The words you are searching are inside this book. To get more targeted content, please make full-text search by clicking here.
Discover the best professional documents and content resources in AnyFlip Document Base.
Search
Published by nicki_perada, 2016-01-18 13:49:42

Docentenhandleiding Amina's reis

docentenhandleiding_versie4

Ami na’s reis

Docentenhandleiding

1

2

Inhoudsopgave

Introductie........................................................................................................................................................................5
Les 1
Onveilig thuis...................................................................................................................................................................5
Les 2
Op de vlucht...................................................................................................................................................................17
Les 3
Allemaal meningen.......................................................................................................................................................27
Toets.................................................................................................................................................................................38
Projectles
Op onderzoek uit!.........................................................................................................................................................41
Achtergrondinformatie................................................................................................................................................46

3

4

Introductie

Waarom dit lessenpakket?

‘Amina’s reis’ is een lessenpakket voor leerlingen van groep 7 in het basisonderwijs. Dit lessenpakket heeft als
doel leerlingen inzicht te geven in de huidige situatie rondom vluchtelingen, op basis waarvan zij een eigen
mening kunnen vormen over de opvang van vluchtelingen in Nederland. Het lessenpakket sluit aan bij het
leergebied ‘Oriëntatie op jezelf en de wereld’, specifiek kerndoel 37: ‘De leerlingen leren zich te gedragen
vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen.’ Voor het volgen van de lessen is geen voorken-
nis over het onderwerp vereist. Wel wordt er vanuit gegaan dat leerlingen al enige ervaring hebben met
discussiëren.

Leerdoelen

1. De leerling omschrijft na instructie het leven van een vluchteling in het land van herkomst aan de hand
van het begrip ‘vluchteling’ en verschillende redenen om te vluchten.
2. De leerling omschrijft na instructie de huidige situatie rondom vluchtelingen aan de hand van het begrip
‘vluchtelingenstroom’ en de belangrijkste herkomstlanden van vluchtelingen.
3. De leerling omschrijft na instructie het leven van een vluchteling tijdens en vlak na de reis aan de hand van
verschillende reismanieren, gevaren tijdens de reis en moeilijkheden bij aankomst in Nederland.
4. De leerling vormt na instructie een eigen mening over de opvang van vluchtelingen in Nederland en kan
deze mening onderbouwen met argumenten op basis van de opgedane kennis.

Opbouw van de lessen

Les 1: introductieles (60 minuten)
In deze les staat de onveilige thuissituatie centraal. De leerling leert wat een vluchteling is en welke redenen
om te vluchten er zijn. Daarnaast krijgt de leerling inzicht in de huidige situatie rondom de vluchtelingen-
stroom. De leerling maakt hierbij opdrachten in het lesboek.
Les 2: verdiepingsles (60 minuten)
In deze les staat de vlucht centraal. De leerling leert op welke manieren vluchtelingen naar Europa komen en
waarom ze dat doen. Ook komen de gevaren van de reis aan bod. Tot slot wordt er stilgestaan bij de moeili-
jkheden die vluchtelingen ervaren wanneer ze net in Nederland zijn. De leerling maakt hierbij opdrachten in
het lesboek.
Les 3: discussieles (60 minuten)
In deze les staan meningen centraal. De leerling leert welke verschillende meningen er bestaan over de
opvang van vluchtelingen in Nederland. Ook vormt de leerling een eigen mening. De leerling maakt hierbij
opdrachten in het lesboek. Tot slot wordt er een klassendiscussie gehouden waarin de leerling zijn mening
beargumenteert.
Toets (30 minuten)
De toets meet of de leerling voldoende kennis heeft opgedaan over het onderwerp.
Les 4: projectles (60 minuten)
In deze les staat de eigen omgeving centraal. De leerling interviewt mensen in de omgeving van de school
over hun mening over de opvang van vluchtelingen in Nederland. Vervolgens analyseert de leerling de
verdeeldheid in meningen en de verschillende redenen daarvoor.

5

Les 1: Onveilig thuis

Introductieles

Duur

60 minuten

Materialen

Lesboek Amina’s reis
Video over Amina
Interactieve landkaart over vluchtelingenstroom

Leer- en lesdoelen
Leerdoel 1: De leerling omschrijft na instructie het leven van een vluchteling in het land van herkomst aan de
hand van het begrip ‘vluchteling’ en verschillende redenen om te vluchten.
➢ Lesdoel 1A: De leerling omschrijft het begrip ‘vluchteling’.
➢ Lesdoel 1B: De leerling onderscheidt sociale en politieke redenen om te vluchten aan de hand
van een voorbeeld.
➢ Lesdoel 1C: De leerling legt in eigen woorden uit dat vluchtelingen in hun herkomstland hun
hele leven achterlaten.
Leerdoel 2: De leerling omschrijft na instructie de huidige situatie rondom vluchtelingen aan de hand van het
begrip ‘vluchtelingenstroom’ en de belangrijkste herkomstlanden van vluchtelingen.
➢ Lesdoel 2A: De leerling omschrijft het begrip ‘vluchtelingenstroom’ .
➢ Lesdoel 2B: De leerling benoemt waar vluchtelingen op dit moment voornamelijk vandaan
komen.

