn vrouw de huishoudelijke taken verdeeld.
Hij zegt: ‘Ik doe net zo veel als mijn vrouw in huis.’
Emine heeft samen met haar vrouw een kindje. Ze geniet ervan om met zijn drieën aan tafel te eten.
Opa is op bezoek en zegt: ‘Twee vrouwen kunnen net zo goed een kind opvoeden als een man en een
vrouw.’
Welke persoon uit de flat lijkt het meest op jou? En welke het minst?
Geef je antwoord en leg dat uit.

72

Les 1 Liefdesrelaties

Je hebt een relatie met je familie, met je klasgenoten en
met je collega’s. Maar dat is waarschijnlijk geen
liefdesrelatie. Een liefdesrelatie is de verhouding tussen
mensen die verliefd op elkaar zijn.

Single met mannen of vrouwen met vrouwen. In Nederland
Jacco woont alleen, hij is single. Sommige mensen kunnen zij ook trouwen.
willen graag single zijn. Zij vinden het fijn om met
niemand rekening te hoeven houden. Dat betekent nog
niet dat zij ook geen liefdesrelatie hebben. Als je single
bent, kun je af en toe met iemand zijn. Je kunt daten
met anderen: offline of online. Of je hebt met iemand
een onenightstand. Je hebt dan seks met elkaar voor
één nacht. Er zijn ook mensen single die daar niet
zelf voor kiezen. Als je wel een partner wilt, maar nog
geen partner hebt bijvoorbeeld.

Samen Samenwonen of trouwen
De meeste volwassenen kiezen ervoor om samen te Als je gaat samenwonen, is het verstandig om een
leven. Zij vinden het fijn om vaak bij elkaar te zijn en samenlevingscontract op te stellen. Je doet dit bij de
willen misschien wel kinderen. Als je echt voor iemand notaris. In zo’n contract staat van wie welke spullen zijn
kiest, heb je een vaste relatie. Als je wel voor elkaar en hoeveel geld jullie bijdragen aan de maandelijkse
kiest, maar niet samenwoont, heb je een latrelatie. uitgaven.
Mannen en vrouwen kunnen samenleven, en ook Als je gaat trouwen, treed je in het huwelijk. Ook dan
partners van hetzelfde geslacht. Bijvoorbeeld mannen leg je de onderlinge afspraken vast bij de notaris.

Opdracht 1

Lees lestekst 1 - Liefdesrelaties.

a Zet een streep onder de woorden die je niet kent.
b Zoek de onderstreepte woorden op in een woordenboek.
c Schrijf de betekenis bij je aantekeningen aan het eind van dit thema. Single of samen? 73

Opdracht 2

Lees lestekst 1 - Liefdesrelaties.
Hieronder staan zes voorbeelden. Zet het juiste woord erachter. Kies uit:
LATRELATIE - SAMENLEVINGSCONTRACT - SINGLE - HUWELIJK - VASTE RELATIE
1. Ik woon al drie jaar samen met mijn vriendin.
2. Ik woon alleen en heb geen liefdesrelatie.
3. Ik heb een relatie met iemand, maar we wonen niet samen.
4. Ik ben getrouwd met Mehmet.
5. Wij hebben opgeschreven welke spullen van wie zijn.

Opdracht 3

Bekijk het woordweb en maak de opdracht.

a Waar denk jij aan bij het woord liefdesrelatie? Schrijf de woorden om het woord liefdesrelatie heen.

b Bespreek je woordweb met een andere student.

Welke woorden zijn hetzelfde?

Welke woorden zijn verschillend?

c Wat vind je van de woorden die de ander heeft ingevuld? Leg je antwoord uit.

Opdracht 4

Bekijk de bron. Maak daarna de opdracht.

Bron 1

74 Les 1 - Liefdesrelaties

a In welke landen mag je niet trouwen als je homo bent? Kruis aan.

Frankrijk Polen Duitsland Bulgarije Turkije Verenigd Koninkrijk

b In welk Europees land mochten homo’s het eerst trouwen?

c Waarom denk je dat het homohuwelijk in de rode landen niet is toegestaan?

d Ik vind het WEL / NIET belangrijk dat ik in een land woon waar homo’s mogen trouwen, omdat:

Opdracht 5

Voordat je gaat samenwonen, is het handig om elkaar vragen te stellen. Zo voorkom je nare verrassingen.

a Op welke vragen zou jij een antwoord willen hebben? Kruis aan.

