Les 1 Werk is belangrijk
Alle jongeren in de casus doen een beroepsopleiding. Niet betaald
De meesten willen na die opleiding gaan werken. Werk gaat niet alleen maar om geld. Veel mensen
Werk is belangrijk voor jou als persoon. Het is een werken zelfs zonder dat ze ervoor betaald krijgen. Dat
persoonlijk belang of eigenbelang. Denk aan het geld heet vrijwilligerswerk. Mensen geven bijvoorbeeld
dat je met werken verdient. Geld is belangrijk, maar er gratis training bij een sportclub. Of ze helpen met
is meer. Door te werken kom je in contact met andere leesonderwijs in de bibliotheek of verzorgen dieren in
mensen. Dat is goed voor je sociale leven. Doordat je het asiel. Daarnaast zorgen meer dan 500.000
een leuke baan hebt, voel je je goed. Werk zorgt er ook Nederlanders voor zieke of oude familieleden. Deze
voor dat je nieuwe dingen leert en ervaringen opdoet. Je mensen noemen we mantelzorgers. Ook mantelzorgers
ontwikkelt jezelf. Allemaal redenen waarom werk voor werken zonder dat ze daarvoor salaris krijgen.
mensen belangrijk kan zijn.
De maatschappij Vrijwilligerswerk bij de voedselbank.
Daarnaast is werk ook belangrijk voor de maatschappij.
Dat is het maatschappelijk belang of het algemeen
belang. Iedereen wil dingen kunnen kopen, kunnen
reizen, naar het ziekenhuis kunnen gaan, enzovoort.
Mensen die werken zorgen ervoor dat dat allemaal kan.
En veel van die werkende mensen hebben een mbo-
opleiding. Zonder mbo’ers loopt Nederland vast. Dan
kunnen kinderen niet naar de opvang. Worden kapotte
auto’s niet gerepareerd. Oude mensen niet verzorgd. En
gaat er nog veel meer mis. Mbo’ers zijn dus heel
belangrijk voor Nederland.
Opdracht 1
Lees lestekst 1 - Werk is belangrijk.
a Zet een streep onder de woorden die je niet kent.
b Zoek de onderstreepte woorden op in een woordenboek.
c Schrijf de betekenis bij je aantekeningen aan het eind van dit thema.
Opdracht 2
Lees lestekst 1 - Werk is belangrijk.
Kruis aan of de zin juist of onjuist is.
Juist Onjuist
Een ander woord voor eigenbelang is persoonlijk belang.
Werk heeft een groot maatschappelijk belang.
Mensen leren kennen is een maatschappelijk belang van werk.
Al het werk is betaald werk.
Een mantelzorger zorgt voor zieke of oude familieleden.
Mbo’ers zijn heel belangrijk voor Nederland.
Werk 219
Opdracht 3 Bron 1
a B ekijk bron 1 en lees leestekst 1 - Werk is belangrijk.
Vul de twee woorden in die ontbreken in bron 1.
b Na je opleiding ga je werken.
Wat vind jij dan het belangrijkste? Kruis aan.
Veel geld verdienen.
Werk waarbij je anderen kunt helpen.
Veel andere mensen tegenkomen.
Werk waarbij je problemen moet oplossen.
c B ekijk bron 1 en je antwoord bij vraag 3b.
Bij welke kleur past jouw antwoord?
Bij blauw – Met werk verdien je geld.
Bij groen – Door werk ontmoet je andere ...
Bij oranje – Werk geeft een goed gevoel.
Bij rood – Door werk ... je jezelf.
Opdracht 4
Lees eerst bron 2. Maak dan de vragen.
