Integratie 49 Migraties naar Nederland Misschien ben je zelf of is een van je ouders buiten Nederland geboren. Die kans is best groot, want dat geldt voor één op de vier Nederlandse jongeren. Je bent dan een Nederlander met een migratieachtergrond. Maar ook voor Nederlanders zonder migratieachtergrond geldt: als je maar ver genoeg teruggaat in de tijd, heb je voorouders die uit het buitenland komen. Want ook in het verleden kwamen veel migranten naar Nederland. Dat zijn mensen die van het ene naar het andere land verhuizen. Waarom komen migranten naar Nederland? Tegenwoordig komen de meeste migranten van binnen de Europese Unie. Dat is niet zo vreemd, want burgers uit EU-landen mogen overal in de EU gaan wonen. En dus komen ze ook naar Nederland om te werken. Voor mensen van buiten de EU is het veel lastiger om naar Nederland te komen. De meeste migranten mogen naar Nederland verhuizen om samen te zijn met een gezinslid of huwelijkspartner. Anderen krijgen toestemming om hier te werken of te studeren. Een aparte groep vormen vluchtelingen. Als zij kunnen aantonen dat ze in hun land niet veilig zijn vanwege oorlog of vervolging, krijgen ze meestal tijdelijk toestemming om hier te blijven. Ze krijgen dan in Nederland asiel. Iemand die asiel aanvraagt om aan armoede te ontkomen, is een economische vluchteling en mag hier meestal niet blijven. Nederlander worden Als iemand vijf jaar legaal in Nederland is, kan hij of zij de Nederlandse nationaliteit verkrijgen. Dat heet naturalisatie. Deze nieuwe Nederlander heeft dezelfde rechten en plichten als elke andere Nederlander. 1 Op school a Inventariseer in jouw klas hoeveel studenten een migratieachtergrond hebben. Totaal aantal studenten Beide ouders in Nederland geboren Zelf, of één of beide ouders in het buitenland geboren Absolute getallen Percentages 100% b Begin 2022 had 25,3 procent van de bevolking een migratieachtergrond. Zijn er in jouw klas meer of minder jongeren met een migratieachtergrond dan gemiddeld in Nederland? Geef daarvoor een verklaring. 2 Op zoek naar werk Lech Kujawiak woont in Delft, maar is in Polen geboren. Hij werkt in de bouw, waar een groot tekort aan personeel is. Lech: ‘Ik werk in de afbouw: ik plaats metaalprofielen en schroef daar gipsplaten aan vast. Het betaalt goed: 35 euro per uur.’ Naar: Cobouw a Gebruik bron 1. Voor Lech was het geen probleem om naar Nederland te migreren. Leg uit waarom niet. b In de tuinbouw (kassen) werken meer migranten dan in andere sectoren. Bedenk daarvoor een verklaring. c Hoe zit dat in de sector waar jij nu voor wordt opgeleid? Bron 1
50 3 Migratie nu en in het verleden a Gebruik bron 2. In welke periode verhuisden veel Nederlanders naar een ander land? Waarom deden ze dat, denk je? b Tussen 1975 en 1990 kwamen veel ‘volgmigranten’. Zoek dat woord op in bron 2. Wat zou daarmee bedoeld worden? c Na 1945 kwam een aantal grotere groepen migranten naar Nederland. Om welke reden kwam elke groep? Maak de juiste combinaties. A Migranten uit Marokko en Turkije B Migranten uit Suriname C Migranten uit Caribisch Nederland D Migranten uit Syrië, Eritrea en Iran Zij komen naar Nederland voor een opleiding of om hier te werken. Als burgers van het Koninkrijk der Nederlanden kunnen zij een Nederlands paspoort aanvragen. Zij vluchtten vanwege de dictatuur of vanwege de oorlog in hun land. Zij waren inwoners van een voormalige Nederlandse kolonie en kozen toen de kolonie in 1975 onafhankelijk werd, voor Nederland. Zij werden als gastarbeiders door bedrijven naar Nederland gehaald en lieten later ook hun gezin overkomen. d In bron 3 staan migratiecijfers van 2022. Het ging om ruim 400.000 mensen. Noem iets wat je opvalt of verrast. e In 2021 waren er 250.000 migranten, in 2022 400.000. Bedenk de reden voor die toename in 2022. Bron 3 Europeanen Afrikanen Amerikanen MIGRATIE NAAR NEDERLAND In 2022 migreerden ruim 400.000 mensen naar Nederland, onder wie Nederlanders die terugkeerden. Bron: CBS Aziaten 64% 17% 8% Nederlanders die terugkeren 5% 6%
Integratie 51 f Stelling: ‘Migratie is niets nieuws, dus Nederlanders moeten daar niet paniekerig over doen.’ Ben je het eens of oneens met deze stelling? Onderbouw je antwoord met een argument. Wat is integratie? Nederland is een pluriforme samenleving, een land waarin (groepen) mensen met verschillende culturen wonen. Dat komt onder meer door migratie. Migranten nemen hun eigen cultuur mee met eigen gewoontes en opvattingen. De verschillende culturen in Nederland beïnvloeden elkaar en vermengen zich. Zo zijn Nederlanders en migranten bijvoorbeeld anders gaan eten. Ook op gebieden als sport of werk gaan migranten deel uitmaken van de samenleving. Dat proces heet integratie. Voorwaarden voor succesvolle integratie Samenleven in een pluriforme samenleving gaat alleen goed als je bereid bent de verschillen te accepteren. En als je je houdt aan een aantal basisafspraken: waarden en normen die de basis zijn van de Nederlandse samenleving. Denk aan de democratie, het recht op vrijheid van meningsuiting en de gelijkheid van man en vrouw. Het betekent dat je kunt zeggen: ik ben anders dan jij, maar we houden ons aan dezelfde basisafspraken en daardoor kunnen we toch samenleven zonder de hele tijd ruzie te krijgen. De overheid neemt maatregelen om integratie te ondersteunen. Zij wil dat migranten zich kunnen redden in de Nederlandse samenleving en wil voorkomen dat er conflicten ontstaan. Zo moeten migranten bijvoorbeeld de Nedelandse taal leren. Tegelijkertijd vraagt de overheid aan burgers om migranten dezelfde kansen te geven als andere Nederlanders. Bron 2
52 4 Cultuurverschillen a Ga uit van je leerbedrijf. Geef een voorbeeld waaraan je kunt zien dat we in een pluriforme samenleving leven. b Betekent die pluriformiteit dat jij jouw houding of gedrag in het bedrijf moet aanpassen? Zo ja, geef een voorbeeld. Zo nee, leg uit waarom dat niet hoeft. c Wat past het beste bij jou? Licht je antwoord toe. Ik vind het prettiger om alleen met mensen om te gaan die dezelfde afkomst hebben als ik. Ik let er eigenlijk niet op wat voor afkomst iemand heeft. Het maakt me niet zoveel uit. Ik ben nieuwsgierig naar mensen met een andere afkomst en leg bewust contact. 5 Integreren ‘Hé Zihni, jij moet je niet beperken tot een hokje’ Zihni Özdil (1981) werd geboren in Turkije en groeide vanaf zijn tweede jaar op in Rotterdam. ‘Toen wij naar Rotterdam verhuisden, zorgde mijn vader er expres voor dat wij in een witte wijk gingen wonen. Hij wilde niet per se tussen de Turkse Nederlanders wonen. Niet omdat hij er iets tegen had, maar hij zei toen al van ‘Hé Zihni, jij moet je niet beperken tot een hokje. Als wij een schotelantenne nemen zoals de rest, dan zitten jullie met je hoofd in Turkije terwijl je toekomst in Nederland ligt. Dat is niet de bedoeling.’ Zeik toch niet zo, doe eens relaxed, dacht ik toen. Maar nu ben ik hem echt dankbaar. Het heeft me geholpen om me ook te richten op mijn eigen land, Nederland.’ Naar: de Volkskrant Anwar Manlasadoon (26) vluchtte uit Syrië. In Arnhem kreeg hij een relatie met een Nederlandse. ‘Nu ik langer in Nederland ben, merk ik dat ik mijn grenzen niet steeds verder wil oprekken. Ik wil mij aanpassen, maar mijzelf en mijn geloof ook niet kwijtraken. Ik merk dat er op het punt van ongetrouwd samenwonen voor mij een grens bereikt is.’ Naar: De Gelderlander a Lees bron 4. Leg uit wat de vader van Zihni bedoelt. Bron 4 Bron 5
Integratie 53 b Lees bron 5. Anwar Manlasadoon schrijft dat hij ‘zichzelf niet wil kwijtraken’. Leg uit wat hij daarmee bedoelt. c In 2020 vertrokken 152.494 mensen uit Nederland. Zou jij willen migreren naar een ander land? Zo ja, naar welk land zou je willen gaan? Wat trekt je daarin aan? Zo nee, wat houdt je tegen? d Stel, jij migreert met je gezin naar Vietnam omdat je daar een goede baan kunt krijgen. Op welke punten zou jij je wel aanpassen en op welke niet? Licht je antwoord telkens toe. Doe ik Toelichting Je gaat de taal leren. wel / niet Je neemt de eetgewoontes over. wel / niet Je past je kleding aan. wel / niet Je wordt lid van een sportvereniging. wel / niet Je zorgt dat je naam makkelijk uit te spreken is. wel / niet Je past je religie aan als dat nodig is. wel / niet Je doet afstand van je Nederlandse paspoort. wel / niet e Kijk naar je antwoorden bij d. Verwacht jij van migranten in Nederland dat zij zich op dezelfde punten aanpassen als jij zou doen? Leg je antwoord uit met een voorbeeld. 6 Nederlander worden a Hoe krijg je de Nederlandse nationaliteit? Noem twee mogelijkheden. b Azra zegt in bron 6 dat ze natuurlijk al een Nederlandse was voordat ze het Nederlanderschap kreeg. Leg uit wat ze daarmee bedoelt. ‘Ik was al Nederlandse’ Azra (15) vluchtte in 1998 met haar ouders uit Joegoslavië vanwege de burgeroorlog. ‘Op mijn basisschool voelde ik me niet anders dan de andere kinderen. Ik ben van Joegoslavische afkomst, maar ben gewoon Nederlands. Mijn ouders hebben vijf jaar op een verblijfsvergunning gewacht, acht jaar na aankomst in Nederland kregen we eindelijk de Nederlandse nationaliteit. Ik heb toen getrakteerd en mijn vriendinnen feliciteerden me dat ik Nederlands was. Haha, een beetje gek, want dat was ik natuurlijk al!’ Bron: interview door uitgeverij Essener Interview Bron 6
54 c Iemand stelt voor: een genaturaliseerd persoon die een misdrijf pleegt, moet zijn/haar Nederlanderschap verliezen. Lees bron 7 en leg uit waarom dat voorstel in strijd is met de Grondwet. d Rapper Woenzelaar zegt in de casus dat hij zich zowel Nederlander als Marokkaan voelt. Is dat volgens jou een probleem? Leg uit. Integratie: een langzaam proces Integratie is niet iets wat vanzelf gaat. Het is een proces dat tijd nodig heeft en dat kan samengaan met botsingen en conflicten. Een belangrijke oorzaak van deze conflicten is dat migratie voor zowel migranten als burgers met een Nederlandse achtergrond een ‘verlies’ betekent. Verlies Als migrant heb je je vertrouwde wereld en vaak ook je familie en vrienden achtergelaten. In het nieuwe land moet je helemaal opnieuw beginnen: je diploma’s zijn vaak weinig waard, je kent de taal niet en je hebt weinig vrienden die je helpen. Het kost migranten daarom tijd om hun plek in het nieuwe land te vinden. Maar ook burgers met een Nederlandse achtergrond hebben het gevoel dat hun vertrouwde wereld verloren gaat. Zij zien de samenleving die ze kenden, veranderen. Een deel van de nieuwe Nederlanders kleedt zich anders, heeft andere eetgewoontes, een ander geloof en andere ideeën over opvoeding, het huwelijk of seksualiteit. Sommige mensen zijn bang dat migranten hun banen en hun welvaart zullen ‘afpakken’. De angst om te verliezen wat ze hebben en wat vertrouwd is, maakt ze onzeker en soms boos. Ook zij hebben tijd nodig om te wennen aan een veranderende samenleving. Verrijking Voor migranten én burgers met een Nederlandse achtergrond betekent migratie ook een verrijking. Migranten vinden in Nederland veiligheid, welvaart, kansen en vrijheid. Tegelijkertijd zijn migranten voor de Nederlandse economie heel belangrijk. Migranten kunnen werken in sectoren waar meer mensen nodig zijn, zoals de zorg, bouw, techniek, ICT-sector en bij productiewerk. Migratie verrijkt ook de cultuur. Rapper Woenzelaar geeft taalverrijking als voorbeeld (‘ewa’), maar denk ook aan muziek of gerechten. Daarnaast kan migratie ervoor zorgen dat mensen opener worden. Als je namelijk in een klas zit met studenten uit verschillende culturen, zie je eerder de onderlinge overeenkomsten dan de verschillen: iedereen wil het diploma halen en jullie balen allemaal van een slecht cijfer. Artikel 1 uit de Grondwet ‘Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.’ Bron 7
