The words you are searching are inside this book. To get more targeted content, please make full-text search by clicking here.

Teaser - LosVast 01 maart 2023

Discover the best professional documents and content resources in AnyFlip Document Base.
Search

Losvast nr.1 - Maart 2023

Teaser - LosVast 01 maart 2023

Keywords: LosVast

3 Omgaan met over-de-top gedrag Jaargang 43 • Nummer 1 2023 EMOTIE FEAR Seminar Argos: Hechting Nieuwe wetenschappelijke inzichten over DNA VOEDING van invloed op gemoed Verslag HIC complementaire middelen en tuigen Ontmoeting met de wolf Omslag maart 2023.indd 1 23-02-2023 14:41


3 Beste leden, Wederom ligt er een superinteressant en vol nummer voor jullie. Bij LosVast géén gebrek aan kopij! Onlangs werd ik de gelukkige bezitter van heel oude nummers van LosVast, vanaf 1987. Want O&O bestaat al sinds 1980! LosVast was destijds nog een twintig pagina’s tellend verenigingsblad, wat door iemand foutloos moest worden getypt. Het was zwart-wit, zonder plaatjes, mét een gekleurd vouwblad als omslag. Opgeven voor een cursus of lezing ging middels invulstrookjes. Alle info van en over O&O die je nu zo handig op de website kan vinden, trof je destijds zes keer per jaar op je deurmat. (Opletten dat je hond het niet opat!) Het klinkt wellicht een beetje kneuterig, maar vergis je niet; destijds spande O&O zich ook al behoorlijk in om leden van de nieuwste inzichten te voorzien. Zo lees ik over boekbesprekingen en lezingen, mét dia’s, van onder andere Eberhart Trumler en Roger Mugford – niet de minsten! Graag verdiep ik me in nieuwe, maar ook nog in oude inzichten, want ook: waaróm deed en dacht men destijds zo? Soms komen we er middels nieuwe weer achter dat we vroeger niet álles fout deden en ook mooie inzichten hadden. Zo valt in een van deze oude nummers mijn oog op een zin, onder het veelzeggende kopje ‘Waarheid’: ‘De verdienste van alle wetenschap is: wie kennis vermeerdert, vermeerdert smart over wat nog niet geweten wordt’. Waarheid – als een koe. Des te meer je weet, des te meer ben je je bewust van wat je nog niet weet. Nieuwe inzichten écht tot je nemen én implementeren; de zich in je brein zo lekker ingenestelde vaste routes weer met geweld openbreken en nieuwe paden aanleggen, dát gaat niet vanzelf. Dat kan innerlijk al behoorlijk botsen – heb ik het dan altijd fout gedaan? Dat is niet lekker. Wel essentieel. Inmiddels gaan de nieuwe inzichten in LosVast over nog veel meer dan training en opvoeding. Het gaat over welzijn. Zo doen we samen ook in dit nieuwe jaar weer ons best de (honden)wereld steeds een stukkie mooier te maken. Ik blijf er, ondanks al het donker om ons heen, in geloven. Veel leesplezier! Hanneke Reitsma Hoofdredacteur LosVast Voorwoord


5 hét vakblad voor hondeninstructeurs, -trainers en -opvoeders Een uitgave van O&O (hondenopvoeding.nl) INHOUD Jaargang 43 Nummer 1 2023 3 Voorwoord 6 Emoties, FEAR 14 HIC 2022, verslag deel 2 20 Dag van de werkhond, voeding 26 Argos, deel 2, Hechting 32 Boekbespreking, Tessa’s tijd 34 Bang voor soortgenoten 38 Lezing, Kynomassage 42 Kat en hond 44 Wetenschap, DNA 52 Ontmoeting met de wolf 56 Friendly With Dogs, symposium 64 Verenigingsnieuws 66 Colofon Een kleine, onverwachte REACTIE van zo’n onbekende kan de ANGST al bevestigen Hét vakblad voor hondeninstructeurs, -trainers en -opvoeders Een uitgave van O&O (hondenopvoeding.nl) Coverfoto: Tsjechoslowaakse Wolfhondpup. (Foto: Shutterstock) 6 38 52 20


FEAR onderkennen Er speelt zich van alles af onder je ogen zonder dat je het ziet – omdat je er niet op let. Denk aan het bekende filmpje waarbij je gevraagd is op te letten hoe vaak een team de bal heeft. Iedereen weet naderhand het antwoord – maar nog niet de helft heeft gezien dat er een gorilla rustig door het beeld heen liep. Je ervaring en je verwachting kleuren je waarneming. Wij lopen het risico angst van onze honden niet of niet goed te onderkennen, omdat we niet zien waar ze bang voor zijn, of omdat we er iets anders in zien, zoals koppigheid. Dieren zijn vaker angstig voor dingen waar wij niet angstig van worden – of die wij niet waarnemen (geuren). Het kunnen ervaren van angst is een noodzakelijke levensvoorwaarde en ook een aanpassingsmechanisme: in een gevaarlijke omgeving overleven de meer angstige/voorzichtige dieren langer en planten zij zich langer voort. In een veilige omgeving doen de zelfverzekerde, onderzoekende dieren het overigens beter. Angstgedragingen In een filmpje van Sophia Yin waar haar hond Jonesy naast haar in de auto zit, zien we ook subtielere tekenen van angst die nogal eens gemist worden: afstaande oren die iets naar achteren gericht zijn, zich klein maken, zijn staart beweegt niet, hij kijkt naar alle kanten (hyperwaakzaam), gefronste wenkbrauwen, en ook de ons meer bekende: likken, gapen, hijgen, voertjes weigeren. 7 Karolina geeft de symptomen van angst in een cirkel weer (de tekenen van angst die in de buitenste ring staan worden door veel mensen niet met angst in verband gebracht). Om tekenen van angst te herkennen, moet je ook weten hoe zijn gewone, niet-angstige gedrag eruitziet. Weten wat ‘normaal’ is, maakt onderkennen wat ‘niet normaal’ is gemakkelijker. Weten wat ‘normaal’ is, maakt onderkennen wat ‘niet normaal’ is gemakkelijker Bij de meeste dieren is een patroon te herkennen bij toenemende angst. Als ze gevaar onderkennen gaan zij zich langzamer bewegen; ze zijn op hun hoede. Als het gevaar dichterbij komt, zullen ze verstarren (stilhouden) om niet opgemerkt te worden. Maar als het gevaar erg dichtbij is, kunnen de ‘lagere’ delen van het brein het overnemen en dan ontstaat een ‘blind’ vluchten. Dit vluchten kent ook weer risico’s, zeker bij kuddedieren: ze steken elkaar aan met hun angst. Een kudde kan op hol slaan, met alle gevolgen van dien. Als het gevaar niet meer te vermijden is, zullen ze verstarren of vechten – dan slaat het om in RAGE. Als honden of andere dieren angst hebben ervaren in een bepaalde setting, gaan ze deze de vol7 FEAR Deel 7: FEAR Emoties bij honden en andere dieren Door: Regine Voort Vanaf LosVast nr. 2 van 2022 doen we verslag van een zeer uitgebreide cursus van Karolina Westlund over emoties bij dieren. De cursus behandelt de zeven door Jaak Panksepp onderkende emotionele systemen: CARE, GRIEF, PLAY, LUST, FEAR, RAGE en SEEKING. Dit artikel gaat over FEAR, het systeem wat gevoelens van lichte onzekerheid tot extreme angst genereert. In de volgende nummers komen de emotionele systemen RAGE en SEEKING aan bod, en besluiten we met een slotartikel.