Ik vind het rot als mensen geen leuke avond hebben Bron 2
Michael werkt als beveiliger in de horeca. Ik let altijd goed op.’ Michael vindt het rot
Dat betekent dat hij bij de deur staat en als mensen geen leuke avond hebben.
erop let dat alles goed gaat. Hij zegt: Maar hij zegt: ‘Als iemand me aan het
‘Belangrijk is dat je een goede gastheer einde bedankt voor een gezellige avond,
bent. Mensen die vervelend doen, voel ik me goed. Vaak krijg ik dan ook
vragen we netjes om te vertrekken. Je een fooi. Dat vind ik ook leuk, maar het
moet ook ervoor zorgen dat het veilig is. hoeft niet.’ Naar: Checkditff.nl
a Welke persoonlijke belangen noemt Michael in de bron? Kruis de juiste antwoorden aan.
Geld verdienen.
Andere mensen ontmoeten.
Een goed gevoel krijgen.
Jezelf ontwikkelen.
b Heeft het werk van Michael ook een algemeen belang? Leg uit.
Het werk van Michael heeft WEL / GEEN algemeen belang, want
220 Les 1 - Werk is belangrijk
Opdracht 5
Welk algemeen belang hoort bij de afbeeldingen?
Kruis het juiste hokje aan.
Zorgt ervoor dat we eten en drinken kunnen kopen.
Zorgt ervoor dat we naar ons werk kunnen reizen.
Zorgt ervoor dat het veilig is op straat.
Zorgt ervoor dat we ons afval kwijt kunnen.
Zorgt ervoor dat zieke mensen geholpen worden.
Zorgt ervoor dat we eten en drinken kunnen kopen.
Zorgt ervoor dat we naar ons werk kunnen reizen.
Zorgt ervoor dat het veilig is op straat.
Zorgt ervoor dat we ons afval kwijt kunnen.
Zorgt ervoor dat zieke mensen geholpen worden.
Zorgt ervoor dat we eten en drinken kunnen kopen.
Zorgt ervoor dat we naar ons werk kunnen reizen.
Zorgt ervoor dat het veilig is op straat.
Zorgt ervoor dat we ons afval kwijt kunnen.
Zorgt ervoor dat zieke mensen geholpen worden.
Zorgt ervoor dat we eten en drinken kunnen kopen.
Zorgt ervoor dat we naar ons werk kunnen reizen.
Zorgt ervoor dat het veilig is op straat.
Zorgt ervoor dat we ons afval kwijt kunnen.
Zorgt ervoor dat zieke mensen geholpen worden.
Zorgt ervoor dat we eten en drinken kunnen kopen.
Zorgt ervoor dat we naar ons werk kunnen reizen.
Zorgt ervoor dat het veilig is op straat.
Zorgt ervoor dat we ons afval kwijt kunnen.
Zorgt ervoor dat zieke mensen geholpen worden.
Werk 221
Opdracht 6 Wist je dat ‘slimste mens’ Rob Kemps mbo horeca
heeft gedaan?
Welk beroep heeft het grootste algemeen belang?
a Zet de cijfers 1 tot en met 6 achter de beroepen. Geef het
cijfer 1 aan het beroep dat jij het belangrijkst vindt voor de
maatschappij. Geef een 2 aan het beroep dat je iets minder
belangrijk vindt, en zo verder. Het beroep dat je het minst
belangrijk vindt voor de maatschappij krijgt dus een 6.
A minister
B kapper
C loodgieter
D soldaat
E vrachtwagenchauffeur
F leraar op een basisschool
b Leg je antwoord uit.
c Bij welk van de beroepen in opdracht 6a hoort een mbo-opleiding?
Schrijf de letters die voor de beroepen staan op.
Weet je het niet zeker? Kijk dan op kiesmbo.nl.
d Kies één van de mbo-beroepen uit. Stel je voor dat niemand dit beroep had.
Leg uit wat er dan gebeurt in de samenleving.
e Rob Kemps (Snollebollekes) heeft een mbo-diploma. Zoek op het internet drie andere bekende Nederlanders
die mbo hebben gedaan. Noem steeds de naam en de opleiding.
1.
2.
3.
222 Les 1 - Werk is belangrijk
Opdracht 7 Bron 3
Lees eerst bron 3. Maak dan de vragen. Werk 223
Zorgen voor oma
Sharon is 16. Samen met haar familie zorgt ze elke dag voor haar
oma. Sharon zegt: ‘Mijn opa en oma hebben altijd naast ons
gewoond. Vroeger zorgden zij voor ons. Nu is mijn opa overleden.
