The words you are searching are inside this book. To get more targeted content, please make full-text search by clicking here.

Teaser LosVast nr 2 Mei 2024

Discover the best professional documents and content resources in AnyFlip Document Base.
Search

LosVast nr 2 Mei 2024

Teaser LosVast nr 2 Mei 2024

3 Omgaan met over-de-top gedrag Jaargang 44 • Nummer 2 2024 3.140 pixels × webmail.hostingserver.nl 5.184 _task=mail&_mbox=INBOX&_uid=30? https://webmail.hostingserver.nl/ INTERVIEWS: Sam Turner Suze Steenbergen Gabriëlle Veenstra Rosemarijn Gelauff Gisela Alserda VERSLAG Dag van de Kynologisch Instructeur Seminarverslag: Michael Shikashio Aggression in Dogs LICHAAMSTAAL vroeger en nu Themanummer HONDENMENS


5 Hondenmens … of mens met hond. Ingewijden, hondenmensen dus, kennen het verschil. Vaak begin je als mens met hond en merk je dat de hondenwereld steeds meer jouw plek is, de wereld erbuiten lijkt steeds een stukkie kleiner te worden. Onlangs vroeg iemand, een niet-hondenmens (die bestaan ook nog), me oprecht verbaasd: ‘Hondenwereld? Bestaat er een speciale wereld voor?’ Het relativeerde wel lekker. Als je er écht over nadenkt, is het ook best gek. Nóg idioter wordt het als je aan een leek probeert uit te leggen dat er zelfs binnen die wereld óók nog haat en nijd, een wij-zij-cultuur, bestaat. Of dat nu in de fokkerij, show-, trainings- of voedingswereld is; we kunnen elkaar soms aardig afblaffen bij het verdedigen van onze bubbels. Het vált niet uit te leggen. We strijden voor hetzelfde, maken alleen andere keuzes. Inmiddels kennen we zelfs jeukwoorden als ‘baas’ of ‘eigenaar’, ‘commando’ versus ‘verzoek’ dan wel ‘cue’. Omdat ze emoties oproepen die we liever niet meer willen voelen; wij weten inmiddels ‘beter’. Totdat … Voortschrijdend inzicht is een neverending story. Gelukkig. Soms word je als hondenmens geboren. Dát gewisse Etwas wat niemand je kan leren. Onlangs had ik een heel mooie ontmoeting in het bos. Terwijl ik met mijn beide hondenmeiden genietend op een bankje zat, hoorde ik een groepje mensen praten – zo te zien een familie. Ze wandelden gemoedelijk over een pad een meter of tien bij mij vandaan, spraken in een voor mij onverstaanbare taal. Een van hen, een jongen van een jaar of zeventien, maakte zich los van de groep en kwam rustig onze kant uit. Op een vriendelijke manier vroeg hij in gebrekkig Nederlands: ‘Kan ik contact maken?’, knikkend naar de honden die al stonden te draaikonten naar hem. Op enige afstand hurkte hij en stak rustig zijn handen uit. Toen ik de lijnen liet vieren, gingen ze blij op hem af. Tyra vleide zich gelijk tegen hem aan en likte zacht zijn gezicht. Hij straalde: ‘Ik hou zoveel van honden! Helaas hebben we zelf geen.’ Wát een fijne uitstraling had deze jongeman. Aan hem had ik ze blindelings toevertrouwd. Nu maar hopen dat niemand hem later gaat vertellen dat hij volgens een bepaalde visie bepaalde dingen per se moet doen of laten … Hij bedankte mij. En ik hem – hij maakte mijn dag. In dit megadikke nummer komen vele prachtige hondenmensen aan het woord, bekende en minder bekende. Ontroerende persoonlijke verhalen over hun leven en de impact van deze bijzondere viervoeters. Wij op onze beurt doen – onder andere door LosVast – onze stinkende best honden en hun mensen het beste te bieden. Of dat nu hondenmensen of mensen met honden zijn. Veel leesplezier, lieve hondenmensen! Hanneke Reitsma Hoofdredacteur LosVast Voorwoord


7 hét vakblad voor hondeninstructeurs, -trainers en -opvoeders Een uitgave van O&O (hondenopvoeding.nl) INHOUD Jaargang 44 Nummer 2 2024 3 Voorwoord 6 Vroeger en nu: Lichaamstaal 14 Interview: Suze Steenbergen 18 Webinar: Calming The Storm 24 Dances with Dogs 30 Boek: Who’s a Good Dog? 33 Column: Diana 34 Interview: Rosemarijn Gelauff 38 Boek: Vaarwel geliefde hond 41 Column: Deanna 42 Interview: Gisela Alserda Hét vakblad voor hondeninstructeurs, -trainers en -opvoeders Coverfoto: Shutterstock 46 Dag van de instructeur, deel 1 52 Seminar: Michael Shikashio 62 Interview: Sam Turner 65 Column: Inga 66 Webinar: Nieuwe inzichten 72 Interview: Gabriëlle Veenstra 76 Column: Iris - Hondenmens 78 Boek: Het Grote Honden Handboek 80 Dag van de Instructeur, deel 2 84 Informatief: Holistische benadering 88 Nieuws van de vereniging 90 Colofon LosVast is voor leden van (hondenopvoeding.nl) Wil je ook LosVast ontvangen? Word dan lid van O&O voor mens en hond via: 46 6


9 Vroeger en nu Vroeger en nu, deel 5 Lichaamstaal Door: Elian Hattinga van ´t Sant Vanaf de jaren zeventig van de vorige eeuw kregen hondenbezitters en -trainers van biologen en ethologen aan de hand van foto´s en plaatjes in toenemende mate les in het herkennen van de lichaamstaal van de hond en de communicatieve en emotionele betekenis ervan. Een hoge staart, het op de rug gaan liggen, ´lange´ mondhoeken … alles had een betekenis. De betekenissen die onderwezen werden, hadden vorm gekregen door wetenschappelijk onderzoek. Ethologen vielen daarbij terug op de systematische gedragsobservaties aan de hand van ethogrammen en protocollen. In deze aflevering van Vroeger en Nu ga ik in op de achtergrond en de ontwikkeling van deze wetenschappelijke werkwijze en op de betrouwbaarheid van de interpretatie van gedrag aan de hand van lichaamstaal. Wetenschappelijke belangstelling voor diergedrag De bestudering volgens protocollen aan de hand van een ethogram, zoals nog steeds op scholen bij de biologieles wordt geleerd, ontstond in de eerste helft van de twintigste eeuw. Tot de tweede helft van de negentiende eeuw was het emotionele en communicatieve gedrag van dieren op de universiteiten nooit systematisch onderzocht. Er waren natuurlijk wel geleerden, zoals Darwin en Brehm, die dikke boeken hadden geschreven waarin het gedrag van dieren werd beschreven en geduid. Ook waren er reizigers die het gedrag van exotische dieren beschreven die ze hadden gezien. Maar op de universiteiten zelf hield men zich hoofdzakelijk bezig met de anatomie en taxonomie (indelen in soorten) van dieren; niet met hun gedrag. Onder invloed van verschillende denkbeelden over evolutie gingen Duitse psychologen het echter rond 1880 interessant vinden om diergedrag (Tierpsychologie) te bestuderen. Ze wilden dat doen om zo de ontwikkeling van het gedrag van mensen beter te begrijpen. Het onderzoek richtte zich aanvankelijk vooral op cognitie en op de werking van de zintuigen, hetgeen aan de hand van proefjes en experimenten in het laboratorium werd onderzocht. Omdat dieren nu eenmaal niet konden vertellen hoe ze zich voelden en waarom ze iets deden, ontstond er discussie over hoe je dat dan op een wetenschappelijke manier te weten zou kunnen komen. Een algemeen gangbare methode – vaak uitgebouwd aan de hand van ingewikkelde psychologische theorieën – was dieren observeren en hun gedrag interpreteren vanuit opgedane kennis, logisch redeneren en empathie. Daarbij probeerde de wetenschapper zich zowel verstandelijk als vanuit zijn eigen emotionele beleving in te leven in de situatie en gevoelens van het dier om zo het geobserveerde gedrag te verklaren. Observaties van zoogdieren in het wild werden om praktische redenen tot ongeveer 1960 zelden of nooit gedaan; het betrof hoofdzakelijk dieren die in gevangenschap leefden in een dierentuin, op een (proef)boerderij of in een laboratorium. Het kwam erop neer dat de onderzoeker voor de verblijven of kooien van de te bestuderen diersoort ging zitten en keek naar wat er zoal gebeurde. Zij hadden als wetenschapsideaal dat onderzoek objectief, transparant en volgens een bepaalde systematiek moest worden gedaan


10 term voor zo´n gedragsinventaris: een ethogram. Hiermee kon de onderzoeker – die deze (van afkortingen voorziene) gedragselementen daarvoor uiteraard uit zijn hoofd moest kennen! – in een soort steno noteren wat er tijdens de observatieperiode gebeurde. Dat had allerlei voordelen, want zo kon je turven hoe vaak in de observatieperiode een dier plaste, zijn poten waste of lag te slapen. Alle op het oog met elkaar samenhangende gedragselementen werden gecategoriseerd en gegroepeerd in gedragssystemen zoals ´voortplantingsgedrag´ of ´voedselverwervingsgedrag´. Met name na de Tweede Wereldoorlog werd het onderzoek – inmiddels ook naar dieren in het wild – aan steeds meer regels en protocollen gebonden om het onderzoek nog systematischer en objectiever te maken, zodat het bruikbaar was voor statistische verwerking. Men turfde bijvoorbeeld maar één soort gedrag van alle dieren in een kooi of juist alle gedragingen van alleen de volwassen dieren in de groep. Hiervoor gebruikte men vaak scoresheets die men gemakkelijker kon invullen. Ook de observatietijd werd aan regels gebonden. Men turfde het gedrag op gezette tijden voor een bepaalde tijdsduur. Was de observatietijd (van bijvoorbeeld 10 minuten of een uur of de hele ochtend) voorbij, dan hield men op met noteren – ongeacht wat er gebeurde. Het gevolg van dit alles was dat de context waarin iets gebeurde uit het oog werd verloren. Het gevolg van dit alles was dat de context waarin iets gebeurde uit het oog werd verloren Objectief? De bestudering van dieren op deze wijze leverde aanvankelijk – zeker toen er amper wat bekend was over diergedrag – de nodige belangrijke inzichten op, bijvoorbeeld hoe lang dieren van een bepaalde soort bezig waren met het zoeken naar voedsel, hoe lang ze sliepen, hoe vaak ze in beweging waren of juist stilzaten. Dat leek betrekkelijk eenvoudig neutraal en helder vast te stellen. Maar voor het complexe sociale gedrag en de interactie die daarbij kwam kijken tussen dieren van een Onder biologen ontstond er in de eerste helft van de twintigste eeuw steeds meer weerstand tegen het psychologiserend verklaren van geobserveerd gedrag door middel van inleving en gezond verstand. Zij hadden als wetenschapsideaal dat onderzoek objectief, transparant en volgens een bepaalde systematiek moest worden gedaan. Ze vonden inleving als methode onvoldoende wetenschappelijk, omdat de onderzoekers er helemaal hun eigen draai aan konden geven en ook gaven. Daardoor ontstonden er uiteenlopende interpretaties, waarbij het gedrag bovendien vaak in menselijke termen werd weergegeven. Dat laatste stuitte vooral de ethologen tegen de borst. In hun visie was een mens weliswaar een dier, maar een dier was zéker geen mens! Je kon ze absoluut niet met elkaar vergelijken. Er was bovendien onvoldoende uniformiteit: de ene onderzoeker lette op dit, de andere op dat. Van verschillende kanten ontstonden er in de jaren dertig van de vorige eeuw ideeën om de gedragingen van een diersoort te inventariseren en op een neutrale manier te beschrijven, zodat iedereen wist wat onder een bepaald gedrag, bijvoorbeeld ´likken´ of ´bijten´ werd verstaan. De Nederlandse bioloog Frans Makkink (1907-2006), bedacht in 1936 de later algemeen gebruikte technische Interpreteren zonder de context te kennen is vaak ondoenlijk.


16 Hondenmens Suze Steenbergen Als ik naar de supermarkt ga, heb ik al heimwee naar mijn honden Door: Anita Kiers. Foto’s: Suze Steenbergen Vakanties, verjaardagsfeestjes, etentjes of een bioscoopje pakken: het zit er allemaal niet meer in sinds Suze Steenbergen haar hart én huis heeft opengesteld voor buitenlandse honden. En de sporadische bezoeker die zij ontvangt, moet wel een hele speciale band met haar en echtgenoot Fred hebben om erin te komen. Hun leven draait namelijk om één ding: honden uit het buitenland die nergens anders terechtkunnen, een prachtig leven bieden.


17 Interview Waar deze liefde vandaan komt? Suze: ‘Die is mij met de paplepel ingegeven. Ik ben opgegroeid met een Ierse Setter, een Italiaanse straathond en allerlei andere dieren. Wij fungeerden ook als opvanggezin voor honden die even niet thuis konden blijven. Al in mijn ouderlijk huis draaide alles om honden.’ Nooit meer Toen Suze op zichzelf ging wonen, was er geen plek meer voor een huisdier. ‘Door mijn drukke leven en mijn baan bij het bankwezen vond ik dat dat niet kon.’ Ondertussen haalde ze haar hart op met vrijwilligerswerk in asielen en bij de Stichting AAP. Ook adopteerde ze financieel een hond op afstand in Polen: Morus. Daarnaast ging zij regelmatig op duikvakantie, waar ze tegelijkertijd zwerfhonden verzorgde. ‘Maar hé, dan moet je ook weer naar huis hè? Dat brak me op een gegeven moment behoorlijk op. Ik beloofde mijzelf om nooit meer op vakantie te gaan naar een land met zwerfhonden!’ ‘In 2006 zag ik een bericht over een stichting in Bosnië; een reis naar Tuzla volgde in september dat jaar. Sindsdien is mijn leven niet meer hetzelfde. Het is vreselijk wat een oorlog teweegbrengt aan haat en wreedheid, ook naar dieren. Ik heb afschuwelijke dingen gezien. Langzaam maar zeker dacht ik: wat een onzin dat ik mij als bankmedewerker druk maak om spaartegoeden, terwijl honden op één dag rijden van ons vandaan creperen!’ Sindsdien is mijn LEVEN niet meer HETZELFDE Zó verliefd op dat hoofd Het logische gevolg: in 2009 ging Suze minder werken. ‘Morus was ondertussen al 14 maar nu kon ik hem naar mij toe halen. Mijn vriendin die betrokken was bij de honden in Polen zei: ‘niet zo verstandig, Suze!’. Maar ik was zó verliefd op dat hoofd! Moest het nog wel even aan mijn echtgenoot vertellen, maar ik had Fred streng geselecteerd op zijn liefde voor dieren dus daarover maakte ik mij niet al te druk. Via een e-mailtje vertelde ik hem aan de hand van een tekeningetje dat Morus deel van ons gezin zou worden.’ De bench ging OPEN en hij liep RECHTSTREEKS in mijn armen ‘Toen moest ik nog twee maanden wachten; de langste maanden van mijn leven! Morus moest echt worden gevangen voor het transport. Na elf uur rijden arriveerde de auto. De bench ging open en hij liep rechtstreeks in mijn armen. Magisch! Morus bleek een fantastische hond te zijn om als eerste te krijgen. Hij was supergehoorzaam, lief voor mensen, bezoek en voor katten. Hij heeft nog vier jaar bij ons gewoond. Toen hij 18 was kon het echt niet meer met zijn rug en moesten we afscheid nemen. Daarmee heb ik verrassend weinig moeite; ik doe het echt voor de hond. Geen geklooi, maar afsluiten als het genoeg is. Helaas zie ik maar al te vaak dat dat anders gaat en dan vraag ik mij af: waarom ga je zo lang door met deze lijdensweg?’ Vier is mijn nummer Ondertussen is Suze de tel een beetje kwijt van het aantal honden dat ze na Morus heeft verwelkomd in hun huishouden, maar ergens rond de zeventien moeten het er toch zeker zijn.


