Nº 0 - Belge moyenne -0-
Cat. Pag. Steel-20,5cm Ketel-4,4cm Produktie: ca. 1840 - 1920
1908-18 Prijs:3fr./gros, wit, rood en zwart
Steelpijp met ovale ketel en rechte steel met afgesneden steeleind. Op de zijkant van de hiel staat Coll: AvE
in reliëf het vormnummer 0. Dit model komt in latere vorm voor als Noël model en wordt dan in
de catalogus van 1908 vermeld. Het vormnummer staat dan in reliëf op de zijkant van de steel Steelpijp, recht
vermeld: N 0. Op de steel is een intagliostempel aangebracht: "Noël Paris". De Noël uitvoering Steeleind: afgesneden
heeft echter een kleinere ketel. Hiel: cilindrisch
Nº 00 - Belge petite cou pincé Produktie: ca. 1900 - 1920 -N00-
Cat. Pag. Steel- cm Ketel- cm Steelpijp, recht
1908-18 Prijs:3fr./gros, wit, rood en zwart Steeleind: afgesneden
Hiel: cilindrisch
Pijp met ovale ketel met hiel en een rechte steel. Deze Noël gemerkte pijp met vormnummer 00 is
een variant van Belge Nr.0 met een geknepen hals van de ketel.
Nº 1 - Courte Commune (1e Série) -1-
Cat. Pag. Steel - 22cm Ketel-2cm Produktie: ca. 1810 - 1850
1840-1 8,5 pouces
Pijp met ovale ketel met hiel en rechte steel. Steelpijp, recht
In de catalogus van 1840 worden de steellengten der pijpen aangeduid in Pouces. De Pouce, Steeleind: afgesneden
(duim), is een oude lengtemaat en staat voor 0.255 meter.(Petit Larousse Illustré 1906) Hiel: cilindrisch
Nº 1 - Meuse, très petite -1-
Cat. Pag. Steel-19cm Ketel- cm Produktie: ca. 1850 - 1880
1868-89 Zie ook nr.2, 3 en 4
Deze zgn. Meuse heeft een ovaal model ketel met hiel en rechte steel. Steelpijp, recht
De benaming Meuse, letterlijk Maas, duidt op het pijpmodel, dat in de streek rond Andenne Steeleind: afgesneden
algemeen werd gemaakt. Later worden de Meuses vervangen door korte zogenaamde Néogène Hiel: cilindrisch
modellen. (Bron:Modellenbestand Pijpenkabinet 1978)
Nº 1 - Néogène bombée, grande Produktie: ca. 1880 - 1920 -1-
Zie ook nr 2, 3, 4 en 5
Cat. Pag. Steel-13cm Ketel-4cm Steelpijp, recht
1879 en 1886 -102 Steeleind: afgeplat, knoop
1893-102 Hiel: spoor
1894- 90
1918-affiche Prijs: 18Fr./100
Dit model heeft een staand bol model, eindigend in een stomp spoor, rechte steel, afgeplat
mondstuk met knoop. (Bron: Modellenbestand 1978-Pijpenkabinet)
Dit model vertoont sterke overeenkomsten met het Jean Nicot model 5 en 5b. In 1885 en 1894
wordt dit model Bombée genoemd, op het reklameaffiche uit 1918 wordt dit model Jean Nicot
genoemd.
Ketelmerk
Nº 2 - Courte commune (1e Série) Produktie: ca. 1810 - 1850 -2-
Cat. Pag. Steel-22cm Ketel-2,5cm Steelpijp, recht
1840-1 8,5 pouces Steeleind: afgesneden
Hiel: cilindrisch
Pijp met een ovaal model ketel met hiel en rechte steel.
In de catalogus van 1840 worden de steellengten der pijpen aangeduid in Pouces. De Pouce,
(duim), is een oude lengtemaat en staat voor 0.255 meter. (Petit Larousse Illustré 1906)
Coll:AvE
Nº 2 - Meuse, petite -2-
Cat. Pag. Steel-19cm Ketel- cm Produktie: ca. 1850 - 1880
1868-89 Zie ook nr.1, 3 en 4
Deze zgn. Meuse heeft een ovaal model ketel met hiel en rechte steel. Steelpijp, recht
De benaming Meuse, letterlijk Maas, duidt op het pijpmodel, dat in de streek rond Andenne Steeleind: afgesneden
algemeen werd gemaakt. Later worden de Meuses vervangen door korte zogenaamde Néogène Hiel: cilindrisch
modellen. (Bron: Modellenbestand 1978-Pijpenkabinet)
Nº 2 - Néogène bombée, moyenne Produktie: ca. 1880 - 1920 -2-
Zie ook nr.1, 3, 4 en 5
Cat. Pag. Steel-12,7cm Ketel-3,7cm Steelpijp, recht
1879 en 1886 -102 Steeleind: afgeplat, knoop
1893-102 Hiel: spoor
1894- 90
1918-affiche Prijs: 18Fr./100
Dit model heeft een staand bol model, eindigend in een stomp spoor, rechte steel, afgeplat
mondstuk met knoop. (Bron: Modellenbestand 1978-Pijpenkabinet)
Dit model vertoont sterke overeenkomsten met het Jean Nicot model 5 en 5b. In 1885 en 1894
wordt dit model Bombée genoemd, op het reklameaffiche uit 1918 wordt dit model Jean Nicot
genoemd.
Ketelmerk Produktie: ca. 1900 - 1918 -N2-
Nº N2 - Belge grande forte Steelpijp, recht
Steeleind: afgesneden
Cat. Pag. Steel- cm Ketel- cm Hiel: cilindrisch
1908-18 Prijs:3fr./gros, wit, rood en zwart
Pijp met ovale ketel met hiel en rechte steel. Gemerkt met Noël stempel.
Nº 3 - Courte commune (1e Série) -3-
Cat. Pag. Steel-22cm Ketel-3cm Produktie: ca. 1810 - 1850
1840- 1 8,5 pouces
Pijp met een ovaal model ketel met hiel en een rechte steel. Steelpijp, recht
In de catalogus van 1840 worden de steellengten der pijpen aangeduid in Pouces. De Pouce, Steeleind: afgesneden
(duim), is een oude lengtemaat en staat voor 0.255 meter.(Petit Larousse Illustré 1906) Hiel: cilindrisch
Nº 3 - Meuse, moyenne -3-
Cat. Pag. Steel-19cm Ketel- cm Produktie: ca. 1850 - 1880
1868-89 Zie ook nr.1, 2, en 4
Deze zgn. Meuse heeft een ovaal model met hiel en rechte steel. Steelpijp, recht
De benaming Meuse, letterlijk Maas, duidt op het pijpmodel, dat in de streek rond Andenne Steeleind: afgesneden
algemeen werd gemaakt. Later worden de Meuses vervangen door korte zogenaamde Néogène Hiel: cilindrisch
modellen. (Bron: Modellenbestand 1978-Pijpenkabinet)
Nº 3 - Néogène bombée, petite Produktie: ca. 1880 - 1920 -3-
Zie ook nr.1, 2, 4 en 5
Cat. Pag. Steel-12,3 Ketel-3,2cm Steelpijp, recht
1879 en 1886 -102 Steeleind: afgeplat, knoop
1893-102 Hiel: spoor
1894- 90
1918-affiche Prijs: 18Fr./100
Dit model heeft een staand bol model, eindigend in een stomp spoor, rechte steel, afgeplat
mondstuk met knoop. (Bron: Modellenbestand 1978-Pijpenkabinet)
Dit model vertoont sterke overeenkomsten met het Jean Nicot model 5 en 5b. In 1885 en 1894
wordt dit model Bombée genoemd, op het reklameaffiche uit 1918 wordt dit model Jean Nicot
genoemd.
Ketelmerk
Nº 3 - Jacob, Fantaisie extra, Tuyau courbe -3-
Cat. Pag. Steel-13cm Ketel-6cm Produktie: ca. 1860 - 1910
Zie ook nr.3, 9, N290, N378, N379, N388,N380, N535, N538, 948,
1868-27
1879 en 1886-30 998,1008 ,1008b,1048, 1498, 1598, 1608, 1608a, 1618 + 2019
1893-30
1894-29
1908-12 Prijs 15f./gros
Zeldzame steelpijp behorende tot de groep "Fantaisies Extra" met een gedecoreerde, gebogen Coll:AvE
steel. Ketel in de vorm van Jacob met snor en uitwaaierende baard. Op het hoofd een tulband
met dubbele, afhangende kwast en een tekstlint: "JE SUIS LE VRAI JACOB". Op de onderzijde
van de ketel is een rechthoek met het opschrift: "JACOB".
Over de herkomst van de persoon Jacob bestaan meerdere theoriën. De meest aannemelijke lijkt Steelpijp, gebogen
te zijn dat het hier gaat om de bijbelfiguur Jacob, zoon van Rebecca en Isaak. Volgens de Steeleind: afgeplat, knoop
verhalen was Esau, de broer van Jacob, de eerstgeborene en had dus recht op de bezittingen Hiel: geen
van zijn vader Isaak. Maar op sluwe wijze weet Jacob hem dit eerstgeboorterecht te ontfutselen
voor een bord linzensoep. En ook door de intriges van zijn moeder weet hij zijn vader te -4-
bedriegen en zo zijn aartsvaderlijke zegen te ontvangen: de bezegeling van het
eerstgeboorterecht. Hierdoor heeft hij macht over zijn broer Esau. Door deze leugens en intriges
is het opschrift op de tulband: "Je suis le vrai Jacob" te verklaren. Jacob was vader van twaalf
zonen die de twaalf stammen van Israël zouden voortbrengen. De Jacob wordt beschouwd als de
meest populaire figurale pijp is door vrijwel iedere Belgische en Franse pijpenfabriek
vervaardigd.
Nº 4 - Meuse, grande
Cat. Pag. Steel-19cm Ketel-4,5cm Produktie: ca. 1850 - 1880
1858- "Anyl Courbée" ? Zie ook nr.1, 2 en 3
1868-89
Deze zgn. Meuse heeft een ovaal model met hiel en rechte steel. SStteeeellepiinjpd::reacfghetsneden
De benaming Meuse, letterlijk Maas, duidt op het pijpmodel, dat in de streek rond Andenne HSHitieeelle::lcceiiillniinnddd:rraiissfcgchhesneden
algemeen werd gemaakt. Later worden de Meuses vervangen door korte zogenaamde Néogène Hiel: cilindrisch
modellen. (Bron: Modellenbestand 1978-Pijpenkabinet)
Nº 4-bis - Fine grande, tête un peu ouverte (Belge) -4bis-
Cat. Pag. Steel-20cm Ketel-4,7cm Produktie: ca. 1860 - 1900
1868- 85
1879 en 1886 -101
1893-101
1894- 87 Benaming: "Mousseline"
Ovale iets uitlopende ketel met hiel en een dunne, rechte steel. In de catalogus van 1894 wordt
deze pijp samen met de modellen 240, 241, 260, 261,1471 en 1471b Mousselines genoemd die
vervaardigd zijn van Terre Belge.
Steelpijp, recht
Steeleind: afgesneden
Hiel: cilindrisch
Nº 4 - Néogène allongée, grande Produktie: ca. 1880 - 1894 -4-
Zie ook nr.1, 2, 3, 5 en 6
Cat. Pag. Steel-12cm Ketel-3,3cm Steelpijp, recht
1879 en 1886 -102 Steeleind: knoop
1893-102 Hiel: spoor, gestyleerd
1894- 90
Ovaal model ketel met gestyleerde spoor en een rechte steel met knoop. Het model vertoont
overeenkomsten met de nrs. 1,2 en 3 . Echter bij deze modellen is de ketel iets boller en is er een
scherpere spoor dan bij dit model als hiel aanwezig. De pijpen hebben wel allemaal op de ketel een
intagliostempel met Gambier in een rechthoek van stippen.
Ketelmerk
Nº 5 - Néogène allongée, moyenne Produktie: ca. 1880 - 1894 -5-
Zie ook nr.1, 2, 3,4 en 6
Cat. Pag. Steel- cm ketel- cm Steelpijp, recht
1858- "Fantaisie" Steeleind: knoop
1879 en 1886 - Alleen in Nomenclatuur Hiel: spoor, gestyleerd
Ovaal model met gestyleerde spoor en een rechte steel met knoop. Het model vertoont
overeenkomsten met de nrs. 1,2 en3 . Echter bij deze modellen is de ketel iets boller en is er een
scherpere spoor dan bij dit model als hiel aanwezig. De pijpen hebben wel allemaal op de ketel een
intagliostempel met Gambier in een rechthoek van stippen. In de lijst uit 1858 komt op nr. 5 een
pijp tegen met de benaming "Fantaisie". Dit is waarschijnlijk een ander model waarvan een
afbeelding helaas onbekend is.
Ketelmerk
Nº 5 - Jean Nicot très petite. -5-
Cat. Pag. Steel-12,7cm Ketel-2,8cm Produktie: ca. 1894 - 1920 Coll:AvE
Zie ook bombée nr.1, 2, 3 en nrs 5b, 5t en 1569
1894-90
1908- 4 Prijs, 6Fr./gros
1918-Poster Prijs 18fr./100
Etiket op steel Licht naar voren hellende bolle kop overgaand in stompe spoor, rechte steel
met afgeplat mondstuk met knoop.(Bron: Modellenbestand 1978-
Pijpenkabinet) Op de reclameaffiche uit 1918 worden de modellen nr1, 2en 3
die oorspronkelijk Bombée genoemd werden, ook Jean Nicot
genoemd. Ze vertonen wel grote overeenkomsten alleen de ketels van de Jean
Nicot modellen hellen naar voren terwijl de Bombée modellen een staand
model ketel hebben.
Ketelmerk Jean Nicot (1530-1600) was de Franse ambassadeur in Lissabon. Hij nam Steelpijp, recht
tabaksplanten mee naar Frankrijk en experimenteerde met gemalen Steeleind: afgeplat, knoop
bladeren en gebruikte het als snuif tegen hoofdpijn. In 1560 introduceerde Hiel: spoor
hij het aan het franse hof. Hij gaf Catherine de Medicis wat snuif die aan
chronische hoofpijn leed. De tabaksplant (Nicotiana) is naar hem vernoemd.
Nº 5-bis - Jean Nicot, petite -5bis-
Cat. Pag. Steel-13cm Ketel-3,4cm Produktie: ca. 1894 - 1920 Coll:GD
Zie ook bombée nr.1, 2, 3 en nrs 5, 5t en 1569
1894-90
1908- 4 Prijs 6Fr./Gros
1918-Poster Prijs 18fr./100
Etiket op steel Licht naar voren hellende bolle kop overgaand in stompe spoor, rechte steel
met afgeplat mondstuk met knoop.(Bron: Modellenbestand 1978-
Pijpenkabinet) Op de reclameaffiche uit 1918 worden de modellen nr1,2en 3
die oorspronkelijk Bombée genoemd werden , ook Jean Nicot
genoemd. Ze vertonen wel grote overeenkomsten alleen de ketels van de Jean
Nicot modellen hellen naar voren terwijl de Bombée modellen een staand
model ketel hebben.
