beelden bij, bij die naam, maar het is nu een het einde van Kiruna slaan we rechtsaf,
verlaten, troosteloos, wintersportplaatsje. richting het zuiden. De terugtocht gaat
Grauw gekleurd door de regen en de beginnen, nog drieduizend kilometer. Nadat
wolkenflarden. We rijden een stukje verder we wat hebben gegeten gaat er een rood
richting Abisko, langs een groot meer. Je bent lampje branden op het dashboard: service
wel gelijk in Zweden. In Björkliden vinden nodig. Wat te doen? Het is nog bijna honderd
we een camping, hoog boven het meer. Het is kilometer tot Gallivare, het eerste stadje
weer een grote parkeerplaats, een waar wellicht een garage is. We verlaten in
wintercamping vooral, aan de voet van het Gallivare de hoofdweg en rijden een
Abisko park. Op een klein stukje gras staan bedrijfsterrein op met winkels en garages. En
ook nog drie tentjes. En we zien auto’s met de eerste garage die we tegenkomen is een
Russische kentekens. Rusland is hier niet ver Ford-garage. Soms zit het mee, soms zit het
vandaan. tegen. En wat een geluk dat ze Engels
spreken. Ze rijden de camper de garage in en
Het toiletgebouw is wel een eindje lopen, meten alles door. Niets te vinden. Er komt
zeker in regen en wind. En het is koud. De een tweede monteur bij, een echte expert, die
thermometer wijst aan: twee graden, boven bedenkt dat ze waarschijnlijk vergeten zijn
nul. Anneke moet de weg drie keer afleggen: het systeem te resetten na een
handdoek vergeten, kam vergeten. Het is onderhoudsbeurt. We krijgen een hand en
hier gewoon winter. worden een goede reis gewenst, kosten niets,
Door Abisko, aan het einde van Kungsleden, service van de zaak.
door een ruig landschap verder naar Kiruna. We rijden verder naar Jokkmokk. Over een
Naast de weg loopt een spoorlijn die het heel lang stuk is de weg heel slecht, alleen
ijzererts uit de mijnen van Kiruna naar steenslag. Veel plassen en kuilen. Harder dan
Narvik brengt, dag en nacht. Kiruna ziet er twintig kilometer gaat het niet. En het maakt
uit als een lelijk mijnstadje. Door de een hels kabaal, al die steentjes die tegen de
ijzerwinning is de bodem zo aan het camper ketsen. Jokkmokk is bekend terrein,
verzakken dat het centrum van het stadje daar ben ik vaker geweest en er is in de
verplaats moet worden. Dat is nog eens iets afgelopen twintig jaar niet zo heel veel
anders dan Groningen. Op de rotonde aan veranderd, lijkt het. In de supermarkt doen
49
50
we boodschappen en gaan we weer op zoek grote, grijze stofwolk, ons zorgen makend
naar een föhn. Ook hier, niet te vinden. Ook over de wijnglazen. We worden hevig heen en
verder zijn er geen winkeltjes waar ze een weer geschud. In het centrum van Vilhelmina
föhn verkopen. We vinden wel een doen we boodschappen in de grote ICA. In de
systembolaget, de staatsdrankwinkel. Dat kelder heeft onze speurtocht naar een föhn
komt goed uit want onze voorraad wijn is op. succes. Er ligt er precies één, voor 250
Op nu naar de camping waar we kronen. Gelijk gekocht. De camping ligt aan
vijfentwintig jaar geleden ook stonden. We een groot meer. Hoe veilig is het hier? In deze
zetten de camper vlak bij de plaats waar toen omgeving leven de meeste beren van Zweden,
de tent stond. We denken zelfs de geultjes te ze lopen gewoon door de tuinen in het stadje.
