The words you are searching are inside this book. To get more targeted content, please make full-text search by clicking here.

PKN Kwartaalbladen jaargangen 6 t/m 10

Discover the best professional documents and content resources in AnyFlip Document Base.
Search
Published by Stichting PKN, 2019-02-18 16:43:05

PKN Blad jaargang 6 t/m 10

PKN Kwartaalbladen jaargangen 6 t/m 10

6e JAARGANG t\R . '2. \ JUNI, 1983

Van de redactie • . •.

Met ingang van de 6e jaargang heeft het uiterlijk van het blad
enige veranderingen ondergaan. Afgezien van een andere kleur
kaft is ook het embleem gewijzigd. Wij menen dat het niet
juist is om Westerwaldpijpen in het embleem te voeren van een
hoofdzakelijk op Nederland georienteerd blad. Door de welwil-
lende medewerking van de Stedelijke Musea van Gouda was het
mogelijk het reclame-vignet van Leendert de Jong, uit het boek
van G.C . Helbers en ID.A.Goedewaagen getiteld "Goudsche Pijpen",
voor ons nieuwe embleem te gebruiken. Wij hopen dat dit her-
kenningsteken nog lang ons blad zal sieren.

De pijpenmiddag zal in de eerste helft van oktober worden ge-
houden in Assen. Wij kunnen u een zeer interessant programma
aanbieden met een lezing, film en een fantastische tentoon-
stelling. Bijzonderheden zullen in het volgende P . K.N. nummer
gepubliceerd worden.

Alle leden die over; informatie beschikken van komende tentoon-
stellingen, nieuwe boeken of andere wetenswaardigheden worden
verzocht dit aan de redaktie te melden.

Wij willen Toon Steendijk hartelijk bedanken voor de donatie
aan de P . K. N. Bij een opstelwedstrijd, uitgeschreven door
Mars, heeft hij een prijs gewonnen en hiervan fSO,- gestort
voor de kas. Wij willen deze geste graag doorgeven aan alle
leden.

Voor u gelezen....

In het tekstboekje van de tentoonstelling "Tussen neus en lip-
pen",in het Afrika Museum (Berg en Dal), staat de volgende
anekdote.

De antropoloog Hambley in 1930: .. . ik werkte bij de Ovimbundu
in Angola. Ik zag eens een meisje met een mooie pijp, die ik
graag wilde hebben. Ik vroeg aan het meisje of zij de pijp
wilde afstaan voor mijn collectie. Toen zij mij de pijp aan-
bood, pakte mijn tolk de pijp bliksemsnel voor mijn neus weg
en maakte mij duidelijk dat ik volgens plaatselijk gebruik, om
het meisje zèlf had gevraagd. Had ik de pijp uit haar handen
aangenomen, dan was dat een teken dat ik haar aanvaardde .

AA.i.1VULL I N G•
Op het artikel van J.W.Roosingh
en F.Tyms tra, "Symbolen van de
vrijmetselarij op pijpen" in
P.K.N. nr.20, kwam een r eaktie
binnen van F.Maayenburg en
L.v.d.Berg. Het eerste pij pje
(A) is een Nederl ands p r oduk t
met in zeer fraai r eliëf de
symbolen van de vrijmetselarij.
Het hielmerk is de gekroonde 46
en als bijmerken staat op de
ene zijde het Goudse wapen en
op de andere kant een c irke l
met een stip.
h et t~eede exemplaar (B) is vermoede l ijk van Engelse or i gine .

HERHAALDE OPROEP.
Willen alle leden, die in het bezit ziJn van pijpj es met het
zijmerk de gekroonde Mof de gekr oonde N, ook wel Napoleon-
pijpen genaamd, omschrijvingen of tekeningen maken van aanwe-
zi ge variaties en de ver schill ende initialen. Gaarne deze zo
spoedig mogelijk opsturen naar Peter Bakker, Jan Cramershof 6 ,
2202 VT Noordwijk . Tel. 01719-1 0970

-+-+- +-+-+-+-+- +-+-+-+-+-+-+-+-

Gee f een man een pijp die hij roken kan
Geef een man een boek dat hij lezen kan
geloof me m'n vriend
Ge hebt dan aan een man geen kind

Nicolaas Beets

2

EEN PIJPENFABRIEK TE WEERT.

door Jos Engelen.

Volgens het boek 'De Fabrieken en Werkplaatsen vallende onder
de veiligheidswet', samengesteld uit het Centrale Kaartregis-
ter der Arbeidsinspectie in 191 2 en uitgegeven voor rekening
van het Departement van Landbouw, Nijverheid en Handel te
's-Gravenhage (druk: Gebrs. J&H. van Langenhuysen, 1912), zou
er in Weert in 19 12 een pijpenfabriek hebben gestaan waar 12
knechten werkzaam waren. Het natrekken van dit summiere gege-
ven leverde de navolgende resultaten op .
Opnieuw bleek dat tal van afstammelingen van de pijpenmakers
uit HÖhr-Grenzhausen,die rond 1800 over België, Nederland,
Frankrijk en Duitsland zijn uitgezwermd in grote familiege-
meenschappen, hun oude vak weer oppakten (I). De reden van hun
verhui zing was tweeledig: a. Te veel arbeidskrachten voor deze
nijverheid in HÖhr. b. Terugval van de pijpenindustrie in HÖhr

vooral vanwege een sterke concurrentie uit Holland ar).

Een van de ze afstammelingen was Jacob Trum (ook wel geschreven
Trumrn of Trom). Hij werd geboren in 1817 in BÖhr (Nassau) en
sticht in 1846 in wîjk-Maastricht een pijpenfabriek, welke in
1855 overgebracht wordt naar Weert. In 1856 verkrijgt hij van-
uit HÖhr toestemming om te huwen met Maria Ida Bergmans uit
Bree (België)(III). Samen met zijn compagnon Johan Knoedgen
krijgt hij in 1856 van de Gedeputeerde Staten van het Eertog-
dom Limburg toestemming tot het "oprigten ener pijpenbakkerij
te /ileert in den boomgaard behoorende tot en ge legen terzijde
van het huis, genaamd bij Schonken in de nabijheid der Zuid -
rviUemsvaart en achter de Bie"f.-c 11• Het betreft hier een perceel
gelegen te Weert, op Laar, kadastraal bekend onder Sectie C
no. 1314 (IV). Zijn compagnon Johan Knoedgen is waarschijnlijk
dezelfde ofwel naaste familie van J.J.Knoedgen uit HÖhr-Co-
blenz die in 1846 een pijpenmakersbedrijf sticht in Bree, die
tot 1928 aarden pijpen heeft vervaardigd (V) . Hoelang deze
samenwerking exact heeft geduurd is niet met zekerheid te ach-
terhalen, maar vast staat wel dat hieraan in 1881 zeker een
einde was gekomen , want op dat moment b etaal t ene Louis Berg-
mans de huur voor de oven en gebouwen (VI).
Henricus Ludovicus Bergmans, wonend in Bladel-Eersel en van
beroep onderwijzer, huwde op I oktober 1878 de dochter Anna
Catharina Trum en zette het bedrijf van zijn schoonouders voort.
Hij wordt in een nieuwe huurovereenkomst van 1888 pijpenfabri-
kant genoemd en betaalt f 145, - per jaar huur voor huis, boom-
cd ard en gebouwen (VII). Op het erf bevindt zich de pijpenfa-

3

briek en in de boomgaard de oven, waarvoor jaarlijks drie gul-
den brandassurantiepremie betaald wordt. De benaming Trum-
Bergmans blijft echter gehandhaafd, zeker tot 1915, gezien de
briefhoofden op het postpapier.

Trumm & Bergmans Trumm & Bergmall!:I

@ Ü ,Ul'\J'\ & Bë KG l'\ANS. FABRIKANTE~

Fabrikanten van Aarden Pijpen ">, 1, 1J ...,,..A 1:r,.1:," ... .i., A .:. "-:Jl~l'- r ,Jn , t:, OrLlma ir t- en fijnr wi lle piJJ11:n.
Oventegels en Vuurvaste Artikelen Roodc- en zwarl( p11p1: n.
U\11 :,. \. .O'.·'<' l'.;t _..,
@ Gelak1c- en geel gevcrn1s1c pijp\ n
.... ,. . ' .,,1, Pijpenkoppen en Sîga rt'npijpen.
Tl.:~TOOJl!TII.LIS fl 't 110~11 11109
Spot11\uen In
UALf f'ORCELÈINEN- EN

OEE.MAILLEEROE l'IJl'EN.

OVENVLOERTEûELS co
OVENSTEENEN

W ET STEEN EN.

Gesticht Maastrichl ltwó.
Ovcq~(brachl n.1:u \ Vi:l.'.rl l ~ "l5.

?$

Briefhoofden van 1911 tot 1913

Op 1 april 1903 eindigt de huurovereenkomst en krijgt Louis
Bergmans het perceel in eigendom. In 1910 wordt de benaming
Stoomfabriek gebruikt omdat er dan een stoommachine gebruikt
wordt voor de behandeling van de klei. In 1911 vermeldt Louis
in een brief aan zijn zuster, dat hij herstellende, van een
been amputatie ten gevolge van suikerziekte, zijn oude metier
in de fabriek weer oppakt om de ongebakken pijpen in potten en
kistjes te leggen. In 191 2 sterft Louis en in 191 3 verzoekt
z1Jn weduwe aan Burgemeester en Wethouders van Weert vergun-
ning te verlenen voor het verbouwen van een werkplaats op per-
ceel C nr. 476 en het plaatsen van een 4 P.K. motor (zie deel
II: Een pijpenfabriek te Weert).

Haar zoon Jacobus (Jacques) neemt dan het bedrijf over. Zij
vervaardigen dan niet alleen pijpen doch ook tal van andere
aardewerkprodukten als tegel s , ovenstenen, vuurvaste artike-
len, spaarpott en en fluitjes. Zoals bekend liep de afzet van
de kleipijp door tal van oorzaken in deze periode sterk terug

en Jacques richtte zijn aandacht mede op de fabricage van de
houten bruyère pijp. Daartoe was hij al in 19 10 in opleiding
gegaan in St.Claude bij het huis Grappin, waarvan zijn vader
Louis reeds de agentuur verzorgde (Grappin-Terminus) en be-
reisde om die redenen geheel Europa. In de jaren twintig liep
d e afzet van de kleipijp s t eeds verder terug en richtte men
zich vooral op souveniers- en pelgrimspijpen, waarvan onder-
staand een voorbeeld te zien is uit de pijpenfabriek Bergmans.
In 1933 beeindigde hij definitief de produktie van kleipijpen
en richtte zich geheel op de bruyèrepijp.

4

0 ~- - -- - ' - -- - ' -- - -- . 1 ._ _ : ;5 cm
~

Driedelige vorm met als afbeelding de kapel van O.L.Vrouw in
't Zand in Roermond. Voorzijde: Maria met Kind. De pijp is van
witbakkende klei. Maria werd na het bakken geel ingekleurd en
de Kapel blauw. Een zeer grove en goedkope pijp.

In 1958 stierf Jaques en zijn zoons Jacobus en Johannes zetten
het bedrijf voort. Zij waren vooral toeleveranciers van Goe-
dewaagen, v.d.Want en GÖbbels, tot 1972, toen sloot ook dit
bedrijf zijn poorten.

Jacob Trum, geb.4-5 1817 Johannes Cornelis Bergman s
overl .18-11 1890

X 1856 X

Maria lda Bergmans, geb.6-12 1833 Wilhelmina v. Dun

, overl. 3-1 1917 '
t-1aria Cath~rina Trum' 18~8 Henricus Ludovicus Bergmans

geb.1-1 1860 geb.22-8 1851

overl .23-12 1928 16 ki.nde1ren, waaronder

Henricus Anton ius Jacobus, geb.23-7 1884

overl .28-3 1958

X 1923
Ernestine Elise Justina Maria Agnes Antonia
Schlatman, geb.22-8 1895, overl . 26-12 1979

'Jacobus ' Antonius Johannes Franciscus + 4 kinderen
Johannes Maria, geb.23-5 1925
Josephus Maria, geb.20-11 1930

Genealogie van de familie Trum-Bergmans.

