The words you are searching are inside this book. To get more targeted content, please make full-text search by clicking here.

Cursus 1ste jaar STEAM (ART)

Discover the best professional documents and content resources in AnyFlip Document Base.
Search
Published by alexandersnoeck, 2018-09-23 12:58:13

The Art of PHOTGRAPHY

Cursus 1ste jaar STEAM (ART)





Procedé
1. Fotosensibiliserende stoffen; zelfgemaakte of uit een kit.
2. Een middelgroot, glad stuk aquarelpapier. Maar je kunt ook een doek, hout of de hond van je buurman gebruiken.
3. Een geschikte negatief. Met geschikt wordt groot bedoeld—35mm of 120 is niet goed genoeg. Vlakke negatieven of negatieven met een hoog contrast zijn ook niet echt geschikt.
4. Frame voor een contactafdruk (Een stuk glas dat groter is dan je negatief is goed genoeg. Je kunt er zelf een maken van een fotolijst, een stuk foamboard en een paar spinnen (van die snelbinders voor fietsen).)
5. Oeps! Er is nog een vijfde: een UV-lichtbron. Een perfecte bron voor dit experiment is de zon.
stap voor stap:
Zorg dan voor een schaal, roerstaaf, bekers, opslagflessen en chemicaliën. Voeg vervolgens 20 gram ijzerammoniumcitraat aan 100 ml gedestilleerd water toe en meng dit totdat het opgelost is en schenk het over in een donkere glazen fles.
Dit is oplossing A.
Voeg vervolgens 8 gram kaliumferrocyanide aan 100 ml gedistilleerd water toe en meng dit. Schenk dit vervolgens ook over in een donkere glazen fles.
Dit is oplossing B.
Wanneer je ze afzonderlijk op een koele, donkere plaats bewaart, kun je ze meerdere maanden bewaren.
Meng gelijke hoeveelheden van A en B en smeer dit onder gedimd kunstlicht, met behulp van een schuimkwast op het papier of ander medium.
Verdeel het goedje in gelijke hoeveelheden over het medium en gebruik op- en neerwaartse bewegingen. Leg het bedekte papier in een donkere ruimte zodat het kan drogen. Sommige mensen raden aan het papier, nadat het gedroogd is, nog een keer over te kwasten.
101 | P a g i n a


Het maken van contactafdrukken houdt in dat de afdrukken even groot zullen worden als de grootte van de negatief die je gebruikt. Dus als je geen grootformaat camera hebt, zul je een digitaal negatief moeten maken. Open de software die je normaal gesproken voor fotobewerkingen etc. gebruikt. Is het nog geen zwart-wit foto? Maak hem dan op de manier die jij het fijnst vindt zwart-wit (Dit kan onder andere met Photoshop). Als je eenmaal een zwart-wit foto hebt, kun je hem nog wat bewerken (Denk hierbij aan het aanpassen van de helderheid of het contrast). Inverteer vervolgens de foto. Print de geïnverteerde versie in het door jou gewenste formaat met een inkjet printer op folie.
Een goedkope contactafdruk frame kun je zelf maken van een fotolijst, een stuk foamboard die in de lijst past en een paar spinnen (niet die enge beesten, gewoon van die snelbinders) om het geheel goed vast te klemmen. Je kunt ook gewoon een stuk glas of plexiglas gebruiken. Wat je ook gebruikt, je wilt dat het negatief met de emulsiekant naar beneden, op het droge lichtgevoelige papier ligt en dat dit onder de glasplaat ligt. Dus: negatief en papier, emulsie kant aan de emulsie kant, onder het glas (Dit kan in een normaal verlichte ruimte).
Stel het negatief en het lichtgevoelige papier bloot aan zonlicht. De belichtingstijd hangt af van de combinatie van het papier, de dichtheid van de negatief en de hoeveelheid zonlicht. Als je geen frame gebruikt kun je ook een hoek van het negatief op het papier tapen met doorzichtig tape. Check NIET in direct zonlicht. De belichte afbeelding moet iets donkerder zijn dan het eindresultaat dat je voor ogen hebt. De donkere schaduwgedeelten kunnen nog een stuk lichter worden.
Ontwikkelen kan niet makkelijker: was de afdruk tien minuten onder langzaam lopend kraanwater. De afbeelding zal hierdoor lichter worden en de blauwe vlek zal de lichte punten nog lichter maken. Laat de afdruk op een stuk nylon of een waslijn drogen. De highlights zullen tijdens het drogen weer een stukje donkerder worden en de details komen beter naar voren.
102 | P a g i n a