zien die we moesten graven toen we een Ons buurjongetje op de camping vangt
hoosbui over ons heen kregen. Om elf uur ondertussen met een klein hengeltje een
maken we nog een wandeling over de enorme vis in het meer. Ondertussen laat ik
camping, langs het meer. Het is nog steeds de föhn met volle kracht op de gasbrander
licht en de temperatuur is al veel blazen. Na een half uurtje gebeurt het
aangenamer geworden. Op het pad langs het onwaarschijnlijke: de gasbrander doet het
meer vinden we sporen van een eland. weer, probleem opgelost. En vanaf nu hebben
we dus een föhn in de camper. We besluiten
We hebben even geaarzeld, maar we hier nog een dag te blijven en in de omgeving
besluiten toch verder te gaan. Het is nog een een wandeling te maken.
heel eind naar huis. Het is goed opletten
onderweg, want er lopen veel rendieren op en Als laatste vertrekken we ’s ochtends van de
langs de weg naar het zuiden. Bij een camping. Eerst naar het Turistburo waar we
picknickplaats bij de oude brug over de informatie vragen voor wandelingen in de
Piteaålven drinken we, buiten en in het omgeving. De mensen zijn heel aardig en
zonnetje, koffie. Via Sorssele en Storuman behulpzaam, maar we worden er niet veel
rijden we verder naar het zuiden. wijzer van. Vanaf Vilhelmina loopt de
Bestemming vandaag is Vilhelmina. De Vildmannsveg naar de bergen op de grens
laatste tien kilometer voor Vilhelmina is een met Noorwegen. We gaan die kant op en zien
weg zonder weg. Stapvoets rijden we in een wel waar we terecht komen. Er zijn daar
51
52
53
wandelingen te maken. We verlaten Aan de muur hangt een foto van een vrouw
Vilhelmina en volgen de Vildmannsveg. We die hier lang geleden haar liederen zong. Als
rijden langs grote stroomversnellingen en je goed luistert lijkt het of je de klanken van
watervallen in de rivier waar we langs rijden. haar stem hoort.
En we bedenken dat we deze weg helemaal We rijden verder. In een volgend dorpje is een
uit zouden kunnen rijden, vijfhonderd klein en stil landwinkeltje. Er is niet veel,
kilometer tot Strömsund. Onderweg vinden maar ook met weinig kun je hier tevreden
we vast ergens een plek om te overnachten. zijn. De weg stijgt nu verder naar het
Als we boodschappen willen doen in Stekenjokk plateau, een enorme hoogvlakte
Klimpfjäll blijkt dat het winkeltje de vol rotsblokken. Overal zien we nu weer
komende uren nog gesloten is. Verder is hier rendieren. Het landschap is nog winters,
niets. We verlaten de verharde weg voor een overal sneeuw, maar wel met een behoorlijke
grindpad naar Fatmomakke, een Sami-dorpje blauwe lucht. Ooit is hier begonnen met de
aan het Kultsjön. Rond een kerkje staan hier bouw van een mijn voor ijzer en goud. De
tientallen ‘kåtor’, traditionele kosten werden uiteindelijk te hoog en de
wigwamvormige hutten en een aantal hutten werkzaamheden zijn gestopt. Er resten nog
van boomstammen. Als sinds het einde van wat stalen skeletten van wat ooit gebouwen
de 18e eeuw komen de Sami hier bijeen voor hadden moeten worden. Het is hier volstrekt
huwelijk, doop of begrafenis. Te voet, op ski’s verlaten er zijn nauwelijks andere auto’s te
of met een bootje legden ze grote afstanden zien. Er volgt een hele lange afdeling naar
af om hier hun religieuze feesten te vieren. het Blåsjön. Er ligt een dorpje aan het meer,
Ook nu nog komen Sami hier elk jaar in juni maar de camping die er zou moeten zijn lijkt
bij elkaar. Aan het meer lunchen we en verdwenen. Bij het volgende meer zien we
kijken naar een man die over het meer komt plotseling een terreintje dat op een camping
aangevaren. Zijn vrouw komt hem ophalen lijkt. We keren terug en, inderdaad, we
en samen dragen ze de vangst van vandaag kunnen hier overnachten. Als we bij de
naar hun huisje even verderop. Het Sami- receptie naar binnen gaan worden we
dorp is nu vrijwel verlaten. We lopen tussen verwelkomd door een enorme bruine beer.