8 sociale signalen, maar andere zijn onbewuste, stressgerelateerde signalen die de emotionele staat van het dier aan de ander overbrengen, en daarmee misschien het beoogde effect van afstand vergroten tot gevolg hebben. De gedragingen die veelal als ‘calming signals’ aangeduid worden, zijn volgens Karolina vaak een gevolg van FEAR Wat kan helpen om te herkennen of er angst in het spel is: dieren kijken naar beangstigende dingen met hun linkeroog - de signalen worden in de rechterkant van de hersenen verwerkt. Met hun rechteroog kijken ze naar sociale stimuli. Mogelijk vergt het even oefenen om hierop te letten, maar het kan wel helpen met de interpretatie van hun gedrag. Generalisatie van angst In situaties waarin een hond al angstig of op zijn hoede is kun je een versterkte schrikreactie (potentiated startle response) verwachten. Waar dit ethologisch gezien een goed aanpassingsmechanisme is, kan het voor onze honden heel belastend zijn. Een hond die aanvankelijk erg schrok van een luide vuurwerkbom kan daarna bang worden voor andere harde geluiden. En het kan zelfs generaliseren naar andere dingen zoals plotselinge bewegingen of zelfs aanraking. Geef een angstig dier altijd zo veel mogelijk rust. Aangeboren en aangeleerde angst Triggers die gerelateerd zijn aan potentieel gevaar zijn vaak aangeboren. Bijvoorbeeld: • Pijn • Plotselinge bewegingen of geluiden • Onbekende dingen • Geur van predatoren Evolutie heeft ervoor gezorgd dat dieren angst kennen – het is een overlevingsmechanisme – maar het leert ze niet alle dingen waarvoor ze wel of niet bang moeten zijn. Het brein bouwt de gende keer anders tegemoet: alert, op de hoede, vermijdend. Mensen interpreteren deze houding soms als afstandelijk of zelfs als arrogant. Veel wetenschappers vermijden de invalshoek vanuit het FEAR-systeem en benoemen voorgenoemde gedragingen als een verdedigingscascade. Nabijheid en bewegingsrichting Bij onze honden is ook de nabijheid en de bewegingsrichting van een bedreiging – zoals een gevreesde andere hond – van groot belang. Weet je van je eigen hond op welke afstand hij begint te reageren met trager lopen of stilstaan? En hoe hij reageert als de hond van hem af, parallel met hem of naar hem toe loopt? Wanneer begint hij uit te vallen? Nabijheid en richting: invloed op FEAR. De vluchtafstand – tot hoe ver kun je een dier benaderen voor het op de vlucht slaat – verschilt in aanleg per diersoort (en individu). Er kan gewenning optreden waardoor de vluchtafstand sterk afneemt. Denk bijvoorbeeld aan de beren op de weg in Amerikaanse natuurparken die rustig langs de weg foerageren. Als een dier helemaal niet meer vlucht noem je het ‘tam’. Calming signals? De gedragingen die veelal als ‘calming signals’ aangeduid worden, zijn volgens Karolina vaak een gevolg van FEAR. Sommige zijn zeker bewuste


9 associaties op waar en in welke omstandigheden iets beangstigends te verwachten is. Het koppelt ervaringen aan een aangeboren angstprikkel. Een hond die iets goeds verwacht bij een knal schrikt nog wel, maar hij herstelt waarschijnlijk sneller Bijvoorbeeld: pijn. Denk dan aan het eerste dierenartsbezoek waar de pup zijn prikjes krijgt. Dan heb je iets nieuws (wellicht eng): naar de dierenarts én pijn – die situatie conditioneert hem voor angst voor de dierenarts. Een volgende keer is hij al in een eerder stadium bang, bijvoorbeeld als de auto de dierenartspraktijk nadert. Emoties verspreiden zich ‘achterwaarts in de tijd’. Kaasconditionering Sommige beangstigende situaties zijn niet te vermijden – maar je kunt ze wel minder beangstigend maken. In het voorbeeld van dierenartsbezoek kun je je hond van tevoren proberen meer te ‘bufferen’ tegen angst, door daar vóór de eerste vaccinaties al eens op bezoek te gaan en dit bezoek leuk te maken met geweldige snacks en leuk spel. Hij heeft dan al een positieve associatie bij de dierenarts. Een pijnlijk prikje bij een later bezoek roept dan minder angst op. Karolina noemt dit ‘kaasconditionering’. Dit kun je – mits je er tijdig bij bent – tegen allerlei potentiële angsten, onder meer vuurwerkangst, inzetten. Een hond die iets goeds verwacht bij een knal schrikt nog wel, maar hij herstelt waarschijnlijk sneller. Als een situatie onverwacht beangstigend gaat worden, grijp dan tijdig in. Veel mensen wachten tot het echt uit de hand loopt. Zie die angst dan maar weer eens ongedaan te maken. Dit is iets dat je puppyeigenaren dus niet vroeg genoeg kunt bijbrengen! Stress en coping Stress is in essentie een aanpassingsmechanisme: een manier om de kans op overleving te vergroten. Coping wil zeggen: de manier waarop je met stressvolle situaties of gebeurtenissen omgaat. De manier van ‘copen’ verschilt per diersoort én per individu. (Pro)actieve ‘copers’ worden actief, zo nodig agressief en territoriaal. Ze hebben veel testosteron en hun dopaminesysteem reageert ook meer. Hun sympathisch zenuwstelsel reageert sterker. FEAR (1) Deze witte herder is nieuwsgierig en bang tegelijk. Houdt in. (2) Al oversprongsnuffelend komt hij dichterbij – zo kan hij me uit de ooghoeken mooi in de gaten houden. (3) Vindt het toch té eng: blaft. (Foto’s: Hanneke Reitsma)


Omgaan met over-de-top gedrag 13 NIEUWE MODULE B Train de hond Zoals jullie al eerder in LosVast hebben kunnen lezen, is er het afgelopen jaar hard gewerkt aan het aanvullen, verbeteren en herschrijven van onze cursussen. Module B - Train de hond is een spiksplinternieuwe module die met een brede blik kijkt naar training en hondensport. De piloteditie van deze trainingsmodule is gestart op 28 februari 2023. Wanneer je onze module A - Ken de hond hebt gevolgd en daar o.a. de basiskennis over de leerprincipes hebt geleerd, kun je deze theoretische kennis in de praktijk brengen in module B - Train de hond. Op leuke en speelse wijze zul je ontdekken welke aspecten allemaal een rol spelen bij het trainen van de hond. Deze module is enerzijds ontwikkeld om de mensen die verder willen met de opleiding tot kynologisch instructeur goed voor te bereiden op de laatste module van deze opleiding, module C - Train de mens. De module C - Train de mens kan zich daardoor nog beter richten op het leren lesgeven, de groepsdynamiek en het leren hondeneigenaren/-begeleiders te helpen met hun honden in de dagelijkse praktijk. Maar daarover meer in de volgende editie van LosVast. Anderzijds is deze module ontwikkeld voor mensen die geen ambitie hebben om les te geven maar wel lekker met hun hond aan de slag willen. Een hond leert zijn hele leven lang dus is het belangrijk dat dat leren op een voor begeleider én hond veilige en prettige manier gebeurt. Je leert in de module B - Train de hond welke informatie een hond nodig heeft van zijn begeleider om te begrijpen welk gedrag hem het meeste oplevert. En wat nog belangrijker is, je leert te zien wat jóuw hond nodig heeft en op welke manieren jij hem dat kan geven. Module B - Train de hond is een trainingsmodule die bestaat uit één dag theorie en twee praktijkdagen. Deze module heeft geen examen; je krijgt na afloop een certificaat van deelname. Deelnemers die doorwillen naar module C - Train de mens, krijgen een persoonlijk advies over wat ze eventueel nog kunnen doen om uiteindelijk goed beslagen ten ijs aan de start van die module te verschijnen. De onderwerpen uit de eerdere module B (didactiek, medisch/EHBO, verantwoord bewegen en veiligheid) komen voortaan in de vernieuwde modules ‘Ken de hond’ en ‘Train de mens’ aan bod. Inschrijven? Ga op onze vernieuwde website www.hondenopvoeding.nl naar Inloggen > Mijn O&O > log in > ga naar Activiteiten en schrijf je in!


