The words you are searching are inside this book. To get more targeted content, please make full-text search by clicking here.

Uitgeverij Essener Proefexemplaar Burgerschap MBO Entree/2

Dit proefexemplaar bevat vijf van de twaals thema's. Uit elke dimensie een thema.

Discover the best professional documents and content resources in AnyFlip Document Base.
Search
Published by Uitgeverij Essener, 2021-02-16 08:56:16

Proefexemplaar Burgerschap MBO Entree/2

Uitgeverij Essener Proefexemplaar Burgerschap MBO Entree/2

Dit proefexemplaar bevat vijf van de twaals thema's. Uit elke dimensie een thema.

Keywords: burgerschap,mbo,essener

2021STUDIEJAAR MBO
2022 ENTREE-2

Thema’s
Burgerschap
voor MBO

PROEFEXEMPLAAR

Let op: dit proefexemplaar bevat vijf van de twaalf thema’s. Uit elke dimensie
een thema. Zo krijgt u een beeld van Thema’s Burgerschap voor MBO Entree-2.

Colofon Foto- en beeldverantwoording
Albin Olsson
Speciale dank voor inhoudelijke adviezen ANP Foto
Het Voedingscentrum Coosje Froentjes
Mahan Shoker EPA
Rutgers Fotopersbureau Armino
Samir El Hadaoui Gezonde school
Gilde Opleidingen
Speciale dank aan de docenten Hanenberg Materieel
die commentaar hebben geleverd iStock
Adeel Khan Ivo van der Bent
Ilco Tuit Komuitjeschuld.nl
Liza de Jong Loesje
May-La Kuijpers Marcel Bamberg
Omid Anwari Marcel van den Bergh
Miryam Mejhed
Speciale dank aan alle studenten Mouhanad Salha
die commentaar hebben geleverd Nationaal Archief
Nationale Beeldbank
Ontwerp omslag en binnenwerk NOS Jeugdjournaal
Studio Nico Swanink, Haarlem Nuffic.nl
Peter de Wit
Vormgeving binnenwerk Redbrickmedia
Willem de Melker, Amsterdam Rijksoverheid
Shutterstock
Infographics en statistisch beeldwerk Stedelijk museum Schiedam
Marjolein Luiken Voedingscentrum

Taalredactie Uitgeverij Essener heeft zijn uiterste best gedaan om bronnen
Corrie Roosjen en rechthebbenden van beeldmateriaal dat in deze uitgave te
zien is, te achterhalen. Wanneer desondanks beeldmateriaal
wordt getoond waarvan u (mede)rechthebbende bent en voor
het gebruik waarvan u niet als bron of rechthebbende wordt
genoemd, ofwel voor het gebruik waarvan u geen toestemming
hebt verleend, kunt u contact opnemen met de uitgeverij.

De foto’s getoond in deze uitgave hebben niet noodzakelijkerwijs
een rechtstreeks verband met de bijbehorende teksten.

Verantwoording tekstbronnen
Sommige bronnen in deze uitgave bevatten niet de volledige
tekst van de oorspronkelijke bron vanwege de beschikbare
ruimte en/of zijn vanwege de context in enige mate geredigeerd.

Deze uitgave is een gratis proefexemplaar met een aantal
thema’s van Thema’s Burgerschap voor MBO niveau 1-2
ISBN 000-00-0000-000-0

© 2021, Uitgeverij Essener BV, Wormerveer
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie,
microfilm, digitale verwerking of op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever.
Essener is onderdeel van uitgeverij Malmberg. 

Voorwoord

Voor je ligt het leerwerkboek Thema’s Burgerschap voor MBO. De methode is
bedoeld voor de entreeopleidingen en niveau 2 van het mbo. Maar deze is ook goed
te gebruiken in het voortgezet speciaal onderwijs en op praktijkscholen.
De methode bestaat uit twaalf thema’s. Alle thema’s hebben te maken met ‘meedoen’
in de samenleving.
Ga jij stemmen? Kom je weleens in actie? Waarom doe je dat wel of niet? Kun jij
nepnieuws herkennen? Herhaal je zomaar wat anderen zeggen of denk je ook zelf
na? Kun je voor jezelf opkomen? Weet je waar je recht op hebt of waar je terecht kunt
voor advies? En doe je ook iets met die kennis?
Opbouw van een thema
Ieder thema begint met een casus. Daarna volgen elke keer drie lessen. Eerst een
stukje theorie en dan opdrachten. Handig is dat je je antwoorden direct in je boek
kunt schrijven.
Elke les kijken we eerst of je alle woorden begrijpt.
Daarna controleren we of je de theorie ook snapt.
Dan volgen er verschillende opdrachten die je laten nadenken over het onderwerp.
Bij de laatste opdracht maak je altijd een product. Dat bewaar je in je portfolio.
Aan het eind van elk thema staat een puzzel die de theorie samenvat.
Er is ook een handige woordenlijst per thema en ruimte voor aantekeningen.
Helemaal achter in het boek kun je opzoeken waar je iets kunt nalezen.
Eisen aan burgerschap
Burgerschap is verplicht voor alle mbo-opleidingen. Je moet aan het eind van je
opleiding kunnen laten zien wat je hebt gedaan. Met de portfolio-opdrachten aan het
eind van elk thema heb je dat bewijs.
Inloggen op de digitale leeromgeving
Bij deze methode hoort een digitale leeromgeving. Hier kun je de thema’s online
lezen. Je kunt ook alle opdrachten maken en ze meteen zelf nakijken.
Je docent legt uit hoe je toegang tot de digitale leeromgeving krijgt.
We wensen je veel plezier en succes.
De schrijvers

PROEFEXEMPLAAR

Let op: dit proefexemplaar bevat vijf van de twaalf thema’s. Uit elke dimensie
een thema. Zo krijgt u een beeld van Thema’s Burgerschap voor MBO Entree-2.

Wat is burgerschap?

Een burger is een inwoner van een land of een gemeente. Je hebt als burger van Nederland
rechten en plichten. Je hebt bijvoorbeeld het recht om je mening te geven op sociale media.
En je hebt de plicht om belasting te betalen.
Je leeft samen met meer dan 17 miljoen andere mensen. Op school, op je werk, in de winkel of
online heb je altijd met anderen te maken. En al die mensen zijn verschillend. Soms hebben ze
ook heel andere ideeën en gewoontes dan jij.

Kennis

Als je met zoveel mensen samen in één land leeft, heb je afspraken nodig. Als burger moet je
bijvoorbeeld kennis hebben van regels. Zo weet je wat niet mag, maar ook welke regels jou
beschermen. Denk aan regels over veiligheid op je werk of regels over je rechten als je iets koopt.
De politiek maakt die regels en elke burger kan daar invloed op hebben.
Het is dus handig als je weet hoe je kunt meedoen in een democratische samenleving.

Vaardigheden

Maar dat is niet alles. Je kunt pas echt meedoen in de samenleving als je ook de juiste
vaardigheden hebt. Denk aan nepnieuws herkennen en je kunnen verplaatsen in de situatie
van een ander. Of samen een oplossing zoeken terwijl je flink van mening verschilt.
Allemaal belangrijke vaardigheden.

Houding

Naast kennis en vaardigheden is ook je houding belangrijk. Je houding heeft te maken met hoe je
tegen dingen aankijkt. Want je kunt wel van alles leren, maar wil je er ook iets mee doen?
Wil jij bijvoorbeeld stemmen of wil je wel luisteren naar de mening van iemand anders?

In dit boek leer je van alles over burgerschap. Burgerschap helpt je om je weg te vinden in de
samenleving. Maar we willen je ook aan het denken zetten. Wat wil jij, wat doe jij en wat kun
jij doen voor de samenleving? En waarom doe je dat wel of niet?

Wat moet je weten voor je begint?

In de thema’s kom je ook schoolwoorden tegen. Om zeker te weten dat je ze ook snapt, staan ze hier
onder elkaar.

Casus

De casus(video) is een filmpje aan het begin van een thema. De casus geeft een voorbeeld van waar
het thema over gaat. Als je de video bekeken hebt, krijg je er een vraag over.