de huizen naar de kerk en naar de plaats, een Opgezet gelukkig. Ik vraag aan de beheerster
grotere hut, waar de Sami bijeenkwamen. of de beer hier geschoten is. Dat blijkt niet zo
54
55
56
te zijn. Een van de dorpsbewoners heeft de regent en het waait hard. In Hede, ook daar
beer op Kamsjatka, het schiereiland in het waren we vijfentwintig jaar geleden, is
uiterste oosten van Siberië, geschoten en hier weinig veranderd. De ICA is nog op dezelfde
mee naar toe genomen. En toen opgezet in de plaats. Er is nu wel een grote afdeling met
receptie van de camping. De camper staat allerlei soorten schoenen. Eindelijk kunnen
aan het water met uitzicht op de bergen aan we voor Anneke veters kopen met de goede
de overkant van het meer. Het is nu zo lekker lengte. Dat loopt weer een stuk makkelijker.
dat we voor het eerst in lange tijd weer Funåsdalen is een wintersportplaatsje met
buiten kunnen eten in een prachtige avond. liften en sneeuwscooters. Het Turistburo is
Als we wakker worden: toch weer regen, pas maandag weer open. Het stormt hier
druilregen. We rijden eerst naar Gäddede. echt. Net buiten het dorp ligt de camping, een
Ook hier is een camping maar daar zou je wat merkwaardig terreintje met een aantal
voor je verdriet nog niet willen staan. camperplaatsen. Een beheerder is er niet in
Troosteloos en grijs, maar misschien komt het servishus. Gewoon opschrijven dat je er
het wel door het weer. We passen onze route bent en betalen doe je door geld in een
aan en besluiten de Vildmannsveg hier te envelop te stoppen en onder het rolluik door
verlaten en via Noorwegen naar Östersund te te schuiven. Op de eerste verdieping is een
rijden. In de regen die maar blijft vallen gezellige woonkamer met boeken en spelletjes
rijden we langs een hele lange rivier richting en een keuken. Bovendien is het er lekker
Östersund. Ineens zien we langs de weg een warm. Het waait zo hard dat we weer moeten
grote wilde kat met dwars in zijn bek een besluiten het dak niet omhoog te doen.
grote vis. En er zijn bosbessen, heel veel
bosbessen. De camping aan de rand van Anneke heeft slecht geslapen door het
Fröso is niet heel bijzonder. Als de zon schijnt schudden van de camper. Het weer is wel een
is het uitzicht vast prachtig. stuk opgeknapt. De wind is afgenomen en de
Het waait en het miezert. Geen weer om hier zon schijnt. We rekenen af met Bente, er is
in de omgeving te gaan wandelen. We toch een beheerder in de ochtend, en
trekken verder richting Funåsdalen. Het vertrekken met de camper hoger de bergen in
om een wandeling te maken. In
Ramundberget parkeren we de camper. Dit is
57
58
59
60
een wintersportplaats, maar is nu volledig Djuppdalvållen is een vrijwel verlaten
verlaten. Het heeft zo iets van een spookstad. parkeerplaatsje waar we de camper
We lopen hier een oude pelgrimsroute door neerzetten. In de boom voor ons is het nestelt
het dal van de rivier en, over planken, door een rotslijster die af en aanvliegt. We volgen
stukken moeras. Onderweg staan een smal pad langs verlaten boerderijtjes en
informatiebordjes over de route die de hutjes. Dit was een plek waar vroeger de
pelgrims aflegden. In het Zweeds. Bij een herders van de rendierkuddes bij elkaar
grote weide keren we om, steken de rivier kwamen. Het pad loopt over een overgebleven
over en lopen langs de andere kant van de rug uit de ijstijd, hoog boven de
rivier terug. Plotseling steekt een groep moerasachtige vlakte. Overal zien we
rendieren het pad voor ons over. Een groot groepjes rendieren, er is geen mens te
wit rendier blijft staan en staart ons lange bekennen. Het is hier adembenemend.
tijd aan alvorens langzaam in het bos te Plotseling, aan de oever van de rivier, houdt
verdwijnen. Ramundberget is nog even het pad op. Aan de overkant gaat het verder,
verlaten als toen we vanochtend vertrokken.