Ketelmerk
Jean Nicot (1530-1600) was de Franse ambassadeur in Lissabon. Hij nam Steelpijp, recht Hiel: spoor
tabaksplanten mee naar Frankrijk en experimenteerde met gemalen Steeleind: afgeplat, knoop
bladeren en gebruikte het als snuif tegen hoofdpijn. In 1560 introduceerde
hij het aan het franse hof. Hij gaf Catherine de Medicis wat snuif die aan -5ter-
chronische hoofpijn leed. De tabaksplant (Nicotiana) is naar hem vernoemd.
Nº 5-ter - Jean Nicot, moyenne
Cat. Pag. Steel- cm Ketel- cm Produktie: ca. 1894 - 1920
1894-90 Zie ook bombée nr.1,2,3 en nrs 5 en 5b
1908- 4 Prijs 6Fr./Gros
Etiket op steel Licht naar voren hellende bolle kop overgaand in stompe spoor, rechte steel
Ketelmerk met afgeplat mondstuk met knoop.(Bron: Modellenbestand 1978-
Pijpenkabinet) Op de reklame affiche uit 1918 worden de modellen nr1,2en 3
die oorspronkelijk Bombée genoemd werden , ook Jean Nicot Steelpijp, recht
genoemd. Ze vertonen wel grote overeenkomsten alleen de ketels van de Jean Steeleind: afgeplat, knoop
Nicot modellen hellen naar voren terwijl de Bombée modellen een staand Hiel: spoor
model ketel hebben.
Jean Nicot (1530-1600) was de Franse ambassadeur in Lissabon. Hij nam -6-
tabaksplanten mee naar Frankrijk en experimenteerde met gemalen
bladeren en gebruikte het als snuif tegen hoofdpijn. In 1560 introduceerde
hij het aan het franse hof. Hij gaf Catherine de Medicis wat snuif die aan
chronische hoofpijn leed. De tabaksplant (Nicotiana) is naar hem vernoemd.
Nº 6 - Courte commune (1e Série) Produktie: ca. 1810 - 1850
Cat. Pag. Steel-22cm Ketel-3,8cm
1840- 2 8,5 pouces
Pijp met ovale voorover hellende ketel met hiel en rechte steel. Steelpijp, recht
In de catalogus van 1840 worden de steellengten der pijpen aangeduid in Pouces. De Pouce, Steeleind: afgesneden
(duim), is een oude lengtemaat en staat voor 0.255 meter.(Petit Larousse Illustré 1906) Hiel: cilindrisch
Nº 6 - Néogène allongée, petite Produktie: ca. 1880 - 1894 -6-
Cat. Pag. Steel- cm ketel- cm Steelpijp, recht
1879 en 1886 - Alleen in Nomenclatuur Steeleind: knoop
1894- Alleen in Nomenclatuur Hiel: spoor, gestyleerd
Ovaal model met gestyleerde spoor en een rechte steel met knoop. Het model vertoont
overeenkomsten met de nrs. 1,2 en3 . Echter bij deze modellen is de ketel iets boller en is er een
spoor als hielaanwezig. Deze pijpen zijn allemaal op de ketel gemerkt met een intagliostempel met
Gambier in een rechthoek van stippen.
Ketelmerk -7-
Nº 7 - Courte commune (1e Série) Produktie: ca. 1810 - 1850
Cat. Pag. Steel-22cm Ketel-4,1cm
1840- 2 8,5 pouces
Pijp met ovale voorover hellende ketel met hiel en rechte steel. Steelpijp, recht
In de catalogus van 1840 worden de steellengten der pijpen aangeduid in Pouces. De Pouce, Steeleind: afgesneden
(duim), is een oude lengtemaat en staat voor 0.255 meter.(Petit Larousse Illustré 1906) Hiel: cilindrisch
Nº 7 - Soldat malade. Fantaisie -7-
Cat. Pag. Steel- cm Ketel- cm Produktie: ca. 1860 - 1894
1879 en 1886- Alleen in Nomenclatuur
1894- Alleen in Nomenclatuur
Van dit model staat een bodemvondst afgebeeld in "Les pipes en terre de
Gambier" - Tome 1 door F.van Parys (pag.57). Deze steelpijp heeft een
ketel in de vorm van een soldaat met een in verband gewikkeld hoofd. Op
zijn gezicht parelen transpiratiedruppels.
Steelpijp, recht
Steeleind: knoop
Hiel: geen
Nº 8 - Courte commune (1e Série) -8-
Cat. Pag. Steel-22cm Ketel-4cm Produktie: ca. 1810 - 1850
1840-2 8,5 pouces
Pijp met ovale voorover hellende ketel met hiel en rechte steel. Steelpijp, recht
In de catalogus van 1840 worden de steellengten der pijpen aangeduid in Pouces. De Pouce, Steeleind: afgesneden
(duim), is een oude lengtemaat en staat voor 0.255 meter.(Petit Larousse Illustré 1906) Hiel: cilindrisch
Nº 8 - Cauchoise. Fantaisie -8-
Cat. Pag. Steel- cm Ketel- cm Produktie: ca. 1860 - 1894 Steelpijp, recht ?
Zie ook nr.591 Steeleind: ?
1879 en 1886- Alleen in Nomenclatuur Hiel: geen ?
1894- Alleen in Nomenclatuur
Cauchoise in traditionele kledij,
Louis Marie Lante
"Journal des Modes 1817"
Van deze fantaisie is tot op heden nog geen voorbeeld bekend. Ik verwijs naar nr 591 omdat dit
ook een Fantaisie is met de naam "Cauchoise". (Inwoonster uit de omgeving van Caux)
Caux, Pays de, landschap in Frankrijk, dep. Seine-Maritime, bestaande uit een
kalksteenplateau (ca. 120 m) met klifkust en droge hangende dalen (valleuses) en bedekt met
vruchtbare leem. Belangrijk landbouwgebied. Marktplaatsen: Bolbec en Yvetot. Havens: Fécamp
en Dieppe.
Nº 9 - Jacob, tuyau droit. Fantaisie extra. -9-
Cat. Pag. Steel-13,2cm Ketel-5,5cm Produktie: ca. 1855- 1920 Coll:AvE
Zie ook nr.3,N290,N378,N379,N380,N388, N535,N538,948, 998, Steelpijp, recht
1858- 1008, 1008b,1048, 1498, 1598, 1608, 1608a,1618 en 2018 Steeleind: knoop
Hiel: geen
1868-27
1879 en 1886 -31
1893-31 + 1894-28
1896-21 Prijs:10fr. per 100
1908-12 Prijs 12Fr./gros
1918-Affiche Prijs: 30Fr./100
Pijp met rechte steel en de ketel in de vorm van Jacob met snor en uitwaaierende baard. Op het
hoofd een tulband met dubbele afhangende kwast en een tekstlint: "JE SUIS LE VRAI JACOB".
Op de onderzijde van de ketel is een rechthoek met het opschrift: "JACOB".
Over de herkomst van de persoon Jacob bestaan meerdere theoriën. De meest aannemelijke lijkt
te zijn dat het hier gaat om de bijbelfiguur Jacob, zoon van Rebecca en Isaak. Volgens de
verhalen was Esau, de broer van Jacob, de eerstgeborene en had dus recht op de bezittingen
van zijn vader Isaak. Maar op sluwe wijze weet Jacob hem dit eerstgeboorterecht te ontfutselen
voor een bord linzensoep. En ook door de intriges van zijn moeder weet hij zijn vader te
bedriegen en zo zijn aartsvaderlijke zegen te ontvangen: de bezegeling van het
eerstgeboorterecht. Hierdoor heeft hij macht over zijn broer Esau. Door deze leugens en intriges
is het opschrift op de tulband: "Je suis le vrai Jacob" te verklaren. Jacob was vader van twaalf
zonen die de twaalf stammen van Israël zouden voortbrengen. De Jacob wordt beschouwd als de
meest populaire figurale pijp is door vrijwel iedere Belgische en Franse pijpenfabriek
vervaardigd.
Nº 9 - Courte commune (1e Série) -9-
Cat. Pag. Steel-22cm Ketel-4cm Produktie: circa 1810 - 1850
1840- 2 8,5 pouces
Pijp met ovale voorover hellende ketel met hiel en rechte steel. Steelpijp, recht
In de catalogus van 1840 worden de steellengten der pijpen aangeduid in Pouces. De Pouce, Steeleind: afgesneden
(duim), is een oude lengtemaat en staat voor 0.255 meter.(Petit Larousse Illustré 1906) Hiel: cilindrisch
Nº 9 - Les Ramages, Fantaisie -9-
Cat. Pag. Steel- cm Ketel- cm Produktie: circa 1850- Steelpijp
1858- Steeleind:?
Hiel: ?
Van deze pijp is op dit moment geen exemplaar of afbeelding bekend. Deze pijp staat vermeld in de
inventarislijst van Gambier uit 1858. Dit model is gelijktijdig in produktie geweest met nr.9
"Jacob, tuyau droit". Dit model moet vrij snel na 1858 uit het assortiment gehaald zijn omdat een
latere vermelding niet bekend is en de eerder genoemde Jacob tot in de 20e- eeuw in produktie
bleef.
Nº 10 -10-
Cat. Pag. Steel- cm Ketel- cm
Nº 11 - Caniche. Fantaisie -11-
Cat. Pag. Steel- cm Ketel- cm Produktie: circa 1850 - 1894
1858- "Chien"
1879 en 1886 - Alleen in Nomenclatuur
1894- Alleen in Nomenclatuur
Pijp met de ketel in de vorm van een poedel met lange hangende oren en over de bek hangende
snorharen. Om de nek een halsband met gesp. Rechte steel.
Van deze pijp is een bodemvondst (zie foto uit de collectie van Maurice Japin) Verder staat deze
pijp vermeld in de inventarisatielijst van Gambier uit 1858.
Coll:AvE
Steelpijp, recht
Steeleind:?
Hiel: geen
Nº 12 -12-
Cat. Pag. Steel- cm Ketel- cm
Nº 13 - Abricot. Fantaisie -13-
Cat. Pag. Steel- cm Ketel- cm Produktie: circa 1850 - 1894 Steelpijp
1858- Steeleind:?
1879 en 1886 - Alleen in Nomenclatuur Hiel: ?
1894- Alleen in Nomenclatuur
Van deze pijp is mij tot op heden nog geen bewaard exemplaar bekend.
Nº 14 - Courte commune (1e Série) -14-
Cat. Pag. Steel-22cm Ketel-4cm Produktie: circa 1810 - 1850
1840-2 (8,5 pouces)
Pijp met ovale voorover hellende ketel met hiel die aan de bovenzijde iets naar binnen loopt.
Rechte steel.In de catalogus van 1840 worden de steellengten der pijpen aangeduid in Pouces. De
Pouce, (duim), is een oude lengtemaat en staat voor 0.255 meter.(Petit Larousse Illustré 1906)
Steelpijp, recht
Steeleind: afgesneden
Hiel: cilindrisch
Nº 14-bis - Moyenne Tête fermée (9e Série) -14b-
Cat. Pag. Steel-38cm 3,9cm Produktie: circa 1810 - 1850
1840-28 15pouces
Pijp met lange, ovale voorover hellende ketel met hiel en rechte steel. Pijpen waarvan de bovenste Steelpijp, recht
helft van de ketel meer of minder toeloopt weren aangeduid met "Fermée". De pijpen waarvan de Steeleind: afgesneden
bovenste helft van de ketel cilindrisch is of iets uitloopt werden aangeduid met "Ouverte". In de Hiel: cilindrisch
catalogus van 1840 worden de steellengten der pijpen aangeduid in Pouces. De Pouce, (duim), is
een oude lengtemaat en staat voor 0.255 meter.(Petit Larousse Illustré 1906)
Nº 15 - Le Masque. Fantaisie -15-
Cat. Pag. Steel- cm Ketel-4cm Produktie: circa 1850 - 1894
1858-
1879 en 1886 - Alleen in Nomenclatuur
1894- Alleen in Nomenclatuur
Van deze pijp is alleen een bodemvondst uit de stort van de Gambierfabriek bekend. Het betreft Coll:FM
een hielloze ketel met op de achterzijde een rank met bladeren en op de steel een rozentak. Op de
voorzijde van de ketel zit een lachend masker wat met een lint naar de achterzijde van de ketel
vastgeknoopt zit.
Steelpijp, recht
Steeleind: knoop
Hiel: geen
Nº 16BG - Belge commune, grande -16BG-
Cat. Pag. Steel-20cm Ketel-4,8cm Produktie: circa 1860 - 1900
1868-89 Benaming: B.G. grande Zie ook nr.17bg, 18bg en 20bg
1879 en 1886 -98
1893-98
1894-78
Pijp met een ketelmodel tussen ovaal en kromkop met hiel. Rechte steel. De afkorting B.G. zoals die alleen in de Steelpijp, recht
catalogus van 1868 gebruikt wordt refereert aan het merk van de fabriek Blanc-Garin. (Bron: Modellenbestand 1978- Steeleind: afgesneden
Pijpenkabinet)In de catalogus van Blanc-Garin van rond 1840 zijn de nummers 16, 17 en 18 ook Belges die hetzelfde Hiel: taps
model hebben als de 16, 17 en 18 van Gambier. Ook de opgegeven steellengte komt overeen. Blanc-Garin werd rond
1860 overgenomen door Gambier.
Nº 16 - Belge, Noel -16-
Cat. Pag. Steel-21cm Ketel-5cm Produktie: circa 1900 - 1920
Pijp met een ketelmodel tussen ovaal en kromkop met hiel. Rechte steel. Dit is een latere Coll:AvE
uitvoering van nr.16BG. Het verschil is het knoopmondstuk, 16 BG is recht afgesneden.
Steel gemerkt: Noel - Paris. Vormnummer 16 in relief op de steel. (zonder de N van Noel)
Steelpijp, recht
Steeleind: knoop
Hiel: taps
Nº 17 - Courte commune (1e Série) -17-
Cat. Pag. Steel-22cm Ketel-3,2cm Produktie: circa 1810 - 1850
1840-2 8,5 pouces
Pijp met ovale voorover hellende ketel met hiel en rechte steel. Steelpijp, recht
In de catalogus van 1840 worden de steellengten der pijpen aangeduid in Pouces. De Pouce, Steeleind: afgesneden
(duim), is een oude lengtemaat en staat voor 0.255 meter.(Petit Larousse Illustré 1906) Hiel: cilindrisch
Nº 17 - Le Postillon, Fantaisie Produktie: circa 1850 - 1860 -17-
Zie ook nr.367
Cat. Pag. Steel-cm Ketel-cm Steelpijp, recht ?
1858- Steeleind: ?
Hiel: ?
Deze pijp staat vermeld in de inventarisatielijst van Gambier uit 1858. In "les pipes en terre
Gambier" van F.van Parys (Tome4, blz24) staat bij de omschrijving van deze pijp abusievelijk een
fantaisie afgebeeld genaamd "Le Malin" (nr.309).