14 bewegen. De ruimte achter de ellebogen moet bovendien zo groot zijn dat de hond zijn been volledig naar achteren kan bewegen. Ook de schoft moet vrij kunnen bewegen. Let er daarnaast op dat het ruggedeelte van het tuig de beweeglijkheid van de schouderbladen niet belemmert. Het einddeel van het tuig moet vóór de laatste rib zitten. En, last but not least: je hond moet het fijn vinden om het tuig te dragen.’ Oké, hiermee zijn we alweer een stapje verder, al vraagt het wel om een geoefend oog om dit in de praktijk ook echt goed te kunnen waarnemen. Als iemand op het antwoord op deze vraag weloverwogen haar licht kan laten schijnen, is het Martine Burgers wel. Als ervaren osteopaat voor honden en paarden, aangesloten bij de Nederlandse Vereniging Dierosteopathie, kan zij beter dan de gemiddelde instructeur het kaf van het koren scheiden rond alles wat er op hondenscholen en de socials zoal wordt beweerd over de noodzaak of de onzin van het gebruik van hondentuigjes. Want de berichtgeving hierover is nogal zwartwit: tegenwoordig vooral doorslaand naar ‘een tuigje moet!’ Want een halsband drukt op wervels, zenuwen en klieren en is daarmee potentieel schadelijk! ‘Klopt’, zegt Martine, en ze nuanceert dit direct, ‘maar vergis je niet, een tuig zit ook op het lijf en geeft druk op lichaam’. Geen heilige graal dus, dat tuig … Het perfecte tuig? Op zoek naar een goed tuig zijn er een aantal voorwaarden waaraan dit moet voldoen. Martine: ‘Een goed zittend tuig geeft geen druk op halswervelkolom, luchtpijp en strottenhoofd en ook niet op alle zenuwen in die regio. De schouderbladen en voorpoten moeten volledig vrij kunnen Hondeninstructeurscongres (HIC) 2022: deel 2 Over tuigen en complementaire middelen Martine Burgers: Alle honden moeten een tuig! Of ... toch niet? Door: Anita Kiers In de vorige editie van LosVast stond een verslag van de lezingen die Monique Bladder en Erica Bokelmann gaven tijdens het hondeninstructeurscongres van Annorlunda. Ditmaal het sluitstuk van het afgelopen HIC: de onderhoudende bijdragen van Martine Burgers over het perfecte hondentuig (vraagteken) en van Nicole van Rhee over complementaire middelen op de hondenschool. Een goedpassend tuig aan een lange lijn.


15 Congres Het y-tuig dan? Martine: ‘Met een y-tuig kunnen de voorpoten vrij bewegen en de schouderbladen en -gewrichten blijven vrij. Het veroorzaakt ook geen druk op de nekwervelkolom. In de basis voldoet het y-tuig het meest aan de kwalificatie ‘geschikt tuig’. Maar als de maat, het materiaal of de pasvorm niet klopt, dan is het weer niet perfect. Ook wanneer er sprake is van bijvoorbeeld orthopedische problemen, vetbulten of littekens kan een ander model dan een y-tuig de voorkeur hebben voor jouw hond. Een ander tuig of misschien een halsband. Een indicatie hiervoor kan zijn dat de hond ineens anders reageert op het tuig dat voorheen prima leek te zijn.’ Geen abc’tje Wie dacht dat de speurtocht naar een goed passend tuig bij jouw type hond een abc’tje was, moet dus nog even goed achter zijn oren krabben na het beluisteren van Martines lezing. Er is echt zóveel waarop je moet letten, zelfs bij het y-tuig dat op alle punten in de basis het beste uit de test lijkt te komen! De opening voor het hoofd mag niet te klein zijn (dan heb je druk op de nekwervelkolom, vergelijkbaar met een halsband), maar ook niet te groot (dan zakken de banden opzij en komen ze voor het schoudergewricht, de poten kunnen erin verstrikt raken én er is ontsnappingsgevaar). Je moet ook goed kijken waar op het lichaam de (plastic) sluitingen vallen. De stof mag niet te stug zijn en de plek waar de buikband komt te vallen luistert nauw. De buikband moet minstens twee vingers achter de voorpoten vallen om voldoende bewegingsvrijheid te kunnen garanderen. En zo zijn er nog 1001 Welk tuig voldoet aan deze criteria? Martine: ‘Grofweg heb je vier verschillende soorten tuigen: het instaptuig, tuigjes met een horizontale borstband, het y-tuig en het anti-trektuig. Over die laatste ga ik het niet eens hebben want die is slecht voor het lichaam van de hond en veroorzaakt fysiek ongemak en pijn.’ Elk van de overige drie tuigsoorten heeft zijn eigen ‘anatomie’ en gebruiksaanwijzing. Het instaptuig is misschien gemakkelijk aan te trekken, maar kent nadelen. Het tuig belemmert de schouderbladen en bovenarm. Plus de sluiting zit tussen de schouderbladen en dat harde stukje plastic geeft frictie waardoor honden anders gaan lopen dan ze van nature zouden doen. Maar als de maat, het materiaal of de pasvorm niet klopt, dan is het weer niet perfect Vaak te klein Dan tuig type twee: ‘Tuigjes met een horizontale borstband zie je veel’, weet Martine. ‘Ze zijn over het algemeen makkelijk aan te trekken. Maar anatomisch zijn er nadelen. De borstband loopt over het schoudergewricht of er net bovenlangs. Mensen kopen het tuig daarnaast vaak te klein waardoor het drukt op de slokdarm. Ook de schouderbladen worden bedekt en het tuig ligt heel dicht achter de elleboog. Niet perfect dus. Al hecht ik er wel aan om te zeggen dat er ook voor deze tuigjes een tijd en een plaats is.’ Het perfecte tuig. Pasvorm.