Opdracht 1

De eerste opdracht na een lestekst ziet er altijd hetzelfde uit.

Lees lestekst 1 - Nieuws.

a Zet een streep onder de woorden die je niet kent.
b Zoek de onderstreepte woorden op in een woordenboek.
c Schrijf de betekenis bij je aantekeningen aan het eind van dit thema.

Kruisjes zetten

Je tekent dan een X in het juiste hokje. Bijvoorbeeld: X

Omcirkelen

Zet een rondje om het juiste woord. Bijvoorbeeld: Nepnieuws

Antwoord uitleggen

Als er staat ‘Leg je antwoord uit’, mag je niet alleen met ‘ja’ of ‘nee’ antwoorden.

QR-code

Een QR-code is een manier om naar een website te gaan. Je scant de QR-code met je telefoon.

Infographic

Een infographic is een tekening met informatie.

Bron

Een bron is een tekst of een filmpje met informatie.

Portfolio-opdracht

Een portfolio is een map. Dat kan een ‘echte’ map zijn, maar
meestal is het een digitale map. Daar bewaar je de producten
die je maakt bij de laatste opdracht van een thema. Met het
portfolio kun je laten zien dat je de opdrachten hebt uitgevoerd.

Woordpuzzel

De woordpuzzel is een denkspel waarmee je de belangrijkste woorden van het thema
herhaalt.

Woordenlijst

De woordenlijst is een overzicht van de belangrijkste begrippen van het thema.

Aantekeningen

Dit is de laatste bladzijde van een thema. Hier kun je de woorden opschrijven die je nog niet kent.

PROEFEXEMPLAAR

Let op: dit proefexemplaar bevat vijf van de twaalf thema’s. Uit elke dimensie een
thema. Zo krijgt u een beeld van Thema’s Burgerschap voor MBO Entree-2.

Inhoud

10
30
Digitaal burgerschap

1 Nieuwsgierig

2 Digitaal samenleven

Sociaal-maatschappelijke dimensie 52
72
3 Verschillen

4 Single of samen?

Politiek-juridische dimensie 94
114
5 P olitiek 134
6 Nederland en de wereld
7 Recht

Vitaal burgerschap 156
176
8 Eten en bewegen 196
9 Lekker in je vel
10 Seks

Economische dimensie 218
238
11 Werk

12 Jij als consument

Spread: Wereldgodsdiensten 258
Spread: De Tweede Kamer 260
Spread: Rechten in het recht 262
264
Spread: Drugs 266
268
Spread: Van wieg tot graf

Index



Digitaal
burgerschap

1 Nieuwsgierig 10
30
2 Digitaal samenleven

PROEFEXEMPLAAR

Let op: dit proefexemplaar bevat vijf van de twaalf thema’s.
Uit elke dimensie een thema. Zo krijgt u een beeld van Thema’s
Burgerschap voor MBO Entree-2.

De dimensie ‘Digitaal burgerschap’ is niet voorgeschreven voor het mbo,
maar we vinden dit een essentiële uitbreiding van burgerschap in de
huidige samenleving.

1 Nieuwsgierig

wtwhwem.bausrbguersgcehrsacph.napl/l.ensl/1nieuwsgierig

CASUS

ECHT OF NEP?
In de video roepen veel mensen: ‘Echt?’. Zelfs een papegaai roept het. De mensen kijken op een telefoon
of een tablet. Ze zijn nieuwsgierig, maar ook kritisch. Kritisch wil zeggen dat je niet zomaar alles gelooft.
Ze vragen: ‘Echt?’, ‘Klopt dat wel?’.
De video is gemaakt door de overheid, het bestuur van Nederland. De overheid vindt het belangrijk dat jij
weet dat niet alle berichten waar zijn. Het is nog mooier als je zelf kunt inschatten of een bericht klopt of
niet. Vraag je altijd af: is een bericht echt of nep? Als je twijfelt, check dan waar het bericht vandaan
komt.
Wat doe jij als je denkt dat een bericht nep is?
Geef je antwoord en leg dat uit.

10

Les 1 Nieuws

Je zag in de casus nieuwsgierige mensen, op zoek naar
nieuwe informatie. Als die informatie dan ook nog
interessant is voor veel mensen, spreek je van nieuws.
Nieuws is meestal net gebeurd. Denk aan de
onderwerpen bij het NOS Journaal. Daar gaat het
bijvoorbeeld over het aantal mensen met corona. Of
over een ramp in een ander land. En soms over
beroemde mensen.
Door het nieuws te volgen kun je over belangrijke
dingen meepraten. Nieuws kan ook helpen om
beslissingen te nemen. Als je bijvoorbeeld meer weet
over politiek, helpt dat als er verkiezingen zijn.

Waar komt nieuws vandaan? Saïda Maggé presenteert het NOS Journaal.
Nieuws komt van een bron. Dat kan een persoon zijn.
Een man vertelt bijvoorbeeld hoe hij overvallen is. RTL Nieuws. Journalisten bepalen welk nieuws jij te
Het kan ook een organisatie zijn. Jouw school stuurt lezen of te zien krijgt. Dat doen ze door te bekijken wat
bijvoorbeeld een brief dat alle lessen uitvallen.
Het nieuws verschijnt in een medium. Bijvoorbeeld op d• eHnioeeubwijszwoanadredreisish. eZte? vragen zich het volgende af:
televisie, in een krant of op internet. Voor veel jonge • Hoeveel mensen vinden dit interessant?
mensen zijn de sociale media een belangrijk medium. • Hoe belangrijk is het?
Het gaat dan vaak om nieuws, maar lang niet altijd. • Zijn er beelden?
Nieuwswaarde
Een journalist is iemand die nieuws verzamelt. Een Let op! Bij de sociale media bepalen de gebruikers
journalist werkt bijvoorbeeld voor De Telegraaf of voor meestal zelf de nieuwswaarde.


Opdracht 1

Lees lestekst 1 - Nieuws.

a Zet een streep onder de woorden die je niet kent.
b Zoek de onderstreepte woorden op in een woordenboek.
c Schrijf de betekenis bij je aantekeningen aan het eind van dit thema.


Opdracht 2

Lees lestekst 1 - Nieuws.
Hieronder staan zes zinnen over de lestekst. Zijn die juist of onjuist? Zet een kruisje in de juiste kolom.

Juist Onjuist

1. Als je nieuwsgierig bent, wil je graag meer weten. X
2. Een bron is de oorsprong van het nieuws.
3. Nieuws is meestal net gebeurd.
4. Soms is er helemaal geen nieuws.
5. Door het nieuws te volgen leer je nieuwe dingen.
6. Een journalist is een medium.

Nieuwsgierig 11

Opdracht 3

Niet iedereen vindt nieuws even belangrijk. Hoe zit dat bij jou?
Omcirkel WEL of NIET en maak de zin af.

a Ik vind het journaal WEL / NIET interessant, want

b Ik lees WEL / NIET een krant, want

Opdracht 4 Welke dan?

a Wie of wat gebruik jij regelmatig als nieuwsbron?

Bron
Sociale media
Andere internetbronnen
Televisie
Vrienden

b Wat is jouw belangrijkste nieuwsbron?

c Waarom vind je dat een prettige bron?

12 Les 1 - Nieuws

Opdracht 5

Bekijk de infographic. Maak daarna de vragen.

a Waar kom je de meeste berichten tegen?

Instagram
Twitter
Persbureau ANP

b Hoeveel appjes krijg jij per dag?
c Wat betekent ‘2 miljoen papieren kranten’?

Er zijn 2 miljoen verschillende soorten kranten.
Elke dag worden er 2 miljoen kranten gedrukt.

d Waar vind jij het nieuws met de grootste nieuwswaarde?

Kies uit SOCIALE MEDIA - TELEVISIE - INTERNET - KRANT en leg je antwoord uit.

Nieuwsgierig 13

Opdracht 6

Wat weet jij van het wereldnieuws? Scan de QR-code en doe de test.

a Hoeveel vragen had je goed?
b Denk je dat het goed zou zijn als je het nieuws (meer) gaat volgen? Leg je antwoord uit.