Lesopbouw

Introductie : 10 minuten
Wat is een vluchteling?: 20 minuten
Leertekst: 5 minuten
Opdracht 1A: 7 minuten, Opdracht 1B: 7 minuten
Maar waarom vluchten mensen dan?: 10 minuten
Hoeveel mensen vluchten er?: 15 minuten
Opdracht 2: 15 minuten
Afsluiting: 5 minuten

Voorbereiding
Kijk eerst goed naar de les. Lees elke onderdeel en de bijbehorende opdracht. Gebruik eventueel de
achtergrondinformatie achterin de handleiding. Zet het volgende klaar op het smartboard:
◆. Video over Amina*
https://www.youtube.com/watch?v=mjqcAjyvW_E
1. Ga naar www.youtube.nl.
2. Zoek op ‘Lesprogramma over vluchtelingen 1: Op de vlucht’.
3. Kijken vanaf 1:08 minuten.
◆. Interactieve landkaart over vluchtelingenstroom
http://www.nrc.nl/nieuws/2015/11/07/bekijk-de-vluchtelingenstroom-op-deze-indrukwek
kende-kaart
1. Ga naar www.nrc.nl.
2. Zoek op ‘Lucify’.
3. ik op nieuwsbericht ‘Bekijk de vluchtelingenstroom op deze indrukwekkende kaart’

6

* De video is afkomstig van VluchtelingenWerk. Het verhaal van Amina in het lesboek is verder geheel fictief.

INTRODUCTIE

Introduceer de
leerlingen aan Amina
door de video te kijken
(zie bronnen). Vertel
dat de leerlingen de
komende drie lessen

het verhaal van
Amina volgen.
Door te leren over
vluchtelingen kunnen
de leerlingen aan het
eind van de lessen zelf
een mening vormen
over vluchtelingen, en
gaan ze meningen van
anderen verzamelen in
een projectles.

7

STARTEN

Lees samen het
dagboekverhaal van
Amina. Benoem wat
de leerlingen deze les

gaan leren.

8

9

VOORAF

Lees samen
de introducerende

tekst.

VERTELLEN

Een vluchteling moet
thuis alles achterlaten:

familie, vrienden,
thuis, huisdieren,
spullen, school, etc..
Amina kon nog snel
haar dagboek pakken,
maar is bang haar thuis
nooit meer terug te
zien. Je vlucht dus niet
zomaar, alleen als je
echt gevaar loopt.

MET Z’N
TWEEËN

Laat de leerlingen in
tweetallen overleggen
over de opdrachten.
Hierna schrijven ze de
antwoorden elk in hun

eigen werkboek.

AANWIJZING Svetlana en haar gezin zijn niet meer veilig in hun eigen land.
GEVEN Svetlanas vader mag van de regering niet zeggen wat hij denkt.
Er is geen vrijheid van meningsuiting.
Herhaal kort de
definitie van de term
vluchteling zodat de
leerlingen op basis
van deze kennis de
opdrachten maken.

10

Raoul was veilig in zijn eigen land.
Raoul was wel veilig in zijn eigen land, maar zijn vader heeft werk
kunnen vinden in Nederland.

Abdal is niet meer veilig in zijn eigen land.
Abdal niet zichzelf kan zijn. Mensen vinden het niet goed dat hij
een ander geloof heeft.

11

VOORAF MET Z’N
TWEEËN
Vraag: ‘Waarom is
Amina ook alweer Laat de leerlingen in
tweetallen overleggen
gevlucht?’. Lees over de opdrachten.
vervolgens samen Hierna schrijven ze de
de introductie. Sta antwoorden elk in hun
eventueel langer stil
bij Amina’s reden om eigen werkboek.
te vluchten, om de
abstracte informatie
levendiger te maken
bij de leerlingen.

BESPREKEN

Laat de leerlingen
klassikaal bepalen of
de volgende redenen
van vluchten sociaal of

politiek zijn:
◆Een andere huidskleur

(sociaal)
◆Oorlog en geweld

(politiek)
◆Niet naar school mogen

(politiek)
of

MOEILIJKER

Vraag: ‘Welke voorbeelden
kun je nog meer bedenken
van sociale en politieke

redenen?’
◆Voor sociale redenen:
een andere huidskleur,
seksuele geaardheid.
◆Voor politieke redenen:

oorlog, geweld, niet
naar school mogen.

12

VOORAF

Lees samen
de introducerende

tekst.

