The words you are searching are inside this book. To get more targeted content, please make full-text search by clicking here.

Resultaten enquete ondernemersfonds juli 2015

Discover the best professional documents and content resources in AnyFlip Document Base.
Search
Published by , 2015-09-04 10:12:02

Resultaten enquete ondernemersfonds juli 2015

Resultaten enquete ondernemersfonds juli 2015

Stichting Ster van de Elf Steden Juli 2015

Samenvatting (context)

Sinds medio 2011 dragen ondernemers in de binnenstad van Franeker via de reclamebelasting verplicht bij aan activiteiten,
evenementen, faciliteiten en promotie van de stad. De geinde gelden worden beheert via het Ondernemersfonds. Uit een evaluatie in
2013 blijkt dat de meeste ondernemers tevreden zijn over de werking van het Ondernemersfonds en de besteding van de gelden. Wel
worden er zorgen geuit over ‘minder draagkrachtige ondernemers’ voor wie de bijdrage (mede gezien de economische
omstandigheden) mogelijk te hoog is. In 2013 is daarom een aanvulling op de regeling van kracht geworden die een korting
gedurende twee jaar inhoudt voor startende ondernemers en een kwijtscheldingsregeling bevat voor die ondernemers die gebruik
maken van de BBZ-regeling (bijstandsregeling voor zelfstandigen).

Ondanks deze maatregelen blijven signalen doorkomen van ondernemers die het niet eens zijn met de regeling (verplichte
deelname), de hoogte van de heffing en/of de grondslag van de tarieven. Deze geluiden bereiken ook de raad. Daarom is aan de
portefeuillehouder en Stichtting Ster van de Elf Steden gevraagd om uit te zoeken welke mogelijkheden er zijn om de gehoorde
bezwaren weg te nemen en het draagvlak voor de regeling verder te vergroten. In het kader hiervan en ten behoeve van de
besluitvorming, is het daarom verstandig om ‘deze geluiden’ te objectiveren. En zicht te krijgen op de vraag hoeveel
ondernemers expliciet bezwaar uiten tegen de huidige regeling, de hoogte van de heffing en/of de
grondslag van de tarieven. Dit is de primaire vraagstelling van deze enquête.

Een ondernemersfonds is altijd voor, door en van ondernemers. De wens om een ondernemersfonds op te richten, in stand te houden
of aan te passen moet altijd van ondernemers zelf uitgaan. Daarmee is het ook aan de ondernemers om aan te geven of zij nog
tevreden zijn met het instrument. Daarom is aan alle ondernemers die deelnemen aan de regeling het verzoek gedaan om aan
de hand van een achttal stellingen aan te geven wat ze van het huidige financieringssysteem vinden. In dit document zijn de
resultaten van deze enquête weergegeven.

Samenvatting (resultaten en conclusies)

In totaal zijn 152 ondernemers actief benaderd. Van deze onderzoeksgroep hebben 88 ondernemers (54%) gereageerd middels het invullen
van de enquête. Dit is de responsgroep. Zoals bij elke enquête, wordt de interpretatie van de gegevens bemoeilijkt doordat er ook een groep is
die geen gehoor geeft aan de oproep: de zogenaamde non-respons-groep. Dit leidt niet onmiddellijk tot verkeerde conclusies. Behalve wanneer
de non-respons-groep selectief is. Dus als deze groep tendeert naar een bepaalde mening. Dat is gezien de context en het doel van de enquête
niet uit te sluiten. Het lijkt in dit kader legitiem om te stellen dat de ondernemers in de non-respons-groep het niet oneens zijn met de regeling
op zich, de hoogte van de bijdrage en/of de wijze van tarifering zijn. Immers, als ze dit wel waren, hadden ze er een direct belang bij dit via
de enquête kenbaar te maken en zo de besluitvorming (in hun voordeel) te beïnvloeden. Dit ‘responsbelang’ is minder bij ondernemers die
neutraal zijn of de huidige regeling wel prima vinden. Maar zeker weten doen we dat niet. De resultaten worden daarom in het kader van de
primaire vraagstelling zowel geanalyseerd en geïnterpreteerd binnen het kader van de responsgroep (88) als de totale onderzoekspopulatie
(152).