Hoeveel verdien je? Hoe vaak maak je schoon?
Wil je kinderen? Hoeveel tijd wil je alleen zijn?
Ben je ergens allergisch voor? Hoe vaak wil je met je vriend(inn)en weg?

b Bedenk zelf nog twee vragen.

1.

2.
Scan nu de QR-code en bekijk de video ‘Samenlevingscontract’.

c Wat hebben mensen volgens de video nog meer behalve dingen die je kunt vastpakken?

Eden: ‘Als je relatie goed is, heb je geen
samenlevingscontract nodig.’

d Wat vind jij van de uitspraak van Eden? Leg uit.

Single of samen? 75

Opdracht 6 Wist je dat?

Lees ‘Wist je dat?’ en maak daarna de opdracht.

Uit elkaar

Gemiddeld eindigen 4 op de 10 huwelijken in een echtscheiding.
Dat betekent dat de echtgenoten weer uit elkaar gaan en niet langer
getrouwd zijn. Toch zijn er in het jaar 2019 ruim 120.000 mensen met
elkaar getrouwd. Er waren dus ruim 60.000 huwelijkssluitingen. Maar er
zijn in dat jaar ook ruim 30.000 stellen gescheiden. Meer dan gemiddeld
dus. En nog een cijfer: er zijn in Nederland steeds meer singles. In 2019
waren dat er ruim 3 miljoen.

a Er wordt wel gezegd dat mensen te snel scheiden. Wat vind jij daarvan?

Ik ben het daarmee EENS / ONEENS, omdat:

b Het aantal singles stijgt. Welke aanpassingen kunnen de bedrijven in onderstaand schema doen om hier op

aan te sluiten? Je mag overleggen met een klasgenoot.

c Vul onderaan jouw leerbedrijf en een voorbeeld in.

Garage

Restaurant

Supermarkt






d Geef twee voorbeelden van gevolgen voor de samenleving.

Opdracht 7

Scan de QR-code, doe de test en ontdek welke date bij jou past.
Wat vind je van de uitslag? Klopt ’ie?

76 Les 1 - Liefdesrelaties

Les 2 Een goede relatie Bron: Landelijk Knooppunt Huwelijksdwang en Achterlating

Humberto is gelukkig met zijn vrouw Pien en hun
kinderen. Ze hebben de taken eerlijk verdeeld en in de
casus lachen ze allemaal. Als je een goede, vaste relatie
hebt, heb je een goede band met elkaar. Seks hoort daar
meestal bij, maar dat hoeft (nog) niet.

Gelijkwaardig Zo staat er in de wet dat huwelijksdwang verboden is.
Wat zijn de geheimen van een goede liefdesrelatie? Dat Dat betekent dat niemand je mag dwingen om met
is voor iedereen verschillend. Wel is het belangrijk dat iemand te trouwen.
de partners gelijkwaardig zijn aan elkaar. Je partner is Wat moet je doen bij dwang of huiselijk geweld? Het
degene met wie je een relatie hebt. Als jullie relatie belangrijkste is: praat erover met iemand die je
gelijkwaardig is, speel je niet de baas over de ander. Je vertrouwt! Ga naar de vertrouwenspersoon op school
behandelt de ander zoals je zelf ook behandeld wilt of bel met een organisatie voor advies. Denk aan Veilig
worden. Belangrijke besluiten neem je samen, maar het Thuis,Fier, of hetLandelijkKnooppuntHuwelijksdwang
is ook fijn als je nog onafhankelijk bent. Je hebt dan je en Achterlating (LKHA).
eigen mening, je eigen vrienden, en redt jezelf financieel.
Dwang
Dwang hoort niet bij een goede relatie. Dwang betekent
dat je van iemand iets moet doen wat je niet wilt. Als je
partner er bijvoorbeeld voor zorgt dat jij altijd thuisblijft,
is er sprake van dwang. Dwang is vaak zelfs verboden.

Opdracht 8

Lees lestekst 2 - Een goede relatie.

a Zet een streep onder de woorden die je niet kent.
b Zoek de onderstreepte woorden op in een woordenboek.
c Schrijf de betekenis bij je aantekeningen aan het eind van dit thema.

Opdracht 9

Lees lestekst 2 - Een goede relatie.
Hieronder staan zes zinnen over de lestekst. Zijn die juist of onjuist? Zet een kruis in het goede hokje.