21 Calming The Storm lezen, om er op zijn best even vluchtig doorheen te scrollen. Even een nootje van mijzelf tussendoor: ik lees heel regelmatig boeken, hoe dikker hoe liever, maar als ik op een website zo’n muur van tekst zie, klik ik ook snel verder. Als je belangrijke punten, die hond en mens écht kunnen helpen, begraaft in een hooiberg van informatie, zullen ze niet worden opgemerkt. Je loopt ook het risico dat mensen dan de verkeerde prioriteit kiezen, iets wat jij er alleen maar als achtergrondinformatie bij had gezet. Beschrijf dus kort een aantal stappen (maximaal drie) met een paar verhelderende plaatjes erbij. Eén optie Het is ook niet zinvol om mensen verschillende opties te geven voor hoe ze het probleem aan zouden kunnen pakken. In het pré-GPS-tijdperk moest je soms mensen de weg vragen naar een bestemming. Het was al lastig genoeg om te onthouden hoeveel keer links en rechts je moest in de juiste volgorde, maar stel je eens voor dat die wegwijzer je ook nog eens allerlei verschillende opties had gegeven om naar je bestemming te kunnen komen, je zou nu nóg lopen dwalen. Je hebt er niets aan om te weten hoeveel wegen er mogelijk zijn naar je bestemming. Meer opties maakt het niet beter; wijs me gewoon de snelste en simpelste weg naar mijn doel, less is more. Calming The Storm: Relief for Stressed Out People and Their Pets Jean Donaldson Tekst: Iris Lammers Dit webinar handelt over het helpen van échte mensen, niet de zogenaamd ideale hondenmenscliënten voor wie hun hond hun hele wereld is. Dit gaat over de mensen met hond die weliswaar van hun hond houden, maar waarvoor het trainen van hun hond bepaald geen hobby is, meer een noodzakelijk kwaad. Jean begint meteen met het belangrijkste punt: doseren. Wij trainers en gedragstherapeuten hebben de neiging onze cursisten/cliënten te overstelpen met informatie. De beste informatie van de wereld heeft geen zin, als die niet tot de cursist/cliënt doordringt. Als mensen wat wij ze proberen te leren niet lezen of niet begrijpen, zullen ze het ook niet kunnen toepassen. Niemand leest de juridische verklaring of gebruiksvoorwaarden waar we bijna dagelijks akkoord mee gaan als we een nieuw spelletje of appje op onze telefoon of tablet installeren. Er zullen vast heel interessante en zelfs belangrijke dingen in dat lange verhaal staan, maar het enige wat je doet is: scroll, scroll, scroll, en klikken op AKKOORD. Niets missen Wij hebben de neiging heel lange verhalen op te schrijven met werkelijk alles wat je maar kan bedenken rond het onderwerp dat we bespreken. Zo zorgen we ervoor dat we niets missen dat van belang kan zijn voor deze casus. Het maakt dat we ons professioneel en zorgvuldig en grondig voelen en het ziet er goed uit, alsof we echt weten waar we het over hebben. Jammer dan als mensen niet eens even de tijd nemen om het te lezen. Dan willen ze zeker hun hond niet echt helpen ...? Feit is, dat het een volslagen natuurlijke, menselijke reactie is op een grote lap tekst, zelfs voor mensen die houden van


22 verwerken en te integreren in hun leven. Stel, er is een orkaan onderweg naar jouw woonplaats. Dan wil je niet weten wat de eventuele economische gevolgen kunnen zijn van de eventuele orkaanschade, maar je wilt precies weten wanneer hij komt en wat je moet doen en wel nu. Maak een duidelijk onderscheid tussen: ‘Dit is het huiswerk dat ik graag wil dat je doet’, en eventuele achtergrondinformatie in de vorm van linkjes of filmpjes die iemand kan bekijken als hij toch wat meer wil weten. In onze professie zijn de belangrijkste overwegingen, die we altijd in gedachten zouden moeten houden als we een casus behandelen: - Publieke veiligheid: zorgen de problemen met de hond ervoor dat mensen, kinderen of andere dieren geschaad kunnen worden? Wij zijn degenen die moeten inschatten hoe groot het risico is dat dit gebeurt en voor zover dat binnen onze invloedssfeer ligt, moeten helpen voorkomen dat dit gebeurt. - Welzijn van de hond: wordt de kwaliteit van leven van de hond geschaad door de problemen of door de manier waarop zijn mensen die problemen aanpakken? Het is onze plicht te zorgen dat honden niet onnodig lijden. Dit betekent ook dat we moeten zorgen voor verrijking, een goede kwaliteit van leven en dat ze soortspecifiek gedrag mogen vertonen, zodat ze zich veilig en geliefd kunnen voelen. De eigenaar bepaalt Jean werd eens ingeschakeld voor onzindelijkheidsproblemen van een Shih Tzu. Gedurende de anamnese kwam ze erachter dat deze hond ook serieuze bezitsagressie en voernijd vertoonde. Hij had de mensen al een paar keer gebeten, gelukkig niet dóór, maar toch zou je verwachten dat dit bovenaan het lijstje zou staan van de problemen die de mensen ervoeren met deze hond. Toen ze vroeg of de mensen dit gedrag niet liever eerst zouden aanpakken, zeiden ze dat ze gewoon uit zijn buurt bleven als hij iets te eten had, maar dat ze echt gek werden van zijn gepies op hun vloerbedekking. Dit is een duidelijk voorbeeld van dat de eigenaar bepaalt wat hij als probleem ervaart, niet wij professionals. Wijs me gewoon de snelste en simpelste weg naar mijn doel Herhaling Het feit dat je iets één of twee keer benoemt, staat niet gelijk aan iemand iets leren. Je hebt het benoemd en dus heb je het voor jouw gevoel behandeld. Als de cliënt er dan niets mee doet, is dat diens verantwoording. Lesgeven is simplificeren en herhalen, herhalen, herhalen. Dit betekent niet dat je cliënten of cursisten dom, ongeïnteresseerd of ongemotiveerd zijn, of eigenlijk geen hond hadden moeten aanschaffen. Alles wat jij weet heb je ook geleerd door herhaling; jij bent ook niet geboren met alle kennis die je nu bezit. Als je merkt dat de mensen niet doen wat jij denkt ze geleerd te hebben, dan heb je het dus niet overgebracht op een manier die hen heeft geholpen zich de nieuwe gewoontes echt eigen te maken. Doseren Het doseren betekent niet alleen het doseren van de hoeveelheid aan informatie, maar ook de hoeveelheid taken die we mensen toebedelen. Stel dat je probeert af te vallen, of te stoppen met roken, of je hebt (relatie)therapie of je wilt sowieso dingen veranderen in je leven. Dan helpt het echt niet om al die dingen tegelijk aan te pakken. Veranderen is al moeilijk genoeg en kost veel energie, laat staan als je allerlei dingen tegelijk zou willen veranderen. Cliënten noemen vaak een hele waslijst aan problemen die ze met hun hond ervaren. Het is niet realistisch om die hele lijst te bespreken tijdens je consult en de cliënten hebben ook niet de energie en/of het geduld om te werken aan al die problemen. De kunst is dus om deze lijst terug te brengen naar één, hooguit twee punten waar je aan gaat werken en daar je complete focus op te richten. Hoofd- en bijzaken In dit tijdperk van informatieoverload is onze menselijke capaciteit om informatie in ons op te nemen niet gegroeid met de hoeveelheid informatie die er beschikbaar is. Onze hersenen zijn niet gegroeid. We moeten de informatie die we geven dus aanpassen aan de beperkte mogelijkheden die mensen hebben om die informatie te


27 Dansen doe ik op mijn gevoel. Ondanks dat het er volgens mijn dochter soms écht niet uitziet, is het fijn om te doen en voelt het natuurlijk. Het zijn vooral soul- en salsa-achtige ritmes die maken dat ik móet bewegen! In een ver verleden zat ik op dansles, dat hoorde toen nog bij de opvoeding; de chachacha, tango en wals, als je die toch niet beheerste vóórdat je ging trouwen … Echter, zodra ik ook moet nadenken bij bewegingen en tempo, of dat nu met dansen is of bij steps (ook ooit een blauwe maandag geprobeerd), gaat het mis. Ik verstap me en loop gelijk uit de pas. Ben een mega-stuntel. Nee, laat mij maar lekker mijn lijf op mijn gevoel bewegen. Dán voelt het lekker. Bang een beweging of stresssignaaltje te missen of over zijn grens te gaan Voelen Wat heeft dit nu weer met honden te maken? Nou, ik zie dat we vaak niet meer op ons gevoel durven vertrouwen. Dat we ons niet meer durven laten gaan, op een leuke manier. Ontspannen. Dat we vooral in ons hoofd zitten. Linker versus rechter hersenhelft. Bang een beweging of stresssignaaltje te missen of over zijn grens te gaan. We hebben zo geleerd te trainen en te timen dat soms het grote geheel wordt vergeten; er niet meer wordt gevoeld. Spelen Wanneer ik aan klanten, en soms ook aan ervaren instructeurs, vraag of ze met hun hond spelen, dan krijg ik vaak terug: ‘Ja, met de bal (maar natuurlijk niet te lang, want je weet wel, die cortisol …) of ik verstop iets. Soms een sjorspelletje of hersenwerk.’ En, als ik dan zeg: ‘Ik bedoel écht spelen’, kijken ze me niet begrijpend aan. Stoeien? Met je handen en je lijf? Ja! Bijvoorbeeld stoeien en samen bewegen, een huppeltje maken, een spelboog, samen gek doen. Dances Dances with Dogs Spelen en voelen in plaats van … Door: Hanneke Reitsma. Als instructeur en trainer zijn we vaak intrinsiek gemotiveerd om te trainen. We vinden het lekker om progressie te boeken door goed te timen, om eigenaren te motiveren toch vooral tijd vrij te maken om te trainen. Want oefening baart kunst. We zoeken op internet naar nieuwe methoden en bezoeken volop seminars. Toch zou ik je willen uitnodigen om dat ook soms - héél even - los te laten.


28 Tegennatuurlijk Onlangs was ik bij een client die me vertelde dat ze ongelofelijk op haar tenen liep. Ze durfde niet meer, zoals voorheen, ‘gewoon’ met haar hond om te gaan. Te bang om dingen fout te doen, verkeerd te timen, bang om de band met haar hond te schaden. Het algoritme had in haar zoektocht naar info ook zijn werk gedaan … ‘Mijn hele leven heb ik al honden, ook meerdere herplaatsers, eigenlijk best heel goed weten te begeleiden. Toen ik deze als pup kreeg bedacht ik me dat ik het opvoeden en trainen nog meer volgens de laatste inzichten wilde doen, maar ergens doe ik iets niet goed. Ik focus alleen nóg maar op stresssignalen!’. Ze werkte al enige tijd met een trainer die haar hierbij goed op pad had geholpen; ze was inmiddels zeer gedreven in het werken met de clicker en had goed oog voor hondentaal. Nu haar reu in de puberteit was gekomen merkte ze dat ze steeds meer moeite had met alles met voer te moeten ‘oplossen’. Hij was recent ook al een aantal keren, het leek wel agressief, naar mensen toegesprongen. Daarnaast joeg hij meermaals per dag achter zijn staart aan. Er was zéker geen sprake van onderstimulatie of overprikkeling. NB voor mede Panksepp-liefhebbers: waarschijnlijk waren vooral SEEKING en RAGE actief bij de hond, bij zijn mens speelden ook CARE en FEAR mee. Op mijn doorvragen reageerde ze met: ‘Dat negeren voelt zó tegennatuurlijk. Hij werd de laatste trainingen alleen maar vervelender! Vroeger werkte ik veel meer met mijn stem en niet met voer.’ Voldoende managen/voorkomen is bij haar niet altijd mogelijk; in een krappe lift kan je geen afstand nemen en niet voorkomen dat mensen instappen. Hierdoor was de frustratie en stress bij haar inmiddels ook hoog opgelopen. Niet helpend voor de hond, maar - laten we realistisch zijn - ook niet helemaal te voorkomen. Ook merkte ik dat ze zich behoorlijk hard over zichzelf uitliet. Op dat ‘tegennatuurlijk’ stak ik in; wanneer je aldoor iets moet doen wat je éigenlijk anders zou willen doen, is de kans heel groot dat het niet goed gaat. Je loopt op je tenen en ongewild zend je dubbele signalen uit. Je hond is niet gek, en zeker deze héél sensitieve, emotionele puberreu niet. Natuurlijk kan je dan een lang gesprek gaan voeren over het belang van - nóg beter - conditioneren, volhouden en zélfs meer psychologisch; over persoonlijke gevoelens en ervaringen et cetera. In mijn werk probeer ik te zoeken naar wat passend is voor de hond én eigenaar, en vraag hen als dat kan zelf met opties te komen. In haar geval besloten we in veel situaties het lekkers achterwege laten. Niet overal, want voer was ook voor hem een sterke motivator en kon hem in bepaalde situaties helpen bij het reguleren van zijn emoties. In de hal hielp het heel goed hem te laten zitten en langzaam aaien - met lange halen over zijn hals en borst -, waarbij ze hem met zachte stem toesprak. Zijn ogen gingen er zelfs bij toe! Ook háár emoties veranderden hierdoor. Beide gingen in een andere gemoedstoestand het gebouw uit. Bij het tweede consult stonden zijn ogen al veel zachter Ook rustig maar resoluut verbaal aansturen - ‘Nee (dit niet), ga maar … (dat wel, en dat belonen met zachte stem)’ - wanneer de spanning bij hem naar een mens opliep, of bij de eerste aanzet tot staartjagen, kon ze prima. Bij het tweede consult stonden zijn ogen al veel zachter. In plaats van opdringerig en voortvarend met mij bezig te willen zijn, zoals bij het eerste bezoek, ging hij nu rustig bij me zitten en lag hij de rest van de tijd relaxt bij ons. De aanzet tot staart- jagen was in de afgelopen twee weken nog maar een paar keer voorgekomen. Dat kwam vooral omdat zij perfectie los had mogen laten, mocht doen wat voor haar logisch voelde. Door die opluchting was ook háár gemoed veranderd.


