The words you are searching are inside this book. To get more targeted content, please make full-text search by clicking here.
Discover the best professional documents and content resources in AnyFlip Document Base.
Search
Published by Koninklijke Vereniging van Organisten en Kerkmusici, 2020-11-19 06:39:09

M&L 2020 01

2020 01 M&L feb 2020

&MLuiztiuerkgie

Jaargang 89 nr 1
Februari 2020

Bij de voorkant:

De eerste pagina uit de autograaf van
Scheibes Passions-Cantate
Zie artikel vanaf pag. 32

Bij de achterkant:

Gezicht op de gehavende Notre-Dame
in Parijs. Zie Verbeelding vanaf pag. 30
Foto: Willem Jan Cevaal

Van de auteur van het artikel over de American Protestant Church in Den Haag, Gijsbert Kok, is in het vorige
nummer per abuis een oude biografie opgenomen. Hierbij een recente:
Gijsbert Kok studeerde orgel, kerkmuziek, improvisatie en muziektheorie aan de conservatoria van Den Haag,
Tilburg en Rotterdam, en beiaard aan de Nederlandse Beiaardschool in Amersfoort. Hij is organist van de Abdij-
kerk in Den Haag-Loosduinen en assistant organist van de American Protestant Church in Den Haag.
Tevens is hij stadsbeiaardier van Den Haag en Scheveningen en vaste bespeler van de carillons in Voorschoten
en Zoetermeer. Hij doceert muziektheoretische vakken aan het Rotterdams Conservatorium (Codarts) en heeft
een concertpraktijk als organist, beiaardier en begeleider.

Opmaat: ‘Das alte Jahr vergangen ist’ - op oudjaar of...? 3
‘Muziek zonder God is als een lichaam zonder ziel - 4

Inspiratiebronnen en vocale werken van Charles Tournemire (1870-1939)
Kinderen en kerkmuziek - Verslag ECPCM deel 2 12
Signalement: Wij zingen 16

Muziekbijlage Lied 628: ‘Nu moet gij allen vrolijk zijn’ (Dick Troost) 17
Liedbespreking Lied 628: Een opstandingslied vanuit het graf 25

Lutherse veelheid aan vormen en stijlen - Portret Dick Troost 27
Verbeelding: De Notre-Dame te Parijs, re-constructie of re-creatie? 30

Een Duitse componist in Deense dienst - Johann Adolph Scheibe 32
Drie cd’s met Nederlandse kerkmuziek (bespreking) 37

Inhoud

Jeroen de Haan

Wanneer dit nummer op de mat valt, is 2020 alweer Het meest absurde dat ik ooit meemaakte was weer

een maand jong. Op het moment dat ik dit schrijf, zo’n moment van hakkelen waarbij de voorganger al

moet het kerstfeest echter nog beginnen. Het ker- lezende er verschillende kamernummers bij noemde.

kelijk jaar is nauwelijks voorbij én weer opnieuw Na een kort moment van stilte klonk er uit de zaal:

begonnen. Het voelt alsof we allen die ons zijn ‘Nee hoor dominee, ik ben er nog!’...

voorgegaan nog maar onlangs hebben herdacht.

Op de grens van de laatste zondag van het kerkelijk

Vanaf mijn veertiende speel ik in ziekenhuizen en jaar wordt in veel protestantse kerken stilgestaan

(toen nog) bejaardentehuizen. bij hen die ons zijn voorgegaan.

Toen ik jong was, vond dat al Andere gemeentes kiezen er-

leuk en belangrijk om te doen, ‘Das alte Jahr voor dit moment van gedenken
en dat vind ik nog steeds. De op de zondag zo dicht mogelijk
bewoners in deze instellingen in de buurt van 1 november, Al-

waarderen de orgelklanken lerheiligen, te houden. In mijn

tijdens de kerkdienst. Zéker vergangen ist’ jeugd werden de overledenen
zij die getroffen zijn door bij- herdacht op oudejaarsavond. De

voorbeeld dementie: orgel- overgang naar het nieuwe jaar

klanken kunnen dan een rust- werd daardoor voor mij altijd

gevende werking hebben. donker gekleurd.

Op die verschillende plekken, - op oudjaar, Het gedenken ging meestal ge-

in kerken en instellingen, kan paard met de evangelielezing
het soms ook misgaan. Nee, over de vijf wijze en dwaze

dan doel ik niet futiliteiten als of…? maagden. Ik heb menigmaal
situaties waarbij een organist kerkgangers horen verzuchten

of predikant tijdens de dienst dat dit toch wel raar aanvoelde:

iets vergeet of nét anders alsof sommigen wél, en anderen

doet. Dan doel ik op het mo- niét de hemel zouden bereiken.

ment dat overledenen worden ‘afgekondigd’. Deze

term op zich ervaar ik overigens al als merkwaar- In mijn kerk vindt de laatste jaren dit gedenken plaats

dig, alsof het een dienstmededeling is...! Pijnlijk op de zondag die rond 1 november ligt, het hoogfeest

wordt het wanneer de voorganger de ‘gegevens’ van Allerheiligen. Op die betreffende zondag vieren

van een blaadje voorleest en dan namen begint te we een liturgie waarin alles in het teken staat van ge-

stamelen. Soms krijg ik de indruk dat hij of zij de denken. Wanneer dan ook avondmaal gevierd wordt,

namen dan voor het eerst ziet. Soms is het zo erg is de dienst compleet omdat we dan sámen met allen

dat er vanuit de zaal een vraag komt om het te her- die ons zijn voorgegaan God loven in het Sanctus.

halen. Met horten en stoten poogt de voorganger Misschien denken sommigen van u erover om het ge-

het dan nog eens voor te lezen. Na soms zelfs een denken in 2020 ook rond 1 november te doen. Wel,

correctie vanuit de zaal wordt dan duidelijk om wie dat komt goed uit: die datum valt dit jaar op zon-

het gaat. dag. •

Muziek&Liturgie • Februari 2020 Opmaat
3

Cees-Willem van Vliet

‘Muziek zonder God is als een lic

Inspiratiebronnen en vocale werken van Charles Tou

Het is dit jaar, naast Beethoven- en Viernejaar, ook ‘Tournemirejaar’. Zowel Vierne als Tournemire zagen 150 jaar
geleden het levenslicht. Waar de orgelsymfonieën en fantasievolle vrije stukken van de ene nog met regelmaat op
concertprogramma’s staan, geldt dat voor het werk van Tournemire beduidend minder.

Ondanks het werk van enkele krachtige pleitbezorgers, en een aanvulling zijn op het beeld van Tournemire als or-
waaronder in Nederland toch zeker Tjeerd van der Ploeg gelcomponist. Daarbij moet gezegd dat ook dit vocale werk
moet worden genoemd die vanaf 1995 al Tournemires or- maar een deel is van het oeuvre van Tournemire, die ook nog
gelwerk heeft opgenomen, lijkt het toch alsof er meer over talloze werken voor kamermuziek en symfonische bezetting
Tournemire wordt geschreven dan dat er van hem wordt schreef. Overzichten daarvan zijn op internet voldoende
gespeeld. Nu is dat natuurlijk deels te verklaren door de, al- voorhanden.
thans in Nederland, weinig echt geschikte orgels voor zijn Biografie
muziek. Daarbij is zijn belangrijkste cyclus, L’Orgue Mysti- Tournemire werd in 1870 geboren in Bordeaux, waar hij al
que, primair ingebed in een liturgische praktijk die eigenlijk vroeg aan het conservatorium studeerde alvorens hij, op zes-
niet meer bestaat. Voor wat zijn niet-orgelmuziek betreft zal tienjarige leeftijd, naar Parijs verhuisde. Daar studeerde hij
de slechte beschikbaarheid een reden zijn. Maar ook de ver- aanvankelijk piano en harmonie. In 1889/1890 meldde hij
anderde visie op religie, of ‘het christelijk geloof’ in het alge- zich in de orgelklas bij César Franck, voor wie hij bijzonder
meen die ver af staat van wat Tournemire voor ogen stond, veel respect koesterde. Toen Franck echter na enige maan-
zal bijdragen aan de matige ontvangst van zijn muziek. Die den overleed, nam Widor de Parijse orgelklas over. Met
is namelijk geheel doordrenkt van religie. Tournemire stel- hem boterde het minder, vooral vanwege diens nadruk op
de: ‘Toute la musique qui n’a pas pour base la glorification de de technische aspecten van het orgelspel, hoewel hij later te
Dieu est inutile.’ (Alle muziek die geen basis heeft in de ver- kennen gaf dankbaar te zijn voor de grondige opleiding die
heerlijking van God, is nutteloos) en ‘Musique où Dieu est Widor hem had geboden. Al snel werd hij, na Gabriel Pierné,
absent, est un corps sans Ame.’ (Muziek waarin God afwezig de opvolger van César Franck als organist aan de St. Clotil-
is, is een lichaam zonder ziel). Dat zijn statements die in onze de (door Tournemire altijd gespeld als Sainte-Clothilde) en
tijd niet zonder meer op applaus kunnen rekenen. schreef over zijn voorganger een beroemde biografie. In 1903
Over de achtergronden van orgelmuziek van Tournemire is brak hij door als componist met het winnen van het ‘Con-
in de afgelopen jaren wel het nodige gepubliceerd. O.a. in cours musicale de la ville de Paris’ met Le sang de la sirène,
Het Orgel, jaargang 97 (2011) nr. 2, is een boeiend overzicht een koorwerk dat is gebaseerd op een Bretonse legende die
verschenen van de orgelmuziek van Tournemire van de zich afspeelt op het eiland Ouessant, helemaal op de west-
hand van Tjeerd van der Ploeg (‘De orgelwerken van Charles punt van Frankrijk, waar hij spoedig zelf een huis zou ko-
Tournemire’). Het jaar 1989, eveneens een Tournemirejaar, pen. Tussen dan en de Eerste Wereldoorlog schreef hij, naast
heeft daartoe de nodige impulsen gegeven. Daarbij is de no- zijn werk als organist aan de St. Clotilde (een aanstelling die
dige moeite gedaan om Tournemire als componist te rehabi- hij zeer serieus nam), grote symfonieën en veel kamermu-
literen en zijn belang te midden van de Franse orgelcompo- ziek. Gedurende de Eerste Wereldoorlog was hij als reservist
nisten in de eerste helft van de twintigste eeuw zichtbaar te gelegerd in Bretagne, een ervaring die hem diep raakte. Als
maken. Ik wil dat werk in dit artikel niet herhalen. Wel wil gevolg van die oorlog overleed ook zijn eerste vrouw, Alice
ik stil staan bij enkele recente publicaties over Tournemire, Taylor. Rond 1920 werd hij leraar kamermuziek aan het
waarin naast zijn muzikale taal ook zijn, vaak theologische, Parijse conservatorium. Langzaamaan ontwikkelde hij, als
inspiratiebronnen centraal staan. Daarnaast wil ik, aan de componist maar ook als mens, een hoogstpersoonlijke eigen
hand van het schaars beschikbare materiaal, enkele vocale stijl, geworteld in een religieuze en nationalistische overtui-
werken voor het voetlicht brengen, die mogelijk een aan- ging. Van 1927 tot 1932 verscheen L’Orgue Mystique, de cy-
winst kunnen zijn in onze kerkmuziek- of concertpraktijk

4 Jaargang 89 nummer 1

chaam zonder ziel’

urnemire (1870-1939)

clus van 51 orgelsuites voor elke zondag van
het liturgisch jaar, helemaal gebaseerd op de
gregoriaanse propriumgezangen. Grote de-
len van zijn tijd doorbrengend in zijn huizen
in Ouessant en Arcachon (aan de kust in
Aquitanië), schreef hij zijn drie laatste grote
werken: Apocalyps de St. Jean (1932-36), La
douloureuse passion du Xrist (1936-37) en Il
Poverello d’Assisi (1937-39), een grootschalig
werk over Franciscus van Assisi op een tekst
van Josephin Péladan. Tournemire stierf in
1939 in Arcachon. Volgens Flor Peeters, die
nauw met hem bevriend was, was het een
geënsceneerd overlijden, voortkomend uit
diepe depressies, waarbij de angst voor een
naderende inval van de Duitsers in zijn ge-
liefde Frankrijk de laatste aanzet zou zijn.

Inspiratiebronnen Charles Tournemire in 1915. Foto: Roger Viollet
Om de muziek van Tournemire en diens
plaats te midden van het Franse muziekle- sisi, de heilige Graal, Koning Arthur en Tristan en Isolde
ven in de eerste helft van de twintigste eeuw te maken had. Als kind van zijn tijd was hij aanhanger van
te begrijpen, is het verhelderend om te weten een theïstisch christendom, aangevuld met buitenchriste-
wat voor mens hij was en wat zijn inspiratie- lijke inspiratiebronnen, zoals de mystiek, magie, esoterie en
bronnen waren. Om met het eerste te begin- oosterse religie. Die bronnen werden allereerst gevoed door
nen: het was alom bekend dat Tournemire een nogal moei- de esoterische boekhandel van Edmund Bailly, de Librairie
lijk karakter had. Hij was doorgaans zeer beleefd, geduldig de l’Art Indépendant (11 Rue de la Chaussée) in Parijs. Die
en welgemanierd, hij was belezen en behoorde tot de betere boekwinkel was een ware ontmoetingsplek van schrijvers,
kringen van Parijs. Maar hij kon plotseling enorme woede- componisten en occultisten. Eraan gelieerd waren enerzijds
uitbarstingen hebben, waardoor hij niet bij iedereen even ge- de nog altijd bestaande ‘Société de Baudelaire’, een literair-
liefd was. Middelmatigheid kon hem zeer frustreren. Men- intellectuele groep rond het symbolisme van Charles Baude-
sen die hem niet meteen begrepen, betichtten hem ook wel laire, en de loge ‘Rose-Croix’ van Josephin Péladan, met de
van ijdelheid. Zo gaf Vierne hem op het conservatorium de zus van wiens vrouw Tournemire was getrouwd. In deze loge
bijnaam: Tourne toi que je t’admire (Draai je om, zodat ik je (niet te verwarren met de Rozenkruisers, de beweging van
kan bewonderen). Hij was ook kritisch op zichzelf waardoor de zeventiende-eeuwse Christian Rosenkreuz), waarvan ook
hij bijvoorbeeld alle werken die hij schreef tussen zijn tiende Debussy en Satie lid waren, organiseerde Péladan een jaar-
en eenentwintigste jaar, waaronder cantates, twee missen en lijkse ‘salon’ waarin zijn gedachtegoed werd bediscussieerd
een oratorium, vernietigde. Anderzijds beriep hij zich graag
op zijn theologische interesse en belezenheid, waarmee hij
zichzelf graag onderscheidde ten opzichte van anderen.
Verder was hij geobsedeerd door Bretagne, de Rozenkrui-
sers, oosterse muziek en alles wat met Franciscus van As-

1Citaat overgenomen uit Lauran Toorians, Joséphin Péladan en zijn omgeving – Achtergrond
Priester-kunstenaars in Parijs en Brussel (laurantoorians.com, 2011)