KIJKEN

Bekijk samen de
afbeelding. Vraag:
‘Waarom past dit plaatje
bij de uitleg van een
vluchtelingenstroom?’
Omdat het laat zien dat
er veel meer mensen
vluchten dan wanneer
er geen vluchtelingen-

stroom is.

13

ICT ZELF INVULLEN

Toon de geanimeerde Laat de leerlingen
landkaart over de bepalen welk land
ze in detail willen
huidige vluchtelingen- bekijken. Zorg dat
stroom (zie bronnen). vraag A en B getoond
worden op de ani-
Leg uit dat:
◆Een streepje 25 matie.
vluchtelingen voorstelt
(= een hele bus vol VERTELLEN

mensen) ‘Je kunt op de land-
◆Door stil te staan op kaart zien dat veel
een land te zien is hoe vluchtelingen hun
veel vluchtelingen er land verlaten. Wat
denk je dat er zou
komen en waar zij gebeuren als er zo
vandaan komen veel mensen in een
◆Waar Nederland ligt keer naar Nederland
◆De meest roze landen
de landen zijn waar de komen?’
meeste vluchtelingen
vandaan komen

UITGEBREIDER

De leerlingen weten nu
dat op dit moment de
meeste vluchtelingen uit
Syrië komen. Vraag:
‘Wist je dat al voordat
je naar de landkaart
hebt gekeken? Hoe
wist je dat ? Heb je
het op de televisie
gezien of van je oud-
ers gehoord? Wat heb
je allemaal gehoord
over vluchtelingen uit
Syrië?’. Vertel dat er
oorlog gaande is en
dat er veel nieuws is
over de vluchtelingen

uit Syrië.

14

AFSLUITING

Bespreek klassikaal
welke plaats Amina nu
inneemt op de tijdlijn.
Lees dit stukje samen.

BESPREKEN

Vraag: ‘Wat heb je in
deze les geleerd wat je
nog niet wist? Denk
je daardoor nu anders
over vluchtelingen?’

15

16

Les 2: Op de vlucht

Verdiepingsles

Duur

60 minuten

Materialen

Lesboek Amina’s reis
Grote vellen voor een mindmap

Leer- en lesdoelen
Leerdoel 3: De leerling omschrijft na instructie het leven van een vluchteling tijdens en vlak na de reis aan de
hand van verschillende reismanieren, gevaren tijdens de reis en moeilijkheden bij aankomst in Nederland.
➢ Lesdoel 3A: De leerling verklaart waarom vluchtelingen naar Europa komen door ten minste
2 redenen aan te geven.
➢ Lesdoel 3B: De leerling benoemt 4 verschillende manieren waarop vluchtelingen naar Europa
kunnen komen.
➢ Lesdoel 3C: De leerling beschrijft de gevaren van de reis van vluchtelingen door ten minste
drie risico’s te benoemen.
➢ Lesdoel 3D: De leerling maakt een mindmap over moeilijkheden waardoor een vluchteling
zich niet altijd veilig voelt in Nederland.

Lesopbouw

Introductie: 5 minuten
Waar vlucht je dan naartoe?: 10 minuten
Opdracht 3 : 5 minuten
Is vluchten veilig? : 20 minuten
Opdracht 4 : 5 minuten
En dan ben je veilig?: 5 minuten
Opdracht 5: 10 minuten
Aflsuiting: 5 minuten

Voorbereiding

Kijk eerst goed naar de les. Lees elke onderdeel en de bijbehorende opdracht. Gebruik eventueel de
achtergrondinformatie achterin de handleiding. Leg grote vellen klaar om bij opdracht 5 uit te kunnen
delen.

17

INTRODUCTIE

Kijk met de leerlingen
waar Amina de vorige les

geëindigd is. Ze is met
haar familie uit Somalië
gevlucht, omdat het daar
onveilig is. Benoem de
twee redenen om te vluchten
en geef de definitie van een

vluchtelingenstroom.
◆Twee redenen om te
vluchten: sociaal en politiek
◆Vluchtelingenstroom:
heel veel mensen vluchten

tegelijk
18

STARTEN

Lees samen het
dagboekverhaal van
Amina. Benoem wat
de leerlingen deze les
gaan leren aan de hand
van “Na deze les kun

je”

19

VERTELLEN VOORAF

Amina en haar familie Lees samen
vluchten van huis. Eerst de introducerende

blijven ze in de buurt tekst.
van hun eigen land,
maar omdat daar niet
genoeg plek is, vertrekken
ze naar Nederland.

VERTELLEN

Sommige vluchtelingen
kiezen ervoor om dicht

bij huis te blijven:
in hun eigen land of
een buurland. Hier
verblijven ze in een
vluchtelingenkamp.
Echter is het niet altijd
mogelijk om dicht bij
huis te blijven, omdat
de vluchtelingenkampen

overvol zijn.