31 ERVARINGEN MET HR-HOND OP JOUW HONDENSCHOOL (onderdeel VIP-traject) Het voorkomen van bijtincidenten is van groot belang voor alle honden, hun eigenaren én de openbare veiligheid. Om hier op deskundige wijze aan bij te dragen, hebben zeven opleidingsinstituten die kynologisch instructeurs opleiden, de handen ineen geslagen. Ieder van hen biedt een onderdeel aan en al die onderdelen bij elkaar opgeteld leiden tot het diploma Kynologisch Instructeur VIP (veiligheid, interventie & preventie). O&O verzorgt een lesdag met als titel ‘HR-hond op jouw hondenschool’. Iedere instructeur kan deze dag vanaf nu volgen, ook als je niet het hele VIP-traject wilt doorlopen! Inmiddels hebben enkele kynologisch instructeurs het volledige VIP-traject afgerond. Sylvana Meertens is een van die mensen die zich nu ‘KI VIP’ mogen noemen. Ze werkt bij een hondenuitlaatservice, is aspirant-docent bij O&O en volgt alles op het gebied van honden. Zo ook het VIP-traject. Ze vertelt: ‘Tijdens dit traject heb ik mijn netwerk vergroot en heel veel kennis opgedaan. Daarnaast heb ik meer inzicht gekregen in mijn eigen grenzen. Vroeger dacht ik soms te makkelijk over bepaalde zaken; dat doe ik wel even. Nu voel ik me zelfverzekerder als het gaat om agressie bij bepaalde rassen. Ook ben ik me er meer dan voorheen van bewust dat niet elke hond de stappen van de agressieladder doorloopt; sommige honden laten die stappen helemaal niet zien. Tijdens de O&O-lesdag vond ik het waardevol om te leren hoe je vanaf de puppytijd concreet aan de slag kunt met specifieke rasgroepen, zoals kuddebewakers, terriërs en molossers. Al vanaf jonge leeftijd kun je specifieke zaken aanpakken om problemen helpen te voorkomen.’ De lesdag van O&O richt zich op hoe je in de praktijk op jouw hondenschool zo veilig mogelijk les kunt geven aan honden die geschaard worden onder de noemer ‘hoog-risicohond’. O&O-docent Silvie van Gansewinkel benadrukt: ‘Het begint met een goede intake bij de eigenaar. Wat verwacht hij van zijn hond en hoe schat hij diens gedrag in? Daarnaast is een grondige voorbereiding cruciaal. Hoe waarborg je de veiligheid? Welke materialen heb je bij de hand? En hoe deel je de ruimte waar je aan het werk bent in? We behandelen ook welke oefeningen je honden via de eigenaren vooral wél wilt aanleren, maar ook welke je liever niet doet. Het bevorderen van welzijn staat daarbij voorop. Uiteraard besteden we ook veel aandacht aan management: zowel gedragsmanagement als verwachtingsmanagement.’ Of je nu het hele VIP-traject volgt of niet, de waardevolle inzichten en praktische vaardigheden die je als instructeur opdoet tijdens de afzonderlijke onderdelen, zijn een waardevolle aanvulling voor je trainings- en gedragsrugzak! n


32 andere honden die hen aanspreken. Ze worden blootgesteld aan onnatuurlijke prikkels: televisiegeluiden, geschreeuw, sirenes, verkeer … Tegelijkertijd worden hun zintuigen onvoldoende gestimuleerd op een manier waar zij wat mee kunnen: geuren van andere honden, mogelijkheden tot snuffelen en rennen – wat verveling en frustratie kan opleveren. Daarbij worden ze in toenemende mate ‘onthond’; ze mogen niet doen wat ze van nature komt zoals graven, markeren, rondzwerven, kauwen, en eten wat ze op straat vinden – dat past niet in onze leefgewoonten. Wat we wel van ze vragen: keurig ‘naast’ lopen, niet tegen mensen opspringen, trucjes zoals met een koekje op de neus balanceren – dingen die ze zeker niet van nature doen. Onze verwachtingen ten aanzien van honden komen niet overeen met de realiteit van menig hondenleven: we willen dat ze niet te veel blaffen, niet verharen, niet kwijlen, vriendelijk zijn tegen bezoek, maar waaks bij kwaadwillende ‘bezoekers’. De hulpmiddelen die we gebruiken om honden in ons leven in te passen – lijnen en halsbanden, maar ook anti-blafbanden en benches – vormen een flinke inbreuk op hun autonomie. Ze baseert zich in haar boek op de situatie in de Verenigde Staten, die – hopelijk – in veel opzichten schrijnender is dan bij ons, maar dat doet aan de kern van haar verhaal weinig af. Over Jessica Pierce Jessica Pierce is een bekende bio-ethicus en schrijver, verbonden aan de universiteit van Colorado. Haar werk gaat over de relatie tussen mens en dier, en de verantwoordelijkheid van de mens voor de natuur. Ze heeft elf boeken geschreven, waarvan vier samen met Marc Bekoff. In haar werk staat de relatie tussen mens en dier centraal. De aanleiding om dit boek te schrijven was het gegeven dat we (zeker sinds corona) meer honden als huisdier houden dan ooit tevoren, en dat we ook veel meer gedragsproblemen met ze ervaren. In het eerste hoofdstuk noemt ze hiervoor allerlei redenen. De wereld is steeds drukker geworden. Honden en mensen hebben minder ruimte, en anders dan vroeger mogen honden – zeker in steden – niet meer zelf op pad. Ze leven geïsoleerd bij ons in huis, verstoken van de mogelijkheid om zelf contacten te leggen met Jessica Pierce Who’s a good dog? Door: Regine Voort De subtitel van haar boek luidt: ‘and how to be a better human’; hoe kun je een beter mens zijn voor je hond? Veel duidelijker kan haar introductie niet zijn. Jessica kijkt naar de ethische kant van hoe wij honden houden, en welke gevolgen dit voor hun leven heeft – zoals een grote inperking van hun mogelijkheid om hun leven naar eigen wens te leven.


33 Boekbespreking vindt hij vuilnisbakken interessanter dan kastanjebomen. Ze is een groot voorstander van ‘consent-methoden’, je hond leren dat hij toestemming kan geven of weigeren. Alles wat we kunnen doen om ze meer zeggenschap (‘agency’) te geven verhoogt de kwaliteit van hun leven. Hoofdstuk 4 gaat over het ‘onthonden’: in hoeverre kan een hond nog een ‘hondenleven’ leiden in onze huizen en steden. Veel hondengedrag (blaffen, markeren) wordt als probleem ervaren. Jessica vreest dat heel veel angstige situaties voor honden niet gezien, of zelfs als grappig gezien worden. Wat kun je doen? Een hondenspelletje aanbieden is één ding maar vanuit je betrokkenheid je écht verdiepen in wat hij wil is beter; dan kun je eindeloos creatief zijn in dingen bedenken. Verrijking van zijn leven is een way of life, niet het aftikken van een lijstje van dingetjes om te doen. Ze raadt aan een dagboekje bij te houden van wat je met hem doet, waarvan je ziet dat hij het leuk vindt; daar kan je dan op variëren. Ze gaat in dit hoofdstuk ook in op de grote vragen rondom eenzaamheid en verlatingsangst, sociale isolatie, gehechtheid, zinvol ‘werk’, en aanraking. Hoofdstuk 5 gaat over beheersingsmethoden zoals lijnen, benches, afrasteringen, muilkorven en gruwelijke methoden waarbij stroom gebruikt wordt die (hoop ik!) veel gebruikelijker zijn in de Verenigde Staten dan bij ons. Het dieptepunt is een app waarmee je tot wel twintig verschillende elektrische omheiningen kunt creëren waar het je maar uitkomt – zodat je hond zich helemaal nergens meer veilig weet. Ook clickergebruik is niet helemaal goedaardig: als je hem niet echt vaardig gebruikt kun je teleurstelling en frustratie creëren. TRAINEN is vanuit de aard van de zaak ‘ik ZEG en jij DOET’ Hoofdstuk 6 gaat over trainen, een beetje een heikel onderwerp in een blad voor trainers. Is trainen dé manier om met je hond te communiceren? Trainen is vanuit de aard van de zaak ‘ik zeg en jij De HULPMIDDELEN die we gebruiken om HONDEN in ons leven in te passen vormen een flinke INBREUK op hun AUTONOMIE In het tweede hoofdstuk werkt ze uit welke ethische principes je kunt hanteren om een hond op een moreel verantwoorde manier te kunnen houden. Veel komt neer op: behandel je hond met respect en empathie zoals je andere mensen behandelt, en zoals je zelf behandeld wilt worden. Ze daagt je uit om een lijst te maken van 25 dingen die jou wel eens storen in je hond … In de hoofdstukken 3 tot en met 7 laat ze zien waar het wringt in enerzijds onze liefde voor onze honden en anderzijds de manier waarop we hen in hun hond-zijn beperken. Hoofdstuk 3 gaat over verzorging. Ze benoemt heel veel dilemma’s rondom voer. Er zijn nog mensen die vinden dat de hond ná hen moet eten ‘anders wordt hij dominant’. Jessica ziet het liever zo: een hond mag aangeven dat hij ook graag iets wil eten – dus label het niet als bedelen –, en door hem gelijktijdig met jou te laten eten kweek je saamhorigheid. Ze vermoedt dat de meeste honden chronische stress hebben rondom eten, omdat ze er zelf niet aan kunnen komen. Tel daarbij dat voedselfabrikanten het eten extra lekker maken (ongeveer zoals onze junkfood) zodat ze eigenlijk altijd liever wat meer willen dan ze krijgen, maar meer dan goed voor ze is. Werkt dit voernijd in de hand? Als ze dan iets extra’s pakken ‘stelen’ ze. En hoe kom je aan hun SEEKING-behoefte – hier het najagen van voedsel – tegemoet? Zo behandelt ze ook plassen en poepen. Moet een hond het ophouden tot jij het zijn tijd vindt om naar buiten te gaan? Kun je herkennen wanneer hij ‘moet’; kun je hem iets aanleren om dat aan te geven? ‘Wandelen’ is een vanzelfsprekendheid, maar misschien wil hij liever een uurtje rondsnuffelen op een veel kleiner stukje grond, en


35 Op onze oproep ‘Heb je een mooi eigen verhaal?’ op Facebook kwamen een aantal reacties. Dit verhaal van Diana is er een van. De kracht van een vacht Door: Diana Moonen Daar stond ik dan, in het asiel van Rotterdam. Mijn grootste wens ging in vervulling: ik kreeg een hond! Hier had ik twee jaar lang om gezeurd en eindelijk, op mijn achtste verjaardag, was het zover. Er zaten een hoop honden in hokken, maar daar zat jij! Je keek naar me en piepte en blafte. Ik liep naar het hok toe en riep tegen mijn moeder: ‘Deze wil ik!’ Rakker was een middelgrote hond met verschillende kleuren zwart, wit, rood en bruin. Het was geen ras. Hij was gevonden in het Kralingse Bos en zijn leeftijd werd geschat op 8 maanden. Na een wandeling en een goed gesprek met een medewerker van het asiel zaten we een uurtje later in de auto met mijn hond! Nog nooit had ik zo’n geluksgevoel ervaren. Rakker werd mijn beste maatje. Hij gaf mij rust, vertrouwen en een veilig gevoel. Ik kon hem alles vertellen. Dat was fijn, want ik groeide op met een verslaafde vader en werd gepest op school omdat mijn ouders waren gescheiden. Vaak voelde ik mij onveilig bij mijn vader thuis, maar ik durfde dit niet tegen mijn moeder te zeggen. Ik had een loyaliteitsgevoel naar mijn vader toe en wilde hem niet kwetsen. Destijds voelde ik mij vaak eenzaam en had last van stress en angst. Rakker zorgde ervoor dat ik het leven aankon. Rakker is overleden toen ik 21 jaar was, maar hij heeft nog steeds een speciaal plekje in mijn hart. Door hem ben ik geworden wie ik wil zijn. In mijn eigen psychologiepraktijk behandel ik samen met therapiehond Joe kinderen en jongeren die het zwaar hebben in hun leven. Tijdens de therapie met Joe zie ik kinderen ontspannen. Ze voelen zich veilig en mogen zichzelf zijn. Een hond oordeelt niet. Hij neemt je zoals je bent. Als ik terugdenk aan mijn kindertijd, komt er een traan op, maar ook een lach. Rakker heeft een positieve impact op mijn leven gehad. Nu geef ik dit door aan kinderen die dit ook nodig hebben. En dat is de kracht van een vacht. n Door HEM ben ik geworden wie ik WIL zijn


37 Interview Rosemarijn Gelauff op missie in de jachthondenwereld ‘Honden en kinderen hebben mijn gevoelsleven wakker geschud’ Door: Anita Kiers. Foto’s: Rosemarijn In de wereld van de jachttraining is Rosemarijn Gelauff een opmerkelijke verschijning. Ze heeft de traditionele paden van training doorbroken. En dat heeft onder andere geleid tot haar zojuist verschenen boek ‘Jachttraining, zo kan het ook’. Hoe kun je aan de jachtpassie van je hond tegemoetkomen, met alleen maar plezier en zonder hem onder druk te zetten? En zelfs: zonder te jagen? In de volgende LosVast (nr 3 2024 red.) volgt een bespreking van dit boek, maar nu alvast een inkijkje in de leefwereld van de schrijfster ervan. ‘Nadat ik geen uitdaging meer vond in de G&G, stapte ik over naar jachttraining’, vertelt Rosemarijn. ‘Ik werd daar door grote mannen met Duitse Staande Draadharen uitgelachen met mijn Teckel.’ Maar Rosemarijn was niet onder de indruk. Ze baalde van de harde aanpak van een aantal van hen; de goede niet te na gesproken. ‘Alleen het woord ‘commando’ al. Vreselijk! Er móét zoveel in de jachthondenwereld. Ik wist zeker dat dat anders kon. Dat heb ik bewezen en dat doe ik nog steeds.’ ‘Regelmatig zie je bijvoorbeeld in de wachtkamer bij de jachthondenproeven dat de voorjagers helemaal niet met hun hond bezig zijn, maar zodra ze aan de beurt zijn dwingen ze hun hond opeens om te luisteren. Dat is niet eerlijk. Je zou de hele dag samen als een team moeten optrekken. Ik ben daardoor echt anti-proeven geworden. Dat was ik overigens ook al bij de G&G-examens. Hoe vaak heb ik mensen daar niet zien huilen! Waarom moeten mensen en honden scoren? En voor wie? Voor henzelf, voor de buitenwereld? Welk voordeel heeft de hond daarbij?’ ‘WAAROM moeten mensen en honden SCOREN? En voor WIE?’ Gelukkig is er de afgelopen jaren een kentering op gang gekomen, maar Rosemarijn blijft haar aandacht hierop focussen, zodat in de trainingen het met plezier en met respect voor elkaar samenwerken hoog in het vaandel blijft staan. Levensstijl Op haar hondenschool ‘Honden op het spoor’ doet ze het dan ook heel anders. De jaarlijkse ‘diplomadag’ is een dag met een knipoog en voltrekt zich in een ontspannen sfeer. Voor Rosemarijn gaat het niet alleen om training, maar om een levensstijl. ‘Als mens en hond als een hecht team samenwerken, bereiken ze het meest. En dan heb ik het niet over het behalen van de hoogste punten. Daarmee heb ik heel veel moeite …’ Alleen maar leuke mensen Op dit moment is Rosemarijns gelukkige teamgenoot Dívka, een 5 jaar oude Cesky Fousek. ‘Ik trek 24/7 met mijn hond op. Mijn dagstructuur is volledig op haar afgestemd. Hoewel ik de pech heb dat ik de laatste tijd minder mobiel ben, houdt zij recht op een leuk leven. Dus heb ik een privétrainer in de arm genomen. Geen denken aan ook dat zij naar een dierenpension gaat. Ze krijgt alleen maar te maken met leuke mensen! Als ik ’s avonds in de spiegel kijk, wil ik het met Dívka goed gedaan hebben.’