Le Postillon de Lonjumeau was een opera, geschreven door Adolphe Charles Adam (1803-1856),
was zijn meest succesvolle en hoogst gewaardeerde opera, die in Parijs in het Opéra-Comique op
13 Oktober 1836 in premiere ging, en in de Verenigde Staten in Théâtre d'Orléans op 19 April
1838. Adam studeerde in Parijs onder Francois Adrien Boieldieu en schreef verscheidene
succesvolle opera's voor de Opéra-Comique. Het verhaal van de opera gaat in het kort gezegd
over de postkoetsbestuurder Chapelou die door een helderziende een spannende toekomst
voorspeld wordt. Wanneer de directeur van de Koninklijke Opera Chapelou hoort zingen is hij
onder de indruk en vraagt hem naar de opera te komen waar hij uiteindelijk een beroemdheid
wordt. Blanc Garin had ook een dergelijke pijp in het assortiment met het vormnummer 240.
Nº 17BG - Belge commune, moyenne -17BG-
Cat. Pag. Steel-20cm Ketel- cm Produktie: circa 1860 - 1900
1868-89 Benaming: B.G. moyenne Zie ook nr.16bg, 18bg en 20bg
1879 en 1886 -98
1893-98
1894-78
Pijp met een ketelmodel tussen ovaal en kromkop met hiel. Rechte steel. De afkorting B.G. zoals Steelpijp, recht
die alleen in de catalogus van 1868 gebruikt wordt refereert aan het merk van de fabriek Blanc- Steeleind: afgesneden
Garin. (Bron: Modellenbestand 1978-Pijpenkabinet)In de catalogus van Blanc-Garin van rond Hiel: cilindrisch
1840 zijn de nummers 16, 17 en 18 ook Belges die hetzelfde model hebben als de 16, 17 en 18
van Gambier. Ook de opgegeven steellengte komt overeen. Blanc-Garin werd rond 1860
overgenomen door Gambier.
Nº 18BG - Belge commune, petite -18BG-
Cat. Pag. Steel-20cm Ketel- cm Produktie: circa 1860 - 1900
1868-89 Benaming: B.G.petite Zie ook nr.16bg, 17bg en 20bg
1879 en 1886 -98
1893-98
1894-78
Pijp met een ketelmodel tussen ovaal en kromkop met hiel. Rechte steel. De afkorting B.G. zoals Steelpijp, recht
die alleen in de catalogus van 1868 gebruikt wordt refereert aan het merk van de fabriek Blanc- Steeleind: afgesneden
Garin. (Bron: Modellenbestand 1978-Pijpenkabinet) In de catalogus van Blanc-Garin van rond Hiel: cilindrisch
1840 zijn de nummers 16, 17 en 18 ook Belges die hetzelfde model hebben als de 16, 17 en 18
van Gambier. Ook de opgegeven steellengte komt overeen. Blanc-Garin werd rond 1860
overgenomen door Gambier.
Nº 19 - Néogène La Chasse -19-
Cat. Pag. Steel-12cm Ketel-2,9cm Produktie: circa 1850 - 1918
1858- Zie ook nr.N280
1879 en 1886 -102
1893-102
1908- 18 (Als Noël nr.N280)
Dit pijpje zonder hiel met een ketelmodel naar Duitser heeft een geruwde ketel met rechts een Coll:MJ
springend hert. Steelovergang met bladmotief. (modellenbestand pijpenkabinet 1978) Dit model
wordt voor het eerst in de catalogus van 1885 afgebeeld. Later (1908) komen we dit pijpje weer Steelpijp, recht
tegen maar nu als Noël pijp met vormnummer N280. Steeleind: afgeplat, knoop
Hiel: geen
Nº 20 - Courte commune (1e Série)
-20-
Cat. Pag. Steel-22cm Ketel-3,5cm
1840-1 8,5 pouces Produktie: circa 1810 - 1850
Pijp met ovale, voorover hellende ketel met hiel en rechte steel. Steelpijp, recht
In de catalogus van 1840 worden de steellengten der pijpen aangeduid in Pouces. De Pouce, Steeleind: afgesneden
(duim), is een oude lengtemaat en staat voor 0.255 meter.(Petit Larousse Illustré 1906) Hiel: cilindrisch
Nº 20BG - Belge commune, très petite -20BG-
Cat. Pag. Steel-20cm Ketel- cm Produktie: circa 1860 - 1900
1868-89 Benaming: B.G. très petite Zie ook nr.16bg, 17bg en 18bg
1879 en 1886 -98
1893-98
1894-78
Pijp met een ketelmodel tussen ovaal en kromkop met hiel. Rechte steel. De afkorting B.G. zoals Steelpijp, recht
die alleen in de catalogus van 1868 gebruikt wordt refereert aan het merk van de fabriek Blanc- Steeleind: afgesneden
Garin. (Bron: Modellenbestand 1978-Pijpenkabinet) In de catalogus van Blanc-Garin van rond Hiel: cilindrisch
1840 zijn de nummers 16, 17 en 18 ook Belges die hetzelfde model hebben als de 16, 17 en 18
van Gambier. Ook de opgegeven steellengte komt overeen. Blanc-Garin werd rond 1860
overgenomen door Gambier.
Nº 20 - Napolitain, Tête -20-
Cat. Pag. Steel-3cm Ketel-4,7cm Produktie: circa 1860 - 1900
1868-14
1879 en 1886 -14
1894-14
1894-13
Pijp met oplopende steel met manchet. Ketel in de vorm van een man met snor en baard en een
openstaande mond. Op zijn hoofd draagt hij een hoed.
Deze man uit Napels met scheve hoed heeft zijn haren in een haarnetje.
Nº 21 - Jean Raisin, Fantaisie Coll:AvE
Manchetpijp, oplopende steel
Cat. Pag. Steel- cm Ketel-4,1cm Hiel: geen
18 79 en 1886- Alleen in Nomenclatuur
-21-
Produktie: circa 1860 - 1890
Pijp met rechte steel en figurale ketel voorstellende een man met wijranken en druiventrossen om
het hoofd. In geen der catalogi is dit model afgebeeld.
Jean-Baptiste Siret bijgenaamd Jean Raisin was een Frans toneelspeler geboren in Troves in Coll: MJ
1656, gestorven in Parijs in 1693. Hij was één der grootste acteurs van de Franse Komedie in die
tijd. Hij schitterde op bijna alle plaatsen van de komedie. Rustend genoot hij altijd graag van een Steelpijp, recht
goed glas wijn. Hij stierf door zich te baden terwijl hij net nogal aangeschoten van tafel kwam. Steeleind: knoop
Deze pijp toont het hoofd van de acteur gehuld in wijnbladeren. Hiel: geen
Nº 22 - Nez rouge, Tête -22-
Cat. Pag. Steel-3cm Ketel-5,5cm Produktie: circa 1860 - 1900
1868-14
1879 en 1886 -14
1893-14
1894-13
1896-22 Prijs:10fr. Per 100
Pijp met oplopende steel met manchet. Fraai uitgebeelde kop van een dronkenlap met een rode
pukkelige neus. Op het hoofd heeft hij een oude, versleten hoed waar onder een bandje een stenen
pijpje gestoken is. Op de steel een ovaal met de merknaam en het vormnummer.
Coll:AvE
Manchetpijp, oplopende steel
Hiel: geen
Nº 23 - Néogène Aristophane -23-
Cat. Pag. Steel-cm ketel-cm Produktie: circa 1840 - 1860 Steelpijp, recht ?
1858- "Néo Aristoph" Steeleind: ?
Hiel: ?
Alleen in de inventarisatie van Gambier uit 1858 wordt deze pijp genoemd. Verder staat hij in geen
der catalogi afgebeeld of vermeld in de nomenclatuurlijst.
Aristophane pijpen schijnen genoemd te zijn naar de Griekse blijspeldichter Aristophanes (445-
385 VC). Over het algemeen zijn de Aristophane pijpen uitgevoerd met een slanke, bijna ovoïde
ketel met een spoor of hiel. De stelen zijn recht met aan het einde een knoopmondstuk. De
ketelhoogte loopt van 35 tot 50 mm en de steellengte varieert van 8 tot 16 centimeter. De
Aristophanes staan in de catalogi in groepen verdeeld naar gelang een bepaalde specifieke vorm.
(D.Duco Pijpenlijntjes jaargang VII, nummer 2, blz 4)
Uitzondering op bovenstaande omschrijving zijn de nrs. : 213, 975b, 1005 en 1329
Nº 23 - Néogène Côtes melon, très grande -23-
Cat. Pag. Steel- cm Ketel- cm Produktie: circa 1850 - 1900
1858- Zie ook nr.25, 224, 225,670, 672,
1868- 55
1879 en 1886 -103 674, 691, 693 en 695
1893+1894- Alleen in Nomenclatuur
Pijp met lage, bolle ketel zonder hiel met vertikale ribben. Rechte, afgeplatte steel met Steelpijp, recht - afgeplat
knoopmondstuk. Dit model komt voor in vijf formaten. In de inventarisatielijst uit 1858 komt Steeleind: knoop
nr. 23 twee maal voor. Eenmaal als "aristophane" en eenmaal "cotês melon". Het "aristophane" Hiel: geen
model moet vrij snel na 1858 uit het assortiment gehaald zijn omdat een latere vermelding niet
bekend is en het "cotês melon" model tot rond 1900 in produktie bleef.
Er zijn verschillende pijpen die door hun bolle, geribde vorm als meloen aangeduid werden. De
pijpen waarvan de gehele ketel met bolle ribben in verticale richting gedecoreerd zijn worden
meestal "Côtes Melon" genoemd. Hiervan bestaan zowel steel- als manchetpijpen. Er zijn drie
modellen die "Cantaloup" genoemd worden. De Cantaloup is een wratmeloen met een wat
pokdalig uiterlijk. De ribben zijn op de pijp veel meer geaccentueerd dan bij de echte
wratmeloen. De modellen die "Côtes Creuses" genoemd worden hebben uitgeholde ribben.
Nº 24 - Chien terrier, Tête -24-
Cat. Pag. Steel-3cm Ketel-4,5cm Produktie: circa 1880 - 1910
1879 en 1886 - Alleen in Nomenclatuur Zie ook nr.305, 354, 947, 994,
1894- Alleen in Nomenclatuur
1908-15 1105, 1187, 1400 en 1431
Pijp met staande ketel en oplopende steel met manchet. Onder de ketel met op de vormnaden een
kam is een hondenkop te zien die aan de voorkant van de ketel uitsteekt. De hond heeft een
halsbandje om. Deze zeldzame Gambier wordt wel vermeld op blz 15 van Cat.1908. Wanneer we
goed de tekening bekijken waarnaar verwezen wordt op blz 14 zien we dat er een vergissing Coll:PS
gemaakt is. Afgebeeld staat nr.22 (Nez Rouge) terwijl die in de omschrijving ontbreekt. Het
ontwerp doet sterk denken aan de zeldzame "Tigre"(nr.52) en de veel voorkomende bokkenkoppen. Manchetpijp, oplopende steel
Hiel: geen
Nº 25 - Néogène Côtes melon, très petite -25-
Cat. Pag. Steel-12cm Ketel-2,6cm Produktie: circa 1860 - 1900 Steelpijp, recht - afgeplat
1868- 55 Zie ook nr.23, 224, 225, 670, Steeleind: knoop
1879 en 1886 -103 Hiel: geen
1893-103 672, 674, 691, 693 en 695
1894- Alleen in Nomenclatuur
Pijp met lage, bolle ketel zonder hiel met vertikale ribben. Rechte, afgeplatte steel met
knoopmondstuk. Dit model komt voor in vijf formaten.
Er zijn verschillende pijpen die door hun bolle geribde vorm als meloen aangeduid werden.De
pijpen waarvan de gehele ketel met bolle ribben in verticale richting gedecoreerd zijn worden
meestal "Côtes Melon" genoemd. Hiervan bestaan zowel steel- als manchetpijpen. Er zijn drie
modellen die "Cantaloup" genoemd worden. De Cantaloup is een wratmeloen met een wat
pokdalig uiterlijk. De ribben zijn op de pijp veel meer geaccentueerd dan bij de echte
wratmeloen. De modellen die "Côtes Creuses" genoemd worden hebben uitgeholde ribben.
Nº 26 - Courte commune (1e Série) -26-
Cat. Pag. Steel-22cm Ketel-4cm Produktie: circa 1810 - 1850
1840-2 8,5 pouces
Pijp met ovale voorover hellende ketel met hiel en rechte steel. Steelpijp, recht
In de catalogus van 1840 worden de steellengten der pijpen aangeduid in Pouces. De Pouce, Steeleind: afgesneden
(duim), is een oude lengtemaat en staat voor 0.255 meter.(Petit Larousse Illustré 1906) Hiel: cilindrisch
Nº 26 - Polichinelle petite. Tête -26-
Cat. Pag. Steel-3cm Ketel-7cm Produktie: circa 1860 - 1900
Zie ook nr. 105, 308 en 668
1868-7
1879 en 1886 -4
1893 en 1894-4 (niet afgebeeld)
Pijp met oplopende steel met manchet. Ketel in de vorm van Polichinelle met
gekromde neus en uitstekende kin en een tweekante steek op het hoofd.
Mismaakt bovenlichaam met bochel en korte armpjes die een stok
vasthouden. Gestreept tuniek met kanten kraag. (D.Duco 1978)
Maccus, schets Polichinelle uit Frankrijk, Pulichinela uit Spanje en Portugal en Punch uit
van een Romeins Engeland. Het zijn afleidingen van het woord Pulcinella. Deze schelmfiguur
beeldje. die omstreeks 1600 in Napels is ontstaan is dan ook hun aller stamvader.
Pulcinella wordt algemeen verondersteld af te stammen van Maccus, een
kluchtfiguur uit de Romeinse tijd. Maccus was een clownsfiguur. Hij was Coll:AvE
het personage van een onbeschaamde en zelfs woeste boerenkinkel. Hij was
eenvoudig gekleed, had een gebogen neus, voor en achter een bult en een Manchetpijp, oplopende steel
schelle stem. Waarschijnlijk door dit stemgeluid en zijn tred als een haantje Hiel: geen
kreeg hij de bijnaam "Pullus Gallinaceus" hetgeen haantje betekent. Uit
deze woorden ontstond de naam Pulcinella. Via Italiaanse poppentheaters
waar Pulcinella meespeelde werd deze figuur populair en maakte een eigen
ontwikkeling door waaruit in andere Europese landen poppenkastfiguren
ontstonden met de eerder genoemde gelijkklinkende namen. De
Nederlandse variant van Pulcinella is Jan Klaassen.
Nº 27 - Tête ouverte, moyenne gros tuyau (9e Série) -27-
Cat. Pag. Steel-30,6 Ketel-3,6cm Produktie: circa 1810 - 1850
1840-26 12pouces
Pijp met ovale, iets uitlopende ketel met hiel en rechte steel. Pijpen waarvan de bovenste helft van Steelpijp, recht
de ketel meer of minder toeloopt weren aangeduid met "Fermée". De pijpen waarvan de bovenste Steeleind: afgesneden
helft van de ketel cilindrisch is of iets uitloopt werden aangeduid met "Ouverte". Hiel: cilindrisch
In de catalogus van 1840 worden de steellengten der pijpen aangeduid in Pouces. De Pouce,
(duim), is een oude lengtemaat en staat voor 0.255 meter.(Petit Larousse Illustré 1906)
Nº 27 - Néogène Côtes creuses grande -27-
Cat. Pag. Steel- cm Ketel- cm Produktie: circa 1850 - 1900
1858- Zie ook nr.29, 31, 1454 en 1461
1879 en 1886 - 103
1893-103 (niet afgebeeld)
1894- 90
Pijp met bekermodel ketel, zonder hiel met rechte steel en een afgeplat steeleind met knoop. De
ketel heeft vertikale ribben met daartussen uitgeholde, geruwde vlakken. Op de steel in een kader
in reliëf de merknaam (rechts) en het vormnummer (links). Komt voor in drie formaten.