16 Kortom: een y-tuigje is in de basis het meest geschikte tuig voor heel veel honden, mits goed passend. En als je er onvoldoende kijk op hebt, laat je dan goed informeren door een échte deskundige. Zeker wanneer er sprake is van lichamelijke pijn, kwaaltjes en aandoeningen is dat een aanrader, aldus Martine. En last but not least: uiteindelijk bepaalt de hond zelf welk tuig hij het prettigst vindt. Martine: ‘Heeft de hond inspraak? Als een hond een uitgesproken voorkeur heeft, dan kun je daar in meegaan.’ Maar, vindt ze: ‘wel binnen de kaders van veiligheid. Daarbij geldt ook: lange lijn? Dan zeker een tuig. Een halsband met een lange lijn eraan is absoluut géén goede combi!’ Als toetje wil ik graag nog wat wijze slotwoorden van Martine met je delen, namelijk: ‘Een goed tuig is nooit een vervanging voor een goede training’. En daar kunnen wij instructeurs weer fijn behulpzaam bij zijn! andere zaken waarmee je rekening moet houden en die ook nog eens alles te maken hebben met de precieze bouw van jouw hond. Tuig aan de wilgen Guusjes y-tuig, waarvan ik dacht dat het helemaal oké was, heb ik na de lezing van Martine in ieder geval direct aan de wilgen gehangen: de musketon moest worden bevestigd aan de ring aan het einde van het rugdeel waardoor deze haar rugwervels raakte. Ik ben vastbesloten nooit meer een tuigje aan te schaffen zonder advies te vragen aan iemand die er echt verstand van heeft. Want het is ingewikkeld! Om maar een simpel voorbeeld te noemen: een tuigje van licht materiaal geeft het minste belemmering. Maar … als de schouderbladen van jouw hond net iets verder uit elkaar vallen, kan een breder bandje juist weer prettiger zijn. Nicole van Rhee: Complementaire middelen op de hondenschool Nicole van Rhee, van oorsprong bioloog, kynologisch instructeur én gediplomeerd natuurgeneeskundige voor honden en paarden, houdt zich bezig met het begeleiden van honden die niet lekker in hun vel zitten. Geïnspireerd door hond Simba van een klant van haar – die maar babystapjes maakte in de reguliere therapie en na een consult bij Silverlinde ineens reuzenstappen – meldde ze zich enthousiast aan voor een studie bij datzelfde Silverlinde. Nicole is van mening dat het zinvol is voor kynologisch instructeurs om zich te verdiepen in complementaire middelen. Want, zo vertelde ze tijdens het HIC: ‘Het is niet alleen handig als je enig idee hebt waarover een eigenaar het heeft en of dat klopt, maar inzicht in complementaire middelen kan daarnaast een nuttige ondersteuning zijn voor jou als instructeur.’ Zelfgenezend vermogen Ze haast zich te vertellen dat dit niet in plaats van de reguliere geneeskunde ingezet moet worden, maar ernaast. Complementair dus. Ze legt uit: ‘Bij natuurgeneeskunde kijk je naar het zelfgenezend vermogen van het individu. De aanpak is holistisch: het gaat om de fysieke, mentale én energetische balans. Een symptoom is vaak een signaal van disbalans; het is dan zaak om op zoek te gaan naar de onderliggende oorzaken. En die ga je vervolgens het liefst te lijf met natuurlijke middelen.’ ‘Een dier in balans heeft een goed functionerend zelfgenezend vermogen en kan dus prima zelf herstellen van een wondje of blessures en is veel minder vatbaar voor infecties. Wanneer de weerstand verlaagd is, krijgen virussen, bacteriën of wormen wel de kans om een dier ziek te maken.


20 Dr. Esther Hagen-Plantinga beet het spits af: wat eten we eigenlijk? De basisvoeding wordt onderverdeeld in macronutriënten, de bouwstoffen van het lichaam waar we energie van krijgen en micronutriënten, hulpstoffen die zelf geen energie leveren zoals vitamines en mineralen. Macronutriënten Eiwitten zijn complexe structuren, opgebouwd uit ketens van aminozuren. Er zijn 21 aminozuren en uit de verschillende combinaties daarvan is het hele lichaam opgebouwd. Essentiële aminozuren kan ons lichaam niet zelf maken en moeten we dus op een andere manier binnenkrijgen. Eiwitten Eiwitten zijn belangrijk voor het lichaam als bouwstof voor lichaamscellen, als bron van energie en voor verschillende regelprocessen in het lichaam. Hoe zijn eiwitten op de verpakking van hondenvoer te herkennen? Soms staat er gewoon eiwit, maar soms staat er ook proteïne of bijvoorbeeld maisglutenvoer. Ook wordt altijd een percentage ruw eiwit vermeld op een verpakking hondenvoer. Dat ruw slaat op de methode van analyseren van de voeding, het eiwitpercentage is gebaseerd op een ruwe schatting. Vetten Vetten vormen het wandje van alle cellen in het lichaam en zo’n 60 % van de hersenen is vetweefsel. Vetten zijn dus essentieel voor het functioneren van het lichaam. Vetten bestaan uit koolstofatomen (C) en waterstofatomen (H) en een zuurgroep (O). Iedere C gaat een binding aan met een andere C en zoveel mogelijk H-tjes. Als alle C’tjes zijn bezet met H’tjes is het vetzuur verzadigd. Als er waterstofatomen ontbreken, Dag van de Werkhond 2022 Je bent wat je eet Door: Iris Lammers Op de Dag van de Werkhond, op 20 augustus, volgde ik onder meer de dubbellezing van dr. Esther Hagen-Plantinga en Prof. Dr. Paul de Vos over voeding en darmflora en de relatie met darmafweer en hersenfunctie. Al vele jaren woon ik tientallen lezingen per jaar bij, maar heel zelden blijft een lezing mij zó lang bij als deze lezing tijdens de Dag van de Werkhond. Je bent wat je eet is de rode draad door deze lezing; ik wist niet dat voeding ook mentaal zo’n enorme invloed op je (hond) kon hebben!


21 is het vetzuur onverzadigd. Hoe complexer het vetmolecuul, des te eerder het smelt bij kamertemperatuur. Omdat verzadigde vetzuren geen dubbele bindingen hebben, zijn ze recht en stevig en kunnen ze dicht op elkaar gepakt worden. Bij onverzadigde vetzuren is er op de plek van de dubbele binding een knik, waardoor ze buigen en minder efficiënt op elkaar gepakt kunnen worden. Een goede vuistregel is dat hoe moeilijker het vet in een doosje te stoppen is, hoe onverzadigder. Olijfolie bijvoorbeeld is zeer onverzadigd. Koudwatervissen hebben ook veel onverzadigde vetzuren nodig om hun celwanden soepel te houden. Verzadigde en onverzadigde vetzuren. Vetten zijn naast bouwstof voor celwanden ook een bron van energie en van belang voor regelprocessen (afweer, signaalstoffen). Op verpakkingen vind je vet terug als vet of bijvoorbeeld visolie. Omega-3 vetzuren helpen bij het remmen van ontstekingen in het lichaam. Koolhydraten Koolhydraten zijn altijd afkomstig van planten en bestaan altijd uit suikermoleculen, ook wel sachariden genoemd. Vezels zijn ook koolhydraten. Het verschil tussen wat in de volksmond koolhydraten wordt genoemd en vezels zit alleen in hoe de verschillende suikermoleculen elkaar vasthouden. Als de verbindingen kunnen worden afgebroken door lichaamseigen enzymen, noemen we ze koolhydraten en als ze niet door het lichaam afgebroken kunnen worden, noemen we ze vezels. Vezels zijn van belang voor de darmwerking, leveren energie voor onder andere cellen in de dikke darm en stimuleren goede darmwerking en consistente ontlasting. Ook stimuleren ze het gevoel van verzadiging zodat je niet eindeloos door blijft eten. Polysachariden zijn soms heel complex. Hoe steviger de plant wil zijn, hoe complexer de sacharidestructuren en dus hoe moeilijker ze door het lichaam zijn af te breken. Bij koeien verblijft het plantaardig voedsel lang genoeg in de verschillende magen om af te breken, maar bij mens en hond verblijft het te kort in het lichaam en kan dus niet afgebroken worden. Vezels kunnen worden ingedeeld op basis van hun oplosbaarheid (fermentatie) of van welk deel van de plant ze afkomstig zijn, van de celwanden of van de celinhoud. Met de oplosbare vezels kunnen we de noodzakelijke bacteriën in onze darmen voeden. Bij carnivoren hebben bijvoorbeeld haren, kraakbeen en bindweefsel van hun prooien ook een vezelfunctie; het zijn moeilijk afbreekbare eiwitten. Op de voerverpakking zijn er veel verschillende aanduidingen van koolhydraten en vezels, bijvoorbeeld: schillen en zaden, (bieten) pulp, sachariden, zetmeel. Micronutriënten Op dit punt in de dubbellezing nam Prof. Dr. Paul de Vos het stokje over. Wij leven samen met vele microben: bacteriën, schimmels, gisten en virussen in en buiten ons lichaam. Je kunt zelfs zeggen dat elk (zoogdier)lichaam feitelijk een ecosysteem op zich is. Veel microben hebben we nodig voor ons functioneren en sommige juist niet. Door sommige wetenschappers worden verstoringen in het microbiotisch systeem zelfs in verband gebracht met (aanleg voor) obesitas en autisme! Over de functie van bacteriën in het lichaam is het meeste bekend: - Ze verteren voedsel dat wij zelf niet kunnen verteren - Ze maken stoffen die mens en dier niet zelf kunnen maken en die ons gezond houden - Ze bepalen deels ons gevoel - Ze voeden de afweer (immuniteit) zodat kwaadaardige bacteriën, virussen en schimmels geen kans krijgen. Lezing


