The words you are searching are inside this book. To get more targeted content, please make full-text search by clicking here.
Discover the best professional documents and content resources in AnyFlip Document Base.
Search
Published by Koninklijke Vereniging van Organisten en Kerkmusici, 2020-10-16 12:52:37

M&L 2010-01

Februari 2010 &Muziek liturgie

jaargang 79, nr. 1 Tijdschrift van de Koninklijke Vereniging van Organisten en Kerkmusici

Themanummer: Kinderliederen

Muziek & Liturgie is een van de tijdschriften Dit nummer is het eerste deel van twee themanummers die
van de Koninklijke Vereniging van Organisten zijn gewijd aan het kinderlied. Naar aanleiding van een kleine
en Kerkmusici. De doelstelling is de discussie vorig jaar leek het ons goed uitgebreider op dit
behartiging en bevordering van de orgelcultuur thema in te gaan. In dit nummer bespreekt Sebastiaan ’t Hart
en de kerkmuziek. de geschiedenis van het kinderlied in de Duitse reformatie en
gaat Oane Reitsma in op theologische en liturgische visies op
Redactie kinderen in de kerk. Peter Ouwerkerk bespreekt in dit en het
Willem Jan Cevaal, Sebastiaan ’t Hart, Wim Kloppenburg, volgende nummer kinderliedbundels die in de loop van de
Oane Reitsma twintigste eeuw zijn verschenen.
Hoofdredactie en vormgeving: Peter Ouwerkerk In de nalatenschap van Bernard Renooij (1915-2006) trof Dick
Sanderman een bewerking aan voor vierstemmig koor en
Gastauteurs in dit nummer orgel over Gezang 210. In dit nummer wordt het werk voor
Pieter Endedijk, Dirk van Keulen, Jan Marten de Vries het eerst als muziekbijlage gepubliceerd. Christiaan Winter
beantwoordt de brief die hem in het vorige nummer door Jan
Corrector Marten de Vries werd geadresseerd.
Janneke Lourens
Vele jaren vulde Dirk van Keulen de rubriek Signalement. De
Muziekbijlagen rubriek wordt niet beëindigd, maar in overleg met Dirk heeft
Muziekcommissie: Gonny van der Maten (secretaris; e-mail: de redactie gemeend dat het tijd is voor een andere invulling
[email protected]), Wim Ruessink, Dick Sanderman, Dick Troost van de rubriek. Later dit jaar zal dit handen en voeten krijgen.
Zetwerk: Wout van Andel Op dit moment en op deze plaats willen we Dirk graag en
hartelijk bedanken voor zijn vele boeiende bijdragen in Mu-
Advertenties ziek & Liturgie!
Retra PubliciteitsService BV, Postbus 333, 2040 AH Zandvoort.
Contactpersoon: Cisca Kramer, 023-5718480, fax 023-5716002, e-mail Bij de achterkant: Een enigszins geromantiseerde voorstelling, maar
[email protected] waarschijnlijk niet ver bezijden de waarheid: Martin Luther, zingend
en musicerend in de huiselijke kring. Aan tafel, met bierpul, Luthers
Druk vriend de theoloog Philipp Melanchthon.
Drukkerij Verloop, Alblasserdam; www.verloop.nl Kleurenlitho naar een schilderij van de negentiende-eeuwse schilder
Gustav Adolf Spangenberg.
Overname van artikelen in dit blad is slechts toegestaan na toestem-
ming van de hoofdredacteur.
Muziek & Liturgie is in braille beschikbaar bij de CBB, Christelijke Bi-
bliotheek voor Blinden en Slechtzienden, Postbus 131, 3850 AC Ermelo,
0341 565 499, [email protected], www.cbb.nl

Redactieadres: Muziek & Liturgie, februari 2010
Redactie Muziek & Liturgie, Postbus 1091, (jaargang 79, nr. 1)

1000 BB Amsterdam
[email protected]
tel. 020 4880481 | fax 020 4880478

Bestuur KVOK Opmaat 3
Rein van der Kluit (eerste voorzitter), Frits Zwart (tweede voorzitter),
Hans Beek (eerste secretaris), Ad Krijger (tweede secretaris), Cor Het kinderlied in de Duitse reformatie 4
Rooijackers (penningmeester), Maarten Diepenbroek, Sebastian ’t Hart,
Henny Heikens en Willeke den Hertog-Smits (leden) Begrijpelijk en onbegrijpelijk –
Adres secretariaat: Hans Beek, Klipper 49, 9801 MT Zuidhorn; Visies op kinderen in de kerk 8
0594 507876, [email protected]
Adres penningmeester: Cor Rooijackers, Professor Schermerhornlaan Een nieuwe verbintenis
91, 5707 KG Helmond; 0492 548488, [email protected] Gezang 16 en Gezang 210 11

Ledenadministratie KVOK Muziekbijlage: Een morgen ongedacht 13
Harco Clevering, Jabbingelaan 21, 9591 AL Onstwedde; 0599 331890,
[email protected] ‘Witte sr. klonk kleurrijk bij het kerkkoor’
Portret Bernard Renooij (1915-2006) 17
Bankrekeningen KVOK:
Nederland: Postbank 10 20 03, ABN-Amro 45 48 03 184, IBAN: NL17ABNA454803184, Spelenderwijs 18
SWIFT-BIC-code ABNANL2A. België: Bank van de Post 000-3258201-68;
Duitsland: Oldenburgische Landesbank 710 87159 01 (Bankleitzahl 280 200 50) Veertig (en één) jaar kinderlied 19

Lidmaatschap KVOK: Ingezonden: Een lied van veertig regels 25
Men kan zich als lid opgeven bij de ledenadministratie. Leden kunnen zich abonneren op
de verenigingstijdschriften Het Orgel, Muziek & Liturgie en het actualiteitenblad NotaBene Van het bestuur: Schrijven! 25
(zie hieronder) Ze krijgen tevens de ZomerAgenda (eenmaal per jaar een overzicht van
ISSN 1569-416X orgelconcerten in de zomer) toegezonden. Het lidmaatschap loopt parallel aan het Afscheid van Wim Kloppenburg als dirigent en
kalenderjaar en wordt automatisch verlengd indien niet één maand voor de vervaldatum is cantor-organist 26
opgezegd.
inhoudLiedsuggesties: 16 en 23 mei 2010 27
Abonnementsvormen tijdschriften KVOK: 27
Muziek & Liturgie + NotaBene € 50 (Europa € 60, buiten Europa € 65) Besprekingen
Het Orgel + NotaBene € 60 (Europa € 70, buiten Europa: € 75)
Muziek & Liturgie + Het Orgel + NotaBene € 75 (Europa € 90, buiten Europa € 95)

De redactie probeert zorgvuldig om te gaan met beeldrechten. Bij ver-
meend oneigenlijk gebruik van afbeeldingen gelieve met de hoofdredacteur
contact op te nemen.

&2 Muziek liturgie

opmaat

Willem Jan Cevaal

Het voorliggende nummer van Muziek

& Liturgie staat in het teken van het kin-

derlied. Een even interessant als lastig

onderwerp, want wat is nu precies een

kinderlied? Waarin verschilt het van een

lied voor volwassenen? Wat maakt een

lied tot een goed kinderlied? En stellen kind de versregels They had slain the Earl

we aan een kinderlied heden ten dagen of Moray / and laid him on the green ver-

andere eisen dan een paar de- stond als They had slain the Earl

cennia of zelfs eeuwen geleden? of Moray / and Lady Mondegreen.

Luther voorzag het lied Erhalt of romans. Aan de ene kant moeten Ze gaf dit fenomeen daarom de

uns, Herr, bei deinem Wort van de teksten begrijpelijk zijn voor kin- benaming ‘mondegreen’ mee.

het volgende opschrift: ‘Ein Kin- deren; ze mogen het bevattingsver- De taalkundige Nicoline van der

derlied zu singen, wider die zween mogen van de doelgroep niet te bo- Sijs introduceerde in 2004 de

Ertzfeinde Christi und seiner heili- ven gaan. Aan de andere kant mogen Nederlandse benaming ‘hulde-

gen Kirchen, den Papst und Tür- kinderen ook worden uitgedaagd en biet’. Ze kwam op die term toen

ken’. Welke leeftijdscategorie geprikkeld. Want is het eigenlijk erg een jongetje zich na het zingen

Luther hierbij voor ogen stond als kinderen nog niet helemaal be- van Neem mijn stem, opdat mijn

is niet duidelijk, maar ik lied, u, mijn Koning,

neem toch aan dat een Koning Huldebiet hulde biedt’ (Gezang
dergelijke tekst ook in zijn 473 vers 3) afvroeg
tijd het bevattingsvermo- wie toch die koning

gen van menig kind ver Huldebiet was... Het

te boven ging. Het zijn in Genootschap Onze

ieder geval niet de onderwerpen grijpen wat ze nou precies zingen? Taal legde een verzameling aan

waaraan we heden ten dage een Mijn dochter van bijna twee doet van deze huldebieten; een lange

kinderlied zouden wijden. Had sinds kort verwoede pogingen om lijst is op hun website terug te

men eeuwen geleden wellicht zelfstandig de liedjes te zingen die vinden. Een heel bekende is na-

een hogere pet op van het kin- we haar in haar nog korte leven heb- tuurlijk Midden in de winternacht,

derbrein dan tegenwoordig vaak ben voorgezongen. Het is grappig ging de HEMA open. En, om nog

het geval is? om te horen hoe ze zich dapper door even in kerstsferen te blijven:

De Nederlandse dichter Hier- de teksten heenslaat, hoe woorden Gloria, in excelsis Deo schijnt re-

onymus van Alphen –u weet en soms ook hele zinnen worden gelmatig te worden verhaspeld

wel, van Jantje zag eens pruimen verhaspeld tot –in elk geval voor tot Gloria, in de cel zit Theo. Zelf

hangen– publiceerde in 1778 mij– volstrekt onbegrijpelijke klan- herinner ik me dat ik als kind de

een Proeve van kleine gedigten ken. Zo gaat het liedje Poesje mauw zinsnede Hemelse Vrede, deel U

voor kinderen. In het ‘voorbe- haar redelijk goed af, totdat ze bij nu mede uit gezang 477 zong als

rigt’ schrijft Van Alphen dat hij ‘rijstenbrij’ is aangeland. Dat woord Hemelse Vrede, deel ik U mede.

geprobeerd heeft gedichten te komt nog niet in haar vocabulaire Vraag me niet op welk moment ik

schrijven die ‘de kinderlijke vat- voor, en ze is bijzonder creatief om mijn fout ontdekte.

baarheid niet te boven gingen’. Te- er iets passends voor te verzinnen. Deze huldebieten bewijzen dat

gelijkertijd tekent hij daarbij aan Het lijkt haar niet te deren, integen- kinderen bijzonder creatief zijn

dat het geen kwaad kan ‘wanneer deel. Aangekomen aan het einde van als het gaat om teksten die ze

hier en daar het kinderlijk verstand het lied begint ze met evenveel ple- op dat moment nog niet hele-

eene kleine zwarigheid ontmoet, zier weer opnieuw. maal kunnen plaatsen. Ik kan

en daardoor tot vragen en praten De Amerikaanse schrijfster Sylvia me nauwelijks voorstellen dat de

wordt opgewekt’. Wright publiceerde in 1954 een es- kinderen in Luthers tijd al precies

Wellicht onbedoeld wijst Van say waarin zij beschreef dat zij als wisten wie de erfvijanden van het

Alphen op een belangrijk dilem- christendom waren. Op een goed

ma als het gaat om kinderlitera- moment moet de betekenis van

tuur, of het nu gaat om liederen, poëzie die woorden vanzelf zijn doorgedron-

gen. En daar gaat het naar mijn gevoel

om. Net als kinderkleding wordt gekocht

‘op de groei’, moet ook een kinderlied

zodanig zijn dat kinderen erin kunnen

groeien. Wat dat betreft zijn kinderen net

volwassenen. •

Jaargang 79, nr. 1 - februari 2010 &Muziek liturgie 3

thema

In een tweetal artikelen worden de ontstaansgeschiedenis van het geestelijke kinderlied en de rol van
kinderen in de liturgie voor het voetlicht gehaald. In dit eerste deel staat het Duitse kinderlied in de
zestiende eeuw centraal, in een volgend artikel zal de latere ontwikkeling worden geschetst en zal ook de
geschiedenis van het Nederlandse kinderlied worden besproken.