103 | P a g i n a


104 | P a g i n a






Korte inleiding
De Camera Obscura, voorloper van de fotocamera, is een lichtdichte doos met aan de voorkant een klein gaatje, later ook wel een lens. Richt je het gaatje van de camera obscura naar een verlicht voorwerp dan verschijnt een omgekeerd (en verkleind) beeld van dit voorwerp precies tegenover dat gaatje op de achterwand. Is deze wand van matglas dan kun je op de achterkant van dit glas de afbeelding zien. Het beeld dat op het matglas ontstaat, kun je overgetrekken en verder uitwerken of bestuderen. Het beeld ontstaat door de rechtlijnige voortplanting van het licht. Van elk lichtgevend punt van het voorwerp gaan stralen uit. De stralen die door het gaatje gaan, tekenen elk een lichtpunt op de wand. Het geheel van al die lichtpunten vormt het beeld van het voorwerp. Dit beeld is omgekeerd en kleiner dan het voorwerp zelf. Omdat het beeld gevormd wordt door stralen die rechtstreeks van het verlicht voorwerp komen, spreken we van een reëel beeld.
Als we de wand tegenover het gaatje vervangen door een gevoelige fotografische plaat of film, dan vormt zich hierop een negatief beeld, dat te voorschijn komt wanneer we de plaat of film ontwikkelen. Het beeld wordt negatief genoemd omdat de lichte delen van het voorwerp er zich donker op aftekenen, en de donkere delen licht. Met lichtgevoelig papier kunnen we dan zoveel positieve beelden maken als we willen. De kartonnen doos speelt zo de rol van fototoestel zonder objectief.
De camera obscura een manshoge donkere kamer met aan één kant een klein gat waardoor binnenin, op de tegenovergelegen wand, een projectie verscheen, die gespiegeld was en op z'n kop. In de vijfde eeuw voor Christus wordt in Chinese geschriften al melding gemaakt van dit fenomeen.
Wanneer Aristoteles in de 4de eeuw voor Christus de zonne-eclips observeerde had hij al kennis van de beeldvorming op een wand in een donkere kamer door een gaatje.
In de tiende eeuw na Christus deden Arabische wetenschappers de ontdekking dat de scherpte van het beeld veranderde door het vergroten en verkleinen van de opening, een primitieve vorm van scherpstellen, een vondst die op termijn zou leiden tot het gebruik van lenzen.
In Europa, in de Renaissance, werd de camera obscura als technisch hulpmiddel door kunstschilders gebruikt, wat mede leidde tot de ontdekking van het centraal perspectief (een perspectief dat vanuit één, individueel standpunt wordt waargenomen, een voor die tijd vers en bijna pervers opwindend standpunt).
Leonardo da Vinci was de eerste die een uitvoerige beschrijving van de Camera Obscura gaf. In 1519 beschrijft Leonardo da Vinci hoe een camera obscura kan gebruikt worden voor het waarnemen van zonsverduisteringen. Door gebruik te maken van de camera obscure kijkt men niet direct naar de zon, maar naar een projectie.
107 | P a g i n a