In de archieven van de familie berust ook een tweetal kasboe-
ken, lopend van 19 nov. 1847 tot en met sept. 1878 . Zij bevat-
ten een volledig overzicht van de namen van hun grote klan-
ten, hun woonplaats, de te leveren goederen en de daarvoor be-
rekende prijzen. De eerste jaren is het boek waarschijnlijk
bijgehouden door Jacob Trum zelf en later door zijn vrouw Ida
Maria Trum-Bergmans. Jacob, zoals vermeld komend uit HÖhr,
schrijft in een combinatie van Duits dialect, Franse woorden,
waaraan het verblij f in Maastricht wel niet vreemd zal zijn
geweest en Nederlands. Met dien vers tande dat de Nederlandse
woorden op Duitse wijze geschreven werden. Zoals ze hem in de

5

oren klonken , zo werden ze opgeschreven . Ook de invloed van de
Limburgse dialec t en is duidelijk terug te vinden . Enige voor-
beelden: gr os wordt gross, met kleine kop wordt klein kÖp,
Weert wordt Werth, Schimmert wordt Ch i mert . De bij de boekin-
gen vermelde data staan echter weer in het Frans geschreven,
totdat }1aria Ida rond 1855 de boekhouding overneemt en over-
schakelt op Nederlandse data.

__,,J: ::is .(
·y..
-,~f~
/t'J;f/
/ <.
~/ ~J

,A'/. ? t:"I t=. ?-'~i

X fjî

. ...,

_ _-'--_ _......_,_. - - • - - - - - =-:·=· _ .,_-~~ - [#·, -· ·--• ...J •

Gedeelte van een pagina uit het kasboek uit 1848.

6

// ,

~ ~/5-j;;/~/{

9 t!' ~ .e...., -= // :q"

Gedeelte van een pagina uit het kasboek uit 1878.

Uit deze registers zijn tal van gegevens te halen die voor een
goed overzicht van de toenmalige pijpenindustrie belangrijk
zijn. Allereerst de produktie, voor zover dit uit deze regis-
ters te halen is aangezien hier slechts de leveringen van gr o-
te aantallen vermeld staan en niet de plaatselijke omzet . To-
taliseren wij de genoemde aantallen, dan zou dit betekenen dat
1847 een produktie oplevert van rond de 20 . 000 pijpen, alle
soorten bevattende. In 1849 is dit aantal praktisch gelijk,
dit betekend in geld uitgedrukt een omzet van !1007,66. In dit
bedrag zitten tevens de kosten van de verpakkingen zoals een
mand (!0,05), een kist (f0,24), grote kist (fl,50) en wijn,
die hij eveneens verhandelde. Dit laatste is niet zo vreemd
daar zijn potentiële klantenkring veelal bestond uit herber-

7

giers . Verder staan genoemd: koopman, winkelier, hotelier, ta-
bakshandelaren en partculieren. In 1871 is zijn omzet gestegen
tot !3500,00 gulden per jaar. Een drietal grote klanten die
herhaaldelijk genoemd worden zijn: tabakshandelaar W.v.d.Berg
en Zonen op het Rapenburg (Rotterdam), P . Dehue in Maastricht
en de weduwe Eras in Den Bosch. Zijn afzetgebied, dat zich in
1847 voornamenlijk beperkte tot Zuid-Limburg, breidde zich al-
lengs uit naar Midden Limburg (Weert in 1856) en Noord-Brabant
tot aan de lijn Den Bosch - Nijmegen, In 19 68 komen zelfs de
steden Amsterdam, Groningen, Rotterdam, Dordrecht, Gouda en
Gorinchem voor. Vandaar dat aan deze pijpenfabriek niet alleen
regionale betekenis mag worden toegekend. De aflevering van
de pijpen buiten Weert geschiedde door een vervoerder, hetgeen
bevestigd wordt door een tweetal nota's uit resp. 1862 en 1880.

/,:,., , ,.___ ,,.... ,.-, ,:_ cz,Á--.,____, ,a_,, t el,,..1 J,..... /!lt~.

lo ,, / Jz,_

J.!t " 4 . / u.

1 0, . _{/lv 0,....._,_,,_ t <,

'21- ,, /. ~
ÁJ ~
t{a
1· 0t,.:.,
;; r
'~
... ,, JLJ.
1 t. ~
.J. w
? Y,...7
/(/-
(1/
'< Jo
j
rt ~.-I_ .7--#

/J11

1 iJ"

t/ á,,,.~' -

Vrachtnota uit 1862 (eerste gedeelte).

8

2& . ,, .tr_ / I,._

-U. ,st),. ~t,

# $-{- / J l)

~ /l~ /.Jr
.J[_;

1"

.!, (1--p
tu ç-t,

//r

) j l}

{ fP

X;

r~

rj ~ { 1-

IJ,1. l. .....-t... JJ._v/.J:_ 1 ..____.._ ~ 1·. d-.. ih

~ lu,

~ --_ - , -

1J/I J&=r

#

4-t~

J, LA,

1 .,/ r

1. .1. . Lo

·•,I T f -[ (

Vrachtnota uit 1862 (tweede gedeelte).

9

ef

I ,,.

J1 l ~ ~t:ilL ~ ~-......---··-

,vo,n .·:..__ _ _ __ . /__✓._'' / ~',/4- /- 2 - -- -- - -- - -

Ye-- z "u~ -_L;·/,LL én .
/ I/Û/ ( f r 'rd /4 • -/ /'... . \; -

/ = - ; , / ~ -"---~'"-""-

"'L..~'.~ ../2,/!_ __ _ 4:f1._(L _ Ü:../.LL~.
, L•_-~:.._j_g____ _ ___ _ _ ___ ....

I{_ ·• • 1 · - · .! .. Á7"--;~j'/L --~'-/---;,.:.1::_,,g.LL~1-~.

_(.J__ __" -· L---~ ---.,._ _ __Z-..,L...dL - -" ~ ;t:,_.,J,,,_.

,t.. L __,_.______.L.---"'L,tuft___ ___,._~.:..1<--,,X- ~ ~ --·-··--

/

. _______L:'Î.u,.k~.12...L .. __ . ··-·- -···

7(' . ,

r.J-/'L__,__._- -- Ä--'-'-- - ·--'-1 -Z~2- ~P-- --~ -- - - Î 4 ~~ - --

✓----'--"-~ - - - -- -- - ·-'·- ---"'- --L~- ,, I / , // 1',,J',;0!L......,,:___

-·- - -~/Aî', 4..A:'r._,.ç_~.S..e_ /-- - -- -

... __[ J . ~(--?f _ --- -·-····

1P:S/
· - 1- - - - - -- - - - - - - ·-

Vrachtnota uit 1880.

Uit deze registers is eveneens een duidelijk beeld te verkrij -
gen van het brede assortiment pijpen dat Trum-Bergmans toen-
dertijds leverde en de prijzen die hij zijn klanten berekende .
In de navolgende tabellen is de omschrijving van de pijpen
weergegeven op de schrijfwijze zoals ze in de registers zijn
opgenomen. Vermakelijk is wederom het vertalen in het Lim-
burgs-Duits dialect. Wij zien bijvoorbeeld de beroemde Jacob-
pijp vermeld staan als Kobuspijp! En Mari a wordt vermeld a ls
Lefrau en voor Gerenkten moet U lezen met ranken.

10

De opsonnning (90 soorten) is bij lange na niet volledig doch
geeft wel een goede indruk van het assortiment uit de jaren
1847 - 1878.

Soort aantal prijsxSoort aantal prijs

1847 gros 84 Grossen kop stuk 4
Korzen stuk 3
Glate kop gros 144 Klein kop stuk 2,5
Korte kromen gros 75
Zigarenpijp stuk 1, 15 Losse koppen groot dozijn 36
Half lange dozijn 24
Offizier stuk 1 Lange stuk 2,5
Kwaartzen stuk 2,5
Losse kop klein gros 50 Jagtkop stuk 3
Auschoss
1852 Stompe kop stuk 2
Ordinaire
Kop mit augen Noir stuk 1

1857 Glattspitzen dozijn 8
Amerikaner
Turkenkop Neuen 100 70
Hersch
Geyte Pok 100 50 Hollandsche gros 84
Emalierten dozijn 5 Motzen

1858 gros 72 Stomger gros 50
Stevel stuk 3 Gesichter dozijn 36
St.Roch dozijn 48 Klasurten stuk 6
Berger dozijn 48 Dominee stuk 2
Tambur stuk 5
Tiroler
1859 stuk 8 Aberham stuk 8
Weissen stuk Damen stuk
Kater stuk 8 Kop Tiroler Dame stuk 6
Hendger stuk 5 stuk
Groute repen stuk 5 Eiserban 9
1868 5
8
Gekleurten
Gelen 100 50 Jacht gros 288
Franzen dozijn 24 Koronen dozijn 12
Hilger 50 25 Lefrau dozijn 60
Morinen 100 150 Han e p o t e n dozijn 18
Arendkop
Beren 100 150 Vos gen-Honden stuk 3
Mouren gros 300 Klein repen gros 100
Locomotief gros 200 Gebloumten gros
gros 50 Gerenkten 60
gros 110 Kobus gros
gros 60 Potlefel gros 110
gros 110 Perlen Hil gros
gros 110 Trouventros gros 110
gros 110
100 150
50

50

11

. .... . / I Il

- -;, r

/i-J

·----~

Salari sstaten van de weeklonen (1875- 1878) .

12

Soort aantal prijs Soort aantal prijs

1869 stuk 4 General gros 72
Sporen

Nazen gros 90 Adler gros 60
Teufger gros 90 Engelscher gros 144

Haterloo gros 144

1871 gros 100 Kliever Blat gros 84
Faietie gros 144 Perrels gros 55
Holand Wapen

Gerepten gros 55 Granedier gros 100

Hond op de stel gros 100 Menger mit Bein gros 100

Kneyn gros 72 Arabiers gros 72

Horen gros 100

1873 gros 72 Mandje op de steel gros 100
J>.untj es

Friezinnen gros 84 Kurusziers gros 100

Gebloemde sigaren gros 60 Willem III gros 125

Koningspijpen gros 200

1877 gros 120 Beierse So ldaten gros 100
Bijenkorven

Holle gros 200

1878 gros 200 Groote ribben gros 250
Klein ribben

x De prijzen zijn opgegeven in centen.

Tussen de boekhouding door treffen wij berekingen aan van het
betaalde loon per knecht. Tussen 1875 en 1878 worden er steeds
een tiental genoemd, buiten de eigenaar, zijn vrouw en kinde-
ren, die ongetwijfeld ook mee hebben gewerkt in de fabriek .
Waarschijnlijk betreft het hier een berekening van de weeklo-
nen . Op de vol gende pagina staat een voorbee ld uit deze perio-

de.

Bronnen:
I-II Dr.Franz Eaaden. Nachforschur.g HÖltzenspies-Rembs,

Ransbach 1982.
III Archief fam . 3ergmans.
IV Archief G~meente Weer t.
V Bokrijkse Berichten XVII. Pijp e n To ebak 1979 .
VI·-VII Archief f aI:J.. Bergnans.

-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-

Werft U ook een nieuw Uà voor àe P. K.N?

13

MERKEN EN BANDSTEHPELS VAN JAN JACOBSZ; VAN DER AERDEN.

door Jos Boelsma.