Door de omstandigheden
dicht bij huis vluchten

vluchtelingen naar
Europa.

MET Z’N
TWEEËN

Laat de leerlingen in
tweetallen de redenen
waarom mensen naar

Europa vluchten
lezen en opdracht 3A

en 3B maken.
Bespreek hierna

klassikaal
de antwoorden.

20

VOORAF

Vertel dat Amina ver
weg vlucht omdat
er geen opvangplek
dichtbij huis is. Lees
de introducerende

tekst samen. Vertel dat
vluchten gevaarlijk kan

zijn.

LEZEN

Lees ‘moeilijk
vertekken’ en het

begrip
‘mensensmokkelaar’

samen.

VERTELLEN

Vluchtelingen
kunnen op verschillende
manieren vluchten. Ze
kunnen met de boot,
lopend, met het vliegtuig
en met een motorvoertuig

vluchten.

BESPREKEN

Laat de leerlingen
klassikaal bepalen wat
een mogelijk gevaar
is om met de boot te
vluchten. Oordeel zelf

de juistheid van het
antwoord.

Er zijn veel meer
gevaren van vluchten.
Enkele voorbeelden

zijn : uithongering,
verdrinking,

onhygiënische reis.

21

VERTELLEN

Amina is nu in
Nederland. Er ligt een
nieuw leven voor haar.
In het begin is er door
de asielprocedure veel

onzekerheid.
Tijdens de asiel-
procedure moeten
vluchtelingen bewijzen
dat ze echt onveilig
zijn in hun eigen land,
anders worden ze

weggestuurd.

AANWIJZING onveilig

De leerlingen maken telefoontoestel honlgoperend
individueel opdracht uithongering
4. Bespreek hierna de
opdracht klassikaal.

hoge hekken bewaakt prikkeldraden

22

VOORAF

Lees samen
de introducerende

tekst.

AANWIJZING

De leerlingen maken
opdracht 5 in groepjes
en werken deze uit op
de grote vellen die je
hebt klaargelegd. Vertel
dat vluchtelingen zich
niet gelijk veilig voelen

als ze in Nederland
zijn. Lees de opdracht

samen door en
bespreek het gegeven
voorbeeld uit het boek.
Deel een grote vel uit

per groep.

23

AFSLUITING

Bespreek klassikaal
welke plaats Amina nu
inneemt op de tijdlijn.
Lees dit stukje samen.

24

25

26

Les 3: Allemaal meningen

Discussieles

Duur

60 minuten

Materialen

Lesboek Amina’s reis

Voorbereiding

Kijk eerst goed naar de les. Lees elke onderdeel en de bijbehorende opdracht. Gebruik eventueel de achter-
grondinformatie achterin de handleiding.
Maak alvast groepjes voor opdracht 6. Het is aan te raden groepjes te maken met zowel sterke als minder
sterke leerlingen. Bepaal naar eigen inzicht de grootte van de groepjes.

Leer- en lesdoelen
Leerdoel 4: De leerling vormt na instructie een eigen mening over de opvang van vluchtelingen in Nederland
en kan deze mening onderbouwen met argumenten op basis van de opgedane kennis.
➢ Lesdoel 4A: De leerling maakt een tabel met voor- en tegenargumenten voor de opvang van
vluchtelingen.
➢ Lesdoel 4B: De leerling vormt een eigen mening over de opvang van vluchtelingen in Nederl
and.
➢ Lesdoel 4C: De leerling onderbouwt in een klassendiscussie zijn/haar eigen mening over de
opvang van vluchtelingen in Nederland met minimaal twee argumenten.

Lesopbouw

Introductie: 5 minuten
Opdracht 6: 20 minuten
Opdracht 7: 30 minuten
Afsluiting: 5 minuten

27

INTRODUCTIE

Kijk met de leerlingen
waar Amina de vorige les
geëindigd is. Ze wachtte

met haar familie in het
opvangcentrum op de

uitslag van de asiel-
procedure. Benoem

vervolgens wat de
leerlingen deze les gaan

leren.

28

STARTEN

Lees samen het
dagboekverhaal van

Amina.

29

VOORAF

Lees samen
de introducerende

tekst. Noem
vervolgens de
onderwerpen waar-
mee de gevolgen die
in de tekst uitgewerkt
worden te maken
hebben: kosten, werk,
wonen en terrorisme.
Kijk ook samen naar
de afbeeldingen.

30

KIJKEN

Kijk samen naar de
afbeelding. Vraag: ‘Wat

zou dit betekenen?’
Alle handen willen
dezelfde sleutel hebben,
maar er zijn niet
genoeg sleutels voor
iedereen: er zijn te
weinig woningen.