Integratie 55 7 Verrijking ‘Ik ben blij dat ze dit werk doen’ KATWIJK – Een verpleeghuis in Katwijk leidt asielzoekers op tot verzorgende om het personeelstekort op te lossen. De jongeren uit Eritrea en Syrië hebben een medische opleiding; ze moeten nog wel Nederlands leren. Mevrouw Van der Plas (91) woont in het verpleeghuis. ‘Ik ben blij dat zij dit werk doen. De bewoners moeten er wel aan wennen en dat snap ik. Maar ik vind het goed dat ze hier zijn. Deze mensen hebben er recht op om mee te doen in onze samenleving.’ Naar: NOS a Lees bron 8. Waarom kunnen asielzoekers niet ‘zomaar’ aan het werk in de zorg? Bedenk twee redenen. b Geef twee voorbeelden van verrijking uit bron 1. 8 Integratie door werk ‘Werk leidt me af van de oorlog’ DEN HAAG – Toen de oorlog in Oekraïne uitbrak, vluchtten 55.000 Oekraïners naar Nederland. Bijna 85 procent van hen heeft inmiddels werk gevonden, meldt het UWV. Kyrill (17) bijvoorbeeld: ‘Ik heb plezier met mijn collega’s. Het leidt me af van de oorlog.’ Vluchtelingen uit landen als Syrië, Afghanistan of Eritrea mogen het eerste halfjaar in Nederland niet werken en daarna alleen met een speciale vergunning. Oekraïners mogen hier meteen aan de slag, zonder vergunning. ‘Dat moeten we voor alle vluchtelingen doen’, vindt een onderzoeker van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). ‘Vluchtelingen die aan de slag gaan, leren sneller de Nederlandse taal, hebben minder psychische problemen en hun arbeidsparticipatie verloopt beter.’ De overheid vindt het belangrijker dat vluchtelingen eerst een inburgeringsexamen halen. ‘Je ziet dat vluchtelingen zich daarom helemaal op het examen richten. Dat betekent dat ze pas na drie jaar in Nederland de arbeidsmarkt op gaan.’ Naar: NOS, EenVandaag ACTUEEL a Lees bron 9. Waarom is de werkvergunning voor Oekraïense vluchtelingen afgeschaft, denk je? b Leg uit dat Nederlandse bedrijven de komst van Oekraïense vluchtelingen vaak als ‘verrijking’ zagen. c Voor sommige Nederlanders was de komst van vluchtelingen een ‘verlies’. Leg uit. Bron 8 Bron 9
56 d Ken je uit je eigen omgeving een voorbeeld waarbij het integratieproces tot problemen leidde? Overleg zo nodig met een medestudent. Zo ja, beschrijf de situatie, wat de problemen waren en hoe de problemen zijn opgelost. Zijn de problemen niet opgelost? Wat zou jij dan adviseren? Situatie Problemen Oplossing Spanningen rond migratie en integratie De komst van migranten kan spanningen en conflicten in de samenleving veroorzaken. Soms leidt dat tot intimidatie of geweld. Denk aan brandstichting bij moskeeën of felle protesten tegen asielzoekers. De conflicten gaan vaak over werk, over culturele en religieuze tradities en over wie mag profiteren van de verzorgingsstaat. De vraag is vaak: past dit bij onze open, democratische samenleving en kunnen we het toelaten? Zo is er nu in Nederland een gedeeltelijk verbod op het dragen van een nikab, maar het blijft een lastig punt. Want in hoeverre willen we in Nederland anderen voorschrijven hoe ze zich moeten kleden? De politiek De politiek is bezorgd over deze spanningen in de samenleving. Maar de politieke partijen verschillen van mening over oplossingen. Sommige partijen willen de grenzen voor niet-Westerse immigranten helemaal sluiten. Andere partijen willen wel migranten toelaten. Zij vinden ook dat Nederland zich moet houden aan zijn afspraken met andere landen over de opvang van vluchtelingen. Ook verschillen de partijen van mening over de mate waarin migranten en hun kinderen zich moeten aanpassen aan de Nederlandse cultuur. Net als in de samenleving bestaan dus ook bij politieke partijen verschillende meningen over migratie en integratie. Gevaar van radicalisering Radicalisering is een groot gevaar voor integratie. De gedachten en het gedrag van iemand komen dan steeds verder af te staan van de Nederlandse waarden en normen. Die persoon vervreemdt meer en meer van de samenleving. Vaak verbreekt iemand het contact met zijn oude vrienden en gaat alleen nog om met mensen die dezelfde ideeën hebben. Er zijn bijvoorbeeld groepen met extreem nationalistische en racistische ideeën. Er zijn ook jongeren die radicale islamitische ideeën krijgen. Deze jongeren gaan zelf volgens strenge geloofsregels leven. Die levenswijze willen ze opleggen aan anderen in hun omgeving en soms breken ze ook met vrienden en familie. Een kleine groep gaat zo ver dat zij geweld gebruikt tegen medeburgers. De kans op radicalisering is het grootst bij jongeren die zich niet thuis voelen in Nederland, discriminatie ervaren en weinig toekomstperspectief hebben. Ook als er een gevoel is van ‘wij tegen zij’, zijn jongeren vatbaar voor radicale gedachten.
Integratie 57 9 Wij en zij a In de casus beschrijft rapper Woenzelaar hoe groepen mensen tegenover elkaar komen te staan. Welke rol spelen vooroordelen en racisme daarbij, volgens Woenzelaar? b Woenzelaar heeft zelf ook een vooroordeel. Welk? Marokkanen passen zich te weinig aan. Veel Nederlanders denken negatief over Marokkanen. In Marokko word ik door iedereen gediscrimineerd. Nederlanders discrimineren door Marokkaanse woorden te gaan gebruiken. 10 Radicalisering, een gevaar voor integratie ‘Waarom zou ik deze dokters verafschuwen?’ Mahmoud Tighadouini (1986) radicaliseerde: hij wilde niets meer te maken hebben met mensen met een westerse levenswijze. Toen hij kanker kreeg, veranderden zijn opvattingen. ‘Toen ik in het ziekenhuis lag voor mijn chemokuur en twee chirurgen met mij bezig waren, besefte ik ineens: deze mensen proberen mijn leven te redden. Waarom zou ik deze dokters verafschuwen, omdat zij iets anders geloven dan ik of misschien helemaal niet geloven?’ Naar: de Volkskrant a Waarom is radicalisering een gevaar voor de samenleving? b Gebruik bron 10. Welk kenmerk van radicalisering zag je bij Mahmoud Tighadouini? c Lees de bron nog eens goed. Wat realiseert Mahmoud zich, waardoor je radicalisering zou kunnen voorkomen? d Stel je voor dat een bekende van jou radicale ideeën krijgt en steeds minder contact heeft met zijn oude vrienden. Zou jij dan hulp inroepen van de politie of een andere instantie? Licht je antwoord toe. Ja, want Nee, want Anders, namelijk Bron 10
58 11 ‘Mijn Nederland verandert’ Twee jongeren over de pluriforme samenleving Sjoerd: ‘Ik vind migratie een bedreiging omdat ik bang ben dat Nederland verandert door de invloed van de islam.’ Ismael: ‘Het Nederlands elftal laat mij me Nederlander voelen. Het maakt niet uit waar je vandaan komt, je draagt allemaal dezelfde kleur.’ Lees bron 11. Ben je het eens met Sjoerd of met Ismael? Of misschien wel met allebei. Leg uit waarom. 12 Wat wil de politiek? Standpunten over integratie Start vanaf de eerste dag met werk en het leren van de taal. Op basis van vrijwilligheid moet elke nieuwkomer in staat worden gesteld in te burgeren. Nederland moet deislamiseren. Alle moskeeën en islamitische scholen dicht. Wij geven iedereen de kans om actief mee te doen aan onze samenleving. Met taalles vanaf dag één. Integreren betekent dat je je aanpast aan de maatschappij, Als je onze vrijheden omarmt, dan hoor je er gewoon bij. Naar: websites van de politieke partijen a Plaats de partijen CDA, DENK, D66, PVV en VVD hieronder op de lijn tussen de standpunten. Nederlanders en migranten moeten zich aanpassen Alleen migranten moeten zich aanpassen b In bron 12 staan vijf partijen. Zoek op internet naar het standpunt over integratie van een partij die daar niet is genoemd, bijvoorbeeld de SP of Forum voor Democratie. Zet ook die partij op de lijn. c DENK is een politieke partij die opgericht is door Nederlanders met een migratieachtergrond. Dat kun je zien als voorbeeld van succesvolle integratie of juist als voorbeeld van mislukte integratie. Geef voor beide standpunten een argument. Bron 11 Bron 12
Integratie 59 P Portfolio-opdracht Portret van een migrant Dit thema draait om de pluriforme samenleving, migratie en integratie. Bij deze opdracht ga je daar zelf mee aan de slag, met informatie uit de eerste hand. Je maakt in een groep van drie een videoportret van een migrant die in Nederland is komen wonen. De opdracht ontvang je van je docent of bekijk je in de digitale leeromgeving. Voeg het werkblad en de link naar jullie video toe aan je portfolio. Begrippen Asiel Bescherming in een ander land, voor iemand die gevlucht is. Discriminatie Ongelijk behandelen van mensen op basis van een kenmerk dat er in die situatie niet toe doet. Integratie Proces van wederzijdse aanpassing waarbij nieuwkomers deel gaan uitmaken van de samenleving. Migrant Persoon die in een ander land gaat wonen. Migratieachtergrond Als een persoon zelf of als ten minste één van zijn of haar ouders in het buitenland is geboren. Naturalisatie Het verkrijgen van de nationaliteit van het land waar iemand naartoe is gemigreerd. Nikab Sluier die het gezicht bedekt. Pluriforme samenleving Land waarin mensen wonen met uiteenlopende culturen en levensstijlen. Radicalisering Proces waarbij gedachten en/of gedrag van een persoon of groep extremer worden en ingaan tegen de normen en waarden in een democratische rechtsstaat. Vluchteling Iemand die vlucht voor oorlogsgeweld of omdat hij vervolgd wordt vanwege zijn geloof, politieke overtuiging of seksuele geaardheid. Vooroordeel Mening over iemand of een groep mensen, zonder dat je die goed kent.