Het kinderlied in de Duitse reformatie

Sebastiaan ’t Hart

Lang voordat het kinderlied als genre bestond, vervulden Eén van de vele afbeeldingen van een schola cantorum van mannen en jongens.
kinderen een muzikale rol in de liturgie. In de vroege kerk Tegenwoordig zijn we gewend aan een gregoriaanse ‘sound’ van alleen mannen-
waren zij zelfs nadrukkelijk aanwezig. Vanwege hun een- stemmen, maar vroeger heeft het Gregoriaans dus meestal in octaven geklonken
voud en ongereptheid –een ‘paradijselijke toestand’– waren
kinderen bij uitstek geschikt om uit de Schrift voor te lezen tisch afgerekend als met de kloosters zelf. In calvinistische
en te zingen. streken werden alle kathedrale koorscholen opgeheven;
De vierde-eeuwse Zuid-Franse of Noord-Spaanse non (of in lutherse gebieden (Duitsland) bleef tenminste een deel
mogelijk abdis) Egeria beschrijft in het verslag van haar in stand. Het beroemdste voorbeeld is de Thomaskerk en
pelgrimage naar het Heilige Land dat in Jeruzalem de kin- -school te Leipzig. Ook in Engeland bleven de kathedrale
deren zoals daar gebruikelijk Kyrie eleison zongen. Door de koorscholen voortbestaan.
onschuldige kinderstemmen zou God immers eerder zijn Na het wegvallen van de koorscholen was haast geboden
barmhartigheid tonen, zo betoogde Johannes Chrysosto- om de gemeentezang nieuw leven in te blazen. Calvijn liet
mus. De kerkvader Hiëronymus stelde voor om kinderen de nieuwe in het Frans berijmde psalmen door een chantre
zo jong mogelijk psalmen uit het hoofd te laten leren. De leren aan de kinderen op school. In kerkdiensten konden
wat oudere kinderen kregen een rol als lector, waarvoor zij zij dus de gemeentezang dragen, bovendien kregen zij
niet alleen vanwege hun onschuld, maar ook vanwege hun voor hun verdere leven een schat aan geloofsliederen mee.
heldere stem geschikt waren. Kinderen werden in de liturgie Het was Calvijns ideaal dat kinderen goed zangonderwijs
overigens nog niet op hun eigen niveau aangesproken, maar zouden krijgen (in Genève gebeurde dit o.a. door de eerste
deden mee met de volwassenen. De belangrijkste basis voor cantor, Guillaume Franc, die in 1541 toestemming kreeg een
de geloofsopvoeding lag in het gezin. Aan (peet-)ouders werd muziekschool op te richten), maar de uitvoering hiervan
opgedragen om hun gedoopte (peet)kinderen tenminste de was uiteraard volledig afhankelijk van de plaatselijke onder-
geloofsbelijdenis en het Onze Vader te leren. In de late Mid- wijzers.
deleeuwen namen franciscaner priesters het initiatief tot het
houden van kinderpreken. Op de feestdag van Sint-Gregori- Luther
us (12 maart, destijds het begin van het nieuwe schooljaar)
en op de feestdag van de Onnozele-Kinderen (28 december) In het voorwoord voor zijn eerste liedboek, het Wittenberger
was het feest voor de kinderen. Op deze dagen, en later ook Gesangbüchlein uit 1524, schrijft Luther dat hij graag wil dat
op 6 december, de feestdag van Sint-Nicolaas, werd door de jeugd betrokken wordt bij muziek en de andere kunsten,
kinderen een kinderbisschop gekozen die een preek voor om er ‘heilzame dingen’ van te leren. In het Erfurter En-
zijn leeftijdsgenoten mocht houden. chiridion (1524, zie afbeelding links) zijn liederen opgeno-
Op de overige zon- en feest- men als Dies sind die heilgen zehn Gebot, Es ist das Heil uns
dagen waren kinderen op een
bescheidener wijze aanwezig
in de liturgie, als misdienaar
of als koorzanger. In klooster-
kerken en kathedralen waaraan
een koorschool verbonden was,
stond de jongenszang op een
hoog peil. Meisjes waren inmid-
dels uitgesloten van actieve
deelname aan de liturgie.

De Reformatie

Na de Reformatie werd met de
koorscholen vaak even dras-

&4 Muziek liturgie

kommen her, Aus tiefer Not schrei’ ich zu Dir en Ach Gott vom und Türcken [...een kinderlied om te zingen tegen de twee
Himmel, sieh darein. Geen kinderliederen in moderne zin,
maar wél met de aansporing op de titelpagina: mit dysen und aartsvijanden van Christus en zijn heilige kerk: de paus en de
der gleichen Gesenge soltt man bil-byllich die yungen yugendt
auffertzihen [met deze en dergelijke gezangen zou men de Turk]. Dit lied verscheen voor de eerste maal in druk in Das
jonge kinderen moeten opvoeden]. In een latere uitgave werd
yungen yugendt vervangen door yungen kynder. Klug’sche Gesangbuch uit 1543 en is als Gezang 310 te vinden
Ook in andere voorwoorden van liedboeken uit de zestiende
eeuw wordt gewezen op het belang van het leren van geloofs- in het Liedboek voor de Kerken.
liederen aan jonge kinderen. Psalmen en geestelijke liederen
hebben catechetische waarde en kunnen beter gezongen Luthers derde kinderlied is een bewerking van de hymne
worden dan ‘snode liedjes van bedenkelijke allooi’.
Samengevat kan worden gezegd dat de meeste liederen uit Veni redemptor gentium: Nun komm, der Heiden Heiland, Ge-
zestiende-eeuwse gezangboeken volgens moderne opvattin-
gen geen kinderliederen zijn, maar wel liederen die bedoeld zang 122 in het Liedboek. Zijn vierde kinderlied is opnieuw
en geschikt zijn om ook door kinderen gezongen te worden.
een kerstlied: Vom Himmel kam der Engelschar. Dit is een van
Luthers kinderliederen
Luthers laatste
Luther schreef naast catechetische liederen en bewerkingen
van psalmen een viertal ‘echte’ kinderliederen, waarvan liederen, vermoe-
Vom Himmel hoch da komm ich her het bekendst is. Door
de reformatoren werd binnen de christelijke gemeente een delijk geschreven
bijzondere plaats toegekend aan kinderen. Theologische
onderbouwing vonden zij in het eenvoudige feit dat Jezus als voor Kerst 1542.
kind ter wereld kwam, en vooral in uitspraken van Jezus als
‘laat de kinderen tot mij komen’. In een begelei-
De vroegste verspreider van Vom Himmel hoch is Geistliche
Lieder auffs neu gebessert (Klug’sches Gesangbuch) uit 1535. Het dend briefje,
lied is een contrafact op het destijds wijdverbreide wereld-
gericht aan de
lijke reidanslied Aus frem-
den Landen komm ich her drukker, schrijft
of Ich komm aus fremden
Landen her. Gezien de Luther dat dit lied
vrolijke rituelen die zich
in de Kerstnacht rondom op drie verschil-
een kribbe afspeelden,
is Luthers keuze voor dit lende melodieën
lied niet verwonderlijk.
In de Kerstnacht dansten gezongen kan
de kinderen na het ‘kind-
jewiegen’ een rondedans worden, namelijk
om de kribbe, terwijl de
volwassen omstanders op de wijze van
een lied zongen. De rol-
verdeling tussen engel, A solis ortus, Vom
kind(eren) en omstan-
ders bracht Luther tot ui- Himmel hoch
ting in de vele korte stro-
fen. Vom Himmel hoch en Puer natus in
‘Ego sum Papa’ (‘Ik ben de Paus’): zo zag werd aanvankelijk nog
een tijdgenoot van Luther de Paus als duivel gezongen op de melodie Bethlehem. Het
van Aus fremden Landen,
na enkele jaren schreef lied kreeg als
Luther de melodie die nog altijd bekend is. In 1539 werd het
lied met de nieuwe melodie voor het eerst afgedrukt. opschrift Ein Lied De eerste vier strofen van ‘Vom Himmel kam der
Het tweede kinderlied van Luther is het veel ernstiger Erhalt
uns Herr, bei deinem Wort: Ein Kinderlied zu singen wider die auff den Chryst Engel Schar’ in Luthers eigen handschrift
zween Ertzfeinde Christi und seiner heiligen Kirchen: den Papst
Tag en diende

op aanwijzing

van Luther zonder vermelding van zijn naam afgedrukt te

worden.

Tenslotte is er nog een vijfde kinderlied dat mogelijk door

Luther is geschreven. Dit lied vond veel minder weerklank

dan de eerder genoemde liederen. De toon is militant en

apert anti-rooms. De reden dat het niet in kerkelijke ge-

zangboeken is opgenomen, is waarschijnlijk de polemisch-

politieke inhoud; het is dus eigenlijk geen kerklied. Aan

het auteurschap van Luther wordt op tekstuele en muzikale

gronden sterk getwijfeld, er zijn alleen kopieën bewaard

gebleven waarop D.M.L. (Dr. Martin Luther) als auteur wordt

genoemd. De eerste van de zeven strofen luidt:

Nun treiben wir den Papst heraus
aus Christi Kirch und Gottes Haus,
darin er mördlich hat regiert,
unzählig viele Seelen verführt.

[Laten we de paus verdrijven
uit Christus’ kerk en het huis van God,
waarin hij moordend geregeerd heeft
en ontelbare zielen heeft verleid.]

Boheemse Broederschap

Luther was de bekendste, maar niet de eerste auteur van
reformatorische kinderliederen. Die eer komt de Böhmische

Jaargang 79, nr. 1 - februari 2010 &Muziek liturgie 5

Brüder toe, een geloofsgemeen- • Die Haustafel: gezongen tafelgebeden, zoals Alle die Augen
warten, Herr.
schap die in 1467 werd opge-
De kracht en eenvoud van zijn liederen maakte ze zeer
richt en bestond uit navolgers geliefd. Negen liederen in het Liedboek voor de Kerken zijn
vertaalde kinderliederen van Herman. Na Hermans dood
van de Tsjechische hervormer schreef zijn vriend Johannes Mathesius:

Hus. Hun gezangboeken uit Nickel Herman ein guter Musicus / der viel guter Choral
und teutsche Lieder gemacht / ist im Herrn entschlaffen den
1505 en 1519 zijn helaas verlo- 3. May.
Naast Luther en Herman was Valten Vogt of Valentin Voigt
ren gegaan, maar enkele Duitse (1487-1558) schepper van zeventien geestelijk Ringeltenze,
contrafacten van Middeleeuwse dansliederen.
vertalingen van deze in het
Meerstemmige muziek
Tsjechisch geschreven liederen
Op kleine schaal werd in de zestiende en zeventiende
zijn bewaard gebleven. In het eeuw ook meerstemmige geestelijke muziek voor kinderen
gecomponeerd. Deze muziek was bedoeld om in huiselijke
liedboek van Michael Weisse kring door kinderen met hun ouders gezongen te worden.
Het vroegste voorbeeld is van de hand van Hans Kugelmann
Versierde kapitaal uit een lied- uit 1531 is een kleine rubriek (1492-1542). In 1540 zag zijn Concentus novi trium vocum /
News Gesanng mit Dreyen stymmen het levenslicht. In deze
boekje van de Boheemse Broeders kinderliederen opgenomen: uitgave komen ook een- en tweestemmige gezangen voor,
(Ivancice, 1564). sönderliche Geseng für die Kinder. zoals het lied Für die Kinder vor Essens en een eveneens aan
kinderen opgedragen lied na de maaltijd.
Melodieën ontbreken, wel staan Ook in het uit 1560 stammende Deutsche Musica und
Gesangbuechli van Martin Agricola en Wolfgang Figulus
er bij de vier liederen in deze rubriek aanwijzingen over de zijn liederen voor kinderen te vinden. Dit muziekboek
diende een didactisch doel. Niet alleen bevatte het berijmde
melodie waarop ze gezongen kunnen worden. evangelieteksten en liederen, maar ook een uitleg over het
notensysteem en een eenvoudige harmonieleer. De volledige
Nicolaus Herman titel van dit werk luidt: Deutsche Musica und Gesangbuechli
der Sonntags Evangelien, artig zu singen für die Schulkinder,
De man die zich als geen ander in de zestiende eeuw heeft Kneblein und Megdlein, etwa in deutsche Reime verfasset. In het
beijverd voor het geestelijke kinderlied is Nicolaus Herman voorwoord wordt, evenals in veel andere bundels met kinder-
(1500-1561). Herman was werkzaam als cantor en onderwij- liederen, verwezen naar Psalm 8: Ex ore infantium & lactan-
zer in Joachimstal in de Bohemen. Hij moet met grote inzet tium parasti laudem [uit de mond van kinderen en zuigelingen
en overtuiging hebben gewerkt, getuige de vele liederen die bereid ik lof ].
hij naliet. In een brief uit 1524 noemt Luther Herman ‘een
vrome en erudiete man’. Bergreihen

In het voorwoord van zijn laatste gezangboek richt Herman Een andere, nog oudere, bron van kinderliederen vormen
zich direct tot de kinderen. In de eerste regels schrijft hij: Middeleeuwse volksliederen met een al dan niet geestelijke
inhoud. Een genre uit het Duitse taalgebied dat vergelijk-
Ihr allerliebsten Kinderlein, baar is met de Engelse carols (liederen om bij te dansen) is
Das Gsangbüchlein soll euer sein. dat van de Bergreihen. In Thüringen en Saksen, maar ook in
Es ist fein alber und fein schlecht, Bohemen, waar Herman werkzaam was, waren de Bergrei-
Druemb ist es für euch Kinder recht. hen erg geliefd. Een Reihe of Reige is een rondedans waarbij
Alt und glert leut bedürffens nicht, gezongen wordt. Hier en daar is de uit de Middeleeuwen
und die zuuor sind wohl bericht. afkomstige traditie van zingend en musicerend dansen nog
Gott will durch der Seuglingen Mund springlevend, getuige bijvoorbeeld de Echternacher Spring-
gepreisset werden alle Stund. processie die jaarlijks op de dinsdag na Pinksteren wordt
gehouden.
(...) In de zestiende en zeventiende eeuw werden bekende Berg-
reihen bewerkt tot contrafacten met een geestelijk tekst, door
[Allerliefste kinderen, componisten als Vogt (Ringeltenze 1550), Rotenburger (1551),
dit gezangboekje zal van jullie zijn. Nicolaus Herman (1563, een postume uitgave) en Melchior
Het is mooi en eenvoudig, Franck (1602). De Bergreihen van Herman zijn, volgens zijn
daarom is het echt voor jullie. voorwoord, bedoeld voor Christliche Hausveter und ihre Kin-
Oude en geleerde mensen hebben het niet nodig
en weten het al.
God wil door de mond van zuigelingen
te allen tijde geprezen worden.]

De laatste regel is een verwijzing naar Psalm 8.