Mijn oma heeft veel zorg nodig. Zonder ons zou mijn oma best
eenzaam zijn, zeker in deze tijd van corona. Soms moppert ze ook.
Maar ik zorg graag voor haar. Ik wil van het zorgen voor ouderen
ook mijn beroep maken. Naar: ede.nieuws.nl
a Is Sharon een mantelzorger? JA / NEE, want
Eden: ‘Mantelzorgers kosten de
maatschappij veel geld.’
b Lees wat Eden vindt van mantelzorgers. Heeft Eden gelijk? Leg je antwoord uit.
Opdracht 8
• Ga naar nlvoorelkaar.nl.
• Zorg dat het vinkje voor ‘Ik wil helpen’ staat.
• Typ je plaats of postcode in.
• Laat de afstand op 5 km staan.
• Klik op ‘Zoeken’.
Je kunt nu zoeken in het vrijwilligerswerk dat er in jouw buurt nodig is.
Zie je iets wat je leuk lijkt? Klik op ‘Weergeven’.
a Welk vrijwilligerswerk zou jij willen doen?
b Vind jij vrijwilligerswerk belangrijk? Leg uit.
Opdracht 9
Lees ‘Wist je dat?’ en bekijk de poster op bladzijde 266-267. Maak daarna de vragen.
Wist je dat?
De overheid ondersteunt
Of je nou werkt of niet werkt, in Nederland helpt de overheid iedereen die dat
nodig heeft. Dat gaat op verschillende manieren. Het begint al bij de geboorte,
want de ouders krijgen dan kinderbijslag. Daarmee kunnen ze de opvoeding voor
een deel betalen. Daarna gaan kinderen naar school. Die school wordt door de
overheid betaald. Als mbo’er krijg je een basisbeurs en daarna, op je werk, ben je
verzekerd tegen inkomensverlies. Je krijgt dan een uitkering bij ziekte of ontslag.
En vanaf je 67e krijg je AOW, een uitkering voor alle ouderen. Daarnaast zijn er
nog veel meer manieren waarop de overheid de burgers ondersteunt.
Kijk maar op de poster ‘Van wieg tot graf’ op bladzijde 222-223.
a I n ‘Wist je dat?’ staan verschillende dingen waarbij de overheid burgers helpt. Vul het schema in.
Jij staat in het midden. Hoe heeft de overheid jou en je familie geholpen tot nu toe?
b Hoe helpt de overheid mantelzorgers? Kruis het juiste antwoord aan.
Door het loon van de mantelzorger te betalen.
Door elke mantelzorger een vast bedrag te betalen.
Door ervoor te zorgen dat een mantelzorger zorgverlof kan krijgen.
c De dingen die de overheid doet voor burgers kosten veel geld. Hoe komt de overheid aan dat geld?
Geef antwoord met één woord.
d Wat vind jij ervan dat de overheid miljarden uitgeeft aan zorg, onderwijs, uitkeringen en subsidies? Leg uit.
224 Les 1 - Werk is belangrijk
Les 2 Afspraken en regels
Als je klaar bent met je opleiding, ga je werken. Je kan in
loondienst, als werknemer of als zelfstandige gaan
werken. In loondienst heb je een werkgever, een baas.
Als je voor jezelf werkt, ben je eigen baas. Veel mensen
doen dat als zzp’er. Dat betekent zelfstandige zonder
personeel. Dan heb je niemand in loondienst.
Een belangrijk verschil tussen zelfstandigen en
werknemers heeft te maken met verzekeringen. In
loondienst ben je automatisch verzekerd tegen
inkomensverlies bij ziekte of werkloosheid. De
werkgever betaalt daaraan mee. Als zelfstandige moet je
dat zelf regelen.
Beroepsbevolking Op een bouwplaats zijn een helm en veiligheidsschoenen verplicht.