We dalen weer af naar Funåsdalen en 61
besluiten nog een nacht op de camping te
blijven.
Als we wakker worden is de hemel stralend
blauw. Dat hebben we in lange tijd niet
gezien. Weer rijden we hoog de bergen in. Bij
Bruksvallarna nemen we een privéweg die
ons diep de wildernis in brengt. De weg is
afgesloten met een slagboom, maar als je met
je creditcard betaald hebt, gaat de boom
omhoog. We volgen het smalle, steile
grindpad dat door de bergen slingert. We zien
steeds meer rendieren op en naast de weg,
soms alleen, soms in groepjes. In
maar dan moet je met een soort van Het laatste stukje…
handbediende kabelbaan, in een stoeltje,
jezelf naar de overkant trekken. Anneke is (21 – 26 juni 2016)
heel zelfverzekerd: ‘Ik wil het niet, ik doe het
niet en ik ga terug!’. Ik probeer toch naar de
overkant te komen en dat gaat eigenlijk heel Klein probleempje. De camping kan alleen
gemakkelijk. En ik ga ook weer terug. Het worden afgerekend met contant geld. Zweeds
lukt me Anneke over te halen ook naar de geld is er niet meer, maar het lukt om met
overkant te gaan: ‘wie zichzelf overwint is Noorse kronen te betalen. Zo ouderwets
sterker dan hij die een stad inneemt’. We allemaal. Maar goed, zo raken we ook van ons
vervolgen het pad aan de overkant van de Noorse geld af, en we krijgen Zweeds geld
rivier. Het pad loopt hier tussen hoge terug. Voor koffie onderweg. Verder naar het
rietkragen. Overal zien we rendieren, en zuiden, richting Arvika. We hebben deze weg
zodra ze ons zien zetten ze het op een lopen. vaker gereden, maar het blijft een eind.
We komen uiteindelijk weer op een breder Langzamerhand komen we weer in de wat
pad en lopen terug naar de camper. meer bewoonde wereld. In Arvika parkeren
We rijden terug naar Funåsdalen en van we bij een (hele) grote Coöp, op een
daaruit over stille en verlaten wegen naar parkeerplaats die helemaal vol staat, en het
Idre. We weten dat we daar wijn kunnen
kopen en we kopen ook gelijk nog een flesje
aquavit, want die is ondertussen op en het
verwarmt je ’s avonds na het eten toch een
beetje. De camping ligt aan een zijweggetje
ver van de hoofdweg, aan de rivier. Ook dit is
weer een visserscamping met heel veel
mogelijkheden om te vissen in de rivier. De
eigenaren zijn Nederlanders, onmiskenbaar
uit Rotterdam. Een beetje vreemde, maar
eigenlijk wel een goede plek. En het regent,
maar we kunnen wel weer boven slapen.
62
63
64
is er gewoon druk. Maar de zon schijnt weer, de kano hebben gevaren. Door een dicht bos
het lijkt nu wel zomer. We rijden verder naar komen we bij een klein meertje. Een goede
Glaskogen, dat weer wat verder van de plek om even te rusten en om te kijken of er
bewoonde wereld ligt. Het begint nu wel erg vogels te zien zijn. Niet echt zo midden op de
op een ‘sentimental journey’ te lijken, ook dag. We klimmen verder en komen zomaar
hier waren we vijfentwintig jaar geleden. Er een picknicktafel tegen. Tijd voor de lunch.