In andere voorwoorden richt Herman zich tot de huisvaders
die samen met hun kinderen worden aangespoord liederen
te zingen, bijvoorbeeld rondom de maaltijd.
Hermans liederen verschenen in drie bundels met de vol-
gende (ingekorte) titels:

• Sonntagsevangelien, berijmingen van de evangelielezing
van iedere zondag van het kerkelijk jaar;
• Historien: liederen over bijbelse gebeurtenissen;

&6 Muziek liturgie

der [christelijke huisvaders en hun kinderen]. Met name op de situatie die niet altijd in de praktijk zal zijn gebracht. Maar
feestdag van Sint-Gregorius werden de Bergreihen gezongen zijn ideeën vonden wel weerklank bij enkele vooraanstaande
en moet het er vrolijk aan toe zijn gegaan. mensen. Hertog Ernst I (‘de Vrome’) van Gotha stelde een
op Comenius’ ideeën gebaseerde Schulmethodus op, waarin
Comenius ten aanzien van het muziekonderwijs werd bepaald dat de
kinderen het volgende moesten leren:
Het muziekonderwijs aan kinderen heeft altijd nauw
samengehangen met heersende pedagogische opvattingen. • Der Tact;
Een van de eersten die zich bezighield met het ontwikkelen • Die Linien;
van opvoedkundige ideeën was de uit Tsjechië gevluchte in • Die Noten;
Amsterdam wonende en werkzame Jan Amos Comenius • Die Punkte bey den Noten;
(1592-1670). Hij ontwikkelde waardevolle ideeën over on- • Die Pausen;
derwijs aan kinderen waarin voor muziek –‘het natuurlijkste • Die Claves oder Schlüssel;
in de mens’– een vooraanstaande rol was weggelegd. Op • Die Voces oder Stimmen;
tweejarige leeftijd zou het muziekonderwijs volgens Come- • Die Zeichen;
nius al kunnen beginnen door het luisteren naar de liederen • Der Gesang.
die thuis na het avondeten door vader en moeder worden
gezongen. Op vier- of vijfjarige leeftijd zouden zij dan de In het volgende nummer van M&L volgen de latere ontwik-
liederen in de kerk en thuis al mee kunnen zingen um mit kelingen van het kinderlied, met name die op Nederlandse
ihren Stimme ihren Schöpfer loben zu können. Een ideale bodem. •

Literatuur:

Hans Bruno Ernst, Zur Geschichte des Kinderliedes: Das einstimmige deutsche geistliche Kinderlied im 16. Jahrhundert, Gustav Bosse Verlag,
Regensburg, 1985;
M.J.E. (Maria) Sanders, Het Nederlandse kinderlied (van 1770 – 1940), H.J. Paris. Amsterdam, 1958 (proefschrift);
Peter Nissen, ‘Van Jongensschola tot kinderkerk. Kind en liturgie in de kerkgeschiedenis’, in: Gerard Lukken en Jeroen de Wit (red.), Het
kind in het midden. Liturgie vieren met kinderen, Gooi en Sticht, 2000.

Hebt u nog oude orgelopnamen, al dan niet in combinatie BAROK TOT IN DETAIL
met solisten, in de kast liggen waar u goede herinneringen
Henk Klop Baroque Keyboard Instruments
aan heeft, maar u kunt deze niet meer afspelen? Paleisweg 6 • 3886 LC Garderen • The Netherlands
PHONE +31 (0)577 461 512 • FAX +31 (0)577 461 787
Dan kan ik u helpen!
WEB www.klop.info • E-MAIL [email protected]
Ik kan uw oude opnamen (cassettes, 18 en 26.5 cm banden
e.d.) professioneel op cd zetten. Wilt u ook adverteren in Muziek & Liturgie?
Neem dan contact op met onze adverten-
Kosten € 12.50 per opname, incl. verzendkosten. Hebt u tiemanager: Retra PubliciteitsService BV,
interesse, dan kunt u uw opnamen vrijblijvend toezenden aan Postbus 333, 2040 AH Zandvoort, of bel
023-5718480 en vraag naar de gunstige ad-
of contact opnemen met: vertentietarieven. Ook voor bijsluiters van uw
Arthur Eijlers, Lemmerstraat 55, 8244 DJ Lelystad concertserie of cantatediensten, meehechters
en voordelige advertentie-abonnementen!
Tel. 0320-262401/06-12451261

Jaargang 79, nr. 1 - februari 2010 &Muziek liturgie 7

thema

“Laat de kinderen tot mij komen” is een devies dat de gemeenschap van Christus graag en vol met goede
intenties overneemt van haar Naamgever (Marcus 10, 14). Immers: het Koninkrijk van God behoort aan
hen toe. Logische vervolgvraag is: hoe pakken we dat aan? Enkele haken en ogen bij een actuele en urgente
thematiek.

Begrijpelijk en onbegrijpelijk

Visies op kinderen in de kerk

Oane Reitsma

Een tamelijk willekeurig praktijk- Tredde kears, do komst der by in de duisternis aansteken, zoals de to-
voorbeeld: een kerkdienst in een kerk uit wer in kearske mear. renwachters op de stadspoorten van Je-
het ‘midden’ van het kerkelijke spectrum Wat is dat een moai gesicht; ruzalem of ‘de vijf wijze en de vijf dwaze
begint met de zogenaamde intochts- Ljochtsjes bringe sfear. maagden’ die hun Bruidegom verwach-
psalm. Een lied uit het Grote Boek, vol Refr: Sjoch mar foarút nei wat komme ten, zonder meer in betekenis kan wor-
met beeldende taal, ingebed in het Grote sil. den omgebogen tot ‘kaarsjes voor de ge-
Verhaal van dat volk, dat al enkele mil- Sjoch nei it ljocht en hâld moed. zelligheid’. Kortom: geven we niet teveel
lennia met dat Boek en haar zo eigen Sjoch mar foarút mei in fleurich ge- aan inhoud van bijbelse of traditionele
beelden door de geschiedenis schrijdt. sicht. beelden uit handen wanneer we de kin-
Vervolgens groet, bemoediging, drem- Aanst skynt it ljocht en it libben wurdt deren tegemoet willen komen? Gooien
pelgebed, waarna de gemeente zingend licht. we niet het kind met het badwater weg?
antwoordt met Dan is de ierde goed.
Nevendienst
Goedemorgen, welkom allemaal, (onberijmde vertaling OR:)
Ik met mijn en jij met jouw verhaal. Derde kaars, jij komt erbij Begrijpelijkheid is ook een argument ge-
Lachen, huilen, vrolijkheid en pijn, Wéér een kaarsje meer worden bij het tot stand komen van kin-
Alles mag er zijn. (etc.) Wat een mooi gezicht dernevendienst (gereformeerde variant)
Lichtjes brengen sfeer. en zondagsschool (hervormde variant).
Een fraai lied. En natuurlijk bedoeld om Refr: Kijk maar vooruit naar wat zal Wat in de kerkdienst in grotemensentaal
de jongsten in ons midden ook bij de komen. wordt gezegd, wordt de kinderen in be-
dienst te betrekken. Dat de beeldspraak Kijk naar het licht en houd moed. grijpelijke taal uitgelegd. En dat is maar
van een dergelijk lied minder gelaagd en Kijk maar vooruit met een vrolijk ge- goed ook, want ga er als predikant maar
doordacht is dan bijvoorbeeld de voor- zicht. aan staan om iedere dienst van A tot Z
gaande psalm, nemen we graag op de Straks schijnt het licht en wordt het kindvriendelijk en -toegankelijk te ma-
koop toe. Immers: de kinderen moeten leven licht. ken! Niet alle predikanten zijn daar even
het óók kunnen begrijpen. Toch is dui- Dan is de aarde goed. goed voor toegerust.
delijk te merken dat er iets wringt tussen Toch moeten we ons afvragen of de ere-
de twee liederen die binnen een minuut Een prachtig en vooral zeer begrijpe- dienst zonder meer opgesplitst moet wor-
na elkaar gezongen worden. Onze bele- lijk lied. Al rijst meteen de vraag of je den in parallelle vieringen tegelijkertijd,
vingswerkelijkheid maakt bijna een té het theologisch spannende thema van zoals kindernevendienst, tienerdienst,
snelle overgang van het verhevene naar verwachting van de Mensenzoon kunt jongerendienst. Het lijkt alsof kinderen
het ‘gewone’ taalgebruik. reduceren tot een louter vrolijk vooruit- klaar moeten worden gestoomd om ‘la-
kijken in de zin van: ‘blijf maar lachen, ter als ze groot zijn’ naar de échte kerk
Derde kaars dan komt het wel goed’. De weerbar- te mogen. Dan laat ik de vraag welke van
stige realiteit van het leven –óók van de samenkomsten de ‘echte’ is, nog ter-
Een tweede voorbeeld: bij het aansteken kinderlevens– die streeft naar heel- zijde.
van de derde adventskaars, vlak voordat heid, wordt hier met gemak weggere- In verreweg de meeste kerken is de
de kinderen de kerk verlaten voor hun toucheerd ten gunste van een soort feel zondagochtenddienst sinds jaar en dag
nevendienst, wordt er door allen gezon- good-sentiment. Een andere vraag die de core business van de plaatselijke ge-
gen: dit lied oproept is, of het licht dat wij meente. Doordeweekse samenkomsten
uit oogpunt van toerusting (catechese,

&8 Muziek liturgie

leerhuizen), pastoraat (koffie-ochtend), op een mogelijke verschuiving van geo- derdaad geen speld tussen te krijgen.
beleid en beheer (kerkenraadsvergade-
ringen, commissies) blijven allemaal cir- grafisch bepaalde naar meer categoriale Deze opvatting gaat er echter eveneens
kelen rond die zondagse samenkomst.
Het meest onderscheidende kenmerk gemeenten. Met andere woorden: wie vanuit dat het doel van de eredienst is
van die dienst is dat de geloofsgemeen-
schap in al zijn breedte en diepte aan- naar een evangelicale dienst wil, gaat om rationeel-cognitieve kennis over te
wezig is. Geen van alle andere kerkelijke
activiteiten kent bij haar deelnemers zo’n naar kerk zus; wie hoogliturgisch wil, dragen. En daar wringt de schoen mijns
verscheidenheid in leeftijdcategorieën,
sociale achtergronden en opleidingsni- naar kerk zo, bevindelijkheid inziens meer. De
veaus. Omdat het bij voorbaat ondoenlijk
lijkt om zoveel verschillende toehoor- in deze kerk en Taizéliederen De predikant die ik liturgie hanteert
ders aan te spreken, is het begrijpelijk in die. Toch past de indeling namelijk van
dat men vieringen opsplitst, zodat zeker
de kinderen hun deel kunnen krijgen, naar leeftijd bij nader inzien ooit hoorde zeggen oudsher ritue-
onder leiding van mensen die daartoe niet naast deze categorieën, len, symbolen en
beter zijn toegerust dan de predikanten
en met middelen die een boodschap effi- omdat die dwars door alle de- dat de kerkenraad symbolische taal.
ciënter kunnen overdragen dan de tradi- nominaties heen loopt. Spe- Symbolen doen
tionele middelen van de eredienst. Waar
overigens aan deze twee laatstgenoemde cifieke kinderkerken kunnen hem opdracht had in eerste instan-
voorwaarden niet wordt voldaan, lijkt de niet bestaan, omdat alle typen tie een beroep
opzet van de nevendienst zijn doel voor-
bij te schieten. geloofsgemeenschappen kin- op onze verbeel-
deren pogen aan te spreken. gegeven de kinderen dingskracht. Im-
Alle generaties Bovendien gaat deze theorie mers: hoeveel
weg te sturen volwassenen be-
Zijn kinderen nu lastig of welkom in van verschillende categorie-
de zondagse eredienst? De kerken die ën niet op, omdat de protes- grijpen eigenlijk
de kinderdoop praktiseren, drukken
daarmee uit dat mensen van kindsbeen tantse kerkgenootschappen was weliswaar niet het mysterie van
aan volwaardig deel uitmaken van de vanouds geografisch gebon- het evangelie in
gemeenschap van Christus over alle tij-
den en plaatsen heen. Dus niet een klein den zijn. Alle mensen uit tactvol, maar had de zin van ratio-
beetje lid, niet half, niet aspirant, maar het dorp die lid zijn van een nele kennis? Be-
volledig deel van het Lichaam van Chris-
tus. Het Dienstboek (deel II) van de pro- protestantse kerk zijn dat au- strikt genomen wel leven is minstens
testantse kerk voegt bij haar uitgangs- tomatisch binnen het eigen zo belangrijk als
punten voor de doop expliciet daaraan
toe: “Zowel de doop van zuigelingen dorp. Hoewel verschuivingen gelijk begrijpen. We
als die van volwassenen is een volledige waar te nemen zijn –men spreken dan ook
doop.” De predikant die ik ooit vanaf de
kansel hoorde zeggen dat de kerkenraad kan elders een zogenaamde vaker van inzicht,
hem opdracht had gegeven de kinderen
weg te sturen uit de eredienst vandaan voorkeursgemeente opzoeken– blijft wijsheid, geloofswaarheid en ‘geraakt
naar de kindernevendienst, was welis-
waar niet tactvol, maar had strikt geno- toch de geografisch bepaalde kerk uit- worden’ dan van kennis, als we over de
men wel gelijk.
Gelukkig zijn er ook initiatieven die gangspunt. Keerzijde hiervan is, dat effecten van de eredienst spreken. Het
enerzijds willen vasthouden aan de zon-
dagse dienst als samenkomst van de iedere geloofsgemeenschap binnen meer poëtisch taalgebruik van goede
gehele gemeente en anderzijds de kin-
deren tegemoet willen komen. Zo ken- die protestantse kerk zijn eigen leden kerkliederen hanteert bovendien vaak
nen we de zogenaamde jeugddiensten,
schoolkerkdiensten en familievieringen. in de volle breedte van leeftijdscatego- een diepzinnige beeldspraak, die tege-
Ze focussen weliswaar op een bepaalde
doelgroep, maar zijn toegankelijk voor rieën moet ‘bedienen’, ook waar het lijkertijd zo sterk kan zijn dat ze juist
alle leeftijden. Deze ontwikkeling lijkt
de eredienst betreft. Geen gemeente bij uitstek de potentie heeft om bij de

ontkomt eraan, behalve die gemeenten verbeeldingskracht van kinderen aan te

waar praktisch geen jonge gezinnen en sluiten. Het zijn immers juist de kinde-

kinderen meer komen. Maar die prak- ren die nog onbevangen kunnen dromen

tische gegevenheid kan nooit de conse- en al spelend kunnen fantaseren. Wat is

quentie van een bewuste keuze zijn. het dan jammer dat in de eredienst die

Begrijpen gave onderuit wordt gehaald door zo-

genaamde ‘begrijpelijke’ liedjes. Het is

Zo geredeneerd zijn we weer terug bij moeilijk te bepalen in hoeverre volwas-

af: ‘kinderkerken’ bestaan niet. Iedere senen kunnen beoordelen wat kinde-

gemeenschap moet het zelf zien te ren ‘begrijpen’. Maar moeten kinderen

bolwerken. De vieringen voor alle ge- daarom behoed en beschermd worden

neraties doen in ieder geval recht aan voor moeilijke woorden? Of zouden ze

de eenheid van de gemeente en de er- juist uitgedaagd moeten worden? Zijn

kenning van kinderen als volwaardige het niet juist de kinderen en de profeten

leden. Hoe nobel en juist dat uitgangs- die de wijsheid in pacht hebben? Jezus

punt ook is, het blijft zoeken naar de roept in het evangelie van Matteüs zelfs

juiste vormen en middelen. de volwassenen op om te worden als een

Het gebruik van begrijpelijker liederen kind. Het lijkt me stug dat het evangelie

of het hanteren van eenvoudiger taal- daarmee op het oog heeft het begripsver-

gebruik gaat ervan uit dat kinderen een mogen naar beneden toe bij te stellen.