Conclusies over het systeem op zich (los van de bijdrage of systeem van inning)

•  Er is aanzienlijk draagvlak voor behoud van de verplichte regeling: 65 (74%) respondenten zijn voor een verplichte regeling middels een
belasting. Van de respondenten zijn er twaalf het niet eens met een verplichte regeling. Hiervan zitten er acht (67%) in tariefzone A. Negen
staan neutraal tegenover de regeling.

•  Er is weinig draagvlak voor terugkeer naar een vrijwillige regeling: 17 (18%) respondenten geven aan terug te willen naar een systeem met
vrijwillige deelname en bijdrage. Hiervan zitten er 11 (68%) in tariefzone A.

Afgezet tegen de totale populatie (152) geven 17 ondernemers (11%) expliciet aan tegen een

verplichte regeling te zijn. Conclusie t.a.v. vraagstelling

Samenvatting (resultaten en conclusies)

Conclusies over de hoogte van de heffing

•  Het merendeel van de respondenten stemt in met het huidige inningsbedrag: 55 (63%) van de respondenten zijn positief of staan neutraal
tegenover het huidige inningsbedrag. 39 (44%) vinden het huidige bedrag niet goed. Van deze groep zijn er 12 sowieso tegen de regeling /
heffing.

•  Iets minder dan de helft van de respondenten vindt de heffing te hoog: 43 (49%) van de respondenten vindt het huidige inningsbedrag te
hoog. Van deze groep zijn er 12 sowieso tegen de regeling / heffing. 43 (49%) vinden het huidige bedrag niet te hoog.

•  Een enkele respondent vindt de bijdrage te laag: Eén respondent (1%) vindt de bijdrage te laag. 64 respondenten (73%) vindt de bijdrage
niet te laag en 18 respondenten zijn neutraal.

Afgezet tegen de totale populatie (152) zijn er 31 ondernemers (20%) die aangeven niet tegen

de regeling te zijn maar hun bijdrage wel te hoog vinden. Conclusie t.a.v. vraagstelling

Conclusies over de de verschillen in bijdrage (verdeling tariefstelling)

•  De respondenten zijn verdeeld over de grondslag van de tariefstelling: 41 respondenten (46%) is het eens met of staat neutraal tegenover
de grondslag van de regeling. 43 ondernemers geven aan dat een koppeling met de omvang van de onderneming gewenst is.

•  Als er geen andere verdeling mogelijk is, hebben de meeste respondenten vrede met het handhaven van de huidige verdeling: 56 (61%)
van de respondenten staat positief / neutraal tegenover het handhaven van de huidige verdeling als er geen beter alternatief is.

Afgezet tegen de totale populatie (152) geven 29 ondernemers (19%) aan het ermee oneens te

zijn de huidige verdeling op basis van locatie zo te laten. Conclusie t.a.v. vraagstelling

Inleiding

Een ondernemersfonds is altijd voor, door en van ondernemers. De wens om een ondernemersfonds op te richten, in stand te
houden of aan te passen moet altijd van ondernemers zelf uitgaan. Daarmee is het ook aan de ondernemers om aan te
geven of zij nog tevreden zijn met het instrument. Daarom is aan de ondernemers het verzoek gedaan om aan de hand van
een aantal stellingen aan te geven wat ze van het huidige financieringssysteem vinden. In dit document zijn de resultaten
van deze enquête weergegeven.

STELLINGEN

•  Een inningssysteem met een verplichte bijdrage middels een belasting is goed. We
moeten dit systeem houden om te garanderen dat iedereen deelneemt.