Door de aankoop, op een antiekbeurs, kwam ik voor weinig geld
in het bezit van een pijpfragment , gemaakt door de pijpmaker
Jan Jacob sz . van der Aerden. Dit is een van de weinige zeven-
tiende eeuwse pijpen met een bandstempel. Op de steel staa t:
IAN IACOBSZ 'IA •
In zijn boek"De kleipijp in de 17e eeuwse Nederlanden'1, heeft
DÜco over deze pijp het volgend e geschreven: "Hoewel het ni et
zeker i s , zal deze pijp toch gemaakt zijn door Jan Jacobsz.
van der Aerden, een Goudse pijpmaker, bekend uit de periode
1668 - 1670 . De l etters V en A z ijn de afkorting voor zijn
acht ernaam Van der Aerden , die hij op zijn pijpestelen ge-
stempeld heeft ter onderscheiding van de pijpmaker Jan Jonas-
sen (Jan Jonasz. de Vrien t, 1669 - 1669, pi jpmakersbaas), die
met het gekroonde II merk merkte , da t ech t er zonder stippen
op de letters weer duidelijk te onderscheiden was van de pro-
dukten van Jan Jacobsz. die zijn initialen van een stip voor-
zag" .
Bij nadere bestudering bleek echter het vol gende. Het hielmerk
van mijn exemplaar heeft geen stippen op de II's, echt er wel
het bandstempel van Jan Jacobsz., waaruit bli jkt dat hij met
twee merken merkte, zoals hieronder i s weergegeven.

Jan Jacobsz . van der Aerden Jan Jacobsz. van der Ae fden
Jan Jonasz . de Vr ient

Overigens zijn er ook kl eine verschillen in de bandversiering.

:g·~=·-·- umetee h ewt •• tz
, ___, e ette t
MWiWfillhiP ■ I ■ ~C4ilMI

kOdM tN•t• "tPlth ttet•tM""ttPtt- ute
hhlUC.CI wawu - PC:hii•

w-:uou - - -

HGW . . . . . . . . .wcUUA

14

HET IS NIET ALLEMAAL GOUDS WAT ER BLINKT!

door J.P .Brinkerink.

Dat het namaken van goede produkten en zelfs het vervalsen van
bekende merken geen verschijnsel is van onze tijd, wordt door
allerlei vondsten telkens weer aangetoond en is waarschijnlijk
net zo oud als de dag dat mensen produkten gingen maken voor
de handel. Dat dit ook gebeurde in de pijpmakerswereld, zal
vele van u niet onbekend zijn. Helaas is het vaak erg moeil ijk
om aan te tonen of men te maken heeft met een echt produk t of
met een vervalsing of imitatie. Ik wil duidelijk een verschi l
maken tussen vervalsen of imiteren, want men heeft natuurlij k
niet altijd vervalsen voor ogen gehad. Mode was en is nog a l-
t ijd bepalend voor het uiterlijk van produkten die mensen ma-
ken. Pas als men opzettelijk een produkt gaat voorzien van on-
eigenlijke merken of merktekens, met als doel de afnemer te
misleiden, dan pas kan men spreken van vervalsen.
Wat was nu de reden voor sonnnige pijpmakers om over te gaan
tot het gebruiken van bestaande merken? Laten we ons even ver-
plaat sen naar het einde van de 18e eeuw. De Holland se pijpen-
industrie is dan ne t over z'n grote bloeiperiode heen, het
t oonaangevende Gouda, wiens pijpmakers hun produkten over de
hele wereld exporteerden, worden steeds meer geconfronteerd
met beperkende maatregels in de exportlanden en t oenemende
concurrentie van buitenlandse collega's. Ze zien zich gedwon-
gen steeds meer produkten in eigen land te gaan afzetten . Had-
den voordien andere pijpmakers in den lande nog een redelijk
afzetgebied, zagen ze zich nu bed reigd. Naarstig probeerde men
door maatregels via gilden of s t adsb estuur het onheil te keren
(1), maar in een politiek toch a l zo'n rumo e rige tijd hielpe n
al deze maatrege l s weinig en ve len moes t en dan ook met lede
ogen toezien hoe hun bedrijf t en gronde ging.
Veel kleine pijpmakersbedrijfjes buiten Gouda konden niet veel
meer do en dan proberen veel gevraagde Goudse modellen en mer-
ken te imiteren in de hoop, dat de kopers ook hun produkten
zouden afnemen. Dat sommigen hierbij niet schroomden om he t
Goudse wapen als bijmerk te zet t en ging men in Gouda toch t e
ver, er werden dan ook in 179 1 protecti onistische maatrege ls
genomen. Het werd op straffe van boetes, verbe urdverklaring en
arbit a ire straffen, voor pijpmakers van buiten de stad , ve rbo-
den het Goudse wapen op hun pijpen te zetten, of zelfs iets
dat er maar op l eek (2). Helaas voor Gouda, l apten vel e binnen
en buitenlandse pijpmakers deze verordeningen aan hun laars ,
get ui ge o . m. een grote hoeveelheid fragment en van namaak Gou-
wenaars, gevonden in Brabant.

l5

Het zal zo'n tien jaar geleden ziJn dat de heer E.Cousin, toen

nog woonachtig in St. Michielsgestel, op een akker bij die

p l aats in de buur t, enkele honderden fragmenten vond van klei-

pijpen . Toen hij in oktober 1982 een doos met deze fragmenten

op m'n bureau zette, was mijn eerste reaktie : "Wat moet ik met

al die kapotte ovoide pijpen". Toen ik echter de merken bekeek

viel het me al meteen op dat ze nogal slordig gegraveerd waren,

ook de bijmerken bleken afwijkend van de mij bekende Goudse

ovoide pijpen. Ik raakte steeds meer overtuigd met vervalsin-

gen te doen te hebben.

Na alle merken bekeken en genoteerd te hebben bleek dat het om

100 verschillende merken ging . Enkele kwamen veelvuldig voor,

van anderen waren slechts I à 2 exemplaren aanwezig . Het meest

voorkomend waren de merken 77 - 66 - H - B - AB en KIP. Bij

nadere beschouwing bleek dat veel bij merken geen Gouds wapen

voorstelde , maar een wapen met een boom

(zie afb.) . Nu zou je kunnen zeggen dat

strikt genomen dit geen vervalsingen

zijn, ware het niet dat op pijpen van

hetzelfde merk, b . v . gekr . H, zowel het

Goudse wapen, als het wapen met de boom

gezet werden . De maker heeft hier dui-

delijk de bedoeling gehad de consument

te doen geloven dat het Goudse pijpen

waren. Maar waarom is in het ene geval

een Gouds wapen en in een ander geval

het wapen met de boom gebrui kt? Ik ben

geneigd te denken dat het in het eerste

geval om export of op z'n minst om af-

zet buiten de direkte omgeving van de

fabriek gaat en in het tweede geval om Het \.Japen van Esch
afzet in de direkte omgeving.

Nu is het niet zo dat a ll e 100 merken deze verschijnselen ver-

tonen, vele dragen het Goudse wapen, al dan niet met een S er-

boven. Alleen op grond van de slechte afwerking van de gravure

van het merk, denk ik dat het in de meeste gevallen om verval-

singen gaat . Als u de afgebeelde bijmerken bekijkt zult u zien

dat ook in sommige gevallen het Goudse wapen niet is gegra-

veerd op de wijze zoals men dat in Gouda gewoon is. Geen Goud-

se produkten dus, maar waar zijn ze dan wel gemaakt?

Gezien de grote verscheidenheid van merken moet het toch een

plaats of stad zijn geweest waar meerdere pijpmakers werkten.

Allereerst ben ik nagegaan welke stad een boom in z'n wapen

had. Dit was in Brabant o . a . het plaatsje Eséh (3) . Wat bleek

nu, toen ik de heer Cousin om nadere vindplaatsgegevens vroeg,

16

dat de akker ± 5 km van Esch lag op het punt waar de Essche-

stroom en de Donunel bijeen komen. Ook kon hij me vertellen,

dat in de tijd dat h ij materiaal verzamelde, iemand hem ver-

t elde dat er in de buurt een pijpenfabriek gestaan had. Nu

wordt dit a l gauw beweerd als er ergens veel pijpfragmenten

gevonden worden , maar in dit geval zou het best mogelijk ge-

weest kunnen zijn.

Een ander aspect waaraan ik niet voorbij wil gaan is dat naast

de ovoide pijpen er ook een aantal fragmenten gevonden zijn

van pijpen met het merk op de voorzijde van de ketel en aan de

onder zijde, waar normaal de hiel zit . Deze pijpen waren , voor

zover nog te zien, goed afgewerkt en geglaasd . De merken wa-

ren hoofdzakelijk de gekr oonde Ben de slang, enkele andere

waren IGH, K, 35, 6 , rVs, het scheepje en de weegschaal. Of

het hier ook om niet Goudse pijpen gaat kan ik niet zeggen,

hoewel het merk de Ben de slang ook bij de "valse" ovoide

pijpen voorkomt .

Verder waren er een aantal fragmenten van pijpen met zijmerken

bij, die vrijwel allemaal uit Gorinchem en Schoonhoven kwamen .

Tot slot zaten er nog een aantal fragmenten van Duitse produk-

ten tussen, zoals de zgn . Peter Dorni pijpi met het merk de W
t~,en merken a l s D, W.Dorn , m, LETZERT, HD, GH, PD, lf! en

LD . (4).

Hieruit zou men kunnen concluderen dat de concurrentiedruk erg

groot was, zodat men min of meer gedwongen was over te gaan

tot dubieuze praktijken.

Conclusie.
Uit voorgaande mag b lijken dat lang niet alle zgn . Goudse pij-
pen ook echt uit Gouda komen. Natuurlijk moet ik de nodige
voorzichtigheid betrachten omtr ent de onechtheid van alle 100
merken, daarover zal pas zekerheid bestaan als uit de archie-
ven of gildeb oeken blijkt dat men die merken ook gezet heeft.
Dit zal nu de volgende stap moeten zijn.' Het archief-onderzoek.
Mocht dit in de toekomst wat opleveren dan kom ik hier zeker
op terug. Voorlopig kan ik alleen maar zeggen dat e r zeker 19
merken nagemaakt zijn, met de bedoeling dat de afnemer zou
denken dat h et om een Gouds produkt ging, maar in werkelijk-
heid hoogstwaarschijnlijk in het plaatsje Esch in Brabant ge-
maakt zijn.
Tenslotte dit: als u zich voor deze materie interesseert raad
ik u aan uw verzameling eens letterlijk en figuurlijk onder de
loupe te nemen, het kan leuke verrassingen opleveren.

17

Enkele van de bij merken zoals deze voorkomen op de namaak
Goudse pijpen .
Andere pag i na: En i ge voorbee l den van hi el rnerken die veel aan-
wezi g waren.

18

19

In de hiernavolgende tabe l wordt aangegeven welke merken en
hoeveelheden daarvan gevonden zijn, tevens is aangegeven welke

bijmerken gebruikt zijn.
In deze tabel komt niet tot uiting of bij de wapentjes de l et-
ter S, cirkeltjes of stippen gebruikt zi jn en of de Goudse wa-

pentjes echt of nagebootst zijn.

+ Gouds wapentje Sterren of stippen
? = Gouds wapentje zonder s terren
= Wapentje met boom

0 = Geen bijmerk

aantal merk bi imerk

4 de molen +

15 de schaatsrijder +

8 de both +

2 de slang +0

17 de wijnton - 01

2 de hond +-

2 3 klaverblaadjes +

4 he t kromzwaard 01

1 de theet afel +

1 de 6 puntige ster +

1 de liggende leeuw +

4 de Franse l ely +-

5 de brandemmer + 01

2 de Ierse harp 0

2 de pijproker op de stoel +0

3 de trekpot +

5 de krijgsman + 01

3 het wapen van Amsterdam 01

1 de l eeuw in Hollandse tuin 1

1 de sleutel +

1 de 7 provincieën 0

2 de man in de boot +

1 de zon +

1 het scheepje +

1 de tulp +

1 de ooievaar +

1 de trompet 0

1 het vrouwtj e met de karnton +

2 Bacchus op h e t vat +

1 de man op het paard +

1 Koning David +

1 de arreslee +

1 he t melk meisje +

20

aan ta l me r k bijmerk aant al merk bijmerk
+
1 1'P + 1 s
44 AB + - 0 +
3 svo +
1 AH + +
1 TD +-
1 AVR + TM +
5 TS
14 B +- 0 3 VB 0 (Duits?)
6
9 BS + 2 W) +-
9 +0
3 BWB + 0 1 2 ws
3 +- ?
2 BVB + 2 2
6 +
1 BVE 0 1 9 +
1 17 +
3D -0 24 +
1 26 +
1 EAG + - 28 +
1 30 +
1 ES 31 +
3 33 +-
1 EP + 3 36 +
37 +
1 GN + 1 38 +
39 +
1 G~ + 2 46 +
11 55 +
84 H +- 0 56 +
1 64 +- ?
1 HB + 66
1 68 +
1 H¾ + 4 69 +-
1 +
3 IDM + 73
1 77 +- 0
1 r¾ +
4 78 +
1 IVB ? 48 79 +
2 1B + 8 93 +
4
2 IWI + 1 96 +0
1 nm 35
0 (Duits?)
1
23 K1P + - 1
2
2 KVD + ?
1
1 LS + -
5
1N

1 PB +

1 P1B 0

1 PS +

1 PVS +

21

Noten.