22 NB op Facebook in de fokkersgroep heb ik gevraagd wat in het algemeen de ervaringen hiermee zijn. Verreweg de meeste fokkers van degenen die gereageerd hebben (zo’n 15 van de ruim 4500 leden van de groep) zien geen verschil in de afweer tussen pups die op natuurlijke wijze zijn geboren en pups die via keizersnede ter wereld zijn gekomen. De verklaringen die hiervoor worden gegeven, zijn dat pups meestal geheel in de vliezen gehuld ter wereld komen en dus sowieso geen contact hebben met de vagina van de moeder tijdens de geboorte. Na de geboorte kruipen de pups overal naar - toe op zoek naar de melkfabriek en dus ook onder de staart van de moeder en de moeder likt zichzelf én de pups, waarbij ze mogelijk de goede bacteriën alsnog binnenkrijgen. Ui - teraard kan dit bescheiden lekenonderzoekje niets afdoen aan het wetenschappelijke be - wijs dat er gevonden is, maar ik was gewoon even nieuwsgierig wat de ervaringen hiermee waren. Het is dus het beste om als het kan zo min mogelijk te interveniëren Vaginale microben De samenwerking met microben begint al bij de geboorte. Het is bewezen dat vaginale microben essentieel zijn voor het afweersysteem van het kind/de pup. Wanneer geboorte via een keizer - snede plaatsvond, kunnen er dus verstoringen van het afweersysteem optreden, waardoor het kind (huid)allergieën kan ontwikkelen en gevoeli - ger is voor chronische immuniteitsafwijkingen. Dit is waar honden goed in zijn: eetbaars zoeken en vinden.


26 Sociale hechting Zouden we ons moeten bekommeren om de invloed van hechting in de mens-hondrelatie? Hoe zit het met goede of slechte gehechtheid en het aangaan van banden? En hoe is de invloed van hechting op niet alleen kunnen zijn? Immers, hechten en scheiden zijn met elkaar verbonden. Ineke begint dit gedeelte van haar lezing net als bij de eerder besproken delen met een vraag aan het publiek: wat moet je doen om scheidingsproblematiek te voorkomen? Daarna gaat ze in op wat hechting is en de gevolgen van goede, of niet goed gelukte hechting. Sociale band en sociale hechting Een sociale hechtingsrelatie is de meest intense band die je kunt hebben: denk aan de band tussen moeder en kind. Bij jonge pups en baby’s is de afhankelijkheid totaal. Een hechtingssysteem ontwikkelt zich bij mens en hond op jonge leeftijd – of niet. Op latere leeftijd heeft het grote gevolgen als je je niet, of juist wel goed hebt kunnen hechten. Want: het hechtingssysteem zoals je dat op jonge leeftijd ontwikkeld hebt, wordt daarna geactiveerd in enigszins of zeer spannende situaties – het staat dus niet altijd ‘aan’. De kwaliteit van de hechting bepaalt of je je op je gemak voelt en hoe je kunt reageren in zulke situaties. Er is veel meer onderzoek bij kinderen gedaan op dit terrein dan bij honden, maar het onderzoek dat gedaan is, wijst grosso modo in dezelfde richting. Wat is een hechtingsrelatie? Een goede hechtingsrelatie – dat wil zeggen: een kind of hond die zich goed heeft kunnen hechten aan de moeder en aan vertrouwensfiguren daarna De band tussen mens en hond - deel 2: Hechting Door: Regine Voort In het vorige verslag van het seminar ‘De band tussen mens en hond’ van Kenniscentrum Argos kwam de evolutie van de hond en de band tussen mens en hond al aan de orde. Eén aspect hiervan kwam nog niet aan de orde: hechting. Dr. Ineke van Herwijnen verdiepte zich hierin. Zij is universitair docent, voormalig directeur van de hondenbescherming en auteur van verschillende boeken over hondengedrag. Gezien het belang en de relatieve onbekendheid van dit onderwerp besteden we hier, in dit tweede deel van het verslag, apart aandacht aan.


27 – kenmerkt zich door een goede balans tussen ‘veilige haven’ aan de ene kant en een betrouwbare basis voor exploratie aan de andere kant. Je ziet het vaak bij pups: als het spannend wordt, gaan ze bij hun vertrouwde baasje op de voeten zitten, om van daaruit dan toch maar eens te gaan kijken bij die onbekende hond die eraan komt. Later heeft hij er voldoende aan als het baasje ergens in de buurt is; nog later durft hij het zelf wel. Pups en jonge kinderen ervaren altijd ‘scheidingsspanning’ in lastige situaties: als moeder of baasje er niet bij is zijn ze terughoudender en angstiger. Feedbackloop: opluchting Wil een hond het vertrouwen krijgen om zelfstandig dingen te proberen, heeft hij een veilige haven nodig en daarvanuit de steun in spannende situaties zodat hij telkens weer de ervaring opdoet dat moeilijke situaties goed aflopen. Bedenk daarbij: de opluchting die hij ervaart is een enorm krachtige beloning! Een goede hechting ontstaat door het steeds weer opnieuw doorlopen van deze feedbackloop, en het steeds weer ervaren van opluchting. Hoewel de ene pup van nature meer geneigd is tot zelfstandigheid en de andere juist vaak de nabijheid van zijn steun en toeverlaat zoekt, is het principe hetzelfde. Alleen de meer zelfzekere hond zal minder snel spanning ervaren en steun zoeken. Ook brutale pups moeten tegen slechte ervaringen beschermd worden om zich evenwichtig en goed uitgebalanceerd te ontwikkelen. Anderzijds moeten alle pups voldoende gelegenheid krijgen om spanning te ervaren en daarna opluchting. Anders leren ze niet dat ze dingen onderzoeken kunnen zonder dat dit verkeerd afloopt. Anderzijds moeten alle pups voldoende gelegenheid krijgen om spanning te ervaren en daarna opluchting Feedbackloop als het misgaat in de hechting Als een hond in een spannende situatie steun zoekt en deze niet krijgt (negatieve relationele feedback) blijft het heerlijke gevoel van opluchting uit. De pup is gedwongen om het zelf maar op te lossen. Onveilige hechting: twee mogelijke gevolgen Als een hond of een kind niet de kans heeft gehad om zich veilig te hechten kan dit zich op twee manieren uiten: • Hyperactivatie van het hechtingssysteem: voortdurend nabij hun belangrijke ander proberen te blijven, niets durven zonder hun veilige haven. • Deactivatie van het hechtingssysteem: afstand houden, niet meer vertrouwen op anderen dan zichzelf. Bij hyperactivatie, het gevolg van te weinig zorg, probeert een hond ten koste van alles bij zijn verzorger te blijven (door het hele huis volgen, verlatingsangst). Hierbij is er nog wel een kans dat hij steun krijgt – als hij het maar sterk genoeg probeert. Deactivatie is alleen voldoende bij kinderen onderzocht maar er zijn aanwijzingen dat het bij honden ook kan spelen. In dit geval haakt het kind af: hij vertrouwt niet meer op de steun van de moeder. Als de moeder erbij is handelt hij niet anders bij vreemden of in onbekende situaties dan wanneer de moeder er niet bij is. Het voordeel van dit gedrag is dat de spanning, die opgeroepen wordt door het gescheiden worden, er niet meer is. Als je niets verwacht mis je ook niets. Het wordt een ‘copingstrategie’ om scheidingsstress te vermijden. Deze kinderen kunnen zich later veel slechter of niet hechten in relaties met anderen. Seminar Positieve relationele feedback ‘Nood’ (ervaring) Rust & opluchting Angst & onrust ‘Steun’ (ervaring)