38 ‘Als ik ’s avonds in de SPIEGEL kijk, wil ik het met Dívka GOED gedaan hebben’ Leuke omgevingsspelletjes ‘Mijn grootste leerproces? Als iets niet lukt, kijk ik naar mijzelf en niet naar mijn hond. Wat houdt zo’n hond je een spiegel voor! Dívka laat zien wat ik in al die jaren heb geleerd. Dívka moet ik ruimte geven. We weten continu van elkaar waar we zijn zonder dat ik haar roep. Ze is een jachthond, maar zal er nooit zomaar vandoor gaan. We zijn altijd samen; de lijn tussen ons is er altijd. En wandelingen zijn echt voor ons beide: ik ben niet bezig met mijn mobieltje en loop niet te kletsen, maar wil op een leuke manier bezig blijven met mijn hond. Omgevingsspelletjes doen in plaats van alleen maar het wandelpad aflopen.’ Voor Rosemarijn is een leven zonder hond ondenkbaar. ‘Als ik echt niet meer met de hond kan lopen, moet ik een hondenmaatje hebben die ook niet goed meer ter been is. De laatste jaartjes zullen we samen zijn,’ zegt ze vastberaden. Haar toekomstplannen omvatten daarnaast het schrijven van nóg een boek: over zweetwerk. Daarnaar is ook vraag bij instructeurs. ‘Zonder hond zou ik zakelijker zijn gebleven. Door honden en kinderen ben ik zachter geworden. Zij hebben mijn gevoelsleven wakker geschud. En juist daardoor ben ik verder gekomen.’


40 Elli Radinger Vaarwel geliefde hond Rouwen, loslaten, nieuwe moed vinden – wat honden ons leren over doodgaan en liefde Door: Gisela Alserda Tranen stromen over mijn wangen als ik het voorwoord lees van dit boek dat nog geen twee uur geleden bezorgd is. Elli raakt mij recht in mijn hart, met haar beschrijving van wat verlies in ons teweegbrengt. ‘Als iemand van wie we veel houden overlijdt, verliezen we een deel van onszelf. De aarde draait door terwijl we vertwijfeld proberen die tot stilstand te brengen.’ Uit het voorwoord: ‘In eerste instantie schreef ik dit boek voor mezelf. Toen ik na de dood van mijn hond Shira in een zware depressie raakte, hielp het schrijven me om mijn gedachten te ordenen. (…) Velen van ons hebben al eens een dier verloren. Wat ons verbindt, is de leegte die overblijft als het schepsel waarmee we ons leven hebben gedeeld er niet meer is. Daarbij begint de rouw vaak veel eerder, als het aankomende afscheid door de leeftijd of een ernstige ziekte al te voorzien is. Dit boek zal je laten zien dat je niet alleen bent. Ik weet hoe je je voelt. Jouw pijn is de mijne. Ik wil je graag helpen en steun bieden in je verdriet. (…) Want het afscheid van je geliefde dier hoeft niet het einde van iets te zijn, een poort naar een volgende ervaring.’ Liefde en hoop Elli schrijft dit boek voor de verdrietige lezer die een verlies heeft geleden en zijn verhaal met haar heeft gedeeld. Om te laten zien dat ik niet alleen ben. Ze weet hoe ik me voel. Mijn pijn is de hare. Ze is gaan beseffen welk geschenk onze dieren ons nalaten als ze ons toestaan om ze in die waardevolste levensfase te begeleiden. Wat uiteindelijk blijft zijn de liefde en de hoop. Dit boek is Shira’s nalatenschap. Alle facetten Het boek behandelt alle facetten rond de dood van je geliefde huisdier die van belang zijn. De schrijfster heeft het boek ingedeeld in Deel I: Afscheid, Deel II: Een nieuw begin, en een Bijlage, waarin je de huidige uitvaartvormen (inclusief de betreffende wet- en regelgeving) en fasen van rouw, volgens dr. Elisabeth Kübler-Ross, vindt. Aanschaffen kun je het boek in verschillende fases van het leven van je hond; zelfs vóór je een hond opneemt in je huis. Je leest veel over het verkennen van je eigen grenzen om een hond te kunnen bieden wat hij nodig heeft.


41 Boekrecentie Eigen pijn Chaos in mijn hoofd. Velen zoeken afleiding en verdoving om het nieuwe ‘anders-zijn’ van ons leven te ontvluchten. Te veel eten, alcohol drinken, tv-kijken … Of de tv-programma’s je aandacht kunnen vasthouden? In je hart is na het verlies van je geliefde dier geen ruimte voor iets anders dan je eigen pijn. Oneindig veel pijn Afscheid nemen went nooit. Bij elk dier waar we van houden, moeten we opnieuw door een dal van tranen omdat zijn levensduur korter is dan die van ons. Het verlies van een geliefde hond doet zoveel pijn omdat we meerdere verliezen tegelijk lijden: we verliezen de bron van onvoorwaardelijke liefde en een levensgezel die ons in moeilijke tijden zekerheid en troost heeft gegeven. ‘Het is MAAR een HOND’ Reacties van anderen Ze behandelt in dit boek een aantal reacties van anderen. Die reacties ontving ze na de publicatie van haar boek ‘Oude wijze honden’ en ten tijde van de research voor dit boek. Het betreffen vragen als: ‘Zal het verdriet ooit verdwijnen?’ en ‘Moet ik tijdens mijn rouw ‘sterk’ zijn?’ Maar ook reacties van anderen, zoals: ‘Het is maar een hond’. ‘Je kunt toch een nieuwe kopen’. Dit doet me denken aan Rakker, een Dwergkees die we in mijn jeugd hadden. We waren zielsverwanten en vrijwel elk vrij uur bij elkaar. Ik was bijna 16 en hij 3 jaar oud op het moment dat hij voor mijn ogen werd doodgereden. Een traumatische gebeurtenis. Toen ik mijn moeder aan de lijn had, zei ze: ‘We kopen wel een nieuwe voor je, kind’. Ik heb me nog nooit zo onbegrepen gevoeld. Altijd ergens Dieren houden de liefde in ons levend. Ze zijn onze brug naar de mensen, de weg naar menselijkheid. ‘Je kunt rouw vergelijken met glitters. Je gooit er een hand vol van in de lucht en als je ze probeert op te vegen, lukt het nooit om alles op te ruimen. Zelfs na een hele tijd zul je in allerlei hoeken en gaten nog rouwglittertjes tegenkomen. Ze zullen er altijd zijn – ergens.’ Legitiem Verliezen we iemand waar we van houden, dan wordt onze rouw door de maatschappij als ‘legitiem’ geaccepteerd. Veel mensen hebben het idee dat dieren minder belangrijk zijn dan mensen. Het verdriet om een hond telt niet, hoewel die in het leven vaak veel dichter bij ons staat dan de meeste mensen. Dit kan bij de persoon die een hond verloren heeft een gemoedsbeweging tot gevolg hebben die bekend staat als: niet-erkend of verborgen verdriet. Ze beschrijft dat het voor veel mensen moeilijk is om steun te bieden aan iemand die rouwt. Bijlage In de bijlage vind je een beschrijving van de situatie rond zwerfdieren in Roemenië, waar de schrijfster haar huidige hond Hope (via een Duitse opvang voor asielhonden) vandaan heeft. En hoe door de regelgeving in Roemenië veel mensen daar geld verdienen aan het vangen en doden van zwerfhonden – en honden die wel een woonplek hebben. Het lijkt een booming business te zijn geworden. Ben ik er klaar voor? Na het lezen van dit boek houdt die vraag me, inmiddels vijf maanden na de zeer onverwachte dood van onze driejarige Duitse staande draadhaar, met regelmaat bezig. Elli adviseert om te overdenken welke viervoeter past bij je huidige levenssituatie. In ieder geval is er geen goed of verkeerd moment om een nieuwe hond in je leven toe te laten, schrijft ze. ‘Haal diep adem en vertrouw op wat je in je hart voelt.’ Je kunt ROUW vergelijken met GLITTERS


43 Omgaan met over-de-top gedrag Op onze oproep ‘Heb je een mooi eigen verhaal?’ op Facebook kwamen een aantal reacties. Dit verhaal van Deanna is er een van. Hoe mijn reactieve hond mij redde Door: Deanna Schelwald Het was een regenachtige vrijdagavond. Ik moest met de belbus, want iets anders ging niet naar dit godvergeten dorp. Ik drukte op de deurbel en werd ontvangen door drie vrolijke Teckels en één Dwergpinscher die me direct haatte. Ik kwam voor hem. Ze legden me uit dat ze geen tijd voor hem hadden. Ik oordeelde meteen. Jaja, met nog twee jongere Teckelpups die wel ‘leuk’ waren zeker. Het jongste kind stopte hem onder haar shirt en zei: ‘Kijk, dit kun je ook met hem doen.’ Beter van niet, dacht ik. Ik kon hem niet aanraken en niet aankijken. Hij gromde en blafte naar me en wilde dat ik zo snel mogelijk zou opkrassen. Hij duldde geen bezoek en haar man haatte hem. Daarom moest hij weg. En ik? Ik zocht een kleine sporthond. Dat was hij. Het lag vast aan hen, dacht ik. Ze wisten gewoon niet wat ze deden. Op de terugweg moest ik met hem naar de trein lopen. De bus ging niet meer. Aan de in het midden vastgeknoopte flexilijn en een dun leren halsbandje nam ik hem mee. In het pikkedonker. Een uur lopen, langs een landweg. Meteen draaide hij zich om en beet me in mijn enkel. Hij moest me niet, dat was duidelijk. Twee weken later Wat had ik nu weer gedaan?! Ik had me een probleem op de hals gehaald. Zo zag ik hem. Hij haatte alles wat los en vast zat en liet dat luid en duidelijk horen. En vervolgens haatte iedereen míj. En ik was sociaal al ietwat moeilijk. Mijn huisgenoten keken me nog nét het huis niet uit. Mijn vriend vond hem maar niks. Mijn moeder vond hem op een rat lijken. Ik deed er álles aan. De hele dag keek ik YouTubefilmpjes. Hij kon omrollen op commando, op mijn rug springen en rondjes draaien. Hij kon zitten en me aankijken. Maar hij ging nog steeds als een hellehond tekeer naar alles wat los en vast zat. Ik haatte hem een beetje. Voelde totaal geen band met hem. Zes maanden later En toen, zes maanden later, zág ik hem. Hij wás niet moeilijk, hij hád het moeilijk. En ineens zag ik mezelf, gespiegeld in hem. Ik, die boos werd als mensen kritiek uitten; als ik overprikkeld raakte; die begon te schreeuwen als het me te veel werd. Dan zonderde ik me af, omdat ik er niet ‘mocht’ zijn. Zo had ik mezelf wijsgemaakt. En dus mocht hij er ook niet zijn. Wat had hij nodig? Ik tilde hem op als hij zo blafte. Hij voelde zich veilig en blafte minder. Ik zette een stap achteruit als ik voelde dat iemand te dicht bij me stond. Ik voelde me veiliger, ik blafte minder. Ik liet mensen hem niet meer aanraken, dat wilde hij niet. Hij voelde zich veiliger, en blafte minder. Ik vertelde mensen dat het niet oké was om zo over mijn grenzen heen te gaan, ging niet meer om met mensen die me structureel overvroegen. Ik voelde me rustiger. Niet meer zo boos. Hij die me dagelijks frustreert. Omdat ik mezelf frustreer. Hij die me leert zoeken naar mijn behoeften en staan voor mijn grenzen. Hij die me leert dat ik er mag zijn. Elke dag zie ik mezelf in hem. Hij snapt het. Mijn zielenhond. n