Er zijn verschillende pijpen die door hun bolle geribde vorm als meloen aangeduid werden.De Steelpijp, recht
pijpen waarvan de gehele ketel met bolle ribben in verticale richting gedecoreerd zijn worden Steeleind: afgeplat, knoop
meestal "Côtes Melon" genoemd. Hiervan bestaan zowel steel- als manchetpijpen. Er zijn drie Hiel: geen
modellen die "Cantaloup" genoemd worden. De Cantaloup is een wratmeloen met een wat
pokdalig uiterlijk. De ribben zijn op de pijp veel meer geaccentueerd dan bij de echte
wratmeloen. De modellen die "Côtes Creuses" genoemd worden hebben uitgeholde ribben.
Nº 28 - Plate buse (9e Série) -28-
Cat. Pag. Steel-30,6cm Ketel-4cm Produktie: circa 1810 - 1850
1840-27 12pouces
Pijp met bijna cilindrische, iets voorover hellende ketel met hiel en rechte steel. Steelpijp, recht
In de catalogus van 1840 worden de steellengten der pijpen aangeduid in Pouces. De Pouce, Steeleind: afgesneden
(duim), is een oude lengtemaat en staat voor 0.255 meter.(Petit Larousse Illustré 1906) Hiel: cilindrisch
Nº 28b - Néogène 15 pouces -28b-
Cat. Pag. Steel-38,3cm Ketel- cm Produktie: circa 1830 - 1850 Steelpijp ?
1858- Steeleind: ?
Hiel: ?
Deze pijp wordt alleen vermeld in de inventarisatielijst van Gambier uit 1858.
Nº 28 - Chevalier. Tête -28-
Cat. Pag. Steel-2,6cm Ketel-5,2cm Produktie: circa 1860 - 1900
1879 en 1886 -14 Zie ook nr.368 en Saillard pag.13
1893-14
1894- Alleen in Nomenclatuur
Pijp met oplopende steel met manchet. Ketel in de vorm van een man met hoed en omhoog
staande snor. Dit ontwerp doet meer aan een musketier denken dan aan een ridder met zijn mooie
hoed waarop een grote veer zit die achter een gesp gestoken is. Ook de haardracht en mooi
gekrulde snor doen denken aan een musketier. De nummers 217, 574 en 704 zijn andere pijpen
met een musketier als voorstelling. De verwijzing naar nr.368 is gemaakt omdat dit een andere
pijp met de naam Chevalier betreft. Bij dit model gaat het wel om een ridder met harnas en
omhoog geklapt vizier. Coll: GD
Manchetpijp, oplopende steel
Hiel: geen
Nº 29 - Néogène Côtes creuses moyenne -29-
Cat. Pag. Steel-12,2cm Ketel-3,5cm Produktie: circa 1850 - 1900 Coll:AvE
1858- Zie ook nr.27, 31, 1454 en 1461
1879 en 1886 -103
1893-103
1894- 90
Pijp met bekermodel ketel, zonder hiel met rechte steel en een afgeplat steeleind met knoop. De
ketel heeft vertikale ribben met daartussen uitgeholde, geruwde vlakken. Op de steel in een kader
in reliëf de merknaam (rechts) en het vormnummer (links). Komt voor in drie formaten.
Er zijn verschillende pijpen die door hun bolle geribde vorm als meloen aangeduid werden.De Steelpijp, recht
pijpen waarvan de gehele ketel met bolle ribben in verticale richting gedecoreerd zijn worden Steeleind: afgeplat, knoop
meestal "Côtes Melon" genoemd. Hiervan bestaan zowel steel- als manchetpijpen. Er zijn drie Hiel: geen
modellen die "Cantaloup" genoemd worden. De Cantaloup is een wratmeloen met een wat
pokdalig uiterlijk. De ribben zijn op de pijp veel meer geaccentueerd dan bij de echte
wratmeloen. De modellen die "Côtes Creuses" genoemd worden hebben uitgeholde ribben.
Nº 30 - Rubens petite. Tête -30-
Cat. Pag. Steel:3cm Ketel-6cm Produktie: circa 1850 - 1910 Coll:AvE
Zie ook nr.137 en 436 Manchetpijp, oplopende steel
1868- 5 Hiel: geen
1879 en 1886 - 3 -31-
1893 en 1894- 3 (niet afgebeeld)
1908-14 15Fr./gros zonder steel, 39fr./gros met kersenhouten steel.
Zelfportret van Rubens uit 1638-1640 Kunsthistorisch
Museum - Wenen
Pijp met oplopende steel met manchet. Op de steel staat in een ovaal de merknaam en het
vormnummer. De ketel is in de vorm van het borstbeeld van Rubens. Op zijn hoofd een hoed
met waarop in de brede rand twee veren zijn aangebracht.
Peter Paul Rubens(1577-1640). Zuid Nederlandse schilder, tekenaar en diplomaat was een zoon
van de Antwerpse schepen Jan Rubens en Maria Pypelinckx. In 1592 werd hij leerling van de
landschapsschilder Tobias Verhaecht en in 1598 vrijmeester te Antwerpen. Hij verbleef 8jaar in
Italië als officieel schilder van hertog Vincenzo Conzaga. Rond 1608 ging hij terug naar
Antwerpen waar hij officieel stadsschilder werd. Hij huwde in 1609 Isabella Brant en liet een
imposant huis bouwen. In de jaren 20 van de 17e eeuw had hij een belangrijke diplomatenrol en
in 1630 legde hij de grondslag voor een vredesverdrag tussen Spanje en engeland. Zijn laatste
jaren verbleef hij in een buitenhuis te Elewijt met zijn tweede vrouw Hélène Fourment. Hij is
begraven in de Sint Jacobskerk te Antwerpen. Rubens liet een omvangrijk schilderoeuvre na in
verschillende stijlen. Hij was van grote invloed op de jonge schilders van Dyck en Jordaens.
Nº 31 - Néogène Côtes creuses petite.
Cat. Pag. Steel- cm Ketel- cm Produktie: circa 1850 - 1900
1858- Zie ook nr.27, 29, 1454 en 1461
1879 en 1886 -103
1893-103
1894- 90
Pijp met bekermodel, zonder hiel met rechte steel en een afgeplat steeleind met knoop. De ketel
heeft vertikale ribben met daartussen uitgeholde, geruwde vlakken. Op de steel in een kader in
reliëf de merknaam (rechts) en het vormnummer (links). Komt voor in drie formaten.
Er zijn verschillende pijpen die door hun bolle geribde vorm als meloen aangeduid werden.De Steelpijp, recht
pijpen waarvan de gehele ketel met bolle ribben in verticale richting gedecoreerd zijn worden Steeleind: afgeplat, knoop
meestal "Côtes Melon" genoemd. Hiervan bestaan zowel steel- als manchetpijpen. Er zijn drie Hiel: geen
modellen die "Cantaloup" genoemd worden. De Cantaloup is een wratmeloen met een wat
pokdalig uiterlijk. De ribben zijn op de pijp veel meer geaccentueerd dan bij de echte
wratmeloen. De modellen die "Côtes Creuses" genoemd worden hebben uitgeholde ribben.
Nº 32 - Rembrandt. Tête -32-
Cat. Pag. Steel-3,5cm Ketel-7,5cm Produktie: circa 1850 - 1910
1868- 1
1879 en 1886 - 5
1893 en 1894- 5
1908-14 18Fr./gros zonder steel, 60fr./gros met kersenhouten steel.
Zelfportret van rembrandt uit 1669
Figurale manchetpijp met de ketel in de vorm van een man met baard en snor die doorloopt in Coll:AvE
de bakkenbaarden. Op het hoofd is een cilindrische bontmuts te zien. De steel is met een
bladmotief bewerkt. Langs de onderrand van de ketel in reliëf "Gambier"(rechts) en "a Paris". Manchetpijp, oplopende steel
In tegenstelling tot andere modellen van beroemdheden is Gambier er niet in geslaagd om een Hiel: geen
gelijkend beeld van de Nederlandse schilder weer te geven. Rembrandt van Rijn (1606-1669),
wordt beschouwd als de grootste schilder van de Gouden Eeuw. Al tijdens zijn leven was hij
wereldberoemd en vele andere grote schilders zijn bij hem in de leer geweest. Hij is in Leiden als
molenaarszoon geboren en ging na een jaar Academie als leerling van Jacob van Swanenburg
aan het werk. Later was hij nog leerling van Pieter Lastman in Amsterdam. Hij logeerde vanaf
1632 in Amsterdam bij een kunsthandelaar. In 1633 trouwde hij met diens nicht Saskia. In
1639 kocht hij een huis in de Jodenbreestraat. (huidige Rembrandthuis). Zij kregen vier
kinderen. Na Saskia's dood ging het Rembrandt financieel slechter en in 1656 vond verkoop
plaats van zijn bezittingen. Het is echter niet zo dat hij in armoede gestorven is. Hij kreeg tot op
het laatst grote opdrachten. Hij is begraven in de Westerkerk te A'dam.
Nº 33 -33-
Cat. Pag. Steel-cm Ketel-cm
Nº 34 - Nana-Saib. Tête -34-
Cat. Pag. Steel-3cm Ketel-7,3cm Produktie: circa 1850 - 1910
Zie ook nr.201 en 696
1868- 1
1879 en 1886 - 5
1893 en 1894- 5
Prent van Nana Sahib, midden 19e eeuw.
Pijp met oplopende steel met manchet. De ketel is in de vorm van een
man met lange baard en omhoog gekrulde snor. Op het hoofd draagt hij
een geborduurd hoofddeksel. De onderkant van de ketel is gedecoreerd
met bladeren en bessen.
De echte naam van Nana Sahib was Dhundu Panth. Hij werd in 1825 geboren en is geadopteerd Coll:AvE
door de laatste Pascha van de Marathen. Hij heeft in het Engelse leger gediend maar ging na
meningsverschillen uit dienst. Zo meende hij als "prins" recht te hebben op een pensioen, Manchetpijp, oplopende steel
Engeland weigerde dit. Na zijn carriere in Engelse dienst raakte hij betrokken bij de Indiase Hiel: geen
opstand in 1857, ook wel bekend als "The Indian Mutany". Nana Sahib werd een belangrijk
leider van de opstand en kreeg een wel zeer twijfelachtige bekendheid door zijn gruwelijke -N34-
massamoorden op mannen, vrouwen en kinderen. Uiteindelijk werd hij in 1857 verslagen door
Generaal Havelock en vluchtte naar Nepal waarvan vermoed wordt dat hij hier de rest van zijn Steelpijp, recht
leven verbleef. Nana-Sahib was ook een dramastuk in versen van Jean Richepin in 1883 met Steeleind: knoop
Sarah Bernard in de hoofdrol. Hiel: puntig
Nº N34 - Néogène ronde à talon Produktie: ca. 1900 - 1920
Cat. Pag. Steel- cm Ketel- cm
1908-18 Prijs:3fr60./gros in rode en witte klei
Pijp met een eivormige ketel en hiel. Korte, rechte steel met knoopmondstuk. Gemerkt met Noël.
Nº 35 - Courte commune (1e Série) -35-
Cat. Pag. Steel-22cm Ketel-4 Produktie: ca. 1810 - 1850
1840-4 8,5 pouces
Pijp met ovale ketel met hiel en rechte steel. Steelpijp, recht
In de catalogus van 1840 worden de steellengten der pijpen aangeduid in Pouces. De Pouce, Steeleind: afgesneden
(duim), is een oude lengtemaat en staat voor 0.255 meter.(Petit Larousse Illustré 1906) Hiel: cilindrisch
Nº 35 - Arabe marchand. Fantaisie -35-
Cat. Pag. Steel- cm Ketel-4,8cm Produktie: ca. 1850 - 1900
1858-
1879 en 1886 - Alleen in Nomenclatuur
1894- Alleen in Nomenclatuur
Pijp met figurale ketel zonder hiel en een rechte steel met knoop. Deze pijp is niet afgebeeld in een
der catalogi. Ketel in de vorm van een geknielde Arabier met snor en om zijn hoofd een hoofddoek.
Deze Arabische koopman laat zijn koopwaar zien. Hij heeft in zijn schort fruit en op zijn rug hangt
een stuk wild.
Coll:GD
Steelpijp, recht
Steeleind: knoop
Hiel: geen
Nº 36 - Bertram. Tête. -36-
Cat. Pag. Steel-3,3cm Ketel-7cm Produktie: ca. 1850 - 1900
1868- 1 Zie ook nr.874
1879 en 1886 -14
1893-14
1894-13
Pijp met oplopende steel en manchet. De ketel is in de vorm van een man met snor en een lange
baard die in twee punten uitloopt. Een scheve openstaande mond. Cilindrisch geborduurd
hoofddeksel met een veer. Firma Blanc-Garin had ook een "Bertram" pijp in het assortiment.
(nr.221)
Gambier had een groot assortiment pijpen met het theater als thema. ( Henri IV, Louis XI, le Juif Coll: GK
Errant, l'Ecrivain Public etc..) Het verkoopkantoor in Parijs was in de buurt van de grote theaters.
Mogelijk is deze pijp gebaseerd op het Romantische melodrama van Joseph Bouchardy. Deze
Franse toneelschrijver debuteerde in 1836 met het toneelstuk "le Fils du bravo". De figuur
Bertram kwam voor in het stuk "Bertram le Matelot" uit 1840 wat zich afspeelt in de 16e eeuw in
Engeland. (J.Leo "Les pipes en terre Francaises")
Manchetpijp, oplopende steel
Hiel: geen
Nº 37 - Béquille a côtes, petite (4e Série) -37-
Cat. Pag. Steel-22cm Ketel-3,2cm Produktie: ca. 1810 - 1850
1840-9 8,5pouces
Pijp met ovaal/ cilindrische ketel met hiel en rechte steel. De ketel is tot halverwege met vertikale Steelpijp, recht
ribben bedekt. Steeleind: afgesneden
In de catalogus van 1840 worden de steellengten der pijpen aangeduid in Pouces. De Pouce, Hiel: cilindrisch
(duim), is een oude lengtemaat en staat voor 0.255 meter.(Petit Larousse Illustré 1906)
Nº 37 - Toque-Casquette. Fantaisie -37-
Cat. Pag. Steel- cm Ketel- cm Produktie: ca. 1850 - 1900
1858- Zie ook nr.1283
1879 en 1886 - Alleen in Nomenclatuur
1894- Alleen in Nomenclatuur
Pijp met rechte steel en een ketel in de vorm van een man met baard die een baret draagt.
Van deze pijp is alleen een bodemvondst bekend die afgebeeld staat in "Les pipes en terre de
Gambier" van F.van Parys (Tome3, blz 110)
De Toque-Casquette is een kleine stoffen baret. In de Larrouse illustrée van 1906 wordt Coll: MJ
aangegeven dat een casquette o.a. behoorde tot het klein tenue van Marine officieren.