Opdracht 7 Bron 1

Lees bron 1. Maak daarna de vragen.

ACTUEEL

Ik ben verslaafd aan coronanieuws

‘Máááám, hou nou op! Ik word echt heel boos op jou!’,
zegt mijn zoontje Benja. Ik heb hem beloofd mijn tele-
foon weg te leggen. Toch blijf ik kijken. Ik wil alles weten
over corona. Uw schermtijd afgelopen week was 3 uur
en 57 minuten, vertelt mijn iPhone me. Ik check heel
vaak nieuwssites. Hoeveel besmettingen er zijn. Wat we
beter wel en beter niet kunnen doen. Hoeveel mensen er
zijn overleden. En gelukkig ook hoeveel mensen er weer
beter zijn geworden. Ik ben verslaafd aan coronanieuws.

Naar: Sanne Portman, clubvanrelaxtemoeders.nl, 2020

a Waarom wordt Benja boos op zijn moeder?

b Waarom denk je dat mensen verslaafd zijn aan het volgen van corona-nieuws?

c Wat was jouw schermtijd afgelopen week? Kijk op je telefoon of schat het antwoord.
d Vind je dat je te veel op je telefoon kijkt? Zo ja, hoe zou je dat kunnen veranderen?

14 Les 1 - Nieuws

Bron 2
Opdracht 8

Lees bron 2. Maak daarna de vragen.

Als je maar nieuwsgierig bent

Leo van de Polder reist de hele wereld over op zoek naar nieuwe dingen voor
winkels. Hij is ook praktijkopleider. Leo vertelt: ‘We hebben vakmensen nodig.
Vooral mbo’ers, maar dan moeten ze wel nieuwsgierig zijn. In mijn vakgebied
moet je altijd speuren naar goede ideeën. Je moet ook veel Engelse vaktaal
kennen. Waar je ook gaat werken, het helpt als je nieuwsgierig bent. Want
beroepen veranderen snel. Het onderwijs en bedrijven moeten zorgen dat
jongeren de nieuwste kennis krijgen. Wie nieuwsgierig is, kan ontzettend veel
leren.’ Naar: mbo-today.nl, nuffic.nl

a Leo is praktijkopleider. Wat is dat voor iemand?

b Waarom moet je volgens Leo nieuwsgierig zijn?

Opdracht 9 Wist je dat?

Lees ‘Wist je dat?’. Maak daarna de vragen.

Je krijgt berichten via apps, de krant, de
televisie, Twitter en nog veel meer media.
Deze media moet je veilig en slim kunnen
gebruiken. Als jij op een goede manier om
kunt gaan met media, ben je mediawijs.
Dat betekent onder andere dat je begrijpt
hoe belangrijk media zijn.

a Stel: jij bent minister. Waarom zijn media dan belangrijk?

b Stel: je hebt een winkel. Waarom zijn media dan belangrijk?

c Voor mij zijn media WEL / NIET belangrijk, omdat

Nieuwsgierig 15

Opdracht 10

Ga met z’n tweeën bij elkaar zitten.
Jullie zoeken allebei één bericht op internet dat je interessant of belangrijk vindt.
Vul de schema’s daarna samen in.
Bericht 1

Titel
Bron
Datum


Ja Nee
Is het bericht bijzonder?
Denk je dat veel mensen dit interessant vinden?
Is het belangrijk?
Zijn er beelden?

Het bericht is nieuws, want:

Bericht 2
Titel

Bron
Datum


Ja Nee
Is het bericht bijzonder?
Denk je dat veel mensen dit interessant vinden?
Is het belangrijk?
Zijn er beelden?

Het bericht is nieuws, want

16 Les 1 - Nieuws

Les 2 Nepnieuws

In de casus aan het begin van dit thema riepen veel
mensen: ‘Echt?’. Ze twijfelden of het wel waar was wat ze
zagen.
Een foto waarvan de kleuren mooier zijn gemaakt, is al
niet meer helemaal echt. Een bericht dat aliens op Texel
zijn geland, is zeker niet echt. Je noemt dit nepnieuws
of fake news. Het gaat dan om informatie die met opzet
onjuist is. Donald Trump had het vaak over fake news.
Hij vond dat journalisten de waarheid veranderden om-
dat ze tegen hem waren.

Aandacht en geld Christiano Ronaldo heeft 224 miljoen volgers op Instagram.
Een ander doel van nepnieuws is geld verdienen. Dat Hij verdient met het posten van berichten over sponsors meer
doen mensen door berichten te posten die de aandacht dan 40 miljoen euro per jaar.
trekken. Het nepnieuws dat een beroemd persoon is
overleden trekt bijvoorbeeld veel aandacht. Mensen Bij pulpnieuws gaat het meestal om sensatie. Je komt
zullen dat bericht gaan delen en een aantal wordt zelfs veel pulpnieuws tegen in roddelbladen als Privé en
volger. Veel volgers leveren geld op, want dan ben je Weekend. Op internet gaat het vaak om korte berichten
interessant voor adverteerders. waar je op kunt klikken. Zo kunnen de makers van
Pulpnieuws pulpnieuws weer geld verdienen. Kijk maar eens op
Nepnieuws is verzonnen, maar pulpnieuws is vaak (een sites als Trendnieuws of Viraaltjes.
beetje) waar. Bijvoorbeeld: ‘Zweeds meisje (12) vanuit
auto doodgeschoten tijdens het uitlaten van haar hond’.

Opdracht 11

Lees lestekst 2 - Nepnieuws.

a Zet een streep onder de woorden die je niet kent.
b Zoek de onderstreepte woorden op in een woordenboek.
c Schrijf de betekenis bij je aantekeningen aan het eind van dit thema.

Opdracht 12 .
.
Lees lestekst 2 - Nepnieuws. is verzonnen.
Maak daarna de zinnen af met de volgende woorden:

NEPNIEUWS - FAKE NEWS - PULPNIEUWS

1 Een ander woord voor nepnieuws is

2 Op de website Trendnieuws vind je veel

3

Nieuwsgierig 17

Opdracht 13

a Bekijk de berichtjes en zet een kruisje bij het juiste woord. Stel jezelf de vraag: ‘Zou het waar kunnen zijn?’.

1. Vrouw (70) met zes armen ontdekt in Peru.
Nepnieuws

Pulpnieuws

Leg je antwoord uit.

2. Ali B. verzekert duim voor 100 miljoen.

Nepnieuws
Pulpnieuws

Leg je antwoord uit.

3. Vrouw schiet man dood, na slaan kat.

Nepnieuws
Pulpnieuws

Leg je antwoord uit.

b Bij welk bericht twijfelde je? Leg je antwoord uit.

Opdracht 14 Ja / Nee
Ja / Nee
Lees de laatste regel van lestekst 2 - Nepnieuws.

a Ken jij Trendnieuws of Viraaltjes? Omcirkel jouw antwoord:
b Vind jij pulpnieuws leuk? Omcirkel jouw antwoord:
c Leg je antwoord op vraag b uit.

18 Les 2 - Nepnieuws

Opdracht 15 Bron 3

Lees bron 3. Maak daarna de vragen.

Ik schaam me kapot

Dotan heeft toegegeven dat hij nepaccounts op sociale media
gebruikte om zijn muziek onder de aandacht te brengen.
De zanger zegt op Facebook dat hij er ontzettend veel spijt van
heeft. Dotan vertelt: ‘Het was moeilijk om mijn muziek bij mensen te
krijgen, toen heb ik een plan bedacht. Ik heb wat mensen gevraagd
om dingen namens mij te gaan liken en posten. Ik doe er niemand
kwaad mee, dacht ik. Maar het liep uit de hand. Ik liet negatieve
berichten over collega’s plaatsen. Vooral toen ik een ontmoeting
met een erg ziek patiëntje verzon, ging dat te ver. Daar schaam ik
me kapot voor.’ Naar: nhnieuws.nl en rtlnieuws.nl

a Waarom plaatste Dotan nepnieuws op sociale media?

b Waarom schaamt Dotan zich?

c Heb jij weleens nepnieuws gepost? Leg je antwoord uit.