Juist Onjuist


1. Een partner is iemand met wie je een liefdesrelatie hebt.

2. Bij dwang moet je iets doen wat je niet wilt.

3. Als je onafhankelijk van iemand bent, leef je alleen.

4. In een gelijkwaardige relatie speelt niemand de baas.

5. Je hebt een onenightstand met je partner.

6. Tijdens het daten leer je iemand beter kennen.

Single of samen? 77

Opdracht 10

Zoek op internet op wat voor soort organisaties Veilig Thuis, Fier en LKHA zijn.

a Wat hoort bij wat? Trek lijnen.

FIER Huiselijk geweld en kindermishandeling.
LKHA Huiselijk geweld, mensenhandel en loverboys.
Veilig Thuis Huwelijksdwang en achterlating.

b Hoe kunnen deze organisaties iemand helpen die geen gelukkige relatie heeft?

Opdracht 11

a Wanneer vind jij iemand een ideale partner? Welke drie dingen vind jij belangrijkste? Kruis aan.

Iemand die … hetzelfde geloof heeft.
later kinderen wil.
dezelfde smaak heeft. nog nooit een relatie heeft gehad.
voldoende geld verdient. je met respect behandelt.
dezelfde humor heeft.
onafhankelijk is.

nog iets anders, namelijk


b O uders hebben ook ideeën over de ideale partner voor jou. Zet hierboven een pijl bij de dingen die je ouders

belangrijk vinden.

c Wat vind jij net zo belangrijk als je ouder(s)?

d Wat is er anders?

e Volg je je eigen keuze? Of houd je ook rekening met de wensen van je ouders? Leg je antwoord uit.

78 Les 2 - Een goede relatie

Opdracht 12

Wat versta jij onder gelijkwaardig? Maak de opdracht. Nee

a Lees de zinnen. Hoort de zin bij een gelijkwaardige relatie? Kruis aan.

Ja

1. Als de één de ander altijd gelijk geeft.

2. Als je samen overlegt over het kopen van een nieuwe auto.
3. Als de één van de ander nooit mag uitgaan met vrienden.

4. Als je elkaar kunt vertrouwen.

5. Als de één altijd vrolijk is omdat de ander anders boos wordt.

b Leg uit wat de zin op het tegeltje betekent.

c Geef een voorbeeld van wanneer jij je aan deze regel houdt.

d Geef een voorbeeld van wanneer jij je niet aan deze regel houdt.
e Wat zou er in de maatschappij veranderen als iedereen zich aan deze regel hield? Geef twee voorbeelden.

Single of samen? 79

Opdracht 13

a Wat vind jij? Kleur de balk tot hoever jij het ermee eens bent.


‘Bij een eerste date weet je meteen of iemand bij je past.’
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Waarom vind je dit? Leg je antwoord uit.


‘Als je partner je een keer slaat, moet je meteen de relatie beëindigen.’
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Waarom vind je dit? Leg je antwoord uit.

b Bespreek je antwoorden met een andere student.

Opdracht 14

Lees bron 2. Maak daarna de opdracht.

Mijn familie beslist Stel dat er over me gepraat wordt! Bron 2
En dat we een slechte naam krijgen!
Shukria zegt: ‘Mijn familie is heel Laatst was er een roddel over mij.
belangrijk voor me. Mijn familie staat Toen begon mijn vader te dreigen en
nu goed bekend en ik wil graag dat werd hij agressief. Nu zijn mijn ouders
dat zo blijft. Wel vind ik het belangrijk een huwelijkspartner voor me aan
dat ik mezelf kan zijn. En dat kan nu het zoeken. Natuurlijk wil ik liever zelf
niet. Ik houd steeds rekening met de bepalen met wie ik trouw! Maar ik wil
wensen van mijn ouders. Zo mag ik ook niet mijn ouders kwetsen.
geen verkering met iemand hebben. Mijn familie is het belangrijkste in
Ik kan me niet kleden zoals ik zelf wil mijn leven. Wat moet ik doen?’
of een andere mening hebben dan
mijn ouders. Naar: fier.nl

a Beschrijf het probleem van Shukria.

b Wat zegt de Nederlandse wet over huwelijksdwang?
c Shukria weet niet wat ze moet doen. Geef een advies. Leg ook uit waarom je dit advies geeft.