28 Soms voelen vermijdende honden zich enkel nog maar goed als ze alleen zijn, een weinig wenselijke situatie voor een sociaal dier. Ze kunnen ook moeite hebben met de fysieke nabijheid van mensen (al kan dit natuurlijk ook andere oorzaken hebben) en geen fysiek contact willen. Vermijdend gedrag ten opzichte van een persoon kan ook een gevolg zijn van een straffende, ‘onveilige’ eigenaar. De manier waarop iemand zelf gehecht is, ... kan ook van invloed zijn Hechtingsstijl van de eigenaar? De manier waarop iemand zelf gehecht is, veilig, onveilig-angstig of onveilig-vermijdend, kan ook van invloed zijn op hoe je het gedrag van je hond ziet, en misschien ook op hoe de hond reageert. Iemand die zelf ‘vermijdend’ is zal een hond snel als overmatig aanhankelijk zien, en kan mogelijk ook juist dit gedrag oproepen – net zoals een hond die gedumpt wordt extreem zijn best doet om bij zijn baasje te blijven. Ineke liet hier een filmpje van zien. (Er is genoeg te vinden op YouTube om erg ongelukkig van te worden.) Overigens zie je ook dat mensen die angstig-onveilig gehecht zijn zich meer dan gemiddeld op de adviezen van anderen beroepen: ze zijn daarmee bevattelijker voor slechte adviezen over hoe ze met hun hond moeten omgaan. Enkele onderzoeksbevindingen Er zijn niet zo veel, maar wel enkele onderzoeken gedaan naar de sociale hechting van honden. Hierbij werd steeds uitgegaan van een situatie Bij onvoldoende hechting kiest de hond een oplossing om scheidingsstress te verminderen: vastklampen aan de verzorger óf afhaken. Als dat vaak genoeg gebeurt wordt het een gewoonte en uiteindelijk een eigenschap. Bij honden is weinig onderzoek gedaan naar langetermijneffecten. Wat een langetermijnaspect zou kunnen zijn, is dat onveilig gehechte honden geen mogelijkheid meer hebben tot ‘sociaal bufferen’ zoals in het vorige verslag (LV4 2022) van dit seminar is beschreven. Ook lijkt het erop dat deze honden minder spelen en dat ze vaker problemen hebben met alleen zijn. Oorzaken van onveilige hechting tussen hond en mens • Een pup (veel) te vroeg bij de moeder weghalen. Daarmee lopen alle pups uit de broodfok het risico op onveilige hechting en de gevolgen daarvan. • Een verkeerde opvatting over opvoeding; ‘hij moet het zelf oplossen’ bij pups die dit nog niet kunnen. De eigenaar biedt niet de veiligheid die de pup nodig heeft om vertrouwen te ontwikkelen en daarmee inderdaad zelf dingen te durven oplossen. Soms is een hond wel goed gehecht aan één van de huisgenoten maar is hij niet vertrouwd met anderen. • De hond in de steek laten. Als een hond zijn eigenaar kwijtraakt, en zeker als hij gedumpt wordt (uit de auto gezet!) schaadt dit zijn vertrouwen enorm – zeker als dit meermaals of zonder begeleiding gebeurt. Herplaatsers of (buitenlandse) honden die meer dan eens van adres wisselen, ontwikkelen vaak symptomen van verlatingsangst. Herkennen van de hechtingskwaliteit Het hechtingssysteem wordt, zoals gezegd, alleen getriggerd in door de hond als onveilig beleefde situaties. Wanneer een hond een situatie beangstigend vindt, hangt af van de hond: de ene hond is van nature wat driester dan de ander. Veilig, vermijdend (deactivatie) of angstig (hyperactivatie) kun je als volgt onderscheiden: Veilig Voldoende veilig als ‘alleen’ Voldoende mate van vertrouwen in belangrijke ander ‘Angstig’ Onvoldoende veilig als ‘alleen’ In staat tot bouwen op belangrijke ander Vermijdend In staat tot veilig voelen als ‘alleen’ Onvoldoende mate van vertrouwen in belangrijke ander


32 Al sinds haar tienertijd kampt Eveline Sachs met gezondheidsproblemen. Toch bleef ze lange tijd doen wat ze leuk vond. Vooral werken met en voor dieren was haar grote passie. Via een bevriende dierenartsassistente komt de Duitse Herder Eska in 2003 op haar pad. De dan een jaar oude hond heeft altijd in een kennel gezeten bij de fokker die een toekomst voor haar voorzag als fokteef. Maar omdat haar linkeroor niet rechtop ging staan, besloot de fokker afstand van Eska te doen. Zij die warmte geeft Na enige aarzeling namen Eveline en haar man Peter de hond op in hun huishouden, waar al een andere hond én twee katten bivakkeerden. Ze doopten de herder om tot ‘Tessa’, wat betekent: zij die warmte geeft. Peter, een kynologisch instructeur (uiteraard opgeleid door O&O) geeft dan les bij een KC en gaat daar met Tessa trainen. En Eveline laat de hond langzaam maar zeker wennen aan de grotemensenwereld. Maar het noodlot slaat steeds verder toe en langzaam maar zeker raakt Eveline compleet geïnvalideerd en geïsoleerd. Wat betekent: zij die WARMTE geeft Behandelingen en een revalidatietraject leveren geen resultaat op en Eveline wordt opgegeven; de medische wereld kan niets meer voor haar doen. Ze wordt overgeleverd aan haar bed en de paar vierkante meter van haar slaapkamer, met Tessa trouw op de grond aan haar zijde. In het boek beschrijft Eveline hoe haar connectie met Tessa ervoor zorgde dat ze langzaam maar zeker toch weer wat moed verzamelt om te vechten en door te zetten. Stapje voor stapje hervindt Eveline zingeving en ze ontwikkelt haar eigen revalidatieTessa’s Tijd Herdershond helpt Eveline Sachs uit haar diepste dal Door: Anita Kiers Dat de band tussen mens en hond bijzonder is, weten jij en ik al lang. Maar voor Eveline Sachs was de band met haar Herdershond Tessa wel heel bijzonder. Alle artsen hadden de hoop opgegeven dat Eveline weer overeind zou kunnen krabbelen uit een diep dal, veroorzaakt door een veelvoud aan zware lichamelijke aandoeningen. En ook Eveline zelf kon letterlijk en figuurlijk niet meer verder. Maar hond Tessa raakte een snaar in Eveline en wist weer een vonkje levenskracht in haar op te wekken. In het boek Tessa’s Tijd vertelt Eveline het waargebeurde verhaal van de band tussen haar en Tessa.