60 5 Hokjesdenken Over hokjes, vooroordelen en discriminatie CASUS IK HEB DE MEEST BIZARRE DINGEN GEROEPEN Tonny van den Berg volgde de mbo-opleiding Sounddesign. In zijn geluidsstudio aan huis maakt hij muziek voor reclames, games en fi lms. Tot zijn achttiende maakte hij deel uit van een extreemrechtse groep jongeren. Deze ‘Lonsdalers’ kwamen jaren geleden in het nieuws vanwege geweld tegen mensen met een migratieachtergrond. Over deze tijd vertelt Tonny in de video: ‘De Lonsdale-jongeren droegen legerbroeken, bomberjacks, hadden kistjes aan en luisterden hardcore-muziek. Dat vond ik stoer. Ik riep vaak “kutnegers, kutapen, kut-asielzoekers, ze stelen, ze roven, ze verkrachten”. Ik heb de meest bizarre dingen geroepen. Soms sloeg de vlam in de pan. We hadden hier in de stad een asielzoekerscentrum en gingen vechtpartijtjes opzoeken. We zijn nu jaren verder en er is zeker iets veranderd. Ik kwam op een kritiek punt in mijn leven en dat zorgde voor de ommekeer. Ik raakte mijn baan kwijt, kon bijna mijn huur niet meer betalen, niet meer elke dag fatsoenlijk eten. Ik wilde zoeken naar een oorzaak, hoe heeft het zo ver kunnen komen? Op dat moment ging ik openstaan voor nieuwe ideeën. Stapsgewijs werd ik minder extreem.’ Heb jij weleens meegemaakt dat jouw mening veranderde over een persoon of een groep? Bijvoorbeeld omdat je diegene of die groep beter leerde kennen? Licht je antwoord toe:
Hokjesdenken 61 Deel uitmaken van een groep Deel uitmaken van de Lonsdale-groep gaf Tonny het prettige gevoel dat hij ergens bij hoorde. De meeste mensen hebben verbindingen met andere mensen en vinden dat vaak fijn. Soms hoor je automatisch ergens bij (je familie, je buurt, je collega’s) en soms kies je zelf heel bewust bij welke groep je wilt horen. Bijvoorbeeld je vrienden of een sportclub. Deze groepen bepalen, naast je karakter en andere aangeboren eigenschappen, wat jouw identiteit is. Met identiteit bedoelen we de persoon die je bent, gevormd door al je kenmerken, eigenschappen en ervaringen. Denk aan je afkomst, de taal die je spreekt, je opleiding en je beroep. Indelen in hokjes Tonny hoorde tot zijn achttiende bij de groep Lonsdale-jongeren, maar hij was ook inwoner van de plaats Dokkum, Fries, scholier, jongen en Nederlander. Uiteraard ben jij ook bij allerlei groepen in te delen. Dat indelen in groepen doen mensen voortdurend, bewust en onbewust. Je spreekt van hokjesdenken als je iemand in een categorie of groep indeelt. Dat doe je als iemand zich aan je voorstelt of vaak nog eerder, bijvoorbeeld als je iemand op straat ziet lopen. Je ziet een slordig geklede man die iets uit een vuilnisbak pakt en je denkt: dat is een zwerver. Hoe ontstaan ‘hokjes’? Hokjes of oordelen over mensen ontstaan vanuit jouw ervaringen, je meningen over anderen en wat je in de media leest en ziet. Zo hebben veel mensen bij het woord ‘buschauffeur’ direct het beeld van een man voor zich en niet van een vrouw. Dit soort automatische koppelingen hebben we allemaal. Zulke beelden kunnen aardig kloppen, maar je kunt er ook flink naast zitten. Pas als je iemand echt leert kennen, kom je erachter of jouw beeld van hem of haar klopt. Lonsdale-jongeren in Arnhem ‘Ik zag alles zwart-wit’ Tonny van den Berg 1 Wel of geen verbod? School verbiedt Lonsdale-kleding DOKKUM – Het Dockinga College verbiedt voortaan het dragen van kleding van het merk Lonsdale. De middelbare school reageert hiermee op racistische acties van een groep scholieren. Negen jongens zijn opgepakt door de politie op verdenking van het voorbereiden van brandstichting in het asielzoekerscentrum in Dokkum. Eerder waren er hakenkruizen en davidsterren op een fietspad bij het centrum gespoten. Ook hadden enkele docenten en drie leerlingen gemeld dat zij de kleding bedreigend vinden. ‘Leerlingen die met zulke kleding op school verschijnen, sturen we terug naar huis om zich te verkleden’, aldus het Dockinga College. Naar: de Volkskrant, artikel uit 2005 over Tonny’s Lonsdale-groep a Wat wilden de Lonsdale-jongeren met hun kleding en hun gedrag uitstralen naar de buitenwereld, denk je? b Lees bron 1. De keuze voor wel of geen kledingverbod kun je zien als een dilemma, een lastige keuze. Beschrijf dit dilemma. c Jij bent fabrikant van Lonsdale-kleding. Wat zou jij doen als je merkt dat veel neonazi’s jouw kleding dragen? Motiveer je antwoord. Bron 1
62 2 Indelen in groepen a We delen voortdurend mensen in groepen in. Bekijk onderstaande foto’s en vertel bij elke foto welke categorieën of ‘hokjes’ je ziet. Voorbeelden van categorieën zijn: jongere - oudere - crimineel - zwerver - bankbediende - alleenstaande moeder - enzovoort. b Stel dat je de personen op de foto’s persoonlijk leert kennen. Geef een paar voorbeelden van dingen die je dan te weten kunt komen en die je op het eerste gezicht niet kunt zien. ‘Wat boer? Dan moet je poep opruimen’ Op het vmbo belde Ayoub voor zijn snuffelstage twaalf boerenbedrijven. Sommigen hingen meteen op toen ze zijn Marokkaanse naam hoorden. De dertiende nodigde hem uit en nu, jaren later, is hij klaar met de opleiding veehouderij. Vorig jaar begon hij vrolijke filmpjes te maken over het boerenleven. Na een paar weken was Ayoub landelijk bekend, vooral omdat hij beweert de enige boer van Marokkaanse komaf in Nederland te zijn. ‘Mijn vrienden dachten in het begin: Die man is gek, wat boer? Dan moet je poep opruimen.’ Naar: de Volkskrant c Lees bron 2. Wat heeft het verhaal van Ayoub te maken met hokjesdenken? Bron 2
Hokjesdenken 63 3 Mijn groepen a Noem vier groepen waar jij automatisch bij hoort. b Iedereenheeftweleengroepwaarvanhij/zijhetfijnvindtomerbijtehoren:eensportclub,vriendengroep, kerk, enzovoort. Welke groep is dat bij jou? En wat maakt dat je het prettig vindt om erbij te horen? c Hoor je ook bij een groep waar je niet trots op bent? Verklaar je antwoord. 4 In hokjes delen, hoe werkt het? a Vorm tweetallen. Schrijf op hoe je over je medestudent dacht toen je hem/haar voor het eerst zag. In welke hokjes stopte je hem/haar? b Vertel elkaar hoe jullie over elkaar dachten. Wat vind jij van de hokjes die over jou zijn genoemd? c Bespreek samen of het beeld in de loop van de tijd is bijgesteld. Zo ja, hoe kwam dat dan? Gevolgen van hokjesdenken Mensen in hokjes plaatsen is handig om duidelijk te maken over wie je het hebt. In het nieuws lees je bijvoorbeeld over voetbalhooligans, gepensioneerden of mbo-studenten. Het indelen in hokjes doe je vaak op basis van oppervlakkige kenmerken, waardoor al snel vooroordelen ontstaan. Een vooroordeel is een oordeel over iemand of een groep mensen zonder dat je deze goed kent. Soms gebruik je vooroordelen om situaties in te schatten. Stel je voor dat je ’s avonds alleen door een steegje naar huis loopt. Je ziet een grote man staan vloeken en kiest daarom maar een andere weg. Verstandig, lijkt het, maar klopt je inschatting wel? Misschien vloekte de man omdat hij net op zijn tong had gebeten en had je geen enkele last van hem gehad. Vooroordelen leiden tot discriminatie Vooroordelen zijn gevaarlijk als ze leiden tot discriminatie. Bij discriminatie worden mensen ongelijk behandeld op basis van een kenmerk dat er in die situatie niet toe doet. Zo kan het beeld dat Polen altijd dronken zijn ertoe leiden dat een discotheek Poolse jongeren weigert. Het is ook discriminatie als de politie alle auto’s met een Pools nummerbord zou aanhouden voor alcoholcontrole. Dan worden mensen benadeeld op grond van hun afk omst. Vooroordelen kunnen ook een rol spelen bij de afwijzing van sollicitanten. De werkgever heeft dan een negatief beeld bij een achternaam, leeft ijd, uiterlijk of huidskleur. Een waargebeurd voorval: een vrouw met behoorlijk overgewicht werd afgewezen als postbode. Het bedrijf ging ervan uit dat zij de post niet snel kon bezorgen, ook al had ze gezegd dat ze sportief en fi t was. Discriminatie op grond van ras of huidskleur noem je racisme. Niet alleen deze vorm, maar elke soort discriminatie is bij wet verboden en staat zelfs in het eerste artikel van onze Grondwet. zet een streep door discriminatie
64 Het beeld van een groep Een ander nadeel van het indelen in hokjes is dat je alles en iedereen over één kam scheert en de verschillen tussen mensen niet meer ziet. Zo ontstaat een versimpeld beeld van een groep. Je noemt dat stereotypering. Iemand zegt bijvoorbeeld dat Afrikaanse mensen niet zo oud worden. Maar Afrika is een werelddeel met 54 landen, 1 miljard inwoners en veel verschillende culturen, religies en gezondheidssituaties. Zo is de levensverwachting voor iemand uit Sierra Leone slechts 59 jaar, maar voor een Tunesiër of een Marokkaan is dat 76 jaar. Soms is het dus beter om de groepen waarin je mensen indeelt, kleiner en specifieker te maken. 5 Stagediscriminatie ‘Als Lisa Sloots wordt ze wél uitgenodigd’ MEPPEL – De zestienjarige dochter van Metin Yavuz volgt een mbo-opleiding en wil graag stagelopen bij een dierenwinkel in Meppel. Als ze een sollicitatiebrief onder haar eigen naam stuurt, hoort ze dat er geen stageplek is. Als ze het probeert onder de naam ‘Lisa Sloots’, is er opeens wel een plek. Haar vader stapt met het verhaal naar het AD. Minister Dijkgraaf van Onderwijs reageert erop: ‘Stagediscriminatie is onacceptabel.’ De minister wil ‘stagematching’ invoeren. Daarbij kiest een bedrijf stagiairs op basis van wat ze kunnen en anoniem, dus zonder iets te weten over hun achtergrond. Metin Yavuz is blij met de aandacht van Dijkgraaf. ‘Maar het werd ook tijd. Dit speelt al dertig jaar. Ik hoop dat hij het nu structureel oplost.’ Naar: AD ACTUEEL a Lees bron 3. Leg uit waarom er in dit geval sprake is van discriminatie. b Metin Yavuz vindt dat de minister dit moet oplossen. Wie kan volgens jou het probleem van stagediscriminatie het beste aanpakken? 6 Foto’s vol clichés ‘Die kip springt direct van tafel’ In de media zie je op foto’s van beroepen vaak clichés. Kappers hebben altijd een schaar in hun hand en onderzoekers dragen witte jassen. Dierenarts en onderzoeker Jaap Wagenaar: ‘Deze foto vind ik ongelofelijk fout. Die mensen kijken alsof ze voor het eerst in hun leven een kip zien. Bovendien springt zo’n dier in het echt natuurlijk meteen van tafel. Ook die witte jassen zijn erg cliché, die dragen we nauwelijks meer.’ Clichébeelden kunnen sollicitanten afschrikken. Gijs Bijlstra: ‘Als je als ziekenhuis bijvoorbeeld meer mannelijke verplegers wil aantrekken, moet je ook foto’s van mannen laten zien.’ Naar: de Volkskrant Bron 3 Minister Dijkgraaf (Onderwijs) Bron 4
Hokjesdenken 65 Lees bron 4 en beantwoord dan de vragen. a Zoek eerst op wat de woorden ‘cliché’ en ‘rolmodel’ betekenen, noteer daarna de betekenis. b Jij wordt opgeleid voor een bepaald beroep. Welke clichés bestaan daarover? c Zoek nu een foto op internet van jouw beroep waarop je een aantal van deze clichés ziet. Print de foto uit en noteer hieronder de clichés die op de foto te zien zijn. d Zoek een foto van een ander mbo-beroep en doe hetzelfde. 7 Vooroordelen over het mbo ‘Het mbo is niet het afvoerputje van de maatschappij’ Sam Beumkes studeert mbo Media en Communicatie. Tijdens haar stage voor BNNVARA schreef ze onderstaand artikel. Ik sprak laatst iemand die echt het bloed onder mijn nagels vandaan haalde met de uitspraak: ‘Het mbo is het afvoerputje van de maatschappij.’ Volgens hem zitten daar de ongemotiveerde, ‘minder slimme’ mensen, die het niet gaan maken in de wereld. De druk komt ook van ouders, die hun kinderen pushen om verder te komen. Dankzij de verwachtingen van onze maatschappij denkt een heel groot gedeelte van Nederland dat het vmbo en het mbo niet goed genoeg zijn. Zodra ik vertel dat ik bijna klaar ben met mijn studie, is het eerste wat de mensen in mijn omgeving vragen: ‘En wat ga je daarna studeren?’, terwijl ik weet dat ik echt geen hbo nodig heb om te kunnen wat een mediabedrijf van me vraagt. Ik bevind me als mbo’er helemaal niet in een afvoerputje, ik heb genoeg talent. Naar: BNNVARA a Lees bron 5. Kom jij deze vooroordelen ook weleens tegen? Zo ja, hoe ga je daarmee om? b Wat zijn jouw eigen plannen na je opleiding? Voel jij, net als Sam, de druk om na je mbo-opleiding verder te studeren? Bron 5
66 8 Test jezelf We hebben allemaal vooroordelen. Vaak heb je deze vooroordelen niet bewust, maar onbewust. Hoe zit dat bij jou? Doe de test op onderhuids.nl/test-jezelf/ a Wat was de uitslag? b Bespreek de uitslag met een medestudent. Hadden jullie deze uitslagen verwacht? Waarom wel/niet? c Kan deze test bijdragen aan het verminderen van racisme en discriminatie? Licht je antwoord toe. Wat kun je doen bij discriminatie? Klachtenbehandelaar Bernd Buiting van het antidiscriminatiebureau Gooi en Vechtstreek vertelt over zijn werk. ‘We registreren klachten, bieden een luisterend oor, geven advies, helpen bij het doen van aangifte bij de politie en zoeken naar een oplossing als iemand een melding doet over discriminatie. Zo werd een groep jongeren met een donkere huidskleur geweigerd bij een discotheek. De jongeren kregen te horen dat de disco ‘vol’ was, terwijl groepjes witte jongeren wél naar binnen mochten. Bij zo’n klacht nemen we contact op met de discotheek (hoor en wederhoor) en onderzoeken we of er sprake is geweest van discriminatie. Zo ja, dan bekijken we met de melder(s) welke stappen mogelijk zijn. Een ander voorbeeld. Een tijdje geleden ontvingen we eenklachtovereenbedrijfdatspecifiekopzoekwas naar personeel tussen de 20 en 25 jaar. Dat is leeftijdsdiscriminatie en dat mag niet. Het bedrijf paste de advertentie aan nadat wij de directie hier op gewezen hadden. Blijf er dus niet mee lopen als je met discriminatie te maken hebt. Het kan een grote impact hebben op jeleven en daarom is het fijnalsiemandje verhaal serieus neemt. Wij doen dat.’ Je kunt contact opnemen met een antidiscriminatiebureau bij jou in de buurt (zie: discriminatie.nl). Bron: interview van uitgeverij Essener Wist je dat? Discriminatie door uitzendbureaus ROTTERDAM – Uitzendbureaus willen nog steeds op verzoek discrimineren voor opdrachtgevers, blijkt uit een steekproef in opdracht van de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Van de onderzochte uitzendbureaus gingen 4 op de 10 in op het verzoek om geen uitzendkracht van buitenlandse komaf te sturen. Naar: AD Bron 6