45 de plaatselijke verdoving uitgewerkt was.’ Na het hechten en verzorgen van de wonden mocht ze weer naar huis. Twee dagen later werd ze met spoed opgenomen. De wonden hadden natuurlijk nooit dichtgenaaid mogen worden; enorme ontstekingen en levensbedreigende infecties waren het gevolg. ‘Er is letterlijk gevochten voor mijn leven’, vertelt ze. Vele antibioticakuren en het dagelijks spoelen van de wonden hebben haar gered. Zes weken lang verbleef de jonge Gisela in het ziekenhuis waar, volgens de regels in die tijd, géén jonge kinderen op bezoek mochten komen – dus ook haar vriendjes, vriendinnetjes en zusjes niet. Ze herinnert zich nog de enorm strenge hoofdzuster en dat ze samen met de andere jonge patiëntjes in het ziekenhuis gingen keten bij haar afwezigheid. En de eenzaamheid. Kijk uit De aanval op haar bleek al het veertiende incident van die hond te zijn. In de omgeving waar de eigenaren voorheen met hem woonden, naast een school, werd hij gepest door de passerende kinderen. De hond is niet ingeslapen, want ‘het gebeurde op het eigen erf’ – het stuk tuin buiten de schutting was ook van hen … De eigenaren hebben na dit incident nooit geïnformeerd naar Gisela of hun spijt betuigd. Interview Hondenmens Gisela Alserda ‘Er is letterlijk gevochten voor mijn leven’ Door: Hanneke Reitsma. Foto’s: Gisela Alserda Onze eigen penningmeester Gisela, al sinds 1986 lid van O&O, is een hondenmens in hart én ziel, ondanks een enorm impactvolle gebeurtenis in haar jeugd. Honden lopen op de meest uiteenlopende en bijzondere manieren als een rode draad door haar leven. Gisela was een jaar of zes toen het gebeurde. De zomervakantie was nét begonnen, ze zou bij haar grootouders gaan logeren. Haar moeder bracht haar, maar zij moest gelijk weer terug naar huis vanwege de zorg voor haar jongste zusje. Haar grootouders bleken echter – nog – niet thuis en de jonge Gisela zei tegen haar moeder: ‘Ik ga wel even kijken of het buurmeisje er is!’ Gisela: ‘Ik wist dat ik niet zomaar bij het buurmeisje de tuin naar binnen kon stappen vanwege de grote hond. Daarom klopte ik op de schuttingdeur, en riep het buurmeisje. Terwijl ik stond te wachten, begaf de gammele schutting het door het gewicht van de opspringende Sint Bernhard en klapte ineens met hond en al naar me toe.’ Gisela deinsde achteruit en viel op haar rug. De hond greep haar vast in haar bovenbeen – het leek een eeuwigheid. Gisela gilde het uit. ‘Eigenlijk weet ik nog heel weinig vanaf dat moment.’ Gealarmeerde buren vonden haar en belden een ambulance, die haar naar het ziekenhuis bracht. ‘Eigenlijk WEET ik nog heel weinig vanaf dat MOMENT’ Zes weken Vier enorme gaten, 36 hechtingen. ‘Een indrukwekkende ervaring, met een zuster aan mijn zijde die zei: ‘Als het pijn doet, mag je in mijn hand knijpen.’ Dat deed ik op de momenten dat Foto: Tanja Askani.


den middels homeopathische ondersteuning de reguliere medicatie af te bouwen. Dat lukte. Nog eenmaal had ze een heftige aanval (de heftigste tot dan toe), daarna nooit meer. Gelukkig kon ze daarna wel naar het reguliere onderwijs. Op haar zestiende is ze zelf gestopt met de homeopathische medicatie. Lobbes Ergens rond haar twaalfde jaar verhuisde het gezin, en ja hoor: ze kwamen naast buren met een Sint Bernhard te wonen! In die tijd was het ras behoorlijk populair. ‘Dat was gelukkig echt een goeiige lobbes’. Ze werd er vriendjes mee en mocht ermee wandelen. Nog veel later, Gisela had al haar eigen hondenschool, kwam er een Sint Bernardpupje bij haar op les. ‘Daar had ik zo’n ontzettende klik mee! En hij met mij. Jaren later kwam ik hem weer ergens tegen en hij herkende me meteen; hij reageerde zo blij.’ ‘Als het om mijn PASSIE voor honden gaat ben ik gewoon SUPER gedreven’ Haar liefde voor honden was door dit incident echter niet aangetast. Al die weken in het ziekenhuis was Gisela zonder haar maatje geweest, een afgekeurde politiehond die verderop in de straat woonde. ‘Mijn ouders kwamen me samen ophalen uit het ziekenhuis. Toen we thuis uitstapten, zag ik de Bouvier en ging er rechtstreeks naar toe. Mijn ouders schrokken zich een hoedje en riepen: ‘Gisela, niet doen!’ Maar ik had hem zó vreselijk gemist!’ Toevallen Kort nadat ze weer thuis was, kreeg Gisela haar eerste epileptische aanval. ‘Ik kan me nog herinneren dat ik bij iemand op schoot zat, en gewoon weggleed. Mijn moeder zei nog iets in de trant van: “Doe niet zo gek.” Daarna volgden meerdere toevallen, meestal in de nacht als ik op bed lag. Vaak durfde ik niet te gaan slapen.’ Er volgden vele onderzoeken en ze kreeg jarenlang, en steeds meer, zware medicatie. Veel dingen die ze voorheen leuk vond om te doen, zoals het klimmen in klimrekken en bomen, mochten niet meer. School ging moeizamer. Gisela was intelligent maar door de sufmakende medicatie niet meer goed in staat mee te komen; de leraar raadde LOM-onderwijs aan. Haar moeder besloot tot een alternatief traject en ze probeer46 1984. Op de motor met Castor.


49 De hr-hond op de hondenschool Annemarie de Haan Wat is een hoogrisicohond? De complete uitleg is als volgt: honden die predatiegedrag vertonen of een extreme vorm van affectieve agressie tonen, vormen een hoog risico, ongeacht hun ras. Bij honden met een hoog risico is de agressiedrempel vaak laag, wat betekent dat zelfs milde prikkels agressie kunnen veroorzaken. Dit kan variëren van plotselinge bewegingen of geluiden tot andere honden of mensen die te dichtbij komen. De bijtbereidheid van een dergelijke hond is meestal hoog, wat betekent dat ze snel kunnen overgaan tot bijten wanneer ze zich bedreigd of gefrustreerd voelen. Dit kan leiden tot gevaarlijke situaties, vooral als de hond niet goed is gesocialiseerd of getraind. De bijtimpact wordt bepaald door zowel de bijtrem van de hond als de kracht van zijn beet. Honden met een hoog risico hebben aanzienlijke bijtkracht, wat de schade die ze kunnen veroorzaken vergroot. Herkennen Het is essentieel om de signalen van een hond met een hoog risico goed te herkennen en passende maatregelen te nemen om incidenten te voorkomen. Dit omvat het vermijden van situaties die agressie kunnen uitlokken, zoals het benaderen van onbekende honden zonder toestemming van de eigenaar en het vermijden van conflicten tussen honden in drukke omgevingen. Bovendien is het belangrijk om deze honden te voorzien van de juiste training, socialisatie en begeleiding om hun gedrag te beheren en de risico’s te minimaliseren. In sommige gevallen kan professionele interventie nodig zijn om de veiligheid van zowel de hond als de mensen om hem heen te waarborgen. De factoren die van invloed zijn op de agressiedrempel, bijtbereidheid en bijtrem van een hond zijn divers en complex De factoren die van invloed zijn op de agressiedrempel, bijtbereidheid en bijtrem van een hond zijn divers en complex. Deze gaan over karakteren raseigenschappen van de hond, de socialisatieperiode en ervaringen die de hond heeft opgedaan, gehoorzaamheid en relatie met de eigenaar. Er zullen ongetwijfeld meer factoren zijn maar het begrijpen van deze factoren en het bieden van de juiste training, socialisatie en zorg zijn essentieel voor het bevorderen van gezond gedrag bij honden en het minimaliseren van risico’s op agressie en bijtincidenten. Essentiële rol Preventie is van cruciaal belang als het gaat om het beheren van het gedrag van honden en het voorkomen van problematische situaties. Hondenscholen spelen hierbij een essentiële rol, Verslag Dag van de Instructeur Dag van de Kynologisch Instructeur Twee maal hoogrisicohonden Door: Paul Janzen Op 24 februari werd wederom een Dag van de Kynologisch Instructeur gehouden. We hebben ervoor gekozen verslag te doen van het ochtenddeel, een vast programma voor alle deelnemers. De eerste lezing ‘Hr-honden op de hondenschool’ werd gegeven door Annemarie de Haan; de tweede ‘De hoogrisicohond, een verhaal apart’ kwam van Wenda Las van Bennekom. De derde lezing ‘Mantrailing, zweet- en neuswerk’ door Martine Dietz vind je verderop in dit nummer.


50 Hoewel de rol van de hondenschool bij het aanpakken van bestaande gedragsproblemen beperkt kan zijn, kunnen ze nog steeds waardevolle ondersteuning en begeleiding bieden aan eigenaren die worstelen met het gedrag van hun hond. Het is belangrijk dat eigenaren open communiceren met de hondenschool en bereid zijn om samen te werken aan het ontwikkelen en implementeren van effectieve oplossingen voor gedragsproblemen. Niet welkom Hoewel er geen specifiek onderzoek is gedaan, zijn er veel anekdotische verhalen die circuleren over hr-honden en waarom deze niet welkom zijn op hondenscholen: • Publieke perceptie en vooroordelen: vooroordelen kunnen leiden tot angst of weerstand tegen bepaalde rassen, zelfs als individuele honden van die rassen goed zijn opgevoed en sociaal zijn. • Beleidsmaatregelen: sommige organisaties, instellingen of openbare plaatsen kunnen beleidsmaatregelen hebben ingesteld die bepaalde hondenrassen uitsluiten, gebaseerd op verzekeringsbeleid of lokale regelgeving. • Veiligheids- en risicovermindering: in sommige gevallen kunnen organisaties ervoor kiezen om bepaalde hondenrassen uit te sluiten om de veiligheid van andere aanwezigen te waarborgen, vooral als er zorgen zijn over potentieel agressief gedrag of bijtincidenten. • Gebrek aan kennis en begrip: hondenscholen en andere instellingen kunnen terughoudend zijn om bepaalde rassen toe te laten vanwege een gebrek aan kennis over hoe ze op een effectieve en veilige manier kunnen worden getraind en beheerd. Er zijn uiteraard nog meer redenen te verzinnen waarom een hr-hond niet welkom is op de hondenschool. Het weigeren van hoogrisicohonden is een complexe kwestie die gebaseerd kan zijn op verschillende factoren, waaronder veiligheid, educatie en beschikbare middelen, en expertise binnen de hondenscholen. vooral omdat ze de mogelijkheid bieden om op een gestructureerde en educatieve manier met honden te werken. De hondenscholen kunnen nog meer aandacht besteden aan onder andere socialisatie in een gecontroleerde omgeving, helpen om de band tussen hond en eigenaar te versterken, goede ervaringen laten opdoen, gehoorzaamheid vergroten door training, hondenetiquette op de hondenschool en daarbuiten en het signaleren van medische problemen door het herkennen van eventuele signalen. Door het bevorderen van deze preventieve maatregelen dragen hondenscholen bij aan het creëren van veilige en verantwoordelijke hondenbezitters. En zo dragen ze op hun beurt bij aan het verminderen van problematisch gedrag bij honden in de samenleving. Curatief Wanneer er zich al gedragsproblemen hebben voorgedaan, verschuift de rol van de hondenschool naar een meer curatieve benadering. De mate waarin de hondenschool kan helpen, hangt af van de beschikbare kennis en expertise binnen de school. De hondenscholen kunnen hier op verschillende manieren helpen, onder andere door verwijzen naar een gedragstherapeut, privétraining, speciale groepstrainingen, voorkomen van oefenen van gedrag.


52 gekoppeld aan ontspanning. Wij als instructeur kunnen de eigenaar daarbij begeleiden. In kleine stapjes de opwinding in en er weer uit Veilige haven De eigenaar als veilige haven voor de hond is een cruciaal aspect van het opbouwen van een sterke band en het bevorderen van het welzijn van de hond. Aspecten van die veilige haven: 1. Rust vinden: de eigenaar moet een rustgevende aanwezigheid zijn voor de hond. Wanneer de hond zich gestrest, angstig of overweldigd voelt, moet hij bij de eigenaar rust kunnen vinden. 2. Veiligheid vinden: de hond moet zich veilig en beschermd voelen bij de eigenaar. Dit betekent dat de eigenaar een omgeving moet creëren waarin de hond zich vrij voelt van bedreigingen of gevaren, zowel fysiek als emotioneel. 3. Keuzevrijheid: het is belangrijk dat de hond ervoor kan kiezen om naar de eigenaar te gaan voor comfort en steun. Dit impliceert dat de relatie tussen de eigenaar en de hond gebaseerd is op vertrouwen en wederzijds respect. Het opbouwen van de eigenaar als veilige haven vereist geduld, consistentie en positieve interacties tussen de eigenaar en de hond. Door een veilige en ondersteunende relatie te cultiveren, kan de hond zich ontwikkelen tot een evenwichtige en zelfverzekerde metgezel die weet dat hij altijd op zijn eigenaar kan rekenen, ongeacht de omstandigheden. Vaardigheden ontwikkelen Het is belangrijk om in de puppytijd ook aandacht te besteden aan het ontwikkelen van een breed scala aan gedragingen en vaardigheden onder andere: • Het niet overmatig wild laten spelen; dit kan leiden tot overstimulatie en hyperactiviteit. • Leer jonge terriërs dat rust goed is; zo leren ze het belang van ontspanning. • Niet meteen corrigeren als ze enthousiast zijn De hoogrisicohond, een verhaal apart Wenda Las van Bennekom De lezing begint met een stelling: ‘Een apart verhaal of een verhaal apart’. Dezelfde woorden in een andere opstelling. Er wordt een korte uitleg gegeven over de taxonomie van de hond; waar komen ze vandaan en hoe zijn we hier terechtgekomen. De conclusie is: de honden die wij nu zien, hebben wij, de fokkers, kunstmatig geselecteerd. Door te erkennen dat hoogrisicohonden een verhaal apart hebben en door samen te werken aan effectieve oplossingen, kunnen we een positieve verandering teweegbrengen. We kunnen geen eigenschappen van andere soorten inkruisen in honden. De eigenschappen die we in honden vinden, zijn inherent aan de soort en komen voort uit de natuurlijke evolutie en selectie van honden als diersoort. Dit betekent dat de eigenschappen die we zien bij hoogrisicohonden voortkomen uit de hondensoort zelf. Kunstmatige selectie, ook wel bekend als selectieve fok, is het proces waarbij mensen bepaalde eigenschappen in dieren selecteren en versterken door middel van gerichte fokprogramma’s. Dit proces is al eeuwenlang aan de gang en heeft geleid tot de diversiteit aan rassen en variëteiten die we vandaag de dag in huisdieren zien. Deze selectieprocessen zijn echter niet zonder gevolgen en kunnen onbedoelde neveneffecten hebben. Hoge opwinding Er wordt altijd beweerd dat de hr-hond niet hoog in de opwinding mag komen; dat zou agressie opwekken. De kunst is om het op een juiste manier aan te leren. In kleine stapjes de opwinding in en er weer uit. Dit begint al in de puppytijd van de hond. Die rust koppelen we aan de eigenaar, dat is ‘de’ veilige plek voor de hond. Wanneer de hond hoog in de opwinding is, wordt deze eerst uit de situatie gehaald en met rust gelaten. Daarna gaat de eigenaar de hond kalmeren met wat voor die hond het beste werkt (heel rustig aaien, zachtjes zingen, neuriën) waardoor dat signaal wordt