80 Les 2 - Een goede relatie

Opdracht 15

Lees ‘Wist je dat?’. Maak daarna de opdracht. Wist je dat?

Verboden liefdes

In Nederland is een liefdesrelatie vooral een privézaak. De overheid heeft maar weinig

regels die een relatie onmogelijk maken. Wel is een relatie tussen een volwassene en

iemand onder de 16 jaar verboden. Ook trouwen met meer dan één persoon of met je

broer of zus is verboden.

Niet alleen de overheid heeft regels, soms hebben organisaties nog eigen gedragsregels.

Bijvoorbeeld voor relaties tussen een leidinggevende en een werknemer of tussen een

leraar en een student.

a Welke relatie is toegestaan en welke is verboden? Kruis aan. Leg je antwoord uit.

A B C

A Bryan en Eva zijn allebei 15 en hebben een relatie. Toegestaan Verboden
Leg je antwoord uit.

B Nadia (30) en Myra (21) hebben een relatie. Toegestaan Verboden
Leg je antwoord uit.

C Eva (18) heeft een relatie met haar docent. Toegestaan Verboden
Leg je antwoord uit.

b De overheid heeft maar weinig regels die een relatie verbieden. Waarom is dat, denk je?

c Een relatie met je leidinggevende is soms verboden binnen een bedrijf. Waarom is dat, denk je?

Single of samen? 81

Opdracht 16

Kies iemand met wie je deze opdracht samen gaat maken.
Een alleenstaande, oudere collega in je leerbedrijf vraagt je steeds mee uit.
Je vindt hem/haar helemaal niet leuk.

a Wat zou jij doen in deze situatie?

b Welk advies geeft jouw medestudent?


Een vriendin van jou moet altijd precies doen wat haar vriend wil. Jullie zien elkaar alleen nog maar als
haar vriend erbij is. Je merkt dat ze dan niet alles kan zeggen wat ze wil.

c Wat zou jij doen in deze situatie?

d Welk advies geeft jouw medestudent?

Je hebt een dochter van 17. Ze komt op een avond laat thuis met een man van 30 die naar alcohol ruikt.
e Wat zou jij doen in deze situatie?

f Welk advies geeft jouw medestudent?

82 Les 2 - Een goede relatie

Les 3 Gezinnen

Vaak hebben een man en een vrouw kinderen. Maar ook
twee mannen of twee vrouwen kunnen een kind
opvoeden. Niet alle gezinnen bestaan uit twee ouders.
Er zijn ook eenoudergezinnen. Dan voedt de moeder
of de vader de kinderen alleen op. Wat voor relatie je
ook hebt, de vraag is: ‘Wie zorgt er voor de kinderen?’.
Doe je dat, net als Emine, samen met je partner?
Of spreek je af dat de één meer zorgt dan de ander?

Ongelijkheid Door deze verschillen zijn vrouwen niet altijd
Vroeger lag de rolverdeling in een relatie vast. De man economisch zelfstandig. Veel vrouwen willen wel
verdiende het geld en de vrouw zorgde voor de kinderen. (meer) werken, maar dat lukt niet altijd. Bijvoorbeeld
Tegenwoordig zijn de taken vaak eerlijker verdeeld. vanwege het zorgen voor de kinderen.
Toch hebben vrouwen gemiddeld meer zorgtaken dan De overheid vindt werk belangrijk en helpt door
mannen. bijvoorbeeld kinderopvang betaalbaar te maken. En
Natuurlijk kun je samen besluiten dat de één zorgt en de betaald ouderschapsverlof te regelen. Zo ontstaan er
ander het geld verdient. Maar dat heeft wel gevolgen. meer gelijke kansen voor vrouwen en mannen. Dat
Het kan lastig zijn als je je relatie wilt verbreken en geen noem je emancipatie. Als je economisch zelfstandig
geld hebt voor een eigen huis. Ook bouw je, als je minder bent kun je je eigen keuzes maken. Je staat dan sterker in
werkt, minder pensioen op. de maatschappij.
De overheid
Vrouwen werken gemiddeld minder dan mannen. Vaak
krijgen ze per uur ook minder betaald dan mannen.

Opdracht 17

Lees lestekst 3 - Gezinnen.

a Zet een streep onder de woorden die je niet kent.
b Zoek de onderstreepte woorden op in een woordenboek.
c Schrijf de betekenis bij je aantekeningen aan het eind van dit thema.