34 ‘Vandaag belde ik de dierenarts omdat we onze hond willen laten castreren. Hij valt zo uit naar andere honden. De dierenarts verwees me naar u’. Van een groot deel van mijn cliënten is dit ongeveer het verhaal. Ze hebben hun hoop gevestigd op castratie. Gelukkig gaan veel dierenartsen in mijn omgeving daar niet meer in mee. Veelal hoor ik vervolgens: ‘Los kan hij prima met honden, maar aangelijnd valt hij uit’. Op de filmpjes, die ik van tevoren opvraag, is vaak te zien dat de hond contact met andere honden ook los van de lijn behoorlijk spannend vindt. En, dat wat mensen voor spel aanzien, dikwijls meer een copingstrategie lijkt dan écht spel. Mijn eerste stap is inzicht verschaffen; het leren herkennen en begrijpen van de behoeften van deze hond. Die behoeften staan regelmatig behoorlijk haaks op die van de eigenaar … Vrijlevende honden Wanneer we de leefomstandigheden van onze huishond vergelijken met die van de vrijlevende honden, zoals wereldwijd nog overal te vinden zijn, dan is dáár al een enorm verschil. Veel vrijlevende honden hebben een min of meer vast leefgebied – waar ze voldoende eten vinden en veilige schuilplaatsen. Hun ‘huisgenoten’ zijn zelfgekozen, vertrouwd en spreken dezelfde taal. Vrijlevende honden kunnen zélf kiezen voor interactie. Zij worden niet, zoals onze honden, belemmerd door muren, schuttingen of riemen. Onbekende honden, die wellicht gedreven door lust of honger in hun territorium komen, zijn (voedsel)concurrenten en worden geweerd. De nog kwetsbare pups van vrijlevende honden hebben alleen – langdurig – contact met soortgenoten die vertrouwd en dus veilig zijn. Wie is er bang voor ... soortgenoten? Tekst en foto’s: Hanneke Reitsma Van tevoren leek het allemaal zo leuk: je neemt een hond. Kan daar heerlijk uren ontspannen mee wandelen en hij kan gezellig met andere honden spelen. De realiteit is regelmatig anders: wandelen is een stressvolle toestand, want overal lopen honden (los) en je hond vindt dat heel spannend. Sommige eigenaren kunnen zelfs letterlijk zonder kalmeringsmiddelen niet meer de deur uit. Waarom zijn zo veel honden bang voor en/of agressief naar soortgenoten, en waarom is dat zo moeilijk ‘af te leren’? Wanneer honden vrije keuze hebben, gaan ze niet altijd op alles en iedereen af.


35 Zij worden NIET, zoals onze honden, BELEMMERD door muren, hekken, schuttingen of riemen Onze infrastructuur is ook niet bepaald helpend voor onze lievelingen. Door bebouwing, drukke straten, stoepen en smalle wandelpaden dwingen we onze honden recht op onbekende af te lopen, én vlak langs elkaar. Dat is iets wat ze van nature liever niet doen. Ook kan er zomaar ineens iemand om de bocht komen. Dit vergroot het onveilige gevoel. Het leefgebied van vrijlevende honden is in meerdere opzichten voorspelbaarder, beheersbaarder en overzichtelijker dan dat van onze honden. Snuffel- en bedenktijd Zodra onze honden hun neus buiten de deur steken worden ze al gebombardeerd met geuren van – onbekende – soortgenoten. Deze geuren triggeren wellicht al angst en/of boosheid (die engerd van verderop, waar is ie?) of onzekerheid (o jee, wie is dat?). ‘Laat je hond altijd snuffelen’ vind ik daarom niet altijd, overal en voor iedere hond een goed advies. Snuffel- en bedenktijd kan ook negatief uitpakken. Tezamen met overige stressvolle gebeurtenissen, kan dit leiden tot: ‘Dat doet hij anders nooit!’ Het is ook daarom essensieel om na iedere ontmoeting – ook al is deze op afstand – zo snel en veel mogelijk weer te kunnen ontladen en ontspannen. Onvrijwillig en vluchtig Los van dat sommige honden totaal geen behoefte hebben aan contact met soortgenoten, zijn de contacten die onze honden hebben dus veelal onvrijwillig en vluchtig. Hierdoor hebben ze nét lang genoeg interactie om stress te ervaren en niet lang genoeg om te leren dat die ander best meevalt of zelfs wel leuk is. Een kleine, onverwachte reactie van zo’n onbekende – die vaak ook nog heel anders oogt dan mamma én een ander ‘dialect’ spreekt – kan de angst al bevestigen. Opluchting, bij de hond én zijn mens, volgt steevast pas wanneer het gevaar op veilige afstand is. Wat hij leert: voortaan nóg voorzichtiger zijn, of bij voorbaat al hard blaffen. Ongemerkt vindt generalisatie heel snel plaats; voordat men het weet is niet alleen die ene hond, maar zijn álle honden eng – ongeacht geslacht. Als zijn mens vervolgens bij het zien van een hond zijn pas en adem inhoudt, hem door een strakke lijn belemmert, corrigeert of zelfs verbaal met een andere hondeneigenaar op de vuist gaat, weet hij het zeker: onbekende honden zijn foute boel. Een kleine, onverwachte REACTIE van zo’n onbekende kan de ANGST al bevestigen Ras en type Anders dan bij de vrijlevende honden, die vaak van eenzelfde – niet al te extreem – type zijn, kunnen ook rasgebonden eigenschappen bij onze huishonden zorgen voor ‘(sociale) handicaps’ of een aangeboren wantrouwen. Onlangs werd mijn hulp ingeroepen bij een Old English Bulldogpuppy van negen weken. De pup beet het andere hondje in het gezin, een Caveliertje. Het zachtaardige hondje van acht jaar deed steeds verwoede pogingen om het ‘monster’ te ontlopen, maar was simpelweg niet opgewassen tegen de pup – die nu al meer woog dan hij. Het Caveliertje zocht zijn heil onder de bank. Met de pup was werkelijk niets mis: het was een heel open en vrolijk hondje in prima gezondheid. Mét een enorme spelbehoefte, zoals pups nu eenmaal hebben. Bij navraag bleek het oudere hondje naar mensen heel blij en speels, maar altijd al bang te zijn voor soortgenoten. Men had gehoopt dat beide honden het na gewenning goed met elkaar zouden kunnen vinden. Omdat het oudere hondje zich onveilig voelde in zijn eigen huis, werd – werkelijk met pijn in het hart – besloten de pup weer terug naar de fokker te brengen. Een liefdevolle daad. Bang voor honden


38 Externe en interne factoren. ‘Aanraking geeft een diepe verbinding tussen hond en mens, waardoor er meer bewustzijn en ontspanning ontstaat. Onze leefwereld is een enorme uitdaging voor ons allemaal en geeft snel stress. Dat werkt door op lichaam en geest. Onze manier (de manier van Kynomassage, red.) is om deze unieke verbinding via aanraking in beweging te brengen en hond én mens op eigen tempo spanning te leren loslaten. Deze beweging kan oppervlakkig blijven maar, als hond en mens eraan toe zijn, ook dieper gaan en bijvoorbeeld trauma’s uit angst of pijn in beweging brengen.’ Deze tekst op de website vertelt in een notendop waar Kynomassage voor staat. In haar lezing gaf Judith hierop een uitgebreide toelichting, afgewisseld met hands-on oefeningen. ‘Samen leren ontspannen’ is de basis; ontspanning komt van twee kanten en ontstaat in samenwerking. En rust bij de hond start met rust in jou. O&O-najaarslezing Judith Hofman Bewust aanraken: stressreductie bij gedragsvraagstukken Door: Anita Kiers Meer ontspanning bij hond en mens: dat is het doel dat Judith Hofman al sinds jaar en dag nastreeft. Ze richtte de erkende beroepsopleiding Kynomassage® op om mensen meer bewust te maken van de emoties en communicatiesignalen van de hond, waardoor hond en mens meer in verbinding met elkaar kunnen leven. Tijdens O&O’s traditionele najaarslezing ging ze in op wat bewust aanraken kan betekenen voor het welzijn van je hond én de mens-hondrelatie.