Hokjesdenken 67 9 Discriminatie op de werkvloer Een voorbeeld: tijdens de pauze op je werk hoor je je leidinggevende zeggen dat hij het arbeidscontract van receptioniste Petra niet wil verlengen. Ze heeft net samen met haar vriend een huis gekocht en je leidinggevende is bang dat Petra binnenkort minder wil gaan werken. a Welk vooroordeel heeft de leidinggevende? b Bedenk een voorbeeld van discriminatie die voor kan komen op jouw (toekomstige) werk. c Lees het kader ‘Wist je dat?’ en bron 6. Wat kun je doen als je op je werk, bij een uitzendbureau of tijdens een stage met discriminatie te maken krijgt? d Soms is discriminatie wel toegestaan, bijvoorbeeld als een werkgever bepaalde minderheidsgroepen voorrang geeft bij een baan. Dat noem je ‘positieve discriminatie’. Welke reden kan een werkgever hiervoor hebben? Kies uit de volgende redenen: Versterken van hokjesdenken. Verkleinen van de achterstand van bepaalde groepen. Versterken van stereotypering. Verbieden van vooroordelen. Wij-zij-denken Psychologen hebben ontdekt dat mensen vaak onderscheid maken tussen een wij-groep waar zij zichzelf toe rekenen, en een zij-groep waarbij zij anderen indelen. Dit wij-zij-denken houdt in: • Van je eigen groep heb je vaak een positief beeld. Over anderen denk je negatiever, je vindt dat ze minder zijn dan de leden van de wij-groep. • Je denkt dat de mensen in de zij-groep allemaal hetzelfde zijn, terwijl je in de wij-groep wel allerlei verschillen ziet. • Je kunt je beter inleven en verplaatsen in mensen van de wij-groep. Negatieve en positieve gevolgen Tonny van de Lonsdale-groep was negatief over asielzoekers, hij ging ze zelfs haten. Ook maakte hij geen onderscheid, alle asielzoekers kwamen volgens hem naar Nederland om van de uitkeringen te profiteren. Wij-zijdenken kan er in zo’n extreme vorm voor zorgen dat je anderen als vijand gaat zien. Sommige Lonsdalers gebruikten zelfs geweld tegen asielzoekers. Daarvoor werden ze bestraft, want je mag wel vinden dat een azc (asielzoekerscentrum) niet in je buurt hoort, maar je mag nooit geweld gebruiken. Het vormen van een wij-groep en het wij-gevoel dat daarbij hoort, is niet per se slecht. In wij-groepen is vaak saamhorigheid, het positieve gevoel dat je bij elkaar hoort en op elkaar kunt rekenen. Denk bijvoorbeeld aan buurtbewoners die samen een buurtfeest organiseren. Of aan de Olympische Spelen of een EK of WK als ‘wij’ tegen een ander land spelen. Presentatrice Sophie Hilbrand: ‘Als een donkere Nederlander kritiek uit op een oer-Hollands feest als Sinterklaas, is hij in de ogen van een groep Nederlanders meteen “die buitenlander die terug moet naar zijn eigen land”. Terwijl het gewoon een Nederlander is die ergens kritiek op heeft. Op zo’n moment is het wij-zij-gevoel wel heel erg duidelijk.’ Naar: BNN
68 10 Maak je eigen Loesje-poster Bedenk een pakkende tekst over hokjesdenken. Een Loesje-poster heeft altijd een boodschap voor de lezer, vaak met een grapje erin verwerkt. Probeer aan te sluiten bij een belangrijk onderwerp van dit thema: het tegengaan van vooroordelen. 11 Wij tegen zij? a Noteer links in de tabel hieronder de vier groepen die je bij opdracht 3a hebt genoemd. b Zet een van de groepen in de eerste kolom zich (weleens) af tegen andere groepen? Zo ja, tegen welke groep? Noteer dit in de middelste kolom. c Het afzetten tegen een andere groep kan onschuldig zijn, zoals bij sportteams die tegen elkaar spelen. Maar in de lestekst las je dat wij-zij-denken ook uit de hand kan lopen. Hoe zit dit bij de groepen die jij tegenover elkaar hebt geplaatst? Geef dat aan in de derde kolom. Wij-groep waar jij toe behoort Zet de wij-groep zich af? Onschuldig of ernstig?
Hokjesdenken 69 Mensen zien zoals ze écht zijn We zullen altijd mensen blijven indelen in groepen of hokjes, zo werkt ons brein nu eenmaal. Dit heet categoriseren. Maar het oordeel dat je koppelt aan die hokjes kun je wel veranderen. Zo’n oordeel is soms onnauwkeurig of onjuist en kan in het ergste geval leiden tot discriminatie. Er zijn manieren om jouw inzicht te verbreden en je oordeel nauwkeuriger te maken: 1. Wees nieuwsgierig. Zoek contact met mensen buiten je eigen groep of groepen. 2. Pas op met conclusies over een hele groep. Verbind niet te snel jouw oordeel over een paar mensen uit een groep aan iedereen in die groep. Wees je er steeds van bewust dat vooral in een grote groep de mensen sterk kunnen verschillen van elkaar. 3. Zoek naar overeenkomsten met andere groepen. Natuurlijk zijn er verschillen tussen de studenten van jouw school en die van andere mbo’s. Maar jullie hebben minstens zoveel gemeenschappelijk. Jullie willen bijvoorbeeld allemaal goed onderwijs, een leuke baan met een mooi salaris en een gezond leefklimaat. 4. Think global. Bij global thinking ga je nog een stap verder. Je gaat er dan van uit dat we van elkaar afhankelijk zijn in de wereld. Je hebt elkaar nodig om grote problemen op te lossen. Dat zag je bij de bestrijding van het coronavirus. Geen land staat op zichzelf. Dan is een open mind op het gebied van internationale kennis, inzichten en standpunten heel belangrijk. Hoe meer je dus over de grenzen van jouw eigen groep, maar ook van je eigen land heen kijkt, hoe minder je denkt in stereotypen en vastomlijnde hokjes. 12 Kansen op een baan a Kijk nog niet naar bron 7. Wat schat je in: vinden meer mbo’ers of meer hbo’ers een baan? b Bekijk de bron. Klopt je verwachting bij a? Licht dit toe met percentages uit de tabel. Bron 7
70 c Verklaar het verschil tussen de percentages BOL-studenten en BBL-studenten. d Bekijk onderstaande conclusies. Ze zijn onjuist omdat ze slechts kloppen voor een deel van de groep. Zoek in de tabel op voor welk deel van de groep de conclusie wel klopt en vul dat hieronder in. Onjuiste conclusies Conclusie klopt wel als je mbo’ers vervangt door: Meer afgestudeerde mbo’ers dan afgestudeerde hbo’ers hebben na 1,5 jaar een baan. Slechts 1% van de afgestudeerde mbo’ers is na 1,5 jaar nog werkloos. e Ga naar kiesmbo.nl, klik op ‘vergelijken’, voeg je eigen opleiding en een willekeurige andere opleiding toe, en klik dan op ‘vergelijk opleidingen’. Beantwoord op de website de vragen die volgen. Vul eerst je kans op werk voor je eigen opleiding in. Vergelijk daarna alle gegevens die je ziet. Noteer drie opvallende zaken.
Hokjesdenken 71 P Portfolio-opdracht Heb jij dit weleens meegemaakt? Heb jij weleens gemerkt dat mensen vooroordelen over jou hadden? En weet jij welke ervaringen je medestudenten hebben met vooroordelen of discriminatie? Dit is een groepsopdracht, maar je begint individueel. De opdracht ontvang je van je docent of bekijk je in de digitale leeromgeving. Voeg de uitwerking van de opdracht, een gedragscode, toe aan je portfolio. Begrippen Categoriseren Indelen in groepen. Discriminatie Ongelijk behandelen van mensen op basis van een kenmerk dat er in die situatie niet toe doet. Hokjesdenken Mensen indelen in een categorie of een groep. Identiteit Dat wat eigen of uniek is aan een persoon. Racisme Groepen mensen op basis van hun huidskleur of etnische afkomst als minderwaardig zien en behandelen. Stereotypering Versimpeld beeld van een groep mensen. Vooroordeel Mening over iemand of een groep mensen zonder dat je die goed kent. Wij-zij-denken Patroon waarbij de ene groep tegenover de andere staat en zichzelf doorgaans als ‘beter’ ziet.
72 6 Relaties Single, samenwonen of trouwen? CASUS OP SINGLE ZIJN RUST EEN TABOE In Japan is sologamie een trend. Singles trouwen dan met zichzelf: ze beloven zichzelf eeuwige trouw. In Nederland zijn ook steeds meer mensen bewust single, maar zij staan vaak wel open voor een relatie. Zoals Joshua: hij is fi lmmaker, 30 jaar en single. ‘Mensen vragen mij best vaak waarom ik nog single ben. Ze zeggen dan: “Je ziet er goed uit, je hebt een leuke baan. Hoe kan het dat jij nog niemand hebt?” Dan denk ik: hoezo? Waarom moet ik per se een relatie? Het is een sociale maatstaf: alsof je geslaagder bent als je samen bent met iemand. Ik doe daar niet aan mee. Dat wil niet zeggen dat ik nooit verliefd ben of geen relatie wil. Als ik verliefd ben, ga ik er helemaal voor, maar als het uitgaat, accepteer ik dat ook vrij snel. Want ik word ook blij van andere dingen in mijn leven, zoals mijn werk. Andere mensen vinden het heel vervelend om vrijgezel te zijn. Dat komt ook doordat er nog steeds een taboe op rust. Je mag eigenlijk niet single zijn.’ Wat denk jij: bestaat de ‘happy single’? Licht je antwoord toe: 0:00 – 3:55
Relaties 73 Relaties in Nederland Misschien heb je of wil je een serieuze liefdesrelatie? Of ben je liever single, zoals Joshua die je in de casus zag? Zodat je vrij bent om te daten of zodat je meer tijd hebt voor reizen, vrienden of werk. Single zijn wordt steeds gewoner. Het hebben van een vaste relatie is niet meer zo vanzelfsprekend als vroeger. Dat laat zien dat onze ideeën over relaties veranderen. Single Jongeren in Nederland zijn vaker en langer single dan zo’n tien jaar geleden. Ook een groeiende groep volwassenen blijft bewust single. Dat past bij de individualisering van de samenleving. We zijn gewend om onze eigen keuzes te maken en doen vooral wat onszelf gelukkig maakt. Als je single bent, hoef je met niemand rekening te houden. Je kunt zelf kiezen waaraan je je tijd besteedt. Individualisering zorgt er ook voor dat stellen vaker uit elkaar gaan: 40 procent van de huwelijken eindigt in een scheiding. Ook daardoor wonen steeds meer mensen alleen. Naar verwachting zijn er in 2030 ruim 3,5 miljoen alleenstaanden: 25 procent van alle volwassenen. Samen De meeste mensen zijn niet single, maar wonen samen. Dat betekent niet dat alle huishoudens bestaan uit een man en een vrouw, eventueel met kinderen. Sommige mensen blijven bewust kinderloos. Een gezin met twee vaders of twee moeders kan ook. Er zijn ook eenoudergezinnen of samengestelde gezinnen. Dan vormt een gescheiden vrouw of man een gezin met een nieuwe partner en haar of zijn kinderen. Sommige mensen wonen in een woongemeenschap. Overigens, trouwen wordt steeds minder populair. Kapper Pim Anneveldt in zijn Amsterdamse microwoning van 30 m2 met eigen badkamer en keukenblok. In het nieuwe wooncomplex zitten 500 studio’s, een wasserette, binnentuin, fietsenstalling en restaurant. Het ‘regenbooggezin’ van acteur Rick Paul van Mulligen. De kinderen wonen afwisselend bij Rick Paul en zijn vriend René, en bij hun moeder Nina. Bron 1 Bron 2 1 Meer alleenstaanden a Stel, je bent alleenstaand. Waar zou jij dan liever gaan wonen: in een microwoning (bron 1) of in een huis met vrienden (bron 3)? Leg uit waarom. b In de casus hoorde je Joshua zeggen dat het voor veel mensen nog de norm is om een partner te hebben en kinderen te krijgen. Hoe kijken mensen die ‘een relatie’ de norm vinden naar iemand die single is? c In bron 3 legt Emilie uit dat zij juist een ‘lucky one’ is. Wat bedoelt ze daarmee? ‘Wij zijn de lucky ones’ De vriendinnen Hilke (30 jaar), Rosanne (30 jaar) en Emilie (28 jaar) huren samen een huis in Amsterdam. Ze zijn alle drie vrijgezel. Rosanne: ‘We betalen samen 1.600 euro, daarvoor hebben we alle drie een slaapkamer, er is een woonkamer, een badkamer en een wc.’ Emilie: ‘We hebben echt een soort van gezinsleven. Wij zeggen ook altijd tegen elkaar “Werk ze, fijne dag”.’ Rosanne: ‘De een doet boodschappen en de ander kookt.’ Emilie: ‘Wij zitten hier niet omdat de dingen die we willen niet lukken, we hebben hier heel bewust voor gekozen. Wij zijn de lucky ones.’ Naar: NRC Bron 3
74 d In 1947 was één op de twintig volwassen Nederlanders alleenstaand, 5 procent dus. Nu is dat ongeveer 23 procent en naar verwachting is in 2047 één op de vier volwassen Nederlanders alleenstaand. Hieronder staan drie ontwikkelingen. Leg bij elk het verband uit met de groei van het aantal alleenstaanden. Ontwikkeling Uitleg De samenleving draait meer om het individu (de persoon) dan om de groep. Er zijn veel minder mensen gelovig en de kerk heeft minder invloed. Meer vrouwen zijn gaan werken. e Er is een tekort aan huizen voor alleenstaanden, vooral in de grote steden. Welke oplossingen voor dat probleem zie je in bron 1 en bron 3? Bron 1: Bron 3: Samenwonen? Regel je zaken goed Als je wilt gaan samenwonen of trouwen, moet je ook nadenken over de zakelijke kant van je relatie. • In een samenlevingscontract schrijf je op hoe jij en je partner de kosten voor het huishouden verdelen. Bespreek ook welke aankopen en schulden van jullie samen zijn en wat van jou alleen blijft. • Als je een burgerlijk huwelijk sluit, regel je veel belangrijke zaken in één klap. Je legt dan bij de gemeente vast dat je echtgenoten bent. Je bent daardoor verplicht elkaar te onderhouden (ook als je de relatie beëindigt), je bent elkaars erfgenaam en je hebt gedeeltelijk recht op elkaars pensioen. Als er kinderen komen, hebben beide ouders automatisch het gezag over hen. Wat betreft jullie eigendommen zijn er twee opties. Als je trouwt in beperkte gemeenschap van goederen spreek je af dat al jullie bezittingen en schulden uit de periode van jullie huwelijk (dus niet van daarvoor) van jullie beiden zijn. Als je trouwt op huwelijkse voorwaarden, dan leg je vast welke bezittingen en schulden van wie zijn. Overigens heeft een religieus huwelijk, bijvoorbeeld in de kerk, voor de wet geen waarde. • Je kunt ook een geregistreerd partnerschap sluiten. Je hebt dan grotendeels dezelfde rechten en plichten als bij een huwelijk, maar anders dan bij trouwen kun je zonder tussenkomst van een rechter uit elkaar gaan. Wist je dat?