ander rationeel en cognitief patroon Volwassenen zouden juist samen met

vertonen dan hun ouders. Daar is in- de kinderen moeten zoeken naar het

Jaargang 79, nr. 1 - februari 2010 &Muziek liturgie 9

ondoorgrondelijke. Want ongetwijfeld wat zich later ontwikkelt in de functie Gelukkig kent die kerk ook andere activi-
kunnen de groten ook van de kleinen van misdienaar. Pas later, wanneer de teiten dan de zondagse eredienst. Maar
leren, zoals men in de (godsdienst)pe- rationalisering nadrukkelijker en een- dan nog is het de vraag of predikanten
dagogiek spreekt van ‘wederkerig leren’. zijdiger zijn intrede doet in kerk en en andere werkers in het kerkelijk bedrijf
Misschien geldt dat eens te meer bin- samenleving, wordt het kind meer en voldoende toegerust zijn. Het is boven-
nen de geloofspraktijk, omdat kinderen meer object van catechese. Vanuit dit dien maar de vraag of de symboliek van
een directer niet-talig aanknopingspunt oogpunt gezien is er veel verloren ge- de eredienst toereikend zou zijn. Maar
kunnen hebben voor verbeelding, ritue- gaan door de eenzijdige nadruk op de laten we allesbehalve de vermogens van
len en symbolen, waar volwassenen de rationalisering in de kerk. Het zijn im- de kleinsten onder ons onderschatten en
omweg maken via rationele taal. mers altijd rationele argumenten (‘be- laten we vooral niet de rijke beeldspraak
Samengevat: rationeel begrijpen is niet grijpen’) om kinderen buiten de ere- van Schrift en traditie de kinderen ont-
een eerlijk criterium, waar het de ver- dienst te plaatsen. Dit gaat volstrekt ten houden, omdat wij als volwassenen er
beelding en het karakter van de eredienst koste van de onmisbare liturgische rol zelf mee verlegen zijn doordat ze zelfs
betreft. De kerk zoekt niet naar eenvoudi- die de kinderen oorspronkelijk speel- ons eigen verstand verre te boven gaat.
ger taal, maar juist naar fundamenteel den. Cru gezegd zien we in grove lijnen Kinderen verdienen als volwaardige le-
andere taal dan de taal van de wereld. een pijnlijke ontwikkeling: van onmis- den van de gemeente van Christus een
Van met name de niet-talige belevings- baar tot overtollig in de eredienst. volwaardige plek en niet een bijeenzijn
ervaring van kinderen kunnen volwasse- buiten de ‘officiële’ eredienst. Hun sa-
nen veel leren. Sociale context menzijn moet, in welke vorm ook, op
zijn minst even ‘officieel’ zijn. Om Je-
Speciale rol Helaas zal ik geen antwoord kunnen zus’ woorden “laat de kind’ren tot mij
geven op de vraag hoe wij kinderen de komen” realiteit te maken in de kerke-
Boeiend is het gegeven dat kinderen in juiste plek geven in kerk en eredienst. lijke praktijk, moeten we dus linksom of
de oude kerk en gedurende de Middel- Daarvoor is de vraag te complex en te rechtsom alle zeilen bijzetten. We mo-
eeuwen juist een bijzondere plaats in- veelzijdig. Met de voornoemde sug- gen het toch niet over onze kant laten
namen binnen de liturgie. Juist de kin- gesties zijn we er evenmin, omdat de gaan dat er bij Hem wel plaats voor ze
deren worden lector, koorknaap, beelden basis van opvoeding (en dus geloofs- is, maar in zijn veronderstelde gemeen-
het evangelieverhaal uit zoals met Palm- opvoeding) thuis en op school ligt. Pas schap op aarde niet? •
pasen of worden hulpje van de priester, op zeer grote afstand volgt dan de kerk.

Literatuur:

C. Gäbler-Kaindl, Kinder im Gottesdienst. Theorie und praxis generationenübergreifenden Feierns, Stuttgart: Kohlhammer, 2001.
A. Lanser-van der Velde, Geloven leren. Een theoretisch en empirisch onderzoek naar wederkerig geloofsleren, Kampen: Kok, 2000.
Sj. P. Zwaan, ‘Kind en Liturgie’, in: M. Barnard, e.a. (red.), De weg van de liturgie. Tradities, achtergronden, praktijk, Zoetermeer: Meinema, 1998,
388-394.

Lytse kears, ik stek dy oan Goedemorgen

1. Lytse kears, ik stek dy oan, 4. Fjirde kears, do joust no ek Goedemorgen, welkom allemaal,
want de tiid begjint ljocht foar elkenien. ik met mijn en jij met jouw verhaal.
fan ferwachting en fan Ljocht, En wat God ús tasein hie, Lachen, huilen, vrolijkheid en pijn,
hjoed is it advint. hat er hjoed ek dien. alles mag er zijn.

Refr: Sjoch mar foarút nei wat komme sil. 5. Noch in kears, it feest begjint: God, ik vraag U: kom in onze kring.
Sjoch nei it ljocht en hâld moed. Krystfeest is it hjoed, Wees erbij wanneer ik bid en zing.
Sjoch mar foarút mei in fleurich gesicht. Feest fan ljocht dat kommen is Ik met mijn en U met uw verhaal,
Aanst skynt it ljocht en it libben wurdt licht. en dat bliuwt, foargoed. verteld in mensentaal.
Dan is de ierde goed.
Refr: Sjogg’ jimme_it ljocht yn dy lytse stâl? Uit: Bonnefooi.
2. Twadde kears, jou ús dyn ljocht Sjoch nei dat ljocht en hâld moed.
yn ’e donk’re tiid. Sjoch mar foarút mei in fleurich gesicht.
’t Feest fan ljocht komt tichterby Aanst skynt it ljocht en it libben wurdt licht.
en dat makket bliid. Dan is de ierde goed.

3. Tredde kears, do komst der by Nr. 26 uit: Tusken rein en Sinne. Lieten foar thús, skoalle
wer in kearske mear. en tsjerke (ed. Jan Breimer, Greetje Waringa-Hofma,
Wat is dat in moai gesicht; Jant van der Weg-Laverman, Liuwe H. Westra), Ljou-
ljochtsjes bringe sfear. wert: Afûk, 2008.

&10Muziek liturgie

liedbespreking

Ad den Besten bezorgde de stralende melodie die Vulpius schreef bij ‘Lobt Gott den Herrn’ een nieuwe
tekstpartner. Het leverde een buitengewoon gelukkige verbintenis op.

Een nieuwe verbintenis
Gezang 16 en Gezang 210

Wim Kloppenburg

De tekst Zijn liefde duurt in eeuwigheid,
en geeft om niet de zaligheid.
In het Compendium bij het Liedboek voor de kerken komt Zingt, zingt Hem, halleluja.
Gezang 16 er maar bekaaid af. Na enige summiere biografi-
sche gegevens over de dichter, besteedt J.W. Schulte Nordholt Ignace de Sutter besteedt in zijn boek De Lofzang van alle tij-
slechts enkele regels aan de tekst van dit lied: den aanmerkelijk meer aandacht aan het lied van Sartorius:

Voor eigen gebruik maakte Joachim Sartorius psalmbe- Gij volken looft uw God en Heer (Zingt Jubilate 586).
rijmingen, die hij in 1591 uitgaf in een boekje Der Psalter Zoals het in ons liedboek staat is het de Nederlandse be-
gesangsweise. Eén van deze liederen werd door Melchior rijming die dr. Jan-Willem Schulte Nordholt maakte van het
Vulpius opgenomen in zijn Schön geistlich Gesangbuch van Duitse koraal Lobt Gott den Herrn, ihr Heiden all. De oor-
1609 en is daardoor in vele Duitse gezangboeken terecht- spronkelijke liedtekst is van Joachim Sartorius (1553-1600),
gekomen. Het is de berijming van Psalm 117. Sartorius was cantor en leraar aan de Latijnse school te Schweidnitz in Si-
geen dichter van betekenis en het is vooral de muziek die lezië. Zijn geliefkoosde bezigheid was het dichten van allerlei
zijn lied zo populair heeft gemaakt. psalmberijmingen –aanvankelijk voor zijn gezin– te zingen
op bestaande kerkmelodieën. Door vrienden aangemoedigd,
Ondanks deze enigszins geringschattende beoordeling nam liet hij deze verzen uitgeven in 1591 te Breslau onder de titel
Schulte Nordholt toch de moeite om een vrije vertaling te ma- Der Psalter gesangsweise.
ken, waarbij hij er naar mijn mening inderdaad in slaagde het Deze tamelijk vrije omdichting van Psalm 117 –de kortste van
origineel in poëtische zin te overtreffen. heel het psalmboek– biedt op uitgebreide wijze de hoofd-
gedachten van de oorspronkelijke bijbelse hymne, zoals wij
Lobt Gott den Herrn, ihr Heiden all, hem in het brevier lezen:
lobt Gott von Herzengrunde,
preist ihn, ihr Völker allzumal, Looft nu de Heer, alle naties der aarde,
dankt ihm zu aller Stunde, huldigt de Heer, alle volken rondom,
daß er euch auch erwählet hat omdat Hij bij ons zijn goedheid getoond heeft.
und mitgeteilet seine Gnad De trouw van de Heer houdt in eeuwigheid stand.
in Christo seinem Sohne.

Denn seine groß Barmherzigkeit Leggen wij nu onze liedtekst naast deze psalmvertaling, dan
tut über uns stets walten, merken wij hoe de dichter in zijn berijming de lofzang vanuit
sein Wahrheit, Gnad und Gütigkeit het Oude Testament naar het Nieuwe Testament opent, door
erscheinet Jung und Alten de opname van alle volken ‘in Christus’ te bezingen. Een dui-
und währet bis in Ewigkeit, delijk aanknopingspunt bij de Romeinenbrief, waarin Paulus
schenkt uns aus Gnad die Seligkeit; letterlijk het vers uit onze psalm citeert: Prijst de Heer, alle
drum singet Halleluja. heidenen; looft Hem, alle volken. (Rom. 15:11)

Gij volken looft uw God en Heer De melodie
wilt Hem het loflied zingen.
Laat de fonteinen van zijn eer De aantekeningen die Willem Vogel maakte bij de melodie
in ieder hart ontspringen, van Gezang 16 zijn al even summier als die van Schulte Nord-
omdat Hij u verkoren heeft, holt over de tekst. Met het oog op de binnenkort te verschij-
omdat Hij u genade geeft, nen digitale versie van het Compendium heb ik de tekst van
door Christus, halleluja. Vogel enigszins aangevuld:

Hoe groot is zijn barmhartigheid De melodie van Gezang 16 heeft in ons land bekendheid
voor allen allerwege, gekregen, sinds mejuffrouw M. van Woensel Kooy haar
zijn waarheid en zijn tederheid opnam in de bundel Oude en Nieuwe Zangen (Rotterdam,
als overvloed van regen. 1911), een boek dat in veel gezinnen op de lessenaar van
het harmonium of de piano stond en dat in de loop der ja-

