OGN0064 cartoonboekje-DEFF

Op weg

nâar 2O3z!

zijn we
klaar
voor

?

3

“w e willen onderwijs zien dat
de toon zet waar het gaat om
leren, talentontwikkeling en het
vinden v an antwoorden op
“we willen maatschappelijke
onderwijs zien dat vraagstukken.”
de regie neemt.” “w e willen scholen

die anticiperen op
ontwikkelingen.

4

‹ Dit zijn een paar uitspraken uit het

identiteitsbewijs van Onderwijsgroep Noord.
Uitspraken die we willen waarmaken.
Daarom kijken we vooruit. Wat hebben onze
leerlingen aan kennis en vaardigheden nodig
als ze straks in 2032 aan hun werkende leven
beginnen? Hoe ziet de wereld en het onderwijs
er dan uit? Wat betekent dit voor Onderwijsgroep
Noord?

Deze vragen waren voor ons aanleiding tot nog
meer vragen. Samen met onze collega’s binnen
Onderwijsgroep Noord en onze partners in de
regio zullen we hierop het antwoord vinden.
Gemeenschappelijk versterkend. We werken
hard aan ons onderwijs; onderwijs van vandaag,
morgen en ook in 2032.

Raad van Toezicht 5
College van Bestuur

6

* W elke (onderwijskundige)
ideologie ligt ten grondslag aan
ons onderwijs?

+ H oe komt deze ideologie tot
stand?

7

8

¼ Leven lang leren:
welke doelgroep heeft onderwijs?

+ Nu spreken we over krimp, maar
hoe zien wij krimp vanuit het
perspectief van leven lang leren?

* K lassikaal onderwijs gaat
verdwijnen, er ontstaan nieuwe
manieren om te leren.

9

10

* Jongeren leren op een andere wijze
dan hun (groot)ouders. Welke rol
heeft onderwijs binnen dit ‘leren’?
Zelfredzaamheid, samenwerking
en probleemoplossend vermogen
zijn essentieel. Misschien helpt
onderwijs jongeren een moreel
kompas te ontwikkelen.

0 H oe word je mens in de
nieuwe wereld?

¼ O pleiden tot verbinders. Leren
omgaan met onzekerheden.

11

12

½ N ieuwe ontwikkelingen leiden tot
nieuwe beroepen en die vragen
nieuwe opleidingen. Hoe speelt
het onderwijs in op dergelijke
ontwikkelingen?

* Hoe speelt Onderwijsgroep Noord
in op dergelijke ontwikkelingen?
Dit biedt kansen tot innovatie.

13

14

½ Wat moeten kinderen nog
echt leren? De stelling van
Pythagoras? Tafels? Alles is op
internet te vinden, dus welke
basiskennis is dan nog nodig?

¼ Je leert meestal pas als je iets
interessant vindt. Soms begrijp
je iets pas jaren later. Wat
moeten kinderen leren om soms
pas later het nut ervan in te
zien?

* Het leren moet aansluiten bij
de behoefte van de leerlingen.
Dichtbij de individuele behoefte
van de leerling.

15

16

* Wat hebben al lang bestaande
onderwijsvormen opgeleverd?

¼ D e verwachting is dat er
meer vrijheid en flexibiliteit
gevraagd wordt in het onderwijs,
persoonlijke leerlijnen. Wat
betekent dat voor Onderwijsgroep
Noord? Willen wij dat? Hoe doe je
dat in de praktijk?

17

18

+ M isschien blijft het instituut
school met een schoolgebouw
waar leerlingen dagelijks bij
elkaar komen niet bestaan. Hoe
wordt leren dan vorm gegeven?
Digitaal met af en toe persoonlijk
contact?

* W illen wij voorop lopen en
onderwijs zo flexibel mogelijk
organiseren?

19

20

+ Meedenken, voorop, regie nemen.

* W elke rol wil het onderwijs spelen
binnen de maatschappelijke
ontwikkelingen?

½ W elke rol wil Onderwijsgroep
Noord spelen binnen de
maatschappelijke en onderwijs­
kundige ontwikkelingen?

¼ H oe slaan we die brug? Wat is
daar voor nodig?

21

22

¼ Er is duidelijk een verschil in de
situatie tussen het Noorden als
landelijk gebied en bijvoorbeeld
de Randstad. Wat zijn typisch
noordelijke aandachtspunten?

* Er zijn plattelandskansen;
bijvoorbeeld groen en water.

+ E r zijn kansen met betrekking tot
de woonomgeving in combinatie
met thuis werken.

23

24

* D e vroegere verzuiling is min of
meer verdwenen, maar er is nieuwe
verzuiling ontstaan. Bijvoorbeeld
islamitische gemeenschap versus
op christelijke waarden gebaseerde
gemeenschap. Hoe gaat het
onderwijs hier mee om?

¼ W at merken we daarvan binnen
Onderwijsgroep Noord? Wat
betekent dat voor Onderwijsgroep
Noord?

+ V erbinding maken tussen enerzijds
de samenleving, participeren en
meedoen (leefwereld) en anderzijds
het systeem (systeemwereld).

25

26

+ H oe houden we goed in beeld
wat de klant vraagt? Hoe vindt
de afstemming plaats tussen
opleider en ‘markt’?

¼ Experimenten doen in contact
met ouders en leerlingen,
gerelateerd aan het waarom.
Nieuw onderwijs op maat.
Het resultaat kan zijn dat het
marktaandeel groter wordt.

Þ ‘Dor hout’ wegsnijden wat niet
toekomstgericht is. Conceptueel
snoeien; snoeien, groeien, bloeien.

27

28

¼ W anneer zijn wij als school zo
populair dat ouders hun kinderen
drie dorpen voorbij laten fietsen
om naar ons te komen?

* Hoe krijg je een positief imago?
Wie of wat draagt daaraan bij en
op welke manier?

+ K racht van Onderwijsgroep Noord
is sterk zijn in kleinschaligheid.
De menselijke maat.

½­ In de huid van kinderen en ouders

kruipen. De juiste vragen stellen.

Aandacht, waardering, veiligheid,

sociale cohesie. 29