Steelpijp, recht
Steeleind: knoop
Hiel:geen
Nº 38 - Troubadour, Tête -38-
Cat. Pag. Steel-3,5cm Ketel-8,3cm Produktie: ca. 1850 - 1900
1868- 1 Zie ook nr.821
1879 en 1886 - 51
1893 en 1894- 5 Manchetpijp, oplopende steel
Hiel: geen
Pijp met oplopende steel met manchet. Ketel in de vorm van een man met snor en lange baard. Op
zijn hoofd een gedecoreerde muts met links voorop een pluim.
Troubadour is de benaming van Hoofse dichters in ZuidFrankrijk tussen het eind van de 11e en
het begin van de 14e eeuw, tijdens de bloeiperiode van de Occitiaanse taal. (hedendaagse
benaming voor de taal die wordt gesproken in de vroegere Zuid Franse provincies). Willem IX van
Aquitanië, (Guilhem de Peiteus), wordt gezien als de eerste troubadour (1071-1127). De
dichtkunst van de troubadours heeft grote invloed gehad op de Middeleeuwse lyriek. Van de
troubadours die al dan niet zelf hun liederen toonzetten, zijn meer dan tweeduizend liedteksten,
maar slechts 281 melodieën bewaard gebleven.
Coll: AvE
Nº 39 - Néogène Paillasson -39-
Cat. Pag. Steel-12cm Ketel-3,5cm Produktie: ca. 1855 - 1890
1858-
1879 en 1886 -103
1893-103
Pijp naar zgn. Duitser model, zonder hiel met rechte steel en een afgeplat mondstuk met knoop. Steelpijp, recht
Ketelbasis heeft bladmotieven. De ketel van deze pijp heeft als decoratie een schuin geplaatst, Steeleind: afgeplat, knoop
draaiend strovlechtwerk. Hiel: geen
Nº 40 - Courte commune (1e Série) -40-
Cat. Pag. Steel-22cm Ketel-2,8cm Produktie: ca. 1810 - 1850
1840-1 (8,5 pouces)
Pijp met kleine, ovale ketel met hiel en rechte steel. Steelpijp, recht
In de catalogus van 1840 worden de steellengten der pijpen aangeduid in Pouces. De Pouce Steeleind: afgesneden
(duim), is een oude lengtemaat en staat voor 0.255 meter.(Petit Larousse Illustré 1906) Hiel: cilindrisch
Nº 40-bis - Bout à bouton, petite (5e Série) -40bis-
Cat. Pag. Steel-22cm Ketel-3,2cm Produktie: ca. 1810 - 1860
1840-11 8,5 pouces
1858- "Boutons"
Pijp met bol- ovale ketel met hiel en rechte steel met knoopmondstuk. In de eerste helft van de 19e Steelpijp, recht
eeuw was het gebruikelijk dat steelpijpen recht afgesneden werden. In de catalogus van 1840 zien Steeleind: knoop
we de eerste pijpen verschijnen met aan het steeleind het zogenaamde knoop- of knopmondstuk. Hiel: cilindrisch
Dit goldt slechts voor drie pijpen uit de gehele catalogus. (40bis, 41bis en 200)
Dat dit uitzonderlijk was blijkt wel uit de aparte aanduiding "Bout à Bouton", in de catalogus.
In de catalogus van 1840 worden de steellengten der pijpen aangeduid in Pouces. De Pouce,
(duim), is een oude lengtemaat en staat voor 0.255 meter.(Petit Larousse Illustré 1906)
Nº 40 - Noé, Tête -40-
Cat. Pag. Steel-4cm Ketel-6cm Produktie: ca. 1850 - 1900
1868- 9
1885-15
1893-15
1894-13
Pijp met oplopende steel met manchet. Ketel in de vorm van een man met snor en baard.In zijn
mond heeft hij een pijpje. Om het voorhoofd zitten wijnbladeren.
Noé is in de vulgaat de schrijwijze van Noach. (Vulgaat is sinds het einde van de middeleeuwen Coll:AvE
de naam waarmee de door Hiëronymus omstreeks 400 vertaalde of bewerkte Latijnse
bijbeluitgave wordt aangeduid) Noach was volgens bijbelse voorstelling de stamvader van het Manchetpijp, oplopende steel
mensengeslacht die wegens zijn rechtvaardigheid behouden bleef toen de boze wereld door de Hiel: geen
zondvloed bedekt werd. Hij bouwde nadat hij door God gewaarschuwd was een ark waarin zijn
gezin en de dieren, (van de reine dieren 7 paar en van de onreine dieren 2 paar), de catastrofe -41-
overleefde. Na de zonvloed werd door God met Noach een verbond gesloten, waarvan de
regenboog het teken was. Noach wordt ook beschreven als de eerste wijngaardenier. Door
ervaring leerde hij de uitwerking van gegist druivensap kennen. (bron: winkler Prins-Encarta
2000) Hierdoor vallen de ranken met wijnbladeren die om het hoofd van Noé gebonden zitten
goed te verklaren. Grappig detail is het kortgesteelde pijpje wat Noé in zijn mond heeft.
Nº 41 - Courte commune (1e Série) Produktie: ca. 1810 - 1850
Cat. Pag. Steel-22cm Ketel-3,4cm
1840-23 8,5 pouces
Pijp met ovale, aan de bovenrand ingesneden ketel met hiel en rechte steel. Steelpijp, recht
In de catalogus van 1840 worden de steellengten der pijpen aangeduid in Pouces. De Pouce, Steeleind: afgesneden
(duim), is een oude lengtemaat en staat voor 0.255 meter.(Petit Larousse Illustré 1906) Hiel: cilindrisch
Nº 41-bis - Bout à bouton, moyenne (5e Série) -41bis-
Cat. Pag. Steel-22cm Ketel-3,7cm Produktie: ca. 1810 - 1850
1840-11 8,5 pouces
Pijp met bol- ovale ketel met hiel en rechte steel en een knoopmondstuk. In de eerste helft van de Steelpijp, recht
19e-eeuw was het gebruikelijk dat steelpijpen recht afgesneden werden. In de catalogus van 1840 Steeleind: knoop
zien we de eerste pijpen verschijnen met aan het steeleind het zogenaamde knoop- of Hiel: cilindrisch
knopmondstuk. Dit goldt slechts voor drie pijpen uit de gehele catalogus. (40bis, 41bis en 200)
Dat dit uitzonderlijk was blijkt wel uit de aparte aanduiding "Bout à Bouton", in de catalogus. In
de catalogus van 1840 worden de steellengten der pijpen aangeduid in Pouces. De Pouce, (duim),
is een oude lengtemaat en staat voor 0.255 meter.(Petit Larousse Illustré 1906)
Nº 41 - Attributs de la Justice, Néogène -41-
Cat. Pag. Steel- cm Ketel- cm Produktie: ca. 1850 - 1890 Steelpijp, recht ?
1858- "Neog Attributs" Steeleind: ?
1879 en 1886 - Alleen in Nomenclatuur Hiel: ?
Er is er op heden geen afbeelding of voorbeeld bekend van deze pijp.
Nº 42 - Courte commune (1e Série) -42-
Cat. Pag. Steel-22cm Ketel-3,8cm Produktie: ca. 1810 - 1850
1840-4 8,5 pouces
Pijp met ovale, aan de bovenrand ingesneden ketel met hiel en rechte steel. Steelpijp, recht
In de catalogus van 1840 worden de steellengten der pijpen aangeduid in Pouces. De Pouce. Steeleind: afgesneden
(duim), is een oude lengtemaat en staat voor 0.255 meter.(Petit Larousse Illustré 1906) Hiel: cilindrisch
Nº 42 - Monstre. Tête -42-
Cat. Pag. Steel-3cm Ketel-6cm Produktie: ca. 1850 - 1900
1868- 9 Zie ook nr.664, 709 en 722
1879 en 1886 -15
1894-13
Pijp met oplopende steel met manchet. Ketel in de vorm van een monsterlijke mensenkop die
volledig behaard is met zware wenkbrauwen, een knobbelneus, dikke lippen en uithangende tong.
Deze behaarde kop met openstaande mond heeft zowel menselijke als dierlijke trekken. Gambier
had verschillende monsterlijke koppen in het assortiment. Dit is onder de verzamelaars de meest
voorkomende.
Coll:AvE
Manchetpijp, oplopende steel
Hiel: geen
Nº 43 - Courte commune (1e Série) -43-
Cat. Pag. Steel-22cm Ketel-4,5cm Produktie: ca. 1810 - 1860
1840-3 8,5 pouces
1858- "Pipe 17"
Pijp met ovale ketel met hiel en rechte steel. Gemerkt met de gekroonde 17. Steelpijp, recht
In de catalogus van 1840 worden de steellengten der pijpen aangeduid in Pouces. De Pouce, Steeleind: afgesneden
(duim), is een oude lengtemaat en staat voor 0.255 meter.(Petit Larousse Illustré 1906) Hiel: cilindrisch
Nº 43 - Guirlandes. Fantaisie -43-
Cat. Pag. Steel- cm Ketel- cm Produktie: ca. 1850 - 1900
1858-
1879 en 1886 - Alleen in Nomenclatuur
1894- Alleen in Nomenclatuur
Figurale steelpijp met rechte steel. Ketel in de vorm van een lachend gezicht met een soort
hanenkam. Aan weerszijden van het hoofd een rank met bladeren van een waterlelie die doorlopen
op de steel.
Coll: MJ
Nº 44 - Belge. Grande Tête fermée Steelpijp, recht
Steeleind: ?
Hiel: geen
-44-
Cat. Pag. Steel-19cm Ketel-4,3cm Produktie: ca. 1810 - 1900
Zie ook nr.46 en 47
1840-3 8,5 pouces (Courte commune 1e série, 22cm)
1858- "Pipe 17" Steelpijp, recht
1868-85 Steeleind: afgesneden
1879 en 1886 -90 Hiel: cilindrisch
1893-90 1894- Alleen in Nomenclatuur
Belge met ovale ketel met hiel en dunne
steel. Van dit klassieke type konden
minstens twintig formaten geleverd
worden. (modellenbestand Pijpenkabinet
1978) Pijpen waarvan de bovenste helft
van de ketel meer of minder toeloopt
werden aangeduid met "Fermée". De
pijpen waarvan de bovenste helft van de
ketel cilindrisch is of iets uitloopt
werden aangeduid met "Ouverte".
Op de foto de oudste uitvoering van dit
model, zie hielmerk en steelstempel in
reliëf.
Nº 45 - Courte commune (2e Série) -45-
Cat. Pag. Steel-22cm Ketel-3,6 Produktie: ca. 1810 - 1850
1840-5 8,5 pouces
Pijp met ovale ketel met hiel en rechte steel. Steelpijp, recht
In de catalogus van 1840 worden de steellengten der pijpen aangeduid in Pouces. De Pouce, Steeleind: afgesneden
(duim), is een oude lengtemaat en staat voor 0.255 meter.(Petit Larousse Illustré 1906) Hiel: cilindrisch
Nº 45 - Le Torse. Fantaisie Produktie: ca. 1850 - 1900 -45-
Cat. Pag. Steel- cm Ketel-4,2cm Steelpijp, recht
1858- "Académie" Steeleind: knoop ?
1879 en 1886 - Alleen in Nomenclatuur Hiel: geen
1894- Alleen in Nomenclatuur
Pijp met figurale ketel zonder hiel en een rechte steel met knoop (?)
mondstuk. Ketel in de vorm van een gehurkte vrouwentorso die op
een bokkenkop zit. Deze zeldzame gesteelde Gambier is bij mij tot
nu toe alleen als bodemvondst bekend.
Onderzijde ketel Coll:GD
Nº 46 - Belge très-grande, couronnée 46 -46-
Cat. Pag. Steel-38cm Ketel-4,8cm Produktie: ca. 1850 - 1910
1868-90 Belge Extra Grande Zie ook nr.69
1879 en 1886 -92
1893-92
1894-76
1908- 6 Prijs 9fr./gros
Pijp met ovale ketel en schuin naar voren afgesneden hiel met een rechte steel. Deze pijp lijkt als Steelpijp, recht
eerbetoon aan het oude merk "de gekroonde 46" te zijn gemaakt. Als model/vormnummer is 46 Steeleind: afgesneden
gebruikt wat ook als hielmerk op deze pijp gezet is. Dit merk werd al in de catalogus van 1840 Hiel: cilindrisch, afgeschuind
vermeld en werd toen vooral op Belges gezet. Dit model komt ook voor met een kortere steel. (zie
volgende model)
Nº 46 - Belge grande, tête ouverte -46-
Cat. Pag. Steel-19cm Ketel-5cm Produktie: ca. 1850 - 1900
1868-86 Zie ook nr.44 en 47
1879 en 1886 -90
1893-90
1894- Alleen in Nomenclatuur
Belge met ovale ketel met hiel en dunne steel. Van dit klassieke type konden minstens twintig Steelpijp, recht
formaten geleverd worden. (modellenbestand Pijpenkabinet 1978) Dit model komt ook voor met Steeleind: afgesneden
een langere steel. (zie vorige model) Pijpen waarvan de bovenste helft van de ketel meer of minder Hiel: cilindrisch
toeloopt werden aangeduid met "Fermée". De pijpen waarvan de bovenste helft van de ketel
cilindrisch is of iets uitloopt werden aangeduid met "Ouverte".
Nº 47 - Commune allongée, grande (5e Série) -47-
Cat. Pag. Steel-22cm Ketel-5cm Produktie: ca. 1810 - 1900
Zie ook nr.44 en 46
1840-11 8,5pouces
1858- "Pipe 17 extra"
1879 en 1886 -90 "Belge grand, tête fermée" (19cm)
1893-90
1894- Alleen in Nomenclatuur "Belge grand, tête fermée" (19cm)
Pijp met grote ovale ketel met rechte steel. Gemerkt met de gekroonde 17. Steelpijp, recht
In de catalogus van 1840 worden de steellengten der pijpen aangeduid in Pouces. De Pouce, Steeleind: afgesneden
(duim), is een oude lengtemaat en staat voor 0.255 meter.(Petit Larousse Illustré 1906) Pijpen Hiel: cilindrisch
waarvan de bovenste helft van de ketel meer of minder toeloopt werden aangeduid met "Fermée".
De pijpen waarvan de bovenste helft van de ketel cilindrisch is of iets uitloopt werden aangeduid
met "Ouverte".
Nº 47 - Fantaisie, ? Produktie: ca. 1850 - 1860 -47-
Cat. Pag. Steel-cm Ketel-cm Steelpijp, recht ?
1858- Steeleind: knoop?
Hiel: ?
Vormnummer 47 komt in de lijst uit 1858 twee keer voor. Als "Pipe 17 extra" en als "Fantaisie".
Van de fantaisie is tot op heden geen exemplaar bekend.