Jaargang 79, nr. 1 - februari 2010 &Muziek liturgie 11

ren steeds is herzien en uitgebreid (dertiende druk in 1972).            
In deze bundel werd de melodie gebruikt voor een tekst
van Paul Gerhardt, Gott ist mein Licht, der Herr mein Heil, Mtruamarianlsdejeeeuristgteaahtelvfatnvadnehteetklsiteadccinen3texn2:verandert het m e-
vertaald door Hélène Swarth als God is mijn licht, God is
mijn heil. Maar de melodie behoort van origine dus toe aan Gij vol - ken looft -  uw God en Heer,
de Duitse berijming van Psalm 117: Lobt Gott den Herrn, ihr de fon tei nen van zijn eer
Heiden all. Ze heeft zo’n vreugdevol en feestelijk karakter, LGaaijt - 
dat Ad den Besten haar koos om aan zijn paaslied Sta op, looft Heer, 
een morgen ongedacht (Gezang 210) de nodige luister bij te  - ken uw  
zetten. God
Een kenmerkende karaktertrek van Vulpius’ stijl is het feit vol en
dat zijn melodieën een sterke muzikale autonomie vertonen wLailatt Hedme hfeotn - lhotaefrit nleiend vzainn zij-n geeern.
en ook ‘los van de tekst’ een eigen waarde bezitten. Maar -- ont sprin gen,
desondanks blijven ze dienstbaar aan de woorden, zowel in  in ie - der - - 
de concrete afstemming van woord- en melodieaccent als    
in de relatie tussen de inhoud van de tekst-als-geheel en de
‘sfeer’ van de melodie. wilt Hem het lof - lied zin - gen.
in ie - der hart ont - sprin - gen,
EKG en EG, evenals het Evangelisches Kantoreibuch, noteren
de melodie in 3/2 maat; het koorboek van Gölz geeft 6/4. Een nieuwe verbintenis
In het Liedboek staat de tactus proportionatus aangegeven
(zie het voorwoord van het Liedboek). In feite hebben we te In Nederland heeft Vulpius’ stralende melodie dus een nieu-
maken met een levendige afwisseling van 6/4 en 3/2. we partner gekregen in Gezang 210, het uitbundige paaslied
over ‘de nieuwe Adam’, zoals Christus in 1 Corinthe 15 wordt
Het is precies die levendige afwisseling van 6/4 en 3/2 waar- genoemd, en ‘de eerstgeborene van de ganse schepping’, zoals
mee men in de negentiende- en vroeg twintigste-eeuwse Paulus Hem aanduidt in de brief aan de Colossenzen. Deze
bundels niet goed raad wist. Van Woensel Kooy noteert een geboorte-thematiek is bepalend voor het gehele lied. Met
consequente 3/4 (zie afbeelding); de ritmische verschuivin- name in de laatste strofe wordt onontkoombaar het beeld van
gen aan het eind van de regels 2 en 4 zijn ‘gladgestreken’, een bevalling opgeroepen: ‘waar Hij, ons Hoofd, is voorge-
ook is de slottoon van regel 1 en 3 gewijzigd. De sprankelende gaan, is voor het lichaam nu vrij baan’. Ad den Besten is er in
zetting van Vulpius, met de verrassende verhogingen (zie de geslaagd om bij alle diepzinnige beeldspraak en theologische
koor- en orgeluitgave van het Liedboek), is vervangen door verwijzingen toch een lichte toon te handhaven, onder andere
een negentiende-eeuwse bewerking. Overigens was dit alweer door de speelse, ‘verknipte’ toespeling op het beroemde ge-
een hele vooruitgang, want in sommige negentiende-eeuwse dicht ‘Mei’ van Herman Gorter:
gezangboeken stond deze melodie in een ‘ritme-loze’ versie
met even lange noten. strofe 1: …een nieuwe lente ontloken
strofe 4: …De morgen is vol nieuw geluid
Het boeiende van het ritme is het feit dat de afwisseling van
6/4 en 3/2 vooral te maken heeft met de tekstplaatsing. Zon- Ik ben altijd geneigd zeer kritisch te kijken naar het gebruik
der tekst is de melodie geheel te interpreteren als 6/4 (2 x 3): van oude melodieën voor nieuwe teksten, maar in dit geval
is er sprake van een bijzonder gelukkige combinatie die qua
woord-toonrelatie het origineel zelfs overtreft. Ik heb dan ook
de indruk dat Gezang 210 vaker gezongen wordt dan Gezang
16! •

Lied 27 uit één van de eerste drukken van de
Oude en Nieuwe zangen van M. van Woensel
Kooy. In de latere edities heeft men alle dynami-
sche tekens weggelaten!

&12 Muziek liturgie

Sta op! - Een morgen ongedacht

(Gezang 210 - LvdK)

voor vierstemmig koor en orgel

Allegretto legato                Bernard Renooij
                   
          
     
Org. 8' + 4' (+ 2')

     

ped.

                       
                
     
 



                  
                     
        
      
  
   

   S/A          
T/B 
Koor 1. Sta op! - Een mor - gen on - ge- dacht,
4. Sta op! - Hij gaat al voor ons uit,
  
        
 
1. Sta op! - Een mor - gen on - ge - dacht,
4. Sta op! - Hij gaat al voor ons uit,
 
              
         

Org.       
  
       

 pmeadn..} ad libitum

Jaargang 79, nr. 1 - februari 2010 &Muziek liturgie 1

            

Gods dag is aan - ge - bro - ken.
de schoot van 't graf ont - ko - men.

          
  
      
           
        
 
    


   

ped.

   S/A         

  Er is in één be - wo - gen
De mor - gen is vol nieuw ge -

  T/B   

Er is in
De mor - gen

                  

       

               

             

nacht een nieu - we len - te_ont - lo -
luid, - werp af uw bo - ze dro -

            
  
één be - wo - gen nacht
is vol nieuw ge - luid, - 

              
    

       

&2 Muziek liturgie

     
   
ken.
men.

 


                
       
 

   

   S/A       
 
 

  T/B    Het le - ven brak door aar - de_en steen,
Waar Hij, ons Hoofd, is voor - ge - gaan,
Het le - ven
Waar Hij, ons        

brak door aar - de_en steen,
Hoofd, is voor - ge - gaan,

         
       

  

Jaargang 79, nr. 1 - februari 2010 &Muziek liturgie 3

(S) uit al - le wond - ren om u heen
is voor het li - chaam nu vrij baan
     S/A
            
  

uit al - le wond - ren om u heen spreekt, dat God
is voor het li - chaam nu vrij baan naar een be -

            T/B         
 
spreekt, dat God heeft ge spro - ken
naar een be - staan vol - ko - men, be-

       
  
          

(man.)

   (S) ge - spro - ken.    
vol - ko - men. 
       
    

heeft ge - spro - ken.
staan vol - ko - men.
      
      
 


heeft ge - spro - ken.
staan vol - ko - men.

             

    ped.    rit.  
 

2 Hij heeft gezegd: Gij mens, kom uit, 3 Al wat ten dode was gedoemd
open uw dode oren; mag nu de hoop herwinnen;
kom uit het graf dat u omsluit, bloemen en vogels, - alles roemt
kom uit en word geboren! Hem als in den beginne.
Toen heeft zich in het vroegste licht Keerde de Heer der schepping weer,
de nieuwe Adam opgericht, dan is het tevergeefs niet meer
ons allen lang tevoren. te bloeien en te minnen.

&4 Muziek liturgie

por tret

De muziekbijlage in dit nummer is gecomponeerd door Bernard Renooij (1915-2006). Bij
wijze van uitzondering een keer een compositie van een reeds overleden componist. Dick
Sanderman trof het manuscript aan toen hij van de erven-Renooij een stapel muziek mocht

uitzoeken. Met toestemming wordt het werk hier voor het eerst gepubliceerd

“Witte sr. klonk kleurrijk bij het kerkkoor...”

Peter Ouwerkerk

Na zijn eerste orgellessen van Henk van den Berg, or- In de jaren zestig pleitte hij voor de vervanging van het Witte-
ganist van de Abdijkerk te Loosduinen, studeerde Bernard orgel in de Kloosterkerk door een instrument (1966) van de
Renooij onder meer orgel bij Adriaan Engels aan het Haags Deense firma Marcussen. Hij kreeg er geen spijt van, maar
Conservatorium. In 1939 haalde hij zijn piano-diploma, een later verzuchtte hij nog eens dat ‘Witte sr. kleurrijk klonk bij
jaar later deed hij orgelexamen en in 1943 studeerde hij af het kerkkoor...’
voor muziektheorie. Renooij werd in 1944 harmonie- en la- Als componist schreef hij vooral werken voor zijn eigen in-
ter theoriedocent aan het Koninklijk Conservatorium in Den strument, uitgegeven bij Ars Nova te Goes. Ook schreef hij
Haag en nog later ook adjunct- en waarnemend directeur in werken voor koor en orkest en nog steeds veelgebruikte sol-
de vacature Kees van Baaren. Van 1946 tot 1969 was hij ver- fège-oefeningen. Voor zijn Sinfonia voor jeugdorkest ontving
bonden als cantororganist aan de Kloosterkerk te Den Haag, hij in 1964 de Visser Neerlandiaprijs. Ook als improvisator
na werkzaam te zijn geweest in diverse Utrechtse kerken en was bij vermaard, zowel op orgel als op piano. Hij trad op met
zes jaar lang in de Oude Kerk te Delft. In de Kloosterkerk het Residentieorkest. Als oprichter van de Haagse Organisten
bestond ook toen al een rijke liturgische praktijk, vooral ont- Kring nam hij deel aan excursies naar ondermeer Canterbury
staan onder invloed van de anglicaans-gezinde predikant Cathedral en raakte hij onder de indruk van de Engelse kerk-
H.W. Creutzberg (1875-1940). muziek. •

Jaargang 79, nr. 1 - februari 2010 Bronnen:
• Aart de Kort: In Memoriam Bernard Re-
nooij (1915-2006), voor het Haags Orgel
Kontakt;
• Herman de Kler: ‘In Memoriam Ber-
nard Renooij (1915-2006)’, in De Orgel-
krant, juni 2006

&Muziek liturgie 17

spelenderwijs

Een open briefwisseling tussen Christiaan Winter en Jan Marten de Vries

Beste Jan Marten,

Deze tegenslag ben ik al bijna te boven. Goed, geen briefwisseling met Bono Vox, Edsilia Rombley of
bisschop Eijk, maar wel een met een musicus die bekend staat om zijn kerkmuzikale meerkennigheid.
En dat etaleer je in je eerste schrijven aan mij meteen duidelijk door je af te vragen of een evenement
als ‘Tutti!’ –het helaas afgelaste muziekspektakel dat op 10 oktober had moeten plaatsvinden in de
Amsterdamse Oude Kerk– niet veel te laat komt.

Onlangs verving ik als inleider een gewaardeerd collega tijdens een studiemiddag over de ‘grenzen
van de kerkmuziek’. De omvang van het gezelschap (zes personen) was omgekeerd evenredig met de
diepte van de discussie. Terwijl ik mij had voorbereid op het slechten van idiomatische vooroordelen,
bleek dat deze groep nauwelijks enige reserve had tegen het functioneren van welke muzieksoort dan
ook in de liturgie. Wel werden er voorwaarden gesteld, voorwaarden die overigens ook gelden voor
alle klassieke kerkmuzikale stijlen: in zijn soort moet de muziek enig allooi hebben, het moet verzorgd
en overtuigend uitgevoerd worden en bovenal moet het recht doen aan de plek in de liturgie. De litur-
gie is immers het kader waarbinnen wij werken.

Misschien hebben we als musici wel te lang alleen vanuit de muziek willen redeneren. We kennen nog
iemand die heel mooi een al dan niet exotisch muziekinstrument bespeelt. Speel maar mee! De vraag
‘waarom nu juist dít op déze plek in de liturgie’ wordt niet gesteld. Terwijl de liturgie het kader is. Bo-
vendien zijn ook betrokken gastmuzikanten geïnteresseerd in deze vraag. Liturgie is niet iets vanzelf-
sprekends meer, noch voor in-, noch voor outsiders. Dat is winst. Dat bepaalt werkers in de eredienst
bij de voorwaarden die ook aan liturgie gesteld mogen worden: in zijn soort moet het enig allooi
hebben en het moet verzorgd en overtuigend uitgevoerd worden. Die overtuiging is vanuit kerkmuzi-
kaal oogpunt gediend bij de exploitatie van de kwaliteiten van de muziek (o.a. dynamisch en statisch,
verstrooiend en concentrerend, zelfstandig en ondersteunend) en bij samenhang tussen de muziek
en wat in de liturgie aan de orde is (o.a. beweging en gesproken woord, verstilling en uitbundigheid,
vorm en inhoud).

Daarnaast bestaat er wel degelijk onduidelijkheid over de grenzen van de kerkmuziek, maar dan
gedacht vanuit de eigen mogelijkheden. Er is vaak spanning tussen wat ik wil en wat ik kan (ik wil wel
het liturgisch mondharpspel beoefenen, maar ik beheers het gewoonweg niet) maar ook tussen wat
ik kan en wat ik wil (ik kan uitstekend smartlappen zingen, maar wil dat niet in de liturgie doen). Ook
het erkennen van de eigen grenzen komt uiteindelijk de liturgische overtuigingskracht ten goede.

Het gaat dus niet zozeer om het idee dat een orgel en een elektrische gitaar ook in de kerk heel aardig
kunnen samengaan. Dat wisten we ondertussen al. We zijn nu toe aan de vervolgvraag: Hoe kunnen
we, binnen de grenzen die de liturgie en wij zelf ons stellen, muziek –ongeacht aard of idioom– een
rol toekennen die maximaal bijdraagt aan de overtuigingskracht van het heilig spel van de liturgie? En
omgekeerd: heiligt het doel alle middelen?

Ja, natuurlijk zijn we veel te laat. Hadden we maar… Mijn moeder kon het zo treffend zeggen: ‘Als
hadden komt, is hebben te laat’. Het huidig tijdsgewricht biedt mogelijkheden die vergane tijden niet
boden. Hadden is voorbij, maar hebben lacht ons toe.

Goede groet,

Christiaan

Christiaan Winter is kerkmusicus en als cantor werkzaam in de Oude Kerk te Amsterdam

&18Muziek liturgie

thema

Sinds de zestiger jaren van de vorige eeuw heeft het kinderlied een aanzienlijke ontwikkeling doorgemaakt.
In dit overzicht bespreekt Peter Ouwerkerk een aantal bundels. Is de vaak gehoorde verzuchting dat er zo

weinig goed liedrepertoire voor kinderen is, terecht? Of is het probleem eerder de lastige vindbaarheid?