Muziek&Liturgie • Februari 2020 5

en verspreid. Om de sfeer van die loge te illustreren volgt maar ook inspirerende figuur. Hij moet sterk aan de figuur
hier een klein gedeelte uit het manifest dat Péladan opdroeg van Franciscus van Assisi hebben doen denken, ‘de arme
bij de opening van een van de ‘salons’: van Assisi’ die voor Tournemire (en later ook voor Messiaen:
beiden schreven een opera over hem) van bijzondere beteke-
Kunstenaar, gij zijt priester: de Kunst is het grote mysterie, nis was. Uit zijn memoires blijkt dat hij zelfs tot de lekenorde
en wanneer uw inspanning resulteert in een meesterwerk van de Franciscanen behoorde.
daalt een gewijde straal neer als op een altaar. (…) Kunste-
naar, gij zijt koning: de Kunst is het ware rijk, en wanneer Van theologie naar muziek
uw hand een perfecte lijn neerzet, dalen de cherubijnen Hoe komt dit alles nu tot uiting in de muziek van Tourne-
zelf neer om zich te behagen als voor een spiegel (…). mire? Dat blijkt niet meteen eenduidig de zijn. In zijn be-
wondering voor César Franck dicht Tournemire hem, als
Deze gedachtegang heeft alles te maken met het al genoemde ‘pater seraphicus’, de gave toe door zijn cyclische manier van
‘symbolisme’, waarbij de kunstenaar zichzelf ziet als vertol- componeren de voortgang van de wereld en de evolutie naar
ker van een hogere waarheid. Hij is als het ware een ‘bemid- de eschatologische ontknoping te verklanken, ook al is dat
delaar’, een priester van een religie ‘tussen het fysische en een gedachte die pas decennia na het overlijden van de com-
het metafysische’.1 Kunst, en dus ook muziek, verwijzen naar ponist opgeld doet. Anderzijds kiest hij zelf juist voor een
een hogere werkelijkheid of, beter, verwijst naar een diepere ‘statische harmonie’, en hoort hij in de modaliteit van het
realiteit. gregoriaans juist een ‘vredige eeuwigheid’. Daartoe speelde
Dit symbolisme ging bij Tournemire –en ook bijvoorbeeld ook een discussie tussen het conservatorium in die tijd en de
bij de zeer door hem beïnvloede Olivier Messiaen– hand in Schola Cantorum van Parijs. Het Conservatoire verdedigde
hand met een orthodox katholicisme. Die diepe realiteit van de tonale (of de daarvan afwijkende neo- of atonale) stijlen,
het symbolisme was voor hen namelijk de wereld, niet zoals die in de ogen van de symbolisten juist artificieel en ratio-
die zich nu aan ons voordoet, maar ‘zoals die is verlost door nalistisch waren; de Schola Cantorum verdedigde daaren-
Christus’. Daarbij speelt het werk van de mystieke, Bretonse tegen de modaliteiten (van het gregoriaans, maar ook van
schrijver Ernest Hello (1828-1885) een belangrijke rol, met buitenchristelijke herkomst) als voortkomend uit de natuur-
name zijn boek uit 1872: L’Homme: La Vie – La Science – lijke, geschapen orde. Tournemire zag het gregoriaans so-
L’Art. Daarin schrijft hij dat de spirituele werkelijkheid meer wieso als het summum van de muziek. Het was de zang van
werkelijkheid is dan de materiële, omdat de materiële werke- de kerk van de middeleeuwen, die in de visie van de katho-
lijkheid haar oorsprong vindt in een spirituele. Als kunst dus lieke symbolisten zeker in Frankrijk gold als het hoogtepunt
echt mooi moet zijn, dan moet volgens Hello de kunstenaar van de geschiedenis en die als geen ander verwijst naar Gods
een duidelijke visie hebben ‘op de wereld zoals die is verlost aanwezigheid in de wereld.
door God, met de mens geworden Christus in het centrum Tournemire bracht deze tegenstellingen tussen de statische
van Gods heilsplan’. diatoniek van het gregoriaans en de dynamische chromatiek
Naast die diepere werkelijkheid van de verloste wereld, die van Franck en Wagner op dialectische wijze tot een synthese
door muziek kan worden opengelegd, is er zeker na de el- in wat muziektheoretici ‘pandiatoniek’ noemen. Hierbij gaat
lende van de Eerste Wereldoorlog nog een tweede lijn in het het om de klankeigenschappen op zichzelf, zonder dat ze in
theologisch denken over muziek. Dat is die van de ‘escha- het verband van een harmonische ontwikkeling staan.
tologie’: de wereld zoals wij die kennen evolueert naar de
voltooiing, gaat van duisternis naar licht. De eschatologie Muzikale taal
beschouwt de wereld ‘vanuit het einde’. Daarbij is de naam Tournemire was een componist op de waterscheiding van de
van Léon Bloy (1846-1917) van belang, de Franse agnosti- traditionele en de experimentele muziek in Frankrijk. Vaak
sche schrijver die zich bekeerde tot een fanatiek katholiek. wordt daardoor gezegd wat zijn muziek ‘niet’ is. In Visions of
Hij was een geesteskind van Hello, via zijn vriend Joris-Karl Eternity: the Choral Works and Operas of Widor, Vierne and
Huysmans een invloedrijke naam in de Société Baudelaire Tournemire (2017) doet zanger en musicoloog Michael Bun-
en via zijn werk als schrijver van invloed op heel katholiek dy, ondersteund met voorbeelden, een poging om de muziek
Frankrijk in de eerste helft van de twintigste eeuw. In zijn van Tournemire concreet te karakteriseren:
werk gaat het om de verheerlijking van het lijden, het mar- · Tournemire is een meester in spanning-ontspanning, tot in
telaarschap en het naderende einde van de wereld. Hij ging de kleinste frasen, en toont zich daarmee een erfgenaam van
gekleed als een ‘pauper’ en was daarmee een opmerkelijke Franck en Widor.

6 Jaargang 89 nummer 1

· Zijn harmonische taal bouwt voort op het verschijnsel van vrij te laten, zoals opnieuw in ‘Il Poverello d’Assisi’, de aan-
de Franse ‘sixte ajoutée’. Kenmerkend voor Tournemires hef van het Zonnelied:
zijn akkoorden van vier opeenvolgende noten + een kleine
terts. Bijvoorbeeld: a, b, cis, dis + fis (zie Afbeelding 1). Te-
gelijkertijd varieert Tournemire voortdurend de ligging van
deze akkoordnoten; er is variatie in zowel de textuur als de
tessituur. Dat gaat verder in soms ver doorgevoerde chro-
matiek en polytonaliteit die vaak ontstaat door het toevallig
samengaan van verschillende akkoordtonen. Als voorbeeld
de openingsmaten van het lied Sagresse (zie ook het einde
van dit artikel):

· De uitgekiende plaatsing van complexe of juist simpele har- · Met betrekking tot de vocale muziek: Tournemire ver-
monieën, en de timing en opbouw ervan, geven de muziek trouwde zijn zangers niet. De partijen zijn nooit moeilijk,
steeds een eigen zeggingskracht. de koorpartijen vrijwel altijd homofoon (in tegenstelling tot
· Het opvallende gebruik van losse, vaak op het gregoriaans zijn vaak complexe, polyfone instrumentale partijen). Men
gebaseerde melodieën. Deze melodieën zijn vaak rijk en at- zegt dat het koorleven in Parijs op een laag peil stond, mede
mosferisch van karakter, maar moeilijk te memoriseren. Een als gevolg van de Eerste Wereldoorlog die veel zangers het
voorbeeld uit Il Poverello d’Assisi op. 73, zijn laatste werk: leven kostte, maar het kan ook het gevolg zijn van het Motu
Proprio uit 1903. Deze encykliek bepaalde dat de kerkelijke
· Een zoektocht naar niet-westerse ritmes en modi (het eso- koormuziek eenvoudig en verstaanbaar moest zijn – hoewel
terische en exoterische is van belang: ook de buiten-christe- Tournemire zijn koormuziek in eerste instantie niet voor
lijke wereld is nodig om God te loven – of, juist in contrast kerkelijk gebruik schreef.
daarmee, wordt Gods glorie in ‘Christ et la Vierge’ groter). · Bij dit alles moet steeds worden bedacht dat Tournemire
Deze werkwijze deelde en becommentarieerde hij met Mau- allereerst een improvisator was, en niet heel gestructureerd
rice Emmanuel, een tijdlang koorleider in de St. Clotilde. probeerde te componeren.
· Tournemire volgde Alexander Skriabin, die zei dat er geen · Daarnaast was Tournemire een verteller. Zijn instrumen-
verschil is tussen melodie en harmonie want ‘melodie is uit- tale muziek is verhalend, biddend, en zelf schreef hij ook tek-
gerolde harmonie’ en ‘harmonie is opgerolde melodie’. Hij sten voor eigen muziek en die van anderen (zoals voor Jean-
zag de melodieën van het gregoriaans als melismatisch in Baptiste Maillochaud: Jeanne d’Arc et les Anglais uit 1894)
zichzelf, een bijzondere kleurenrijkdom bezittend. Vocale werken
· De maat staat in dienst van de muziek en niet andersom. Wie de geest van Tournemire wil leren kennen, moet dus
Dat onderscheidt zich in drie deelkenmerken: zeker eens een zondag uit zijn l’Orgue Mystique bestuderen.
o° ohket gebruik van steeds andere maataanduidingen, soms Maar naast die cyclus en zijn vele andere orgelwerken schreef
meerdere tegelijkertijd, zoals (zie muziekvoorbeeld hij dus nog veel meer, waaronder veel liederen en werken voor
rechtsboven) in de openingsfrase van Dialogue sacré (zie la- koor en orkest. Opmerkelijk daarbij is dat tijdens zijn leven
ter in dit artikel). vrijwel al zijn muziek is gedrukt en uitgevoerd, maar dat nu
°gepnoblyinrintmeniedke: het plotselinge gebruik van maataanduidin- van de vocale werken nog slechts twee (!) stukken in druk te
context van een andere maataanduiding;
° het helemaal weglaten van maatstrepen, om zo de muziek

Muziek&Liturgie • Februari 2020 7

verkrijgen zijn. Met behulp van het boek van Michael Bundy Ook het slot, met kenmerkende repeterende orgelakkoor-
valt te bespreken wat er nog wél is. Ik beperk me daarbij tot den, is harmonisch erg fraai vormgegeven:
enkele werken die goed toegankelijk zijn en in onze praktijk
misschien iets kunnen betekenen, ofwel een bijzondere link
met de Nederlandse muziekgeschiedenis hebben. Ik wil nog
eens aantekenen dat hij, behalve zijn vroege opus 8 en de
werken die Tournemire tijdens zijn leven vernietigd heeft,
geen werken heeft geschreven voor liturgisch gebruik. Hoe-
wel hij in de St. Clotilde een enkele keer goede koorleiders
als collega had (Maurice Emmanuel en Jean-Yves Daniel-
Lesur), had Tournemire over het algemeen geen goede re-
latie met het koor van de Clotilde. Hij zou in zijn overigens
in het algemeen wat stevig van taal zijnde brieven aan Jean
Langlais over het koor schrijven als de ‘gueulerie’ (mensen
die het hoofd van hun lijf schreeuwen), en hij impliceert er-
gens dat hun dirigent ‘connecties met l’enfer (de hel) heeft’.
Pas helemaal aan het einde van zijn leven zou hij, als opus
80, een Requiemmis voor koor en orgel schrijven, maar dat
lijkt meer met zijn eigen verlangen naar de dood te maken te
hebben dan met het schrijven van iets moois voor gebruik in
de liturgie. Dit werk bestaat echter alleen op de opuslijst; er
is nooit een noot van op papier teruggevonden.

La Salutation Angélique (Opus 8, 2)
In 1894 schrijft Tournemire een helaas verloren gegaan Pater
Noster (op. 8/1), opgedragen aan zijn ‘chèr maître Charles-
Marie Widor’. Een jaar later verschijnt, bij een andere uitge-
ver maar onder hetzelfde opusnummer, La Salutation Angé-
lique (Ave Maria), voor solostem, viool en orgel. Het is nog
een klassiek werk dat weinig van de kenmerken van de latere
Tournemire in zich draagt, maar toch bijzonder schilderach-
tig en delicaat is getoonzet:

Een geluidsopname van het stuk is te vinden via: https://
youtu.be/B8MJpX2Uh6E.

Hoewel harmonisch eenvoudig, toont Tournemire zich een Psaume 57 (56) (Opus 37)
echte Franck-bewonderaar met zijn muziek op de zin ‘Mère In 1908-09 schrijft Tournemire een psalm voor koor, orgel
de Dieu, priez pour nous’, waar plotseling ver weg gelegen en orkest. Kennelijk was daar in Frankrijk niet meteen een
harmonieën de tekst kleuren: markt voor, want de première van het werk vindt, onder
leiding van de componist, plaats in Leiden. Uitvoerenden
zijn de Société Chorale van dirigent Daniël de Lange en het
Koninklijk Orkest van Den Haag. Ook hier een kleurrijk
harmoniegebruik, zoals in de openingszin, na de orkestin-
leiding met een bijzondere enharmonische verschuiving van
gis naar as:

8 Jaargang 89 nummer 1

Psaume 46 (45) (Opus 45) Door de psalm heen gebruikt Tournemire het woord ‘Dieu’
In 1913 verschijnt wederom een psalm voor koor en orkest, als een soort Leitmotiv: het is telkens een soort twijfelende
ditmaal zonder orgel. Wederom vindt de eerste uitvoering in aanroep om hulp en houvast. Fluisterend komen deze woor-
Nederland plaats, onder leiding van A.B.H. Verhey en gezon- den aan het einde terug, als de tekst ‘Zijn hulp ontbreekt
gen door diens ‘Choer der Zangvereeniging de la Maatschap- nooit in tijden van nood’ wordt getoonzet in dezelfde sfeer
pij Tot Bevordering der Toonkunst’ (aldus het opschrift), en als het begin. Voorvoelde Tournemire hier de dreiging van
begeleid door het Residentieorkest. Hoewel de tekst optimis- de Eerste Wereldoorlog?
tisch van aard is (‘God is onze toevlucht en sterkte’) is het Symfonie VI; Les Chants de Vie (Opus 48)
stuk dat helemaal niet. Het begint in het duister: Opmerkelijk in de Franse muziekgeschiedenis is het pas laat
Als het stuk verhevigt, ter illustratie van aanwellende zees- op gang komen van een symfonische traditie. De doorgedre-
tormen en oprukkende vijanden, klinkt plotseling de stem venheid van de vorm was kennelijk meer iets voor Duitse en
van God, zoals een woede-uitbarsting van Tournemire zelf Oostenrijkse componisten. Vooral via de orgelcomponisten
zou kunnen hebben geklonken (Houd stil en erken dat ik de Franck, Widor en Vierne komt de symfonie als vorm goed in
Heer ben): beeld. Tournemire spant hierbij de kroon en schrijft in zijn
leven acht orkestsymfonieën, naast een Symphonie-Choral
(op. 69) voor orgel, en voor hetzelfde instrument ook nog
Quatre Fresques Symphoniques (zonder opusnummer) en
andere werken die in de titel verwijzen naar de symfonie.
Aan het eind van zijn leven schrijft hij, als op. 84, ook nog
een symfonie voor piano solo.
Als hij tijdens de Eerste Wereldoorlog als reservist gelegerd
is in Saint-Malo, schrijft hij zijn grootschalige Zesde Sym-
fonie. Het wordt een zogenaamde ‘koorsymfonie’, zoals de
Negende van Beethoven, met als bezetting tenor solo, koor,
orgel en orkest. De thematiek van het grootschalige werk
wordt bepaald door de diepe existentiële vragen die de oor-
log oproepen – een oorlog waarin veel vrienden en collega’s
van Tournemire het leven laten. Het zijn de vragen naar de
zin van het lijden en de vraag of God de wereld soms straft
of op deze manier de mensen wil doen terugkeren naar ‘het
ware geloof’. Het is een werk vol duistere Bijbelteksten uit
het Boek der Psalmen en de profeten Jesaja, Jeremia en Ho-
sea. De openingstekst van de in twee hoofddelen bestaande
symfonie luidt:

Nous souffrons au dedans de nos coeurs,
Nos coeurs s’agitent,
Nous ne pouvons nous taire,
Car nous entendons le son de la trompette,
Le cri de guerre…
Ruine sur ruine!
Tout le pays est ravagé!