Relaties 75 2 Geen traditioneel gezin a Bekijk bron 4. Past één van de vijf afbeeldingen bij hoe jij nu woont? Omcirkel deze. b Het aantal eenoudergezinnen neemt toe. Waar komt dat door? Onderstreep in de lestekst een zin waarin hiervoor een reden staat. c Bekijk bron 2. De kinderen van Rick Paul van Mulligen hebben twee vaders en één moeder. Wettelijk hebben de kinderen maar twee ouders: Rick Paul en Nina. Vader René kan daardoor niet zomaar met zijn kinderen op vakantie. Wat vind jij: moet een kind ook drie ouders kunnen hebben? Leg je antwoord uit. d Hieronder staat een aantal ontwikkelingen over samenwonen, trouwen en scheiden in Nederland. Geef aan wat jij vindt. Goed Neutraal Slecht Steeds meer stellen gaan eerst samenwonen voordat ze trouwen. Steeds minder stellen trouwen. Steeds meer stellen krijgen kinderen zonder getrouwd te zijn. Steeds meer huwelijken eindigen in een scheiding. Steeds meer kinderen brengen een deel van hun jeugd door in een eenoudergezin. 3 Afspraken maken met je partner Lees het kader ‘Wist je dat?’ op bladzijde 74. Daarin staan vier vormen van samenleven. Welke kenmerken passen bij welke vorm? Zet de juiste letter achter de vorm. Een kenmerk kan dus bij meerdere vormen horen. Vormen van samenleven A Samenlevingscontract C Op huwelijkse voorwaarden trouwen B In beperkte gemeenschap van goederen trouwen D Geregistreerd partnerschap Kenmerken 1 Alles wat van jou is en wat jij verdient, is ook van je partner. 2 Als één van de twee overlijdt, is de ander vanzelf erfgenaam. 3 Alleen een rechter kan jullie verbintenis ontbinden. 4 Sluit je af bij een notaris. 5 Als vader krijg je automatisch het gezag over een kind dat je partner krijgt. 6 Als je uit elkaar gaat, kun je verplicht zijn om elkaar te onderhouden (alimentatie). huishoudens in nederland Samenstelling huishoudens in Nederland in 2021 Eenpersoonshuishoudens Paar zonder kinderen Paar met kinderen Eenoudergezinnen Instellingen Bron: CBS 1 % 38% 29% 29% 3% Bron 4
76 4 Niet samenwonen, wel trouwen Wij willen trouwen Anwar Manlasadoon (26) vluchtte uit Syrië. In Arnhem werd hij verliefd op Julie. Toen de liefde tussen Anwar en Julie serieuzer bleek, werd het ingewikkelder. Anwar: ‘Ik heb er geen problemen mee dat Julie niet gelovig is. Zij kan net zo goed zijn als een moslima. Maar voor mij is samenwonen zonder getrouwd te zijn geen optie. Ik hoef niet voor de gemeente te trouwen, dat zegt mij niets. Een imam moet ons in de echt verbinden. Dan heeft het de goedkeuring van God.’ Julie: ‘Maar moslimmannen mogen alleen trouwen met ‘vrouwen van het boek’: moslims, joden en christenen. Een ongelovige vrouw trouwen mag niet. Écht ongelovig ben ik niet. Ik geloof wel dat er meer is dan alleen de aarde en dat de dingen niet zomaar gebeuren, maar of alles geregeld wordt door een man in de hemel, dat weet ik niet.’ Naar: De Gelderlander a Lees bron 5 en leg uit waarom voor Anwar een religieus huwelijk belangrijker is dan een burgerlijk huwelijk. b Weet jij een oplossing voor het probleem van Anwar en Julie? Bedenk het samen met een klasgenoot. c Wat is voor jou belangrijk? Leg je antwoord uit. Een burgerlijk huwelijk. Een religieus huwelijk. Trouwen vind ik niet belangrijk. Geluk en relaties Wat zou jou gelukkig maken? Trouwen, samenwonen of single blijven? Uit onderzoek blijkt dat vooral gezondheid, relaties en het hebben van werk belangrijk zijn bij het ervaren van geluk. Gelukkig alleen Relaties zijn dus een geluksfactor, maar daarbij kan het ook gaan om sociale relaties. Een single die regelmatig vrienden ziet, kan zich net zo gelukkig voelen als iemand met een relatie. Toch voelen singles zich vaker eenzaam dan mensen met een relatie. Ook voelen sommige mensen het niet hebben van een relatie als falen. Dat komt doordat een relatie hebben nog steeds de norm is in onze samenleving. Ook ouders hebben – soms onbewust – bepaalde verwachtingen. Ze verwachten misschien dat je een (heteroseksuele) relatie hebt, dat je kinderen krijgt of dat je trouwt met iemand van dezelfde afkomst als zijzelf. Een goede liefdesrelatie Een beetje scharrelen of een enkele date is nog geen liefdesrelatie. Dat wil zeggen dat je samen bent met iemand anders, samen een band hebt, intieme zaken en misschien toekomstdromen met elkaar deelt. Seks hoort daar vaak bij, maar dat hoeft (nog) niet. Niet alle liefdesrelaties leiden tot langdurig geluk, dat laat het hoge aantal scheidingen wel zien. Er is geen vast recept voor een succesvolle relatie. Het is wel belangrijk dat jij en je partner gelijkwaardig zijn. Dat betekent dat jullie dezelfde rechten hebben. Maar het is meer dan dat. Het betekent ook dat er in een relatie een zeker evenwicht bestaat. Aan de ene kant houd je rekening met elkaar. Niet alles kan gaan zoals jij wilt. Belangrijke besluiten neem je dus samen. Aan de andere kant moet je je eigen keuzes kunnen maken en je eigen leven kunnen leiden. Bron 5
Relaties 77 Dwang Wat in ieder geval niet past bij een goede relatie is dwang. Naar schatting worden elk jaar enkele honderden mensen gedwongen om te trouwen met iemand die ze niet zelf hebben gekozen. Zulke huwelijksdwang is in Nederland verboden. Je mag je partner ook niet verbieden om te werken of te sporten of om andere mensen te zien. Wat moet je doen als je toch te maken krijgt met dwang of huiselijk geweld? Het belangrijkste is: praat erover met iemand die je vertrouwt! In je eentje kun je dit probleem niet oplossen. Jouw school heeft een vertrouwenspersoon waar je naartoe kunt. Er zijn ook organisaties die je kunt bellen, zoals Veilig Thuis of Fier. Er is ook een Landelijk Knooppunt Huwelijksdwang en Achterlating (LKHA). Verboden liefdesrelaties Je mag zelf je partner kiezen, maar in enkele situaties ligt dat anders. Zo mag een volwassene geen seksuele relatie hebben met iemand die jonger is dan 16 jaar. Dat is om seksueel misbruik te voorkomen, want een volwassene kan een kind makkelijk beïnvloeden of onder druk zetten. Ook liefdesrelaties tussen een zorgverlener en een cliënt of een docent en een student zijn ongewenst en soms strafbaar. In veel bedrijven mogen leidinggevenden geen relatie aangaan met ondergeschikte werknemers. Als er toch een relatie ontstaat, moet één van beiden een andere werkplek zoeken. Bron: Landelijk Knooppunt Huwelijksdwang en Achterlating 5 De ideale partner a Stel, je wilt een serieuze relatie. Wat voor iemand zoek jij dan? Kruis drie dingen aan die voor jou het belangrijkst zijn. b En welke drie zaken zouden voor jouw ouders belangrijk zijn? Zet een pijltje voor drie zinnen. Iemand die later kinderen wil. Iemand met een eigen inkomen. Iemand met dezelfde afkomst als jij. Iemand met dezelfde hobby’s. Iemand met hetzelfde geloof als jij. Iemand met wie je kunt lachen. Iemand bij wie je jezelf kunt zijn. Iemand die jou vrijheid geeft. Iemand die je kunt vertrouwen. Nog iets anders, namelijk . c Zit er een verschil tussen jouw wensen en die van je ouders? Zo ja, heeft dat invloed op jouw partnerkeuze? Leg je antwoord uit.
78 6 Relaties tussen BN’ers ‘Dit soort dingen zijn privé’ HILVERSUM – Op Lowlands zong ze mee met een nummer en werd het voor iedereen duidelijk: zangeres Maan en Goldband-zanger Karel Gerlach zijn een stel. Sindsdien krijgt Gerlach veel vragen over zijn relatie met Maan. ‘Het gaat ineens nog maar weinig over de muziek’, zegt hij. ‘Ik snap dat het voor mensen interessant kan zijn, maar op een gegeven moment is het klaar.’ Maan wil er liever ook niet veel over kwijt. ‘Dit soort dingen zijn ook privé en aan jezelf om uit te zoeken en te ontdekken’, zei ze op Radio 538. Naar: AD, Trouw ACTUEEL a Lees bron 6. Denk jij dat het voor bekende mensen moeilijker is om aandacht voor elkaar te blijven houden in hun relatie? Leg uit. b Zou jij een relatie willen met een collega of iemand die hetzelfde werk doet, of juist niet? Leg je antwoord uit. c Stel, je hebt een serieuze relatie met iemand. Wat mag je partner van jou nog wel doen en wat niet meer? Wel Niet Appen met zijn of haar ex. Dansen met iemand anders tijdens het uitgaan. Zonder het jou te laten weten veel later thuiskomen dan normaal. Zonder met jou te overleggen een andere studie of baan kiezen. Zonder met jou te overleggen iets duurs kopen, zoals een spelcomputer. Een maand op reis gaan zonder jou. Zonder jou gaan stappen met een groep vrienden of vriendinnen. Seks hebben met iemand anders. 7 Geen ideale relatie a Stel je voor dat je partner je verbiedt om te sporten of te werken. Vind je dat een voorbeeld van ongelijkwaardigheid in de relatie, van huiselijk geweld (geestelijke mishandeling), van beide of van geen van beide? Leg je antwoord uit. b In de wet staat dat een zestienjarige wel een seksuele relatie mag hebben met een vijftienjarige, maar een negentienjarige niet met een vijftienjarige. Leg dat uit met behulp van het begrip ‘gelijkwaardigheid’. Bron 6
Relaties 79 c In veel bedrijven is het verboden dat een leidinggevende een relatie aangaat met een ondergeschikte. Bedenk twee redenen waarom bedrijven dat verbieden. d Heeft jouw leerbedrijf regels over relaties tussen werknemers? Zo ja, hoe luiden die regels dan? e Zoek uit wie in jouw leerbedrijf of op jouw opleiding de vertrouwenspersoon is. Schrijf op waar je die informatie vond. Kon je het makkelijk vinden? Werken en zorgen Als je kinderen krijgt, wie gaat er dan voor hen zorgen? Ga jij dat doen, gaat je partner dat doen of verdelen jullie de zorg? Nog niet zo lang geleden hoefde je die vraag niet te stellen. Toen lag de rolverdeling in een relatie vast: de vrouw zorgde vrijwel altijd voor de kinderen en het huishouden en de man was kostwinner. Ongelijkheid Nog steeds besteden vrouwen gemiddeld meer tijd dan mannen aan het huishouden en de zorg voor de kinderen. Bovendien werken vrouwen vaak minder én verdienen ze per uur gemiddeld minder dan mannen. Om al die redenen is 36 procent van de vrouwen niet economisch zelfstandig. Dat betekent dat ze niet genoeg verdienen om voor zichzelf te kunnen zorgen. Natuurlijk kunnen jij en je partner samen besluiten dat de één zorgt en de ander kostwinner is. Maar dat betekent wel dat de één afhankelijk wordt van de ander. En dat kan heel vervelend zijn, bijvoorbeeld als je je relatie wilt verbreken en geen geld hebt voor een eigen huis. De keuze om niet te werken heeft ook financiële gevolgen op lange termijn. Als je niet werkt, bouw je geen pensioen op. En als je later wel weer gaat werken, verdien je waarschijnlijk minder dan leeftijdsgenoten. De politiek bemoeit zich ermee Op de arbeidsmarkt en in de verdeling van huishoudelijke taken bestaat dus nog steeds ongelijkheid tussen mannen en vrouwen. Daarom zet de overheid zich in voor de emancipatie van vrouwen. Dat doet ze bijvoorbeeld door kinderopvang goedkoper te maken. Zo wil de overheid bereiken dat meer vrouwen gaan werken. Ook stimuleert de overheid vaders om meer zorgtaken op zich te nemen, bijvoorbeeld door meer vaderschapsverlof te geven. Zulke maatregelen zijn het gevolg van politieke besluiten van het parlement. Er zijn nog meer voorbeelden van hoe de politiek invloed heeft op onze relaties en de keuzes die we daarin maken. Als er bijvoorbeeld geen betaalbare huizen voor singles zijn, wordt het lastig om alleen te wonen. Een ander voorbeeld is het homohuwelijk. Dat kwam er door een nieuwe wet in 2001.