1. A.Carmiggelt, "Zwolse Tabakspijpmakers", pag. Il
2. Helbers en Goedewaagen, "Goudse pijpen", pag. 6
3. Kl. Sierksma, "De Gemeentewapens van Nederland", pag. 53
4. E.Nijhof, "Westerwaldpijpen uit de achttiende eeuw", P.K.N.

no. 13, pag. 8 - 23

Geraadpleegde literatuur.

A.Carmiggelt, Zwolse Tabakspijpmakers, eigen uitgave.
D.Duco, Pijpmakers in s'Hertogenbosch, Pijpelijntje, jrg. IV,

nr.3.
D.Duco, Achttiende eeuwse pijpen uit Gorinchem, Pijpelijntje

jrg.IV, nr.4.
Helbers en Goedewaagen, Goudse pijpen, Atlantic, Amsterdam.
F.F.Compier, Pijpenfabricage in Venlo, P.K.N. nr. 16.
S.Laansma, Pijpmakers en pijpmerken, uitgave Zenith , Firma

P.J.van der Want.
G.J.de Lange van Wijngaerden, Geschiedenis en beschrijving der

stad der Goude, 1817, 2e deel.
J.van der Meulen en H.Tupan, De Leidse Tabakspijpmakers in de

I7e en l8e eeuw, uitgeverij Stubeg, Hoogezand.
E.Nijhof , Westerwaldpijpen uit de achttiende eeuw, P.K.N.,

nr. 13.
Kl.Sierksma, De gemeentewapens van Nederland, Prismaboek, uit-

geverij Het Spectrum.
P.Smiesing, De Utrechtse pijpenindustrie in de Lauwerecht,

maandblad Oud Utrecht jrg. 53 nr.6 en 7/8.

Met dank aan de heer E.Cousin voor het afstaan van het mate-
riaal en aan de heer K.den Dood voor het maken van de foto's.

-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+- +-

De imkerpijp, of Dathepijp, is geen rook-
pijp maar een blaaspijp. Hij wordt gebruikt
om de bijen rustig te maken. Ook ter be-
strijding van de gevreesde bijenziekte,
varoatose, maakt men gebruik van deze pijp.
Door rook in de korf te blazen gaat de va-
roa-mijt dood. Meestal wordt de pijp niet
met t abak gestopt maar met golfkarton, wat
een flinke rookontwikkeling geeft.

J.v.d.M.

22

AA.i.~VULL ING.

Naar aanleiding van het artikel "Achttiende eeuwse p1.Jpen met

vismotief als zijmerk" (P.K.N. nr . 20) , heb ik de volgende

aanvullingen mogen ontvangen .

Initialen ~ Bijzonderheden

AVB 6

GH 1

HVDO + IVA 3 IVA boven HVDO (zonder bloemen)

IHVS tekening A

IS

IV

JVG tekening B

NICOLAES SAKKER A en E nu los van elkaar .

SLD

WVM? 4e letter H,B of P

Verder nog enige aanvullingen omtrent vermoedelijke pijpenma-
kers en plaats van herkomst .
AKL Andries Kulinck, Schoonhoven.
AVH make r onbekend , Alphen aan de Rijn.
CHN, CHVN Cornel is rluivenaar, Schoonhoven .
IHN Jacobus Huivenaar, Schoonhoven.
IS Jan Schippers, Gorinchem.

Jan Seton of Jan Stokman, Schoonhoven .
maker onbelend, Alphen aan de Rijn.
JVG Jan of Jacobus van Genderen , Schoonhoven .
LHN Louwerens Huivenaar, Schoonhoven.
Nicolaes Bakker Nicolaes Bakker, Schoonhoven
PVR Pieter van Rijk, Alphen aan de Rijn .
WVDH maker onbekend, Alphen aan de Rijn.

Met dank aan de inzenders A.Ligthart, B. v.Lingen (tek . ), J . v .
d.Meulen , P.Moree, J.v.d . Rhoer e n M. Vermeer.

Peter Bakker

A
23

NIEUWE LITERATUUR.
Fresco-Corbu,R. European Pipes, Antique collectors pocket gui-
des. Lutterworth Press, Guildford, Surrey, England 19e2.
ISBN 07 188--2535-7 Prijs fl2,75 }1et 100 illustraties.
1 Coolen,1\1. Tabakspijpjes 1600-· 1900. Pijpvondsten uit Grave ,
Velp en Escharen. Uitgegeven door de Stichting " Graeft Voort'",
Achter de Kerk 8, 5361 CG Grave. Prijs !15,-.
Kügler ,M. Zur Geschichte des Pfeifenbäckerhandwerks im Unter-
westerwald. In: Rheinisches Jahrbuch :fÜr Volkskunde, TÖpfer-
handwerk. ed . B.Kerkhoff-Hader. Band 24, 1982. Prijs± !50 , - .
TEHTOONSTELLINGEN.
Willemstad, Galerie Icon, Voormali g Raadhuis, Raadhuistraat 2.
400 jaar g~schiedenis op Goudse pijpekoppen. Duur: tot 3 1 de-
cember. Openingstijden: woensèag t/m zaterdag 10-12 en 13-17
uur.
Gouda. Het Catharina Gasthuis in de gasthuiskapel, Achter de
Kerk 14. De geschiedenis van de kleipijp. Duur: 9 juli t/m 4
septen:ber.
Berg en Dal (bij Nijmegen). Afrika Museum. "Tussen neus en
lippen': pijpen en tabaksgebruik in Afrika. Duur: 1 februari
t/m 19 september. Openingstijden: èagelijks 10-17 uur en op
zon- en feestdagen 11-17 uur .
Bij deze tentoonstelling is tevens een tekstboekje te verkrij-
gen à !3,- .

24

6e JAARGANG nK' 'L<- SEPTEMBER, 1983

Van de redaktie .. . .

Onze jaarlijkse pijpenmiddag zal op 22 oktober gehouden worden
in het Provinciaal Museum van Drenthe, Brink 1 en 5, te Assen.
Vavaf 13.30 uur wordt een rondleiding over de tentoonstelling
gegeven door Harry Tupan . Verder zal Ron de Haan een lezing
houden over de opgravingen van het Waterlooplein in Amsterdam,
en e r i s gelegenheid tot ruil en uitwisselen van gegev~ns .
Het belooft een interessante en leerzame middag te worden,
een "mustn voor iedere kleipijp- en tabacologieverzamelaar.
Voor deelname aan deze middag moet men zich schriftelijk opge-
ven bij: J.v.d.Meulen, Utrechtse Jaagpad 115, 23 14 AT Leiden.
Tot ziens in Assen.

Hieronder volgt een opsomming van de vele aktiviteiten , die
voor de komende periode op het programma staan.

TENTOONSTELLINGEN, DEMONSTRATIES, VERZAMELAARSMARKTEN

Maassluis . Gemeente Museum, Zuiddijk 16. Pijpen gevonden in
Maassluis, uit de collectie van Ron Mansveld. Duur: 10 sept. -
2 oktober. Openingstijden : dagelijks van 14.00 - 17 . 00 uur,
's maandags gesloten . Catalogus verkrijgbaar à!],-

Leiden . Het Pijpenkabinet organiseert op 24 sept . tussen 12 -
16 . 30 uur haar open dag. Verzamelaars en gelnteresseerden kun-
nen het museum bezoeken en tevens een demonstratie pijpmaken
bijwonen. Om half 5 volgt de uitreiking van het eerste exem-
plaar van een nieuwe publicatie. Daarna is er voor donat~urs
gelegenheid tot borrelen en napraten. U bent van harte welkom
in het Pijpenkabinet, Oude Vest 159a, Leiden .

Assen . Drents Museum. "Wolken van genot" Grote expositie over
tabaksgebruik en rokersattributen, met voorwerpen uit vel e
musea en verzamelingen . Duur: 15 okt . - 5 jan. 1984 .

Utrecht. Jaarbeurshallen . Nationale Verzamelaars Jaarmarkt.
Op deze beurs staat de PKN met een een stand . Gehouden op 19
en 20 november, van 10 - 17 uur.

ADVERTENTIE

Te koop gevraagd : oude reklames van tabak, sigaren en sigaret-
ten. Liefst email le, maar ook ander reclamemateriaal is van
harte welkom. Reacties naar: John van Zetten, Couwenhoven 6 1-
27, Zeist . Tel . 03404 - 60144

25

EEN PIJPENFABRIEK TE WEERT (II)

door Jos Engelen

Moe ten wij ons bij de reconstructies van de pijpennijverheid
in vorige eeuwen meestal behelpen met archief gegevens en spo-
rad i sch met afbeeldingen van ovens en fabr ieken, ditmaal was
Vrouwe Fortuna ons beter gez ind en toverde voor mijn verbaasd e
ogen een vrijwel geheel intacte pijpenoven tevoorschijn, ter-
wijl ook de daarbij behorende bedrijfsruimtes nog zeer goed te
herkennen waren!
In de ontwikkeling van de pijpenfabriek Trumm en Bergmans zijn
drie stadia te onderscheiden: 1. Periode 1855 tot 1913. 2. Pe-
riode 19 13 t ot 1949 . 3. Periode 1949 t o t 197 2.

1. Periode 1855 tot 19 13 . Lopend van de stichting van de p1J-
penfabriek te Weert in 1855 en de oprichting van de oven 1n
1856 , tot 19 13, het jaar waarin de weduwe L.Bergmans van Bur-
gemeester en Wethouders van Weert toestemming krij g t tot uit-
brei ding van de pijpenfabriek en tot plaatsing van een petro-
leummotor van 4 P.K. op het perceel , kadastraal bekend Sectie
C nr. 1314, gelegen op Laar (afb. 1).
Zoals vermeld in het artikel "Een pijpenfabriek te Weert", in
P.K.N. 6e jrg. nr. 2 1, werd de oven opgericht in 18 56 in de

Ryl<S WéG vv'é€RT

Z .W. VAART

5/TUAT!l/lA.N

afb. 1 Situatieplan van het per>aeel

26

in de boomga ard, gele-

gen ter zijde van het

huis genaamd bij

Schonken. Uit het ar-

"~ chief van de familie
Bergmans kwam een
~ werktekening (afb.2)
'\ tevoorschijn we l ke ge-
~~ bruikt is bij de bo uw
~ van de oven .
De ovendeur was ge-

richt op de zuidzijde.
De oven is opgetrokken
uit baksteen en wordt
bij elkaar gehouden
door zware muurankers.
Qua vorm en afmeting

~ -0 ~~~~ toont deze oven veel
overeenkomst met de
::::---- '\ u oven, in drie etages,
met schoorsteen, zoals
1/ ,/, vernoemd en getoond
door Jean Fraikin,
in zijn boek 11 La fa -
brication de la pipe
en terre" van 1978
(pg.34) . Het vullen
van de kamer op de be-
gane grond gebeurde

aan de noordzijde en

afb . 2 Werktekening van de oven van de kamers op de

eerste en tweede e t a-

ge, via de zijkant van de oven, te bereiken via een stenen

trap, die reikte tot de eerste etage. De tweede etage werd ge-

vuld middels een takelinstallatie, waarvan het touw over een

uitstekende metalen balk liep, boven het vulgat . Achter de

oven bevond zich de pijpenmakerij.