Muziek&Liturgie • Februari 2020 9

(Wij lijden tot diep in ons hart, onze harten zijn ontsteld, Laatste werken
we kunnen niet zwijgen, want wij horen het geluid van de Toen in de jaren dertig Tournemire helemaal in beslag is
trompet, de schreeuw van de oorlog… ruïne op ruïne! Heel genomen door het apocalyptische gedachtegoed van Léon
het land is een ravage!) Bloy, schreef hij nog een aantal zeer grootschalige werken
voor koor en orkest. Dat zijn allereerst Apocalypse de Saint
De tekst wordt, na een onheilspellende inleiding, als volgt Jean op. 63, waaruit al blijkt hoe zeer hij onder invloed staat
getoonzet: van het apocalyptisch denken van Bloy. Deze trilogie sacrée
bestaat uit drie delen:

· Les Sept Lettres
· Les Sept Sceaux. Les Sept Trompettes. Les Sept Coupes.
La grande Babylone.
· Postlude symphonique (et choral)

Het tweede hoofddeel van de symfonie bevat teksten over Dan volgt La Douloureuse Passion du Xrist op. 72 (1936-37)
de komst van God in de wereld. Het eindigt met Le Voix du op teksten van de Duitse mystica Catherine Emmerich. Zij
Christ, met de woorden uit Johannes 13, ‘Ik ben het licht der werd zeer veel gelezen in de kringen van de symbolisten, en
wereld’, eindigend met ‘Ik geef u mijn vrede’. haar teksten dienden bijvoorbeeld ook nog als basis voor The
De gehele symfonie is in 2001 opgenomen door het Or- Passion of the Christ uit 2004, de beruchte film van Mel Gib-
chestre Philharmonique de Liège, en dat was meteen de eer- son. Uit haar mond horen we het passieverhaal van Christus,
ste opvoering van het werk. Het is hier te beluisteren: https:// dat verder door de diverse rollen uit het verhaal wordt gezon-
youtu.be/lKTRQXty4oE. gen. Het is een zeer grootschalig werk, waarin Tournemire
Tegelijkertijd wilde Tournemire met dit werk een ‘tegenge- zich nogmaals onderscheidt door zijn bijzondere harmonie-
luid’ schrijven, met een eveneens grootschalige compositie en kleurgebruik. Zoals in deze merkwaardige passage, vlak
genaamd Les Chants de Vie. Dit werk bestaat echter alleen in voordat de soldaten Jezus met hun lans willen doorsteken.
enkele schetsen. De openingstekst moest, in contrast met die Let op de registratieaanwijzing ‘Cornet seul’ in de linker-
van de symfonie luiden: hand op het moment waarop Jezus’ zijde doorstoken is:

Le feu repond au feu Il Poverello
Le froid repond au froid Als laatste grote werk voor koor en orkest schrijft Tournemi-
Celui qui n’aime pas Dieu est glacé! re Il Poverello di Assisi (‘de arme van Assisi’ op. 73 (1937-39):
(Het vuur antwoordt tot het vuur, de kou antwoordt tot de vijf lyrische episodes in zeven tableaus op tekst van Josephin
kou: wie niet van God houdt is als bevroren…) Péladan. De bezetting luidt ‘6 solistes, 19 coryphées, maî-
trise, chœurs et petit orchestre’. De titels van de vijf delen
Verder had Tournemire teksten geselecteerd uit het Hoog- luiden:
lied, de Psalmen 19 en 150, Veni Sancte Spiritus, de Vlaamse
mysticus Jan van Ruysbroek (1293-1381), de heilige Marti- · Jeux
nus en Ernest Hello. Centraal in het werk staat een dialoog · Le Chevalier
die later is uitgewerkt tot de al genoemde Dialogue Sacrée · La vocation de Claire
op. 50 (1919) voor sopraan, bariton en piano. Wonderlijk · Les Stigmates
is de oorspronkelijke bezetting van het enige deel waarvan · La Mort
meer dan een korte schets werd gemaakt: twee (niet gespeci-
ficeerde) zangstemmen, gedempte strijkers, drie fluiten, twee
klarinetten, hoorns en luit. De uiteindelijke versie voor so-
praan, bariton en piano is opgenomen door Michael Bandy
(Naxos 8.572347). Ook dat betreft een eerste uitvoering van
het stuk, dat vervolgens nog steeds niet is uitgegeven.

10 Jaargang 89 nummer 1

Het is het vierde werk van Tournemire dat gewijd is aan In 1908 verschijnt Sagesse (op. 34) op tekst van Paul Verlaine.
Franciscus. In de jaren twintig schreef hij een grote Trilogie Dit wat langere lied gaat over de opdracht van een eenvou-
over Faust, Don Quichotte en Franciscus van Assisi, als een dige ziel om God lief te hebben. Het is een soort interne dia-
soort zoektocht naar zijn eigen ware persoonlijkheid maar loog waarin wordt geargumenteerd hoe groot God is en hoe
ook naar ware menselijkheid in het algemeen. En in 1932 klein de ziel, met als conclusie dat de kleine ziel van de grote
verscheen Sei Fioretti, een orgelcyclus op basis van zes ‘Fio- genade van God mag leven. Veel van de latere stijlkenmer-
retti’ (Bloempjes), korte verhalen over het leven van Francis- ken die hierboven werden besproken, komen in dit lied al
cus en zijn volgelingen uit de veertiende eeuw. Dit werk is in naar voren, zoals het gebruik van aanroepen (J’ai peur, Seig-
druk verschenen en is eveneens een mooie illustratie van het neur…), het afwisselen van textuur en tessituur en het spelen
werk van Tournemire als componist en verteller. met tempi en maatsoorten. En het prachtige ‘ontrollen’ van
Bij ‘Muzikale taal’ hierboven is een kleine afdruk van het slot de harmonie in de openingsmaten van het lied, die al in een
van Il Poverello opgenomen, het Zonnelied van Franciscus, eerder verband stonden afgedrukt onder het kopje ‘Muzikale
waarmee Tournemires vocale oeuvre is afgerond. Taal’ (zie het eerste muziekvoorbeeld op pagina 7).

Sololiederen Ten slotte
Uit zijn vele liederen voor zangstem en piano wil ik er nog ‘Musique où Dieu est absent, est un corps sans Ame’, aldus
twee in het bijzonder noemen, omdat ze, als een van de wei- Tournemire. Deze korte blik op zijn vocale oeuvre, bovenop
nigen, goed toegankelijk zijn. Het betreft allereerst het lied het even intrigerende orgeloeuvre, legt een wereld bloot die
Solitude uit 1903 (zonder opusnummer). Het is een kleine we wel van schilders zoals de Vlaamse expressionisten ken-
vroege compositie die, op woorden van G. Barrier, de liefde nen, maar vanuit de muziek nog veel te weinig. Hopelijk is
voor een afgelegen eiland bezingt waarop je ongestoord de het komende Tournemirejaar een stimulans om het werk en
liefde kunt betreuren ‘zoals je doden betreurt’. Het wijst on- de gedachtewereld van Tournemire nog eens voor het voet-
getwijfeld op het door Tournemire zo geliefde eiland Oues- licht te brengen. En hoe mooi zou het zijn als er wat meer
sant: van zijn vocale oeuvre zou worden uitgegeven of misschien
zelfs nog herontdekt. Nog los van de bijzondere kwaliteit van
zijn muziek lijkt me zijn inhoudelijke, theologisch-muzikale
stem, ook al stamt die uit een andere tijd en context, nog
altijd een authentiek geluid in het voortgaande debat over
cultuur en identiteit. Ook aan de viering en de beleving van
onze liturgie stelt de muziek van Tournemire, en ook die van
geestverwanten als Olivier Messiaen, belangrijke vragen.
Zoals: is er nog een natuurlijke plaats voor deze radicaal ‘an-
dere’ stemmen, of zal hun muziek langzamerhand verdwij-
nen in de doos met curiosa uit vervlogen tijden? •

Geraadpleegde literatuur / om verder te lezen

Michael R. Bundy, Visions of Eternity: The Choral Works and Operas of Widor, Vierne and Tournemire, Troubadour Publishing (2004). Uit dit boek zijn de
muziekvoorbeelden afkomstig.
Jennifer Donelson & Stephen Schloesser (red.), Mystic Modern: The Music, Thought and Legacy of Charles Tournemire, Church Music Association of America
(2014)
Tjeerd van der Ploeg, ‘De orgelwerken van Tournemire’ in Het Orgel 97 (2001)
Stephen Schloesser, Jazz Age Catholicism: Mystic Modernism in Postwar Paris, 1919-1933, University of Toronto Press (2005)

Muziek&Liturgie • Februari 2020 11

Peter Ouwerkerk

Kinderen en kerkmuziek

Verslag European Conference of Protestant Chur

Hoe kan kerkmuziek weer gaan leven, voor kinderen en hun ouders? Hoe krijgen we jonge kinderen aan het zingen,
of achter de toetsen? Welke rol kan de kerk hierin spelen? Tijdens het ECPCM-congres in Hildesheim, waarover
u in het vorige nummer het eerste deel van het verslag kon lezen, werden enkele kinder- en tienerprojecten
gepresenteerd.

Op vrijdagochtend stond een boeiend referaat over Vision dingen werd gestart. Als titel werd gekozen voor Passio Pen-
Kirchenmusik op het programma. Doel van dit initiatief, dat derecki 2017. De eerste stap was het kweken van draagvlak
is opgezet vanuit het centrum voor theologie en kerkmuziek binnen de deelnemende kerken: een Latijntalige passie van
in het St.-Michaelisklooster in Hildesheim, is de kerkmu- een Poolse Rooms-katholieke componist om de Reformatie
ziek buiten de kerkmuren te brengen. En dat wordt letterlijk te vieren lag immers niet echt voor de hand. Het hielp dat als
bedoeld, dus: in het park, in de supermarkt, op straat, op doelstelling was gekozen voor het bereiken van jonge men-
het station. Dat naar buiten treden gebeurt met de koren, sen met spannende muziek, en dat de drie concerten wer-
maar bijvoorbeeld ook met de in Duitsland erg populaire den omkaderd met een groot opgezet raamprogramma in
Posaunenchöre. Een van de gebruikte methoden is de zgn. samenwerking met alle basis- en middelbare scholen in de
flashmob: plotseling staat op straat een koor op dat, tot ver- plaatsen van uitvoering.
rassing van de nietsvermoedend winkelende voorbijganger, Allereerst is niet bezuinigd op de kwaliteit. Er werd gebruik
meerstemmig gaat zingen. Wanneer de plaatselijke pers dit gemaakt van een professioneel beroepsorkest (NDR Radio-
oppakt (even ‘lekken’ van tevoren doet wonderen!) is er weer Philharmonie) en een cast aan topsolisten. Het koor bestond
een mooi PR-moment voor de plaatselijke kerk gecreëerd. uit vele samengevoegde cantorijen die door plm 120 Haupt-
Maar Vision Kirchenmusik, dat startte in 2012, doet veel amtliche cantors waren ingestudeerd. Bij elkaar waren bij elk
meer dan dat. Het initieert allerlei kerkmuzikale initiatie- concert tweehonderd uitvoerenden betrokken.
ven, of ontwikkelt deze op aanvraag en op maat van een Voor de groots en professioneel opgezette cultureel-sociale
plaatselijke gemeente. Vision Kirchenmusik helpt kerkmusici randprogrammering werden behalve muziekdocenten ook
een in Duitsland belangrijke taak uit te voeren: muziek bie- beeldend kunstenaars ingezet. In nauwe samenwerking met
den aan mensen die geen toegang tot de kerk meer hebben. scholen ontstonden diverse schoolprojecten met thema’s uit
Daar vallen ook kinderen onder die niet meer met kerkmu- Penderecki’s Passio als onderwerp. Scholen kregen kant-en-
ziek grootgebracht worden. De projecten worden in principe klaar materiaal toegestuurd waarmee docenten muziek- en
in de hele kerkprovincie (Landeskirche) georganiseerd. Niets tekenlessen konden invullen. Andere leerlingen werden op
wordt ‘opgelegd’; de instelling is: wie zin heeft, haakt aan bij pad gestuurd om de dirigent en solisten te interviewen, of
een lopend project. Het kerkmuziekcentrum in het Michae- het repetitieproces te filmen. Weer andere leerlingen gingen
lisklooster faciliteert de projecten en heeft inmiddels 2,5 fte met de structuur van het werk aan de slag, of maakten ge-
vrijgesteld voor de projectleiding van Vision Kirchenmusik. dichten bij de verschillende delen van de compositie. Ook
Daarnaast is er een team van vrijwilligers. was er een stadswandeling langs locaties waar ‘confrontatie-
Passio en Requiem plekken’ werden ingericht. Op straathoeken, in bermen en
Tijdens de lezing werden, als succesvolle voorbeelden van langs het water in de haven stonden gedurende vier weken
Vision Kirchenmusik-projecten, twee grotere initiatieven ge- voor de uitvoering kunstprojecten met thema’s uit de com-
presenteerd. In 2017 zijn in het kader van het Reformations- positie.
jubileum drie uitvoeringen van Penderecki’s Lukas-passie Aan het eind van het traject werden vlak voor de uitvoerin-
georganiseerd, in Hannover, Luneburg en Emden. Voor dit gen alle resultaten van deze lessen en schoolprojecten aan
stuk is een monsterbezetting nodig, dus dit was een enorme elkaar gepresenteerd. Inmiddels kenden de kinderen het
onderneming waarvoor al in 2014 met de eerste voorberei- werk zo goed, dat ze optimaal voorbereid een van de drie
uitvoeringen bijwoonden.

12 Jaargang 89 nummer 1

rch Music deel 2 EAgen is via www.visionkirchenmusik.de. Om te voorkomen
dat vele malen hetzelfde wiel moet worden uitgevonden,
Meer informatie en een inspirerend filmpje over dit boei- worden hier geslaagde projecten gepresenteerd waarmee in-
ende project is te vinden op www.passio2017.de. spiratie kan worden opgedaan als elders wordt gezocht naar
Een vergelijkbaar project is de uitvoering van Benjamin vergelijkbare (kinder)projecten.
Brittens War Requiem. Dit betrof een samenwerking tussen Jeugd
Hannover en Liverpool. Veel elementen kwamen overeen Het thema ‘Jeugd en orgel’ staat in kerkmuzikaal Duitsland
met het Passio-project: scholen gingen aan de slag met de scherp op het netvlies: zonder nieuwe, jonge organisten is
gedichten van Whitman of het thema ‘oorlog’. Scholieren er immers geen toekomst voor de kerkmuziek. Tijdens de
maakten video’s met interviews over de oorlogservaringen conferentie van Europese kerkmusici werden twee jeugd-or-
van hun opa’s en oma’s, maar ook die van recentere oorlogs- gelprojecten gepresenteerd: Orgelentdeckertage en Alte Orgel
slachtoffers, zoals gevluchte Syriërs. Aan dit programma für junge Menschen, een initiatief dat was ontwikkeld in sa-
deden maar liefst zestig scholen mee. Uitvoeringen werden menwerking met de Orgelakademie in het Duitse Stade.
gehouden in steden met oorlogsschade, zoals Hildesheim De Orgelentdeckertage is een low-budget-project waarmee
zelf. Een sterk punt is dat jeugd wordt verbonden aan an- desondanks inmiddels 10.000 kinderen in de Landeskirche
dere jeugd, omdat men de eigen raamprojecten aan elkaar Hannover het orgel hebben leren kennen. Het idee is eenvou-
presenteert. dig: in de hele kerkprovincie worden gedurende een week
Als voorbereiding werd in Hildesheim een soundwalk uit- allerlei activiteiten ontplooid waarbij de orgels in de deelne-
gezet, met op verschillende locaties in de stad fragmenten mende kerken ‘opengaan’. Dat varieert van het na de kerk-
uit het War Requiem met lichtinstallaties en tijdelijke mo- dienst openstellen van de orgels voor iedereen die er meer
numenten. van wil weten en ‘het wel eens wil proberen’, tot excursies
Naast deze grote projecten, die meerdere jaren voorbereiding van scholen naar de plaatselijke orgels en andere orgelpro-
vragen en begrotingen hebben die soms een miljoen euro jecten voor kinderen. De Stader Orgelakademie faciliteert en
overstijgen, zijn er ook vele kleinere initiatieven waaraan Vi- coördineert: via de website www.orgelentdecker.de nodigt
sion Kirchenmusik meewerkt. Zo zochten drie grote kerken de organisatie kerken en kerkmusici uit zich aan het project
in Lüneburg, eveneens rondom het Reformationsfest, naar te verbinden en lessen, excursies en dergelijke te organise-
een kleinschaliger project. Een van de kerken, de Michae- ren. De Akademie levert daarvoor lesmateriaal en andere
liskirche, had als invalshoek ‘muziek’ gekozen. Vier weken educatieve informatie. Op dezelfde website wordt vervolgens
lang, rond de herdenking van de reformatie, vond het project getoond welke orgels wanneer te bezoeken zijn. Het kost
Michaelis Singt plaats. Elke week stond een ander ‘(reforma- weinig, en het effect is maximaal, getuige de enthousiaste
tie)lied van de week’ centraal. Dit werd breed, ook buiten de kinderen die op de foto’s en filmpjes op genoemde website
kerk, gecommuniceerd en programmaboeken werden overal zijn te bekijken.
gratis verspreid. Het gevolg was dat niet alleen in de kerken,
maar ook op allerlei andere plekken –van Kindergarten tot RLY
verzorgingshuis– deze liederen werden gezongen. En ook
hier werden omlijstende projecten georganiseerd. Een van www.klop.info
de vragen was bijvoorbeeld hoe men veertien- en vijftienjari-
gen kon bereiken. De oplossing werd gevonden: de kinderen
kregen de opdracht zelf een lied te maken, zowel de tekst als
de muziek. Uiteraard met een beetje hulp, maar het resultaat
was een groot succes.
Een ander voorbeeld waarbij logistiek en creativiteit ter be-
schikking wordt gesteld, is de ideeëndatabank die te raadple-