80 8 De rol van vrouwen Je bent een slechte moeder! Eva is een werkende moeder en beschrijft hoe daar volgens haar over wordt gedacht in Nederland: ‘In Nederland is onze cultuur dat je een hele goeie moeder bent als je parttime werkt of niet werkt, dus dat zit zo in de mens, in de Nederlander: niks is erger dan dat je je kinderen uitbesteedt. Kijk, mensen kunnen zeggen: wat heb je een lelijke jurk of een lelijk huis, maar niks is erger dan dat iemand zegt: je bent een slechte moeder of een slechte vader. Ik denk dat het ’m daarin zit, die groepsdruk, dat mensen zeggen: je bent gewoon een betere moeder als je vaker thuis bent.’ Naar: SCP a Bekijk het fi lmpje ‘Rara, hoe kan dat?’ Leg uit wat dit fi lmpje te maken heeft met het feit dat vrouwen meer zorgen dan mannen. b Is het beroep waarvoor jij wordt opgeleid een typisch vrouwenberoep, een typisch mannenberoep of geen van beide? Leg je antwoord uit. c Lees bron 7. Wat denk jij: ben je een betere moeder als je niet werkt en thuis bent? Licht je antwoord toe. d In 2019 riep minister Van Engelshoven speelgoedfabrikanten op minder rolbevestigend te zijn. Bekijk bron 8. Welke advertentie voor speelgoed is rolbevestigend, de linker of de rechter afbeelding? e Hoe zou jij de taken in een relatie willen verdelen? Licht toe. Eén van de partners zorgt voor het inkomen, de ander verricht de zorgtaken. Eén van de partners werkt fulltime, de ander combineert werk met zorgtaken. Een gelijke verdeling van werk en zorg tussen de partners. Anders, namelijk Bron 7 Bron 8
Relaties 81 9 Economisch zelfstandig a Lees bron 9. Wanita stopte met school. Leg uit dat zo’n besluit nadelig kan zijn voor haar economische zelfstandigheid. b De overheid heeft er belang bij dat burgers – dus ook vrouwen – economisch zelfstandig zijn. Leg uit. 10 Gezinspolitiek in en buiten Nederland a In sommige landen zijn maatregelen genomen om het aantal kinderen per gezin te beïnvloeden. In het schema staat een aantal voorbeelden. Wat was de achterliggende reden van deze landen het besluit te nemen? Maak de juiste combinaties door lijnen te trekken. Maatregel Reden voor deze maatregel A Hongaarse gezinnen met meer dan drie kinderen krijgen korting op een auto en hoge bonussen. 1 De bevolking loopt terug door emigratie. De regering wil daarom dat er meer kinderen komen. B Chinese ouders met meer dan twee kinderen krijgen een boete. 2 Voor de samenleving zijn kinderen belangrijk: zij moeten in de toekomst het werk verrichten. C Nederlandse ouders krijgen zo’n 1.000 euro kinderbijslag per jaar voor elk kind. 3 Zo wil het land overbevolking voorkomen. Mensen moeten minder kinderen krijgen. b In Nederland krijgen gezinnen kinderbijslag. Bedenk een ander argument vóór kinderbijslag dan bij vraag a staat. c Sommige mensen vinden dat niet ieder gezin recht zou moeten hebben op kinderbijslag. Geef voor dit standpunt een argument. ‘Mijn toekomst is ook belangrijk’ Het roc Mondriaan heeft twee klassen die speciaal voor jonge moeders zijn. Wanita (27) is één van de studenten. Zij heeft twee kinderen (5 en 7 jaar). ‘Ik was vroeger heel koppig. Toen ik 18 was, liep ik weg van huis.’ Tijdens haar eerste zwangerschap haalde ze haar diploma op niveau 1. Daarna stopte ze; haar toenmalige partner vond scholing niet nodig. Maar nu gaat ze weer naar school. ‘Mijn toekomst is ook belangrijk. Als ik m’n diploma op niveau 2 heb, ga ik werken.’ Naar: abo.nl Bron 9
82 11 Geboorteverlof Klaas en Jeltje blij met nieuwe wet OUDEGA – Sinds 1 juli 2020 mogen partners zes weken geboorteverlof opnemen. Partners mogen, net als de moeder, ook thuisblijven. Zo kunnen ouders samen wennen aan de nieuwe situatie. De werkgever betaalt de eerste week 100 procent van het loon. Jeltje en Klaas Hoekstra waren een van de allereersten. Zij kregen op 1 juli van meerdere mensen een berichtje. ‘Gefeliciteerd, jullie hebben het gehaald!’ Omdat Jeltje na 1 juli beviel had Klaas niet één, maar zes weken verlof. Klaas en Jeltje zijn blij met de nieuwe wet. Vader Klaas verheugt zich op de extra tijd die hij krijgt voor zijn kind. Dit maakt ouders gelijkwaardiger. Het merendeel van de werkende vaders wil graag meer betrokken zijn bij de zorg voor hun kind. Voor het bedrijfsleven lijkt deze cultuuromslag lastiger. Vaders krijgen nog vaak negatieve reacties als ze verlof aanvragen. Werkgevers vinden zo’n verlof te ingewikkeld of vinden dat het niet past bij de bedrijfscultuur. Naar: Friesch Dagblad, NOS Stelling: ‘Het is belangrijk dat partners zes weken verlof hebben als zij een kind krijgen.’ Jullie gaan in de klas een debat voeren over deze stelling. De docent verdeelt de klas in groepen van drie tot vijf studenten. De helft van de groepen is vóór de stelling, de helft tegen. Je hoort van je docent welk standpunt jouw groep moet innemen. a Lees bron 10. Bedenk twee argumenten vóór of tegen de stelling. Bij één argument denk je aan de samenleving als geheel, daarbij neem je ook werkgevers mee. Bij het andere argument denk je aan de situatie van de ouders. Voordeel / nadeel voor de samenleving Voordeel / nadeel voor de ouders b De groepjes debatteren over de stelling. Je docent legt uit hoe het debat verloopt. c Als het debat is afgelopen, heb je heel wat argumenten gehoord. Hoe denk jij nu over vaderschapsverlof? Leg uit of je dat wel of niet belangrijk vindt. Bron 10
Relaties 83 P Portfolio-opdracht Een samenlevingscontract opstellen Stel dat je wilt gaan samenwonen. Je moet dan aan van alles denken. Hoe gaan jullie je geldzaken regelen? Van wie is het huis waarin jullie samenwonen, en blijft dat zo? En spreken jullie ook wat af voor als je uit elkaar gaat? Deze opdracht maak je samen met een klasgenoot. Jullie doen alsof jullie een stel zijn: Nora en Arjen. Jullie gaan samenwonen en stellen daarom een samenlevingscontract op. De opdracht ontvang je van je docent of bekijk je in de digitale leeromgeving. Voeg het samenlevingscontract toe aan je portfolio. Begrippen Economische zelfstandigheid Situatie waarin iemand in zijn/haar eigen bestaan kan voorzien. Ook wel: economische onafh ankelijkheid. Emancipatie Het streven naar gelijke rechten en acceptatie voor een achtergestelde groep. Geregistreerd partnerschap Wettelijk erkende verbintenis tussen twee personen, bijna gelijk aan een huwelijk. Huiselijk geweld Lichamelijke, seksuele of geestelijke mishandeling van een persoon door iemand uit de huiselijke kring of familiekring van het slachtoff er. Huwelijksdwang Als iemand gedwongen wordt om te trouwen. In beperkte gemeenschap van goederen trouwen Offi ciële verbintenis tussen twee personen waarbij alle bezittingen en schulden uit de tijd van het huwelijk van beide partners zijn. Individualisering Ontwikkeling waarbij mensen meer vrijheid krijgen om eigen keuzes te maken. Op huwelijkse voorwaarden trouwen Offi ciële verbintenis tussen twee personen waarbij van tevoren wordt afgesproken welke bezittingen en schulden van wie zijn en blijven. Rolverdeling De manier waarop partners de taken hebben verdeeld. Samenlevingscontract Schrift elijke overeenkomst tussen partners met afspraken over de kosten van het huishouden, over bezittingen en schulden en over de woning.