Veertig (en één) jaar kinderlied
1959 - 2000
Peter Ouwerkerk

Tot op heden bleef het kinderlied- speler in Moses – the musical, áls Mozes ook toneelspelen (in de vorm van dia-
genre geïsoleerd van het ‘volwassen’ optrad. Het is dan een kwestie van tijd logen met ‘regieaanwijzingen’, onder
kerklied: het verscheen in aparte bundel- dat het bijbellied-genre wordt losgela- meer geschreven door Mies Bouhuys),
tjes, werd geschreven door vaak gespeci- ten. Sommige van deze ik-liedjes raak- gedichten en liederen opnam. Het is
aliseerde componisten en tekstdichters ten verzeild in bundels met gemeente- een echt doe-boek. “Zo wordt de bijbelse
en wordt gezongen op aparte momenten kinderliederen.
in (of buiten) de eredienst. Overigens lig- geschiedenis hier
Misschien komt dat mede omdat het een gen de wortels gegeven in een
jong genre is. Het kinderlied zoals we van de kerk- soort ‘liturgisch’
het nu kennen, ontstond pas in de zesti- musical al in verband, zo dat
ger jaren van de vorige eeuw, weliswaar de vroegste het hele kind, oog
ruimschoots voor het verschijnen van uitgave die ik en oor, lichaam en
het Liedboek voor de Kerken, maar niet hieronder zal ziel, erbij betrok-
lang genoeg om er echt in geïntegreerd bespreken. ken kan worden”,
te worden. aldus Klink in
Overzicht haar voorwoord.
Bijbellied De liederen in
Zonder volle- deze kinderbijbel
In de zestiger jaren ontstond ook een dig te willen en zijn de basis van
ander fenomeen: het bijbellied, een lied kunnen zijn, de ontwikkeling
met een tekst die is gebaseerd op een laat ik hieron- van het kinderlied
bijbelgedeelte. Het Liedboek voor de Ker- der een aantal in de decennia
ken is de eerste breed gebruikte liedbun- sinds 1959 ver- erna. Voor deze
del met een rubriek bijbelliederen. De schenen kin- liederen, opgeno-
emancipatie van het kinderlied was met derliedbundels men onder redac-
deze ontwikkeling nauw verbonden: de revue passe- tie van Dr. J.W.
vrijwel alle kinderliederen zijn immers ren. Schulte Nordholt,
bijbelliederen. Om kinderen met de bij- werden medewer-
bel in aanraking te brengen, werden de 1959/1961 kers aangetrok-
bijbelverhalen als lied ‘verpakt’, met na- ken als Jan van Biezen, Guillaume van
tuurlijk een voorkeur voor de spannende Dr. J.L. Klink: Bijbel voor de kinderen – der Graft (Willem Barnard), Gerrit en
avonturen van bijbelse figuren als David, met zingen en spelen. Deel 1: Het Oude Tera de Marez Oyens, Frits Mehrtens,
Jozef of Simson. Later ontstonden ook Testament (1959); Deel 2: Het Nieuwe Michel van der Plas, Herman Strategier
‘fictieve’ bijbelliederen; geschiedenissen Testament (1961). Uitg. Wereldvenster, en Jan Wit. In deel 2 worden ook Ad den
worden dan erg vrij beschreven en toe- Baarn. Besten, Wim ter Burg, Tom Naastepad
gedicht aan bijfiguren als Malchus, de Dr. Joanne Klink, geboren in 1918 en en Huub Oosterhuis als medewerkers
wijzen, of zelfs beesten als een duif, os overleden in 2008, was na haar studie genoemd.
of ezel. theologie in Leiden twintig jaar predi- Jan Wit schreef een zangspel De droom
In de negentiger jaren verschenen de kant van de Remonstrantse Broeder- van Nebukadnezar, gebruikmakend van
typische musical-liedjes, dikwijls in de schap in Den Haag, Schoonhoven en (toen nog) bekende melodieën als Komt
ik-vorm, maar in ieder geval met sterk Haarlem. De geloofsopvoeding van het vrienden in den ronde, Een vreemde arme
geïndividualiseerde teksten. Zong men jonge kind heeft altijd haar aandacht snuiter, Er was een oorlogsschip, De Wiele-
in de zeventiger en tachtiger jaren nog gehad. waal en canons als Viva viva la musica en
als groep kinderen óver Mozes, vanaf Hoewel in deze tijd al meerdere kin- Vader Jacob: een rudimentaire ‘musical’
de negentiger jaren gebeurde het steeds derbijbels op de markt waren, wijkt dus. Niet elk lied kreeg dus een nieuwe
vaker dat je, bijvoorbeeld als hoofdrol- haar tweedelige boek daarvan af door- melodie en ook zijn niet alle liedjes even
dat ze, behalve prachtige tekeningen,

Jaargang 79, nr. 1 - februari 2010 &Muziek liturgie 19

geslaagd. Desalniettemin was deze uit- de even coupletten een chant toege- Alles wordt
gave in vele opzichten, waaronder muzi- voegd, ‘op de manier van Gelineau; men nieuw, het
kale, richtinggevend. kan hier voor een ‘solistje’ nemen’, aldus Lied van de
Verscheidene liedjes uit Klinks Kinder- de toelichting. In het Compendium bij nieuwe hemel
bijbel zien we later terug in andere lied- het Liedboek is deze zetting opgenomen en de nieuwe
boekjes. Eén ervan zou de populaire Al- op pagina 195. aarde (de tekst
les wordt nieuw-reeks haar naam geven. Een ander overbekend kinderlied uit is overigens
Andere vonden een plek in Liedboek voor het Liedboek is ook afkomstig uit de niet van Han-
de kinderen (zoals Abraham, de gelovige Kinderbijbel: Jezus die langs het water na Lam, maar
met tekst én muziek van Jan Wit; De liep (Gez. 47). De driestemmige be- van Michel
stem van God riep Jona op en Een heel ver- geleiding met de lopende bas uit het van der Plas;
haal met dromen) – stuk voor stuk fraaie ‘groene boek’ werd al in de Kinderbij- de melodie
kinderliederen uit de eerste jaren. Ook bel afgedrukt. is gemaakt
zijn enkele gedichten uit de Kinderbij- Opvallend is de grote zorg die aan de door Wim ter
bel later van een melodie voorzien en in Kinderbijbel van Klink is besteed. Kwa- Burg), uit de Kinderbijbel van Joanne
het Liedboek voor de kinderen verschenen, litatief is sprake van een eenheid: zo- Klink afkomstig. Verder staan in de bun-
zoals het lied Nu is het vallen geblazen wel in de bijbelverhalen zelf als in de deltjes originele liedjes. De melodieën
van Jan Wit met een melodie van Henk afbeeldingen, de dramatische verwer- zijn geschreven door Wim ter Burg en
Waardenburg. Een ander bijzonder lied king, de liedteksten en -melodieën: er de teksten grotendeels door Hanna Lam.
is ook De tuin van God, op de melodie was geen plaats voor amateurisme. Andere dichters zijn Willem Barnard,
van de Franse Noël A la venue de Noël Als muziekvoorbeeld (linksonder) uit Herman Romer, Anton Lam, Huub Oos-
(zie het vorige nummer van M&L). het tweede deel het lied Jeruzalem van terhuis en H.J.W. Modderman (het be-
Een vermelding waard is het lied Het Guillaume van der Graft, waarbij vier kende Laat de kind’ren tot mij komen is
volk dat in het duister wandelt, dat we nu melodieën werden gecomponeerd door van hem). Vanaf het derde deel schrijft
kennen als Gezang 25 in het Liedboek Gerrit de Marez Oyens. In het Liedboek Hanna Lam alle teksten.
voor de Kerken: Het volk dat wandelt in het is het lied, voorzien van een Engelse De reeks Alles wordt nieuw geldt nog
duister (behalve de eerste regel is het niet volksliedmelodie, opgenomen als Ge- steeds als een monument. Samen met
gewijzigd). In de versie in de Kinderbij- zang 265. Voor opname in het Liedboek de Kinderbijbel van Klink vestigde ze
bel worden de negen coupletten niet op waren de vier melodieën van De Marez voor vele jaren een kwalitatieve norm
dezelfde melodie gezongen, maar is voor Oyens –zeker voor volwassenen– onge- voor het kinderlied. Typerend is een
voorbeeld uit de ‘enthousiaste reacties
twijfeld te gecompliceerd, maar uit de pers’, afgedrukt op de achterkant
door of in afwisseling met kin- van de bundeltjes: ‘Een weldaad tegen-
deren gezongen is dat natuurlijk over de bleke, slappe, romantische liedjes
geen enkel probleem. De melo- die dikwijls opgeld hebben gedaan’.
dieën zijn, hoewel ze ritmisch
en metrisch erg op elkaar lijken, 1968
door de melodiecurve verschil-
lend genoeg om te kunnen wor- Kinderen van één Vader – Een liederenbun-
den gememoriseerd. del voor gezin en school, verteluur, zon-
Door de opzet maken de kinder- dagsschool en clubwerk. Red. o.a. H.J.W.
liederen, samen met de gedich- Modderman. Uitg. Ploegsma, Amsterdam
ten en spelen, deel uit van het Dit omvangrijke boek, waarvan de vier-
‘grote verhaal’; het is een boek de, geheel vernieuwde druk uit 1968
om met al je zintuigen mee aan stamt, bevat 174 kinderliederen van uit-
de slag te gaan. Het is jammer eenlopende kwaliteit. Zowel nieuwe lie-
dat deze werkwijze geen navol- deren als nieuwe teksten op oude melo-
ging kreeg en dat deze elemen- dieën komen erin voor. De liederen zijn
ten later elk hun eigen weg zijn in te delen in drie categorieën: van vijf-
gegaan. tot zevenjarige leeftijd, voor achtjarigen
en ouder en voor tien en ouder. Soms is
1966-1979 het onduidelijk waarom een lied als kin-
derlied is gecatogoriseerd, bijvoorbeeld
Alles wordt nieuw deel 1 (1966), bij nr. 2, Aan U behoort o Heer der he-
deel 2 (1968), deel 3 (1974) en ren, dat we (zonder het tweede couplet)
deel 4 (1979). Teksten van Hanna in het Liedboek tegenkomen als Gezang
Lam en anderen, muziek: Wim ter 479. Andere liedjes zijn weer erg sim-
Burg. Uitg. Callenbach Nijkerk pel (Luister nu eens naar mijn vraag: / wat
Zoals gezegd, is het beroemde voor weertje is ’t vandaag?). Opvallend is
naamgevende lied van de reeks

&20Muziek liturgie

de opname van de nieuwe berijming van een vrolijke bewerking door Wil- worden gegeven, verdient het de voor-
de Psalmen 100, 136, 146 en 150 (zon- lem Vogel), 281, 308, 393 en 427. keur de liedjes in te studeren zonder
der de naamsvermelding van de berij- De ‘geheel herziene’ begeleidin- begeleiding, om het zuiver zingen te sti-
mer), waarbij de melodie van Psalm 150 gen zijn helaas niet allemaal muleren. Behalve een (sopraan)blokfluit
nog op de ‘oude manier –met ‘extra’ rus- even fraai, maar dat weegt niet noemt ze ook instrumenten als cello,
ten– wordt afgedrukt. Van het bekende op tegen het feit dat, juist door gitaar, gamba (!), pauken, slagwerk- en
lied uit Alles wordt nieuw deel 2 (ook in de gevarieerdheid en het feit dat toetsinstrumenten – ‘mits men met
1968 verschenen!), Kijk eens om je heen, het een goede weergave geeft van voorzichtigheid en kennis van zaken te
is er een (eerdere?) alternatieve melodie de stand van zaken in 1968, het werk gaat’.
van Wim ter Burg opgenomen (zie mu- een interessante bundel is om Muzikale uitdagingen worden in dit bun-
ziekvoorbeeld hierboven). Verschillende door te bladeren. deltje niet uit de weg gegaan. Zo schreef
liederen zouden vijf jaar later in het Lied- Tera de Marez Oyens een behoorlijk las-
boek terecht komen, zoals de Gezangen 1974 tige melodie bij het lied Zie je de vlugge
74 (Wij willen de bruiloftsgasten zijn, met wolken gaan? (nr 2).
Liedboek voor de kinderen. Tekst
J.L.van den Heuvel en muziek van diversen. Red.: J.L. Niet alle liedjes zijn even sterk. Het lied
Orgelbouw BV Klink en Tera de Marez Oyens. Abraham (nr. 7) van Jan Nooter en A.G.
Uitg. Callenbach, Nijkerk van Gilse is muzikaal weinig inspirerend
Amstelwijckweg 44 Liedboek voor de kinderen is, een en tekstueel nogal oubollig, zelfs voor
3316 BB Dordrecht jaar na het verschijnen van het 1974 (“Zegen de kinderen, bloesems
tel.: 078 6179540 Liedboek voor de Kerken, uitgege- van vreugd’”). Ook een zin als “zegen
e-mail: [email protected] ven onder redactie van Tera de de vrouwen want dorheid zal bloeien”
website: www.vandenheuvel-orgelbouw.nl Marez Oyens en Joanne Klink, is inmiddels niet meer zingbaar. Daar-
en bevat diverse levensvatbaar entegen is nr. 43 een bijna vergeten,
nieuwbouw en restauratie gebleken liedjes uit haar Kinder- maar zeer fraai liedje: zie de afbeelding
onderhoud en stemmen bijbel – hoewel soms met een hieronder. Het is eveneens afkomstig uit
gebruikte orgels en opslag nieuwe melodie. Daarnaast zijn Klinks Kinderbijbel. Jammer dat niet dit
vijf liedjes afkomstig uit deel 1 lied, maar de kinderdeun Ik ga slapen, ik
van Alles wordt nieuw en andere ben moe zo populair is geworden...
uit bundels als De Tale Kanaäns, Een ander fraai kinderlied, met een
Bijbelse Gezangen en 102 Gezan- mooie zetting om het in canon te zin-
gen (zoals het lied Een zaaier ging uit gen, is nr. 47 (Juicht, aarde juicht).
om te zaaien, dat inmiddels in het Lied-
boek terecht was gekomen als Gezang
54, in twee keer zo snelle notenwaar-
den genoteerd). Ook staan het lijdens-
lied Jezus om uw lijden groot en het lied
Wij moeten Gode zingen erin. Dit laat-
ste lied is blijkbaar hier beschouwd als
kinderlied, hoewel het een zeer meer-
lagige en rijke tekst heeft waarvan Wil-
lem Barnard zelf in het Compendium
schrijft dat, wanneer de achtergronden
niet worden verduidelijkt, het lied ‘be-
zwaarlijk te verstaan’ is... Overigens was

het lied eerder al
opgenomen in de
schoolzangbundel
Zingt jubilate.
Tera de Marez Oy-
ens maakt in het
voorwoord van
de bundel enkele
belangrijke op-
merkingen over
de uitvoering.
Ondanks dat er
verschillende be-
geleidingsvormen

adJvavad hreguavenl 2g0097.in9dd, n1 r. 1 - februari 2010 12-01-2009 16:37:03 &Muziek liturgie 21