is niet veel verandert, behalve het sanitair. Als we weer verder lopen zien we het grote
Er zijn nu drie douches in plaats van één, en blauwe meer al liggen. We komen ongeveer
het winkeltje dat er was is woonhuis uit waar ik met Lode ’s avonds ging vissen,
geworden. Bij de receptie is alleen het hoewel de grootste vis die we vingen niet
hoognodige te vinden, maar we hebben groter was dan tien centimeter, en dat is al
voldoende eten ingeslagen. Op de plek waar overdreven. Van hieruit is het niet ver terug
toen onze grote tent stond staan nu wat naar de camper. Tenzij je verkeerd loopt. Het
kleine tentjes. We kiezen een plekje op het duurt nog anderhalf uur voor we terug zijn.
camperterrein, wat dieper in het bos, rustig Kan gebeuren.
en met uitzicht op het meer. Het weer is
ongekend: we kunnen buiten nog wat De terugreis gaat nu echt beginnen. Vanaf
drinken voor we gaan eten. Tot er wat Lenungshammer rijden we over een lange en
muggen komen. De zon gaat nu weer onder hobbelige onverharde weg naar het
zoals het hoort. De nachten zijn weer donker. eerstvolgende dorpje. Vandaar af rijden we
weer gewoon over verharde wegen. We willen
Het is een dag om een wandeling te maken. nu in drie dagen naar huis rijden. Via
Een zonnetje en niet te warm. Vanaf Bengtsfors en Götenborg en nu zelfs over de
Lenungshammer lopen meerdere grote weg, rijden we richting Malmö. In
wandelingen. Allemaal niet zo heel duidelijk Bengtsfors doen we boodschappen, maar
beschreven, maar verdwalen is ook een Anneke ‘bevriest’ in de winkel, ze is
kunst. We lopen, na wat gezoek, het dorp uit overweldigd door de enorme keuze die je
en verdwijnen in het bos. Het smalle pad hebt. Gewoon wat simpele dingen om te eten,
gaat op en af met prachtige uitzichten op voor twee dagen. Meer is niet nodig. Om nog
Ovre Glå, het grote meer waarop we ooit met een beetje het eenzame gevoel vast te houden
65
66
verlaten we de grote weg en rijden naar drank, de zonnewende vieren. Ze varen heen
Unnaryd, een klein dorpje aan een meer en weer van Zweden naar Denemarken
waar een camping is. Het is er helemaal vol! omdat in Denemarken de drank goedkoper is.
Er is nog één plekje vrij, gelukkig met We rijden naar Hillerod, daar is een camping
uitzicht op het meer. Morgen wordt de en een station. Het is op het eerste gezicht
zonnewende gevierd en alle Zweden zijn nu een aardig stadje, maar als we naar de
met vrienden en familie de natuur camping rijden komen we op een
ingetrokken om dat, met veel drank, te industrieterrein met grote winkels terecht.
vieren. Gelukkig gedragen ze zich netjes en De paniek slaat toe. Dat gaan we dus niet
blijft het ’s nachts stil. doen. We besluiten door te rijden naar het
zuiden van Denemarken en daar met de boot
Van Unnaryd kun je via de regionale wegen over te steken naar Puttgarden. En dan door
redelijk snel naar Malmö rijden. Ik neem naar huis, morgen dan. Het is wel weer
liever nog wat binnendoor weggetjes, zo klein wennen, rijden over de snelwegen, of beter in
dat ze niet op de kaart staan. Anneke wordt de file staan op de snelwegen rond
daar lichtelijk ongemakkelijk van, maar we Kopenhagen. We verlaten de snelweg en
doen het toch. De weggetjes zijn in elk geval proberen de weg langs de kust. Ook dat valt
heel stil en ook heel smal. En het lukt zowaar niet mee, want om de haverklap zijn er
om de echte weg weer te bereiken. We stoplichten. Uiteindelijk komen we op de
besluiten de boot bij Helsingborg te nemen, snelweg terug die nu een stuk rustiger is en
dan kunnen we ten noorden van Kopenhagen ook de files ontbreken. In Nysted vinden we,
een plekje zoeken en dan morgen misschien toch weer aan de kust, een camping. Bij de
met de trein naar Kopenhagen gaan. Als receptie horen we dat morgen, zaterdag, de
laatste rijden we de boot op, die meer dan veerboten naar Puttgarden erg druk zullen
halfleeg is. Nog voor we uit zijn gestapt vaart zijn omdat er vakanties zijn in Denemarken.