•  Een inningssyteem met een verplichte bijdrage middels een belasting is niet goed.
We moeten terug naar een systeem op basis van vrijwillige deelname en bijdrage.

•  Los van wat anderen betalen vind ik mijn huidige financiële bijdrage goed.
•  Los van wat anderen betalen vind ik mijn huidige financiële bijdrage te hoog.
•  Los van wat anderen betalen vind ik mijn huidige financiële bijdrage te laag.
•  De huidige tariefsverdeling op basis van locatie is redelijk. Een relatie met de

omvang van het bedrijf is niet nodig / niet gewenst.
•  De huidige tariefsverdeling op basis van locatie is niet redelijk. Er moet een relatie

zijn met de omvang van het bedrijf.
•  Als er geen passende verdeling op basis van omvang van het bedrijf mogelijk is,

moeten we de huidige verdeling op basis van locatie zo laten.

Onderzoekspopulatie en Responsgroep

Alle ondernemers die een heffingsaanslag voor de reclamebelasting ontvangen – en dus deelnemen aan het fonds – hebben
de enquête ontvangen en zijn gevraagd om deel te nemen aan het onderzoek. De totale onderzoekspopulatie betreft 152
ondernemers. Van deze groep heeft 88 ondernemers (58% respons) de enquête ingevuld. De responsgroep is qua
tariefsgroepen een goede afspiegeling van de onderzoekspopulatie.

Onderzoekspopulatie Responsgroep

20 54% A-tarief 11 57% A-tarief
33% B-tarief 31% B-tarief
152 13% C-tarief 88 27 50 12% C-tarief

50 82

58% RESPONS

62% A-tarief
54% B-tarief

50% C-tarief

Het systeem op zich (stelling 1)

Er is aanzienlijk draagvlak voor behoud van de verplichte regeling: 65 (74%) respondenten zijn
voor een verplichte regeling middels een belasting. Van de respondenten zijn twaalf het niet eens met een verplichte
regeling. Hiervan zitten er acht (67%) in tariefzone A. Negen staan neutraal tegenover de regeling.

Een inningssysteem met Eens Neutraal Oneens Onbekend

een verplichte bijdrage 65 9 12 2

middels een belasting is 2%

goed. We moeten dit 74% 10% 14%

systeem houden om te

garanderen dat iedereen 7 1
22 36 23
deelneemt. ☺ 25 8

In % van totale onderzoeksgroep A-tarief (€ 750), B-tarief (€ 600), C-tarief (€ 400)

8%

Het systeem op zich (stelling 2)

Er is weinig draagvlak voor terugkeer naar een vrijwillige regeling: 17 (18%) respondenten
geven aan terug te willen naar een systeem met vrijwillige deelname en bijdrage. Hiervan zitten er 11 (68%) in tariefzone A.
61 respondenten zijn het oneens met een vrijwillige regeling. Zes respondenten zijn neutraal.

Een inningssyteem met Eens Neutraal Oneens Onbekend
een verplichte bijdrage
middels een belasting is 17 6 61 5
niet goed. We moeten
terug naar een systeem op 18% 7% 70% 6%
basis van vrijwillige
2 08
"deelname en bijdrage. 4 2

In % van totale onderzoeksgroep 11 4 19 34

A-tarief (€ 750), B-tarief (€ 600), C-tarief (€ 400)

11%

Hoogte van de heffing / bijdrage (stelling 1)

Het merendeel van de respondenten stemt in met het huidige inningsbedrag: 48 (54%)
respondenten zijn positief of staat neutraal tegenover het huidige inningsbedrag. 39 (44%) deelnemers vinden het huidige
bedrag niet goed. Van deze groep zijn er 12 sowieso tegen de regeling / heffing.