Muziek&Liturgie • Februari 2020 Verslag

13

Stader Jugend Orgelforum beste bent kun je veel plezier ondervinden aan orgelspelen.
Een ander boeiend initiatief is eveneens in Stade ontstaan. De ervaring is dat, dankzij de door Orgelforum georgani-
Men realiseerde zich dat veel tieners die orgelles hebben bij seerde bijeenkomsten, het ‘zelfvertrouwen’ onder orgel spe-
privé-docenten zich in het beoefenen van hun hobby vaak lende pubers enorm toeneemt. De schaamte verdwijnt, zodat
eenzaam voelen. Ze ontmoeten elkaar vrijwel nooit, het oe- jongeren er zelfs aan bijdragen dat de orgelcultuur zich op
fenen in een kerk is vaak lastig te organiseren (los van dat het een positieve manier onder kinderen en tieners verbreedt.
vaak donker en koud is) en je speelt bijna altijd in je eentje. In 2019 bestond Orgelforum tien jaar, en de belangstelling
Daarbij is ook nogal eens sprake van een zekere ‘schaamte’ voor deze activiteiten groeit nog steeds. Twee factoren zijn
om aan leeftijdsgenoten te vertellen dat je orgel speelt: hoe doorslaggevend voor het succes: de ervaring van de uitwis-
cool is dat...? seling en de hoge kwaliteit en bijzonderheid van de instru-
menten en docenten.
Orgelforum stelt zich tot doel deze kinderen met elkaar in
contact te brengen. Dat doet ze door het organiseren van een Orgelforum is een initiatief dat ook in Nederland naar mijn
zomer-orgelweek voor tieners, jaarlijks in juli. Voor zo’n or- idee grote kans van slagen heeft en een antwoord kan zijn op
gelkamp worden drie tot vijf bekende organisten als docent de vraag hoe gezorgd kan worden voor continue aandacht en
uitgenodigd met wie de tieners aan de slag gaan op de mooi- doorgaande inspiratie voor serieus orgel spelende kinderen
ste orgels uit de regio. tussen 11 en 18 jaar, als aanvulling op hun privé-orgellessen.
De doelgroep is ongeveer 11 tot 18 jaar oud. Drie maanden Hoe voorkomen we dat ze, eenmaal aan het puberen gesla-
van tevoren kun je je opgeven, zodat je genoeg tijd hebt met gen, ermee stoppen? Als we echt werk willen maken van een
je privé-docent het repertoire te oefenen. Tijdens het kamp nieuwe aanwas van organisten en orgelstudenten, denk ik
vinden de lessen plaats in kleine groepen van zo’n vijf leer- dat hier nog een flinke slag valt te maken!
lingen. Naast repertoirespel is er ook aandacht voor impro- Op www.jugendorgelforum.de en www.orgelakademie.de is
visatie. Tijdens de zomerkampen verblijven de tieners in meer te lezen.
jeugdherbergen. Omdat veel tieners er op die leeftijd over
nadenken of ze een orgelvakopleiding willen gaan doen, zijn Klasse! Wir singen
mentoren beschikbaar om over een eventuele toekomst als Het laatste initiatief dat in Hildesheim werd gepresenteerd,
Kirchenmusiker of concertorganist in gesprek te gaan. En, is Klasse! Wir singen, een project waarmee het lukt jaarlijks
niet onbelangrijk voor organisten: koorzingen maakt vast tienduizenden kinderen in inmiddels heel Duitsland aan het
onderdeel uit van het programma. Het orgelkamp wordt zingen te krijgen.
afgesloten met een vriendenconcert voor de ouders en, wie Onderzoek in Braunschweig wees ooit uit dat van de 10.000
weet, vriendjes en vriendinnetjes. in de regio getelde kinderen er slechts 500 regelmatig zin-
Tussen de jaarlijkse zomerkampen door kan men meedoen gen. Meer dan 9.000 kinderen zingen dus praktisch nooit!
aan het doorlopende project Alte Orgeln für junge Menschen, Dit was reden het project Klasse! Wir singen op te zetten.
met orgelexcursies, schoollessen rondom het orgel (met on- Aanvankelijk werden alleen zangplezier en het stimuleren
der andere het Doe-orgel), orgelbouwprojecten, concerten van ‘goed’ zingen met goed repertoire als doelen gesteld. La-
en cursussen. Ook van dit initiatief bestaat de doelgroep uit ter zijn de doelen bijgesteld:
‘Kinder und Jugendliche vom Kindergarten bis zum Schulab-
schluss’. De doelstellingen van Orgelforum zijn helder ge- · het opnieuw verankeren van zingen in de samenleving;
formuleerd: gestreefd wordt de tieners uit hun isolement te · kinderen bedienen die afstand tot cultuur hebben;
halen, waarbij de leerlingen op basis van vriendschap, zon- · docenten meer laten zingen, en het zingen als didac-
der competitie-dwang, elkaar inspireren. Zo wordt voorko- tisch middel leren inzetten;
men dat rond hun dertiende levensjaar (de leeftijd waarop · inclusiviteit bevorderen: iedereen (ook het minder geta-
het oordeel van hun leeftijdsgenootjes érg belangrijk wordt) lenteerde kind) kan zingen;
wordt gestopt met orgelspelen en hun talent verloren gaat. · het helpen van migrantenkinderen: door te zingen leer
Vooral voor pubers is het belangrijk met interesse-genootjes je een taal sneller en beter.
in contact te zijn en elkaar te horen spelen om zo een goed
inzicht te krijgen hoe ‘goed’ je eigenlijk bent vergeleken met Centraal staat de Drei-Sinne-Methode (de ‘drie zintuigen-
anderen. De coaches zijn van groot belang om dit voor som- methode’): zingen, horen en bewegen gaan gelijk op. Met
migen lastige proces goed te begeleiden: ook als je niet de name bewegen bij zingen is belangrijk bij de kleinste kin-

14 Jaargang 89 nummer 1

Klasse! Wir singen-Liederfest in Mecklenburg-Vorpommern, 2019 Nederlandse situatie; hiervoor zijn de verschillen
Foto: klasse-wir-singen.de tussen beide landen te groot. De Duitse Landeskir-
chen hebben door hun omvang, ledental en dank-
deren, maar een goede lichamelijke beweging heeft ook bij zij de Kirchensteuer veel hogere budgetten voor
oudere kinderen een ideale zinghouding tot gevolg. kerkmuziek beschikbaar. Het gaat over bedragen
In 2007, toen Klasse! Wir singen voor de eerste keer plaats- waarvan we in Nederland alleen maar kunnen
vond, deden 1.200 klassen van 800 scholen in de regio dromen. Daarbij is in Nederland, zodra religie
Braunschweig mee; een totaal van 28.000 kinderen. In dat een rol speelt, in tegenstelling tot in Duitsland al
jaar bedroeg de begroting een kleine € 680.000. Vanwege de snel sprake van koudwatervrees en is het, vanwege
financiële crisis lukte het in 2008 tot 2010 niet opnieuw zo’n de betrokkenheid van kerken, veel moeilijker tot
grootschalig evenement te organiseren. Maar in 2011 meld- onmogelijk voor orgel- of basisschoolprojecten
de zich een sponsor, en inmiddels wordt Klasse! Wir singen toestemming en overheidssubsidie te krijgen. Dit alles heeft
jaarlijks op diverse locaties in heel Duitsland georganiseerd. tot gevolg dat een kerkmusicus in Nederland vrijwel nooit
Alleen al in het voorjaar van 2020 staan zingdagen gepland een voltijds baan kan hebben, terwijl dat in Duitsland veel
in Gütersloh, Ludwigshafen, Bremen, Saarbrücken, Ham- gebruikelijker is, dankzij allerlei ‘seculiere’ werkzaamheden
burg, Koblenz, Dresden, Mainz en Bonn. In deze plaatsen die onderdeel van de kerkmuziekfunctie zijn.
komen de kinderen in groepen bijeen in (meestal) een grote Wel zou het mooi zijn (en mijns inziens ook haalbaar) als
sporthal, waarbij met behulp van een band en een leider ge- het relatief jonge Huis van de Kerkmuziek een vergelijkbare
durende een hele dag met de kinderen wordt gezongen. functie zou krijgen als het kerkmuziekcentrum in Hildes-
Tegenwoordig is het een zeer grootschalig en feilloos geor- heim, waarbij ik vooral denk aan het faciliteren van bijscho-
ganiseerd event, inclusief via de webshop te verkrijgen para- ling met een gedegen en uitgebalanceerd cursusaanbod, en
fernalia als zangboekjes, T-shirts, sjaaltjes, knuffels, cd’s en het samenbrengen van vragers en aanbieders van op maat
armbandjes. Deze aanpak werkt, en de cijfers liegen er niet gemaakte orgel- en zangprojecten. Het zou een intensivering
om: inmiddels hebben ruim anderhalf miljoen kinderen, ou- betekenen van haar huidige coördinerende rol, maar derge-
ders en leerkrachten deelgenomen aan 352 Liederfeste van lijke initiatieven liggen wel in het verlengde ervan, namelijk
Klasse! Wir singen. Winst wordt er overigens niet gemaakt; het samenbrengen van de vele kerkmuzikale initiatieven die
al het geld dat overblijft wordt geïnvesteerd in projecten om er al zijn maar het van elkaar niet weten. Noodzakelijk daar-
kinderen aan het zingen te krijgen. bij is wel dat nog verdergaande samenwerking wordt gezocht
Meer informatie over deze inspirerende zangdagen is te vin- en gevonden tussen kerken, (basis)scholen, overheden, mo-
den op www.klasse-wir-singen.de. numentenzorg en stichtingen, inclusief bijbehorende spon-
En nu? sor- en fondsenwerving.
De paar dagen in Hildesheim waren bijzonder inspirerend Tijdens het symposium werden tussen de bedrijven door
en leerzaam. De ontwikkelingen in Duitsland gaan, ook ook allerlei handige tips gedeeld, en twee ervan wil ik u niet
dankzij grote budgetten, sneller dan in Nederland en inmid- onthouden. Een orgelconcertorganisatie liet de organisten
dels heeft men al veel kunnen leren van gemaakte fouten. in hun concertreeks niet hun standaard-curriculum vitae
Daar kunnen wij in Nederland ons voordeel mee doen. (doorgaans inclusief alle diploma’s, prijzen en grote kerken,
Tegelijkertijd laten projecten van Vision Kirchenmusik en series en landen waar men heeft opgetreden) opsturen, maar
andere instellingen zich moeilijk een op een vertalen naar de liet ze voor een keer de eigen biografie herschrijven met het
oog op kinderen. Wat een kind niet snapt of interesseert,
werd geschrapt. Met heel bijzondere resultaten!
Een andere suggestie: meld bij concerten niet alleen de aan-
vangstijd, maar ook hoe laat het is afgelopen! Op die manier
heeft het project Passio Penderecki 2017, dat iets meer dan
een uur in beslag nam, veel bezoekers binnengeloodst die
dreigden af te haken omdat ze er aanvankelijk voetstoots
vanuit gingen dat een passie, zoals bij Bach, nu eenmaal
bijna drie uur duurt...•

Muziek&Liturgie • Februari 2020 15

Marieke Meiring

‘Wij zingen niet’, begreep ik toen ik aantrad bevinden. Of een musicus, of een koorleider.
als luchthavenpastor en vroeg naar de kerk- En, hoe kwetsbaar ook: ik zing zelf. Ik neem
dienst op zondag. Eerlijk is eerlijk, het is een in het zingen onze bezoekers mee, of word
voorrecht dat we op Schiphol elke zondag om soepel bijgevallen door de kerkgangers –rei-
11.00 uur een viering kunnen houden onder zigers en vaak enkele medewerkers– wanneer
leiding van een van de drie pastores die na- zij een lied herkennen.
mens de verschillende kerken op de luchtha- We krijgen veel medewerking om de zondagse
ven zijn aangesteld. En daarnaast – hoe zou- viering op Schiphol mogelijk te maken. Drie
den we kunnen zingen in een Stilte-ruimte keer schalt de uitnodiging voor de kerkdienst
zonder orgel of piano, zonder enig ander mu- in de lounges en op de pieren. In het Engels
ziekinstrument waar Psalm 150 over spreekt? en in het Nederlands. Iedere zondag zie ik
Ik ben met hart en ziel luchthavenpredikant, zulke blije mensen naar de kerk komen. Ze
maar met de overgang van een plaatselijke zijn dankbaar dat er een dienst is – het maakt
kerkelijke gemeente naar het vliegveld moest niet uit of die van hun eigen snit of gading is.
ik noodgedwongen het gesproken woord als Onderweg ben je niet zo kieskeurig of een-
de enige vorm van vieren kennig als thuis – kennelijk.
accepteren. En daar ont- En zo komt de wereld voor-
stond een verlangen. bij aan de viertafel. Vrouwen
Nu is het zo dat wij méér en mannen, ouderen en ook
handelingen die de psalmis- Wij zingen heel veel jongeren. Atheïsten
ten ons voor de eredienst die het eens willen meema-
aanraden, achterwege la- ken, jongeren die een zegen
ten. Waar is de reidans zoeken, medewerkers die
gebleven, de tamboerijn, hun pauze ervoor opofferen
de klinkende bekkens? Het om bij ons brood en wijn te
opheffen van handen is ontvangen. En we zingen. Be-
voorbehouden aan bepaalde kerken waar het scheiden en eenvoudig.
er uitbundiger toegaat en het tokkelen van Na de dienst is er ruimte voor koffie en een
de citer is gelukkig nog een expertise van verhaal. Er vinden bijzondere ontmoetingen
de Karmelieten in Nijmegen in hun prach- plaats. Regelmatig wisselen de koffiedrinkers
tige psalmvieringen. Maar niet zingen? Het e-mailadressen uit. Mensen op huwelijksreis
is droog. Het voelt als droogzwemmen. Niet vragen soms opnieuw een zegen en ze knie-
kopje ondergaan in de liturgie. Wel spreken len. Een paar dat een trouwjubileum viert,
over het juichen en bezingen van de Eeuwige, hernieuwt hun beloften. Een moslima in nood
maar het niet daadwerkelijk doen. krijgt de vredegroet en verzoekt na afloop
Omzichtig en voorzichtig ben ik op weg ge- om een gebed voor haar problemen.
gaan. A capella. Met acclamaties. In het En- Intussen gaat het verlangen voort. Het krijgt
gels, ook dat is een vereiste, want de hele vorm. Door ensembles mee te nemen naar
wereld komt immers voorbij om te vieren. En het gebied achter de security en paspoortcon-
om het brood te delen. Elke zondag is er een trole. Musici worden altijd bijzonder hartelijk
andere congregatie, steeds zijn onze kerk- ontvangen. Koperinstrumenten en vioolkis-
gangers andere mensen. We zingen, de ene ten gaan door de scanner en bij uitzondering
zondag aarzelend, de andere zondag ferm en komt er een piano naar het Meditation Cen-
vrolijk. Afhankelijk van de aanwezigen, on- tre. We doen het.
der wie zich soms een koorzanger blijkt te Muziek verbindt •

Signalement

16 Jaargang 89 nummer 1

Nu moet gij allen vrolijk zijn

(Lied 628 voor gemeente, 3-/4-stemmig koor en orgel)

Dick Troost

Orgel Intonatie                 
      
          
              
  
Man.
Ped. ad lib.

Gemeente        
 

1. Nu moet gij al - len vro - lijk zijn. De bo - men zin - gen in de

Orgel                     
  c.f.        

     

            


        
  

tuin, het le - ge graf ver - zwijgt het niet, de mond ge -

                     
  
       


       
   

       
 

o - pend voor het lied, hal - le - lu - ja!

                
    
     

      
  

Muziek&Liturgie • Februari 2020 e1

 Koor * 
   
S        

2. De lo - ze woor - den zijn ver - stomd, de we - reld

 A    5. O dood, die Hem ont - ko - men liet, Hij neemt be -
            

Hal - le - lu - ja, hal - le - lu - ja, hal -

 T/B            

2. De lo - ze woor - den zijn ver - stomd, de

5. O dood, die Hem ont - ko - men liet, Hij

Orgel (labialen 8', 4', tongwerk 8')              
        
   
 
Martellando mf          simile    


Man.

           
  

die op a - dem komt zingt met de vo - gels in de lucht dat
zit van uw ge - bied, en uit door
zijn heer - schap - pij gaat in
  
           
 hal -
le - lu - ja,  hal - le - lu - ja,

    op        
van in de
we - reld die a - dem komt zingt met de vo - gels in en
neemt be - zit zijn heer - schap - pij gaat
uw ge - bied,

                       
 

                           



2 e Jaargang 89 nummer 1

   hal - le - lu - ja! 
    
        
nu 
al
de nacht is weg - ge - vlucht, hal - le - lu - ja!

de deu - ren die men sluit,

                  

- le - lu - ja, hal - le - lu - ja, hal - le - lu - ja!
        