55 Seminar Shikashio Het eerste vraagstuk dat Michael aanboorde was wat agressie eigenlijk is. Het antwoord is ontnuchterend simpel: het is gedrag. De functie ervan is meestal: de afstand tot de prikkel vergroten. Hij benadrukte dat agressie zeker géén persoonlijkheidskenmerk is. Een belangrijk gegeven, want je kunt honden niet labelen als ‘agressief’. Motivatie Mensen zijn vaak geneigd zich te richten op de symptomen van agressie, maar als je een dier wilt helpen, is het zinvoller om te onderzoeken wat de agressie veroorzaakt en welke motivatie eraan ten grondslag ligt. Vaak is dat angst, ongerustheid (anxiety), stress, frustratie, medische problematiek of opwinding (arousal). Niet naar oorlogsgebied Michael vergeleek agressie met het gooien van een lucifer in een vat met brandstof. De lucifer fungeert als het antecedent; de directe prikkel die het gedrag ‘aanzet’. Als er geen brandstof in het vat zit, zal er ook geen explosie plaatsvinden. Daarom is het zinvol om te werken aan het verminderen van de hoeveelheid brandstof. Dit kun je doen door allereerst de ‘distant antecedents’ te herkennen, oftewel de omstandigheden die het waarschijnlijker maken dat agressie optreedt, en deze waar mogelijk te elimineren. Denk hierbij aan stress, straffen, medische problemen en verveling. Verminder stress, raadpleeg een dierenarts, zorg voor verrijking of beperk juist de wandelingen zodat de hond niet voortdurend in ‘oorlogsgebied’ verblijft. Omdat het voor een hond zeer belonend is als bijten tot succes heeft geleid, is veiligheid om agressie te voorkomen van groot belang. Beheer de situatie met een riem, hekken, een muilkorf of een tuigje. Michaels nadrukkelijke advies: zorg altijd voor dubbele zekerheid, bijvoorbeeld én lijn/hek én muilkorf. Het volgende onderdeel van Michaels gedragsveranderingsplan bij agressie is het aanleren van alternatief gedrag. Agressie belonen? In Michaels aanpak komt straf niet voor; hij werkt vooral met bekrachtigers. Voedsel, spel, speeltjes en de mogelijkheid om te snuffelen zijn allemaal belonend voor de hond. Om te testen of de hond nog in orde is en onder de drempelwaarde blijft, raadt Michael aan om te controleren of de hond nog wil spelen (met het risico dat opwinding als een ‘distant antecedent’ optreedt). Voer vindt hij een minder geschikt middel om stress te testen; Doggo-seminar Michael Shikashio Aggression in Dogs Behavior change in action! Door: Anita Kiers Doggo heeft niet alleen een interessante website, maar organiseert jaarlijks ook geweldige seminars met hondenexperts van over de hele wereld. Op 20 en 21 april was Michael Shikashio Doggo’s gast. Vanuit diverse delen van Europa kwamen mensen naar Asperen toe om deze autoriteit op het gebied van agressie live te mogen aanhoren. Hieronder een (niet-volledig) verslag.


56 ... Markeer het kijken (woord/click) en geef het lekkers ... Na een paar herhalingen vertrekt Oom Bob. Dat blijf je vele malen herhalen. Het uiteindelijke doel is dat de hond denkt: hé, daar is Oom Bob, waar is mijn beloning? Op deze manier kun je de waarschijnlijkheid van agressief gedrag verminderen, hoewel de hond niet volledig ‘gefixt’ is. Daisy: ga er maar aan staan! Michael presenteerde de casus van Daisy, een 7-jarige kruising tussen een Labrador, Golden Retriever, Poedel en Rottweiler. Daisy is een herplaatser en zat al op de gedragsmedicatie (Fluoxetine en Gabapentine) voordat Michael werd benaderd door de eigenaresse. Daisy is nog intact, maar kampt met diverse problemen. Ze vertoont bezitsagressie richting haar vrouwelijke eigenaar en de andere honden in het huishouden. Ze heeft zowel haar huidige als vorige eigenaren vele malen gebeten wanneer ze verzorgd of aangeraakt werd. Daarnaast valt ze de andere honden in het gezin aan en heeft ze last van schijnzwangerschappen die agressie opwekken. Ook vertoont ze redirectieagressie. Ga er maar aan staan. De situatie is complex: Daisy kan niet naar de dierenarts voor een controle – laat staan castratie. Er zijn omgevingsstressoren, en er zijn veel bijtincidenten geweest met andere honden. Bovendien woont de eigenaar in Noorwegen, dus het contact met Michael verloopt alleen online. Het lijkt een hopeloze zaak, maar de eigenaar is vastberaden en handig. Ze heeft veel ruimte en tijd tot haar beschikking. Haar doelen zijn duidelijk: Daisy mag haar niet meer bijten, moet vreedzaam kunnen samenleven met de andere honden, en het moet mogelijk zijn om Daisy te verzorgen en te muilkorven. Dankzij haar engelengeduld, enorm goede trainersvaardigheden en toewijding heeft de eigenaar al veel bereikt. Het is bijna een wonder te noemen. Op een later moment raadde Michael haar ook aan in specifieke situaties (gedrag: angst, zonder agressie) juist even niet te trainen, maar te wachveel honden eten ook bij stress en de kans bestaat dat je over hun grens gaat. Niemand heeft ooit beweerd dat dit gemakkelijk is … Misschien vraag je je nu af: als ik de hond lekkers geef in de situatie waarin hij agressie kan vertonen, beloon ik dan niet zijn agressie? Volgens Michael hoef je je geen zorgen te maken: ‘Wat je doet is de associatie die de hond heeft met de prikkel die agressie opwekt, positiever maken.’ Dus voel je vrij om die voertjes te gooien … Het uiteindelijke doel is: hé, daar is Oom Bob, waar is mijn beloning? Aan de slag met ‘Uncle Bob’ Wanneer je traint op het kijken naar de prikkel en lekkers geven, is het van groot belang om de hond onder de drempelwaarde te houden waarop hij zich oncomfortabel gaat voelen. Daarnaast is het essentieel om het lekkers ná het zien van de prikkel te geven (niet ervoor, om te voorkomen dat de beloningen geassocieerd worden met negatieve ervaringen). Gebruik alleen bekrachtigers waar de hond écht dol op is en gebruik deze specifiek wanneer je met de training op die voor de hond zo moeilijke prikkel aan de slag gaat. In het geval van Oom Bob: ... Oom Bob verschijnt (op afstand) in beeld ... Hond is aangelijnd én zit achter een hek (management) ... De hond kijkt naar Oom Bob


64 Sam Turner Luister naar de ‘nee’ van je hond Door: Anita Kiers In het rijtje hondenmensen die we dit themanummer spreken voor LosVast, mag Sam Turner natuurlijk niet ontbreken. Inderdaad, Sam ‘Propriocepsis’ Turner. Hoewel haar leven behoorlijk op zijn kop staat door ziekte, blijft ze vol passie actief in de hondenwereld en staat ze mij stralend te woord als ik erachter probeer te komen wat haar tot een hondenmens maakt, in plaats van een mens met een hond.


65 Want ik wilde meer clicker, minder ‘moeten’ en kleinere groepen. Ik gaf puppy- en pubertraining en deed wat gedragsbegeleiding. Maar dat laatste is aan mij niet besteed; ik steek liever energie in het voorkomen van problemen, in opvoeden.’ Gefocust op dingen die moeilijk zijn Het lot bracht haar een Duitse Herder met OCD. Ondanks de voorspelling dat zij niet ouder dan vier jaar zou worden, werd zij uiteindelijk 10,5. ‘Ik moest heel voorzichtig met haar zijn en ben mij gaan verdiepen in bewegingsleer en welke oefeningen ik met Pippa kon doen. Maar ik wilde ook trainen, microshaping enzo. Dus mocht er een Border Collie bij komen toen Pippa zes jaar oud was. Tijdens een onlinetraining genoemd Youngsters for Sports kreeg ik de opdracht om voor de sport treibbal uit te pluizen: wat heeft een hond hiervoor nodig, zowel fysiek als mentaal? Dat inspireerde mij om cursussen en een instructeursopleiding balans en coördinatie te gaan geven. Mensen zijn van nature GEFOCUST op dingen die MOEILIJK zijn, want dan is het vast BETER Terugkijkend waren de uitdagingen die ik de honden toen gaf behoorlijk groot. Mensen zijn van nature gefocust op dingen die moeilijk zijn, want dan is het vast beter. Gaandeweg ben ik steeds verfijnder gaan werken, waardoor honden een stabielere en grotere ontwikkeling kunnen doormaken. Het begon zo’n beetje voor Sam toen ze 16 jaar oud was. ‘Er kwam een vijf maanden oude Dalmatiër uit de kennel in ons gezin, die alles zónder stippen aanvloog. Ik ging op zoek naar training. Toen nog met de slipketting. Excuses, excuses, excuses, Dalmatiër! Ik dacht: de trainer weet het, dus zo moet het. Zoals zoveel mensen, ben ik ook door een probleemhond de hondenwereld ingerold.’ Ook haar studie stond in het teken van gedrag. ‘Ik was uitgeloot voor diergeneeskunde en toen werd het zoötechniek en veeteelt in Wageningen. Ik studeerde af in gedragsleer en fysiologie. Vooral gedragsleer vond ik geweldig. Ik nam tijdens mijn studie een hond van iemand over en begon te trainen met de clicker. Dat was compleet oneerlijk, want ineens moest die hond met gedrag gaan experimenteren. Ook naar die hond heb ik met terugwerkende kracht heel veel excuses gestuurd.’ Ook naar die hond heb ik met TERUGWERKENDE KRACHT heel veel EXCUSES gestuurd Meer clicker, minder moeten ‘Met mijn eerste Duitse Herder ging ik twee keer per jaar naar workshops van Kay Laurence. Toen ben ik echt een clickertrainer geworden. Ik trainde destijds zelf bij de Hondenschool van der Meer in Huissen. Dat was in de tijd dat als je het zelf leuk deed met je hond, je de vraag kreeg of je niet ook wilde lesgeven. Dat lesgeven heb ik een paar jaar gedaan voordat ik in 2006 voor mijzelf ben begonnen. Interview


Op onze oproep ‘Heb je een mooi eigen verhaal?’ op Facebook kwamen een aantal reacties. Dit verhaal van Inga is er een van. Van er doorheen zitten naar eigen hondenschool en uitlaatservice Door: Inga Seine Al vanaf de basisschool kampte ik met psychische klachten. Ik was vaak verdrietig en zat niet lekker in mijn vel. Er volgden wekelijkse gesprekken met een psycholoog, tot een deeltijdopname van enkele maanden. Djiz was altijd al mijn steun en toeverlaat, een Zwitserse Witte Herder van inmiddels 8 jaar. Toen ik rond mijn 18e ook niet meer naar buiten durfde, was zij degene die me de drempel over trok - alleen met haar durfde ik naar buiten. Een jaar later kwam ook Buddy, een Labrador van toen 1 jaar. Mijn eerste eigen hond. Buddy en Djiz lieten me zien hoe mooi het leven ook kon zijn, dat niet altijd alles somber was. Door hen besloot ik om te stoppen met de opleiding die ik volgde, verzorgende in de ouderenzorg. En eindelijk wist ik wat ik wilde doen: werken met honden. Ik volgde een opleiding tot Kynologisch Instructeur, en daarna volgden er nog enkele opleidingen. Na stage te hebben gelopen op verschillende hondenscholen besloot ik dat het tijd was om voor mezelf te beginnen, en dat deed ik. Op 17 maart 2022 ging ik naar de KvK en schreef ik me in als ondernemer. Mijn eerste locatie was een stukje gras bij een camping hier in het dorp. Daarna volgde een eigen trainingsveld en startte ik ook een uitlaatservice. Inmiddels ben ik twee jaar verder; mijn bedrijf begint aardig te lopen. Nog steeds heb ik wekelijks gesprekken met iemand, maar de sombere dagen worden steeds minder en ik haal zo onwijs veel energie uit mijn werk als instructeur en de hondenuitlaatservice. Waar ik, toen ik 18 was, dacht dat er geen hoop meer was voor mij en ik geen toekomst zag, heb ik nu een eigen bedrijf waarin ik me zo onwijs gelukkig voel. De beste keus die ik ooit heb kunnen maken! n Buddy en Djiz lieten me ZIEN hoe MOOI het leven ook kon zijn 67


69 Andrew Hale Een veranderde relatie Andrew Hale is van oorsprong humaan psycholoog en nu sinds jaren bezig met honden. Met zijn site Dog Centred Care is hij een belangrijke informatiebron in al deze interviewseries, door de andere sprekers ook veel aangehaald. Vroeger was de relatie mens-hond één van: ‘Me say, you do’, opdrachtgever en uitvoerder. Inmiddels draait de relatie niet meer om wie de baas is en wie moet gehoorzamen maar om de onderlinge relatie en het plezier dat beide er uit putten. In een taakgerichte relatie tussen mens en hond is geen ruimte voor wat de hond ervan vindt, en mensen zitten veelal nog vast in dit patroon. Dat geldt ook voor veel hondencursussen, waarbij de hond vooral naar zijn mens moet luisteren. Maar honden, zeker jonge honden, zijn vooral bezig met het verwerken van indrukken. Alle honden, en zéker gevoelige honden, hebben eronder te lijden als je niet oplet hoe indrukken bij ze binnenkomen – dat is bij honden niet anders dan bij mensen. Hun beleving bepaalt hoe ze zich voelen en dat bepaalt hoe ze zich gedragen. Verwerking, keuzevrijheid, en een uitweg Elke hond wil zich in eerste instantie veilig voelen: fysiek, emotioneel en sociaal (ook dit komt weer uit de humane psychologie). Als ze zich fysiek, emotioneel of sociaal onveilig voelen zoeken ze een uitweg, willen ze dat het weggaat, zoeken ze opluchting. Heel veel probleemgedrag is een uiting van het zoeken naar een uitweg, naar opluchting. Verandert de uitingsvorm misschien, maar het probleem gaat niet weg Webinar Relatie mens-hond Interviewreeksen Nieuwe kennis, nieuwe inzichten Door: Regine Voort In de periode januari-maart 2024 verschenen er meerdere interviewreeksen van en met bekende (Engelstalige) hondenkenners onder het motto: hondenkenner interviewt andere hondenkenners. Een interessante formule om kennis te maken met het gedachtengoed van de geïnterviewden – vaak gerenommeerde experts zoals Andrew Hale, Michael Shikashio, Laura Donaldson, Jessica Pierce en Robert Falconer-Taylor. Het ging veel over een bepaald thema zoals omgaan met gevoelige honden of reactiviteit. Opvallend was dat eigenlijk alle geïnterviewden een niet-traditionele kijk op de relatie tussen mens en hond aandroegen. Hieronder een klein proefje: de aanpak van Andrew Hale, een goede representant van deze stroming. Aan het einde een korte intro van enkele andere sprekers, het is een grote aanrader om de Facebook- en YouTubekanalen van de interviewers en geïnterviewden te bekijken.