84 7 Seksuele diversiteit Over LHBTI CASUS IK DEED MIJN BEST OM EEN MEISJE TE ZIJN François (1996) is geboren als meisje. Toen François borsten kreeg en ongesteld werd, merkte hij: dit wil ik niet. Pas veel later, hij volgde toen de mbo-opleiding Verpleegkunde, vertelde hij zijn ouders dat hij zich een jongen voelt. ‘Als kind kon ik hutten bouwen en omgaan met jongens en meisjes. Dat was helemaal niet raar. Maar toen ik in de puberteit kwam, dacht ik: hé, er klopt iets niet. Toen ben ik ervaringen van anderen gaan lezen en kreeg mijn gevoel een naam: transgender. Ik had niemand erover verteld. Aan de ene kant dacht ik: dit is het. Aan de andere kant wou ik het niet. Daarom heb ik het nog heel lang voor mezelf gehouden. Uiteindelijk vertelde ik het aan mijn ouders. Ze zeiden: “Dit hadden we niet verwacht.” Ik deed ook echt mijn best een meisje te zijn. Want ik dacht dat als ik me zou gaan gedragen en kleden als een meisje, dat ik me dan ook een meisje zou gaan voelen. Maar dat gebeurde niet. Het werkte precies andersom: ik werd eigenlijk depressief. Ik moest het iemand vertellen.’ Kun jij begrijpen dat François eerst geheimhield wat hij voelde? Licht je antwoord toe: 0:00 – 2:37
Seksuele diversiteit 85 Mannelijk of vrouwelijk François is geboren als meisje, maar voelt zich een jongen. Kun jij je daar iets bij voorstellen? Blijkbaar kan er dus een verschil zijn tussen je lichamelijke kenmerken en je gevoel. De geslachtskenmerken (penis of vagina) die je bij je geboorte meekrijgt, bepalen of je een jongen of een meisje bent. Je ouders geven je geslacht of sekse door aan de burgerlijke stand en dat staat vanaf dat moment ook zo in je paspoort. Van ongeveer 0,5 procent van de mensen is het geslacht onduidelijk. Dat heet intersekse: interseksuelen zijn geboren met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtskenmerken. Gender Sekse slaat dus op de geslachtskenmerken die je hebt bij je geboorte. Hoe mensen in een samenleving denken over wat mannelijk en wat vrouwelijk is (en alle rollen en eigenschappen die daarbij horen), heet gender. Van een jongen verwacht je, vaak onbewust, dat hij wel stoer en wild zal zijn, van een meisje dat ze zorgzaam en lief is. Gender gaat dus niet alleen over kleding of haardracht, maar ook over gedrag en houding. Ideeën over wat vrouwelijk en wat mannelijk is, komen voort uit de cultuur en veranderen constant. Honderd jaar geleden was roze een kleur voor jongens, daarna voor meisjes. In onze tijd zie je ook veranderingen. Sommige jongens dragen bijvoorbeeld make-up. ‘Sekse zit tussen je benen, gender zit tussen je oren’ Journaliste Lisa Peters Het Belgische topmodel Hanne Gaby Odiele onthulde in 2017 dat ze interseksueel is. 1 Man draagt jurk a Kruis aan: wat bedoelen we met gender? Dat een man een vrouw wil worden of andersom. Dat is de sekse van iemand. Of iemand zich kleedt als een man of als een vrouw. Wat de meeste mensen vrouwelijk of mannelijk vinden. b Leg de quote van Lisa Peters uit. c Bekijk bron 1. Wat heeft de uitspraak van Billy Porter te maken met gender? Acteur Billy Porter: ‘Op de rode loper kan ik mensen iets duidelijk maken. Vrouwen dragen elke dag broeken, maar als een man een jurk draagt, is de wereld te klein.’ Bron 1
86 2 Wat vind jij mannelijk of vrouwelijk? a Werk in drietallen. In hoeverre zijn de voorbeelden volgens jullie mannelijk of vrouwelijk? Geef elk voorbeeld een plek in het vak hieronder. Je kunt iets natuurlijk ook een beetje mannelijk of vrouwelijk vinden, of neutraal. – mascara – voetballen – in de ICT werken – rok – fotomodel zijn – soldaat zijn – in de bouw werken – lang haar – een bedrijf runnen – in de kinderopvang werken – tatoeages – over gevoel praten mannelijk neutraal vrouwelijk b Door de tijd heen veranderen onze ideeën over wat mannelijk en wat vrouwelijk is. Leg dat uit met behulp van één van de voorbeelden die bij vraag a staan. c Is jouw (toekomstige) beroepssector vooral een mannenwereld, een vrouwenwereld of maakt dat niet uit? Geef een voorbeeld. Kun je dit ook zien aan het aantal mannelijke en vrouwelijke studenten? d Welke uitingen van jezelf – zoals gedrag, interesses, activiteiten of uiterlijk – vind jij (een beetje) mannelijk en welke (een beetje) vrouwelijk? Geef van elk een voorbeeld. Sekse, gender en geaardheid François was een meisje, maar voelde zich in dat ‘hokje’ niet thuis. Dat merkte hij bijvoorbeeld bij het kopen van kleding: hij kocht liever op de mannenafdeling. Je kunt zeggen: zijn genderidentiteit kwam niet overeen met zijn sekse. Genderidentiteit betekent dat iemand zich man, vrouw, iets ertussenin of geen van beiden voelt. Genderidentiteit is dus een gevoel: het is onzichtbaar. Toch weet je vaak wel of iemand zich (vooral) man of vrouw voelt. Je ziet dat aan iemands haardracht, kleding, gedrag of manier van praten of bewegen. Hoe je je genderidentiteit laat zien, heet genderexpressie. Die expressie hoeft niet hetzelfde te zijn als je sekse. Er zijn mannen die zich vrouwelijk kleden. En er zijn ook vrouwen die zich mannelijk gedragen. Genderdiversiteit Het begrip transgender persoon gebruik je voor alle mensen (bijna 4 procent van de bevolking) van wie de genderidentiteit of de genderexpressie niet overeenkomt met de sekse, het geboortegeslacht. Binnen de groep van transgender personen bestaan veel verschillen, die noemen we genderdiversiteit. Van vrouwen die helemaal man willen worden, tot mannen die af en toe als vrouw door het leven gaan, van personen die
Seksuele diversiteit 87 redelijk tevreden zijn met hun lichamelijke geslachtskenmerken tot mensen die er een afk eer van hebben. Het is dus niet zo dat alle transgender personen een probleem met hun lichaam hebben. Velen van hen hebben niet de behoeft e om hun geslacht aan te passen. Sommigen willen dat wel, zoals François. Door hormonen te slikken heeft hij nu bijvoorbeeld een lagere stem en gezichtsbeharing. Ook liet hij zijn borsten verwijderen. Wie vind jij leuk? Je sekse en je gender staan los van tot wie je je aangetrokken voelt. De personen op wie je valt, dat is je seksuele geaardheid. De meeste mensen zijn heteroseksueel en voelen zich dus aangetrokken tot mensen van het andere geslacht. Mensen die op hetzelfde geslacht vallen zijn homoseksueel. Bij vrouwen spreken we van lesbiennes of lesbo’s, bij mannen van homo’s. Mensen die zowel op mannen als vrouwen vallen, noemen we biseksueel. Maar er zijn meer mogelijkheden. Scan de QR-code van de infographic maar eens. Seksuele diversiteit Er zijn dus heel veel verschillen: in geslachtskenmerken, hoe mannelijk of vrouwelijk je je voelt, tot wie je je aangetrokken voelt, de manier waarop je je gedraagt en hoe de maatschappij verwacht dat je je gedraagt. Al die verschillen samen noem je seksuele diversiteit. Om de verscheidenheid samen te vatten, kun je de afk orting LHBTI gebruiken. gender: hoe zit dat bij jou? Vrouwelijk Bijvoorbeeld: Mannelijk Intersekse Transgender Bijvoorbeeld: Mannelijk Queer Non-binair Bijvoorbeeld: Androgyn Vrouwelijk Heteroseksueel Bijvoorbeeld: Biseksueel Homoseksueel Genderidentiteit Hoe of wat je je voelt Genderexpressie Wat je van jezelf laat zien aan anderen Seksuele geaardheid Wie je aantrekkelijk vindt Sekse Geboortegeslacht Scan de QR-code voor meer voorbeelden en uitleg. Beautyvlogger Jessie Maya maakt YouTube-video’s over haar transitie van man naar vrouw en vertelt openhartig over het hele proces. 3 LHBTI a Waar staat de afkorting LHBTI voor? Elke letter staat voor een begrip dat je terugvindt in dit thema. L H B T I Bron 2
88 b Een organisatie die opkomt voor LHBTI’ers legt in een video nog eens haarfi jn uit hoe het zit met de hokjes ‘man’ en ‘vrouw’. Bekijk de video. Zet eerst in het schema een eigen omschrijving van elk begrip. Gebruik per omschrijving niet meer dan tien woorden. Lees dan opdracht c en vul de tweede kolom in. Eigen omschrijving Hoe het heet als je iets ertussenin bent of allebei Geslacht Genderidentiteit Genderexpressie Geaardheid c Bekijk de video nog een keer. Zet de volgende woorden op de juiste plek in de laatste kolom in het schema: ANDROGYN - BISEKSUEEL - GENDERNEUTRAAL - INTERSEKSE. d Bekijk bron 2. Beschrijf de genderidentiteit en de genderexpressie van Jessie Maya. 4 Verwarring ‘Is zij wel een vrouw?’ De overwinningen van de Zuid-Afrikaanse atlete Caster Semenya leidden tot grote opwinding. ‘Is zij wel een vrouw?’ vroegen andere hardloopsters zich af. Maar Semenya voelt zich vrouw en is een vrouw. Ze heeft echter ook mannelijke geslachtsklieren en heeft daardoor drie keer zoveel testosteron (een mannelijk hormoon) als een gemiddelde vrouw. ‘Mensen denken al snel: die is gay’ Ruben (22): ‘Ik heb nooit gedacht dat ik homo was. Anderen wel. Ik acteer, zing en schrijf liedjes. Mensen zien een gevoelige jongen met een verzorgd uiterlijk en denken al snel: die is gay. Onlangs dacht ik te fl irten met een meisje, maar later hoorde ik via een vriend dat zij ervan uitging dat ik homo was. Ja, dat is onhandig.’ Naar: de Volkskrant a Lees bron 3. Passen de volgende begrippen bij dit verhaal? Leg je antwoord telkens kort uit. Intersekse: Transgender persoon: b Onze ideeën over wat mannelijk en wat vrouwelijk gedrag is, zorgen soms voor verwarring. Leg dat uit met bron 4. Gebruik in je antwoord het begrip ‘genderexpressie’. Bron 3 Bron 4
Seksuele diversiteit 89 Coming-out Soms weten mensen als kind al dat ze homoseksueel of transgender zijn. De meesten ontdekken dat in de puberteit. Dat kan een heel lastige periode zijn. François deed er zo’n vijf jaar over om te accepteren dat hij transgender is. In die periode voelde hij zich vaak verward, verdrietig en zelfs depressief. Het kan heel moeilijk zijn om tegen je familie en vrienden te zeggen dat je homoseksueel of transgender bent. François schreef er zijn ouders en zus een brief over. Net zoals hijzelf, hadden ook zijn ouders tijd nodig om te accepteren dat hun dochter zich een jongen voelt en een jongen wil worden. Het moment dat je voor het eerst aan anderen vertelt dat je genderidentiteit of seksuele geaardheid anders is dan zij verwachten, heet ‘uit de kast komen’ of coming-out. Taboe In Nederland mag iedereen vrij uitkomen voor zijn seksuele geaardheid en genderidentiteit. Het is vooral je omgeving die bepaalt hoe moeilijk of makkelijk het is om uit de kast te komen. Voor kinderen van ouders met vrijere opvattingen over relaties is dat makkelijker dan als je opgroeit in een gezin waarin geloof en tradities belangrijk zijn. Vaak is er een taboe, iets dat niet gezegd of gedaan mag worden. Niet hetero zijn is dan onbespreekbaar en het zorgt voor schaamte tegenover anderen in de gemeenschap. Dit kan ertoe leiden dat mensen hun geaardheid jarenlang verborgen houden. Discriminatie vanwege seksuele geaardheid, bijvoorbeeld bij uitgaan of sollicitaties, is verboden. Dat betekent niet dat je geen mening mag hebben over homoseksualiteit of genderdiversiteit. 5 Een breuk in het gezin ‘Het is in ons hoofd gestampt dat je op jongens moet vallen’ Sinem (20) is van Turkse komaf. Ze is verkoopster. ‘Ik weet al sinds de basisschool dat ik lesbisch ben. Alleen vanwege mijn cultuur kon ik er niet voor uitkomen.’ Vanaf haar achttiende komt Sinem openlijk uit voor haar gevoelens, maar het was heel moeilijk om dit te bespreken met haar ouders. ‘Nadat ik het mijn ouders verteld had, hebben we enkele maanden niet met elkaar gesproken. Nu gaat het iets beter, maar mijn ouders hebben veel tijd nodig. Ze denken ook dat ik vanzelf weer op mannen ga vallen. De rest van mijn familie weet het nog niet, zelfs niet mijn broertje. Laatst vroeg hij of ik al een vriend had. Ik weet dan niet zo goed wat ik tegen hem moet zeggen.’ Naar: Stichting Katilim a Bedenk waarom het voor Sinem belangrijk is om haar geaardheid openlijk te tonen. b De ouders van Sinem vinden het heel moeilijk om haar homoseksualiteit te accepteren. Bedenk twee mogelijke redenen waarom zij het zo moeilijk vinden. Bron 5
90 6 Mening over homoseksualiteit a In het schema staan vijf uitspraken over homoseksualiteit en vijf quotes die telkens een tegenargument geven. Welke quote geeft antwoord op welke uitspraak? Noteer telkens het juiste nummer in de middelste kolom. Juiste nummer A Homoseksualiteit is onnatuurlijk. 1 François: ‘Je moet meestal door een heel moeilijke periode voordat je accepteert dat je homo of trans bent.’ B Homoseksualiteit is een ziekte waarvan je kunt genezen. 2 Alyssa: ‘Homoseksueel gedrag komt in ieder geval voor bij 1.500 soorten vogels en zoogdieren.’ C Homoseksualiteit is in strijd met het geloof. 3 Myrthe: ‘Vanaf mijn geboorte val ik al op meiden. Als God dat erg vond had hij me niet zo geboren laten worden.’ D Homoseksuelen dagen anderen uit als ze openlijk hun geaardheid tonen. 4 Kevin: ‘Eigenlijk wist ik altijd al dat ik homo was, maar ik wilde niet toegeven aan het gevoel “kies voor jezelf”!’ E Homoseksuelen zijn aanstellers en willen aandacht. 5 Simon: ‘Als ik op straat zoen of hand in hand loop met mijn vriend, lok ik niks uit. Ik doe hetzelfde als hetero’s.’ b Kies bij elke combinatie met welke uitspraak of quote jij het het meest eens bent. Omcirkel de letter of het cijfer en leg een van je keuzes uit. 7 Ik ben gewoon Nikkie ‘Uitspraak Caroline Tensen killing voor transjeugd’ HILVERSUM – YouTube-ster Nikkie de Jager baalt van de manier waarop Caroline Tensen gisteravond in Wie ben ik? over haar sprak. Een kandidaat moest de naam van de wereldberoemde beautyexpert raden. Dat was volgens Tensen ‘een dingetje’ omdat niet helemaal duidelijk zou zijn of Nikkie een man of een vrouw is. Nikkie, die vorig jaar bekendmaakte dat ze een transgender persoon is, noemt de opmerking ‘killing voor transgenderjeugd’. Ook op Twitter reageerden kijkers verontwaardigd ‘ @NikkieTutorials is een vrouw. Het antwoord op de vraag ‘Is het een vrouw?’ is JA. Daar hoef je geen twijfel over te zaaien, Caroline Tensen! Niet ok.’ Tensen heeft inmiddels haar excuses aangeboden. Naar: AD a Waarom noemt Nikkie de Jager de uitspraak van Caroline Tensen ‘killing voor transjeugd’? b Bekijk ook bron 2. Denk je dat mensen als Nikkie en Jessie Maya het voor andere transgender personen makkelijker maken om uit de kast te komen? Leg je antwoord uit. Bron 6