Wanneer je klaar bent met school, hoor je bij de
beroepsbevolking. Dat zijn alle mensen tussen de 15 en Regels
75 jaar die betaald werk hebben of die willen werken. In Als je werkt, moet je je ook aan regels houden.
Nederland zijn dat 9,2 miljoen mensen. Bijvoorbeeld regels over veilig en gezond werken. Die
Afspraken regels staan in de Arbowet. Daarin staat bijvoorbeeld
Als je in loondienst gaat werken, teken je een contract. dat je niet te zwaar mag tillen en regelmatig moet
Daarin staat bijvoorbeeld hoeveel uur je werkt, hoeveel pauzeren. Of dat je op kantoor een goede stoel moet
je verdient en hoeveel vakantie je hebt. Deze afspraken hebben. Die wet gaat dus over je werkplek en de manier
tussen iemand die in loondienst werkt (werknemer) en waarop je werkt. Dat zijn je arbeidsomstandigheden.
zijn/haar baas (werkgever) heten arbeidsvoorwaarden.
Opdracht 10
Lees lestekst 2 - Afspraken en regels.
a Zet een streep onder de woorden die je niet kent.
b Zoek de onderstreepte woorden op in een woordenboek.
c Schrijf de betekenis bij je aantekeningen aan het einde van dit thema.
Opdracht 11
Lees lestekst 2 - Afspraken en regels.
Hieronder staan vier zinnen over die lestekst. Maak die zinnen af door het juiste vakje aan te kruisen.
1. Als je werkt voor een werkgever, ben je: 3. Waarbij horen afspraken over je loon?
Arbeidsomstandigheden
In loondienst Arbeidsvoorwaarden
Zzp’er
2. Uit hoeveel mensen bestaat de beroepsbevolking? 4. Hoe heet de wet over veilig en gezond werken?
9 miljoen De Arbowet
17 miljoen Het contract
Werk 225
Opdracht 12
Bekijk de infographic. Maak daarna de opdracht.
a Er zijn meer mensen MET EEN EIGEN BEDRIJF / IN LOONDIENST. Onderstreep het juiste antwoord.
b Er zijn meer mensen die WERKEN / DIE NIET WERKEN. Onderstreep het juiste antwoord.
c Hoeveel mensen hebben een eigen bedrijf met personeel?
Opdracht 13
Loondienst of een eigen bedrijf? Het heeft allebei voordelen en nadelen. Eigen bedrijf
a Zet achter elk voordeel of nadeel een kruisje in de juiste kolom.
Loondienst
Voordeel: je bent je eigen baas.
Voordeel: je weet precies hoeveel je elke maand verdient.
Nadeel: je kunt niet zelf beslissen hoeveel je werkt.
Nadeel: het kan zijn dat je in een maand helemaal niets verdient.
b Ik werk liever in LOONDIENST / EEN EIGEN BEDRIJF, want:
226 Les 2 - Afspraken en regels
Opdracht 14
Lees eerst bron 4. Kijk ook naar het verschil tussen loondienst en zzp in lestekst 2 - Afspraken en regels.
Maak daarna de vragen.
ACTUEEL Bron 4
Toch geen zzp’er
Sytze was bezorger bij Deliveroo. Maar hij werd ontslagen, net als alle andere
bezorgers. Ze konden allemaal wel voor Deliveroo blijven werken, maar dan
als zzp’er. Sytze vond het niet kloppen dat hij precies hetzelfde werk bleef doen
voor dezelfde baas. Hij was dus helemaal niet zelfstandig. Hij ging naar de
rechter. Die zei dat Sytze gelijk had: Deliveroo moet de bezorgers in loondienst
houden. Naar: js.nl, rein.nl
a Waarom denk je dat Deliveroo wil dat de bezorgers zzp’er worden?
b Stel je voor: jij bent de baas van Deliveroo. Je wilt aan de bezorgers uitleggen dat het ook voor hen beter is
als ze zzp’er worden. Wat zou je dan zeggen? Schrijf het op.
Opdracht 15
Lees ‘Wist je dat?’. Maak daarna de vragen. Wist je dat?