      

lucht dat nu de nacht is weg - ge - vlucht, hal - le - lu - ja!
uit door al de deu - ren die men sluit,

                        
   

                        
  

Gemeente

 mannen     vrouwen  
  
 zwaard ver - spert het

3. Geen vlam - mend de weg, de en - gel die

Orgel

 3  3  3                              
       
  

leggiero simile     

     

Man. 3 3

     mannen  vrouwen

    

voer - de zegt dat al - le leed ge - le - den is om -

                           
               
  
      

Muziek&Liturgie • Februari 2020 e3

     allen 
   

dat de Heer ver - re - zen is, hal - le - lu - ja!

                        
  
     

                

Orgelvers op twee klavieren en pedaal, bij strofe 4

Deciso q = ca. 60     solostem mf

        
 
legato  mp 8', 4'             

  

                        
16', 8'

        
  

               

               

   

                    
 
 

            


4 e Jaargang 89 nummer 1

     

                            

                

      

                               
  
     

               

    
        
                 

                       

        

                            3 

     3

  

   3    
   

  3             poco rit.    

  

simile

        

Muziek&Liturgie • Februari 2020 e5

 Koor * 
 
 c.f.             



2. De lo - ze woor - den zijn ver - stomd, de we - reld die op

                  

Hem ont - ko - men liet, Hij
5. O dood, die neemt be - zit van

O rgel            
     
mp           
 
 

Man.

                   
 c.f. 
in de
a - dem komt zingt met de vo - gels lucht dat
   
           
    in en
heer - schap - pij
uw c.f. gaat    uit door
ge - bied, zijn
   
               


             


              
 

nu de nacht is weg - ge - vlucht, hal - le - lu - ja!
 
                   
 

al de deu - ren die men sluit, hal - le - lu - ja!

              
    
               
  

6 e Jaargang 89 nummer 1

 Gemeente        
 
   zin - gen dat Hij leeft, God ge -

6. Wij wil - len    Hij leeft die  
   
 O rgel        
    

        

Ped.

          
 
in de tijd, 
hoor - zaamd heeft, zijn graf staat le - dig
het
             
    

       
  
 

     
      

is een mond vol za - lig - heid, hal - le - lu - ja!

                
  

            


* Het koor kan bij de strofen 2 en 5 kiezen uit twee verschillende bewerkingen. e7
Daarom is bij deze bewerkingen de tekst van beide strofen afgedrukt.
Overigens zijn de koorzettingen ook a capella uit te voeren.

Me u4ziek&Liturgie • Februari 2020

 Koor (S/A)      

    ja,

Hal - le - lu - ja, hal - le - lu - 

Gemeente en koor (T/B)       lost 

     het  de

7. O goe - de en - gel bij graf, de len - te 

 O rgel           
          

Ped.      


          

ja, hal - le -
hal - le - lu -
 
          

win - ter af, be - waak het jon - ge groen en wijs de

             
       
   
   
 

         


- lu - ja, hal - le - lu - ja!
het 
      
hal - le 
pa - ra - dijs,
in - gang van  - lu - ja!
      
         
   

           
  



8 e Jaargang 89 nummer 1

Jeroen de Haan

Nu moet gij allen vrolijk zijn

Een opstandingslied vanuit het graf

Het Liedboek - Zingen en bidden in huis en kerk kent de rubriek ‘Drie dagen van Pasen’. Lied 628 staat in die
rubriek en bezingt het lege graf. Tom Naastepad dichtte dit lied op de melodie van Erschienen ist der herrlich Tag,
vervaardigd door dichter-componist Nikolaus Herman. De redactie verzocht cantor-organist Dick Troost bij dit lied
een compositie te schrijven. Deze bewerking voor gemeente, koor en orgel is als bijlage in dit blad opgenomen.

Thomas Johannes Marie Naastepad (1921-1996) was een Ne- de eucharistieviering waren er diensten van een andere aard,
derlandse theoloog, priester en bijbeldeskundige in het Bis- zoals leerdiensten, getijdediensten, zangdiensten en gebeds-
dom Haarlem en later in het Bisdom Rotterdam. Naastepad diensten.
volgde zijn seminarie-opleiding in Heemstede en Warmond.
Hij is vooral bekend geworden door zijn lange staat van In Op de dorsvloer staan uitgewerkte voorbeelden van
dienst in de Rotterdamse Arauna-gemeente. Schrift- en zangvieringen. Hoofdzakelijk bevat het de vol-
Het is een gemeente die aan het einde van de jaren vijftig gende onderdelen:
ontstond vanuit een oecumenisch initiatief; een aantal men-
sen die zich vanuit de reformatorische gezindte aansloot bij · Een of twee gezongen psalmen (uit het Geneefse Psalter)
de rooms-katholieke kerk, miste onder meer zowel het zin- · Twee of drie Schriftlezingen (uit het Oude en Nieuwe
gen van de psalmen als de omgang met het Oude Testament.
In 1961 nam Naastepad het initiatief om voor hen diensten Testament)
te verzorgen. Dit was het begin van de Arauna-gemeente, · Meditatie/Preek
waaraan Naastepad zich meer dan 30 jaar zou wijden. De · Een nieuw gezang, eigen aan de dienst
gemeente is genoemd naar Arauna, de man van wie koning · Slotgebed en zegen
David een dorsvloer kocht om er een altaar op te bouwen en
er offers te brengen (II Samuel 24). Het paaslied ‘Nu moet gij allen vrolijk zijn’ is ontstaan bij
Naastepad werkte in het Rotterdams Leerhuis waar hij cur- een avonddienst op de vrijdag in de paasweek die werd ge-
sussen verzorgde die dieper op de Schrift ingingen. Verder houden in de kathedraal van Rotterdam. De drie Schriftle-
werd hij bekend door verklaringen van bijbelgedeelten, die zingen voor die avond werden genomen uit Genesis 8, 13 en
in boekvorm verschenen. Ook schreef hij een aantal dicht- 22, I Petrus 3, 18-22 en Mattheus 28, 16-20.
bundels. Eveneens was hij dichter van kerkliederen. Hij was Naastepad nam de oudtestamentische lezing op omdat Pe-
studiesecretaris van de Prof. dr. G. van der Leeuwstichting, trus er in de epistellezing op teruggrijpt, maar ook omdat hij
ontmoetingscentrum voor kunst en religie. vond dat het lezen uit Genesis in de paastijd op zijn plaats
Ondanks dat in zijn Aurana-gemeente slechts een handje- is.1 In het evangelie klinkt ‘Gaat nu en maakt alle volken tot
vol gelovigen kwam en hoewel het gebrek aan priesters in mijn volgeling en doopt hen in de naam van de Vader, de
het Bisdom Rotterdam steeds nijpender werd, werd hij nooit Zoon en de Heilige Geest’. Ignace de Sutter schrijft hierover:
verplicht om ergens anders pastoor te worden. In 1992 werd ‘Dit water nu is hier duidelijk de voorafbeelding van de Doop
de Arauna-gemeente opgeheven. zelf, als Verrijzenis-sakrament.’2
In zijn laatste jaren leidde Tom Naastepad een teruggetrok-
ken bestaan, en zo overleed hij ook. Een plechtige uitvaart en Compendium
bijzetting in een priestergraf wees hij af. Uit solidariteit met De toelichting op dit lied zoals die in het Compendium staat,
de 12.000 Rotterdamse joden die na de oorlog niet terug- is van de hand van Naastepad zelf. Die informatie neem ik
keerden, wilde Naastepad in stilte gecremeerd worden. hier over:
Het ontstaan van een paaslied
In 1964 verscheen van Naastepad het boek Op de dorsvloer Het lied dat ik schreef gaat in zeven strofen, naar de zeven
met als ondertitel ‘Toespraken en nieuwe liederen uit het dagen van de voleindigde schepping en van het voldra-
Leerhuis’. Naastepad ging op zoek naar een liturgiebeoefe- gen woord en van het gerijpte zaad; een lied van de grote
ning waarbij de gemeentezang in de landstaal (mogelijk van- Sabbath. Eigenlijk kan het alleen op Pasen en in de week
af het Tweede Vaticaans Oecumenisch Concilie (1962-1965) daarna gezongen worden.
een kans kon krijgen. Het was de overtuiging van Naastepad De 1e strofe gaat over de tuin met het lege graf. Dat graf,
om die vernieuwing van binnenuit gestalte te geven. Naast waar de steen van de mond is weggenomen, is geen
zwijgend graf; de áfwezigheid Christi is daar geen ontken-
ning maar een bevéstiging van Hem. Het graf spréékt en
daarom moeten wij ook onze mond openen.

1Tom Naastepad: Op de dorsvloer (Hilversum-Antwerpen 1964), pag. 161

Liedbespreking2Ignace de Sutter: De dienst van het lied (Brugge 1974) pag. 50

Muziek&Liturgie • Februari 2020 25

2e strofe: ‘de boze woorden’ zijn al die woorden, die Hem Toch heeft Schulte Nordholt ook bedenkingen:
hebben ter dood gebracht: alle leugen, alle schijnheiligheid,
alle valse exegese, alle clichés, alles waarvan de wereld zo Bij 2096, waar hij tekeer gaat tegen ‘alle leugen, alle schijn-
vermoeid wordt en naar adem snakt. heiligheid, alle valse exegese, alle clichés’, enz., denk ik als
3e strofe: het is duidelijk dat de ‘tuin’ ook herinnert aan niet-theoloog: wie zou vaststellen wat vals en echt is? […]
de hof van Eden en aan de engel met het zwaard, die ons Het kerklied bestaat nu juist in de spanning tussen cliché
zoveel leed heeft moeten aanzeggen. en originaliteit, tussen bezielde retoriek en formule.
4e strofe: het ledige graf, die geopende mond, wordt nu
een stem die ons de Schriften verklaart; ‘en begonnen van De originaliteit van dit lied laat zich in strofe 1 vinden in de
Mozes van al de Profeten legde Hij hun uit in al de Schrif- vergelijking van het lege, open graf met de geopende mond.
ten aangaande Hem geschreven was’ (Lucas 24: 27); ‘toen Een soortgelijke vergelijking vinden we in strofe 4: het open
opende Hij hun verstand opdat zij de Schriften verstonden’ graf is als een open boek. Fraaie tegenstellingen creëerde
(Lucas 24: 25). De windsels, die het woord verduisterden, Naastepad in strofe 2: de stilte van de loze woorden tegen-
liggen in de hoek. over de zingende vogels. In strofe 6 plaatst hij het lege graf
5e strofe: deze regels wijzen naar de verschijning waarin de tegenover een mond vol zaligheid. In strofe 5 wordt het graf
Heer de deuren en grendels eenvoudig negeert. Niemand geopend ‘door al de deuren die men sluit’.
houdt Hem meer tegen; niets kan verhinderen dat Hij
beleden wordt. Melodie
6e strofe: het lied keert weer terug maar de tuin: daar Nikolaus Herman (ca. 1480/1500-1561) schreef voor elke
zingen wij van één uit ons midden die gehoorzaamd heeft zondag van het kerkelijk jaar een lied waarin hij de evan-
totterdood. Daarom leeft Hij. Het ledige graf is een dubbel gelieperikoop van die betreffende zondag verwerkte. Vaak
teken: van zijn gehoorzaamheid totterdood en van zijn dichtte Herman vierregelige strofen. Voor dit paaslied echter
leven. voegde hij er een vijfde aan toe die steeds ‘Alleluja!’ uitzong.
7e strofe: een engel heeft het zwaard gevoerd in de tuin en Dit principe nam Naastepad over in zijn contrafact.7
de mens geweerd. Nu vragen wij hem: bescherm ons tegen De melodie van Herman is krachtig en feestelijk. De dorische
ons zelf, want wij zijn de aarde nog niet waard. Hoe zou- melodie opent met drie tonen van dezelfde lengte, gevolgd
den wij ‘de hof dienen en bewaren’ (Genesis 2: 15) als wij door een krachtige kwintsprong. De tweede regel opent met
niet onze broeder hebben bewaard (Genesis 4: 9)? een opwaartse beweging vanuit de dominant naar de bo-
ven-finalis (de grondtoon, maar dan een octaaf hoger). Die
Het is opvallend dat Naastepad in deze compendiumtekst kwart-beweging naar boven voltrekt zich in de vierde regel
vooral dood, graf en oordeel noemt. Het lied is veel lichter nogmaals, maar dan in één sprong. De driedelige beweging
dan dat. Wim Pendrecht3 schreef dat Naastepad iets met bo- van deze melodie draagt bij aan het feestelijke karakter.
men had, wat hij verbond met vogels en zingen. Dat zien we
in dit, maar ook in andere liederen, terug. In de veertien lie- Naastepad maakte zijn teksten vaak op bestaande melodie-
deren die van Naastepad in het Liedboek-2013 staan, treffen ën. In 1968 lag er een voornemen om een bundel contrafac-
we regels aan als ‘en zingen dat uw woorden niet vergaan’ ten te publiceren. Tot een uitgave is het toen niet gekomen.
(Lied 451:5), ‘nachten, zing, God is licht!’ (453:2), ‘de bomen In 1992 werden er opnieuw voorbereidingen getroffen, maar
zingen in de tuin’ (628:1), ‘zingt met de vogels in de lucht’ ook toen kwam het niet tot een uitgave. In een ‘Ten geleide’
(628:2), ‘rest er niets meer dan te zingen’ (769:1). bij die voorziene bundel Contrafacten schreef Naastepad:

Boeiend is een bijdrage van Naastepads tijdgenoot en vriend Het is geen toeval dat ik voornamelijk aansluiting vond bij
Jan Willem Schulte Nordholt (1920-1995) in een feestbun- melodieën uit de Vroeg-Reformatie. Zij waarborgen voor
del4 voor Thomas Naastepad. Hierin schrijft hij: mij de zo nodige continuïteit met ons kerkelijk verleden.
De vijftiende en zestiende eeuw zijn geen tijdperken
Toms eigen inbreng van ideeën en vindingrijkheid en waarmee men gemakkelijk breekt: de kerkelijke muziek,
oprechtheid was zo rijk en origineel, dat wij er een meer- voordien verbonden aan het Latijn, bleek toen daadkrach-
waarde in herkenden, die wij5 dankbaar ontvingen. (...) tig genoeg om ook de volkstaal op dreef te helpen, en zij
Een Schrift-dichter, zeer nadrukkelijk. Bezig met de uitleg werd kerkmuziek: adem van de gemeente! Een specimen
van de bijbel, in lied na lied. (...) van echte traditie: een stap voorwaarts zonder breuk met
het verleden.8 •

Geraadpleegde bronnen:

Ignace de Sutter: De dienst van het lied (Brugge 1974)

Een Compendium van achtergrondinformatie bij de 491 gezangen uit het Liedboek voor de Kerken (Amsterdam 1978)

3‘Ton Naastepad: In memoriam’, in Organist en Eredienst 1996/05
4Vlegels op de dorsvloer, Feestbundel voor Thomas Naastepad (Kampen 1981), pag. 188 e.v.
5‘Wij’ heeft betrekking op de Liedboek-1973-dichters Klaas Heeroma, Jan Wit, Wim Barnard en Jan Willem Schulte Nordholt.
6Lied 628 in Liedboek-2013
7Een contrafact is een bewerking van een lied waarbij deels ook de oorspronkelijke tekst wordt gebruikt.
8Het lied op onze lippen – het complete liedoeuvre van Thomas Naastepad (Kampen 2003), pag. 13 e.v.

26 Jaargang 89 nummer 1

Jeroen de Haan

Lutherse veelheid aan vormen
en stijlen

Dick Troost is in luthers Nederland geen onbekende, wat op zich niet bijzonder is omdat in Nederland de
evangelisch-lutherse kerk niet groot is. Maar ook daarbuiten is Dick Troost bekend als kerkmusicus. Mijn allereerste
ontmoeting met Dick Troost was in 1989 of 1990 waarbij ik even heel even tijdens werkzaamheden aan ‘zijn’ orgel
langskwam en het bespeelde. Vandaag de dag zijn we collega’s die elkaar in de loop van het jaar een paar keer
spreken. Vorig jaar bezocht ik het concert dat hij verzorgde vanwege zijn vijftigjarig jubileum in de evangelisch-
lutherse kerk in Ede. Een kerk die ’s zondags mag rekenen op een goede bezetting en waar de muziek een
vooraanstaande functie heeft. Dick Troost componeerde
de muziekbijlage in dit nummer.