Opdracht 16

Een kop is de titel van een bericht. Lees de koppen en kruis het juiste antwoord op de vraag aan.

1. Corona bestaat niet. 3. Vrouw spits bij Nederlands mannenelftal.

De schrijver van dit nepnieuws wil vooral: De schrijver van dit nepnieuws wil vooral:
de mening van mensen beïnvloeden.
de mening van mensen beïnvloeden. de aandacht trekken.

de aandacht trekken.

2. Anouk weer zwanger?! 4. Blogger weet niets van mode!

De schrijver van dit nepnieuws wil vooral: De schrijver van dit nepnieuws wil vooral:
de mening van mensen beïnvloeden.
de mening van mensen beïnvloeden. de aandacht trekken.

de aandacht trekken.

Nieuwsgierig 19

Opdracht 17

Ga via de QR-code naar de site van Trendnieuws.

Bekijk de website goed en geef dan antwoord op de vraag:
Hoe verdient Trendnieuws geld?

Opdracht 18

Lees ‘Wist je dat?’. Maak daarna de opdracht.

Wist je dat?

Iedereen krijgt bij Google andere zoekresultaten.
Zelfs als je dezelfde zoektermen gebruikt.
Dit heet de filter bubble.

Daardoor krijg je vooral links waarvan Google denkt dat
die bij jou passen. Zo wordt het nog moeilijker om te
herkennen wat nou precies ‘de waarheid’ is.

• Pak allemaal jullie telefoon en ga naar Google.
• Tik allemaal dezelfde zoekopdracht in.
a Wat komt er bij jou bovenaan te staan?

b Is dat bij iedereen hetzelfde? Zo nee, hoe komt dat?

Opdracht 19

Als jij op een goede manier om kunt gaan met media, ben je mediawijs. Dat betekent onder andere dat je ziet
dat media niet altijd ‘de waarheid’ vertellen.
Ik ben WEL / NIET mediawijs, want

20 Les 2 - Nepnieuws

Les 3 Klopt het wel? KIM EN KAYE
KOPEN EFTELING?!!
Er komt elke dag heel veel nieuws op je af. Maar hoe
weet je nou of die berichten wel of niet waar zijn? Daar-
voor controleer je de bron. Let goed op: iedereen kan
online iets plaatsen. Maar daarmee is het nog niet waar!
Zorg dat je nepnieuws herkent.

TIP! - Stop nepnieuws door
het zelf niet te delen.

Check nepnieuws 5. Hoe is de bron geschreven?
Geef antwoord op de volgende vragen om de betrouw- Slecht geschreven of slecht vertaalde teksten kunnen
baarheid te controleren:
1. W aar heb je het bericht gevonden? nepnieuws zijn.
Nos.nl is betrouwbaarder dan Facebook. 6. Kom ik de informatie bij andere media tegen?
2. Is de titel vooral bedoeld om aandacht te trekken? Als je het verder nergens tegenkomt, is de kans groot
Nepnieuws heeft vaak een kop met hoofdletters en
dat het bericht niet klopt.
uitroeptekens.
3. W at is de datum van de bron? Nieuwscheckers
Bij een oudere bron is er een grotere kans dat de Journalisten moeten controleren of het nieuws dat ze
brengen ook klopt. Ze moeten hun feiten en bronnen
inhoud niet meer klopt. checken. Er zijn zelfs speciale websites die zich daarmee
4. Wie heeft de bron geschreven? bezighouden. Kijk maar eens op nieuwscheckers.nl.
Is dat iemand die zomaar zijn/haar mening op-

schrijft? Of is het een journalist? Als je twijfelt,
google de naam van de schrijver dan eens.

Opdracht 20

Lees lestekst 3 - Klopt het wel?

a Zet een streep onder de woorden die je niet kent.
b Zoek de onderstreepte woorden op in een woordenboek.
c Schrijf de betekenis bij je aantekeningen aan het eind van dit thema.

Opdracht 21

Lees lestekst 3 - Klopt het wel? en maak dan de zinnen hieronder af.
Zet de woorden op de juiste plaats. Kies uit:
BRON - DATUM - MEDIA - SCHRIJVER - TAAL - TITEL

Check de: Check de: Check de: Check de: Check de: Check de:

Bron

Nieuwsgierig 21

Opdracht 22

a Welke tip staat er in de lestekst om nepnieuws te stoppen?

b Ik houd me WEL / NIET aan die tip, omdat:

Opdracht 23 Bron 4

Lees bron 4. Maak daarna de vragen.

ACTUEEL
Mondkapje niet gevaarlijk

Op sociale media zijn veel berichten over corona.
NUcheckt controleert of het om nepnieuws gaat.
‘We vertellen je dat knoflook en veel water drinken
niet beschermen tegen het virus. Dat je door tien
minuten je adem in te houden niet kunt bepalen
of je het hebt. Dat mondkapjes niet gevaarlijk zijn.
Dat er veel video’s en foto’s rondgaan die niets met
corona te maken hebben. En dat er geen verband is
met 5G.’ Naar: nu.nl

a Op welke website uit lestekst 3 - Klopt het wel?, lijkt NUcheckt?

b Geef zelf een voorbeeld van nepnieuws over corona.

c Leg met de bron uit dat nepnieuws gevaarlijk kan zijn.

22 Les 3 - Klopt het wel?

Opdracht 24 Bron 5

Lees bron 5. Maak daarna de vragen.

Wonderkind Kjeld (9) behaalt vijfde mbo-diploma

Kjeld uit Zutphen mag je gerust een wonderkind noemen. Hij is pas 9 jaar,
maar kan nu al cv-ketels repareren, brood bakken en haar knippen. Alles op het
niveau van een twintigjarige, want Kjeld heeft veel diploma’s op zak. Zijn laatste
aanwinst? Mbo bedrijfs-administratie. Naar: Joost Mollen en Martine Bakker, speldnl, 2018

Vraag Check nepnieuws
1. Is de titel bedoeld om aandacht te trekken?

2. Wat is de datum van de bron?

3. Wie heeft de bron geschreven?

4. Waar is het bericht geplaatst?

5. Hoe is de bron geschreven?

6. Kom je de informatie bij andere media tegen?

7. Denk je dat dit nieuws echt is?
Leg je antwoord uit.

Opdracht 25

Bekijk de foto’s. Rechts is de echte foto van een
demonstratie door moslims. Links zie je een nepfoto.
PVV-leider Geert Wilders verspreidde die foto via
Twitter. Daarop zie je een van zijn belangrijkste
politieke tegenstanders van dat moment.

a Wat is er met de originele foto gebeurd?

b Waarom heeft Geert Wilders deze foto verspreid, denk je?

Nieuwsgierig 23

Opdracht 26 Wist je dat?

Lees ‘Wist je dat?’. Maak daarna de opdracht.

Weet jij wat deepfake is?

Dat is het maken van niet bestaand beeld
door slimme technologie.
Je kunt het gezicht van iemand plakken
op het lichaam van iemand anders.
Je kunt iemand alles laten zeggen met
zijn ‘eigen’ stem.
Je kunt jezelf laten meespelen in een
bekende film.
Dat is deepfake.

a Omcirkel het goede antwoord.

1. Deepfake maakt het extra lastig om nepnieuws te herkennen. JUIST / ONJUIST
2. De president van Amerika met het hoofd van rapper Boef is deepfake. JUIST / ONJUIST
3. Deepfake is handig voor filmmakers. JUIST / ONJUIST
4. Zelf meespelen in een film is deepfake. JUIST / ONJUIST
5. Deepfake is ongevaarlijk. JUIST / ONJUIST

Bekijk de video over deepfake. Ga daarna met drie of vier studenten bij elkaar zitten.

b Noteer drie tips hoe je deepfake kunt herkennen.

1

2

3

c Bedenk samen een deepfake video. Daarin laten jullie iemand iets zeggen wat hij/zij normaal nooit zou

zeggen. Schrijf kort op om wie het gaat en wat deze persoon zegt.

d Leg uit of jullie video gevaarlijk zou kunnen zijn.