2. Periode 19 13 tot 1949. Bij de verbouwing, in 1913, wordt
er aan de bestaande fabriek een werklokaal toegevoegd van
10 x 5 meter, voorzien van daklicht, met een oppervlakte van
13 rn2. De inrichting diende voor het maken en bewerken van de
grondstoffen voor de pijpen (afb.3). Een petroleummotor van
4 P.K. werd als energiebr on aangewend , voor dP kleigang en de
mengmachine (afb.9).

27

afb. 3 Huidige toestand werklokaal afb.4 Interieur werklokaal

afb. 7 Takelhaak (noordzijde) afb. 8 Vloer tweede etage

28

afb. 9 Opstelling 4 P.K. motor

Onderstaande foto (afb,10) uit 1915 toont op de voorgrond,
half verborgen achter opgetast stookhout, de oven met een
schuin afdak boven de ovendeur. Duidelijk is de stenen trap
aan de zijkant te herkennen. Daarachter onderscheiden wij de
pijpenmakerij en in de verte het nieuwe werklokaal. De boerde-
rij (rechts) is het woonhuis van de familie Bergrnans.

afb. 10 Pijpenfabriek van de fam. Bergmans, omstreeks 1915
29

Pi.AlTL- tS/iöND·-_ pyp1:11-F,1e1?/t -K
"/c IIElêR "-)Af! B El?Ghf,'/!I S t AIIR .:1 • .

[ . ts é /'v1 ë..=CVTE WE S R-7~.·____:_ ..

/

·,

11

1 -,Z~.,J«ANOI N'3 1
_-V. Y.J:N .

11

. : : : S l i f t C l ~ . t : .. : -__SEC l /. E _ /::_ fip./3 1-1 WE&.R1 .
7;.-e.u1<01a ____ 6 :-r--1J ·. .· · ··,··· -·
""-;~1-- --
·8-·µ""S -' -...L _ _j'.fil :SO-IA'1L_~O\,_,;oo -_ .:_··_ -~-==-··-::

!_{ ~ .- 11!: • il"f!À'J_á__cz:..::_p/i_11f?/!._ :STO/,T/~,V.S.
-::::-:-:-·-·- .- -·:::--:- .. ~:.. w'E.e-R:,
(fil

.sJ -- Il'

1 L' !] [i c

rO FIU ÎS il('j .

l en ]je - -_Vl:Rl(L-A"? I NG:
.dl .Mo!•-'I. • .Dl?f/'_./'-fAL'l/1_'-::._-:--:: .
·fb r., .J ar X .UIC."VENT; l,~Ttf/r:_-:· )<.
P::-öPK',~;,:',f,f/ $-/'?.MVNIS.. ·c
~ J. ~ n,
-a;rp.Jl =-~,U~/:l.~li}'Ml1f NJlfL.8...
1 F□ : !J • 1Y,JJ'J< , ,soc,;,<1.n.Yi NE __ _·,t.

[ rà JJ F rl' 0 ~; "!tJl.)'.S.IH-lllf!NE.f ~

~ FO . Qi ;~?.lf..LJ!,1?.Pf-~:Jl

~ ra OF 11/NDER W$.r.:-

dr 3/:'.·tsçH.4PlfT

rn t:l f A ~?·A-NVA'A.r,ç:_"°' :._r-p5_:

[ .eb ,001.ysr~'l □F ._J-4C.. BEl?C'M;f,VS.-_~-:_~ --

rb . -- -- d,- LJuvr:r:.W&"ERr

OF

dF

[ OF
or
,,, ..j__

1 ,/

~1 - >-

'1

PAKKAMER A- KANf"DOlt

-:-r l 1

-- =:;; \- --.i.. i r

1 .

o w< ~

-r.,......- \-

afb . 11 Inrichting van fabr iek ~n 1949

30

3. Peri ode 1949 t o t 1972. Bij gevoegde plattegrond (afb.11)
toont de oven , met daarachter een ruimte van 6x24 meter , inge-
richt voor de fabricage van bruyère-pijpen, met frais-machines
s lijpmachines en po lij stmachine s . Deze tekening behoort bij
de aanvrage van Jac Bergmans voor een hinderwetvergunning in

1949.
Bekijken wij de oven, zoals hij er nu bijstaat, dan vallen

twee zaken op:
a . De stenen trap aan de z ijkant is gesloopt (Vergelijk a fb. 10

en afb. 5 en 6) .
b. De oven is t och wat afwijkend gebouwd van de werktekening

(afb.2) want de zijmuren lopen thans lood recht omhoog ( a fb.
5)) terwijl zij op de werktekening eerst schuin en vervol-

gens recht omhoog liepen.

De oven werd gestookt met takkebos sen (mutterte of sjanse ge-

naamd) en met turf, afkomstig uit het nabij gel egen Peelgebied.

De oven was twee dagen onder vuur, een

gelegenheid voor d e arbeiders om de bloe-

metjes eens goed buiten te zetten. Om te

controleren of de pijpen voldoende gebak-

ken war en, werden er bij de ovenopeningen

kleikegeltjes neergezet. Wanneer de pij-

pen goed waren we rd dit geconstateerd aan î
de bovenkant van dit kegeltje, dat door
de hitte omkrulde. Elke kamer had zijn
eigen stooktemperatuur en dus ook zijn

eigen kegeltje, achter een micaplaatje. DSa
De klei voor de pijpenvervaardiging was

afkomstig uit de familiegroeve van de

firma Bergmans, die gelegen was in HÖhr-

Grenzhausen, in het Westerwald.

afb. 12 Kleikegeltje
Foto's: Hr. A.Dohmen, Rietbeek 30, Geleen.

+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+- +-+-+-+-+-+-+-+-+-+

Landelijke P. K. N. bijeenkomst~ op zaterdag 22 oktober te Assen
Schriftelijk aanmelden bij J.v . d .Meulen .

31

EEN KUNSTZINNIG GEDECOREERDE PIJPESTEEL.

door Pieter K. Smiesing .

Sinds de belangstelling voor het verzamelen van kleipijpen is
toegenomen, werd dank zij naarstige studie, steeds meer bekend
over de pijpenmakerij in al zijn facetten. Over de makers van
de pij pvormen , de vormmakers , weten we echter nog weinig . De
bodemvondsten van versierde pijpen getuigen dat deze ambachts-
lieden vaak ware kunstenaars waren. Een goed voorbeeld hiervan
vormt de vondst van een pijpesteel met de fraaie afbeelding
van een herderspaartje . Van het op deze wijze verfraaien van
Hollandse pijpestelen uit de 18e eeuw was mij tot nu toe één
voorbeeld bekend. Een soortgelijke steel werd afgebeeld op een
prentbriefkaart, die werd uitgegeven t.g . v. het 225- jarig ju-
bileum, in 1974, van "De Plateelbakkerij en Pijpenfabriek en
Zenith" van de fam . van der Want . Op deze steel zien we twee
kinderfiguurtjes als amorette (putti). Deze steel is een pro-
duct uit de eerste helft van de 18e eeuw .

In 1977 groef ik in het befaamde gebied rond de ;iBijlmer" de
hier afgebeelde pijpesteel op. De totale lengte van het frag-
ment bedraagt 75 mm; de dikte varieert van 8 , 5 tot 14 mm ; het
rookkanaal heeft een diameter van 2,4 mm. Omdat pijpen uit de
17e eeuw doorgaans een rookkanaal hebben met een diameter rond
de 3 mm, kunnen we deze steel dateren na 1700. Trechtervormige
pijpekoppen, die ik in dezelfde bodemlaag vond, gaven een da-
t ering tussen 1720 en 1739 . Op de fraa i e foto ' s van Ferry
Kneefel zien we het herderinnetje met b l ote voeten maar met
een kostbaar parelsnoer om haar nek. In haar rechter hand om-
klemt ze,net als de herder, een herdersstaf . Het lepelvormige
uiteinde diende om kluitjes te werpen naar afgedwaalde scha-
pen . De herder is eveneens rijk uitgedost . Dit soort voorste l-
lingen werden vaak ontleend aan schilderijen. In de 17e eeuw
waren herders- en herderinnenvoorstellingen geliefde onderwer-
pen van schrijvers en schilders. De herders en herderinnen
waren vaak voorname personen aan het hof, vandaar de parel ket-
ting en de rijke kleding . Het voorbeeld voor dit steelreliëf
stamt , gezien het lange haar van de jongeman, uit de tweede
helft var. de 17e eeuw . Onder de twee figuren zien we een lig-
gend schaap . Op de bolvormige verdikking vinden we rozen en
lelies.

Nu we van deze p1Jp slechts een stuk van de steel gezien heb-
ben, ziJn we na tuurlijk erg benieuwd naar de erbij horende

32

pijpekop. Mogelijk geeft het oude huisvuil dit geheim nog
prijs. In ieder geval is er nog veel moois te vinden. Ook deze
steel toonde weer eens aan dat de mens uit de 18e eeuw nog de
tijd en het geduld kon vinden om een wegwerpartikel, zoals de
breekbare kleipijp, zo te verfraaien.

Foto ' s : Ferry Kneefel

33

ACHTTIENDE EEUWSE PIJPEN MET ALS ZIJMERK DE LETTERS MEN N

doo r Hans van der ~eul e n en Pe t e r Bakker

Evena.l s het vismotief z ijn ook diverse g e kr->onrle 1-~tt,.,rs als
zijmerk geliefd geweest. De meest voorkomende letter is de N
en, in mindere mat e , de M. De letters H,K, R en S komen slechts
spaarzaam voor . Deze inventarisatie beperkt zich tot de let-
ters Men N. Zowel de Mals de N komen voor, zonder initialen
van de pijpmaker. Ook worden diverse type kronen gebruikt, zo-
als een bladerkroon en diverse variëteiten van de parelkroon .
Meestal staat het hoofdmotief op de linkerzijde van de ketel
en zijn de initialen boven de kroon geplaatst. Het komt spora-
disch voor dat op de ketel initialen staan van meerdere pijp-
makers .
Het is helaas niet duidelijk wat de betekenis is van de let-
ters Men N. Het is mogelijk, dat de N staat voor Napoleon, de
pij pen worden dan ook regelmatig "Napoleon-pijpjes" genoemd .
De e xemplaren, waarbij de rechter poot van de N vo orzien i s

van een omgeke erde P, doet aan deze theorie geen afbreuk. De

datering van dit type pijp valt samen met de opkomst van het
patriottisme, aan het einde van de 18de eeuw. Het is bekend
dat diverse pijpmakers deze stroming steunden . Enige voorbeel-
den hiervan zijn: de aanwezigheid van Martinus Verzijl, uit
Gouda, bij de a anhouding van Wilhelmina van Pruisen bij de
Goejanverwellesluis en het merk 'de keeshond' van Cornelis van
Rijk uit Alphen. Voortbordurend op dit idee, zou de letter M
een aktie kunnen zijn van oranjegezinde pijpmakers en monar-
chie kunnen betekenen. Een onderzoek naar de politieke bezind-
heid v a n de pijpmakers van Schoonhoven, Gorinchem en Utrecht
zou bewijzen kunnen opleveren voor bovenstaande theorie .

Geraadpleegde literatuur:
Duco , D. Goudse Pijpen, 1978
Duco,D. Achttiende eeuwse zijmerken met initia l en . PKN no.5
Duco,D. Achttiende eeuwse piJpen uit Gorinchem. Pijpelijntjes,

j rg . IV, no . 4
Duco , D. Achttiende eeuwse piJpen uit Schoonhoven. Nieuwsb ulle-

tin van de Pijpenkamer Icon, jrg. III, no . 1

Helbers,G.C . , Goedewaagen,D . A. Goudsche Pijpen, 1942

Meulen,J.v . d. Het Goudse pijpmakersgeslacht Verzijl. PKN no. 15
Smiesing ,P.K . Utrechtse pijpenmakers . PKN no . 1
Smiesing ,P . K. Utrechtse pijpenindustrie in de Lauwerecht.