1977 het kinderlied ‘volwassener’, met be- kinderliederen, maar er zijn er een
paald meer muzikale uitdagingen dan flink aantal opgenomen. Vlak voor
Bijbelse liedjes voor peuters en kleuters in de eerder verschenen boekjes. Kou- zijn dood had Jan Wit het voorne-
Tekst: Blondi van der Woude; muziek: semaker, destijds organist van de Grote men een kinderliedbundel bij Ge-
Nico Verrips. Uitg. J.N. Voorhoeve Kerk in Goes en bekend als docent en nesis uit te geven, ook met de titel
Den Haag componist, lijkt het kinderlied min- Liederen van het begin. Behalve eigen
Na het verschijnen van deel 3 van Al- der als een ‘aan de leeftijd aangepast liederen had hij ook al van anderen
les wordt nieuw in 1974 kwamen er al gemeentelied’ te zien, maar eerder als materiaal verzameld, en deze vorm-
snel andere bundels op de markt, en een zelfstandig muzikaal genre. Hij den de bron waaruit voor dit bundel-
nu ook voor de allerkleinsten. Een was zich bij het componeren ongetwij- tje werd geput.
voorbeeld hiervan is Bijbelse liedjes feld bewust van het gegeven dat kinde- Van Huub Oosterhuis zijn diverse
voor peuters en kleuters van Blondi ren, mits goed voorgedaan, in principe liederen opgenomen die niet be-
van der Woude en Nico Verrips. Van alles, en wel veel sneller dan volwasse- paald geschikt zijn als kinderlied;
der Woude was kleuterleidster in nen, kunnen nazingen. Een liedje als bijvoorbeeld de bekende Groter dan ons
Katwijk aan Zee; Verrips gaf ondermeer Rachab of Het lied van Malchus (zie mu- hart, Lied aan het licht en Die chaos schiep
les aan de opleidingsschool voor kleuter- ziekvoorbeeld) zal dan ook voor volwas- tot mensenland. De beeldspraak is met
leidsters in Meppel. senen meer problemen opleveren dan name in dit laatste lied zo abstract dat
De liedjes uit dit bundeltje zijn korte, voor de doelgroep van deze bundel. het aan kinderen volstrekt voorbij zal
voortreffelijk op de doelgroep toegesne- Waar andere componisten bij kleuter- gaan. Sommige teksten zou je ook niet
den ‘kleuterdeuntjes’ met veel herhalin- door kinderen moeten willen laten zin-
gen. Elk liedje bestaat uit meestal één tot liedjes tot nu toe vasthielden aan gen...
hooguit drie coupletjes. De melodietjes drie-, vier- en vijftoonsmotieven, Ook komen er, naar mijn mening, min-
zijn opgebouwd uit eenvoudige motie- laat Kousemaker vrijwel steeds der geslaagde liederen in voor waarvan,
ven, volgens de ‘liedpatronen-theorie’ uit toonladders bepaalde onver- zeker voor kinderen, de melodie wel erg
die volgens de toelichting werd ontwik- wachte tonen weg. In het hele ‘zwaar’ is (lied 9), de tekst is gedrenkt in
keld door Annie Langelaar. Het is Ver- bundeltje is dit een stijlkenmerk. een flinke portie dogmatiek (8) of sim-
rips gelukt de melodietjes toch een zeke- In andere liedjes slaagt Kouse- pelweg te onbegrijpelijk is (15). Daar-
re charme mee te geven. De teksten zijn maker er in een fraaie atmosfeer entegen staan er ook enkele geslaagde
gefocust rond een belangrijk kernbegrip te scheppen die mooi past bij liederen in, bijvoorbeeld nr 14 (Het land
of belangrijke kerngedachte uit een bij- de tekst (Waar was U, Heer?, nr. van de vlucht), een uitdagend en fraai lied
belverhaal. De noodzaak tot beknoptheid 16). Een intrigerend en kwali- van Jan Wit over het verhaal van Kaïn en
resulteert soms in smaakvolle humoris- tatief interessant bundeltje dat, Abel. Het dilemma wordt niet uit de weg
tische vondsten: vanwege de moeilijkheidsgraad gegaan en er wordt rijke beeldtaal ge-
(vooral voor volwassenen dan), bruikt die kinderen (en volwassenen) ze-
1978 helaas in de onbekendheid is ker zal aanspreken. Ook het prikkelende
verdwenen. Er is tegelijkertijd lied Reuzen op aarde (over een bijbelpe-
Al die dagen – 23 bijbelse liederen voor ook een begeleidingsboekje bij ricoop die weinig bekend is, maar met
kinderen. Teksten: Nelly de Ruiter; muziek: verschenen. zo’n lied zeker onthouden zal worden)
Adriaan Kousemaker. Uitg. Annie Bank, vind ik een mooi voorbeeld.
Amsterdam 1983
In deze bundel wordt voorzichtig een an- 1983
dere weg ingeslagen. Idiomatisch wordt Liederen van het begin – Liederen bij
het boek Genesis (in opdracht van de Zing er van... – Liedjes voor het jonge kind
NCRV). Teksten en muziek van diverse bij het oude boek. Teksten: Inge Lievaart;
dichters en componisten. Uitg. Boeken- muziek: Sander van Marion. Callenbach
centrum Den Haag Nijkerk, 1983
Dit is niet een bundel met uitsluitend In hetzelfde jaar verscheen Zing er van... .
Het is bedoeld voor kleuters en het jonge
kind, en in die zin dus een opvolger van
Bijbelse liedjes voor peuters en kleuters uit
1977. Opvallend is dat tekstueel het ni-
veau echter wel erg laag wordt gelegd.
Veel herhalingen, nietszeggende bewe-
ringen en weinig tot geen beeldspraak.
Als voorbeeld: lied 3, Ja, Abel, ja (zie
volgend pagina). Ook nr. 7, Jozef kreeg
een nieuwe jas, is van een teleurstellen-
de platheid. De melodieën sluiten zich
hierbij aan: geen uitdagingen en geen

&22Muziek liturgie

verrassingen. Hoewel Lievaart als toon- van onvrede heerste over het naar een lied dat een functie kan hebben
aangevend dichteres bekend staat, toont ontbreken van voldoende als gemeentezang in de eredienst’, aldus
dit bundeltje aan dat ze moeite had voor voor kinderen geschikte lie- Van der Veer.
kinderen toch beeldrijk te dichten. deren in het in 1973 versche- We treffen echter slechts enkele ‘func-
nen Liedboek voor de Kerken. tionele’ liedjes aan, zoals voor de aan-
Verkleutering Tegelijkertijd verscheen in vang van de viering. Een lied vol kleuren
1980 het ongekend populai- bezingt de zondagen van het kerkelijk
Met het verschijnen van enerzijds Liede- re muziekprogramma Kin- jaar. Verder zijn het bijbelliederen, en
ren van het begin en Al die dagen, duide- deren voor kinderen op de tv. wijkt de bundel dus niet heel erg af van
lijk nog in de traditie van Klinks Kinder- In de loop van de tachtiger de andere. Enkele extra liedjes voor li-
bijbel en de reeks Alles wordt nieuw, en jaren veranderde het karakter turgische momenten in de viering, zoals
anderzijds het zojuist besproken bun- van het kinderlied binnen en bui- een Kyrie-, een kaarsen- of een tafellied,
deltje waarin er blijkbaar voor gekozen ten de kerk. hadden het doel van de bundel dichterbij
is het niveau van het kinderrepertoire Het Liedboek probeerde een norm gebracht.
tot kleuterniveau te verlagen, lijkt er zich voor het gemeentelied te stellen, en Verschillende liederen uit deze bundel
een tweesprong af te tekenen. Wat daar- dus ook voor het kinderlied. Tege- (nr. 28, 33, 151, 195, 220) hebben hun
bij ook een rol speelt is dat er een gevoel lijkertijd ontstond ook verzet tegen weg gevonden in andere liedboeken,
het elitaire karakter van deze bun- met name ‘democratisch samengestel-
del. Het lijkt alsof de ene stroming de’ liedbundel Geroepen om te Zingen uit
dit niveau probeerde te handhaven 1990 (ik zal deze bundel in het volgende
om erop verder te borduren, terwijl nummer bespreken). Dat duidt erop dat
anderen zich ertegen afzetten en de liedjes zich een plek in de gemeen-
blijkbaar meenden dat het voor de ten hebben verworven. De kwaliteit van
kinderen snel te ingewikkeld wordt. de liedjes, zowel tekstueel als muzikaal,
Juist deze laatste groep kreeg in veel is hoog en het is jammer dat juweeltjes
gemeenten navolging. als De nieuwe mens, waarschijnlijk van-
wege de net iets hogere muzikale eisen
In het vervolg van die deze melodie aan de zangers vraagt,
dit artikel volg ik inmiddels vergeten is (op de volgende
vooral het eerste pagina zijn twee coupletten van dit lied
spoor, waarbij afgedrukt). Het enige minpuntje is dat
serieus wordt ge- de meeste melodieën slechts bestaan uit
streefd naar het kwart- en halve noten; echt pakkende rit-
maken van goede mes treffen we in dit boekje niet aan.
kinderliederen.

1984

Een lied vol kleu-
ren. Teksten en mu-
ziek: Mar van der
Velden. Voorhoeve,
Den Haag, 1984
In zijn verant-
woording schrijft
Mar van der Veer,
Zeeuws kerk- en
schoolmusicus,
dat dit bundel-
tje een brug wil
vormen naar het
Liedboek voor de
Kerken. Het is be-
doeld voor zes- tot
veertienjarigen.
‘In deze bundel is
duidelijk een be-
weging waarneem-
baar van het spe-
cifieke kinderlied

Jaargang 79, nr. 1 - februari 2010 &Muziek liturgie 23

1987 wel lukte, komt het de kwaliteit beiden met een melodie van Wim Klop-
ten goede. Soms, vooral in wat penburg. Het fraaie lied Schenk ons uw
Met andere woorden – Klein liedboek voor langere melodieën, moduleert liefde, ook met een melodie van Kloppen-
kinderen. Teksten: Hanna Lam; muziek: een componist zelfs naar de do- burg, heeft het jammer genoeg weer niet
diversen. Callenbach, Nijkerk, 1987 minant (zie muziekvoorbeeld ‘gehaald’. In Voor de feestdagen vinden we
Dit boekje verscheen als reactie van Han- onder) – een fenomeen dat in liedjes voor de adventperiode (Kijk eens
na Lam op vele vragen of de reeks Alles kinderliederen tot dat moment aan, kijk eens aan, steek het eerste kaarsje
wordt nieuw een vervolg zou krijgen. De niet vaak voorkomt, een lied van aan), veertigdagentijd en Pinksteren.
liederen zijn geschreven bij het leesroos- Kousemaker (nr. 2 uit Al die da-
ter uit Kinderen in de Kerk, een handrei- gen) daargelaten. Een merkwaardig lied is Ik zal er zijn
king voor predikanten en kinderneven- Opvallend zijn de rubrieken voor jou, later opgenomen in Geroepen
dienstleiding. Hoewel Wim ter Burg pas Voor de zondagen en Voor de feest- om te Zingen en in de Evangelische Lied-
in 1995 zou overlijden (en Hanna Lam dagen. Hier zijn de liedjes die bij bundel. Dat laatste is niet verwonderlijk
overigens al in 1988), schreef hij geen Mar van der Veer ontbraken! als je de melodie van Zwaal proeft en de
melodieën voor deze bundel. Ditmaal Tussen de algemene liederen in tekst van Lam leest (zie het muziekvoor-
werkten Wim Kloppenburg, Jos van der beide rubrieken treffen we de beeld hieronder). Het lied is een opmer-
Kooy, Ad Versteden en Barbara Zwaal als bekende Wij komen hier ter ere kelijke verbinding tussen het ‘serieuze’
componisten mee. van uw naam en De tafel van sa- kinderlied en het doorgaans wat min-
Deze variëteit doet de bundel goed, hoe- men (later ook opgenomen in Ge- der op diepgang gerichte genre van het
wel sommige componisten duidelijk roepen om te Zingen en Tussentijds) aan, evangelische lied.
moeite hadden zich aan het Wim ter
Burg-idioom te ontworstelen. Waar dat In het volgende nummer vervolgen we
onze vogelvlucht door de kinderliedbun-
dels. •

De Hofstad, Apeldoorn (2006)

Kaat en Tijhuis

Orgelmakers

Neringstraat 8, Gebr. Van Vulpen BV
8263 BG Kampen
tel. 038 3333797 Tennesseedreef 16, 3565 CJ Utrecht

www.kaatentijhuisorgelmakers.nl Tel. 030 2313541 • fax 030 2315476
[email protected] www.vulpen-orgel.nl • [email protected]

&24Muziek liturgie

ingezonden

Een lied van veertig regels

December 2009. Een nieuw nummer van Muziek & Litur- twee jaar later en een geweldige ervaring rijker behaalde ik het
gie. Eerst doorbladeren. Wat leuk, het Lied van veertig regels. diploma kerkmuziek. Eén van de liederen die ik bij de hand
Opnieuw word ik getroffen door de eenvoud en klasse van dit had om met een groep in te studeren was dit lied, pas opge-
lied waarmee ik een kleine vijftig jaar geleden voor het eerst nomen in Zingend Geloven.
kennis maakte.
Waar ook alweer? Even zoeken…Nee niet in het bundeltje van Nu, begin 2010. De grootheid van het lied imponeert nog
de Amsterdamse Nocturnen, wel in het weekblad Jong Gere- steeds. Terecht brengt Wim Kloppenburg het in stelling tegen
formeerd van 20 oktober 1961. Genoteerd in e-klein! de vraag naar simplistische liedjes. Wat mij betreft zien we
Het wordt hier besproken door J(oke) W. Scheurer, die in het- het straks terug in Liedboek, zingen en bidden in huis en kerk.
zelfde nummer een grammofoonplatenrubriek heeft waarin Alleen: hoeveel kinderen (en volwassenen) zullen straks in
ze nu aandacht vraagt voor Opera for the Millions... staat zijn om de diepte en speelsheid van Barnard te volgen?
Wie beschikt dan nog over voldoende basiskennis om de
Als beginnend onderwijzer werd ik geraakt door dit lied. Het verwijzingen naar de vele Bijbelplaatsen te herkennen?
viel samen met de verbazing over en de bewondering voor
de nieuwe kinderbijbel die de boekhandelaar liet zien: Bijbel Laten we het maar gaan zingen, zolang het nog kan.
voor de kinderen met zingen en spelen van Joanne Klink. Met
de vierde klas heb ik het prachtige lied van Barnard/Mehrtens Ik hoop dat de veertig regels nog minstens vijftig jaar stand
onmiddellijk geprobeerd. Het klonk mooi. houden.
In 1980 mocht ik mij aanmelden bij de Commissie voor
de Kerkmuziek voor een cursus kerkmuziek in Groningen. Adolf de Boer, Holwierde
Docenten waren o.a. Evert Westra en prof. C. Honders. Ruim

Schrijven!