Vorig jaar vierde jij je vijftigjarig jubileum als cantor-
organist in de Evangelisch-Lutherse kerk in Ede. Wat was
je drijfveer om destijds te solliciteren?
Wat mij betreft lag de bakermat van de gemeentezangbe-
geleiding in mijn ouderlijk huis. Hier werd graag en veel
gezongen rondom het harmonium en leerde ik letterlijk en
figuurlijk spelenderwijs mijn oren gebruiken. Een volgende
logische stap werd gezet met het op kerkorgel ondersteunen
van de gemeentezang. Zo kon je mij omstreeks 1965 in Wa-
geningen en omgeving aantreffen in zo’n zes verschillende
kerken. Met mijn benoeming in Ede kreeg ik in 1967 een
vaste plek. Dat de lutherse gemeente mij de verzorging van
de kerkmuziek toevertrouwde –ik was tenslotte ‘pas’ 17 jaar–
vind ik nog altijd opmerkelijk.
Als organist heb ik er altijd naar gestreefd om de gemeente
optimaal te laten zingen. In de begeleidingskunst ben je als
organist als het ware een dirigent die niet met lichaamstaal
maar via klank en timing de zingende gemeente instrueert
en stuurt. Voorwaarde is natuurlijk wel dat zowel gemeente
als organist naar elkaar willen luisteren. Alleen zo kan een
boeiende wisselwerking ontstaan en de samenzang op een
hoger plan worden gebracht. Ik ben dan ook dankbaar voor
de luisterhouding die de Edese lutherse gemeente in de ere-
dienst aan de dag legt waardoor er ruimte wordt gecreëerd
voor een inspirerende dialoog.

Je Edese periode kent een kleine onderbreking van zo’n Dick Troost: ‘Ik ben dankbaar voor de
vier jaar waarin je als cantor-organist de opvolger werd luisterhouding van de Edese lutherse gemeente’ Foto: Jeroen de Haan
van Willem Mudde in de Evangelisch-Lutherse kerk in
Den Haag. Wat heeft die periode je gebracht en wat
deed je besluiten om weer terug naar Ede te keren?

Muziek&Liturgie • Februari 2020 Por tret

27

Met plezier kijk ik terug op mijn Haagse periode. De can- se Kerk o.a. bij examens van de kerkmuzikale vakopleiding
torijpraktijk mocht ik verder uitbouwen en op het fraaie aan de Hogescholen voor de Kunst.
Bätz-orgel gaf ik naast het spelen in de vieringen regelmatig
concerten, al dan niet in samenwerking met het Haags Orgel In de Protestantse Kerk van Nederland heeft in 2013 het
Kontakt waarin ook de organisten van de St.-Jacobuskerk en Liedboek – Zingen en bidden in huis en kerk haar intrede
de Kloosterkerk zitting hadden. Andere activiteiten betrof- gedaan. Ik ben benieuwd naar je visie hierop. Welke
fen radio-, televisie-, plaat- en cd-opnamen. In deze tijd was invloed heeft dit liedboek op de zondagse eredienst in
ik tevens voorzitter van de Orgelfondscommissie die ver- luthers Ede?
schillende activiteiten ontplooide om financieel te kunnen Het klinkt misschien vreemd, maar Liedboek-2013 heeft in
bijdragen aan het onderhoud van het monumentale Bätz- Ede in principe nauwelijks een andere aanpak en invulling
orgel. van de eredienst bewerkstelligd. Reden is dat de lutherse
Nadat orgelrestauratieplannen jarenlang in de la hadden gemeente van oudsher een levendige cantorijpraktijk kent
gelegen, stelde ik een rapport op om tot een eerste restau- met aandacht voor een veelheid aan vormen en stijlen van
ratiefase te komen. Zo werd in 1988 de restauratie van de gemeente- en koorzang, zoals het zingen van antifonen, on-
windladen van het pedaal door orgelmaker Flentrop een feit. berijmde antwoordpsalmen, beurtzangen voor voorganger,
Een gebeurtenis waar ik met veel voldoening op terugzie. cantorij en gemeente, gezongen gebeden, acclamaties, an-
Op je tweede vraag kan mijn antwoord kort zijn omdat die thems, motetten en door de gemeente te zingen canons. Voor
voor een deel de persoonlijke levenssfeer raakt. Na mijn af- dit gevarieerde repertoire putten we naast het gebruikelijke
scheid in 1989 werd de afgelopen dertig jaar door menigeen Liedboek uit andere liedbundels zoals Zingend Geloven, Tus-
dezelfde vraag gesteld; blijkbaar spreekt zo’n positie tot de sentijds, Oud-Katholiek Gezangboek, Gezangen voor Liturgie
verbeelding. Feit is dat in Ede een vacature cantor-organist en vele andere bundels.
ontstond vanwege het overlijden van mijn opvolger destijds.
Zo keerde ik na een sollicitatieprocedure in 1989 terug naar Wat vind jij goede en minder goede kenmerken van het
mijn wortels om zo te zeggen. Liedboek-2013?
Je stelt me een veelomvattende vraag. Een volledig antwoord
Naast je werkzaamheden als cantor-organist heb je overstijgt het kader van dit interview. Daarom beperk ik me
verschillende andere functies bekleed. Onder andere tot een paar losse aspecten die in mij opkomen.
maakte je lange tijd deel uit van de muziekcommissie Het is een goede zaak dat er ruim plaats is voor bijbelse ver-
voor dit blad. Welke functie vond je het leukst of het telliederen, rubrieken rondom eredienst en getijden, gebeds-
meest waardevol? acclamaties en canons. Waardoor heeft de redactie zich bij
Diverse functies en bestuursorganen kwamen op mijn pad de samenstelling laten leiden? In ‘Ten geleide’ lezen we dat
waardoor ik dienstbaar kon zijn aan kerk en samenleving. ‘naast ontwikkelingen in de liturgie, ingrijpende maatschap-
Ondanks hun specifieke verschillen heb ik altijd een ge- pelijke en culturele verschuivingen gedurende de laatste
meenschappelijk uitgangspunt ervaren: de kwaliteitsverbe- halve eeuw een rol hebben gespeeld, zoals ontzuiling, glo-
tering van de (kerk)muziek. In die zin waren alle discipli- balisering en individualisering’. We zien dat ontzuiling met
nes met elkaar verweven en hebben zij invloed uitgeoefend name is terug te vinden in een aantal gedichten dat zowel
op mijn werk als muziekdocent, kerkmusicus, dirigent en binnen de kerk (en binnen verschillende modaliteiten van de
concerterend organist. Daarom vind ik het lastig om er één kerk) als daarbuiten gewaardeerd wordt: o.a. werk van Au-
functie uit te lichten. Als bestuurder voelde ik me als een vis gustinus, Ida Gerhardt en de Poolse dichter Cseslaw Milosz.
in het water onder meer als prae-adviseur kerkmuziek van Het begrip globalisering zien we in de anderstalige liederen
de Lutherse Synode, lid van de Commissie Liturgie en Kerk- uit de kerk wereldwijd: van Engelstalige negrospirituals tot
muziek van de Evangelisch-Lutherse Kerk in het Koninkrijk liederen uit Latijns-Amerika.
der Nederlanden, lid van de Examencommissie Kerkmuziek De individualisering vinden we terug in liederen en teksten
van de PKN, en kerkelijk gecommitteerde namens de luther- die zich minder goed lenen voor gemeentezang. Liederen

28 Jaargang 89 nummer 1

Liedboek-2013 is deze volgorde omgedraaid: ‘zingen en bid-
den in huis en kerk.
Individualisering speelt ook op een ander niveau een rol in
dit liedboek. Het ontgaat mij waarom de melodieën van bij-
voorbeeld Psalm 103, 106 en 113 een toon lager zijn afge-
drukt in vergelijking met de notatie in het Liedboek voor de
kerken. Zou de gemeente met de ‘hoge’ noten van met name
de eerste melodieregel moeite hebben? Ik heb die ervaring
niet. Trouwens, de melodieën van onder meer de Psalmen
97, 149 en Lied 464 tonen toch ook zo’n ‘hoog’ melodisch
verloop? Mijns inziens is het dan ook spijtig dat de redac-
tie op ogenschijnlijk willekeurige gronden de gemeente een
toontje lager laat zingen.
Naast de in Liedboek-2013 verspreid staande canons mis
ik de canonaanduiding bij enkele strofeliederen. Lied 463
kan immers als tweestemmige canon gezongen worden
door vrouwenstemmen (eerste groep) en mannenstemmen
(tweede groep), die dan een maat na elkaar inzetten. Wan-
neer men vanaf strofe 6 de canon laat beginnen wordt de
kyrietekst daar muzikaal functioneel onderstreept. Dezelfde
melodie vinden we bij Lied 993, dan vanaf strofe 5 in canon
te zingen: ‘Israël, Egypte, stem en tegenstem, …’. Zo had men
ook de Tallis-canon bij avondlied 243 kunnen aangeven.
Een laatste opmerking: wanneer je in het Liedboek voor de
kerken moet omslaan, is steevast de melodie opnieuw afge-
drukt. Dat principe (lees: leessteuntje) is in Liedboek-2013
helaas verlaten – waarschijnlijk wegens ruimtegebrek. Wat
mij betreft was er ruimte gecreëerd door het aantal nietge-
schikte gemeenteliederen te verminderen of achterwege te
laten.

‘De internationaal brede blik van de lutherse kerk betekent voor de PKN een De lutherse kerk maakt deel uit van de Protestantse
verrijkende factor’, aldus Dick Troost. Foto: Jeroen de Haan Kerk in Nederland. In ledental is de lutherse kerk het
kleinste deel binnen de fusie. Waarin denk je dat de
voor ‘huis’ dus, en niet voor ‘kerk’. Voorbeelden zijn Lied lutherse kerk in Nederland juist groot(s) is?
139b en Lied 891. In dit verband is het opmerkelijk dat het De evangelisch-lutherse kerk heeft van meet aan contact on-
onderschrift bij het Liedboek voor de kerken uit 1973 luidde: derhouden met de lutherse wereldkerk. Deze internationaal
‘Psalmen en Gezangen voor de Eredienst in kerk en huis’; in brede blik maakt de lutherse kerk ‘groot’ en betekent voor
de PKN een verrijkende factor. Daarnaast zingen en musi-
ceren lutheranen dat het een lieve lust is, niet als aangenaam
tijdverdrijf maar als bijbelse opdracht en levensvoorwaarde.
De bijbel is immers vol van de lofzang die de psalmist doet
zingen: ‘Ik zal de Ene loven in mijn leven, musiceren voor
mijn God, zolang ik besta’ (Psalm 146: 2). •

Muziek&Liturgie • Februari 2020 29

30 Jaargang 89 nummer 1

Willem Jan Cevaal

Re-constructie of re-creatie?

De Notre-Dame te Parijs

Een paar maanden geleden stond ik in hartje Parijs aan de oevers van de Seine. Aan de overkant rees de zwaar
gehavende Notre-Dame op. Met de beelden van het onvoorstelbare inferno nog op mijn netvlies keek ik naar de
verwoestingen. Dat het interieur en het machtige Cavaillé-Collorgel de vuurzee redelijk hebben doorstaan, mag een
godswonder heten. Tekenen van herstel waren nog nauwelijks zichtbaar. De werkzaamheden leken vooral bedoeld
om verder verval van deze kathedraal der kathedralen te voorkomen.

De brandweer was nog niet klaar met nablussen toen de ma’s als klimaat en milieu. Verder valt een voorkeur op
Franse president Macron aankondigde dat de Notre-Dame voor het gebruik van glas. Wat te denken van een dak van
binnen vijf jaar zou worden herbouwd. Rijke geldschieters gerecycled oceaanplastic of van gebrandschilderd glas?
kwamen over de brug met astronomische bedragen. Maar Het meest tot de verbeelding sprekende ontwerp komt
hoe herbouw je zo’n icoon? Er zijn voorbeelden genoeg. wat mij betreft van het Parijse architectenbureau Studio
Denk aan Coventry, waar naast de ruïne van de in 1940 NAB. Met glazen panelen in plaats van dakpannen willen
gebombardeerde kathedraal een modern kerkgebouw zij een plantenkas laten verrijzen bovenop de gewelven
verrees. Of aan Dresden, waar in 2005 een reconstructie van de Notre-Dame. De verbrande eiken spanten zullen
van de in 1945 verwoeste Frauenkirche werd heropend. als ‘stigmata’ worden verwerkt tot plantenbakken. De
Tussen die twee polen beweegt de discussie rond de No- nieuwe spits zal plaats bieden aan bijenkasten, een sym-
tre-Dame: re-constructie of re-creatie. bolisch eerbetoon aan de nijvere werkers die de kathe-
Daags na het inferno schreef de Franse premier een ont- draal ooit bouwden.
werpwedstrijd uit. Die spitste zich toe op de ingestorte Er zal nog heel wat water door de Seine moeten stro-
vieringtoren, een toevoeging uit de negentiende eeuw. men voordat er een definitief besluit over de herbouw
Vanuit de hele wereld stroomden de ideeën binnen, het wordt genomen. De door Macron genoemde periode van
ene wat realistischer dan het andere. De kans op een gi- vijf jaar lijkt dan ook een utopie. Maar de Notre-Dame zal
gantisch zwembad bovenop de Notre-Dame lijkt me vrij- hoe dan ook herrijzen. Een goede reden om over pakweg
wel nihil. Gelukkig zijn er ook minder absurde plannen. een jaar of vijftien opnieuw af te reizen naar de Franse
Veel ontwerpers lieten zich inspireren door actuele the- hoofdstad. •

Foto’s: Studio NAB (boven) en AJ6 Studio (onder)

Muziek&Liturgie • Februari 2020 Verbeelding

31

Willem Jan Cevaal

Een Duitse componist in Deense d

Johann Adolph Scheibe

De geschiedenis van de Deense kerk is nauw verbonden met die in Duitsland. Datzelfde geldt ook voor de
kerkmuziek. Denemarken werd in 1536 officieel protestant. In de periode die volgde werd de rooms-katholieke
liturgie langzaam maar zeker vervangen door de Duits-lutherse liturgie. Deense componisten waren er in deze
periode niet of nauwelijks, muziek werd veelal geïmporteerd vanuit Duitsland. Het bood Duitse componisten de
mogelijkheid om emplooi te vinden bij hun noorderburen. Een van hen was de in Leipzig geboren Johann Adolph
Scheibe (1708-1776), die decennialang in Denemarken woonde en werkte.

Dit verhaal begint op 14 mei 1737 met de verschijning van (De heer ... is uiteindelijk ... de belangrijkste onder de
de zesde aflevering van Der critische Musicus. De op dat muzikanten. Hij is een buitengewone kunstenaar op het
moment in Hamburg woonachtige Johann Adolph Scheibe klavier en op het orgel en er is er op dit moment maar
was eerder dat jaar met de uitgave van een soort muziektijd- één waarmee hij kan wedijveren. Ik heb deze grote man
schrift begonnen. Het was zijn bedoeling om op enigszins verscheidene malen horen spelen. Zijn vaardigheid is
kritische wijze over muziek te schrijven, wat op dat moment verbazingwekkend, en je kunt nauwelijks begrijpen hoe
een tamelijk onontgonnen terrein was. Scheibe had via via het mogelijk is, dat hij zijn vingers en voeten zo wonderlijk
een brief ontvangen van ‘ein geschickter
Musicant’, waarin deze op kritische wijze en behendig kan sluiten en spreiden,
een aantal componisten tegen een licht en zo de grootste sprongen kan maken,
houdt. Ideale content dus voor Der cri- zonder een enkele foute toon te spelen of
tische Musicus. De namen van zowel de door zo’n heftige beweging het lichaam te
briefschrijver zelf als van de besproken verdraaien.)

componisten blijven in het verborgene. De brief deed veel stof opwaaien, vooral
Als Scheibe van tevoren had geweten hoe in Leipzig. Voor een aantal lezers was het
explosief de inhoud van deze brief zou onmiddellijk duidelijk dat het hier om
zijn, dan had hij zich waarschijnlijk wel niemand minder ging dan om Johann
twee keer bedacht voordat hij tot publi- Sebastian Bach. De kring van bewonde-
catie was overgegaan. Helaas voor Schei- raars rond de Thomascantor wond zich
be waren er oplettende lezers die in ieder enorm op over de inhoud van de brief.
geval de naam van één van de besproken Omdat niet duidelijk was wie de brief
componisten wisten te achterhalen. Ze geschreven had, stortten ze zich op de
deden dat op basis van deze tekst: Paneel met portretje van Johann Adolph boodschapper: hun oud-stadsgenoot Jo-
Scheibe. Collectie Sorø hann Adolph Scheibe. Hij moest onscha-

Der Herr … ist endlich … der Vornehmste unter den Mu- delijk worden gemaakt.

sicanten. Er ist ein ausserordentlicher Künstler auf dem Scheibes jonge jaren
Clavier und auf der Orgel und er hat zur Zeit nur einen Johann Adolph Scheibe was op 5 mei 1708 in Leipzig geboren
angetroffen, mit welchem er um den Vorzug streiten kan. als zoon van de gerespecteerde orgelmaker Johann Scheibe.
Ich habe diesen grossen Mann unterschiedene mahl spielen Bach en Scheibe sr. waren goede bekenden, een aantal door
hören. Man erstaunet bey seiner Fertigkeit, und man kan Scheibe gebouwde orgels werd door Bach gekeurd. Op zes-
kaum begreifen wie es möglich ist, daß er seine Finger jarige leeftijd raakte de jonge Johann Adolph blind aan zijn
und seine Füsse so sonderbahr und so behend in einander rechter oog als gevolg van een ongeval in de werkplaats van
schrenken, ausdehnen, und damit die weitesten Sprünge zijn vader. Scheibe ging naar de bekende Nikolai-Schule in
machen kan, ohne einen einzigen falschen Thon einzumi- zijn woonplaats. Waarschijnlijk leerde zijn vader hem kla-
schen oder durch eine so heftige Bewegung den Körper zu vier spelen, er zijn geen aanwijzingen dat Scheibe bij Bach
verstellen.