PKN no . 14
Tymstra,F . Misbaksels uit een pijpenstart te Gorkum . PKN no. Il

34

MÀ 0 L R

0 0 000
0000

M

r - - v - - - -- . 2 3 .t...
.. 5 6
.
:, ,,
.J
j'. . -i
~:'_ Vis ,
\:_ .... o.... _. {_: îrr.. ~0.-.-.,-.4-.'..-.,,_ ~
\N. l".,~,·/' .~~..0'•f-T.,,\N;)-J!
. ~ : ' f?' l~

~~

.._. ~

;. • • .?
-r
,. -.

~,

4

• R

0L 7

9

35

Letter M zijde bi jz. Initialen zijde bijz .
MAO (tek . l) L
Init ialetL L - MVG 3
L MVG L
- 1 MVO L -
- MVO
- 2 L 4
L
- - L -
L -
KM 1
MAO
zij de bijz . Initialen zij de bijz.
Letter N L IDH
R - IDL L -
Initialen R - IDM
R IDS - -
- 5 IGN -
- - IGN (tek . 7) L -
- 6 IGN
R IGN l 10
- 7
- IH L 1, 9
- -
L - IH L 11
AHL L IHD
- IHN L 12
AHM L IHVS
- - -
ANM L - I KBM
AVDA - IKM (tek . 9) L 1
BVD L -
CHN ILG L -
DBN L 1 ILR L -
DDV IM:M -
DVD L - IOH L -
DW L ITL
GHI(o f L) 13 I(of T)V L -
GHL L IV -
GHN - IVA -
L - IVAH -
GIN - I VE L -
L -
i>eGIS 1 IVG L -
GNB T IVG -
GVD L - IVGD L
GVDK IVHA L 14
GVDR L 10 IVK L
HDH - IVO -
- IVS - -
HIR L - IVW J -
KDH - -
HLR L -
HVD L 15
HVDO L -
HVS L - L -
IA -
IAM L - L -
IAN -
IAN L - L -
- -
36 L - L -
- L
L
- L
T
-'--' - -

- 9 L

L L
L
L
L L
L

Initialen zijde bijz. Initialen zij de bijz.
KRM L PDL (tek . 5) L
KW L 16 PFGP 13
KW l7 PM L 1, 13
)(LDS (tek . 3) L PRM L 18
LHN L 9 PST (tek . 8) 19
LNH 13 PVV L 20
LNH (tek.2) L PVV 8
LVS L RDH L
LVS (tek.4)
MGB L RDH L
MHG L RVA L
MVG SDH
MVO L TVA i...
NGB TVS
NKW L WGB (tek . 6) L
PDL L
WVD L
L
GS L
L L
L L
L
L

Toelichting bijzonderheden:
1 . Op r echter zij de
2. Op andere zijde kievit en 6 bladige roos.
3. Op recht e rzijd e
4. Op rechterzijde een punt.
5. Op linkerz ij de staat de gekroonde IG.
6. Op de linkerzijde staat de gekroonde IMW
7 . Op andere zijde WGB
8 . Onder de ini tialen 3 lel i es , op rechterzijde van de hiel
een N in spiegelschrift.
9 . De N, van de initialen, staat soms in sp i egelschri ft

10 . De N, van de initi a l en staat al tijd i n spiegelschrif t
11. Op r echterz ij de b l aderkr oon
12 . Op d e ander e z ijde staan aan weer szijde van een gekr oond

figuur de i nitialen N en I

13 . Aan de rechter poot van de N is een omgekee rde P q~)

14. De I en V, s taan aan weerszijde van de N
15 . Links op de hie l staat EEW
16. De i ni tia l en staan aan de bovenzijde van de N tussen de

po ten i n, in de kroon s taan de l e tters I en H
17. Op r echt erzijde s t aat een vogel in een boom
18 . Op rechterz ij de :-:
19 . Boven de initialen TVA staat een k r oon me t rijksappel
20 . Op recht e rzijde s t aan de ini t i alen LVA

De onderstaande pijpmakers hebben mogelijk hun initialen al s
merk op hun pijpen gezet .

37

Alh~ Arnoldus Haverman, Gorinchem
AVDA Abraham van den Akker , Gorinchem
CHN Cornelis Huij g(v)enaar , Schocnhoven
DBN Dirk Be rnet, Gorinchem
DVD Dirk van Duuren, Schoonhoven
GS Gilliam Schippers of Gysbert Stam, beiden Gorinchem
GVD Gerrit van Duuren (den ouden) , Schoonhoven
HDH Huybert de Hoog, Schoonhoven
HLR Hannes Lammoré, Schoonhoven
HVDO Hendrik van den Oever, Schoonhoven
HVS Hendrikus Versluys, Utrecht
IDH Jan de Hoog, Gorinchem
IDM J acobus de Mol , Gouda
IHD Joris HoogPndijk, Schoonhoven
IHN Jacobus Huivenaar, Schoonhoven
ILR Johannes (Jan) Larnmoré, Schoonhoven
Iüö Jan Ophuizen (jr. of sr . ) , Gorinchem
IV(K) Jan Valke, Gorinchem
IVA Janus (Adrianu~) van Aten , Gorinchem
I VE Jan of Jacobus van Erp, Gorinchem
IVG(D)Jan of Jacobus van Genderen, Schoonhoven
IVO Jan van Oudheusden, Gorinchem
IVS Jan Versluys, Utrecht of J. van Santen, Schoonhoven
IVW Jan of J acobus van Wouw, Gorinchem
KW Kristiaan Wouters, Gorinchem of Klaas Walter,S chûonhoven

XLDS Leendert Smit, Schoonhoven
LHN Louwerens Huijg(v)enaar , Schoonhoven
LNH Leendert Nieuwenhuyzen , Gorinchem
LVA Le endert van Aten , Gorinchem
1'1\TG Machiel van Genderen, Schoonhoven
MVO Machiel van Oosterhout, Schoouhoven
PDL Pieter de Leeuw, Schoonhoven
PST Pieter Seton, Schoonhoven
SDH Stoffel de Hoog , Gorinchem
WGB Wouter Groenenberg, Gori nchem
WVD Willem van Dijk, Gorinchem

Aan dit artikel hebben meegewerkt: René Bak (tek. ) , L. v . Duuren

H.Hummel, Ferrie Kompier , A.Ligthart, Bert van Lingen (tek . ),

Piere Moree, Jan den Ouden (tek . ) , Joël v.d.Rhoer, A.Ridky

(tek.), Piet Srniesing (tek.), M.Steenbergen (tek. ) , Jacqueline

Terlauw, Fred Tymstra (tek.) , Mario Vermeer (tek . ). Marcel

Zitman (tek.). ÀQ, 1 lr• ,,•1, 1 .~ö _,
1 i, , ...,

38

HET PIJPMAKERSGILDE TE SCHOONHOVEN

doo r J.v.d.Meu len en L.den Toom

In het streekarchief van de Krimpenerwaard ziJn diverse gi lde-
brieven bewaard gebleven va n de pijpmakers te Schoonhoven. ·oe
oudste brieven 1 zijn met de hand geschreven en bestaan uit 13
art ike l en. Het zijn verzoeken, aan de Burgemeesters en Raad,
om te bewilligen in de oprichting van een p ijpmakersgilde . De
beide (ongedateerde) brieven gaven niet het gewen s te resultaat .
We l blijkt dat de pijpmakers eni gsz ins georganiseerd waren,
zodat men ge zamenlijk actie kon ondern emen. Dit was noodzake-
lijk om het hoofd te kunnen bieden aan de concurrentie uit an-
dere steden en sterk te s taan tegenover de pottebakker, die
hun pijpen bak t e . Zoals in veel andere plaatsen ontstonden r e-
gelmatig geschillen tussen pi jpmakers en de pottebakker , over
het bakloon. Afhankelijk van de prijs van de turf , die kon va-
r ieeren naar gelang het aanbod en de a fst and waarover deze
vervoerd moest worden , werd het bakloon berekend. Het laatste
a r tikel in een van de b rieven was een verzoek om verlaging van

het bakloon: · 11! . .. als dat wij moogen behandelt wor•den als aUe
andere steeden gelijk gouda en gorgem en uttreght en alpen van
weegens ons goedt dat gebakken moet worden en in al de plaatse
daar worde sij gebakken voor 6 stuijvers de pot en wij moeten
hier> ? stuijver>s voor idere pot betaalen". Uit de prijs die

gerekend werd voor het bakken van een pijpepot, met pijpen,
valt a f te leiden dat deze brief voor 1740 moet zijn geschre-
ven. Steeds werden nieuwe afspraken gemaakt over he t bakloon,
hierbij moest d e mag i straat van de stad a l s vrederechter op-
treden.
De eerst e pogingen , tot oprichting van een g ilde , werden on-
dernomen door 15 p ijpmake r s. In d e l oop van de 18d e eeuw n eemt

hun aantal voortdurend toe . Uit een opgave : "Nopens de hand-
werken en fabriquen binnen en om deze stad" , ged aan door C.

Zill essen en Hermanus de Wecker de Groo t4, waren er in 1778
24 bazen en 40 arbeiders werkzaam in de pijpmakerijen. Tevens
was er 1 pottebakker met 4 knechten gevest i gd.
Meer dan honderd j aar na de opricht ing van de g i lden in Gorkum
( 1665)5 , Gouda (1660)8 en Leiden (166 1) 13 werd ook in Schoon-
hoven een p i jpmake rsgilde ingesteld. Het r egl ement, de gi ld e-
brief, i s gedateerd op 2 feb ruari 1767 en bevat 28 artikelen2 .
Evenals in a nd e r e plaatsen werd het bestuur gevormd door de-
ken s en hoofdlieden o f ove rmannen, soms aangevu l d met een
boekhouder. Zij waren verantwoordelijk voor h et goed f unctione-
r en van het gilde en het nal even van de bepal ingen door de

39

leden, de gildebroeders. Als hulp stond hun een gildeknecht
(knaap) of bode ter beschikking. Deze moest allerhande karwei-
tjes opknappen, zoals de pijpmakers op de hoogte stellen als
er eert schip met pijpaarde te koop was, bij geschillen de be-
trokkenen dagvaarden, toezicht houden op de pijpmakerswerk-
plaatsen (winkels) en soms de ontvangsten en uitgaven van het
gilde bijhouden. Voor dit werk ontving hij steeds kleine ver-
goedingen. Naast zijn tractement, in 1767 zes gulden per jaar,
in 17743 verhoogd tot 10 gulden, inde hij ook een klein gedeel-
te van de boetes, die opgelegd werden voor overtredingen van
de gilderegels.
Tot het gilde werden alleen burgers toegelaten, of "hebben aan-
getoont, da.t zij in deesen Stad gebooren zijn, ende van een
poorter ofte poorteresse gekoomen, of dat zij het poorter regt
gekogt hebben". Als men geen poorter of burger was en toch tot
het gilde wilde toetreden, moest eerst het burgerrecht gekocht
worden, alvorens men zich in het gilde kon inkopen. De inkoop-
som was voor degene die van buiten de stad kwamen het hoogst,
voor de poorters en burgers was het beduidend goedkoper, ter-
wijl de zonen van de gildebroeders nog minder hoefden te beta-
len. Sommige gilden (Gouda, Leiden) hadden een aparte regeling
getroffen voor wezen en zij die opgevoed waren bij aalmoeze-
niers, zij dienden een gelijk bedrag te betalen als de zoon
van een gildebroeder.
De eerste gedrukte versie van de gildebrief in Schoonhoven ver-
scheen in 1774.In deze brief waren een aantal wijzigingen aan-
gebracht en het aantal artikelen tot 31 uitgebreid.
Bij vergelijking van de gildebrieven, en aanvullingen, van
Gorkum, Gouda, Leiden en Schoonhoven is de overeenkomst opval-
lend . De gecorrigeerde en aangevulde gildebrief van Gouda, uit
16869 , was het meest rijk aan details en bestaat uit 45 arti-
kelen.