31

MET Z’N Vluchtelingen leveren geld De Nederlandse
TWEEËN op voor Nederland, omdat overheid geeft geld uit aan
ze bijvoorbeeld de opvang van vluchtelingen.
Laat de leerlingen boodschappen doen en Dit geld kan zij niet meer
in tweetallen de werken. voor andere doelen gebruiken.
leertekst van deze les
doornemen, waarbij Vluchtelingen moeten net
ze ook opdracht 6 als alle andere Nederlanders
maken. De leerlingen moeite doen om een baan te Er zijn veel werkloze
overleggen samen vinden. Zij lopen hierbij Nederlanders en daarom
over de antwoorden vaak tegen veel moeilijkheden is het niet eerlijk als
en schrijven vervolgens aan: ongeldige diploma’s, vluchtelingen een baan
de antwoorden elk in andere taal en onwetendheid krijgen.
hun eigen boek.

UITGEBREIDER

Vertel: ‘Ook de
overheid verdient
weer geld wanneer
vluchtelingen zelf gaan
werken. Zij betalen

dan belasting.’

UITGEBREIDERover sollicitatieprocedures.
Vraag: ‘Waarom zijn
Er zijn veel
Het leven in opvangcentra Nederlanders die op er zoveel Nederland-
is zwaar en kost geld. Met een huis wachten ers die op een huis
een eigen huis kunnen en daarom is het wachten?’ Er is een
vluchtelingen beginnen niet eerlijk is als tekort aan betaalbare
aan de opbouw van een vluchtelingen een huurwoningen in
leven in Nederland. huis krijgen.
Nederland.

In Nederland wordt Sommige mensen zijn
onderzocht of iemand wel bang dat het niet goed
echt een vluchteling is. genoeg wordt onderzocht of
Terroristen kunnen dus niet iemand wel echt een vluchtel-
zomaar ons land binnen- ing is en dat terroristen toch
komen. naar Nederland kunnen
komen.

32

MOEILIJKER

Naast de gevolgen die in de tabel genoemd worden, zijn er nog enkele gevolgen waarover
sommige Nederlanders zich zorgen maken:
◆ Gezinshereniging:

Vraag: ‘Hebben jullie wel eens gehoord dat vluchtelingen zonder hun familieleden naar
Nederland zijn gekomen? Wat zou er dan met de rest van de familie gebeuren?’
Vertel: ‘Wie een verblijfsvergunning heeft gekregen, mag een aanvraag doen voor

gezinshereniging. Dat betekent dat gezinsleden ook naar Nederland mogen komen. Sommige
mensen zijn bang dat er door gezinshereniging te veel vluchtelingen komen. De cijfers laten zien
dat dit meevalt: elke vluchteling laat gemiddeld een half gezinslid overkomen. Dit komt omdat de

meeste vluchtelingen nog jong zijn. Zij hebben nog geen gezin.’
◆ Gelukszoekers

Vraag: ‘Hebben jullie op televisie wel eens beelden gezien van vluchtelingen met smatphones?
Denken jullie dat dit echte vluchtelingen zijn?’

Vertel: ‘Vluchtelingen met dure spullen worden soms gelukszoekers genoemd: mensen die op
zoek zijn naar een beter leven in een ander land. Maar, vluchtelingen hoeven ook niet arm te zijn.

Ze hadden vaak een goede baan in hun land. Hun telefoon gebruiken ze om contact te houden
met hun familie en om uit te zoeken hoe ze moeten reizen. In Nederland moeten ze bewijzen dat

ze echt onveilig zijn in hun eigen land.’
◆ Multiculturele samenleving

Vraag: ‘Waarom vinden de vriendinnen van Amina het leuk om verhalen uit haar land te horen?’
Vertel: ‘Vluchtelingen hebben een andere cultuur. De vriendinnen van Amina vinden het leuk
dat mensen met andere culturen hier komen wonen, omdat ze daar van alles van kunnen leren.
Andere mensen vinden dit juist niet leuk, omdat verschillende culturen soms met elkaar botsen.
doordat alle culturen andere gewoonten hebben, zijn mensen met verschillende culturen het
soms niet met elkaar eens.

33

VOORAF

Lees de opdracht voor.
Laat de leerlingen

vervolgens individueel
de opdracht maken.

ik bang ben dat terroristen de vluchtelingenstroom gebruiken om
Nederland binnen te komen
vluchtelingen de Nederlandse overheid geld kosten.

DISCUSSIËREN

Laat de leerlingen
discussiëren over de
vraag bij opdracht 7A:
‘Vind jij dat Nederland
vluchtelingen moet

opvangen?’
Laat verschillende
leerlingen hun mening
geven. De leerling
dient zijn/haar mening
te onderbouwen met
argumenten. Hierbij
kan de leerling gebruik

maken van zijn
antwoorden bij
opdracht 6 en 7A.