Onze video is WEL / NIET gevaarlijk, omdat:

24 Les 3 - Klopt het wel?

Opdracht 27

Het valt niet mee om nepnieuws te herkennen.
Hoe goed ben jij in het herkennen van nepnieuws?

a Geef jezelf een cijfer tussen 1-10.

Scan de QR-code en doe de test.
Bekijk na de test de juiste antwoorden.

b Hoeveel antwoorden had je goed?
c Is dat beter of slechter dan je had verwacht? Hoe komt dat, denk je?

Opdracht 28

Ga naar nieuwscheckers.nl.
Noteer drie nieuwsberichten die na controle door nieuwscheckers.nl niet waar bleken te zijn.

1.

2.

3.

Opdracht 29

Als jij op een goede manier om kunt gaan met media, ben je mediawijs.
Dat betekent onder andere dat je informatie kunt filteren.
Ik kan informatie WEL / NIET filteren, want:

Nieuwsgierig 25

Portfolio-opdracht

Bij deze laatste opdracht maak je een product. Voeg dit toe aan je portfolio.

Maak een prikbord met eigen nepnieuws dat te maken heeft met jouw beroep of opleiding.
Je mag het nepnieuws dus zelf verzinnen!

Voorbeeld

‘Nieeuewnesthroetnjed:tbaibearsmcTmoaet’bicastoasbesmcagxchsapboicaeeinomnnerateiegsrgtnaitoeeiasben.drdid‘aeH,eaimrstevrG:aeetahvmrrepaaoeknrientnottnvkpieienog’l,lrieigelninzgmneekgevntgaacnv.tansafHnédaebinnise,r ‘ANamsietsruotwenrardueastmetansuveroraevndetseiernlt’

v‘Meropnldickhatpijnesremsteatuereatnktlse’p ggaseaRpslreueteestmcicetnhainiantue.leieeruDnanmkendapntiazeekArartpaaks.asojtHeutnlr.lebooObten1ohoai1neknuelhdetpneeelmaneedafneittrnnsaesudnoeveakenbjnpeerwussiuneitkmialterahiteejteegenuetnoilgdotleaks.

n‘Oemizmnpocoerdomnenards.otetOkHanjaermuiapekervrjaieeednrnsnuealtisdmshvjm.iketaceeHorph:tgseetDepev.tteanrhokennlteienedjktpeialgknejeelalgpetdakjpevenanjaTenvnwkerwoouhruepprnemdeletticrenhpnthhvbioej/irrzjemibjpcVpoeianrazetoo-ndaweirkbjaelnsreeeivfornrnhrea1nkeonrdmeenior‘.neneVeakeAgo.lbbtcstalfonsahkeeawbdnoredefteweeseeiaaaketrrfaneentnfslks,nneeigawwmn1imantnngeesaeogeritgekmrrkoad.skloZetek’oroetbener

Van der Valk’

Vorige week woensdag heeft de Amerikaanse ex-
president Donald Trump gedineerd bij Van der Valk
Enschede. Trump verbleef volgens bronnen in het

penthouse van het hotel. Het is nog niet duidelijk
waarom hij in Enschede verblijft.

• Sluit je dit thema liever buiten af? Scan dan de QR-code!

26

Woordpuzzel

Welke woorden horen bij de omschrijving?
Als je alle woorden goed hebt ingevuld, lees je in de
oranje kolom een woord. Dat is de oplossing.
1. Zo noem je actuele berichten die interessant zijn voor veel mensen.
2. Dit bepaalt of een bericht in de krant komt.
3. Ander woord voor fake news.
4. Nieuws dat bedoeld is om mensen nieuwsgierig te maken.
5. Het Engelse woord voor nepnieuws.
6. Dit was voor Sanne Portman 3 uur en 57 minuten.
7. Een van de redenen om nepnieuws te verspreiden.
8. Slim en veilig gebruiken van media.
9. Dit roepen veel mensen in de casus.
10. De plek waar informatie vandaan komt.
11. Website met pulpnieuws.
12. Volgens een nepbericht ging Kim Kardashian dit kopen.

1
2
3
4
5
6
7
8
9?
10
11
12

Nieuwsgierig 27

Woordenlijst

Bron
De plek waar informatie vandaan komt.
Deepfake
Het maken van niet bestaand beeld door slimme technologie.
Fake news
Een bericht dat niet waar is. Ook wel: nepnieuws.
Filter bubble
Informatie die volgens een website het beste bij een persoon past.
Kop
De titel van een bericht.
Media
Alle middelen waarmee informatie verspreid wordt.
Mediawijs
Alle beschikbare media veilig en slim gebruiken.
Nepnieuws
Een bericht dat niet waar is. Ook wel: fake news.
Nieuws
Nieuwe informatie, meestal net gebeurd, die interessant is.
Nieuwswaarde
Hoe belangrijk, interessant en bijzonder een bericht is.
Pulpnieuws
Sensationeel nieuws dat vaak maar een beetje waar is.

28

Aantekeningen

Nieuwsgierig 29



Sociaal-
maatschappelijke
dimensie

3 Verschillen 52
4 Single of samen? 72

PROEFEXEMPLAAR

Let op: dit proefexemplaar bevat vijf van de twaalf thema’s. Uit elke
dimensie een thema. Zo krijgt u een beeld van Thema’s Burgerschap
voor MBO Entree-2.

3 Verschillen

themasburgerschap.nl/verschillen

CASUS

WAT IS NORMAAL?
‘Doe normaal!’ Misschien zeg jij dat ook weleens tegen een vriend of vriendin. Of tegen je vader of moeder.
Maar wat is dat eigenlijk, normaal doen? Wanneer is iets ‘normaal’ en wanneer is iets ‘niet normaal’?
In de vlog van Marcel zie je dat mensen daar verschillend over kunnen denken. Wat is normaal?
Een non met een hoofdkapje, een oude bodybuilder, tatoeages in je gezicht?
Wat de een normaal vindt, kan voor een ander heel vreemd zijn. Wat je normaal vindt, heeft ook te
maken met je achtergrond en je omgeving. Hoe ben je opgegroeid? Wat hebben jouw ouders je geleerd?
Wat vinden jouw vrienden? In Nederland wonen veel verschillende mensen. Soms zorgt dat voor
problemen. Bijvoorbeeld als je het gedrag of de ideeën van een ander écht niet normaal vindt.
Wat vind jij écht niet normaal?
Geef je antwoord en leg dat uit.

52

Les 1 Iedereen is anders

In de casusvideo zag je dat niet iedereen hetzelfde
normaal vindt. Dat komt doordat er veel verschillende
mensen in Nederland wonen. Er zijn grote verschillen
tussen het leven van mensen in de stad of op het
platteland. Of tussen jongere en oudere mensen. Tussen
mensen die gelovig zijn of niet gelovig. In Nederland is
de samenleving heel divers. Dat betekent dat er veel
verschillen tussen mensen mogen zijn.

Cultuurverschillen
Sommige verschillen hebben te maken met je uiterlijk,
andere met wat je belangrijk vindt in je leven. Misschien
is je geloof voor jou wel heel belangrijk, of hard werken
en veel geld verdienen. Dit soort verschillen hebben
vaak te maken met je opvoeding en de plek waar je bent
opgegroeid. We noemen ze cultuurverschillen.

Verhuizen uit een ander land Veranderingen
In Nederland bestaan veel cultuurverschillen. Dat komt Door migratie blijft de Nederlandse cultuur veranderen.
ook doordat er al heel lang mensen uit andere landen En ook in de loop van de tijd verandert er van alles. Kijk
naar Nederland komen om hier te wonen. Dat heet maar eens naar de mogelijkheden om ‘buitenlands’ te
migratie. Soms moeten mensen uit hun land vluchten, eten. Wat mensen normaal vinden, verandert daardoor
omdat het er niet veilig is. Bijvoorbeeld door oorlog of ook. Tussen jouw leven en het leven van je (groot)
hongersnood. Soms verhuizen mensen naar Nederland, ouders vroeger kun je vast veel verschillen ontdekken.
omdat ze hier een betere kans hebben op een goed Soms kan het best moeilijk zijn om met al die verschillen
leven. om te gaan.