Vakbonden
De meeste mensen met een baan regelen hun arbeidsvoorwaarden niet
zelf met hun baas. Dat doen de vakbonden. Een vakbond is een vereniging
voor werknemers die hetzelfde soort werk doen. Zo is er bijvoorbeeld een
vakbond voor de politie en een voor zorg en welzijn.
De vakbonden onderhandelen met bedrijven en met de overheid over de
arbeidsvoorwaarden. Ze spreken met de werkgevers af hoe hoog de lonen
zijn, hoeveel vakantie je hebt, enzovoort. De vakbond helpt je ook als je
een probleem hebt met je werkgever. Bijvoorbeeld als je ontslagen wordt.
a Vul de twee juiste woorden in. onderhandelen met en met de
De
overheid over arbeidsvoorwaarden.
b W aarom is het voor mensen die werken handig dat de vakbonden afspraken maken over de
arbeidsvoorwaarden?
c Ben je zelf lid van een vakbond of wil je lid worden als je gaat werken? Leg uit waarom wel of niet.
Werk 227
Opdracht 16
Bekijk de foto’s. Werken deze mensen volgens de Arbowet, dus gezond en veilig?
Kruis het juiste antwoord aan. Ja Nee
Leg je antwoord uit.
Kruis het juiste antwoord aan. Ja Nee
Leg je antwoord uit.
Kruis het juiste antwoord aan. Ja Nee
Leg je antwoord uit.
Opdracht 17
Noem drie dingen van jouw leerbedrijf die te maken hebben met veiligheid en gezond werken. Schrijf op wat
goed geregeld is of wat er beter kan. Als je geen leerbedrijf hebt, gebruik dan je laatste bijbaan.
1
2
3
228 Les 2 - Afspraken en regels
Les 3 Aan het werk
Werken doe je meestal niet alleen, maar samen met Dat werk tegenwoordig vaak snel verandert, komt
anJdaeren. DeNmeensen met wie je werkt, zijn je collega’s. doordat computers en machines steeds meer kunnen.
Een collega zie je elke dag, daarom is het heel belangrijk Dat heet automatisering. Veel beroepen veranderen
dat je goed met elkaar om kunt gaan. We noemen dat de daardoor, andere verdwijnen misschien zelfs helemaal.
werksfeer. Als er een goede werksfeer is, heb je respect Om een leuke baan te hebben, moet je dus blijven
voor elkaar. Je probeert zo goed mogelijk samen te leren.
werken.
Bedrijfscultuur
De werksfeer heeft ook te maken met de bedrijfscultuur.
Dit zijn vooral gedragsregels. Bij sommige bedrijven
noemt iedereen elkaar bij de voornaam en kun je aan
iedereen iets vragen. Bij andere bedrijven is dat niet zo.
Ook dingen als het wel of niet dragen van bedrijfskleding
en de manier waarop je met klanten omgaat horen bij
de bedrijfscultuur.
Blijven leren
Misschien denk je: als ik klaar ben met school, ga ik
werken en hoef ik niet meer te leren. Dat klopt niet.
De wereld verandert snel, en jouw werk verandert mee.
Dat betekent dat je bij bijna alle beroepen regelmatig
bijscholing krijgt. Je leert dan hoe je je werk goed kunt
blijven doen.
Opdracht 18
Lees lestekst 3 - Aan het werk.
a Zet een streep onder de woorden die je niet kent.
b Zoek de onderstreepte woorden op in een woordenboek.
c Schrijf de betekenis bij je aantekeningen aan het einde van dit thema.
Opdracht 19
Lees lestekst 3 - Aan het werk.
Kruis de zinnen die juist zijn aan.
De mensen met wie je samenwerkt zijn je collega’s.
De werksfeer zijn de afspraken die op het werk gelden.
De bedrijfscultuur is voor elk bedrijf anders.
Bedrijfskleding hoort bij een bedrijfscultuur.
Als je een baan hebt, hoef je niet meer te leren.