Nº 48 - Courte commune (1e Série) -48-
Cat. Pag. Steel-22cm Ketel-3,9cm Produktie: ca. 1810 - 1850
1840-4 8,5 pouces
Pijp met ovale ketel met hiel en rechte steel. Steelpijp, recht
In de catalogus van 1840 worden de steellengten der pijpen aangeduid in Pouces. De Pouce, Steeleind: afgesneden
(duim), is een oude lengtemaat en staat voor 0.255 meter.(Petit Larousse Illustré 1906) Hiel: cilindrisch
Nº 48 - Bec d'Oiseau. Tête -48-
Cat. Pag. Steel-3cm Ketel-6cm Produktie: ca. 1860 - 1900
1879 en 1886 - Alleen in Nomenclatuur
1894- Alleen in Nomenclatuur
Pijp met figurale ketel met een oplopende steel en een manchet. Ketel in de vorm van een behaarde
vogel met naar boven gebogen snavel en grote bolle ogen. Onderkant van de ketel is geschulpt.
Deze behaarde vogelkop met menselijke oren is in geen der catalogi afgebeeld. Hij lijkt door de
beharing en de menselijke oren wel wat op "Monstre" nr.42.
Coll:AvE
Manchetpijp, oplopende steel
Hiel: geen
Nº 49 - Courte commune -49-
Cat. Pag. Steel-22cm Ketel-4,3cm Produktie: ca. 1810 - 1860
1840-3 8.5pouces
1858- "Gd 17"
Pijp met ovale ketel met hiel en rechte steel. Gemerkt met de gekroonde 17. Steelpijp, recht
In de catalogus van 1840 worden de steellengten der pijpen aangeduid in Pouces. De Pouce, Steeleind: afgesneden
(duim), is een oude lengtemaat en staat voor 0.255 meter.(Petit Larousse Illustré 1906) Hiel: cilindrisch
Nº 49 - Comète. Fantaisie Produktie: ca. 1860 - 1900 -49-
Cat. Pag. Steel-cm Ketel-cm Steelpijp, recht ?
1879 en 1886 - Alleen in Nomenclatuur Steeleind: ?
1894- Alleen in Nomenclatuur Hiel: ?
Van deze pijp is tot op heden helaas geen afbeelding bekend. In "Les pipes en terre de Gambier",
(tome4 blz 113) staat dat deze pijp mogelijk gemaakt is naar aanleiding van de passage van de
komeet Halley in 1835.
Het zou mogelijk kunnen zijn dat de passage van de komeet Halley aanleiding was om er een pijp
naar te maken. Victor Hugo schreef er een gedicht over in "La Légende des Siècles". In 1845 was
het de komeet Biela die de aarde passeerde.
Nº 50 - Courte commune (1e Série) -50-
Cat. Pag. Steel-22cm Ketel-4,3 Produktie: ca. 1810 - 1850
1840-4 (8,5 pouces)
Pijp met ovale ketel met hiel en rechte steel. Steelpijp, recht
In de catalogus van 1840 worden de steellengten der pijpen aangeduid in Pouces. De Pouce, Steeleind: afgesneden
(duim), is een oude lengtemaat en staat voor 0.255 meter.(Petit Larousse Illustré 1906) Hiel: cilindrisch
Nº 50 - Mort à barbe. Tête -50-
Cat. Pag. Steel-2,5cm Ketel-5,7cm Produktie: ca. 1860 - 1900
1879 en 1886 - Alleen in Nomenclatuur Zie ook nummer 720
1894- Alleen in Nomenclatuur
Pijp met figurale ketel, zonder hiel en met een oplopende steel en manchet. Ketel in de vorm van
een doodskop met baard en bakkenbaarden. Op de schedel een hoed met een omhoog geslagen
rand. Op deze rand zijn doodshoofden afgebeeld. Één van de vele pijpen met de dood als
onderwerp.
Coll: GK
Manchetpijp, oplopende steel
Hiel: geen
Nº 51 - Néogène Cantaloup grande -51-
Cat. Pag. Steel- cm Ketel- cm Produktie: ca. 1850 - 1900
1858- "Cantalou" Zie ook nr.53, 55 en 680
1868- 55
1879 en 1886 -103
1893-103 (niet afgebeeld)
1894- 90
Lage bolle ketel met rechte steel met afgeplat mondstuk. Vertikale lobben over de hele ketel
eindigend in een bladrank om de steelaanzet en een kleine vooruit stekende figurale hiel.
De "Cantaloup" modellen zijn een variant op de "Côtes Melon" pijpen. (nr.23, 25, 224, 225, 670,
672, 674, 691 en 693) Een Cantaloup is een zgn. wratmeloen met een pokdalig uiterlijk. De ribben Steelpijp, recht
op de pijpen zijn meer geaccentueerd dan bij de echte wratmeloen. Steeleind: afgeplat, knoop
Hiel: figuraal
Nº 52 - Courte commune (1e Série) -52-
Cat. Pag. Steel-22cm Ketel-4cm Produktie: ca. 1810 - 1850
1840-4 8,5 pouces
Pijp met ovale, voorover hellende ketel met hiel en rechte steel. Steelpijp, recht
In de catalogus van 1840 worden de steellengten der pijpen aangeduid in Pouces. De Pouce, Steeleind: afgesneden
(duim), is een oude lengtemaat en staat voor 0.255 meter.(Petit Larousse Illustré 1906) Hiel: cilindrisch
Nº 52 - Tigre. Tête Produktie: ca. 1860 - 1900 -52-
Cat. Pag. Steel-3cm Ketel-4,5cm Kopie van Belgische makelij.
Manchetpijp, oplopende steel
1879 en 1886 - Alleen in Nomenclatuur Hiel: geen
1894- Alleen in Nomenclatuur
Pijp met staande, gladde ketel met op
de ketelnaden een vertikale kam. Onder
de ketel een vooruit kijkende kop van
een tijger met geopende bek en
platliggende oren. Steelaanzet met
bladeren. De oplopende steel heeft
vlakke, gearceerde bladeren. Deze pijp
vertoont qua ontwerp overeenkomsten
met nr.24 "Chien" en de veel
voorkomende bokkenkoppen. Dit model
is ook bekend uit België, vermoedelijk
Chokier. (zie foto)
Coll: PS
Nº 53 - Cantaloup moyenne. Néogène. -53-
Cat. Pag. Steel- cm Ketel-3,5 Produktie: ca. 1850 - 1900 Coll:AvE
1858- "Cantalou" Zie ook nr.51, 55 en 680
1868-55
1879 en 1886 -103
1893-103 (niet afgebeeld)
1894- 90
Lage, bolle ketel met rechte steel met afgeplat mondstuk. Vertikale lobben over de hele ketel
eindigend in een bladrank om de steelaanzet en een kleine vooruit stekende figurale hiel.
De "Cantaloup" modellen zijn een variant op de "Côtes Melon" pijpen. (nr.23, 25, 224, 225, 670,
672, 674, 691 en 693) Een Cantaloup is een zgn. wratmeloen met een pokdalig uiterlijk. De ribben
op de pijpen zijn meer geaccentueerd dan bij de echte wratmeloen. De hier afgebeelde pijp
afkomstig uit de fabrieksstort te Givet is op de steel gemerkt met Noël.
Steelpijp, recht
Steeleind: afgeplat, knoop
Hiel: figuraal
Nº 54 - Avocat Protêt. Tête -54-
Cat. Pag. Steel-2,5cm Ketel-5,8cm Produkt. ca. 1860 - 1900 Coll:JL
1879 en 1886-15
1893-15
1894-14
Pijp met figurale ketel zonder hiel met een oplopende steel en een
manchet. Fraaie karikatuur van een advocaat. Grimmige
gezichtsuitdrukking met lange snor en bakkenbaarden. Cilindrische
gecanneleerde baret op lang haren in de nek. Een bef waarnaast kleine
armpjes die een rol papier vasthouden.(modellenbestand Pijpenkabinet
Maître Persil - 1978)
Lithographie
Karikaturale pijp die meedogenloze Maître PERSIL uitbeeldt. Deze ambtenaar van het Openbaar
Ministerie spreekt op 29 januari 1831 de eerste veroordeling uit van Auguste BLANQUI. Deze
pijp is gemaakt in de stijl van de lithografische spotprenten gemaakt door Daumier. Honoré
Daumier (1808-1879) was een Frans schilder en een der grootste meesters der lithografie. Hij is
vooral bekend geworden als sociaal-geëngageerd karikaturist. In 1832 werd hij medewerker van
het politiek-satirisch weekblad "Caricature" en begon daarmee zijn loopbaan als karikaturist
van het Franse politieke en sociale leven. In 1837 werd het blad verboden en stapte hij over Manchetpijp, oplopende steel
naar het Parijse dagblad "Charivari" alwaar hij zijn bijtende spot richtte op de burgerzeden (serie Hiel: geen
"Robert Macaire") Ruim 4000 lithografiën en 1000 tekeningen zijn van hem bekend. Naast
schilderijen van rechtszalen heeft Daumier ook kleine bronsplastieken gemaakt van rechters en -55-
advocaten. (Bron: Winkler-Prins Encarta 2000)
Nº 55 - Néogène Cantaloup petite
Cat. Pag. Steel-13cm Ketel-3,1cm Produktie: ca. 1850 - 1900
1858- Zie ook nr.51, 53 en 680
1868- 55
1879 en 1886-103
1893-103
1894- 90
Lage, bolle ketel met rechte steel met afgeplat mondstuk. Vertikale lobben over de hele ketel
eindigend in een bladrank om de steelaanzet en de kleine, vooruit stekende figurale hiel.
De "Cantaloup" modellen zijn een variant op de "Côtes Melon" pijpen. (nr.23, 25, 224, 225, 670,
672, 674, 691 en 693) Een Cantaloup is een zgn. wratmeloen met een pokdalig uiterlijk. De ribben Steelpijp, recht
op de pijpen zijn meer geaccentueerd dan bij de echte wratmeloen.
Steeleind: afgeplat, knoop
Hiel: figuraal
Nº 55 - Meuse gros tuyau -55-
Cat. Pag.Steel-19cm Ketel-3,8cm Produktie: ca. 1860 - 1900
1868-89 Zie ook nr.55b
1879 en 1886-91 Naam: Belge JG
1893-91
1894- Alleen in Nomenclatuur
Pijp met ovale ketel met hiel en rechte steel. Steelpijp, recht
In de catalogus komt vormnummer 55 twee keer voor. De ene keer betreft het de Néogène Steeleind: afgesneden
Cantaloup (blz.55) en de andere keer is het de "Meuse" op blz.89. De benaming Meuse, letterlijk Hiel: cilindrisch
Maas, duidt op het pijpmodel, dat in de streek rond Andenne algemeen werd gemaakt. Later
worden de Meuses vervangen door korte zogenaamde Néogène modellen. (Bron:Modellenbestand
Pijpenkabinet 1978)
Nº 55b - Meuse gros tuyau, plus petite -55b-
Cat. Pag. Steel-19cm Ketel-4cm Produktie: ca. 1860 - 1900 Steelpijp, recht
1868-89 Zie ook nr.55 Steeleind: afgesneden
1879 en 1886-91 Naam : Belge JG grande Hiel: cilindrisch
1893-91
1894- Alleen in Nomenclatuur
Pijp met ovale ketel met hiel en rechte steel.
De benaming Meuse, letterlijk Maas, duidt op het pijpmodel, dat in de streek rond Andenne
algemeen werd gemaakt. Later worden de Meuses vervangen door korte zogenaamde Néogène
modellen. (Bron:Modellenbestand Pijpenkabinet 1978)
Nº 56 -56-
Cat. Pag. Steel- cm Ketel- cm
Nº 57 - Courte commune (2e Série) -57-
Cat. Pag. Steel-22cm Ketel-3,4cm Produktie: ca. 1810 - 1850
1840-5 8,5 pouces
Pijp met ovale ketel met hiel en rechte steel. Steelpijp, recht
In de catalogus van 1840 worden de steellengten der pijpen aangeduid in Pouces. De Pouce, Steeleind: afgesneden
(duim), is een oude lengtemaat en staat voor 0.255 meter.(Petit Larousse Illustré 1906) Hiel: cilindrisch
Nº 57 - Néogène Unie sans talon -57-
Cat. Pag. Steel-11,7cm Ketel-3,5cm Produktie: ca. 1855 - 1900 Steelpijp, recht
1858- Steeleind: afgeplat, knoop
1868- 55 Hiel: geen
1879 en 1886-103
1893-103
1894- 90
Model naar Duitser zonder hiel met rechte steel en een afgeplat steeleind met knoop.
(modellenbestand pijpenkabinet 1978)
Nº 57 - Aristophane -57-
Cat. Pag. Steel- cm Ketel- cm Produktie: ca. 1855 - Steelpijp, recht ?
1858- Steeleind: ?
Deze pijp komt alleen in de inventarisatielijst van de Gambier fabriek uit 1858 voor. Een voorbeeld Hiel:?
van dit model is tot op heden niet bij mij bekend. In de lijst van 1858 komt het nummer 57 twee
keer voor.
Aristophane pijpen schijnen genoemd te zijn naar de Griekse blijspeldichter Aristophanes (445-
385 VC). Over het algemeen zijn de Aristophane pijpen uitgevoerd met een slanke, bijna ovoïde
ketel met een spoor of hiel. De stelen zijn recht met aan het einde een knoopmondstuk. De
ketelhoogte loopt van 35 tot 50 mm en de steellengte varieert van 8 tot 16 centimeter. De
Aristophanes staan in de catalogi in groepen verdeeld naar gelang een bepaalde specifieke vorm.
(D.Duco Pijpenlijntjes jaargang VII, nummer 2, blz 4)
Uitzondering op bovenstaande omschrijving zijn de nrs. : 213, 975b, 1005 en 1329
Nº 58 - Courte commune (2e Série) -58-
Cat. Pag. Steel-22cm Ketel-3,2cm Produktie: ca. 1810 - 1850
1840- 5 8,5 pouces
Pijp met ovale ketel met hiel en rechte steel. Steelpijp, recht
In de catalogus van 1840 worden de steellengten der pijpen aangeduid in Pouces. De Pouce, Steeleind: afgesneden
(duim), is een oude lengtemaat en staat voor 0.255 meter.(Petit Larousse Illustré 1906) Hiel: cilindrisch
Nº 58 - Regina bombée. Tête -58-
Cat. Pag. Steel-2,5cm Ketel-4cm Produktie: ca. 1875 - 1900 Coll: AvE
1879 en 1886-27
1893-27
1894-22
Ei-vormige, staande ketel met ronde onderzijde en
oplopende licht gebogen steel met manchet. Alleen op de
bovenzijde van de steel met een intagliostempel gemerkt.
Nº N58 - Pipe a deux côtes, très petite Manchetpijp, oplopende steel
Hiel: geen
Cat. Pag. Steel- cm Ketel-2,3cm Produktie: ca. 1900 - 1920
-N58-
Merk: Noël Paris
Coll:AvE
Pijpje met kleine ketel zonder hiel en op de vormnaden een verdikking die tot halverwege de ketel
loopt. Op de steel staat in reliëf het vormnummer. Intagliostempel : "Noël Paris".
Deze zeer kleine pijpjes komen voor in zwarte, rode en witte klei.