Opdracht 1

Lees lestekst 1 - Iedereen is anders.

a Zet een streep onder de woorden die je niet kent.
b Zoek de onderstreepte woorden op in een woordenboek.
c Schrijf de betekenis bij je aantekeningen aan het eind van dit thema.

Opdracht 2

Lees lestekst 1 - Iedereen is anders.
Hieronder staan vijf zinnen over de lestekst. Zijn die juist of onjuist? Zet een kruisje in de juiste kolom.

Juist Onjuist
1. In Nederland wonen veel verschillende mensen. X

2. Cultuurverschillen hebben altijd te maken met je uiterlijk.

3. Migratie betekent dat je naar een ander land verhuist.
4. Als je uit je land moet vluchten, is je leven in gevaar.


5. Cultuur blijft altijd hetzelfde.

Politiek 53

Opdracht 3

Iedereen heeft te maken met verschillen tussen mensen. Hoe zit dat bij jou?

a Kijk eens om je heen. Welke verschillen zie je?
b Noem vier dingen die jouw ouders en / of grootouders niet kenden toen ze net zo oud waren als jij nu bent.

Omcirkel het juiste woord en leg je antwoord uit.

c Ik voel mij WEL EEN / GEEN Nederlander, want
e Ik vind het WEL / NIET leuk dat Nederland divers is, want

Opdracht 4

Bekijk de twee foto’s hieronder.

a Wat denk jij als je de foto’s ziet? Schrijf naast elke foto jouw reactie.
b Noem een groep mensen die daar waarschijnlijk anders over denkt. Schrijf dat ook naast de foto.

Mijn reactie:

Wie denkt er anders over?

Mijn reactie:

Wie denkt er anders over?

54 Les 1 - Iedereen is anders

Opdracht 5 Wist je dat?

Lees ‘Wist je dat?’. Maak daarna de vragen.

Eén op de vier mensen, of één van hun
ouders, is in een ander land geboren.
Je kunt ook zeggen: in Nederland heeft
bijna 25 procent van de bevolking een
migratie-achtergrond.

a Heb jij zelf een migratie-achtergrond? Waarom wel of niet?

b Hoeveel mensen in jouw klas hebben een migratie-achtergrond?
c Noteer, als dat kan, een paar landen van herkomst.

Opdracht 6 Bron 1

Lees bron 1. Maak daarna de opdracht.

Eindelijk doe ik weer waar ik goed in ben

Mouhanad (24) werkte in Syrië als elektromonteur. Toen de oorlog
uitbrak, moest hij vluchten. ‘Als je in Syrië werk zoekt, is het vooral
belangrijk dat je ervaring hebt. Maar in Nederland vroeg iedereen
om diploma’s. Die had ik niet. Gelukkig kreeg ik de kans om een
leer-werktraject te volgen. Zo kon ik mijn mbo-diploma halen, maar
tegelijkertijd ook al werken.’ Naar: Vluchtelingenwerk Nederland
Lees de uitspraken. Onderstreep het juiste antwoord. Leg daarna je antwoord uit.
1. In de bron lees je over een cultuurverschil tussen Nederland en Syrië.
Dat is JUIST / ONJUIST, want

2. Mouhanad kwam naar Nederland omdat hij in Syrië geen werk kon vinden.
Dat is JUIST / ONJUIST, want

3. Doordat mensen zoals Mouhanad naar Nederland komen, is Nederland een divers land.
Dat is JUIST / ONJUIST, want

Verschillen 55

Opdracht 7 Bron 2

Bekijk de infographic. Maak daarna de opdracht.

a Elk jaar komen er mensen naar Nederland toe. Ook gaan er mensen uit Nederland weg. Zijn deze groepen

even groot? Leg uit. Gebruik bron 2.

b U it welk werelddeel komen de meeste mensen? Omcirkel het juiste antwoord.


EUROPA - AFRIKA - AZIE - AMERIKA - OCEANIE

c Vorm tweetallen. Bekijk samen bron 2.

Waarom kwamen deze mensen naar Nederland, denken jullie?
Vul het schema in.

Migratie-achtergrond Reden dat (voor)ouders naar Nederland kwamen

Turkije

Marokko

Suriname

Indonesië

Duitsland

Polen

(Voormalige) Nederlandse Antillen


56 Les 1 - Iedereen is anders

Les 2 Omgaan met verschillen

Iedereen die in Nederland woont, heeft te maken met
de verschillen tussen mensen. Op straat, op je werk,
op school, overal kom je mensen tegen die anders zijn
dan jij.

Botsingen probeert te begrijpen waarom iemand anders tegen
Soms kan het best moeilijk zijn om met andere mensen dingen aankijkt. Ook helpt het als je tolerant bent:
om te gaan. Misschien spreekt iemand een andere taal je accepteert dan dat mensen anders zijn dan jij.
of draagt hij of zij heel andere kleding. Of de ander Iedereen gelijk
viert Kerst, terwijl jij altijd het Suikerfeest viert. Het In Nederland staat in artikel 1 van de grondwet dat
kan dan lastig zijn om elkaar te begrijpen. iedereen gelijk behandeld moet worden. De grondwet is
Het is nog moeilijker als je ook anders denkt over wat de belangrijkste wet van Nederland. Daarin staat dus
het goede is om te doen in je leven. Zo vinden sommige dat het niet uitmaakt of je man, vrouw of transgender
mensen het niet goed als twee mannen of twee vrouwen bent. Of moslim, christen of hindoe. En ook niet of je
met elkaar trouwen. Maar volgens de Nederlandse wet wel of niet in Nederland bent geboren. Iedereen moet
mag dat gewoon. Dat kan zorgen voor botsingen. jou gelijk behandelen. En jij anderen natuurlijk ook.

In een samenleving met veel
verschillen, moet iedereen zich
een beetje aanpassen.

Wat als je anders denkt?
Als iedereen zich een beetje inleeft in een ander,
voorkom je veel botsingen. Inleven betekent dat je

Opdracht 8 .
staat dat iedereen gelijk is.
Lees lestekst 2 - Omgaan met verschillen.
.
a Zet een streep onder de woorden die je niet kent.
b Zoek de onderstreepte woorden op in een woordenboek.
c Schrijf de betekenis bij je aantekeningen aan het eind van dit thema.

Opdracht 9

Lees lestekst 2 - Omgaan met verschillen. Maak dan de zinnen hieronder af.
Zet de woorden op de juiste plaats. Kies uit:
BOTSINGEN - TOLERANT - GRONDWET
1. Als je accepteert dat iemand anders is, ben je
2. In de
3. Soms zorgen cultuurverschillen voor

Verschillen 57

Opdracht 10

a Wat past bij jou? Zet een kruisje bij de zin die het meest bij jou past.

Ik ga het liefst alleen om met mensen die dezelfde afkomst hebben als ik.
Ik let er niet op welke afkomst iemand heeft. Het maakt me niet uit.
Ik vind het leuk om met mensen om te gaan die een andere afkomst hebben.

b Bekijk de linker poster. Wat bedoelt Loesje?

c Maak nu zelf een Loesje-poster over ‘Omgaan met verschillen’. Schrijf je tekst op de lege poster hierboven.

Opdracht 11

Scan de QR-code en test jezelf! Hoe tolerant ben jij?
Maak daarna de vragen.

a Hoeveel rode, groene en blauwe antwoorden heb je gegeven?

Rood
Groen
Blauw

b Betekent dat dat je tolerant bent of juist niet? Leg uit.

58 Les 2 - Omgaan met verschillen

c Ben je het eens met de uitkomst? Waarom wel of niet?

Opdracht 12

Als je verhuist naar een ander land, moet je je altijd een beetje aanpassen. Het is bijvoorbeeld handig als je de
taal van het nieuwe land spreekt.

Stel je voor dat jij naar een nieuw land gaat verhuizen. Wat zou jij doen om je aan te passen? Vul de tabel in.