Opdracht 18

Lees lestekst 3 - Gezinnen. Maak de volgende zinnen af.
Zet de woorden op de juiste plaats. Kies uit:
ROLVERDELING - EENOUDERGEZIN - ECONOMISCH ZELFSTANDIG - EMANCIPATIE - OUDERSCHAPSVERLOF
1. Als je voldoende verdient om voor jezelf te kunnen zorgen, ben je
2. Het streven naar gelijke rechten noem je ook wel
3. Als je tijdelijk minder werkt om voor je kind te zorgen, neem je
4. Als je geen partner hebt, maar wel kinderen, vorm je een
5. De manier waarop partners de taken hebben verdeeld, noem je

Single of samen? 83

Opdracht 19

Uit wat voor gezin kom jij?

a Mijn gezin bestaat uit

b Beschrijf de rolverdeling:

c In mijn gezin zijn (of worden) de vrouwen WEL / NIET economisch zelfstandig. Bron 3

Opdracht 20

Lees bron 3. Maak daarna de opdracht.

Ik heb het kindje gehouden

Kirsten (26): ‘Ik kende Nick van het Grafisch Lyceum. We waren al ruim
twee jaar samen. Toen we ontdekten dat ik zwanger was, wilde hij dat
ik het kindje weg liet halen. Maar dat wilde ik niet. Ik heb het kindje
gehouden. Van Nick heb ik niets meer gehoord. Gelukkig heb ik, na
studievertraging, wel mijn diploma gehaald. Dat vond ik wel belangrijk.
Ik werk af en toe als fotograaf.
Als mijn dochter naar school gaat, hoop ik meer te kunnen werken.
Dan kan ik ook op mezelf gaan wonen.’

Naar: glamour.nl

a Kirsten vond het belangrijk om haar studie af te maken. Waarom is dat zo belangrijk?

b Kirsten is WEL / NIET economisch zelfstandig, omdat

Maak groepen van drie of vier.

c Bedenk met elkaar waarom de overheid wil dat zo veel mogelijk mensen economisch zelfstandig zijn.

TIP: Welke voordelen heeft dat?

84 Les 3 - Gezinnen

Opdracht 21 Bron 4

Lees bron 4. Maak daarna de opdracht.

Ik heb twee moeders

Esmée: ‘Ik heb twee moeders. Ik ben ervan overtuigd dat ik net zo gelukkig ben
als kinderen met een vader en een moeder. Dat komt, denk ik, omdat iedereen
in mijn omgeving ons gezin accepteert. Ik krijg niet vaak een rare opmerking.
Zelf ben ik ook lesbisch. Niemand keek daarvan op.’ Naar: rtlnieuws.nl

a Wat vindt Esmée van haar gezinssituatie?

b Stel dat Esmée wel rare opmerkingen krijgt. Wat zou jij haar dan adviseren?

Opdracht 22

Lees bron 5. Maak daarna de opdracht.

ACTUEEL Bron 5

Als vader wil je ook je kind leren kennen

DEN HAAG – Vanaf 1 juli 2020 mogen partners zes weken geboorteverlof
opnemen. Partners mogen dan, net als de moeder, thuisblijven. Zo kunnen
ouders samen wennen aan de nieuwe situatie. De werkgever betaalt de eerste
week 100 procent van het loon. Het UWV betaalt de andere vijf weken
70 procent van het loon. Michiel is een tijdje geleden voor het eerst vader
geworden. Hij zegt: ‘Kinderen krijgen is prachtig. En vermoeiend. Ook voor
de vader. Als vader wil je ook je kind leren kennen. Daar heb je gewoon tijd
voor nodig.’ Naar: AD

a In welke zin gaat het over de rolverdeling van vroeger?

Vrouwen krijgen zestien weken zwangerschapsverlof.
Mannen kregen tot voor kort maar twee dagen.
Partners mogen zes weken kraamverlof opnemen.

b Omcirkel het juiste woord.


De gelijkwaardigheid in de relatie wordt GROTER / KLEINER door de nieuwe regeling.

c Waarom is deze regeling ook goed voor de moeder, denk je? Bespreek je antwoord met een klasgenoot.

Single of samen? 85

Opdracht 23

Lees ‘Wist je dat?’. Maak daarna de opdracht. Wist je dat?
Er zijn veel soorten gezinnen. Ken je deze?