de boot weg. Voor we ons glas (cola) leeg Zondag zou een betere dag zijn. Het is hier
hebben in de bar zijn we al aan de overkant. eigenlijk een prima plek, dus dan maar op
Als we de boot afrijden zien we meerdere zondag vertrekken. Via de telefoon boek ik de
open vrachtwagens met geheel in het wit boot van halfelf op zondagmorgen. Het is hier
geklede jongeren die, rijkelijk voorzien van zo zonnig dat ik voor het eerst deze vakantie
67
68
de zonneluifel opzet, kun je toch een beetje in de veerboot. Het is heel stil zo vroeg op de
de schaduw(!) zitten. Na het eten lopen we zondagmorgen. Bij de boot staat een lange rij
een stukje langs de zee, met uitzicht op een te wachten, maar omdat ik gereserveerd heb
enorm windmolenpark. Als het een beetje kunnen we zo doorrijden, één boot eerder dan
mistig is zie je er niet veel van. De ik geboekt had. Het ticket wordt zo gescand
zonneluifel gaat weer van de camper, want er vanaf de iPhone, mooi toch. Anneke haalt
komt regen. Toch weer. koffie, maar die is zo verschrikkelijk vies dat
we die allebei na één slok laten staan. Liever
Vannacht heeft het behoorlijk geregend, geen koffie dan dit. Dan begint het laatste
maar het klaart al weer op. Een dag om deel van de reis. Al vanaf de boot is het
rustig aan te doen. Met de fiets rijden we filerijden en de berichten op de gps
naar Nysted, op zoek naar een winkeltje. voorspellen weinig goeds. Hoewel het zondag
Hoewel het flink waait lukt het een winkel te is zijn er heel veel filemeldingen op de route.
vinden. Maar we zijn wel terug in Pas als we bij Rheine de weg naar Nederland
Denemarken: wat een saaie dorpjes. Na de inslaan kunnen we weer doorrijden. Nog even
lunch toch maar een eindje fietsen, die een korte stop in een onbestemd
hebben we tenslotte niet voor niets wegrestaurant en dan door naar huis.
meegenomen. Er loopt een smal pad langs de Noorwegen en Zweden zouden nog leuker zijn
zee, en hoewel het behoorlijk waait, en wind als je Duitsland en Denemarken kon
tegen, rijden we tot het eerstvolgende dorpje. overslaan.
Er is wel een strandje, maar saai! De
terugweg gaat een stuk sneller, want hoewel 69
de wind een beetje is gaan liggen, hebben we
de wind wel in de rug.
Als we willen vertrekken hebben we maar
één probleem: onze campingcard is zoek.
Uiteindelijk wordt de kaart gevonden, er was
ook iets misgegaan bij het inschrijven. Zo
saai. We rijden via een binnendoorweg naar
70
Op 28 mei 2016 vertrokken we vanuit Schalkaar voor de eerste lange reis met ons 'campertje' naar
het verre noorden. Door Duitsland, Denemarken en Noorwegen ging het steeds verder naar het
noorden tot we uiteindelijk de Lofoten bereikten. Het was weliswaar juni, maar de landschappen
waren zo vroeg in het jaar nog steeds een beetje winters. Ondanks dat winterse landschap scheen,
hoe onwerkelijk, de midzomernachtszon. Het was een bijzondere ervaring om mee te maken,
nauwelijks verschil tussen dag en nacht.
Vanaf de Lofoten hadden we natuurlijk nog verder naar het noorden kunnen rijden, tot aan de
Noordkaap. Dat doet tenslotte iedereen. Wij vonden het ver genoeg en besloten via Lapland terug te
reizen naar huis. Wel via een grote omweg door de bergen op de grens van Zweden en Noorwegen. De
dagen werden weer korter, de zon ging weer gewoon onder, en langzaam werd het weer zomer.