34

UITGEBREIDER

◆ Vraag: ‘Vind je dat er iets moet veranderen aan de opvang van vluchtelingen in Nederland? Zo
ja, wat moet er dan anders?’ Bijvoorbeeld: vluchtelingen zouden meteen een huis moeten krijgen,

of vluchtelingen zouden helemaal geen huis moeten krijgen.
◆ Vraag: ‘Over welke gevolgen voor Nederland maak jij je zorgen? Ben je bijvoorbeeld bang voor

terroristen?’
◆ Vraag: ’Wat vind je ervan dat mensen moeten vluchten, omdat ze niet veilig zijn in hun eigen

land?’
◆ Vraag: ‘Hoe zou jij je voelen als je zou moeten vluchten?’

35

BESPREKEN

Vraag: ‘Wat heb
je deze les geleerd
over de meningen
van Nederlanders
over de opvang van

vluchtelingen?’
Vertel: ‘De meningen

van Nederlanders
over de opvang van
vluchtelingen zijn erg

verdeeld.’

AFSLUITING

Bekijk welke plaats
Amina nu inneemt op
de tijdlijn. Vraag: ‘Wat
heeft Amina de afge-
lopen lessen allemaal

meegemaakt?’

36

37

Toets

De onderstaande toetsmatrijs geeft weer in welke doelen worden getoetst met elke opdracht en elk
toetsonderdeel. Ook is er aangegeven welk gedragsniveau de opdracht vereist.
De schriftelijke toets meet of de leerling de basiskennis die in de lessen aan bod gekomen is in voldoende
mate beheerst. Neem de toets af voor aanvang van de projectles, zodat eventueel aanvullende uitleg nog
gegeven kan worden voordat de leerling andere mensen gaat interviewen.

Toetsmatrijs

Les Opdracht Deeltoets Leerdoel Gedragsniveau Weging
Taxonomie van 0%
1 1 opdracht 1A, 1B
lesboek 2A, 2B Bloom
3A Toepassen
2 opdracht 3B, 3C
lesboek 3D Kennen, 0%
4A Begrijpen 0%
2 3 opdracht 4B Kennen, 0%
lesboek 4C Begrijpen
5A, 5B Toepassen
4 opdracht 5C, 5D, 5E, 5F
lesboek 1A Analyseren 0%
1B
5 opdracht 1B Analyseren 0%
lesboek 2B
3A Synthetiseren, 0%
3 6 opdracht 3B evalueren 0%
lesboek Synthetiseren, 0%
evalueren 0%
7A opdracht Kennen,
lesboek Toepassen
Analyseren
7B Discussie

4 Interviews Projectblad

8 opdracht
lesboek

Toets 1 Schriftelijke Kennen 7,7%*
2 toets
3 Schriftelijke Begrijpen 15,4%*
toets
Schriftelijke Begrijpen 15,4%*
toets

4 Schriftelijke Kennen 7,7%*
toets

5 Schriftelijke Begrijpen 30,8%*
toets
Kennen 23,1%*
6 Schriftelijke
toets

38 * Percentages zijn afgerond op één decimaal achter de komma.

Nakijkmodel

1. Een vluchteling is iemand die:
A. Heel arm is en in Nederland een baan wil zoeken
B. Wil trouwen met een Nederlander
C. In zijn eigen land niet veilig is
Score: 1 punt

2. Iemand die om een sociale reden vlucht:
A. Wordt oneerlijk behandeld vanwege zijn geloof
B. Wil vrienden maken in een ander land
C. Krijgt geen baan omdat hij geen diploma heeft
Score: 1 punt

3. Iemand die om een politieke reden vlucht:
A. Wil president worden in een ander land
B. Mag zijn mening niet uiten
C. Heeft te weinig eten
Score: 1 punt

4. Tijdens een vluchtelingenstroom verlaten veel mensen hun land tegelijk.
Uit welk land komen op dit moment veel vluchtelingen?
A. Marokko
B. Brazilië
C. Syrië
Score: 1 punt

5. Noem twee redenen waarom vluchtelingen naar Europa komen:
Redenen zijn juist geformuleerd wanneer de dikgedrukte woorden of synoniemen in het antwoord voor-
komen.
- Vluchtelingenkampen in buurlanden zijn overvol
- Buurlanden zijn te arm om voor de vluchtelingen te zorgen (te weinig eten, drinken, ruimte)
- Vluchtelingen zien een grotere kans op een goede toekomst/een goede baan in Europa
- Er woont al familie van de vluchtelingen in Europa
- Vluchtelingen spreken soms een Europese taal/Engels
Score: 1 punt per juist geformuleerde reden (maximaal 2 punten)

6. Noem drie reismanieren waarop vluchtelingen naar Europa komen:
- Boot
- Bus/vrachtwagen
- Vliegtuig
- Te voet
Score:1 punt per juist genoemde reismanier (maximaal 3 punten)

Eindbeoordeling

De toets wordt met een voldoende afgesloten wanneer de leerling 7 punten of meer behaald heeft.