70 Mens én hond moeten zich veilig voelen om zich goed te kunnen ontwikkelen. Niet trainen maar luisteren We zijn geneigd om een hond te willen opvoeden. Maar we kunnen beter eerst leren luisteren naar de hond, zodat je bijvoorbeeld ook onderkent dat er momenten zijn waarop hij niet kán leren – dan is hij niet eigenwijs. De verwachtingen die je hebt over wat je hond moet doen en moet kunnen belemmeren de communicatie. Als iets niet gaat zoals je wilt of verwacht, sta dan stil om te onderzoeken hoe het met de hond is; hoe die zich voelt. Als je een nieuwe of onbekende hond hebt, let dan bij wandelingen goed op zijn behoeftes. Wat kun je daar over leren? Het is aan jou om hem veiligheid te bieden. Wat heeft hij nodig? Emotieregulatie aanleren – en trauma’s voorkomen Om een hond te leren om zijn emoties te reguleren – zoals je dat ook bij een kind doet – moet je in de gaten hebben wanneer het te veel voor hem wordt, en dat punt voor blijven. Dat is nodig; als een hond te gestrest wordt leert hij immers niet meer. Jong geleerd is oud gedaan. Je kunt zo een hoop reactiviteit voorkomen, want die komt vaak voort uit onmacht net zoals mensen (tegen hun hond …) kunnen gaan schreeuwen uit onmacht. Een hond leert dit zichzelf, er komt geen training bij kijken, mits hij de tijd en de veiligheid krijgt om in onbekende situaties zelf te kunnen bepalen wat hij wil doen. Hier geldt ook: verwerken, kiezen wat hij wil doen, en een uitweg hebben. Jonge honden moet je hier wel bij helpen, pas vanaf circa 18 maanden zijn de hersenen van een hond voldoende ontwikkeld om dit zelfstandig te kunnen. Dieren én mensen leren hoe ze zich kunnen gedragen op een manier die ze plezierig vinden als ze in allerlei veilige situaties hiermee kunnen oefenen. Veiligheid houdt ook in: de zekerheid dat ze altijd uit de situatie weg kunnen. Dit leert ze de sociale vaardigheden die ze later in het leven hard nodig hebben. De ene hond is hier gevoeliger voor dan de andere: onzekere, verlegen honden en puberhonden hebben veel meer bescherming Je zult altijd eerst moeten onderzoeken wat je hond je wil vertellen met zijn gedrag. Jonge honden, vooral gevoelige honden, kunnen enorm happerig en springerig zijn wanneer een situatie hun te veel wordt. Gevoelige honden worden dan vaak gecorrigeerd. Wat het erger maakt. Wat ze eerst nodig hebben is veiligheid; zorg dat ze niet veel sensorische prikkels hoeven te verwerken. En zorg dat ze zich gehoord voelen: als een pup tijdens een wandeling gaat zitten loop dan niet door, maar loop terug naar hem en geef hem tijd. De hond geeft jou aan wat hij nodig heeft. Misschien is hij niet bang voor de andere hond maar heeft hij tijd en ruimte nodig om te bepalen wat hij er mee wil: hij moet kunnen kiezen. Tenslotte moet hij weten dat hij ook weg kan – dus niet langs een hond getrokken wordt waarvan hij nog niet weet wat hij ermee wil. Dat zijn drie verschillende stappen. Veel eigenaars zien het totaal wel maar onderscheiden de verschillende stappen niet en slaan dan stappen over. De hond kan niet doen wat hij nodig heeft: er wordt niet naar hem geluisterd, en dat frustreert. De hond kan boos worden, of dichtslaan. Het is heel belangrijk voor mensen om de tijd te nemen om goed naar hun hond te kijken en te begrijpen waar hij in emotioneel opzicht mee bezig is: verwerken, kiezen, of zoeken naar een uitweg. Hoe de hond zich voelt gaat altijd aan het gedrag vooraf. Het gaat niet om wat jíj de hond leert, het gaat om wat de hond zelf leert. Andrew geeft een voorbeeld: denk maar eens terug aan je leerervaring op school. Je herinnert je vooral hoe je je voelde. En of je je veilig voelde of niet. Je herinnert je vooral hoe je je voelde Goed oog hebben voor je hond, als begeleider, kan pas als je je veilig (rustig, competent) voelt. Sociale druk – wat vinden die andere mensen van hoe ik met mijn hond omga – kan je daarbij in de weg staan.


75 Interview Het concept van KynoSpirit is uniek. Men kan zelf losse lessen boeken in een online boekingssysteem. Er zijn geen ‘normale’ puppycursussen en gehoorzaamheidslessen. In de weekends zijn er regelmatig (show-)workshops, puppy-playgrounds of lezingen. Gabriëlle was lang vooral een expert op het gebied van showtraining, maar inmiddels bestaat het grootste aandeel van de lessen uit Body Awareness en aanverwanten. Wat is voor Gabriëlle het verschil tussen mensen met honden en hondenmensen? Gabriëlle: ‘Mensen met hond willen alleen een vinkje kunnen zetten bij een puppycursus. De hond moet gewoon leren luisteren; zit, af, blijf en kom hier. Ze doen een puppycursus en als je mazzel hebt ook nog wel een pubercursus, maar meestal zijn ze dan wel klaar met trainen. Hondenmensen zijn veel meer geïnteresseerd in hondengedrag en willen samen een team vormen.’ Als mensen met hond toch per se bij haar willen trainen, krijgen ze eerst een privéles. Willen ze dat niet, dan gaan ze een deurtje verder. Mensen waarvan de hond nooit Nee mag zeggen, hebben sowieso niets te zoeken bij KynoSpirit. Kynologen Gabriëlle komt uit een kynologisch nest. Op een hondenshow struikelde haar broertje letterlijk over een Irish Glen of Imaal Terrier en deze reageerde daar zo ontspannen op dat ze als gezin in dat ras geïnteresseerd raakten. Op jonge leeftijd leerde Gabriëlle al trimmen en showen en werd ze succesvol in de Junior Handling. Vanaf haar zestiende jaar gaf ze showtraining bij de KC Rotterdam, maar na drie jaar had ze er genoeg van om binnen het strakke stramien van de KC te moeten blijven. Op haar twintigste startte ze met Kyno Spirit, toen nog in een schuurtje. Nadat ze met haar ouders vanuit Rotterdam naar een boerderij in Friesland was verhuisd, kon ze haar showtrainingspraktijk verder uitbouwen. Gabriëlle Veenstra van KynoSpirit ‘Showen is plezier hebben met je hond en dát laten zien’ Door: Iris Lammers. Foto’s: Gabriëlle Veenstra Gabriëlle Veenstra is eigenaresse van KynoSpirit Educatief Honden Centrum. Niet alleen is zij zelf een hondenmens in hart en nieren, maar ze traint ook vrijwel uitsluitend hondenmensen. De enkele ‘mens met hond’ die er af en toe tussendoor loopt, wordt ófwel hondenmens óf haakt snel af omdat de manier van trainen niet aanspreekt. Hondenmensen, fokkers en instructeurs komen van heinde en ver naar Sebaldeburen. Ook zie je daar rassen die je hoogst zelden op een normale hondenschool tegenkomt, zoals de Barzoi en Chow Chow.


76 ning, body awareness te gaan geven? Gabriëlle weet natuurlijk als geen ander hoe belangrijk het is voor showhonden om goed in elkaar te zitten en in balans te zijn. Ze werkt samen met osteopaten en fysiotherapeuten. Via Bobby Lyons van FitPaws is ze bij de onlineopleiding Certified Canine Fitness Trainer (CCFT) in Amerika terechtgekomen. Ze kon deze niet voltooien, want dan zou ze naar Amerika moeten voor een hands-on training. Ze overlegt wel altijd even met Amerika als ze een moeilijk revalidatiegeval krijgt. ‘Eigenlijk komt alles bij elkaar in de body awareness: gedrag, houding, bewust worden van het lijf, waarom doet ‘ie dit nou niet’, zegt ze. Missie Haar missie is van meet af aan zorgen dat honden het weer leuk gaan hebben in de showring. En nu, ruim twintig jaar later vindt ze dat ze heel veel bereikt heeft in dat opzicht. Weliswaar zonder dat haar naam of haar methode eraan vast hangt, maar het doel is bereikt voor heel veel showhonden waar zij haar stempel op heeft mogen zetten. Haar motto: ‘Showen is plezier hebben met je hond en dat laten zien’. Ze ziet zichzelf niet als de beste handler. Laat haar maar lekker op haar eigen eilandje de band tussen hond en handler optimaliseren, waardoor de hond voorop staat en niet de winst! Volhouden Hoe houdt Gabriëlle het al 23 jaar vol om met zoveel drive door te gaan? Van de workshops en lezingen bloeit ze helemaal op. Bij sommige groepen die al vele jaren wekelijks bij haar trainen heeft ze soms het gevoel dat ze het ze zelf kan laten doen. Af en toe heeft ze best moeite om haar eigen toegevoegde waarde te zien. Gabriëlle ziet kwaliteiten in heel veel mensen; ieder heeft zijn eigen kracht. Ze heeft cursisten waar ze bewondering voor heeft, hoe die goede honden kunnen fokken, jachttraining doen, maar ze heeft niet echt idolen waar ze tegenop kijkt. Waar ze niet goed tegen kan is mensen die met hun kennis te koop lopen en tegen elkaar op bieden met wat zij wel niet allemaal weten, wat ik altijd een ‘pissing contest’ (wedstrijdje ver plassen) Sinds 2009 is KynoSpirit in Sebaldeburen gevestigd. Het heeft haar nooit aangetrokken om gewone gehoorzaamheidslessen te gaan geven. Op een gegeven moment merkte ze dat ze ook honden in de les kreeg met gedragsproblematiek. Ze wilde deze honden niet gaan behandelen, maar ze wilde óók niet dat het gedrag door haar handelingen zou verergeren. Daarom is ze toen de opleiding Gedragstherapie gaan volgen bij DogVision. Gabriëlle wordt blij van mensen waar ze mee kan sparren, zoals een groot deel van haar cursisten, met wie ze op niveau kan praten en die haar ook weer kunnen verrijken. Gabriëlle stelt zich nooit boven haar cursisten, misschien is dat een deel van het geheim van haar succes – hondenmensen worden liever op gelijke voet benaderd. Inzicht Iedereen in een groep krijgt les op eigen niveau en wordt in zijn eigen kracht gezet. Ze kijkt altijd naar wat beweegt de hond en wat beweegt de eigenaar, en hoe ze die twee zo goed mogelijk bij elkaar kan brengen. ‘Alles wat je aandacht geeft groeit; dat geldt zowel voor mensen als voor honden. Als je tegen mensen steeds alleen maar zegt, fout, fout, fout, niet doen, wordt het negatieve benadrukt en komt de relatie in een negatieve spiraal.’ Het is overigens niet zo dat Gabriëlle nooit Nee zegt en soms pakt ze mensen echt wel even stevig aan, maar ze weet feilloos bij wie je zoiets kan doen en bij wie niet en of ze dat in de groep kan doen of niet. In de workshops zijn regelmatig huilende mensen, puur omdat ze tot het inzicht komen dat ze hun hond soms jarenlang iets hebben aangedaan. Dát zijn de momenten waar Gabriëlle het voor doet, omdat ze weet dat er nu écht iets gaat veranderen voor de hond. Ze WEET dat er nu ÉCHT iets gaat VERANDEREN voor de hond Body awareness Hoe is ze ertoe gekomen om, naast de showtrai-


78 Mens met hond of hondenmens? Door: Iris Lammers Wij, hondengekken, hebben vaak van onze hondenliefde ons werk of onze hobby gemaakt. Dagelijks pakken we onze energie weer bij elkaar, en helpen we graag mensen met honden. Soms is het ook fijn om even te verzuchten … We kennen ze allemaal, de ‘mens met hond’, en wellicht waren we zelf ook ooit zo. Gelukkig is er altijd nog hoop. Iris Lammers schreef deze verzuchtingen van zich af. Herkenbaar? Een mens-met-hond kan veertig jaar honden hebben en nóg niet het verschil zien tussen een spelende en een vluchtende hond. Hij laat zijn hond ‘het zelf uitzoeken’ of ziet niet dat hij hem aan zijn lot overlaat als de hond een situatie moeilijk vindt. Een mens-met-hond laat zijn hond, al dan niet aan een rollijn, op alle andere honden af stormen, want ‘hij doet niks’. Maar hij doet wel wat! Hij komt onbeleefd op mijn honden afgestormd. Een mens-methond neemt zijn hond, vaak goed bedoeld, ‘overal mee naartoe’, of die hond dat nou prettig vindt of niet. Op Koningsdag in Amsterdam-Centrum zag ik talloze honden die aan de lijn werden meegesleurd, dwars door de herrie en drukte. Af een toe moest ik echt mijn oren dichthouden omdat de muziek zó keihard stond, maar ik heb niemand de gevoelige oren van zijn hond zien afdekken. De hond van een mens-met-hond mag nooit ‘nee’ zeggen; hij moet gewoon luisteren, ík ben de baas. Hij moet ook gewoon meelopen in marstempo, niet dat eindeloze gesnuffel overal, want ik heb nog meer te doen. Hij mag niet op de bank, want dat vindt de mens-met-hond vies of dan komt de hond boven je te staan en dat moet je niet willen. Als de hond van de mens-met-hond een probleempje heeft, ligt dat altijd aan de hond en nooit aan de mens of de situatie. De bakker op de hoek en die zijn neef, of iemand op Facebook, zei dat ik deze (aversieve) quick fix kan inzetten om het probleem snel op te lossen. Ik zeg zéker niet dat mensen-met-hond hun hond verwaarlozen of bewust pijn of ongemak willen aandoen. Meestal houden ze echt wel van hun hond. Ze hebben alleen (nog) niet zoveel oog voor de emotionele of psychische behoeften van hun hond of ze weten niet eens dat een hond dergelijke behoeften kan hebben. Op je trainingsveld is de ene mens-met-hond (vooral de mens-met-eerste-hond, puppyeigenaar) leergierig en neemt aan wat je zegt, terwijl de ik-heb-al-dertig-jaar-honden-mens-met-hond je soms het bloed onder de nagels vandaan kan halen. En deze, als je pech hebt, ook nog je andere cursisten gaat indoctrineren. Natuurlijk heb ik van beide types ook het tegenovergestelde meegemaakt; beginners die op YouTube-filmpjes van aversieve trainingsmethoden hebben bekeken en deze willen uitvoeren en doorgewinterde cursisten die ineens het licht zien.