Steelpijp, recht
Steeleind: knoop
Hiel: geen
Nº 59 - Courte commune (2e Série) -59-
Cat. Pag. Steel-22cm Ketel-3,4 Produktie: ca. 1810 - 1850
1840-5 8,5 pouces
Pijp met ovaal- bolle ketel met hiel en rechte steel. Steelpijp, recht
In de catalogus van 1840 worden de steellengten der pijpen aangeduid in Pouces. De Pouce, Steeleind: afgesneden
(duim), is een oude lengtemaat en staat voor 0.255 meter.(Petit Larousse Illustré 1906) Hiel: cilindrisch
Nº 59 - Vieille. Fantaisie -59-
Cat. Pag. Steel-cm Ketel-3,3cm Produktie: ca. 1855- 1900
1858- Zie ook nr.640
1879 en 1886- Alleen in Nomenclatuur
1894- Alleen in Nomenclatuur
Figurale steelpijp met rechte steel en knoop. Ketel in de vorm van het hoofd van een vrouw met Coll: MJ
kanten kapje. De mond geopend, onder de rand van het kapje hangen vlechten. Deze steelpijp met
de ketel in de vorm van een oude vrouw met hoofddoek om staat in geen der catalogi afgebeeld. De
oudste vermelding van deze pijp staat in de inventarisatie van de Gambierfabriek uit 1858. Een
bekendere fantaisie met een oude vrouw als versiering is nr.640 - "Vieille Femme, Fantaisie".
Steelpijp, recht
Steeleind: knoop
Hiel: geen
Nº 60 - Moyenne, grande tête (9e Série) -60-
Cat. Pag. Steel-64cm Ketel-4,5cm Produktie: ca. 1810 - 1850
1840-29 25pouces
Pijp met ovale ketel met hiel en een rechte steel. Steelpijp, recht
In de catalogus van 1840 worden de steellengten der pijpen aangeduid in Pouces. De Pouce, Steeleind: afgesneden
(duim), is een oude lengtemaat en staat voor 0.255 meter.(Petit Larousse Illustré 1906) Hiel: cilindrisch
Nº 60 - Dromadaire. Tête -60-
Cat. Pag. Steel-cm Ketel-4cm Manchetpijp, oplopende steel
1879 en 1886- Alleen in Nomenclatuur Hiel: geen
1894- Alleen in Nomenclatuur
-61-
Produktie: ca. 1860 - 1900
Zeldzame pijp met figurale ketel zonder hiel met
een oplopende steel en manchet. De ketel is in de
vorm van de kop van een dromedaris met
menselijke trekken die op zijn kop een tulband
draagt. Dit is het enige tot nu toe bekende
exemplaar van deze pijp.
Coll: GK
Nº 61 - Courte commune (1e Série) Produktie: ca. 1810 - 1850
Cat. Pag. Steel-22cm Ketel-3,7cm
1840-4
Pijp met ovale ketel met hiel en rechte steel. Steelpijp, recht
In de catalogus van 1840 worden de steellengten der pijpen aangeduid in Pouces. De Pouce, Steeleind: afgesneden
(duim), is een oude lengtemaat en staat voor 0.255 meter.(Petit Larousse Illustré 1906) Hiel: cilindrisch
Nº 61 - Singe. Fantaisie Produktie: ca. 1855 - 1900 -61-
Zie ook nr.317, 435, 647,1604 en 2020
Cat. Pag. Steel- cm Ketel- cm Steelpijp, recht
1858- Steeleind: knoop ?
1879 en 1886-Alleen in Nomenclatuur Hiel: geen
1894- Alleen in Nomenclatuur
De vroegste vermelding van deze steelpijp met de ketel in de vorm van de kop van een aap met een
kraagje komt voor in de inventarisatie van de Gambier fabriek uit 1858. Een bodemvondst staat
afgebeeld in "Les pipes en terre de Gambier"van F.van Parys, tome3 blz 68.
Nº 62 - Sportsman, Tête -62-
Cat. Pag. Steel-3,5cm Ketel-6cm Produktie: ca. 1860 - 1900 Coll:AvE
1868- 9
1879 en 1886-15
1893-15
1894-14
Pijp met figurale ketel zonder hiel met een oplopende steel en een manchet. Ketel in de vorm van
een heer met snor en een in twee punten uitlopende baard. In het rechteroog heeft hij een lorgnet
en op het hoofd draagt hij een hoge hoed. Op de steel vlakke bladeren.
Mooie karikatuur die de spot drijft met de wijze waarop de fat sport uitoefend. Dit is een nogal poenerig
type die bijvoorbeeld geld verdiende met gokken tijdens paardenraces. (D.Duco)
Een van de vele pijpen waarbij de zgn. Anglophobie tot uitdrukking komt. Dit weerspiegelde de wrok die
onder vele Fransen leefde jegens de Engelsen. De uitdrukking die gebruikt werd om deze gevoelens te
verworden was "Anglophobie".
Manchetpijp, oplopende steel
Hiel: geen
Nº 63 - Néogène Feuilles d'Acanthe -63-
Cat. Pag. Steel-12cm Ketel-3,2cm
1858- "Néog Palme" Zie ook nr.232, 271, 989 en 1163
1879 en 1886-103
1893-103 Produktie: ca. 1855 - 1890
Pijp met een ketelmodel naar Duitser met een rechte steel en een knoopmondstuk. De ketel van
deze gesteelde pijp is versierd met recht omhoogstaande gekartelde bladeren die tot aan de
bovenkant van de ketel komen. Een klein blaadje vormt de hiel. Op de steel is in een kadertje in
reliëf het vormnummer aangebracht. (links) Een ander model, nummer 232, is vrijwel gelijk aan
deze.
Het Acanthusmotief is een gestileerd decoratief motief, waarschijnlijk ontleend aan de sierlijke Steelpijp, recht
uitgetande bladeren van de Acanthus, een plant uit het Middellandse Zee gebied. Het komt Steeleind: knoop
sedert de 5e eeuw voor, vooral op kapitelen. (bouwonderdeel dat dient als overgang tussen Hiel: lofvormig
dragende elementen zoals zuilen en pijlers)
Nº 64 - Egyptien. Tête -64-
Cat. Pag. Steel-3,5cm Ketel-6cm Produktie: ca. 1855 - 1900
1879 en 1886- Alleen in Nomenclatuur
1894- Alleen in Nomenclatuur
Pijp met figurale ketel zonder hiel en een oplopende steel met manchet. Ketel
in de vorm van een man met snor en baard. Op het hoofd een omgeslagen
doek die half over een oog valt.
LE FUMEUR EGYPTIEN 1865
GEROME, JEAN LEON 1824 -1904
Egyptiën schijnt in vroeger de dagen de bijnaam te zijn geweest van criminele bedelaars. Wie Coll:FR
weet is deze naam ontstaan in de tijd dat Ismaïl Pasja in Egypte onderkoning was. (1863-1879). Manchetpijp, oplopende steel
Er ontstond een conflict met hem rond de aanleg van het Suez kanaal waar hij zich tegen Hiel: geen
verzette. Pas na een verzoek van Napoleon III staakte hij dit verzet. In 1872 begon hij een oorlog
tegen Ethiopië. In 1874 werd hij definitief verslagen. Zijn financiële middelen waren zo slecht dat
hij in 1876 het beheer van de Egyptische financiën moest toevertrouwen aan een commissie van
Europese bankiers die grote verordeningen hadden op het land. In 1879 werd hij
afgezet.(Winkler-Prins Encarta2000)
Nº 65 - Courte commune (1e Série) -65-
Cat. Pag. Steel-22cm Ketel-3,8cm Produktie: ca. 1810 - 1850
1840-4 8,5 pouces
Pijp met ovale ketel met hiel en rechte steel. Steelpijp, recht
In de catalogus van 1840 worden de steellengten der pijpen aangeduid in Pouces. De Pouce, Steeleind: afgesneden
(duim), is een oude lengtemaat en staat voor 0.255 meter.(Petit Larousse Illustré 1906) Hiel: cilindrisch
Nº 65 - l'Oiseau. Fantaisie -65-
Cat. Pag. Steel- cm Ketel-5,2cm Produktie: ca. 1855 - 1900
1879 en 1886- Alleen in Nomenclatuur Zie ook nr.655, 1145, en 1165
1894- Alleen in Nomenclatuur
Pijp met kromkop model ketel met een figurale hiel en een rechte steel. De ketel is in de vorm van
een ondersteboven hangende vogel. De snavel vormt de hiel van deze gesteelde pijp. Deze pijp
symboliseert de vangst en handel in vogels in België en Frankrijk genaamd "Le tenderie".
Het ontwerp van deze pijp zien we ook terug bij Belgische pijpenfabrieken. (o.a. Wingender-
Chokier- afgebeeld in: 25 eeuwen roken van Benedict Goes. Blz.41) Van de Gambiervariant is een
bodemvondst bekend.
Nº N65 - Roses sur le fourneau, Fantaisie mign. Coll:GD
Steelpijp, recht
Cat. Pag. Steel- cm Ketel- cm Produktie: ca. 1900 - 1920 Steeleind: knoop
1908-18 Noël gemerkt. 5fr./gros. In witte en rode klei Hiel: figuraal
-N65-
Steelpijp, recht
Steeleind: knoop ?
Hiel: ?
De afbeelding van deze Noël gemerkte pijp in de catalogus van 1918 is te onduidelijk om het
ontwerp te kunnen beschrijven. Mogelijk betreft dit model de miniatuur variant van N984.
Nº 66 - Tête néogène Havanaise -66-
Cat. Pag.Steel-2,8cm Ketel-3,8cm Produktie: ca. 1880 - 1900
1879 en 1886-2 Zie ook nr.215
1893-26
1894-24
Pijp met conische, achterover hellende ketel zonder hiel met ronde toelopende rand en ronde
bodem. Oplopende steel met manchet. (modellenbestand pijpenkabinet 1978)
Manchetpijp, oplopende steel
Hiel: geen
Nº 67 - Courte commune (2e Série) -67-
Cat. Pag. Steel-22cm Ketel-2,5cm Produktie: ca. 1810 - 1850
1840-3 8,5 pouces
Pijp met een kleine bolle ketel met hiel en rechte steel. Steelpijp, recht
Dit vormnummer wordt in de catalogus van 1840 twee keer gebruikt. Het betreft in beide gevallen Steeleind: afgesneden
Belges met een bolle ketel. Dit model verdwijnt na 1850, het andere model 67 blijft langer in Hiel:cilindrisch
gebruik. In de catalogus van 1840 worden de steellengten der pijpen aangeduid in Pouces. De
Pouce, (duim), is een oude lengtemaat en staat voor 0.255 meter.(Petit Larousse Illustré 1906)
Nº 67 - Commune allongée, bombée, grande (5e Série) -67-
Cat. Pag. Steel-22cm Ketel-4,2cm Produktie: ca. 1810 - 1900
1840-11 8,5 pouces
1858- "Néog "
1868-86 ( Lengte 20cm) Belge Grande, Tête ronde
1879 en 1886-90 ( Lengte 18,5cm) Belge Grande
1893-90
1894- Alleen in Nomenclatuur Belge forme baril. Grande
Pijp met grote, bolle ketel met hiel en rechte steel. Steelpijp, recht
Dit vormnummer wordt in de catalogus van 1840 twee keer gebruikt. Het betreft in beide gevallen
Belges met een bolle ketel. De benaming Baril werd gegeven aan verschillende Belges met een bolle Steeleind: afgesneden
ketel. Baril (benaming catalogus 1894) betekent vaatje of tonnetje. Deze bolle pijpen werden ook Hiel: cilindrisch
wel aangeduid met Bombée.
In de catalogus van 1840 worden de steellengten der pijpen aangeduid in Pouces. De Pouce,
(duim), is een oude lengtemaat en staat voor 0.255 meter.(Petit Larousse Illustré 1906)
Nº 68 - Courte commune (2e Série) -68-
Cat. Pag. Steel-22cm Ketel-2,8cm Produktie: ca. 1810 - 1850
1840- 3 8,5 pouces
Pijp met ovale ketel met hiel en rechte steel. Steelpijp, recht
In de catalogus van 1840 worden de steellengten der pijpen aangeduid in Pouces. De Pouce, Steeleind: afgesneden
(duim), is een oude lengtemaat en staat voor 0.255 meter.(Petit Larousse Illustré 1906) Hiel: cilindrisch
Nº 68 - Néogène Colimaçon -68-
Cat. Pag. Steel-13cm Ketel-4,2cm Produktie: ca. 1860 - 1890 Coll:AvE
1879 en 1886-104
1893-104
Pijp met een ketelmodel naar Duitser met een figurale hiel en een rechte steel met afgeplat
mondstuk en knoop. Langs de ketel zijn rondom zeven vertikale bladeren aangebracht. De hiel
wordt gevormd door een omgekeerd slakkenhuisje en op de eerste 5 centimeter steel is een
ruitvormig patroon aangebracht waarover verschillende kleine slakjes in de richting van de ketel
lijken te kruipen.Deze gesteelde pijp lijkt door zijn model en door de bladeren die langs de ketel
recht omhoog staan op nr.63 "Feuille d'Acanthe". Ook bij deze pijp is op de steel een kadertje
aanwezig waar het vormnummer in staat.
Nº 69 - Courte commune (2e Série) Steelpijp, recht
Steeleind: afgeplat, knoop
Cat. Pag. Steel-22cm Ketel-3cm Hiel: figuraal
1840-3 8,5 pouces
-69-
Produktie: ca. 1810 - 1850
Pijp met bol- ovale ketel met hiel en rechte steel. Steelpijp, recht
In de catalogus van 1840 worden de steellengten der pijpen aangeduid in Pouces. De Pouce, Steeleind: afgesneden
(duim), is een oude lengtemaat en staat voor 0.255 meter.(Petit Larousse Illustré 1906) Hiel: cilindrisch
Nº 69 - Belge Grande Forme 46. Produktie: ca. 1850 - 1925 -69-
Cat. Pag. Steel-13,5cm Ketel-5cm Steelpijp, recht
1858- Steeleind: afgeplat, knoop
1868- 55 Hiel: cilindrisch
1879 en 1886-104
1893-104 1894- 91
1896- 12 Benaming: Alsacienne, prijs: 4fr.50 per 100
1908- 4 Prijs 6fr./gros
1918-Affiche Benaming: Alsacienne 18Fr./100
Pijp met ovale ketel met hiel en een rechte steel met afgeplat mondstuk met knoop.
Bij deze Belge wordt verwezen naar nr.46 , de Belge Couronnée 46. Het ketelmodel komt overeen
maar de steel is korter en uitgevoerd met een afgeplat mondstuk terwijl nr.46 afgesneden is. De
hiel van nr.46 is afgeschuind, bij nr.69 is de hiel vlak.
Nº 70 - Saturne. Tête -70-
Cat. Pag. Steel-2,5cm Ketel-8,7cm Produktie: ca. 1850 - 1900
1868-2
1879 en 1886-1
1893 en 1894-1
Pijp met figurale ketel zonder hiel met een oplopende steel met manchet. Ketel in de vorm van
Saturnus met lange hangsnor en tweepuntige baard. Om het hoofd met schouderlang haar is
een smalle, gedecoreerde band. Aan de onderzijde van de baard is een mensenhand.