• Samengesteld gezin

Twee volwassenen wonen samen met een of meer kinderen uit een vorige relatie.

• Regenbooggezin

Een gezin, waarbij de ouders twee vrouwen of twee mannen zijn.

Of als er meer dan twee ouders zijn die voor het kind of de kinderen zorgen.

• Pleeggezin

Een kind woont (tijdelijk) bij een ander gezin, omdat het niet thuis kan wonen.

• Adoptiegezin

Een kind woont bij ouders die niet de natuurlijke ouders zijn, maar wel de wettelijke ouders.

a Wat zie je op de foto? Kruis aan.

1. R ick Paul van Mulligen is getrouwd met René. 2. Ik heb een stiefmoeder en twee stiefbroertjes.
Zij hebben twee kinderen. Nina is de moeder.

regenbooggezin samengesteld gezin regenbooggezin samengesteld gezin

3. Mei-Ling is geboren in China, maar woont nu bij 4. Lian woont tijdelijk bij dit gezin.

haar Nederlandse ouders.

pleeggezin adoptiegezin pleeggezin adoptiegezin

b Welke soorten gezinnen ken jij in je omgeving? Omcirkel.

REGENBOOGGEZIN - SAMENGESTELD GEZIN - PLEEGGEZIN - ADOPTIEGEZIN

c Van welk gezin zou jij meer willen weten? Leg je antwoord uit.

86 Les 3 - Gezinnen

Opdracht 24

Dit is een opdracht voor de hele klas. Je docent legt uit wat jullie gaan doen.
In de lestekst staat dat vrouwen per uur gemiddeld minder verdienen dan mannen en
gemiddeld minder uren werken.

a Onderzoek in de klas of dit voor jullie ook klopt. Vul daarna het schema in.

Mannen Vrouwen

Uurloon

Werkuren per week

b Bespreek met elkaar de resultaten, de oorzaken en mogelijke oplossingen.

Opdracht 25

Doe je ogen dicht en fantaseer over jouw leven over tien jaar. Maak daarna de opdracht.

a Wat zie je in je fantasie? Kruis aan. Over tien jaar …

ben ik single.
woon ik samen.
ben ik getrouwd.

b Ik heb dan WEL / GEEN kinderen.

c Bekijk de afbeelding. Teken jouw situatie in de afbeelding.

Je tekent jezelf bij de tekstwolk. Teken ook de mensen met wie je later denkt samen te leven.
Bijvoorbeeld je partner, kinderen, ouders of andere personen.
Schrijf in de tekstwolk wat jij van de situatie vindt.

Single of samen? 87

Portfolio-opdracht

Bij deze laatste opdracht maak je een product. Voeg dit toe aan je portfolio.
Ken je het spel memory? Het bestaat uit een aantal kaartjes. Twee kaartjes horen steeds bij elkaar. Deze moet
je bij elkaar zoeken.
Je mag deze opdracht met drie of vier personen doen.
Maak samen een memoryspel over relaties.
Bij dit spel maak je 17 setjes, 34 kaartjes dus.
Op één kaartje staat een woord met een afbeelding.
Op het andere kaartje staat de betekenis.
TIPS

• Gebruik de begrippen en de definities uit het thema.
• Zoek afbeeldingen op internet of haal ze uit een tijdschrift.
• Maak een foto van jullie spel voor het portfolio.
• Je mag het natuurlijk ook spelen!

• Sluit je dit thema liever buiten af? Scan dan de QR-code!

88

Woordpuzzel

Maak de woordzoeker. De woorden staan horizontaal
(van links naar rechts) en verticaal (van boven naar beneden).

a Zoek de volgende woorden:

1. daten 9. kostwinner
2. dwang 10. latrelaties
3. echtscheiding 11. onafhankelijk
4. eenoudergezin 12. onenightstand
5. economisch zelfstandig 13. ouderschapsverlof
6. emancipatie 14. rolverdelingen
7. gelijkwaardig 15. single
16. vaste relatie
8. huwelijk

OS I NGL E EOERO
NG S AME VMN E OU
AE L EHC A A ENLD
F L ADUHSNNOVE
H I T AWT T C I U E R
A J RTESE I GDRS
NKE E L CRPHEDC
KWL N I H E A T R E H
EAANJ EL TSGLA
LATLK I A I TE I P
I R I EVNTEAZNS
JDE I NG I GN I GV
K I S SCOENDNEE
T G DWA N G R S A NR
CKO S TW I NNE R L
E C ONOM I S CH T O
ZE L F S T AND I GF

b Lees de letters die over zijn. Welk woord staat er?

c Wat betekent dit woord?