82 Dag van de Kynologisch Instructeur (vervolg) Mantrailing, zweet- en neuswerk Martine Dietz Door: Paul Janzen De derde en laatste lezing van het ochtendprogramma wordt ingezet door Martine Dietz. Het werken met de neus van onze hond is de inleiding naar een interessante lezing over de verschillende types van neuswerk, speuren, mantrailen, zoekwerk (detectie, SAR), slepen (jacht) en zweetwerk. Allemaal komen ze voorbij. Er wordt een plaatje getoond over de neus van de hond en de verschillende onderdelen die in de neus voorkomen en gebruikt worden om geuren op te nemen en te verwerken.


83 Wanneer we ons inleven in de geurenwereld van honden, kunnen we ons voorstellen dat het een rijkere en meer gelaagde ervaring is dan alleen wat we visueel waarnemen. Honden kunnen via hun neus nuances en details oppikken die voor ons onopgemerkt blijven. Voor hen kan de wereld worden getekend door de geuren die ze detecteren, die ons vaak ontgaan. Er zijn verschillende types neuswerk: • Mantrailen: mantrailen is een vorm van speuren waarbij een hond getraind wordt om een specifiek menselijk individu te volgen aan de hand van de geur die hij achterlaat. Deze activiteit wordt vaak gebruikt in zoek- en reddingsoperaties, politiewerk en bij het opsporen van vermiste personen. De hond krijgt een geursample van de persoon die hij moet vinden en volgt dan het spoor van die persoon, onderscheidend tussen andere geuren in de omgeving. • Slepen: slepen, ook wel bekend als sleepwerk, is een activiteit waarbij een hond wordt getraind om een specifieke geur te volgen die achtergelaten is door een object dat over een bepaald pad is gesleept. Dit kan bijvoorbeeld een stuk stof zijn dat door een persoon is vastgehouden en over een pad is getrokken. De hond volgt de geur van het gesleepte object om het doel te vinden, zoals een vermiste persoon of een verloren voorwerp. • Zweetwerk: zweetwerk is een term die vaak wordt gebruikt als synoniem voor het volgen van gewond wild door jachthonden, vooral bloedhonden. Deze honden worden getraind om de geur van gewond wild te volgen, zoals een hert dat is geschoten maar niet onmiddellijk is gevonden. De honden volgen de geur van het zweet dat door het gewonde dier wordt afgescheiden om het op te sporen. Zweetwerk wordt ook toegepast in reddingsoperaties, waar honden worden gebruikt om gewonde of vermiste mensen op te sporen door hun geurspoor te volgen. • SAR staat voor Search And Rescue, zoeken en redden. SAR verwijst naar de activiteiten en operaties gericht op het zoeken naar en redden van mensen in noodsituaties, zoals vermiste personen, slachtoffers van natuurrampen, ongelukken in de wildernis of andere noodgevallen waarbij mensen hulp nodig hebben om gevonden en gered te worden. Deze operaties worden vaak uitgevoerd door gespecialiseerde teams, waaronder hulpdiensten, reddingsbrigades, militairen en vrijwilligers, met behulp van verschillende middelen, zoals helikopters, boten, voertuigen en speurhonden. • Detectie verwijst naar het vermogen om Verslag Dag van de Instructeur


87 Natuurgeneeskunde voor dieren gedrag staat centraal. Op die manier blijft het immuunsysteem intact en is de kans op ziekten klein. · Voeding als medicijn: Voeding speelt een cruciale rol in de natuurgeneeskunde voor dieren. Een gezond dieet wordt beschouwd als een krachtig middel tot genezing en is cruciaal voor het behoud van de algehele gezondheid van het dier. · Minimale invasie: De natuurgeneeskunde streeft naar het vermijden van overmatig gebruik van medicijnen en het zoeken naar minder invasieve behandelingsmethoden (ingrepen met instrumenten). In plaats van alleen de symptomen te behandelen, kijkt men naar ‘het dier als geheel’. Erkende therapieën Sinds 20 jaar bestaat de Beroepsvereniging van Complementaire en Natuurlijke Geneeswijzen voor Dieren (BCND). Zij heeft kwaliteit en kennis- (deling) hoog in het vaandel staan. Hedendaagse therapieën die door de BCND erkend worden zijn: · Acupunctuur. Dit wordt intussen ook succesvol toegepast bij dieren, voor het herstel van de energiebalans bijvoorbeeld. Het plaatsen van dunne naalden op specifieke punten herstelt de energiestroom en bevordert pijnbeheersing en het algemeen welzijn. · Aromatherapie wordt toegepast bij het verminderen van stress, het stimuleren van het immuunsysteem en bij gedragsproblemen. Etherische oliën worden veel gebruikt om hun Dit artikel verscheen onlangs in het tijdschrift ‘De natuur uw arts’ en is met toestemming overgenomen. Natuurgeneeskunde voor dieren Een holistische benadering van dierenwelzijn Door: Caroline Spek Ook in de wereld van huis- en tuindieren neemt de interesse in natuurgeneeskunde toe. Eigenaren zijn zich steeds meer bewust van de mogelijke bijwerkingen van conventionele medicijnen en zoeken daarom naar alternatieve benaderingen met minder nadelige effecten. Caroline Spek, veterinair natuurgeneeskundige, laat ons de mogelijkheden zien. De veterinaire gemeenschap en dierenbezitters staan inmiddels open voor een holistische benadering, naast de conventionele diergeneeskunde. Er is daarvoor steeds meer bewustwording en acceptatie. Die acceptatie heeft in sommige dierenartspraktijken al geleid tot de integratie van natuurgeneeskundige benaderingen: van acupunctuur en kruidenbehandelingen tot het adviseren van natuurlijke supplementen. Deze integraal werkende praktijken omarmen de helende kracht van de natuur. Basisprincipes Natuurgeneeskunde voor dieren biedt een holistische benadering van gezondheidszorg, waarbij de nadruk ligt op het evenwicht tussen lichaam en geest. Net zoals de natuurgeneeskunde voor mensen, is ook de veterinaire natuurgeneeskunde gefundeerd op enkele basisprincipes: · Holisme: Een van de kernprincipes van natuurgeneeskunde is het holistisch perspectief. In plaats van alleen de symptomen te behandelen, kijkt men naar ‘het dier als geheel’, waarbij zowel fysieke als mentale aspecten in overweging worden genomen. · Preventie: Natuurgeneeskunde legt sterk de nadruk op preventie. Dit kan worden bereikt met een bij de diersoort passende voeding, met regelmatige lichaamsbeweging en met een stressvrije en zo natuurlijk mogelijke leefomgeving. De mogelijkheid tot het vertonen van natuurlijk


88 meestal uit planten (homeopatiche tincturen). Een zorgvuldige selectie van het middel, passend bij het dier als geheel (en niet alleen bij de klacht), kan leiden tot vermindering van klachten. Behalve bij fysieke klachten, wordt homeopathie ook succesvol toegepast bij gedragsproblemen. · Bewegingsonderzoek en massage is een effectieve therapie voor circulatie, spierspanning en algemeen welzijn door middel van bewuste aanraking. Hierbij wordt er gekeken naar de lichaamshouding, de stand van het lichaam en de bewegingen van het dier. · Osteopathie is een hands-on-benadering gebaseerd op principes uit anatomie, embryologie, neurologie en fysiologie. Het lichaam wordt beschouwd als een ondeelbare eenheid waarbinnen systemen nauw met elkaar verbonden zijn. Er wordt gewerkt vanuit het uitgangspunt dat beperkingen leiden tot een verminderde beweeglijkheid, die vervolgens de gezondheid negatief beïnvloedt. Het doel is om het lichaam vrij te maken van die beperkingen, zodat organen optimaal functioneren. · Shiatsu is een manuele behandelmethode die massage combineert met drukpunt- technieken. Met duimen, handpalmen en vingers wordt op bepaalde plaatsen op het lichaam druk uitgeoefend. Deze druk concentreert zich op de meridianen en/of acupunctuurpunten om de zelfgenezende kracht van het lichaam te stimuleren. De shiatsu-technieken kunnen niet alleen fysieke klachten verlichten, maar ook bijdragen aan het herstel van het energetisch evenwicht van het dier, wat positieve effecten heeft op het algehele welzijn. · Tellington TTouch en TTEAM (TTouch Every Animal Method) combineert zachte aanrakingen en ongewone bewegingen met het leiden van dieren, bijvoorbeeld met tuigen of lijnen. Dit kan het lichaamsbewustzijn helpen vergroten en vermindert dan stress en verbetert gemoedstoestand. Het gevolg daarvan is een betere balans op fysiek, emotioneel en mentaal niveau. ontsmettende, genezende en evenwicht brengende eigenschappen. De werking is zowel lichamelijk als mentaal. De oliën kunnen zowel inwendig als uitwendig (door inademing of massage) worden toegepast. Bij dieren die foerageren en speuren is dit een prachtige en krachtige therapie. · Bach Bloesemtherapie is een door dr. Edward Bach ontwikkelde therapie voor emotionele balans bij mens en dier. Deze bloemenessenties worden ingezet om emotionele onevenwichtigheden aan te pakken en het algehele emotionele welzijn te bevorderen. Er zijn 38 verschillende ‘remedies’ en daarnaast een ‘eerste hulp combinatieremedie’ die door dierenartsenpraktijken, opvangcentra en dierenambulances succesvol wordt ingezet. · Chiropractie is gericht op het bewegingsapparaat. Het is een effectieve behandeling van spier- en gewrichtsproblemen, ook bij dieren. Het omvat manuele technieken, bijvoorbeeld om de structuur van de wervelkolom te herstellen of om de werking van het zenuwstelsel te ondersteunen. · Craniosacraal therapie is een zachte, manuele techniek om het natuurlijke evenwicht van lichaamssystemen tussen het hoofd-bekken-gebied en het bindweefsel te herstellen of te versterken. Daarnaast zorgt het voor versterking van het immuunsysteem. · Fytotherapie, ook wel kruidengeneeskunde genoemd, is een vorm van natuurgeneeskunde die de actieve bestanddelen van planten gebruikt als therapeutisch middel om gezondheid te bevorderen en specifieke aandoeningen te behandelen. · Orthomoleculaire therapie richt zich op het herstellen en handhaven van optimale gezondheid door het gebruik van natuurlijke stoffen, zoals vitaminen en mineralen. · Gedragstherapie is gericht op het helpen en ondersteunen bij ongewenst gedrag van dieren. Het kan gaan om agressieklachten, angst, voernijd of andere gedragsproblematiek. · Klassieke homeopathie is gericht op het bevorderen van het zelfgenezend vermogen van het lichaam. Er wordt gebruik gemaakt van verdunde en geschudde werkzame bestanddelen,


92 Bestuur O&O Voorzitter Lida Kalmeijer [email protected] Secretaris Marian Knip [email protected] Penningmeester Gisela Alserda [email protected] Algemeen bestuurslid Ingrid Giesen [email protected] Ereleden Loes van den Bogaard-Mutze † Martin Brouwer Maud Grevelink Gré Hooijmeijer Quirine Potter van Loon Service-adressen Cursusbureau Maud Grevelink Tel 06-12113055 (09:30-14:00 uur) [email protected] Ledenadministratie Christa de Ruiter [email protected] Opleidingen Ingrid Giesen [email protected] Nieuwsbrief Anita Kiers [email protected] Website (internet) Inloggen op het ledendeel: Gebruikersnaam: ***** Wachtwoord: ****** Vakblad LosVast Redactie: Hanneke Reitsma (hoofdredacteur) Dorien Evers-Damstra (eindredactie) Anita Kiers Regine Voort Contact: [email protected] Adreswijzigingen/opzegging lidmaatschap: Inloggen Mijn O&O (via www.hondenopvoeding.nl) Een lidmaatschapsjaar is gelijk aan een kalenderjaar. Opzeggen doe je vóór 1 december. Financiën Betalingen aan O&O altijd o.v.v. jouw lid- en of factuurnummer naar IBAN-nummer NL94 INGB 0005 2762 92 ten name van Opleiding en Ontwikkeling voor mens en hond. Contributie Per kalenderjaar: € 30,00 voor leden / € 15,00 voor gezinsleden Nieuwe (gezin)leden betalen eenmalig € 5,00 inschrijfgeld Leden wonend buiten NL betalen € 12,00 toeslag t.b.v. porto LosVast Start het lidmaatschap na 1 juli, dan betaal je: € 20,00 voor leden (incl. inschrijfgeld) € 12,50 voor gezinsleden (incl. inschrijfgeld) € 5,50 toeslag voor leden buiten NL t.b.v. porto LosVast Vragen over jouw contributie? Mail (met jouw lidnummer) naar: [email protected] Doordat O&O voor mens en hond met vrijwilligers werkt, zijn we beperkt bereikbaar. We doen ons best om iedereen zo snel mogelijk van dienst te zijn. Het vakblad LosVast wordt uitgegeven door Opleiding & Ontwikkeling voor mens en hond O&O is opgericht 8 maart 1980 - Kamer van Koophandel nummer 40479415 Colofon LosVast is een uitgave van de vereniging O&O voor mens en hond. Het doel van het blad is het bevorderen van communicatie binnen de vereniging en kwaliteitsverbetering van hondentrainingen door het verzorgen van informatie op het gebied van hondenopvoeding en -training. Uitspraken en opvattingen in het redactionele gedeelte komen voor rekening van de auteur of de geciteerde persoon en kunnen afwijken van de visie van O&O voor mens en hond. Het bestuur is verantwoordelijk voor de inhoud van de rubriek Verenigingsnieuws. Verschijnt 4 maal per jaar in maart, juni, september en december. Overname van artikelen/foto’s alleen toegestaan na schriftelijke toestemming van de redactie en/of auteur/fotograaf. Vormgeving en druk: De Mediagraaf (demediagraaf.nl)


8&_part=2&_action=get&_extwin=1&_framed=1&_mimewarning=1&_embed=1 is hét vakblad voor instructeurs die bij willen blijven Je ontvangt LosVast 4 maal per jaar bij het lidmaatschap van de vereniging O&O voor mens en hond. staat voor opleiding en ontwikkeling voor mens en hond O&O is sinds 1980 dé opleider voor kynologisch instructeurs Onze missie is het opleiden van instructeurs naar de nieuwste wetenschappelijke inzichten door bevlogen docenten met veel ervaring uit het werkveld. O&O is een geaccrediteerd opleidingsinstituut. We werken vanuit een positieve, hond- en mensvriendelijke benadering Meer weten, of lid worden? Kijk op: https://hondenopvoeding.nl


Click to View FlipBook Version