39

40

Les 4: Op onderzoek uit!

Projectles

Duur

60 minuten

Materialen

Lesboek Amina's reis
Enquêteformulier (projectles)
Schaartjes

Leer- en lesdoelen
Leerdoel 5: De leerling omschrijft de verhouding van meningen binnen de directe omgeving van de school
over de opvang van vluchtelingen in Nederland aan de hand van interviews.
➢ Lesdoel 5A: De leerling benoemt de regels voor het afnemen van een interview op straat.
➢ Lesdoel 5B: De leerling neemt interviews op straat af.
➢ Lesdoel 5C: De leerling analyseert hoeveel mensen voor en hoeveel mensen tegen de opvang
van vluchtelingen in Nederland zijn
➢ Lesdoel 5D: De leerling onderscheidt twee meest genoemde redenen van mensen die voor de
opvang van vluchtelingen in Nederland zijn
➢ Lesdoel 5E: De leerling onderscheidt twee meest genoemde redenen van mensen die tegen de
opvang van vluchtelingen in Nederland zijn
➢ Lesdoel 5F: De leerling analyseert hoeveel mensen voor en hoeveel mensen tegen de opvang
van vluchtelingen in Soest zijn.

Lesopbouw

Introductie: 15 minuten
Interviews: 15 minuten
Binnen/buiten: 10 minuten
Bespreken antwoorden: 20 minuten

Voorbereiding

Kijk eerst goed naar de les. Lees elke onderdeel en de bijbehorende opdracht. Gebruik eventueel de ach-
tergrondinformatie achterin de handleiding. Maak alvast groepjes voor de interviews. Het is aan te raden
groepjes te maken met zowel sterke als minder sterke leerlingen. Bepaal naar eigen inzicht de grootte van de
groepjes. Leg alvast schaartjes klaar om uit te kunnen delen bij het uitknippen van het projectblad.

41

VOORAF

Vraag de leerlingen of
zij iets hebben gemerkt
van de discussie over

vluchtelingen. Hoe
hebben ze dat

gemerkt? Wat hebben
ze gehoord?

BESPREKEN

Bespreek met de
leerlingen dat zij zelf
op onderzoek uitgaan

om te onder-
vinden wat de mensen
uit de buurt vinden
van de opvang over
vluchtelingen. Benoem
de vier regels die zij
moeten handhaven om
een gepast interview

uit te voeren.

42

VERTEL

Vertel: ‘Dit is het for-
mulier waarop je de
antwoorden van de
mensen die je inter-

viewt invult.
Per groep hoeft slechts
1 iemand het formuli-
er in te vullen. Schrijf
alleen de belangrijkste

dingen uit het ant-
woord van de persoon
op; anders kun je het

niet bijhouden.’

UITDELEN

Deel schaartjes uit
zodat de leerlingen het
projectblad uit kunnen

knippen.

43

INVULLEN

De leerlingen vullen
na het bespreken van
elke interviewvraag de

individueel de
bevindingen in.

44

BESPREKEN

Bespreek klassikaal de antwoorden die de leerlingen hebben verzameld.
Vraag 1. Vraag om de beurt elke groep: ‘Hoe veel mensen waren voor / tegen de stelling?’. Houd

de verdeling bij op het bord zodat de leerlingen de verdeling visueel gerepresenteerd zien.
Vraag 2. Bespreek met de leerlingen de antwoorden die zij hebben gehoord. Vraag: ‘Welke

redenen hebben jullie het vaakst voor de stelling en tegen de stelling gehoord?’
Vraag 3. Vraag : 'Zou je het zelf goed vinden wanneer er een opvangcentrum in Soest zou

komen?

UITGEBREIDER

Vraag: ‘Hadden jullie deze verdeling van de meningen verwacht? Heb je nieuwe redenen voor en
tegen de stelling gehoord? Wat vind je van de verdeling: is dit terecht?’

45

Achtergrondinformatie

Het Nederlands asielbeleid en de opvang van vluchtelingen is complex en roept soms veel vragen op. Als
ondersteuning bij gesprekken en discussies in de klas staan hieronder nog een aantal onderwerpen nader uit-
gelegd. Deze informatie is afkomstig van VluchtelingenWerk. Onderaan staan nog enkele links naar websites
met aanvullende informatie.

Hoe verloopt de asielprocedure precies en waarom duurt het soms kort en soms lang?