32 Jaargang 89 nummer 1

dienst

in de leer ging. Scheibe vervolgde zijn opleiding aan de uni- Bach zijn geweest omdat deze hem de organistenpost van de
versiteit. Helaas moest hij zijn studie al snel afbreken van- Nicolaikirche zou hebben onthouden. Scheibes kritiek was
wege financiële tegenslagen. Scheibe stortte zich daarom op dus ingegeven vanuit rancune. Opnieuw moest Scheibe in de
het bestuderen van historische muziektraktaten, kennis die verdediging. De bewuste auditie had al in 1729 plaatsgevon-
hem later zeer goed van pas zou komen. Hij solliciteerde met den. Zou hij Bach twee jaar later om een positieve beoorde-
succes naar organistenposten in Leipzig, Praag, Gotha, Son- ling hebben gevraagd als hij zo weinig waardering voor hem
dershausen en Wolfenbüttel. In 1735 vertrok hij naar Ham- had – een beoordeling die Bach hem zonder problemen had
burg, waar hij al snel zijn draai vond. Hij verdiende de kost gegeven? Kortom, van enige rancune was geen sprake.
onder meer met het geven van muziekles. En in 1737 startte Het hele verhaal bleef Scheibe achtervolgen. Hij was de-
hij dus met de uitgave van de reeks Der critische Musicus. gene die het had gewaagd om het talent van de grote Bach
Kritiek op Bach ter discussie te stellen. De doodsteek kwam uiteindelijk in
Terug naar de brief die zoveel stof deed opwaaien in Schei- het tweede deel (1880) van de gezaghebbende Bach-biografie
bes geboorteplaats. Voor zover bekend heeft Bach zelf nooit van Philipp Spitta, waarin de hele geschiedenis van de mis-
op de inhoud gereageerd. Het was vooral Johann Abraham gelopen organistenbenoeming nog eens werd opgerakeld:
Birnbaum, hoogleraar retoriek aan de universiteit van Leip-
zig, die het opnam voor de Thomascantor. Er ontspon zich Scheibe war ein junger Mann von Kenntnissen, Scharfsinn
een discussie op papier, waarbij de argumenten over en weer und schriftstellerischem Talent, aber nur ein mäßiger
gingen. En waarbij Scheibe dus verantwoordelijk werd ge- praktischer Musiker. Jedermann in Leipzig wußte, daß
houden voor een passage die hij waarschijnlijk niet zelf ge- sein Probespiel behufs Erlangung der Organistenstelle an
schreven had. Zo stond in de brief onder meer dat Bachs der Nikolaikirche keine Gnade vor Bachs Urtheil gefunden
vocale muziek veel te ingewikkeld was. Het was bijna on- hatte, und die übelsten, wenngleich gewiß übertriebenen
uitvoerbaar. Birnbaum vond het onzin dat Bach zich moest Gerüchte liefen über dasselbe um. Scheibe war eine ehrgei-
aanpassen aan het niveau van zijn musici. Als Bach in staat zige und eifersüchtige Natur. Er hatte seitdem gegen Bach
was om zijn eigen meerstemmige klavierwerken foutloos te agitirt, und eine Strömung hervorgerufen oder doch sicher
spelen, dan moesten zijn koorleden toch wel in staat zijn om befördert, wider die schon im Jahre 1731 Bach und seine
één enkele partij met enige voorbereiding goed te zingen? Anhänger sich in ihrer Art zur Wehre setzten.
Voor Birnbaum was het duidelijk: het probleem lag bij de (Scheibe was een jonge man van kennis, vindingrijkheid en
uitvoerenden, en niet bij de componist. literair talent, maar slechts een matig uitvoerend musicus.
In zijn verdediging liet Scheibe niet na om de grootsheid van Iedereen in Leipzig wist, dat zijn proefspel voor de post van
Bach te onderschrijven. Het was helemaal niet zijn bedoeling organist van de Nikolaikirche geen genade had gevonden
geweest om met het publiceren van de brief Bach op wat voor voor het oordeel van Bach, en de ergste, maar vast en zeker
manier dan ook te beschadigen. Een ander pijnpunt voor overdreven geruchten deden daarover de ronde. Scheibe
Birnbaum en consorten was het feit dat Bach in de bewuste was ambitieus en jaloers van aard. Sindsdien heeft hij
brief onder de categorie ‘Musikanten’ werd geschaard. Dat tegen Bach geageerd en een stroming op gang gebracht of in
was echt een devaluatie van de grote componist, vonden ze. ieder geval gepromoot waartegen Bach en zijn volgelingen
Bach was geen muzikant, maar een musicus. Scheibe verde- zich al in 1731 hadden verdedigd.)
digde zich door te stellen dat hij dit vooral een semantische
discussie vond. Het was nooit zijn bedoeling geweest om met Hiermee was het oordeel over Scheibe definitief geveld. Ie-
het gebruik van het woord ‘Musikant’ het talent van Bach mand die het had gewaagd om Bach aan te vallen, kon nau-
ter discussie te stellen. Alle verdediging mocht niet baten. welijks serieus worden genomen.
Deze criticus moest de mond worden gesnoerd. Het doel
van Birnbaum leek niet langer om Bach te verdedigen, maar Overstap naar Denemarken
om Scheibe in diskrediet te brengen. Scheibe zou boos op Terug naar het Hamburg van 1739, waar Scheibe probeerde
een bestaan op te bouwen. De stad bracht hem echter niet

Muziek&Liturgie • Februari 2020 Cantatereeks
33

het succes waarop hij had gehoopt. Enigszins teleurgesteld Muziekleraar in Sønderborg
verliet Scheibe de Hanzestad om zijn geluk te beproeven aan Helaas voor Scheibe kwam aan deze periode van voorspoed
het hof van Friedrich Ernst, de markgraaf van Brandenburg- al snel een einde. Zijn beschermheer koning Christiaan VI
Kulbach. Als zwager van de Deense koning Christiaan VI overleed in 1746. Scheibe componeerde nog wel de rouw-
had Friedrich Ernst nauwe banden met het hof in Kopenha- cantate Klage-Sang over Kong Christian den Siette. Het werk
gen. Toen er vanwege de opening van de herbouwde Chris- werd dat jaar diverse malen uitgevoerd in de slotkapel. Schei-
tiansborg en de bijbehorende slotkapel een componist nodig be componeerde nog een tweede cantate, getiteld ‘Christiaan
was, reisde Scheibe naar de Deense hoofdstad. Toen hij eind VI werd opgevolgd door zijn zoon Frederik V. De periode
oktober 1740 aankwam, had hij nog een paar weken de tijd van culturele soberheid was voorbij, de nieuwe koning liet
om een feestelijke cantate te componeren. De uitvoering van een frisse wind waaien door de Deense hoofdstad. De the-
de Cantata ved den nye Slots-Kirkes Solenne Indvielse op 17 aters werden heropend, en de opera deed opnieuw zijn in-
november 1740 werd een groot succes, het Deense konings- trede. Tot groot verdriet van Scheibe was dat niet de Duitse,
paar was zo onder de indruk dat maar de Italiaanse opera. In 1747
ze Scheibe de vacante post van kwamen Italiaanse gezelschappen
kapelmeester aanboden. Schei- in Kopenhagen aan. Scheibe moest
be besloot op dit aanbod in te er weinig van hebben en hij kwam
gaan, en vestigde zich in Dene- dan ook regelmatig in aanvaring
marken. met de musici. Dit werd hem niet
De Deense koning Christaan in dank afgenomen, en in juli 1748
VI (1699-1746) drukte een be- werd hij op een zijspoor gezet. Hij
langrijk stempel op de Deense kreeg nog wel een jaarlijkse uitke-
cultuur. Vanwege zijn uiterst ring van 400 rijksdaalder. Zijn post
piëtistische geloofsopvatting als kapelmeester werd overgeno-
waren tijdens zijn regeerperiode men door Paolo Scalabirni. Samen
komedianten en goochelaars met zijn vrouw Ilsabe en hun zoon
verboden. Ook het uitvoeren Christian Friedricht vertrok Schei-
van opera’s viel onder dit ver- be naar Sønderborg, waar hij een
bod. Het bood Scheibe de gele- muziekschool begon.
genheid om zich te richten op
kamermuziek en kerkmuziek. Terug naar Kopenhagen
Mede onder invloed van Schei- Ondanks de grote afstand hield
be ontwikkelde zich in Kopen- Scheibe contact met de Deense
hagen een passionen-traditie. hoofdstad en bleef muziek compo-
Op 27 maart 1742 schreef hij neren voor speciale gebeurtenissen.
een brief aan een goede vriend Portret van koning Christian VI van Denemarken (1699-1749) Toen de populaire koningin Louise
in Leipzig, waarin hij meldde eind 1751 overleed, schreef hij op
dat zijn Passions-Cantate voor het eerst was uitgevoerd in verzoek van ‘Det musikalske Selskab’, de opvolger van de
de koninklijke kapel. Het ging om de cantate Gottselige Ge- ‘Musikalske Societeit’, de Deenstalige cantate met de Itali-
danken bey dem Krueze unsers Erlösers. Volgens Scheibe aanse titel Musica per l’eseqvie di Louisa regina di Danemar-
was het de eerste keer dat dergelijke muziek in Kopenhagen ca. Ter gelegenheid van de elfde verjaardag van kroonprins
klonk. Wellicht was dit de aanleiding voor de oprichting Christiaan componeerde Scheibe begin 1760 de wereldlijke
van de zogeheten ‘Musikalske Societeit’ in 1744. Een groep cantate Die Patrioten. Anders dan de Duitse titel doet ver-
enthousiaste musici voerde daar kerkmuziek uit van onder moeden, was ook dit een cantate op Deense teksten. De uit-
meer Telemann, Hasse en Graun. Tijdens de vastenperiode voering in het koninklijk paleis, waarbij de kroonprins zelf
van 1746 stond opnieuw een Passions-Cantate van Scheibe aanwezig was, verliep zeer succesvol. Als dank kreeg Scheibe
op de lessenaar, getiteld Thränen der Sünder bey dem Kreuze een gouden doosje, zijn zoon ontving een geldbedrag.
Ihres Erlösers. Een jaar later volgde Gudelige Tanker over vor Uiteindelijk keerde de familie Scheibe in 1761 terug naar Ko-
Frelseres Lidelse. Van deze cantates, ook wel aangeduid als penhagen. In januari 1766 componeerde Scheibe de begrafe-
oratoria, alleen het libretto bewaard gebleven. nismuziek van Frederik V, de koning die hem een kleine twee

34 Jaargang 89 nummer 1

Gezicht op koninklijk paleis Christiansborg. Afbeelding uit Den Danske Vitruvius I, 1746

decennia eerder zijn congé had gegeven. De jonge dichter Jo- mate worden gebruikt. Vrolijke teksten moeten ondersteund
hannes Ewald schreef de tekst van deze Trauerkantata. Het worden door sterke, volle harmonieën. Daarmee wordt de
werk bleek een groot succes. Scheibe vroeg Ewald daarom in toehoorder volgens Scheibe aangemoedigd tot een heilig
1768 of hij een nieuwe tekst wilde schrijven op de bestaande nadenken. De muzikale uitdrukking van gevoelens als ver-
noten, zodat het in de vastentijd kon worden uitgevoerd. De driet, verbazing, schrik, vrees, angst, leed en rouw vragen
samenwerking leidde tot een vrijwel geheel nieuwe Passions- het uiterste van de componist. De luisteraar kan op die
Cantata, getiteld Vor harpe er bleven til Sorrig (‘Onze harp is manier zijn eigen situatie en fouten onderzoeken. Over de
bedroefd geworden’). Hierin was slechts een klein deel van aria merkt hij onder meer op dat de componist zich dient te
de oorspronkelijke Trauerkantata verwerkt. Ewald baseerde onthouden van lange coloraturen. Een afwisseling in instru-
de tekst niet op de Bijbel, maar hij volgde zijn eigen gevoel. mentatie kan de tekst dan wel weer ondersteunen. Recitatie-
Wat dat betreft vertoont het veel overeenkomsten met Der ven in de kerk dienen volgens Scheibe gezongen te worden;
Tod Jesu, een tekst van Karl Wilhelm Ramler op muziek ge- gesproken recitatieven horen alleen in het theater thuis. Wat
zet door onder meer Graun en Telemann. volgens Scheibe ook ongepast is in de kerk, zijn de wellust en
Scheibe over de cantate het enthousiasme die met de Italianen de Duitse godshuizen
Voordat we verder ingaan op deze Passions-Cantata eerst zijn binnengekomen. Het dansante, veerkrachtige karakter
even een kort intermezzo. In de zeventiende aflevering van daarvan is al niet geschikt voor het theater, laat staan voor
Der critische Musicus schreef Scheibe zelf een kleine verhan- de kerk. Aan het slot van zijn artikel verzucht Scheibe:
deling over de cantate. Hierin legt hij uit aan welke voor-
waarden een goede cantate zou moeten voldoen. Scheibe O! wenn doch alle Componisten, die die Geheimnisse des
benadrukt dat de tekst van een cantate niet zo ‘frey und lus- höchsten besingen wollen, durch eine heilige Ehrfurcht
tig’ moet zijn als teksten die in het theater worden gebruikt. angetrieben würden, sich so auszudrücken, wie es unserer
In de kerk moeten gevoelens van vreugde en verlangen met allerheiligsten Religion gemätzt ist, und wie es die unbe-
greiflichen Geheimnisse mit sich bringen.

Muziek&Liturgie • Februari 2020 35

(O!, als toch alle componisten die de geheimen van het
allerhoogste willen bezingen, werden gedreven door een
heilig ontzag, zich zo zouden uitdrukken zoals het past
bij ons allerheiligste geloof, en hoe de onbegrijpelijke
geheimen daarmee samenhangen.)