Wat doe je? Doe ik Waarom wel / niet?

Ik leer de taal. Wel / Niet

Ik ga hetzelfde eten als de mensen daar. Wel / Niet

Ik draag dezelfde kleding als de mensen daar. Wel / Niet

Ik zorg dat iedereen mijn naam kan uitspreken. Wel / Niet

Ik pas mijn geloof aan. Wel / Niet

Opdracht 13 Bron 3

Lees bron 3. Maak daarna de vragen.

Waarom zou ik een hekel aan deze dokters hebben?

Mahmoud Tighadouini (34) is een Marokkaanse Nederlander. Toen hij
jonger was, wilde hij niets te maken hebben met mensen met een
westerse levenswijze. Maar toen kreeg hij kanker. ‘Ik lag in het ziekenhuis
voor mijn chemokuur en twee Nederlandse chirurgen waren met mij
bezig. Opeens besefte ik: deze mensen proberen mijn leven te redden.
Waarom zou ik een hekel aan hen hebben?’ Naar: de Volkskrant

a Mahmoud was vroeger WEL / NIET tolerant, want

b Wat leerde Mahmoud van de dokters in het ziekenhuis?

Verschillen 59

Opdracht 14 Wist je dat?

Lees ‘Wist je dat?’ en maak daarna de opdracht. Niet iedereen vindt dezelfde waarden even
belangrijk. En niet iedereen heeft dezelfde
Waarden en normen normen. Daar moet je ook mee om kunnen gaan.
Stel: je blijft na het sporten altijd nog wat drinken.
Verschillen tussen mensen hebben vaak te maken Da’s gezellig. Iedereen neemt bier, behalve één
met gedrag. Je verwacht van mensen dat ze zich vriend(in), want dat vindt hij/zij niet gezond.
op een bepaalde manier gedragen. Dat ze zich aan
de normen houden. Normen zijn gebaseerd op
waarden. Dat zijn uitgangspunten die we belangrijk
vinden, zoals vrijheid, gelijkheid of eerlijkheid.

a Noteer welke waarden in het sportvoorbeeld ‘een beetje’ botsen.

b Noteer welke normen hier ‘een beetje’ botsen.

c Noteer welke waarden hier ‘een beetje’ botsen.

Opdracht 15 Bron 4

Lees eerst bron 4 en maak daarna de opdracht.

ACTUEEL

Als ik naar buiten ga, kies ik er zelf voor

In verschillende steden in Nederland waren gisteren rellen. ‘Ik begrijp
mensen die het lastig hebben en dat duidelijk willen maken. Maar
dit heeft niks met demonstreren te maken’, zegt een ondervraagde.
De relschoppers noemen de avondklok als oorzaak. Ze zijn boos dat de
overheid hen dwingt om binnen te blijven. Relschopper Yassin: ‘Als ik
naar buiten ga, kies ik er zelf voor. Ik weet dat als ik het virus krijg, het
mijn fout is. Maar als je dan zo bang bent om dood te gaan, dan kun je
toch zelf besluiten om binnen te blijven?’ Naar: eenvandaag.

In de bron lees je twee verschillende meningen over de rellen. Vul onderstaand schema in.

a Noteer bij A een waarde die volgens jou bij die mening kan horen.
b Noteer bij B een norm die bij de waarde past.

Waarde bij mening 1 Waarde bij mening 2

A A

Norm bij mening 1 Norm bij mening 2

B B

60 Les 2 - Omgaan met verschillen

Opdracht 16

Lees ‘Wist je dat?’ en maak daarna de opdracht. Wist je dat?

Inleven

Om botsingen tussen mensen te voorkomen, moet je je kunnen inleven in de ander. Je stelt je dan voor hoe
het zou zijn om die ander te zijn. Je vraagt je af: ‘Waarom doet hij of zij dat zo?’.

Hoe doe je dat?
Tip 1 Wees nieuwsgierig naar andere mensen.
Tip 2 Durf vragen te stellen.
Tip 3 Luister goed naar elkaar.
Tip 4 Neem de tijd om iemand te leren kennen.
Tip 5 Ga op onderzoek uit om meer te leren over verschillende
manieren van leven.

a Kun jij je goed inleven in een ander? Geef jezelf een cijfer van 1-10 en leg dat cijfer uit.



b Welke tip uit ‘Wist je dat?’ kan jou helpen om je nog beter in te leven in een ander? Leg uit.

c Lees de uitspraak van Joe (19). Maak dan de vraag.
Joe: ‘Ik vind het belachelijk dat vluchtelingen zomaar een huis krijgen als ze hierheen komen.’

Hoe zou Joe zich kunnen inleven in de situatie van een vluchteling? Gebruik de tips.

Opdracht 17

Bekijk de afbeelding.

a Zoek op: wat betekent ‘aanstootgevend’? Kijk in het woordenboek of op woorden.org.

b Leef je in de vrouw met de nikab in. Wat vindt zij aanstootgevend?

c Leef je nu in de vrouw met de korte broek in. Wat vindt zij aanstootgevend?

Verschillen 61

Opdracht 18

Lees de verhalen van Wiktoria en van Jasper. Ze werken allebei bij een grote winkel. Wiktoria heeft een Poolse
achtergrond, Jasper heeft een Nederlandse achtergrond. Maak daarna de vragen.

Wiktoria (19): ‘Mijn Nederlandse Jasper (20): ‘Mijn Poolse collega
collega Jasper is soms heel nieuws- Wiktoria wil nooit iets over zichzelf
gierig. Als ik ziek ben, vraagt hij vertellen. Toen haar relatie uit ging,
wilde ik bijvoorbeeld interesse
bijvoorbeeld wat ik heb. En toen tonen. Maar ze wilde er niet over
mijn relatie laatst uit ging, stelde hij praten. Misschien vindt ze mij niet
allemaal persoonlijke vragen. Ik vind aardig.’
dat een beetje vreemd.’

a Uit welk land komt Wiktoria oorspronkelijk?

b Waar ligt dat land? Teken een pijl die naar

dat land wijst.

c Met welk cultuurverschil hebben Wiktoria en Jasper te maken?

d Welk advies zou je Jasper geven? Gebruik de tips uit opdracht 15.

e Heb jij op je werkplek of stageplek veel te maken met verschillen tussen je collega’s?

JA / NEE, want


62 Les 2 - Omgaan met verschillen

Les 3 Vooroordelen en discriminatie

Nederland is heel divers. Toch gaan veel mensen vooral
om met mensen die een beetje op hen lijken. Daardoor
ontstaan er in de samenleving verschillende groepen.
Soms hoor je automatisch bij een groep, bijvoorbeeld
door je woonplaats, je leeftijd of je geloof. Je kunt ook
voor een groep kiezen, zoals mensen die net als jij graag
voetballen.

Wij of zij? Discriminatie
Als je bij een groep hoort, kan dat voor een gevoel van Volgens de wet is iedereen in Nederland gelijk. Toch
verbondenheid zorgen. We noemen dat ook wel een komt het nog steeds voor dat mensen onterecht slechter
wij-gevoel: het gevoel dat je bij elkaar hoort. Dat is een behandeld worden dan anderen. Bijvoorbeeld vanwege
prettig gevoel. Maar groepen kunnen er ook voor hun huidskleur of geloof. Dat heet discriminatie.
zorgen dat ‘anderen’ er juist niet bij mogen horen. Soms Discriminatie is verboden. Als je zelf te maken krijgt
komen groepen zelfs tegenover elkaar te staan. Je met discriminatie, dan kun je naar de politie gaan.
spreekt dan van wij-zij denken. Of je kunt het melden via de website discriminatie.nl.
Wij-zij denken heeft vaak te maken met vooroordelen.
Dat zijn meningen die je hebt over een groep, zonder
dat je die mensen zelf goed kent. Het is vaak een beeld
dat niet klopt. Bijvoorbeeld dat alle Poolse jongens veel
alcohol drinken. Of dat meisjes die moslim zijn alle-
maal uitgehuwelijkt worden.