Single of samen? 89

Woordenlijst

Daten
Offline of online afspreken om iemand beter te leren kennen.

Echtscheiding
Het beëindigen van een huwelijk.

Economisch zelfstandig
Genoeg verdienen om voor jezelf te zorgen.

Eenoudergezin
Als een ouder alleen voor een kind zorgt.

Emancipatie
Het streven naar gelijke rechten en kansen.

Huwelijk
Als twee mensen met elkaar getrouwd zijn.

Huwelijksdwang
Iemand dwingen om te trouwen met een persoon die hij of zij niet zelf gekozen heeft.

Latrelatie
Een vaste relatie met iemand hebben, maar niet bij elkaar wonen.

Liefdesrelatie
De verhouding tussen mensen die van elkaar houden.

Onenightstand
Seks met iemand hebben voor één nacht.

Ouderschapsverlof
Tijdelijk minder werken om voor je kind te zorgen.

Rolverdeling
De manier waarop partners de taken hebben verdeeld.

Samenlevingscontract
Document waarin staat van wie welke spullen zijn en hoeveel geld elke partner
bijdraagt aan de maandelijkse uitgaven.

Single
Iemand die geen relatie heeft.

Vaste relatie
Een langdurige relatie met iemand hebben.

90

Aantekeningen

Single of samen? 91



Politiek-juridische
dimensie

5 Politiek 94
6 Nederland en de wereld 114
7 Recht 134

5 Politiek

burgerschap.nl/politiek

CASUS

TWEEHONDERD EURO OF STEMRECHT?
De video gaat over jongeren en hun stemrecht. Veel jongeren gaan bij verkiezingen niet stemmen.
Experts denken al langer na over hoe dat komt, en hoe je dat zou kunnen veranderen.
Presentator Marcel Bamberg vraagt verschillende jongeren naar hun mening. Hoe belangrijk vinden zij
het om te mogen stemmen? Je ziet hem in gesprek met verschillende mbo-studenten die nog niet zo lang
in Nederland zijn. En hij stelt ze deze vraag: wil je liever tweehonderd euro of stemrecht? Het is opvallend
dat lang niet iedereen voor die tweehonderd euro kiest. Zelfs niet als Marcel het nog aantrekkelijker maakt.
Vijfhonderd? Duizend? Een Ferrari erbij? Blijkbaar vinden zij het stemrecht toch belangrijk.
Wat zou jij doen? Tweehonderd euro of stemrecht?
Geef je antwoord en leg dat uit.

94

Les 1 Politiek gaat over jou

Tweehonderd euro of stemmen? Die vraag uit de
casusvideo gaat over jouw invloed op politiek. De
politiek maakt keuzes over wat er moet gebeuren in
Nederland. Wat doen we tegen milieuvervuiling? Of:
hoe zorgen we voor voldoende banen? De mensen die
deze belangrijke besluiten nemen zijn politici. Ze zitten
in de regering en het parlement. En ze worden gekozen
door de bevolking. Dus ook door jou! Nederland is
namelijk een democratie.

Democratie Laat je horen!
Iedere Nederlander boven de 18 jaar heeft stemrecht. Bij onze democratie horen rechten die ervoor zorgen
Dat betekent dat je bij verkiezingen mag stemmen op dat je invloed hebt op de politiek. Die staan in de
iemand die jij goed vindt. Mark Rutte, Geert Wilders of grondwet. Je hebt bijvoorbeeld de vrijheid van
toch Jesse Klaver? Met zo’n stem zeg je eigenlijk: jij mag meningsuiting. Je mag je eigen mening geven, zolang
namens mij beslissingen nemen over het land. Politici je niet discrimineert of beledigt.
die veel stemmen krijgen, komen dan in het parlement Iedereen mag ook een politieke partij beginnen, en je
en soms in de regering. mag demonstreren. Denk aan de protesten tegen de
De regering is het bestuur van Nederland. De regering coronamaatregelen of denk aan Black Lives Matter. In
maakt plannen om problemen aan te pakken en voert een democratie beslis jij mee over de toekomst van het
die plannen uit. Het parlement moet deze plannen wel land. Dus laat je mening horen!
goedkeuren en controleert of de regering geen fouten
maakt.