Los van wat anderen Eens Neutraal Oneens Onbekend
betalen vind ik mijn
huidige financiële bijdrage 32 16 39 1
goed.
36% 18% 44% 2%

4 3 3 Van deze groep zijn er
In % van totale onderzoeksgroep 7 58 14 22 12 (31%) sowieso
tegen de regeling.
21

A-tarief (€ 750), B-tarief (€ 600), C-tarief (€ 400)

26%

Hoogte van de heffing / bijdrage (stelling 2)

Iets minder dan de helft van de respondenten vindt de heffing te hoog: 43 (49%)
respondenten vinden het huidige inningsbedrag te hoog. Van deze groep zijn er 12 sowieso tegen de regeling / heffing. 23
(49%) vinden het huidige bedrag niet te hoog.

Los van wat anderen Eens Neutraal Oneens Onbekend
betalen vind ik mijn
huidige financiële bijdrage 43 20 23 3
te hoog.
49% 23% 26% 3%
"
4 5 10 2
In % van totale onderzoeksgroep 15 24 5 6

15

A-tarief (€ 750), B-tarief (€ 600), C-tarief (€ 400)

28% Van deze groep zijn er
12 (31%) sowieso
tegen de regeling.

Hoogte van de heffing / bijdrage (stelling 3)

Een enkele respondent vindt de bijdrage te laag: Eén respondent (1%) vindt de bijdrage te laag. 64
respondenten (73%) vindt de bijdrage niet te laag en 18 respondenten zijn neutraal.

Los van wat anderen Eens Neutraal Oneens Onbekend
betalen vind ik mijn
huidige financiële bijdrage 1 18 64 5
te laag.
1% 20% 73% 6%
#
06
In % van totale onderzoeksgroep
1 59 20 38
4

A-tarief (€ 750), B-tarief (€ 600), C-tarief (€ 400)

<1%

Verdeling tariefstelling (stelling 1)

De respondenten zijn verdeeld over de grondslag van de tariefstelling: 41 respondenten (46%)
zijn het eens met of staat neutraal tegenover de grondslag van de regeling. 43 ondernemers geven aan dat een koppeling
met de omvang van de onderneming gewenst is.

De huidige tariefsverdeling Eens Neutraal Oneens Onbekend
op basis van locatie is
redelijk. Een relatie met de 24 17 43 4
omvang van het bedrijf is
niet nodig / niet gewenst. 27% 19% 49% 5%

☺ 3 3
5 58
In % van totale onderzoeksgroep 4 17 23
16

A-tarief (€ 750), B-tarief (€ 600), C-tarief (€ 400)

28%

Verdeling tariefstelling (stelling 2)

De respondenten zijn verdeeld over de grondslag van de tariefstelling: 38 respondenten (43%)
geven aan dat de huidige verdeling niet redelijk is en een koppeling met de omvang van de onderneming gewenst is. 23
respondenten zijn het oneens met een koppeling met de omvang van het bedrijf en 23 respondenten zijn neutraal.

De huidige tariefsverdeling Eens Neutraal Oneens Onbekend
op basis van locatie is niet
redelijk. Er moet een 38 23 23 4
relatie zijn met de omvang
van het bedrijf. 43% 26% 26% 5%

" 3 5 10 2
14 20 8
In % van totale onderzoeksgroep 4
17

A-tarief (€ 750), B-tarief (€ 600), C-tarief (€ 400)

25%

Verdeling tariefstelling (stelling 3)

Als er geen andere verdeling mogelijk is, hebben de meeste respondenten vrede met
het handhaven van de huidige verdeling: 56 (61%) van de respondenten staat positief / neutraal tegenover
het handhaven van de huidige verdeling als er geen beter alternatief is.

Als er geen passende Eens Neutraal Oneens Onbekend
verdeling op basis van
omvang van het bedrijf 38 18 29 3
mogelijk is, moeten we de
huidige verdeling op basis 43% 18% 29% 3%
van locatie zo laten.
2 3
#
9 66
In % van totale onderzoeksgroep 27 6 11 15

A-tarief (€ 750), B-tarief (€ 600), C-tarief (€ 400)

19%




Click to View FlipBook Version