Het afleggen van de proef
Voordat een knecht zijn proef tot toetreding in het gilde mocht
afleggen, moest hij minstens 2 jaar bij een meester-pijpmaker
gewerkt hebben om alle facetten van het ambacht onder de knie
te krijgen. In een van de brieven van voor 1740, stond omschre-
ven wat de proef inhield . Men moest een dozijn rollen (basis-
vorm van de pijp) maken, vervolgens een dozijn pijpen kasten
(het eigenlijke pijpmaken) en een dozijn tremmen (afwerken).
I n de voorschriften van 1767 en 1774 stond slechts vermeld,
dat men uit één stuk pijpaarde een dozijn 11fijne" pijpen moest
maken. Dit was ook de eis die het gilde van G0uda en Leiden
hanteerde. De gilden namen genoegen met "fijne" pijpen, dit was

40

een mindere kwaliteit dan de "porceleyne" p1Jpen . De meest or-
dinaire pijpen werden ''slegte" pijpen genoemd .
In Gorkum werd niet nauwkeurig vermeld welke handelin gen men
moest doen bij het afleggen van de proef. In de gildebrief van
1656 staat slechts dat men , in aanwezigheid van twee dekens,

moest tonen, dat "hij zijn ambacht in alles wel kan" , bij on-

enigheid over de uitslag had de burgemeester de beslissende
stem .

Inkoop in het gilde
In Gouda (1660) en Leiden (1661) was de inkoopsom voor het

gilde 8 gulden, de gildebroederszoon, wezen en jongens die 1n

''godshuysen " waren opgevoed bet aalden een daalder . In de am-
pliatie op de gildebrief van Gouda, uit 1686, was de prijs
sterk gestegen, men moest nu 30 gulden aan het gilde betalen,

de gildebroederszoon en de wees gingen gingen 8 gulden betalen,
wat een forse verhoging betekende .
In Gorkum betaalde iemand die geen burger of poorter was, in
1656, 17 gulden, hiervan ontving de gildeknecht één gulden. De
poorters, burgers of gildebroederszoon betaalden a l s intree-
ge ld 8 gulden . In 16656 en 17 257 lagen deze bedragen respec-
tievelijk op 23 en 12 gulden en op 24 en 12 gulden. Een klein
gedeelte van deze gelden ging naar de armenzorg.
De inkoopsom voo r het gil de van Schoonhoven heeft van 1767 tot
en met de g ildebrief van 1774 geen veranderingen ondergaan .
Als men geen bur ger of poorter van de stad was betaalde men 24
gulden, hiervan ging 8 gulden naar de baljuw. Een gi ldebroeder
was 16 gulden verschuldigd en zijn zoon hoefde maar 8 gulden
te betalen, de helft van deze bedragen streek de b aljuw op .
In de gildebrieven van vaar 1740 was een gedeelte van het geld
bestemd voor de armen en de gildeknecht, in de l atere brieven
was dit veranderd ten gunste van de baljuw.

Over knechts~ jongens en meisjes die in de pijpmakerij werkten

He t gilde verplichtte de bazen om de knechts, jongens en meis-
jes die bij hen in di en s t kwamen, voor tenminste twee jaar aan
te nemen . Alleen als deze niet voldeden in hun werk of niet
eerlijk bleken t e zijn mocht men hen ontslaan. Voor beide par-
t ijen gold een opzegtermijn van veertien dagen.
Het was ook niet toeges taan om een knecht, jongen of meisje
aan te nemen, voordat de baas bij de vorige werkgever had ge-
informeerd of deze geheel tevreden was gesteld en toestemming
had verleend voor het vertrek . Deze bepalingen s taan , min of
meer eensluidend, in alle gi ldebrieven van de diver se pijpma-
kerscentra .

41

Minimum leeftijd om 'op de schroef ' te werken

De zwaarste arbeid in de pijpmakerij was het werken 'op de
schroef' . De pijpvorm, met de rol, werd in een bankschroef ge-
klemd en stevig aangedraaid om de overtollige klei uit de vorm
te persen. Bovendien moest met kracht, een kegelvormige ijze-
ren cilinder in de klei gedreven worden om de pijpekop te vor-
men. Deze handelingen moesten snel en vaardig uitgevoerd wor-
den als men een redelijk loon wilde verdienen , want de uitbe-
taling geschiedde per gros pijpen. Dit werk, het kasten, werd
van alle handelingen in de pijpmakerij het beste betaald.
Het is verwonderlijk, dat dit slopende werk gedaan mocht wor-
den door kinderen en jonge mensen. Mogelijk wilde men een gun-
stige concurrentiepositie creëren, door goedkope arbeidskrach-
ten in te schakelen .
In de ongedateerde brieven, van Schoonhoven, staat dat men 14
jaar moest zijn om 'op de schroef ' te werken . In het re gle-

ment van 1767 moest "een vreemdeling zijnde" tot den ouderdom
van sestien jaaren ende een gildebroers zoon tot den ouderdom
van veertien jaaren" zijn gekomen, voordat zij mogen kasten .

In 17 74 werd de leeftijd van de gildebroederszoon verlaagd
naar 12 jaar . Als een pijpmaker kwam te overlijden, was de
leeftijdsgrens voor zijn zoon zelfs geheel weggevallen. Het
stond de weduwe vrij om met haar zoon, ongeacht zijn leeftijd,
de zaak te continueren .

De gilden van Gorkum, Gouda (1660) en Leiden hadden geen li-
mieten gesteld voor het werken 'op de schroef '. In de uitge-
breide gi ldebrief v an Gouda (1686) is men uitvoerig ingegaan
op het werken van jeugdige leerlingen in de pijpmakerij . Voor
het werken ' op de schroef ' namen zij een meer humaan standpunt
in; de werknemer moest 18 jaar zijn voor hij mocht kasten.
Voor de lichtere karweitjes in het produktieproces was het
toegestaan, zowel jongens als meisjes aan te nemen, ongeacht
hun leef tijd. Als de jongens in het ambacht door wilden gaan ,
moesten ze tot hun twaalfde jaar rollen en glazen (het polij s-
ten van de pijpen met een agaatsteen). Vervolgens drie jaar
"slegte" pijpen tremmen (o.a. vormnaden verwijderen), waarna
ze de betere kwaliteit, "fijne" pijpen, mochten afwerken . Aan
meisjes was het niet toegestaan "porc eleyne" pijpen, he t para-
de paardje van de Goudse pijpmakers, te tremmen voor ze 18
jaar oud waren. Het werken ' op de schroef ' was verboden voor
meisjes en vrouwen, dit gold ook voor de mindere kwaliteit
pijpen. Zel fs voor de dochte~s en vrouwen van de bazen werd
geen uitzond ering gemaakt .

42

De pijpaarde

De aanvoer van pijpaarde, de grondstof waar de piJpen van ge-
maakt werden, was door veel gilden geregeld . Soms werd de aan-
gevoerde pijpaarde door deken en overmannen gekeurd om te

zien of deze "yzerig ofte graveelig (met steentjes) werd be-
vonden" en daardoor minder geschikt voot de pijpmakerij (Gou-

da 1686). Ook in Schoonhoven (vààr 1740) keurden hoofdlieden de
pijpaarde of er wel goede pijpen van te maken waren; men had
in het verleden slechte ervaringen opgedaan.
Met uitzondering van Leiden, hadden de gilden van Gorkum ( 1665
en 1725) , Gouda (1660 , 1686) en Schoonhoven ( 1767, 1774) een
artikel opgenomen, over de verkoop van pijpaarde.
Als er een schipper met pijpaarde in de stad kwam om deze te
verkopen, moest hij zich melden bij het gildebestuur. De gil-
deknaap bracht vervolgens de pijpmakers hiervan op de hoogte,
waarna de verkoop kon beginnen. In Schoonhoven was de verkoper
verplicht voor iedere kar pijpaarde, die verkoc ht was, een
stuiver aan het gi lde en een stuiver aan de gildeknecht te be-
talen.

Het z et ten van een mer k

I edere pijpmakersbaas zette ziJn eigen herkenningstekens op
zijn produkten. Meestal controleerde het gildebestuur of de
merken van de gildebroeders duidelijk van elkaar te onder-
scheiden waren en men geen merken vervalste . In de gildebrie-
ven zijn geen artikel en opgenomen, die het imiteren van merken
van pijpmakers in andere steden, verbieden .
Het stond de gildebroeders van Schoonhoven ( 1767) vrij om naar
eigen goeddunken merken op hun pijpen te zetten, maar i eder

was wel verplicht om bij zijn merk "de voorletter• van zijn
naam, en van, bij te voegen" om onderscheidt t e kunnen maken

met de produkt en van zijn collega's. In de gildebrief van 1774
was hieraan toegevoegd, dat als de initialen onverhoopt nog
verwarring stichtt en, een extra kenteken moest worden t oege-
voegd.
Als een pijpmaker meer werk had dan hij aankon, moc-ht hij één
of meer vormen uitbesteden aan een andere baas . Deze was ech-
ter verplicht niet meer pijpen uit deze vorm te maken dan de
afgesproken hoeveelheid. Wanneer bij overlijden van een gil-
de broeder de vormen verkocht werden , mochten de nie uwe e ige-
naars er niet mee werken voordat de oude merktekens vervangen
waren door de eigen initialen. Dit moest getoond worden aan
de dekens en hoofdlieden .
In Leiden en Gouda .was he.t verboden het. me.rk van. een and~re
baas na te maken, en diende het eigen merk goed van de anderen

43

te onderscheiden zijn.
De Goudse pijpmakers kregen in 1739lü octrooi van de Staten
van Holland en West-Friesland om op hun "porceleyne" pijpen
het wapen van Gouda te zetten. Op deze wijze kon vermenging
met pijpen van mindere kwaliteit voorkomen worden. In 1740
werd dit octrooi uitgebreid11, ook de mindere soorten mochten
voorzien worden van het Goudse wapen, aangevuld met de letter
S (slegte=gewone). Alle soorten pijpen waren nu te herkennen
ten opzichte van de produkten uit andere centra. In 1753 wer-
den een aantal bepalingen opgesteld om de verkoop en erfrecht
van de merken te regelen 12.
Het gilde van Gorkum had geen regels voor het zetten van een
merk. Het is bekend dat vele pijpmakers in Gorkum bekende
Goudse merken imiteerden, zo.als o.a. de both, de trekpot, de
B, de gekroonde 16, de GB en de I.

De pottebakker

Als de pottebakker of een van ziJn knechts schade aan de piJpe-
potten of pijpen had toegebracht moest de pijpmaker dit aan de
dekens en overmannen melden. Zij taxeerden de schade en de pot-
t ebakker moest die dan vergoeden, Dit was alleen van toepassing
in Gouda (1686) en Schoonhoven.

De metselaars en timmerlieden van Schoonhoven mochten 's win-
ters pijpen maken, als ze 10 stuivers aan het gilde betaalden.
In de gildebrieven van Gorkum en Gouda waren voorschriften op-
genomen over het begraven van gildebroeders. Iedere gildebroe-
der was verplicht zijn overleden collega, of diens vrouw, mede
ten grave te dragen . In Gouda werd zelfs nadrukkelijk vermeld
da t men in een zwarte mantel of "fatsoenlijk" gekleed moest
gaan.
In Schoonhoven ontbreken deze voorschriften en ook artikelen,
die het misbruik van verpakkingsmaterialen, zoals tonnetjes,
kisten en bennetjes , tegen moesten gaan. Het was gebruikelijk
dat de pijpmaker op de verpakkingen zijn merk zette, zodat men
onmiddel lijk de herkomst van de pijpen kon vaststellen.
De pijpmakers , die de gildereglement en overtraden werden be-
boet. Afhankelijk van de ernst van het vergrijp werd een geld-
s traf opgelegd . Van pijpmakers was bekend dat zij heet geba-
kerd waren , twisten liepen wel eens uit de hand. Om te voor-
komen dat zij dekens , overmannen of de gildeknecht zouden be-
ledigen of kwalijk bejegenen, werd ook dit s trafbaar gesteld .
De boete die men kreeg was 6 gulden, dit was tevens de hoogste
geldstraf die men opgelegd kon krijgen.
Hoelang het gilde in Schoonhoven heeft gefunctioneerd is niet

44

met zekerheid vast te stell en. Tot 1794 z ijn documenten gevon-
den betreffende de administratie van het gilde, maar of de
pijpmakers zich, na de afschaffing van de gilden in de Frans e
tijd ( 1798) , wee·r verenigd hebben is twijfelachti g. Het is
zeer wel mogelijk dat deze tak van de aardewerkindustri e, in
h e t begin v an de 19de eeuw, ter z i el e is gegaan of een zeer
bescheiden omvang had, zoal s in vele ander e plaatsen .