Veel beroepen veranderen door de automatisering.
Werk 229
Opdracht 20
Wat voor soort collega ben jij?
Maak de quiz via de QR-code.
a Mijn score is: punten.
b Ik ben volgens de test:
serieus op mijn werk. Ik wil werk graag goed doen en werk het liefst zelfstandig.
best serieus op mijn werk, maar vind gezelligheid ook belangrijk. Ik kan goed samenwerken
én goed zelfstandig werken.
vooral gericht op een goede werksfeer. Ik wil graag goed met iedereen kunnen omgaan.
Samenwerken doe ik liever dan zelfstandig werken.
c Geef je mening. De uitslag van de test klopt WEL / NIET met hoe ik werk, want:
Opdracht 21
a Wat vind jij van de werksfeer op jouw leerbedrijf? Leg het uit in twee zinnen. Heb je (nog) geen leerbedrijf?
Ga dan uit van je laatste bijbaan.
b Lees de zinnen en geef je mening. Is het goed of slecht voor de werksfeer? Of maakt het geen verschil?
Goed Slecht Geen verschil
1. Er wordt veel geroddeld.
2. Er zijn veel regels.
3. Je kunt aan iedereen iets vragen.
4. Iedereen eet samen tijdens de lunchpauze.
5. Er wordt veel gelachen.
Vorm nu tweetallen.
Stel: jullie werken in een supermarkt en hebben
het daar heel gezellig. Zo gezellig dat een paar
klanten hebben geklaagd. Jullie lachen te veel
vinden ze, en helpen te weinig.
c Bedenk een oplossing waarbij de werksfeer minder botst met de taken die je hebt.
230 Les 3 - Aan het werk
Opdracht 22
Een bedrijfscultuur bestaat vooral uit gedragsregels.
a Noteer twee gedragsregels waar jij je op school aan moet houden.
1.
2.
b Lees bron 5. Dat zijn gedragsregels die kunnen gelden bij je leerbedrijf, bijbaan of bij groepswerk op school.
Kruis aan in bron 5 hoe jij scoort.
Gedragsregels Bron 5
Ik respecteer mijn collega’s.
Ik zie wat collega’s nodig hebben om hun werk goed te doen.
Ik help mijn collega’s als dat nodig is.
Ik houd rekening met mijn collega’s.
Ik lever een positieve bijdrage aan de werksfeer.
Ik sta ervoor open dat collega’s mij aanspreken als ze iets dwars zit.
Ik kan goed samenwerken met mijn collega’s.
Ik roddel niet over collega’s.
Opdracht 23 Bron 6
Lees eerst de bron. Maak dan de vragen.
Je kunt je bij ons ontwikkelen
Merel Venneman is directeur van meer dan 375 kapsalons, zoals
Cosmo Hairstyling. Ze vertelt dat het voordelen heeft om als kapper
of kapster voor een groot bedrijf te werken. Ze zegt: ‘Je kunt je bij
ons ontwikkelen, je kunt bijvoorbeeld regiomanager worden. Ook
bieden wij trainingen over nieuwe kniptechnieken en nieuwe soorten
haarkleuring. Je leert ook hoe je de software om spullen te bestellen
moet gebruiken.’ Naar: provalliance.nl
a In de bron staan drie zinnen over scholing. Onderstreep deze drie zinnen in de bron.
b Heb je als je bij Cosmo werkt te maken met automatisering? Leg je antwoord uit.
c Heb jij op school te maken met automatisering? Leg uit.
Werk 231
Opdracht 24
Bekijk eerst de video. Maak dan de vragen.
a Noem twee manieren waarop boeren technologie gebruiken bij hun werk.
b Vergelijk vroeger en nu. Welke afbeeldingen horen bij elkaar? Trek lijnen.
Vroeger Nu
c Hoe zag het beroep waarvoor je nu wordt opgeleid er vroeger uit?
d Op welke gebieden moet jij altijd blijven leren?
232 Les 3 - Aan het werk
Opdracht 25
Bekijk de infographic. Maak dan de opdracht.
a Kies uit elke categorie een beroep. Leg uit hoe het komt dat het in die categorie zit.