Oud Italiaanse god van de landbouw, reeds geïdentificeerd met de Griekse god Cornus en Coll:AvE
beschouwd als de vader van Jupiter, Ceres, Juno, e.a. Door Jupiter verjaagd vluchtte hij naar
Latium, waar de god Janus hem gastvrij opnam. Hij voerde de landbouw en wijncultuur in en Manchetpijp, oplopende steel
zijn heerschappij betekende een periode van bloei en ongestoord geluk. Ter herdenking van deze Hiel: geen
periode werden de Saturnalia gevierd. (Romeinse carnavaleske feesten) Zijn naam werd in de
oudheid en ook later afgeleid van Latijn serere (volt.deelw.: satur)= zaaien, hij zelf werd als
zaaigod vereerd. Als Saturnus' vrouw beschouwde men Ops of Opis, een Romeinse godin van
vruchtbaarheid en overvloed. De tempel van Saturnus was op het Forum Romanum een van de
oudste tempels van Rome. (Winkler-Prins- Encarta 2000)
Nº 71 - Belge à côtes grande -71-
Cat. Pag. Steel-16,5cm Ketel-4,4 cm Produktie: ca. 1850 - 1900
1858- "PV Grande" Zie ook nr.73 en 75
1868-86 Benaming: PV à Côtes, grande
1879 en 1886-90
1893-90
1894- Alleen in Nomenclatuur
Pijp met een ovale ketel met hiel en rechte steel met knoopmondstuk. Op de plek van de
vormnaad van de ketel is aan de voor- en achterzijde een vertikale ribbel aangebracht die van de
onderzijde tot aan de bovenkant van de ketel doorloopt. Komt voor in drie formaten.
De benaming PV die in de catalogus van 1868 gebruikt wordt refereert aan een Gouds pijpenmerk.
(modellenbestand Pijpenkabinet-1978)
Steelpijp, recht
Steeleind: knoop
Hiel: cilindrisch
Nº 72 - Tête néogène griffe à feuilles -72-
Cat. Pag. Steel-3cm Ketel-6cm Produktie: ca. 1880 - 1900
Zie ook nr.n556, n558, n559, 569, n604, n904,
1879 en 1886-28 1274,1408, 1412, 1423, 1464, 1464b, 1527, 1558,
1893-28 1558b, 2004 en 2006g
1894-21
Pijp met eivormige ketel met een oplopende steel en een manchet.
Bij deze klauwpijp is er in plaats van een vogelklauw met scherpe nagels gebruik gemaakt van
boomtakken met klaverbladeren. Deze vier takken houden de eivormige ketel als een klauw vast.
Coll:AvE
Manchetpijp, oplopende steel
Hiel: geen
Nº 73 - Belge à côtes moyenne -73-
Cat. Pag. Steel-16,5cm Ketel-3,8cm Produktie: ca. 1850 - 1900
1858- "PV Moy" Zie ook nr.71 en 75
1868-86 Benaming: PV à Côtes, moy.
1879 en 1886-90
1893-90
1894- Alleen in Nomenclatuur
Pijp met ovale ketel met hiel en rechte steel met knoopmondstuk. Op de plek van de vormnaad van
de ketel is aan de voor- en achterzijde een vertikale ribbel aangebracht die van de onderzijde tot
aan de bovenkant van de ketel doorloopt. Komt voor in drie formaten.
De benaming PV die in de catalogus van 1868 gebruikt wordt refereert aan een Gouds pijpenmerk.
(modellenbestand Pijpenkabinet-1978) Steelpijp, recht
Steeleind: knoop
Hiel: cilindrisch
Nº N73 - Borraine, moyenne Produktie: ca. 1900 - 1920 -N73-
Zie ook nr. N78
Cat. Pag. Steel- cm Ketel- cm Steelpijp, recht
1908-18 Gestempeld Noël. Prijs:3fr60./gros Steeleind: afgesneden
Hiel: geen
Pijp met een beker model ketel zonder hiel en rechte steel. Onderzijde van de ketel is bewerkt met
lobben. Pijpen met de benaming Borraine zijn hielloze bekermodellen met een wat langere steel en
vaak met een glad mondstuk. De ketel is aan de onderzijde dikwijls van knorren voorzien. De
grootste Borraine is nr.800 "Borraine extra grande" met een steel van 42 cm.Deze pijp heeft
overigens een knopmondstuk.
Nº 74 - Courte commune (2e Série) -74-
Cat. Pag. Steel-22cm Ketel-3cm Produktie: ca. 1810 - 1850
1840- 5 8,5 pouces
Pijp met bolle ketel met hiel en rechte steel. Steelpijp, recht
In de catalogus van 1840 worden de steellengten der pijpen aangeduid in Pouces. De Pouce, Steeleind: afgesneden
(duim), is een oude lengtemaat en staat voor 0.255 meter.(Petit Larousse Illustré 1906) Hiel: cilindrisch
Nº 74 - Régina Haïti. Tête -74-
Cat. Pag. Steel- cm Ketel- cm Produktie: ca. 1860 - 1900 Manchetpijp
1879 en 1886- Alleen in Nomenclatuur Hiel: ?
1894- Alleen in Nomenclatuur
Van dit model die alleen in de nomenclatuurlijst van twee catalogi genoemd wordt is mij tot op
heden geen afbeelding bekend.
Nº N74 - Bretonne unie, petite -N74-
Cat. Pag. Steel- cm Ketel- cm Produktie: ca. 1900 - 1920 Steelpijp, recht
Steeleind: knoop
1908-18 Gestempeld Noël. Prijs:3fr./gros, wit, rood en zwart Hiel: geen
Zie ook nr.N74b en N74t
Pijp met een bekermodel ketel zonder hiel met een rechte steel en een knoopmondstuk. Komt voor
in drie formaten. In deze lijst komen we ongeveer 30 verschillende "Bretonne" pijpen voor die met
uitzondering van nr.883 en 885 allen gemerkt zijn met een Noël vormnummer. Opvallend is dat bij
veel Bretonne modellen het Noël vormnummer gebruikt is in combinatie met het Gambier
intagliostempel op de steel. Het betreft in alle gevallen pijpen met vrij kleine ketels met beker- of
kromkopmodel.
Nº N74b - Bretonne unie, moyenne -N74b-
Cat. Pag. Steel- cm Ketel- cm Produktie: ca. 1900 - 1920 Steelpijp, recht
Steeleind: knoop
1908-18 Gestempeld Noël. Prijs:3fr./gros, wit, rood en zwart Hiel: geen
Zie ook nr.N74 en N74t
Pijp met een bekermodel ketel zonder hiel met een rechte steel en een knoopmondstuk. Komt voor
in drie formaten. In deze lijst komen we ongeveer 30 verschillende "Bretonne" pijpen voor die met
uitzondering van nr.883 en 885 allen gemerkt zijn met een Noël vormnummer. Opvallend is dat bij
veel Bretonne modellen het Noël vormnummer gebruikt is in combinatie met het Gambier
intagliostempel op de steel. Het betreft in alle gevallen pijpen met vrij kleine ketels met beker- of
kromkopmodel.
Nº N74t - Bretonne unie, grande -N74t-
Cat. Pag. Steel- cm Ketel- cm Produktie: ca. 1900 - 1920 Steelpijp, recht
Steeleind: knoop
1908-18 Gestempeld Noël. Prijs:3fr./gros, wit, rood en zwart Hiel: geen
Zie ooknr. N74 en N74b
Pijp met een bekermodel ketel zonder hiel met een rechte steel en een knoopmondstuk. Komt voor
in drie formaten. In deze lijst komen we ongeveer 30 verschillende "Bretonne" pijpen voor die met
uitzondering van nr.883 en 885 allen gemerkt zijn met een Noël vormnummer. Opvallend is dat
bij veel Bretonne modellen het Noël vormnummer gebruikt is in combinatie met het Gambier
intagliostempel op de steel. Het betreft in alle gevallen pijpen met vrij kleine ketels met beker- of
kromkopmodel.
Nº 75 - Courte commune (2e Série) -75-
Cat. Pag. Steel-22cm Ketel-3,4cm Produktie: ca. 1810 - 1850
1840-5 8,5 pouces
Pijp met ovale ketel met hiel en rechte steel. Steelpijp, recht
In de catalogus van 1840 worden de steellengten der pijpen aangeduid in Pouces. De Pouce, Steeleind: afgesneden
(duim), is een oude lengtemaat en staat voor 0.255 meter.(Petit Larousse Illustré 1906) Hiel: cilindrisch
Nº 75 - Belge à côtes petite -75-
Cat. Pag. Steel-16,5cm Ketel-3,6cm Produktie: ca. 1850 - 1900
1858- "PV Petite" Zie ook nr.71 en 73
1868-86 Benaming: PV à Côtes, très pt.
1879 en 1886-90
1893-90
1894- Alleen in Nomenclatuur
Pijp met ovale ketel met hiel en rechte steel met knoopmondstuk. Op de plek van de vormnaad van
de ketel is aan de voor- en achterzijde een vertikale ribbel aangebracht die van de onderzijde tot
aan de bovenkant van de ketel doorloopt. Komt voor in drie formaten.
De benaming PV die in de catalogus van 1868 gebruikt wordt refereert aan een Gouds pijpenmerk.
(modellenbestand Pijpenkabinet-1978)
Steelpijp, recht
Steeleind: knoop
Hiel: cilindrisch
Nº 76 - Néogène Milanaise -76-
Cat. Pag. Steel-2,5cm Ketel-4cm Produktie: ca. 1875 - 1900
1879 en 1886-27
1893-27
1894-22
Pijp met oplopende steel met manchet. De ketel is tulpvormig met uitstaande bovenrand en ronde Coll:AvE
onderzijde. De steelaanzet loopt uit in een punt.
Het valt niet gemakkelijk te verklaren waarom deze pijp Milanaise genoemd wordt. Naspeuring
levert niet het bewijs op dat er in Milaan pijpen met een dergelijke model gemaakt zijn.
Nº N76 - Borraine 1/2 côte Produktie: ca. 1900 - 1920 Manchetpijp, oplopende steel
Hiel: geen
Cat. Pag. Steel- cm Ketel- cm
1908-18 Noël gemerkt. 6fr./gros. In witte en rode klei -N76-
Steelpijp, recht
Steeleind: afgeplat, knoop
Hiel: geen
Gesteelde pijp met bekermodel ketel zonder hiel en knorren tot halverwege de ketel. Rechte steel
met afgeplat mondstuk en knoop.
Pijpen met de benaming Borraine zijn hielloze bekermodellen met een wat langere steel en vaak
met een glad mondstuk. De ketel is aan de onderzijde dikwijls van knorren voorzien. De grootste
Borraine is nr.800 "Borraine extra grande" met een steel van 42 cm.Deze pijp heeft overigens een
knopmondstuk.
Nº 77 - Néogène Racine à côtes -77-
Cat. Pag. Steel-12,2cm Ketel-3,8cm Produktie: ca. 1860 - 1900
1868- 55 Zie ook nr.79, 604 en 606
1879 en 1886-104
1893-104
1894- Alleen in Nomenclatuur
Pijp met een iets achterover hellende bekermodel ketel zonder hiel met aan voor- en achterzijde
een ribbel over de vormnaden van onderzijde tot bovenrand. Rechte steel, afgeplat mondstuk met
knoop. De naam Racine (wortel) is niet goed te verklaren. Deze pijp is glad, andere Racine
modellen hebben boomwortels over de ketel lopen.
Steelpijp, recht
Steeleind: afgeplat, knoop
Hiel: geen
Nº 78 - Bec de Grue. Tête -78-
Cat. Pag. Steel-2,4cm Ketel-4,9cm Produktie: ca. 1860 - 1905
1868-14
1879 en 1886-15
1893-15
1894-14
Pijp met oplopende steel met manchet. Ketel in de vorm van een
dennenappel die van onderen af in de snavel van een kraanvogel zit. De
steel is met JG gemerkt. Er is geen merknaam of vormnummer aanwezig.
Door het bruine emaille komt de dennenappel erg realistisch over die in de bek van de kraanvogel
zit. De kraanvogel (Grus Grus) is een broedvogel van moerassen en bossen. Het is een grote vogel
met lange poten en een lange dunne hals. Het verenkleed is grotendeels licht blauwgrijs.
Kraanvogels in de baltstijd lopen met gestrekte hals rond, springen in de lucht met flapperende Coll:GD
vleugels en pikken voorwerpen (zoals stenen, takjes of dennenappels) van de grond en gooien ze in Manchetpijp, oplopende steel
de lucht. Hiel: geen
Nº N78 - Borraine, grande Produktie: ca. 1900 - 1920 -N78-
Zie ook nr.N73
Cat. Pag. Steel- cm Ketel- cm Steelpijp, recht
1908-18 Gestempeld Noël. Prijs:3fr60./gros Steeleind: afgesneden
Hiel: geen
Pijp met bekermodel ketel zonder hiel en rechte steel. Onderzijde ketel met knorren versierd.
Pijpen met de benaming Borraine zijn hielloze bekermodellen met een wat langere steel en vaak
met een glad mondstuk. De ketel is aan de onderzijde dikwijls van knorren voorzien. De grootste
Borraine is nr.800 "Borraine extra grande" met een steel van 42 cm.Deze pijp heeft overigens een
knopmondstuk.
Nº 79 - Néogène Racine unie -79-
Cat. Pag. Steel-12,5cm Ketel-3,5cm Produktie: ca. 1860 - 1900
1868- 55 Zie ook nr.77, 604 en 606
1879 en 1886-104
1893-104
1894- 91
Pijp met een iets achterover hellende bekermodel ketel zonder hiel met een rechte steel en afgeplat
mondstuk met knoop. De naam Racine (wortel) is niet goed te verklaren. Deze pijp is glad, andere
Racine modellen hebben boomwortels over de ketel lopen.
Steelpijp, recht
Steeleind:afgeplat, knoop
Hiel: geen
Nº 80 - Courte commune (1e Série) -80-
Cat. Pag. Steel-22cm Ketel-3,3cm Produktie: ca. 1810 - 1850
1840-1 8,5 pouces
Pijp met ovale ketel met hiel en rechte steel. Steelpijp, recht
In de catalogus van 1840 worden de steellengten der pijpen aangeduid in Pouces. De Pouce, Steeleind: afgesneden
(duim), is een oude lengtemaat en staat voor 0.255 meter.(Petit Larousse Illustré 1906) Hiel: cilindrisch
Nº 80 - Aristophane Produktie: ca. 1850 - 1870 -80-
Cat. Pag. Steel- cm Ketel- cm Steelpijp, recht ?
1858- Steeleind: ?
Hiel:?
Van deze pijp is geen afbeelding bekend, hij staat alleen vermeld in de inventarisatielijst van de
Gambierfabriek uit 1858.
Aristophane pijpen schijnen genoemd te zijn naar de Griekse blijspeldichter Aristophanes (445-
385 VC).
Over het algemeen zijn de Aristophane pijpen uitgevoerd met een slanke, bijna ovoïde ketel met
een spoor of hiel. De stelen zijn recht met aan het einde een knoopmondstuk. de ketelhoogte loopt
van 35 tot 50 mm en de steellengte varieert van 8 tot 16 centimeter. De Aristophanes staan in de
catalogi in groepen verdeeld naar gelang een bepaalde specifieke vorm. (D.Duco Pijpenlijntjes
jaargang VII, nummer 2, blz 4)
Uitzondering op bovenstaande omschrijving zijn de nrs. : 213, 975b, 1005 en 1329