108 | P a g i n a


Goed fotograferen met een camera obscura is wel iets gecompliceerder dan een gaatje maken in een zwarte doos, maar niet veel meer.
Info over de 'lens' van onze camera obscura.
Een gaatjescamera werkt op een heel andere manier dan een lens. Een lens bundelt het licht dat erop invalt en buigt de stralen af zodat ze samenkomen in het brandpunt of de focus. Men zegt dat de lens de lichtstralen focuseert.
Een gaatjescamera is meer een filter. Het gaatje laat gewoon een zeer fijne stralenbundel door. In een ideale situatie zou het gaatje zo smal zijn dat er per punt van het object maar een enkele lichtstraal doorgelaten wordt. In de praktijk kan dit niet, omdat licht een golfkarakter heeft en er bijgevolg bij de doorgang van licht door een zeer smalle opening afbuiging of diffractie optreedt. Deze afbuiging heeft onscherpte tot gevolg.
In de praktijk is een gaatjescamera zo groot dat er een stralenbundel doorgelaten wordt en die geeft voor ieder punt van het gefotogreerde object op het filmvlak een rond vlekje i.p.v. een enkel punt. De grootte van de cirkel van de lichtvlek bepaalt hoe scherp het beeld is.
Vergelijking pinhole vs. lens
• Kleine gaatjes (ook pinholes genoemd) geven niet zo'n scherp beeld als een glazen lens. Het beeld is eerder soft-focus.
• Een pinhole beeld is ook zeer donker en dus zijn er lange belichtingstijden nodig.
• Een pinhole heeft een oneindige scherptediepte d.w.z. dat het beeld in focus is van enkele cm voor de pinhole tot oneindig.
• Ook heeft een pinhole geen sferische abberratie en dus zullen rechte lijnen ook rechte lijnen blijven op de foto.
De optimale grootte van het gaatje
De gaatjescamera laat maar een zeer smalle lichtbundel door. De diameter van het gaatje bepaalt de grootte van die lichtbundel.
Als deze diameter te klein is, dan zal door diffractie de lichtbundel gespreid worden en krijg je een onscherp beeld.
Anderszijds geeft een te groot gaatje een te brede lichtbundel en ook dit zal dus aanleiding geven tot een onscherp beeld.
De lichtbundel die door het gaatje passeert wordt aan de randen van het gaatje afgebogen en dit maakt dat de beeldcirkel niet scherp afgelijnd is maar aan de randen bijkomende cirkels vertoont. Dit zijn diffractie cirkels.
Hoe kleiner het gaatje hoe meer uitgesproken de diffractiecirkels zijn.
109 | P a g i n a


Hoe maak je een gaatje met een welbepaalde grootte ?
Het gemakkelijkste is om met een injectienaald een gaatje te prikken in een stukje alumiumfolie.
Aangezien de randen van de injectienaald scherp zijn snijden die een cirkeltje uit de alu-folie weg.
Als je met een naald een gaatje prikt dan krijg je een gaatje met flarden van de alu- folie eromheen.
Injectienaalden hebben verschillende diameters, uitgedrukt in Gauge.
Een groter gauge-nummer komt overeen met een kleinere diameter.
• gauge 26 = 0,40 mm
• gauge 27 = 0,36 mm
• gauge 28 = 0,32 mm
• gauge 29 = 0,29 mm
• gauge 30 = 0,25 mm
• gauge 31 = 0,22 mm
• gauge 32 = 0,20 mm
Als je een naald gebruikt om een gaatje te prikken heb je hier ook weer nummers. De standaardmaten voor naalden zijn :
• naald nr.10 = 0,46 mm
• naald nr.11 = 0,40 mm
• naald nr.12 = 0,35 mm
• naald nr.14 = 0,30 mm
• naald nr.16 = 0,25 mm
OPMERKINGEN
- Voor een goed resultaat is het belangrijkste onderdeel van een gaatjescamera het gaatje . Dit moet zo perfect mogelijk zijn. Het is niet overdreven om het gaatje onder een microscoop te bekijken op onvolmaaktheden.
- De metaalfolie waarin het gaatje wordt gemaakt moet zo dun mogelijk zijn.
Immers een gaatje in een dikkere folie geeft een soort tunnel-effect wat het eindresultaat slecht beïnvloedt.
De beste gaatjes worden gemaakt door met een laser een gaatje te branden in een flinterdun bronzen plaatje, maar zelf kan je een behoorlijk gaatje produceren door met een injectienaald met een diameter van 0,3mm een gaatje te prikken in aluminiumfolie.
- De grootte van het gaatje is niet echt kritisch. Toch kan je door rekening te houden met de optimale parameters de scherpte van het het eindresultaat veel verbeteren.
- Een gaatjescamera is qua scherpte niet vergelijkbaar met een 'echt' fototoestel. Je hebt altijd een beeld met een soft-focus uitzicht.
- Een interessante eigenschap van de camera is dat door de zeer kleine opening (en dus grote f-waarde) er een onvergelijkbare scherptediepte bereikt wordt. Bijna alles is in focus... van zeer dichtbij tot oneindig.
110 | P a g i n a