Passions-Cantata is duidelijk galant, eenvoudig maar effectvol, en doet denken
Terug naar de praktijk, Scheibes Passions-Cantata. Het aan de vocale werken van Carl Philipp Emanuel Bach. En
werk telt negentien onderdelen, verdeeld over drie delen. dan is niet zo gek, want Scheibe en de tweede zoon van Bach
In het eerste deel staan het lijden en sterven van Christus waren tijdgenoten.
centraal. De twee overige delen behandelen de beteke- Generatiekloof
nis daarvan voor de mensheid. De cantate is opgebouwd Via deze laatste constatering komen we nog even terug op
uit een afwisseling van koorgedeeltes, recitatieven, aria’s de felle polemiek die ontstond naar aanleiding van de ano-
en arioso’s. De instrumentale bezetting bestaat uit violen, nieme brief in Der critische Musicus. Tegenwoordig wordt er
altviolen, twee traverso’s, twee hobo’s, twee hoorns en con- met iets meer distantie naar de inhoud daarvan gekeken. In-
tinuo. Naar believen kunnen nog drie trompetten en pau- middels is wel duidelijk dat de publicatie niet was ingegeven
ken worden toegevoegd. Het vocale aandeel wordt gevormd door rancune. Waarschijnlijk heeft het veel meer te maken
door een vierstemmig koor en drie solisten. Een langzaam met een veranderende muziekesthetiek. Dat Bach een groot
openingskoor, adagio lamento, zet de toon van de cantate. componist was, werd door niemand in twijfel getrokken; ook
Daarna volgt een afwisseling van arioso’s, aria’s en recitatie- niet door Scheibe. Maar gedurende de periode waarin deze
ven en koorgedeeltes. Het smartelijke karakter van de Pas- affaire speelde, begon de muzikale smaak te veranderen. De
sions-Canata wordt onderstreept door tempoaanduidingen barok van Bach senior maakte plaats voor de empfindsame
als ‘adagio lamento’, ‘poco adagio e languido’, ‘affettuoso’ stijl van Bach junior. Uit zijn muziek blijkt dat Scheibe een
en ‘larghetto e pomposo’. Scheibe maakt regelmatig gebruik aanhanger was van die nieuwe stijl. Het is dus niet onaan-
van muzikale tekstuitbeelding; soms subtiel, soms overdui- nemelijk dat een gapende generatiekloof de aanleiding was
delijk. Het verminderde septiemakkoord klinkt regelmatig voor de felle polemiek tussen Scheibe en Birnbaum. Helaas is
om de dramatiek van de tekstinhoud te onderstrepen. Een Johann Adolph Scheibe daar het slachtoffer van geworden.
fraai staaltje klankschildering vinden we in deel 13, waar- Scheibe overleed op 22 april 1776 in Kopenhagen en raakte
van de tekst begint met de duistere woorden ‘Diep onder de in de vergetelheid. Veel van de kerkmuziek die hij in Duits-
chaos zijn donkere gaten, waar de zonde zich wanhopig ver- land componeerde, waaronder cantates en oratoria, is in de
bergt in kwellingen.’ In de muziek ondersteunt Scheibe deze loop van de tijd verdwenen. Bij de brand die de Christians-
zinsnede met een chromatisch dalende lijn, unisono in de borg in 1794 in de as legde, ging veel muziek uit Scheibes
strijkers en continuo, voorzien van een gepuncteerd ritme, Deense periode verloren. Pas zeer recent komt er vooral in
gevolgd door een aantal verminderde drieklanken (zie mu- Denemarken meer aandacht voor zijn werk als componist,
ziekvoorbeeld rechtsboven). theoreticus en criticus. •
Scheibe houdt zich aan veel van de criteria die hij heeft be-
schreven in Der critischer Musicus. Hij behandelt te teksten
van de solopartijen hoofdzakelijk syllabisch, met her en der
een melisma. Langere, colaratuurachtige passages ontbre-
ken. De zetting van de koorgedeeltes is over het algemeen
homofoon, met hier en daar wat fugatische passages. De stijl

Gebruikte literatuur

Buelow, George J., ‘In Defence of J. A. Scheibe against J. S. Bach’, in Proceedings of the Royal Musical Association vol. 101 (1974/75), p. 85-100.
Eaton, John Wallace, The German Influence in Danish Literature in the Eighteenth Century (Cambridge 2015).
Hauge, Peter, ‘Johann Adolph Scheibe (1708–76) and Copenhagen‘, in Fund og forskning i det Kongelige Bibliotheks samlingen 50 (2011), p. 315-343.
Jerold, Beverly, ‘The Bach-Scheibe Controversy: New Documentation’, in Bach vol. 42/1 (2011), p. 1-45.
Moonen, Marie, De Scheibe-Bach-controverse. Onpartijdige bemerkingen bij een passage in Johann Adolph Scheibes Critischer Musikus (Leuven 2013).
Reichel, Eugen, ‘Gottsched und Johann Adolph Scheibe‘, in Sammelbände der Internationalen Musikgesellschaft vol. 2/4 (1901), p. 654-668.

36 Jaargang 89 nummer 1

Sebastiaan ’t Hart

Drie cd’s met
Nederlandse kerkmuziek

Met een bijna jaarlijkse frequentie brengt de Stichting Nieuwe Kerkmuziek een cd uit in de serie ‘Vocale
Kerkmuziek’. Op ieder schijfje is een bloemlezing uit het werk van een Nederlandse componist van kerkmuziek te
beluisteren. De eerste in deze reeks verscheen in 2010 en bevat werk van Kees van Eersel. De achtste en (voorlopig)
laatste cd werd afgelopen najaar uitgebracht.

De cd’s zijn stuk voor stuk verzorgd uitgegeven en voor- Wat Peter Sneep heel goed kan, is melodieën schrijven. Me-
zien van een boekje met de teksten van de gezongen mu- lodieën die geworteld zijn in de traditie van de protestantse
ziek, enkele biografische gegevens en een toelichting van de gemeentezang, maar ook vaak een verrassende wending be-
componist zelf. De opnames zijn van hoge kwaliteit en ge- vatten. Ze zijn voor een geoefende gemeente goed zingbaar,
maakt door Ronald Veerman en, in enkele gevallen, Studio maar ook weer niet te gemakkelijk. Een groot deel van de
Cor Brandenburg en Eduard van Maanen. De cd’s zijn voor cd bestaat uit nieuwe liederen die door Sneep van een me-
€15,00 (donateursprijs) of €18,50 verkrijgbaar bij de Stich- lodie voorzien zijn. En passant krijg je zo een indruk van
ting Nieuwe Kerkmuziek. Hieronder volgt een bespreking wat er aan kerkliederen verschenen is na of naast het Lied-
van de drie laatst verschenen cd’s. boek-2013, onder andere voor gebruik in de kerken waar Pe-
ter Sneep organist is. Een van deze kerken is de vrijgemaakte
Peter Sneep, Vocale kerkmuziek (dubbel-cd) kerk De Kandelaar te Amersfoort. Nogal eens is een lied ge-
maakt voor een speciale gelegenheid, zoals een jubileum of
CD 1: Christelijk Vocaal Ensemble Marcantus o.l.v. Arjen een verjaardag, maar bleek het ook geschikt voor liturgisch
Uitbeijerse gebruik. Een mooi voorbeeld hiervan is Tijd van leven van
Rien Donkersloot, orgel Hans Werkman. Hij schreef dit lied voor de verjaardag van
CD 2: Improvisaties door Gerben Mourik, orgel zijn vrouw, en korte tijd later werd het in de oudejaarsdienst
in De Kandelaar gezongen.
Naast liederen zijn er zeven toonzettingen van psalmen uit
de Nieuwe Bijbelvertaling (2004) te beluisteren, alsmede en-
kele verzen voor getijdevieringen. Bij elk werk is een kort
commentaar van de componist in het begeleidende boekje
te lezen. Daarin vermeldt hij bijvoorbeeld wanneer en hoe
een lied is ontstaan. Soms zijn Sneeps opmerkingen droog-
komisch: ‘Psalm 131 is misschien wel de tederste Psalm.
Maar ook weer een hele vreemde. Wie begint nu een lied
met te melden dat hij niet hooghartig is?’ Van de zeven
NBV-psalmen trof mij met name Psalm 58. Deze is getoon-
zet als een anglicaanse chant, met een chromatisch dalende
bas en een opvallend hoge sopraanpartij. Zo komt de tekst
diep binnen!
De uitvoering door Christelijk Vocaal Ensemble Marcantus
onder leiding van Arjen Uitbeijerse en organist Rien Don-
kersloot is van hoog niveau. De cd is opgenomen in de Sint-
Lambertuskerk in Rottterdam. Deze kerk heeft een mooie
akoestiek, en vooral: een fraai Maarschalkerweerd-orgel,
dat zich uitstekend leent voor koorbegeleiding.
Een gewaardeerde bonus is de cd met improvisaties op me-
lodieën van Peter Sneep en anderen door Gerben Mourik op
het fraaie Adema-orgel in de St.-Josephkerk te Haarlem.

Bespreking

Willem Blonk, Vocale kerkmuziek ren van Bernard Huijbers.
De cd laat goed horen wat een creatieve omgang met klas-
Projectkoor o.l.v. Willem Blonk sieke liturgische teksten aan moois kan opleveren, als tek-
Frank den Herder, piano sten, muziek en uitvoering van hoog niveau zijn. Voorbeel-
Andries Stam, orgel den hiervan zijn de Kyrielitanie Ontferm u over de aarde (LB
Overige musici: Charlotte Potgieter (viool), Cora Gree- 330c) en het Glorialied Gloria, ere wie ere toekomt. In beide
venbosch (fluit) en Ricardo Oliveira (slagwerk) gezangen hebben kinderen een belangrijke rol. Dat is ook op
de cd te horen: enkele jeugdige voorzangers zingen loepzui-
Deze cd biedt een inkijkje in de veelzijdige kerkmuzikale ver de voorzangdelen van de Kyrielitanie.
praktijk in de Open Hof in Rotterdam-Ommoord. Aan deze Groot opgezette composities zijn Niet voorgoed verloren, een
kerk is Willem Blonk al sinds zijn conservatoriumtijd ver- bespiegeling op de drieslag gerechtigheid, vrede en heelheid
bonden als cantor-organist. Onder zijn leiding wordt aanste- van de schepping; De zeven brieven op teksten uit Openba-
kelijk en op hoog niveau gemusiceerd, getuige deze geluids- ring, een Nederlandstalig Magnificat en Verblijdt u, op basis
drager. Al bij het openingsgezang, Zend uw geest (Lied 698 van het gelijknamige lied van Willem Barnard (LB 450) en
in het Liedboek), krijg je zin om mee te doen. De korte tekst Psalm 37. De laatstgenoemde compositie bevat een veelei-
wordt een aantal keer herhaald, en heeft een rolverdeling sende orgelpartij en biedt ook ruimte aan koorimprovisatie.
voor koor en allen. Als je dit (bijvoorbeeld) als openingszang Ook Psalm 138, vrij, op tekst van Huub Oosterhuis, is fees-
in een pinksterviering zingt, is de toon gezet. telijk en groot van opzet. Deze compositie heeft de vorm van
Het eerste werk is meteen ook het kortste. Als het om litur- een antwoordpsalm. Het refrein ervan zal bij kenners van
gische muziek gaat, houdt Blonk van grote vormen, waarin het Geneefse Psalter herkenning oproepen, dit is deels geba-
koor, gemeente en vaak ook solisten een aandeel hebben. ‘Je seerd op de Geneefse melodie van de psalm. Bijzonder is de
belééft dan samen iets!’, zegt hij in het begeleidende boekje. vioolpartij, die werkelijk prachtig wordt vertolkt door Char-
In hetzelfde mini-interview gaat hij ook in op zijn muzi- lotte Potgieter. Mede hierdoor krijgt de psalm een levendig,
kale voorbeelden. Die zijn talrijk: de Duitse Orgelbewegung, expressief karakter.
Franse componisten (vooral Messiaen) en de ‘ijzer- en staal-
muziek’ van Prokoviev. Daarnaast meen ik de invloed te ho- Aart de Kort, Vocale Kerkmuziek

Thuredrecht Cantorij o.l.v. Frans Huijts
Aart de Kort, orgel

Een ‘ware tovenaar met akkoorden’ wordt Aart de Kort ge-
noemd in het cd-booklet, en dat is hij. Zijn muziek heeft ka-
thedrale allure en is deels ook ontstaan binnen zijn eigen ka-
thedrale praktijk. De Kort is als organist verbonden aan de
Kathedraal Laurentius & Elisabeth te Rotterdam en de OLV
van Goede Raad-kerk te Den Haag. Zijn muzikale voedings-
bodem is rijk. Hij zegt zelf in het bijzonder geïnspireerd te
zijn door de muziek van de anglicaanse kerk, waarin hij een
fraaie mix hoort van romantiek en melodische inventie,
soms ook van folkore en jazz. Ook is hij hoorbaar beïnvloed
door Franse componisten als Maurice Duruflé en de Neder-
landse kathedrale muziek uit de twintigste eeuw. Wie zon-
der voorkennis naar De Korts muziek luistert, zal moeilijk
kunnen raden dat het om Nederlandse muziek gaat, behalve
natuurlijk waar Nederlandse teksten zijn gebruikt.
De cd opent met een mooie kruisbestuiving van protestantse
en katholieke kerkmuziek, een bewerking voor koor en orgel

38 Jaargang 89 nummer 1

MLuiztiuerkg&ie

is een van de tijdschriften van de Koninklijke Vereniging van Organisten
en Kerkmusici. De doelstelling is de behartiging en bevordering van de
orgelcultuur en de kerkmuziek.

www.kvok.nl | www.muziekenliturgie.nl

Redactie
Willem Jan Cevaal, Jeroen de Haan, Sebastiaan ’t Hart,
Peter Ouwerkerk, Cees-Willem van Vliet, vacature

Gastauteurs in dit nummer
Dick Troost (muziekbijlage), Marieke Meiring

Eindredactie, vormgeving
Peter Ouwerkerk (www.openoor.nl)

Corrector
Janneke Lourens

Zetwerk muziekbijlagen
Wout van Andel

Advertenties
Bureau Van Vliet BV, Postbus 20, 2040 AA Zandvoort.
Contactpersoon: Luciène Paap, 023-5714745,
e-mail [email protected]

Druk
Vellendrukkerij BDU, Barneveld; www.vellendrukkerijbdu.nl

Braille
Muziek&Liturgie is voor mensen met een leesbeperking beschikbaar
in braille, grootletter en digitale vorm. Meer informatie op www.cbb.nl,
of neem contact op via [email protected] of 0341-565477

van de Geneefse Psalm 149 in de Nieuwe Psalmberij- Redactieadres
ming (Jan Wit). Het werk begint met een orgelinlei- Redactie Muziek & Liturgie
ding, waarin motieven uit de Geneefse psalmmelodie Schweitzerstraat 116
gebruikt zijn. Toch komt de koorinzet, de unisono ge- 2131 RJ Hoofddorp
zongen eerste psalmregel, als een verrassing. Het ‘Hal- [email protected]
leluja’, de aanhef en afsluiting van de psalm, wordt met
een u-klank op de lettergreep ‘lu’ gezongen, wat de pro- Bestuur KVOK
testantse achtergrond van het koor verraadt. Verrassend Henk Eijsenga (voorzitter), Hans Beek (secretaris), Rien Verwijs (pen-
is de ‘modulatie’ in het laatste vers van d-dorisch naar ningmeester), Jack Gardeniers, Bert den Hertog, Gerwin Hoekstra,
D-groot. Onder de handen van een minder begaafde Peter van der Zwaag
componist kan zoiets als een truc klinken, maar dat is
bij De Kort beslist niet het geval. Leden van verdienste
Het is moeilijk om van deze cd een hoogtepunt aan te Kees Hoeksma, Wim Kloppenburg, Rein van der Kluit
wijzen, omdat er zoveel moois te beluisteren valt. Als het
dan toch moet: het Magnificat uit de Lydian Canticles. Secretariaat en Ledenadministratie: Hans Beek, Klipper 49, 9801 MT
Dit is een harmonisch, melodisch en zeker ook ritmisch Zuidhorn; 06-83328930, [email protected]
feest, met een wervelend ‘Amen’ als climax. Dit werk
verdient het om door Engelse kathedrale en college-ko- Losse nummers: Cor Rooijackers, Prof.Schermerhornlaan 91, 5707 KG
ren op het repertoire te worden genomen en door een Helmond; 0492 548488, [email protected]
vooraanstaande Engelse muziekuitgeverij in haar fonds
te worden opgenomen. Maar ook het intieme Ave Maria Voor aan- en afmelden en adreswijzigingen:
en het kerstlied I wonder as I wander –beide gevoelvol [email protected]
gezongen door de tenor Adrian Fernandes– zijn parel-
tjes. Onder meer de veelzijdige variaties over Herders, Bankrekeningen KVOK
Hij is geboren, waarvan een met een swingende, jazzy Nederland (ING): NL95 INGB 0000 102 003 (BIC: INGBNL2A)
pedaalpartij op vol orgel, tonen De Korts liefde voor de (ABN-Amro): NL17 ABNA 0454 803 184 (BIC: ABNANL2A)
jazz. •
Lidmaatschap KVOK
Muziek&Liturgie • Februari 2020 Men kan zich als lid opgeven bij de Ledenadministratie (zie boven).
Leden kunnen zich abonneren op de verenigingstijdschriften Het Orgel,
Muziek & Liturgie en het digitale actualiteitenblad NotaBene (zie hier-
onder) Ze krijgen tevens de ZomerAgenda (eenmaal per jaar een over-
zicht van orgelconcerten in de zomer) toegezonden. Het lidmaatschap
loopt parallel aan het kalenderjaar en wordt automatisch verlengd
indien niet voor 30 november is opgezegd.

Abonnementsvormen en -prijzen
Muziek&Liturgie + NotaBene (digitaal):
€ 61 (Europa € 78, buiten Europa € 83)
Muziek&Liturgie + Het Orgel + NotaBene (digitaal):
€ 92 (Europa € 109, buiten Europa € 114)
Neem voor het ontvangen van de papieren versie van NotaBene contact
op met de Ledenadministratie.

De redactie probeert zorgvuldig om te gaan met beeldrechten. Bij
vermeend oneigenlijk gebruik van afbeeldingen gelieve via het re-
dactieadres met de hoofdredacteur contact op te nemen. Overname
van artikelen in dit blad is slechts toegestaan na toestemming van de
hoofdredacteur.

© 2020 | ISSN 1569-416X 39


Click to View FlipBook Version