Opdracht 1

Lees lestekst 1 - Politiek gaat over jou.

a Zet een streep onder de woorden die je niet kent.
b Zoek de onderstreepte woorden op in een woordenboek.
c Schrijf de betekenis bij je aantekeningen aan het eind van dit thema.

Opdracht 2

Lees lestekst 1 - Politiek gaat over jou.
Hieronder staan zes zinnen over de lestekst. Zijn die juist of onjuist? Zet een kruisje in de juiste kolom.

Juist Onjuist

1. Politici houden zich bezig met keuzes over Nederland. X

2. Nederland is een democratie.

3. Iedere Nederlander mag stemmen.

4. Het parlement is hetzelfde als de regering.

5. In de grondwet staat dat je alles mag zeggen wat je wilt.

6. Iedereen kan invloed hebben op de politiek.

Politiek 95

Opdracht 3

a Vind je het belangrijk om meer over politiek te weten? Leg uit waarom.

b Hieronder staan belangrijke politieke onderwerpen. Omcirkel de onderwerpen waar jij een mening over hebt.

L OON VAN MENSEN IN DE ZORG - TEKORT AAN BETAALBARE WONINGEN - VUURWERKVERBOD -
STRAFFEN IN NEDERLAND - KLIMAATVERANDERING - ASIELBELEID.

c Kies één onderwerp waar je je mening over geeft.

Ik heb een mening over , want ik vind dat:

d Hoe goed ben jij in het vormen van een mening? Geef jezelf een rapportcijfer van 1 t/m 10.

Opdracht 4

Lees ‘Wist je dat?’ en maak de opdracht.

Wist je dat?
Staatshoofd
Landen hebben een staatshoofd. Bij ons is dat de koning. Je spreekt
dan van een monarchie. Er zijn ook landen met een president als

staatshoofd. Zo’n land is een republiek. niet zoveel macht. In een
Koning Willem-Alexander heeft trouwens

democratie ligt de macht bij de (vertegenwoordigers van de) burgers.

a Kijk op internet wie het staatshoofd is van de landen in het schema, zet dan een kruisje in de juiste kolom.

Land Staatshoofd Monarchie Republiek

Nederland Koning Willem-Alexander X

België

Duitsland

Frankrijk

Groot-Brittannië

Marokko

Turk ije

b Waarom is koning Willem-Alexander niet de baas van Nederland?

96 Les 1 - Politiek gaat over jou

Opdracht 5

Bekijk de infographic. Maak daarna de opdracht.

a Zet de foto’s op de juiste plaats. 3
b Wie of wat zie je? Schrijf het in de tabel.

12


Hoort bij Wie of wat?
Foto Gemeente
Provincie
Nederland





c Welke zinnen zijn juist en welke zijn onjuist? Zet steeds een kruisje.

Juist Onjuist


1. Willem-Alexander is lid van het kabinet.

2. Premier is een ander woord voor burgemeester.

3. Het parlement bestaat uit twee kamers.

4. De gemeenteraad controleert B en W.

5. Een Commissaris van de Koning zit in de ministerraad.

Politiek 97

Opdracht 6

Scan de QR-code en gebruik de webpagina.

a Hoeveel ministers tel je?
b Hoeveel staatssecretarissen tel je?
c Hoeveel staatssecretarissen en ministers kende je al van gezicht?
d Wie gaat over deze onderwerpen? Trek een lijn tussen het onderwerp en de juiste minister.

Vroegtijdige schoolverlaters Minister van Defensie



Ouderenzorg Minister voor Rechtsbescherming



Uitkeringen Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport



Slachtofferhulp Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs



Het leger Minister van Justitie en Veiligheid



Terroristische dreiging Minister van Sociale zaken en Werkgelegenheid

Opdracht 7

12 345 Kies uit:
50PLUS - BIJ1 - CDA -
CHRISTENUNIE - D66 - DENK -
GROENLINKS - PVV - PVDA -
PARTIJ VOOR DE DIEREN -

6 7 PVDA - SGP - SP - VVD

FORUM VOOR DEMOCRATIE

8 9 10 11 12 13 14

Welke partijen herken jij? Zet achter het cijfer de naam van de politieke partij.

18
29
3 10
4 11
5 12
6 13
7 14

98 Les 1 - Politiek gaat over jou


Click to View FlipBook Version