Toegegeven: ik heb geen uitgebreid zoekmachine nodig om ook maar iets nu en dan nog wel eens over een orgel
onderzoek gedaan naar het verschijnsel te vinden over kerkmuziek. Op het te lezen valt), kerkenraadsleden lezen
kerkblad. Maar ik heb er in de loop van rooms-katholieke erf is het al niet an- Kerkinformatie. En zo blijft ieder in zijn
de tijd wel heel wat gelezen in verschil- ders. Over kerkmuziek wordt alleen in eigen veilige omgeving. Ondertussen
lende delen van ons land. Sommige vakbladen geschreven en bij wijze van stellen we vast dat het bij kerkbestuur-
komen niet verder dan een veredeld hoge uitzondering in de periodieken ders maar al te vaak ontbreekt aan ken-
mededelingenblaadje, maar je komt ook van bisdom of parochie. nis van en begrip voor kerkmuziek. De
interessante afleveringen tegen waarin De verleiding om op deze plaats daar toekomst van de kerkmuziek maakt het
ruimte is voor beschouwingen, achter- schande van te roepen, is groot. Toch noodzakelijk dat de bekendheid met de
grondartikelen en opiniërende bijdragen. moeten we die maar weerstaan. Als er kerkmuziek wordt vergroot. Als we niet
Ik heb geen betrouwbaar beeld van de geen artikelen in een kerkelijk geori- daarvoor aandacht vragen, wordt zij nog
inhoud van de artikelen, maar wel een ënteerd blad zouden verschijnen over verder gemarginaliseerd. Het is aan ons
heel donkerbruin vermoeden. Begrijpe- pastoraat, gaan we dat de organisten dat tij te keren. Het is aan ons om de
lijkerwijs is het aandeel van predikanten toch ook niet verwijten? We moeten kenniskloof te dichten. Het is aan ons
in de kerkbladen groot. De tijd van de oorzaak misschien eerder in ‘onze om het initiatief te nemen voor regelma-
het kerkelijk jaar, het lief en leed in de kringen’ zoeken. In het algemeen tige bijdragen in kerkelijke periodieken.
gemeente, – tal van onderwerpen laten (de uitzonderingen vooral niet te na En als we het al moeilijk vinden de pen
zij de revue passeren. Van de diaconie gesproken!) overladen de leden van ter hand te nemen, dan is het aan ons te
is er ook een regelmatig terugkerende de KVOK de redacties van kerkelijke organiseren dat iemand anders dat doet.
rubriek. Maar een thema waarover periodieken die zich richten op kerken- Maak propaganda, met andere woorden.
zelden te lezen valt is kerkmuziek. raadsleden/parochiebestuurders niet Hoogste tijd!
Datzelfde zien we terug in een tijdschrift regelmatig met kopij. De organist leest
als bijvoorbeeld Kerkinformatie. Ook Het Orgel, Muziek & Liturgie of verwan- Rein van der Kluit
daarin vele belangwekkende onder- te tijdschriften, de kerkrentmeesters
werpen, maar je hebt wel een zware lezen Kerkbeheer (waar overigens zo bestuur

Jaargang 79, nr. 1 - februari 2010 &Muziek liturgie 25

Afscheid van Wim Kloppenburg als dirigent van de Matinencantorij
en cantor-organist van de Kruiskerk in Amstelveen

Na het vertrek van Barnard kregen de
Nocturnen een vervolg in de Matinen,
diensten op de vroege zondagmorgen,
eerst in De Ark in Amsterdam-Sloter-
vaart, later in de (mede met het oog
daarop vormgegeven) Thomaskerk in
Amsterdam-Zuid. Nog tijdens zijn con-
servatoriumstudie werd Kloppenburg er
benoemd tot cantor; in 1963 richtte hij
de Matinencantorij op. In de Matinen
lag het accent vooral op liturgie en lees-
rooster; de resultaten ervan zijn onder
andere te vinden in het liturgieboekje
Onze Hulp. Ook het nieuwe Dienstboek
zou er zonder de Matinen anders heb-
ben uitgezien!

De Matinencantorij tijdens een kerkdienst in 1964 Over Nocturnen, Matinen en In 1977 zijn de Matinen beëindigd. De
Cantatediensten cantorij vond al spoedig een nieuw
In een feestelijke Cantatedienst op pied-à-terre in de Cantatediensten in de
zondag Laetare, 14 maart om 19.00 uur, In 1957 begonnen in de Amsterdamse Kruiskerk te Amstelveen. Vanaf het begin
neemt ons redactielid Wim Kloppenburg Maranathakerk de Nocturnen, van de jaren zeventig werden deze geor-
(1939) afscheid als dirigent van de Mati- diensten van Schrift en Tafel, gevierd ganiseerd door de plaatselijke Raad van
nencantorij, die hij vanaf de oprichting in op de late dinsdagavond. Onder Kerken, op instigatie van o.a. de lutherse
1963 geleid heeft. Tevens is dit Kloppen- leiding van Willem Barnard, Frits predikant Wonno Bleij. In 1979 werd de
burgs officiële afscheid als cantor-organist Mehrtens en de onvermoeibare Matinencantorij als vast ensemble aan
van de Nieuwe Kruiskerk. Wegens het organisator W.G. Overbosch, vond een deze cantatediensten verbonden.
bereiken van de zeventigjarige leeftijd is inspirerende heroriëntatie plaats op de In de cantatediensten is ruimte voor de
zijn dienstverband op 31 december 2009 oecumenische liturgie en de klassieke grote kerkmuzikale vormen. Cantates
geëindigd. leesroosters. Daar waren nieuwe van Bach en andere componisten, grote
liederen bij nodig. En die kwamen er psalmmotetten, concertante Magnifi-
Op het programma staan o.a. het dan ook, vooral dankzij het ‘creatieve cats, – ze zijn oorspronkelijk voor de
achtstemmige Dixit Dominus SV 263 koppel’ Barnard-Mehrtens. Wim liturgie geschreven, maar in de ‘gewone’
van Claudio Monteverdi en het vijfko- Kloppenburg was in die tijd leerling zondagmorgendienst komen ze meestal
rige Magnificat SWV 468 van Heinrich van Mehrtens en lid van de cantorij. niet meer tot klinken. In de eenvoudige,
Schütz. Als moderne tegenhanger klinkt Daar werd zijn enthousiasme voor beknopte liturgie van de vespers, of in
Psalm 87 uit de Psalmen-cyclus van Adri- liturgie en kerkmuziek gewekt. de tamelijk vrije vorm van een Geistliche
aan C. Schuurman. Van dit werk heeft Abendmusik kunnen ze wél een plaats
Kloppenburg een aantal jaren geleden krijgen. •
de partituuruitgave bezorgd in opdracht
van de toenmalige GOV.
Uitvoerenden: de Matinencantorij en
de Kruiskerkcantorij m.m.v. vocale
en instrumentale solisten. Organist:
Peter Ouwerkerk. Voorganger: ds Lowik
Schoch.

De Matinencantorij tijdens een Cantatedienst
in 2004 in de Kruiskerk,

m.m.v. Stephen Taylor en Maaike Roelofs,
continuo

&26Muziek liturgie

liedsuggesties

Pieter Endedijk

Datum en zondag Introïtus Oecumenisch leesrooster Liederen

16 mei 1. Ps 27,7-9 (GL) ot: 1 Sam 12,19b-24 ot: Ps 138, Gz 421
7e van Pasen ap: GvL 31, Can 408, AK 9-11; LB Ps 31:1-6
2. Ps 27,7a.8c-9a ap: Ps 31,1-9 (GvL 97-1, 97-2, KK 3-88)
ep: Gz 1, 262, 296, 476, ZG 4-78
Ps 27:1,4 (Ps 97) ev: Gz 77, 235, 244
ov: Gz 233-240, 477, GvL 589, ZG 5-54
ep: Op 22,12-21 ot: Gz 21, 62, T 62, ZG 3-59, 3-60, GvL 535, 536
ap: GvL 71, Can 423
ev: Joh 14,15-21

zl: Gz 235

(altern.) ot: Ex 23,1-17

ap: Ps 71

23 mei 1. Wijsh 1,7 (GL) ot: Joël 3,1-5 (2,28-32) ot: Gz 39, ZG 3-31, 6-18, 8-57
Pinksteren 2. Wijsh 1,7
Ps 68:1,7 ap: Ps 104,25-35 ap: GvL 104, 20AP 1, Can 303, LG 1-28, 1-28,

VLB 104; LB Ps 104:7-10

ep: Hand 2,1-11 ep: Gz 39, 84, 246, 249, T 182, ZG 6-5, 6-17

ev: Joh 20,19-23 ev: Gz 207, 236, 247, ZG 8-57

zl: Gz 247 ov: Gz 237 t/m 251, T 178, T 179, T 180 , T 181, T 182,

T 183, ZG 3-26 t/m 3-28, 5-55, 5-56, 6-14 t/m 6-19,

7-21, 7-22, 8-16, 8-17, GvL 586

ot: Gz 243, ZG 4-55
ap: LB Ps 87
(altern.) ot: Ex 24
Kerstcantate ‘De Wijzen uit het Oosten’,
uitgevoerd door Gemeentekoor Rotterdam- besprekingenap:Ps87
Centrum o.l.v. Tom Löwenthal, Dirk Zwart naam ‘Norbertijnen’, geven in een prachtig sten mét vertalingen. Afgezien van de evange-
(piano) e.a. Muziek: Dirk Zwart, teksten: uitgevoerd boekje van 144 pagina’s op zeer lielezing en het slotgebed wordt dit koor van
Ria Borkent. Bijbellezingen door Henk van laagdrempelige wijze achtergrondinformatie heldere stemmen, die geschoold zijn door
Ulsen. Cantilena BM 3701. over de spirituele, historische en muzikale de dagelijkse omgang met deze muziek, be-
‘In ons kerkelijk jaar schieten de Wijzen achtergrond van het gregoriaans. Moeilijke geleid op het vijfentwintig stemmen tellende
uit het Oosten er een beetje bij in’, stelt termen worden vermeden of helder uitge- Verschueren-orgel (2002) in de abdijkerk van
Dirk Zwart in het begeleidende cd-boekje. legd. Tekstgedeelten van Jos Bielen en Marc Averbode. Wat opvalt is hoe treffend de warm
Omdat het verhaal uit Matteus 2 hem intri- Fierens over bijvoor-
geerde, nam hij zich tijdens het werken aan beeld de geestelijke er- geïntoneerde pres-
zijn kerstoratorium Licht voor de wereld voor varing van het zingen tant- en fluitregisters
om ooit iets te doen met de verhaallijn van en de verhouding tus- passen bij de warme
Matteus. Het is een oratorium van ca. dertig sen zingen en bidden Zuidnederlandse
minuten geworden, bestaande uit acht delen worden afgewisseld tongval van de broe-
waartussen de bijbelverzen gelezen worden. met rijk beeldmateriaal, ders. Enkele onef-
Qua muzikaal idioom sluit het oratorium aan dat de onovertrefbare fenheden vallen niet
bij de kerkmuziek van Antoine Oomen en schoonheid van details op. De vesper wordt
Thom Löwenthal, maar er klinken ook oudere van de barokke abdij in- en uitgeleid met
(achttiende- en negentiende-eeuwse) tradi- van Averbode toont. werken van Bach,
ties in door. De leden van het Gemeentekoor Het prettigst aan het gespeeld door mede-
Rotterdam-Centrum zingen o.l.v. gastdirigent boekje is dat noch de broeder en priester
Thom Löwenthal op aanstekelijke wijze en de tekst, noch de beeld- Jos Bielen. Waar het
instrumentale begeleiding is adequaat en ge- rijkdom de lezer moet tempo van Wo soll ich
tuigt van grote betrokkenheid. (StH) overtuigen. Het horen fliehen hin wellicht wat
van de bijgevoegde cd aan de langzame kant
Klanken van stilte. Gregoriaans beleven. is een geloofsgetuige- is, overtuigt dit koraal
Geschreven én gezongen door norbertijnen nis op zichzelf, die ie- evenals de andere
van Averbode, Meinema 2009 (incl. cd). dere hoorder raakt. De orgelwerken door de
Met de paradoxale titel Klanken van Stilte broeders hebben een zorgvuldigheid van
biedt de Premonstratenzer orde in het kloos- volledige zondagsves- de uitvoering. Het is
ter van Averbode (België) een laagdrempelige per opgenomen alsmede een aantal ‘losse’ dezelfde zorgvuldig-
inkijk in haar liturgische schatten. De leden vaste gregoriaanse gezangen en hymnes uit heid die het hele boekje en de cd ademen.
van deze orde, die beter bekend is onder de andere liturgieën. Het boekje biedt alle tek- Wie dit hoort wil niets anders dan: met deze
monniken meezingen… én stil zijn… (OR) •

Jaargang 79, nr. 1 - februari 2010 &Muziek liturgie 27


Click to View FlipBook Version