Seksuele diversiteit 91 8 Gelukkig met elkaar Miss trouwt met miss SAN JUAN – Miss Argentinië 2020, Mariana Verela, is getrouwd met Fabiola Valentín, Miss Puerto Rico 2020. Dat lieten beiden tegelijkertijd weten op hun Instagram-accounts. Ze plaatsten een foto waarop ze zoenend voor het stadhuis staan. Verela (26) en Valentín (22) ontmoetten elkaar op de Miss Grand Internationalverkiezing van 2020. Hoewel ze regelmatig samen te zien waren in posts op Instagram, wist niemand dat ze een relatie hadden. Tot nu, dus. ‘We houden onze relatie privé, maar op deze speciale dag gaan de deuren even open’, schrijven ze boven de foto. Op de post komen veel positieve reacties binnen, maar ook negatieve: ‘Dit is niet natuurlijk’ en ‘Dit doen jullie alleen voor de aandacht’. Naar: AD, Instagram ACTUEEL a Lees bron 7. Op wat voor manier hadden de twee missen hun coming-out? b Bedenk waarom mensen negatief reageren op twee vrouwen die getrouwd zijn. ‘Laat mensen nadenken over homoacceptatie’ Voetbalinternational Vivianne Miedema: ‘Toen ik een relatie met een vrouw kreeg, heb ik dat vrij snel tegen mijn familie en vrienden verteld. Voor mij was dat nooit een worsteling. Ik weet heel goed dat zoiets niet vanzelfsprekend is. Het is de realiteit dat mensen als het gaat om accepteren van anderen, vastzitten aan hun geloof of andere waarden waarmee ze zijn opgegroeid. Dat kun je veel mensen ook niet eens kwalijk nemen, soms weten ze niet beter. Maar ik zie het daarom wel als taak van onze invloedrijke voetbalwereld om mensen daar continu over na te laten denken. Homoacceptatie zou de normaalste zaak van de wereld moeten zijn.’ Naar: AD c Lees bron 8. Miedema vindt dat de voetbalwereld openlijk aandacht moet vragen voor homoacceptatie. Mariana Verela en Fabiola Valentín spreken zich wat minder uit. Wat vind jij, moeten invloedrijke mensen zich uitspreken of niet? Leg je antwoord uit. Gelijkheid voor LHBTI’ers Wat zou jij ervan vinden als je zoon of dochter homoseksueel is? Zo’n driekwart van de Nederlanders zegt daar geen probleem mee te hebben. Toch is van volledige acceptatie in de samenleving nog geen sprake. Homo-emancipatie Alhoewel de Grondwet discriminatie verbiedt, kwam er in 1994 de Algemene wet gelijke behandeling. Deze wet verbiedt nadrukkelijk discriminatie op grond van homoseksualiteit. Sinds 2001 kunnen homoseksuele stellen met elkaar voor de wet trouwen, sinds 2009 mogen zij ook een kind adopteren. Er is wettelijke bescherming voor biseksuelen in de maak. De wetten zorgen ervoor dat LHBTI’ers dezelfde rechten en kansen hebben in onze samenleving. Dat is belangrijk voor hun emancipatie. Dat homoseksuelen voor de wet gelijk zijn, betekent niet dat zij in Nederland volledig geaccepteerd zijn. Voor de meeste mensen geldt dat heteroseksualiteit de norm is. Misschien is dat de reden dat veel voetballers niet uit de kast komen. Ook streng religieuze gemeenschappen keuren homoseksualiteit vaak af. Bron 7 Bron 8
92 De emancipatie van transgender personen Stel, een vrouw krijgt een nieuwe baan. Maar als ze haar paspoort laat zien voor het personeelsdossier, staat daarin dat ze man is. Ze weet niet hoe haar leidinggevende hierop zal reageren. Om zo’n ongemakkelijke situatie te voorkomen, kun je sinds 2014 je geboortegeslacht in je paspoort laten aanpassen. In de Algemene wet gelijke behandeling is sinds 2019 ook opgenomen dat discriminatie op basis van genderidentiteit, genderexpressie of interseksualiteit verboden is. Die nieuwe wetten laten zien dat er sinds kort meer aandacht is voor genderdiversiteit. Daarbij past ook het streven van de overheid, instellingen en bedrijven om genderneutraal te zijn. Dan spreek je mensen niet meer aan als man of vrouw, omdat sommigen niet precies in die hokjes passen. De NS noemt treinreizigers bijvoorbeeld niet langer ‘beste dames en heren’ maar ‘beste reizigers’. Toch krijgen transgender personen vaak te maken met onbegrip. Het blijft voor hen moeilijk om hun identiteit openlijk te uiten. Ze krijgen regelmatig negatieve reacties en ervaren daardoor meer onveiligheid, eenzaamheid en hebben vaker psychische problemen. Ook op het werk ervaren transgender personen geregeld discriminatie en pesterijen. François besloot zijn verhaal te delen via YouTube en in de media. Zo wil hij ervoor zorgen dat mensen genderdiversiteit minder vreemd vinden en er meer acceptatie komt. 9 Emancipatie Esmée van Loon (23) groeide op in een gezin met twee moeders. ‘Mijn donorvader woonde op Texel, net als wij. Samen met zijn man. Ik zie ze als familie, maar een vaderrol heeft hij nooit gehad. Ik ben opgegroeid met het idee dat je niet per se heteroseksueel hoeft te zijn. Dat ik een vriendinnetje kreeg, vond niemand vreemd.’ Naar: RTL Nieuws a Leg uit waarom het voor transgender personen heel belangrijk is dat ze hun geboortegeslacht in hun paspoort kunnen laten wijzigen. b Transgender personen kunnen moeilijker werk vinden dan andere burgers. Vind jij het een taak van de overheid om hier iets aan te doen? c Lees bron 9. Leg uit dat het verhaal van Esmée een voorbeeld is van homo-emancipatie. d Lees het kader ‘Wist je dat?’ op de volgende bladzijde. Is er op jouw school een Coming-Outdag, Paarse Vrijdag of GSA-netwerk? e Stel, er is een Paarse Vrijdag op jouw school. Zou jij dan paarse kleding dragen? Bron 9
Seksuele diversiteit 93 f Ontwerp samen met een medestudent een symbool dat duidelijk maakt dat een toilet genderneutraal is. Regenboogvlag Elk jaar hangt op 11 oktober op veel scholen de regenboogvlag uit. Het is dan Coming-Outdag. Zo is voor iedereen duidelijk: LHBTI-studenten horen er helemaal bij en moeten ook op school zichzelf kunnen zijn. Dat is belangrijk, want veel LHBTI’ers krijgen te maken met pesterijen, intimidatie en soms ook met geweld. Als je op jouw mbo meer ruimte wilt voor seksuele diversiteit kun je een Gay Straight Alliance (GSA-netwerk) oprichten of je daarbij aansluiten. Kijk op gsanetwerk.nl. GSA’s worden ondersteund door het COC, de belangen organisatie van LHBTI’ers. Twijfel je over je seksuele geaardheid of genderidentiteit? Kijk dan op: iedereenisanders.nl. Daar kun je ook terecht als je worstelt met de vraag hoe je geloof en je seksuele voorkeur kunnen samengaan. Wist je dat? 10 Gewaagde reclamecampagne Bekijk de foto hiernaast. Welke uitspraak past bij jou? Als je homoseksualiteit zo openlijk laat zien, zullen er meer mensen homoseksueel worden. Twee zoenende vrouwen vind ik wel kunnen, maar twee mannen: dat is gewoon vies. Ik heb niets tegen homo’s, maar ik zie liever geen zoenende mannen. Ik voel me er wat ongemakkelijk door, ik moet eraan wennen. Zoenende mannen, dat is toch heel normaal? Anders, namelijk: Reclame van het bedrijf Suitsupply uit 2018. Bron 10
94 11 Wat vind jij? a Geef voor elke stelling aan of je het ermee eens of oneens bent. Eens Oneens 1. Een LHBTI’er kan in onze klas zonder problemen uit de kast komen. 2. Een LHBTI’er kan het beroep waarvoor we worden opgeleid zonder problemen doen. 3. Een LHBTI’er zal in het beroep waarvoor we worden opgeleid gemakkelijk een leerbedrijf kunnen vinden. 4. Homoseksuelen mogen geen kind adopteren: een kind heeft het recht in een ‘gewoon’ gezin op te groeien. 5. Een LHBTI-docent kan niet op een christelijke school werken. b Licht twee van je antwoorden toe. c Vergelijk jouw antwoorden met die van een medestudent. Kies twee stellingen uit die je met elkaar bespreekt. 12 Grondrechten Tim Hofman boos KRIMPEN AAN DEN IJSSEL – In de uitzending gisteravond van BOOS, bracht Tim Hofman een bezoek aan een gereformeerde predikant. Reden voor zijn bezoek was een klacht van Leon Houtzager. ‘De predikant ziet een verband tussen het coronavirus en de acceptatie van homoseksualiteit. Hij zegt dat homo’s zondig zijn en verbannen moeten worden’, vertelt Houtzager. Houtzager deed aangifte tegen de predikant, maar het Openbaar Ministerie heeft laten weten niets met de aangifte te doen. ‘In de Grondwet staat dat iedereen recht heeft op vrijheid van godsdienst. Omdat de predikant zijn uitspraken deed vanwege zijn geloofsopvatting, vallen deze niet onder discriminatie of groepsbelediging.’ Naar: AD a Lees bron 11. Welke grondrechten botsen in deze situatie met elkaar? b Ga in gesprek met een klasgenoot. Welk grondrecht vinden jullie in dit geval belangrijker? Leg je antwoord uit. Bron 11
Seksuele diversiteit 95 P Portfolio-opdracht Belangrijk of overdreven? De Canal Parade is wereldberoemd. Sommigen vinden het een prachtig en belangrijk feest, bij anderen roept het ergernis en afkeuring op. Wat vind jij? In deze opdracht ga je een brief schrijven aan een krant waarin je je mening geeft over de Canal Parade. De opdracht ontvang je van je docent of bekijk je in de digitale leeromgeving. Voeg de brief toe aan je portfolio. Begrippen Biseksueel Iemand die zich (seksueel) aangetrokken voelt tot mannen en vrouwen. Coming-out Het moment waarop iemand voor het eerst openlijk uitkomt voor zijn of haar genderidentiteit of seksuele geaardheid. Discriminatie Ongelijk behandelen van mensen op basis van een kenmerk dat er in die situatie niet toe doet. Emancipatie Het streven naar gelijke rechten en acceptatie voor een achtergestelde groep. Gender Opvattingen in een samenleving of cultuur over wat als mannelijk of als vrouwelijk wordt gezien. Genderdiversiteit Verscheidenheid aan genderidentiteiten en genderexpressie. Genderexpressie Hoe iemand zichzelf laat zien, vrouwelijk, mannelijk of een combinatie van beide. Genderidentiteit Of iemand zich een vrouw, man, een combinatie of geen van beiden voelt. Heteroseksueel Iemand die zich (seksueel) aangetrokken voelt tot mensen met een andere sekse. Homoseksueel Iemand die zich (seksueel) aangetrokken voelt tot mensen met dezelfde sekse. Intersekse Een sekse die niet mannelijk of vrouwelijk is. LHBTI Afkorting van lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen, transgender personen en interseksuelen. Sekse Feit dat iemand een man, vrouw of intersekse is op basis van lichamelijke kenmerken. Ook wel: geslacht. Seksuele diversiteit Verscheidenheid aan seksuele voorkeuren van mensen en genderdiversiteit. Seksuele geaardheid De persoon waarop iemand valt. Ook wel: seksuele identiteit, seksuele oriëntatie of seksuele voorkeur. Taboe Iets waarvan mensen vinden dat het niet mag of waarover niet gesproken mag worden. Transgender persoon Iemand bij wie de genderidentiteit of de genderexpressie anders is dan het geslacht dat iemand bij de geboorte heeft meegekregen. Ook wel: trans persoon of transgendermens. Transitie Proces van een transgender persoon om geheel of gedeeltelijk van geslacht te veranderen.
Burgerschap gaat over deelname aan een democratische, pluriforme samenleving Thema’s Burgerschap voor MBO is een methode burgerschap voor niveau 3 en 4 van het mbo. De lesmethode bestaat uit een leer-werkboek en een digitale leeromgeving. ■ Digitaal burgerschap 1. Leven in media 2. Digitale uitdagingen ■ Sociaal-maatschappelijke dimensie 3. Culturele verschillen 4. Integratie 5. Hokjesdenken 6. Relaties 7. Seksuele diversiteit ■ Politiek-juridische dimensie 8. Vrijheid en onvrijheid 9. Politiek en idealen 10. Invloed uitoefenen 11. Een democratisch bestuur 12. Europese Unie 13. Burger en recht 14. Criminaliteit ■ Economische dimensie 15. Arbeid 16. Arbeidsmarkt 17. Afspraken over je werk 18. Grip op geld 19. Duurzaamheid 20. Kritisch consumeren ■ Vitaal burgerschap 21. Voeding en bewegen 22. Stress 23. Verslaving 24. Seksuele gezondheid Burgerschap gaat over deelname aan een democratische, pluriforme samenleving Thema’s Burgerschap voor MBO is een methode burgerschap voor niveau 3 en 4 van het mbo. De lesmethode bestaat uit een leer-werkboek en een digitale leeromgeving. Digitaal burgerschap Leven in media Digitale uitdagingen Sociaal-maatschappelijke dimensie verschillen 5. Hokjesdenken 7. Seksuele diversiteit Politiek-juridische dimensie Vrijheid en onvrijheid Politiek en idealen Invloed uitoefenen Een democratisch bestuur Europese Unie Burger en recht Criminaliteit Economische dimensie Arbeidsmarkt Afspraken over je werk 978 90 8674 553 1 E3232-01