Kort: algemene procedure
Als iemand in Nederland asiel aanvraagt, wordt hij doorgestuurd naar een speciaal opvangcentrum in ter
Apel. Als hij via Schiphol in Nederland aankomt, gaat hij naar een speciaal opvangcentrum. Hier begint de
asielprocedure, die normaal gesproken acht dagen duurt. Mensen van de immigratie- en naturalisatiedienst
(ind) voeren gesprekken over de achtergrond van de vlucht. Iedereen krijgt een asieladvocaat. Na deze peri-
ode besluit de ind of een asielzoeker in Nederland mag blijven.
Langer: verlengde procedure
Soms is er meer tijd nodig, dan kan de ind een asielzoeker doorsturen naar een ‘verlengde procedure’. Dan
kunnen ze nog meer onderzoek doen, bijvoorbeeld naar de nationaliteit (soms doen mensen zich voor als
een inwoner van een land waarvan ze denken dat dit de grootste kans geeft op een verblijfsvergunning) of
omdat de situatie in het herkomstland onzeker of onduidelijk is. De verlengde procedure duurt in principe
maximaal zes maanden, maar kan soms ook veel langer duren. In die periode woont een asielzoeker in een
asielzoekerscentrum.

Waarom moeten vluchtelingen soms, nadat ze een paar jaar in Nederland hebben ge-
woond, toch terug naar hun eigen land?

Soms mogen vluchtelingen alleen tijdelijk in Nederland wonen, bijvoorbeeld als er oorlog is in hun land. Ze
mogen in Nederland blijven zolang de oorlog duurt, als deze voorbij is, moeten ze weer terug naar hun eigen
land.
Wat gebeurt er met asielzoekers die geen verblijfsvergunning krijgen?
Als asielzoekers worden afgewezen, moeten zij Nederland in principe binnen vier weken verlaten. Daarna
krijgen zij geen opvang meer. Asielzoekers met kinderen mogen in speciale, sobere opvangcentra wonen tot
ze terug kunnen. Afgewezen asielzoekers moeten hun terugkeer zelf regelen. Dit lukt niet altijd, veel asi-
elzoekers hebben geen paspoort of ander identiteitsdocument. Landen van herkomst willen vanwege poli-
tieke redenen niet altijd meewerken aan terugkeer. Dit kan soms een groot probleem zijn. Een deel van de
asielzoekers keert toch terug naar hun land van herkomst, een ander deel verdwijnt met onbekende bestem-
ming; zij duiken de illegaliteit in.

Op grond van welke redenen wordt iemand in Nederland erkend als vluchteling?

De overheid erkent vluchtelingen op basis van het vluchtelingenverdrag. Volgens dit Verdrag ben je een
vluchteling als je als individu vreest voor je leven vanwege je ras, geloof, nationaliteit, politieke overtuiging
of het feit dat je behoort tot een bepaalde groep. En de regering van je eigen land kan of wil je niet bescher-
men. Daarnaast biedt Nederland ook bescherming aan mensen die op de vlucht zijn voor zeer ernstig oor-
logsgeweld of extreme algemene dictatuur. Tot slot wordt soms ook op ‘humanitaire’ grond een vergunning
verleend.

46

Wat doet Vluchtelingenwerk?

Vluchtelingenwerk Nederland zet zich in voor vluchtelingen en asielzoekers in Nederland. We zijn een on-
afhankelijke organisatie die de belangen behartigt van vluchtelingen en asielzoekers in Nederland, vanaf het
moment van binnenkomst tot en met de integratie in de Nederlandse samenleving. Hierbij baseren we ons
op internationale mensenrechtenverdragen. Vluchtelingenwerk heeft duizenden vrijwilligers die zich in heel
Nederland inzetten voor vluchtelingen en asielzoekers.
In Nederland is ook stichting Vluchteling actief. Deze organisatie zet zich in voor hulp en opvang van
vluchtelingen buiten Nederland.

Links naar websites

'Vluchtelingen in getallen 2015'
http://www.vluchtelingenwerk.nl/feiten-cijfers/cijfers/bescherming-nederland
Een website over het leven van kinderen in een AZC
http://www.tell-me.nl/
Vraag en antwoord over het asielbeleid
https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/asielbeleid/vraag-en-antwoord?gclid=CI7NmJ6nuskCFQqdG-
wodW08MXw = vraag en antwoord over asielbeleid
Aflevering Klokhuis: vluchtelingen (1)
http://www.npo.nl/het-klokhuis/10-12-2010/NPS_1171304
Aflevering Klokhuis: vluchtelingen (2)
http://www.npo.nl/het-klokhuis/20-06-2012/NPS_1207125
Aflevering Klokhuis: asielzoekerscentrum
http://www.npo.nl/het-klokhuis/17-12-2010/NPS_1171314
Youtubekanaal van vluchtelingenwerk
https://www.youtube.com/results?search_query=vluchtelingenwerk
NOS artikel ‘Wat krijgt een vluchteling in Nederland eigenlijk?’
http://nos.nl/op3/artikel/2071050-wat-krijgt-een-vluchteling-in-nederland-eigenlijk.html
Website met links naar informatie en materialen over vluchtelingen
http://www.unhcr.nl/unhcr-in-nederland/educatie/voor-scholieren-en-studenten.html

47


Click to View FlipBook Version