Werking
Je oog is ook een camera obscura. Het netvlies vervangt de fotografische plaat. De pupil is het diafragma. Als er veel licht is, wordt de opening kleiner. Om scherper te zien, knijp je je ogen toe. Immers hoe kleiner het diafragma, hoe scherper het beeld. Het beeld dat gevormd wordt, is omgekeerd, verwerking door je hersenen zorgt ervoor dat het beeld terug omgekeerd wordt. De lens zorgt er voor dat een lichtbundel op het netvlies terechtkomt. Daarop zitten lichtgevoelige zenuwcellen die via de oogzenuw signalen doorsturen naar de hersenen. De gele vlek bevat de kegeltjes die gevoelig zijn voor kleur. Daarmee kunnen we details onderscheiden, zoals het lezen van letters. In de randgebieden van het netvlies bevinden zich de staafjes. Deze zijn zeer lichtgevoelig, zodat ook een voorwerp aan de rand van ons gezichtsveld snel opvalt.
Ons kijksysteem bestaat dus uit twee delen: in het midden een deel voor de details en daaromheen een deel om de omgeving af te scannen. Daarin verschilt ons visuele systeem in principe met bijvoorbeeld een fotocamera.
111 | P a g i n a


112 | P a g i n a
Beeldvorming,
de optische bank en het oog
Optische bank
Het oog
Glasachtig lich.


113 | P a g i n a
Beeldvorming
Optische bank Oog
Bolle lens Scherm
Hoornvlies Ooglens
Netvlies
Beeldvorming,
het fototoestel en het oog
Het fototoestel Het oog


114 | P a g i n a
Vergelijking bouw Vergelijking bouw
fototoestel en het oog
camera obscura en fototoestel
Fototoestel Lens
Oog Ooglens
Diafragma Diafragmaopening
Iris Pupil
Donkere kamer Film
Glasachtig lichaam Netvlies


115 | P a g i n a
Vergelijking bouw camera obscura en het fototoestel
Fototoestel
Camera obscura Geen lens
Lens
Donkere kamer
Donkere kamer
Diafragma
Gaatje
Film
Reëel beeld
Scherm Reëel beeld


Bouw eigen kijkbuis (Camera Obscura)
116 | P a g i n a


Bouw eigen Camera Obscura
117 | P a g i n a


118 | P a g i n a


OPDRACHTEN
119 | P a g i n a




Bronnen
- FOMU Antwerpen (Photographie inc.)
- Geschiedenis digitale fotografie (Willem Laros)
- Geschiedenis van de fotografie (Paul Blank)
- Geschiedenis van de fotografie (Kurt Vansteelant)
- Ontstaan van de fotografie (Danny Lannoy)
- Primeurs in de fotografie (Martin Deinum)
- Camera obscura – beeldende vorming (docentenhandleiding)
- Beeldvorming de optische bank en het oog
- Spelen met licht (Maikel van de Weerd)
- Soorten licht en belichting (Joke Beers-Blom)
- De doka; hoe werkt het?” (Eza Doortmont)
- Fotogrammen – Een avant-garde Tipster (Tomas Bates)
- Fotogrammen makpen (Lucien De Geest)
- Pinhole fotografie (Internet)
- Blauwer dan Blauw: Cyanotypie (KDStevens)
- Workshop Cyanotypie (Fotostudio en Creatief Ontwerpburo)
- Het maken van een eigen Aura (Joost de Laat)
- De beeldaspecten (Internet)
- Saxa.eu
- Slinkachu (Internet)
121 | P a g i n a


Click to View FlipBook Version