Bronnen

St r eekarchief van de Kr impenerwaard te Schoonhoven
J. Oud Archief Schoonhoven inv.nr. 2553
2 . Oud Archief Schoonhoven i nv.nr. 930
3. Oud Archief Schoonhoven inv.nr. 255 4
4. Oud Archief Schoonhoven inv.nr. 932

Gemeente Archief Gor inchem
5. Gildebrief 28 april 1656
6 . Ampli atie op de gildebrief 12 mei 1665
7 . Amplia tie op de gildebrieven 3 december 1725

Gemeente Archief Gouda
8. Oud Arch ief, Gildeboek 2539, fol. 12 l , 30 augustus 1660
9 . Oud Archie f, Gildeboek 2539, fol. 222 , 18 februari 1686
JO. Charter, PA 4, 26 november 1739
1 l. Charter, PA 4 , 4 maart 1740
12. Requestboek Q, fo l. 19. Gedrukte keuren III, fol.228,1753

Gemeente Archief Le iden
13. Gerechtsdagboek JJ 24 september 1661

Literatuur

Duco,D. Acht tiende eeuwse piJpen uit Gorinchem. Pijpelijntjes,
j r g .IV, nr.4, 1978

Goedewaagen,D.A . Schoonhoven als concurrent van de Goudsche
pijpenstad. Oudheidkundige Kring "Die Goude", vierde
verzameling bijdragen, 1943

Helbers ,G .C. Gorinchem als concurr ent van de Goudse pijpen-
stad in de tweede helft van de achttiende eeuw. Oud-
heidkundige Kring "Die Goude", zesde verzameling bij-
dragen, 1949

Meulen,J.v.d. en H.Tupan. De Leidse Tab akspijpmakers in de 17e
en 18e eeu-W. Hoogezand, 1980

45

ANTHONY IRVING'S HOUSE OF PIPES, BRAMBER, SUSSEX.

cioor P . J.G.Tengnagel.

In de zomer van 198 1 bezocht ik voo r de tweede ma al Anthony
Irving ' s Ho use of Pipes, niet v e r van de kustplaats Bri ghton,
wederom was ik gefascineerd door de overweldigende hoeveelheid
verzamelde rookattributen. In 38 vitrines wordt werkelij k het
hel e rookgebeuren tentoongesteld.
Anthony Irving begon zo'n 30 jaar gel eden met het aanl eggen
van de collectie, vooral gefascineerd door de vele aantrekke-
lijke vers chijningsvormen van de pijp . Inmiddels is de coll ec-
tie uitgegroeid tot zo'n 25.00 voorwerpen uit 150 landen .
Het i s zeker de moeite waard eens een kijkje te nemen als u
in de buurt mocht komen.
Het zou werkelijk te veel worden alles letterlijk op te s om-
men, daarom volsta ik met een algemene beschrijving, hetgeen
u een indruk zal verschaffen omtrent de omvang van de c ollec -
tie.
Meerschuimpijpen vanaf 1820, Oosterse waterpijpen vanaf 1840,
tabakspotten vanaf 1750, waaronder exemplaren van Josh. Wedge-
wood, opiumkit, Engelse- en Franse kleipijpen, Gambier, Fiolet
en Pollock giants, sigarenknijpers, sigarenhouders, kistjes en
tabakszakken, overzicht van de tabakscultuur, sigarettendoos-
jes, wikkels, cartoons, pijpenrekken en standaards, pijpen uit
de Boerenoorlog, Princes Mary gift boxes (1914-1 918), asbakken
en aanstekers, compleet geoutilleerde tabakswinkel, tabakspot-
ten vervaardigd van tin,koper, gietijzer en lood, lucifers en
doosjes vanaf 1840, luciferhouders van zil ver, koper, gietij -
zer, tin, papiermaché, glas, chinees porcelein, hout en andere
materialen vanaf 1850, pijpenkastjes en uitbrandrekken, tabak-
automaten (penny slot machines), porceleinen pijpen uit Duits-
land en Oostenrijk , snuifdozen en toebehooren vanaf 1700, ta-
baks nijmachines, kwispedoors, mijnwerkerstabaksdozen, worship-
full company of pipemakers & tobaccoblenders dating from 1663,
the briar pipe association, tabak uit Holland uit de periode
1940-45, Chinese waterpijpen, Japanse pijpenetui's, opiumpij-
pen en opiumlampen, reclamemateriaal vanaf 1900, Hollandse-
en Victor i aanse tabaksdozen, pijpenstampers, sigarenbandjes.
pijpenfoedraals, Afrikaanse- en Egyptische pijpen, tomahawk-
piJpen, vredespijpen, Bristol glass en Staffordshire pottery
pijpen, Wedgewood pijpen en pijpen van zilver, barnsteen en
jade.
Openingstijden van het museum zijn: 1 oktober - 30 april van
10-18,30 uur . 1 mei - 30 sept. van 9-1 0,30 uur .

46

VRAAGBAAK
Onlangs kreeg ik een piJpje in miJn bezit, die nogal afwijkt
van de andere vondsten. De pijp is in de vorm van een sch oen ,
of beter gezegd , twee schoenen ; de linkerkant van de ketel
geeft namelijk een herenlaars weer, terwijl de rechterkant een
damesmuiltje voorstelt, met daarin een voet.
De punt van de schoen is naar de roker gekeerd. De schoen is
3,5 cm hoog en 4 cm lang . De pi j p is gevonden in Harderwijk
en is niet g emerkt. Wie weet de herkomst en maker van dez e
pijp? Reakties naar: Michel Vroomans , Kervel tuin 19 2 353 PM
Leiderdo r p .

ERRATA
Helaas zijn in het vorige nummer enige s torende fouten geslo-
pen, hieronder volgen de correcties:
blz . 3 .. . achter de Biert, moet ziJn . ... achter de Bi est .
blz . 8 Weert in 1756, moet zijn Weert in 1856.

In 1768, moet zijn 1868.
blz.14 J an Jacobsz . van der Aereden, moet zijn van der Aerden
NIEUWE LITERATUUR
J.G.ter Horst. De Aaltense hoornindustrie . Vereniging Oudheid-
kamer Aalten, Museum Frerikshuus, Aalten.(1983) Kosten f5, -
J.G9deris . Pijpen uit de Roeselaarse Stadshalle. Verschenen in
het plaatselijk Historisch Jaarboek (1983).

47

6e JAARGANG , DECEMBER, 1983

Van de redaktie .. ..

Het 1s alweer enige tijd geleden dat de j aarlijkse pijpelogi-
s che bijeenkomst is geweest , maar voor diegenen die dit gemist
hebben volgt een kort versl ag . Na het bez oe k aan de fraai in-
gerichte en sfeervolle tentoons telling ( open t ot 5 januari ' 84)
hield Ron de Haan een boeiende lezing ove r de archeologisch
belangrijke opgravingen op het Wat e rlooplein in Amsterdam .
Uit er aa rd werd hoofdzakelij k ingegaan op de vond s t en van p ij-
pen in de goed dateerba re beerputten . Na een levendige beurs
en het uitwisselen van ni e uwtjes ging een i eder voldaan huis-
waart s .
Wij hopen dat we op de vol gende bij eenkomst weer zoveel leden
kunnen verwelkomen.

NlEUWE LITERATUUR

H. R. Tu pan . Wolken van Geno t, een cul tuurhisto ri sch overzich t
va n het tabaksgebruik in Neder l and. Drents Museum Assen , Mu-
s~umfonds no . 10 . Assen 1983. Prijs t l4,50 . ISBN 90- 70884- 0 1-1

H.R . Tupa n. De Bruidegomspij p , de gesch i edenis van e en vo lks-
kundig huwelijksfenomeen. Hoogezand , 1983 . ISBN 90- 6523-0 13- 0

Peter Davey (ed. ) The Archaeology of the Clay Tobacco Pipe,
America, VIII. BAR - S l75, 198 3 . BAR, 122, Banbury Road , Ox-
ford OX2 7BP, England . ISBN O 86054 225 4 Prijs El6 post free .

VRAAGBAAK

Enkele maanden gel eden kreeg ik de hier-
naas t afgebeelde pijpekop in bezit . Het
gaa t om een 18e eeuwse pijpkop met von-
kenvanger tje . He t vonkenvanger tje is ge-
maak t van kop e r . De pijpekop is gevonden
in Rotterdam. Wie kan mij over de her-
komst en de pijpmaker van deze pijp in-
lichten? Gaarne uw r eakt i es n aa r: Martin
St eenbergen, Corn . Ketelstraa t 26,
2806 SM Gouda .

ADVERTENTIE

Te koop aangeboden : Bruidegomspijp in bijbehorende kast . Dat e-
ring 1905 . Vraagp rij s !900 , - Inli chtingen : J . v.d . Meul en . Tel .
07 1 - 4 12156.

49

ENKELE 19e EEUWSE PORSELEINEN PIJPEKOPPEN UIT DRENTHE

door Harry Tupan

Porseleinen pijpen ziJn voornamelijk gemaakt in de periode
1700-1920, terwijl de bloeitijd tussen 1750 en 1850 lag. Het
meerendeel van deze pijpen is afkomstig uit Duitsland en werd
vervaardigd door grote porseleinfabrieken in bekende centra
als Meisen en Berlijn. Wie kent niet de 'KÖniglichen Porzellan
Manufaktur' te Berlijn! Deze fabrieken kenden speciale decora-
teurs die zeer fraaie voorstellingen op de pijpekoppen aan-
brachten. Men schilderde stadsgezichten, portretten van vorsten
en politici, doch ook bloemen en dieren werden aangebracht.
Vaak gebruikten de decorateurs hiertoe bestaande prenten als
voorbeeld. Later, tussen 1775 en 1875, groeide het aantal zo-
genaamde 'Hausmaler', lieden die in opdracht van de porselein-
fabrikanten thuis decoraties op de pijpekoppen schilderden.
Dat deze eenvoudige lieden veelal weinig of soms helemaal geen
opleiding genoten hadden, blijkt uit de vele schrijffouten die
men in de teksten op de pijpen aantreft.
Op het Nederlandse platteland waren porseleinen pijpen, be-
schilderd met naam, beroep of familiewapen zeer geliefd . Veelal
werden ze ter gelegenheid van een verjaardag of een ander heu-
gelijke gebeurtenis ten geschenke aangeboden . De moeilijkheid
was echter om een pijp met een bepaalde tekst of voorstelling
te bestellen, immers het decoreren geschiedde in Duitsland .
Door bemiddeling van seizoenarbeiders uit Duitsland, de zgn.
'hannekemaaiers' en ' kiepkerels', konden dergelijke pijpen toch
verkregen worden. Men gaf deze mensen namelijk de tekst mee die
op de pijpekop moest worden aangebracht, die zij op hun beurt
weer bij de fabriek of handelaar in Duitsland afleverden . Wan-
neer zij het volgende jaar weer naar Nederland trokken om sei-
zoenarbeid te verrichten brachten ze de bestelde pijpen mee.
Ook in Drenthe zijn op deze manier fraai betekste pijpen in
omloop gekomen. Een aantal is bewaard gebleven en wordt hieron-
der beschreven . Erg vroeg is het exemplaar met het navolgende
opschrift: J.W.Veeze te Assen

Het broederlijk hart
Kent leed noch smart
18 Febr. 1829- C.V.
Jan Willem Veeze werd geboren te Assen op 18 februari 1802 1 .
Hij huwde in 1828 zijn plaatsgenote Marchien Beuker2. Veeze
werkte gedurende zijn leven als bode bij het gouvernement van
de provincie Drenthe . Hij overleed op 5 april 1884 te Assen.
Aardig is dat de datum van de pijp aangeeft ter gelegenheid

50


Click to View FlipBook Version