Opdracht 19

Lees lestekst 3 - Vooroordelen en discriminatie.

a Zet een streep onder de woorden die je niet kent.
b Zoek de onderstreepte woorden op in een woordenboek.
c Schrijf de betekenis bij je aantekeningen aan het eind van dit thema.

Opdracht 20

Lees lestekst 3 - Vooroordelen en discriminatie. Hieronder staan vijf zinnen over de lestekst.
Zijn die juist of onjuist? Zet een kruisje in de juiste kolom.

Juist Onjuist

1. Iedereen hoort bij meerdere groepen in de samenleving.
2. Je kunt altijd kiezen bij welke groepen je wilt horen.
3. Door een wij-gevoel voel je je verbonden.
4. Als je iemand niet aardig vindt, is dat altijd een vooroordeel.
5. Discriminatie is verboden in Nederland.

Verschillen 63

Opdracht 21

Bij welke groepen hoor jij?

a Bedenk er vijf. Lukt het niet? Maak de opdracht dan samen met een klasgenoot.

1.
2.
3.
4.
5.

b Op welke groepen ben je het meest trots? Waarom?

c Is er ook een groep waar je liever niet bij zou willen horen? Welke en waarom?

Opdracht 22

Bekijk de video. Maak daarna de vragen.

a Hoe zie je het begrip ‘wij-zij denken’ terug in het begin van deze video?

b De video gaat vooral over verbondenheid. Wat wil de maker van

de video hierover zeggen, denk je?

c Voel jij je weleens verbonden met iemand die heel anders lijkt te zijn dan jij? Hoe komt dat?

64 Les 3 - Vooroordelen en discriminatie

Opdracht 23

Deze opdracht doe je samen met een klasgenoot.

a Schrijf op hoe je over je klasgenoot dacht toen je hem of haar voor het eerst zag.

Vertel elkaar wat jullie over elkaar dachten.

b Wat vind je van de eerste indruk die je klasgenoot van jou had?

c Je zou zo’n eerste indruk een vooroordeel kunnen noemen. Je kent elkaar namelijk nog helemaal niet.

Onderstreep het juiste antwoord en vul aan:
Mijn vooroordeel klopte WEL / NIET, want

d H eb jij zelf weleens te maken gehad met vooroordelen van anderen? Schrijf op wat er gebeurde.

Hoe was dat voor je?

Opdracht 24 Wist je dat?

Lees ‘Wist je dat?’ en maak daarna de opdrachten. Discriminatie vanwege afkomst of huidskleur
noemen we racisme.
a Lees de situaties 1, 2 en 3. Is er sprake van racisme Discriminatie vanwege geslacht, dus bijvoorbeeld
omdat je een vrouw bent, heet seksisme.
of seksisme, of van geen van beide?

Zet een kruisje in het juiste hokje.

Racisme Seksisme Geen van beide
Situatie 1

Fatima doet precies hetzelfde werk als haar collega Mohamed.

Ze hebben allebei een Marokkaanse achtergrond. Fatima krijgt

per uur minder betaald dan Mohamed.

Situatie 2
Giovanni heeft een donkere huidskleur. Hij wordt op straat
nageroepen met ‘Zwarte Piet!’.

Situatie 3
Wu heeft een Aziatische achtergrond. Hij komt te laat voor zijn
sollicitatiegesprek. Daarom wordt hij niet aangenomen.

b Kies één van de drie situaties uit. Leg voor deze situatie je antwoord uit.

Verschillen 65

Opdracht 25 Bron 5

Lees bron 5 en maak de vragen.

ACTUEEL

Black Lives Matter

AMSTERDAM – Op allerlei plekken in de wereld gaan mensen de straat op om
te demonstreren tegen discriminatie. Ook op de Dam in Amsterdam kwamen
duizenden mensen bij elkaar. De reden voor de demonstraties is de dood van
de zwarte man George Floyd in de Verenigde Staten. Hij werd tijdens zijn
arrestatie gedood door een politieman. De demonstranten hebben vaak borden
bij zich met de tekst ‘Black Lives Matter’.

Naar: nu.nl

a Wat heeft de dood van George Floyd te maken met discriminatie, denk je?

b Zou zoiets ook in Nederland kunnen gebeuren volgens jou?

Opdracht 26 Bron 6

Lees het verhaal van Elvin in bron 6 en beantwoord de vraag.

Ik begreep wat het betekende

Elvin: ‘Ik ben opgegroeid in Rotterdam in een flat. Ik
herinner me dat ik een jaar of acht was. Er stonden
twee oudere dames bij de lift. En op het moment
dat ik aan kwam lopen, klampten ze hun tasje vast.
Zo jong als ik was, begreep ik wat dat betekende. Ik
was me bewust van de angst van die ander, voor mij.
Vanwege mijn huidskleur.’ Naar: RTL Nieuws

Wat heeft deze situatie te maken met vooroordelen?

66 Les 3 - Vooroordelen en discriminatie

Opdracht 27 Bron 7

Lees bron 7.
Maak daarna de opdracht.

Stage-discriminatie blijft een probleem

Mbo-studenten met een migratie-achtergrond komen
veel minder makkelijk aan een stageplek dan klasgenoten
zonder migratie-achtergrond. Dat blijkt uit onderzoek van
de Universiteit Maastricht. ‘Na 22 keer solliciteren denk je:
hoe komt het nou dat ik geen stage kan vinden?’. Dat zegt
een Marokkaans-Nederlandse mbo-student. ‘Sommige
klasgenoten kregen gelijk een stage, of in ieder geval na
een paar keer solliciteren.’ Naar: de Volkskrant

a Hieronder staan vier zinnen over de lestekst. Zijn die juist of onjuist? Zet een kruisje in de juiste kolom.

Juist Onjuist
1. Stage-discriminatie is minder erg dan gewone discriminatie.
2. Als je niet gelijk een stageplek hebt, is dat discriminatie.
3. Stage-discriminatie is verboden in Nederland.
4. Pas na 22 keer solliciteren kun je spreken van discriminatie.

b Heb jij zelf weleens te maken gehad met stage-discriminatie? Of ken je iemand anders?

Vertel in het kort wat er gebeurde.

Opdracht 28

Eden: ‘Het valt wel mee met discriminatie en
racisme in Nederland.’

Geef jouw mening over deze uitspraak van Eden.

Verschillen 67

Portfolio-opdracht

Bij deze laatste opdracht maak je een product. Voeg dit toe aan je portfolio.

Voor veel mensen is hun geloof belangrijk. Maar niet iedereen gelooft hetzelfde. Ook daar zie je verschillen.
Dat zorgt soms voor onbegrip of botsingen tussen mensen. Daarom is het goed om iets te leren over
verschillende godsdiensten. Zo wordt het makkelijker om je in te leven in iemand met een (ander) geloof.
En kun je beter begrijpen waarom jij soms iets anders ‘normaal’ vindt dan een ander.

In deze opdracht hebben we het over de vijf wereldgodsdiensten.
Dat zijn godsdiensten die je in veel landen tegenkomt en waar veel mensen bij horen.
Op bladzijde 258 en 259 zie je acht kenmerken van de vijf wereldgodsdiensten.

Je mag deze opdracht met vier personen doen.
Maak samen een kwartetspel.
Een kwartet is: vier kaarten over hetzelfde onderwerp.
Bijvoorbeeld vier kaarten over gebedshuizen of vier kaarten over heilige boeken.

Stappenplan
1. Maak 8 kwartetten over ‘Wereldgodsdiensten’.
2. Kies een onderwerp voor elk kwartet.
3. Kies voor elk kwartet 4 woorden die passen bij het onderwerp.
4. Zoek voor elke kaart een foto of tekening.
5. Maak nu de kaarten. Allemaal even groot. In totaal zijn het er dus 32!
6. Op elke kaart komt: Titel (onderwerp), foto/tekening, 4 woorden onder elkaar.

Let op: op elk kaartje zet je het woord dat bij het plaatje hoort in een afwijkende kleur.
Dus steeds een ander woord.

• Sluit je dit thema liever buiten af? Scan dan de QR-code! QR

68


Click to View FlipBook Version