Het beroep is verdwenen, omdat
Het beroep komt steeds minder voor, omdat
Het beroep bestaat straks misschien niet meer, omdat
blijft bestaan, omdat
Het beroep
b Noem een beroep dat 50 jaar geleden nog niet bestond, maar nu wel.
Opdracht 26
Ga op je stageplek naar je praktijkopleider. Of ga op je werkplek naar iemand die daar al een tijd werkt.
Stel hem of haar deze vraag: Hoe heeft automatisering het werk veranderd?
Vraag hem of haar om één ding te noemen. Schrijf het op.
Werk 233
Portfolio-opdracht
Bij deze laatste opdracht maak je een product. Voeg dit toe aan je portfolio.
Waar en hoe werk jij over tien jaar? Stel jezelf dat eens voor. Geef een beschrijving van je baan,
de bedrijfscultuur en de werksfeer. Denk ook aan de arbeidsvoorwaarden en de arbeidsomstandigheden.
Gebruik het formulier dat je van je docent krijgt.
• Sluit je dit thema liever buiten af? Scan dan de QR-code!
234
Woordpuzzel
Welke woorden horen bij de omschrijving?
1. Iemand die voor een oud of ziek familielid zorgt.
2. … belang: de reden waarom werk belangrijk is voor jou.
3. Vereniging van mensen die werken.
4. Onbetaald werk.
5. Alle mensen die kunnen werken.
6. De afspraken tussen jou en je baas over loon, werktijden, enzovoort.
7. Ander woord voor algemeen belang.
8. Je werkt bij een baas en krijgt loon.
9. De plaats waar en de manier waarop je je werk doet.
10. De wet die regelt dat iedereen veilig en gezond kan werken.
11. Iemand met een eigen bedrijf zonder personeel.
12. Het ontstaan van nieuwe apparaten en technieken.
13. Iemand met wie je werkt.
14. Een afspraak op papier, bijvoorbeeld over arbeidsvoorwaarden.
15. Opleidingen volgen op je werk.
16. Machines doen werk dat vroeger door mensen gedaan werd.
17. De geschreven en ongeschreven regels in een bedrijf.
18. De manier waarop je met elkaar omgaat op het werk.
1m z
2p k
3v b
4v w
5b b q
6a v
7m k
8l d
9a o
10 a
11 z
12 t g
13 c a
14 c t
15 s g
16 a m
17 b c
18 w s
Werk 235
Woordenlijst
Arbeidsomstandigheden
De plaats waar en de manier waarop je je werk doet.
Arbeidsvoorwaarden
De afspraken tussen jou en je baas over loon, werktijden, enzovoort.
Arbowet
De wet die regelt dat iedereen veilig en gezond kan werken.
Automatisering
Machines doen werk dat vroeger door mensen gedaan werd.
Bedrijfscultuur
De manier waarop er in een bedrijf gewerkt wordt en de regels en afspraken die er gelden.
Beroepsbevolking
Iedereen die kan werken.
Collega
Iemand met wie je samenwerkt.
Contract
Een afspraak op papier, bijvoorbeeld over arbeidsvoorwaarden.
Loondienst
Je werkt voor een werkgever die jou daarvoor loon betaalt.
Maatschappelijk belang
Iets dat voor iedereen belangrijk is in de maatschappij. Ook wel: algemeen belang.
Mantelzorger
Iemand die zorgt voor een oud of ziek familielid.
Persoonlijk belang
Een voordeel dat iemand ergens bij heeft. Ook wel: eigenbelang.
Vakbond
Een vereniging van mensen die werken.
Vrijwilligerswerk
Onbetaald werk.
Werkgever
Iemand die mensen in dienst heeft.
Werknemer
Iemand die in loondienst werkt.
Werksfeer
De manier waarop je met elkaar omgaat op het werk.
Zzp’er
Iemand met een eigen bedrijf zonder personeel.
236
Aantekeningen
Werk 237
258
259