39 Lezing Dat lukt niet op commando. Het begint bij jouw ontspannen houding en ademhaling, een langzame uitvoering van de massage en structuur in de manier van aanraken. Emoties en bewust aanraken Ook in de wetenschap is er tegenwoordig meer aandacht over de rol van aanraking en massage. Trouwe LosVast-lezers kan het niet zijn ontgaan dat Jaak Panksepp (al sinds 1972) veel onderzoek heeft gedaan naar emoties bij dieren. Hij onderscheidt zeven hersensystemen die emoties opwekken: SEEKING, CARE, PLAY, LUST, FEAR, RAGE, PANIC. Daniel Mills voegde daaraan nog de systemen PAIN en HATE toe. Judith: ‘Emoties bepalen voor een groot deel het welbevinden van de hond en liggen altijd aan de basis van het gedrag. Gebleken is dat je balans in emoties kunt krijgen door positieve systemen te stimuleren en negatieve systemen af te remmen. Wetenschappelijk onderzoek heeft laten zien dat het activeren van het CARE-systeem – verzorgende gevoelens, empathie en het aangaan van een relatie – invloed heeft op hormonen en neurotransmitters. Na vijf minuten komt er oxytocine (het knuffelhormoon) vrij en na dertig minuten neemt de hoeveelheid cortisol (een stresshormoon) af. ‘Bewust aanraken’ kan daardoor een bijdrage leveren aan het aanpakken van probleemgedrag.’ Na dertig minuten neemt de hoeveelheid cortisol af Stresspatroon doorbreken Zoals eerder gezegd: onze leefwereld is een enorme uitdaging voor ons allemaal en geeft snel stress. Natuurlijk is stress niet alleen maar slecht. Het kan je helpen in actie te komen en prestaties te leveren. Kortdurende spanning kan het lichaam bovendien zelf herstellen. Judith: ‘Maar als stress te lang aanhoudt, kan het forse gevolgen hebben (zie kader p 40). Het dier kan daardoor bepaalde prikkels van buitenaf en binnenuit niet goed meer verwerken. Bovendien raakt het zenuwstelsel overbelast, wat je kunt waarnemen in het lichaam van de hond in warme en koude plekken en in spierspanning. Chronische stress zit altijd vast in het lichaam en werkt door op alle lichaamssystemen. Stress heeft niet alleen invloed op je concentratie, zelfvertrouwen en leerprocessen; het beïnvloedt ook de algehele gezondheid, het immuunsysteem en de spijsvertering’. Bindweefsel, spieren en gewrichten worden ondertussen van verse voedingsstoffen voorzien Gelukkig kun je veel zelf doen om stress bij je hond te doorbreken. Je kunt hem leren ontspannen! ‘Met zachte aanrakingen en massage in communicatie met de hond kun je het spanningspatroon doorbreken en het positieve emotionele systeem CARE stimuleren. Wanneer je daarnaast de positieve systemen PLAY en SEEKING stimuleert, voorkom je de negatieve emoties FEAR, GRIEF, RAGE, HATE en PAIN. Beweging stimuleert structuren in de hersenen waardoor emoties geremd worden en stresshormonen afnemen. Bindweefsel, spieren en gewrichten worden ondertussen van verse voedingsstoffen voorzien en afvalproducten kunnen gemakkelijker worden afgevoerd. Slapen tenslotte heeft invloed op structuren in de hersenen die emoties remmen en brengt meer balans in het autonome zenuwstelsel (orthosympathicus: fight/flight en parasympathicus: rest/digest)’. Wat kan het leven zo mooier worden!


42 Honden en katten die erg jong zijn of van jongs af aan gewend zijn om samen te leven met de andere diersoort, zijn meestal gemakkelijk te introduceren. Besteed echter altijd voldoende aandacht aan een zorgvuldige introductie, ongeacht de leeftijd en de eerdere ervaringen van de betrokken dieren. Management De eerste indruk telt! Management is zeker in eerFido en Fluffy Hoe creëer je rust in een huishouden met katten en honden? Door: Pascalle Roulaux Leven als kat en hond … Altijd ruzie hebben betekent dat spreekwoord! In Nederland heeft ongeveer 1 op de 4 huishoudens een of meerdere katten en 1 op de 5 huishoudens een of meerdere honden. De mate waarin deze huishoudens precies met elkaar overlappen is onbekend, maar het komt regelmatig voor dat beide diersoorten in huis te vinden zijn. Vaak gaat dat goed, maar vaak is ook het spreekwoord van toepassing. Wat kunnen we daar aan doen? Tijdens de Clicker Expo 2022 gaf Chirag Patel ons tips voor het vredig laten samenleven van katten en honden. Een kat in het nauw en hond in te hoge opwinding. Foto: Hanneke Reitsma


44 Wat vertelt DNA-onderzoek over hondenrassen en -gedrag? Door: Elian Hattinga van ‘t Sant De laatste twintig jaar verschijnen er met grote regelmaat artikelen over DNA-analyses bij rashonden, zoals onlangs weer het eind 2022 verschenen artikel ‘Domestic dog lineages reveal genetic drivers of behavioral diversification’ van Dutrow en collega’s. Kennis van zijn DNA vertelt echter niet direct waarom een (ras)hond bepaalde dingen doet. Wat DNA-onderzoek wél in toenemende mate doet, is het bevestigen, weerspreken of nuanceren van bepaalde denkbeelden over hondenrassen en hondengedrag die in omloop zijn. Aan de hand van verschillende wetenschappelijke publicaties, geef ik op de volgende pagina’s een overzicht van de stand van zaken. Het artikel ‘Domestic dog lineages reveal genetic drivers of behavioral diversification’ verscheen onder supervisie van de Amerikaanse celbioloog en geneticus Elaine Ostrander. Zij is sinds 2004 de leider van het Dog Genome Project – onderdeel van het Human Genome Project – dat volledig is gericht op het ontcijferen van genomen van honden. Het Dog Genome Project is ondergebracht bij de National Institutes of Health, het grootste, met publiek geld gefinancierde, biomedische onderzoeksinstituut ter wereld. Het heeft het DNA van duizenden honden in zijn databanken zitten, dat met behulp van allerlei computerprogramma’s kan worden geanalyseerd en vergeleken, ook met het DNA van straathonden, wilde honden - zoals dingo’s - en diverse wolvensoorten. Het was nog maar pas in 2005 dat het genoom van een hond – de boxer Tasha – voor het eerst volledig in kaart is gebracht. Sindsdien heeft het onderzoek een enorme vlucht genomen, maar niet helemaal waargemaakt wat men hoopte. De verwachtingen van DNA-onderzoek waren aanvankelijk hooggespannen, temeer toen bleek dat er voor de enorme diversiteit in uiterlijk onder honden – van Chihuahua tot Duitse Dog – maar een paar genen verantwoordelijk waren. Men hoopte heel snel de genen en genmutaties te vinden die verantwoordelijk waren voor van alles dat voor mensen en honden van belang is – erfelijke ziektes voorop, maar ook afwijkend gedrag en agressie. Inmiddels is gebleken dat alles véél ingewikkelder in elkaar zit, helemaal wat gedrag


45 lijke benaming soms anders is dan de Nederlandse. De Amerikaanse wolf noemt men de Eastern wolf, de Europese heet Eurasian wolf. Van lang niet alle ondersoorten zit het DNA in de databanken van onderzoekers. Dat geldt helemaal voor de ondersoorten die inmiddels zijn uitgestorven. Tot op heden zijn de onderzoekers er nog niet achter van wélke ondersoort van de grijze wolf de hond afstamt. Zeker is inmiddels wél dat het gaat om een totaal onbekende en waarschijnlijk al lang uitgestorven ondersoort. Maar of het nou om één of misschien wel twee uitgestorven ondersoorten gaat? Daar buigt men zich nog steeds het hoofd over. Het is daarom een vraag of het wel zo’n goed idee is om het gedrag van honden te vergelijken met dat van de Noord-Amerikaanse Timberwolven, die veel als voorbeeld worden gebruikt. We weten immers helemaal niet hoe representatief hun gedrag precies is. Wolven zijn namelijk bijzonder goed in het zich aanpassen aan hun omgeving en de daar levende prooien. Tussen de ondersoorten zitten dan ook de nodige verschillen in grootte en ook in gedrag. Zo bleek bijvoorbeeld in 2011 uit DNA-onderzoek dat de solitair of in paren levende Egyptische jakhals – schofthoogte 38-50 cm, gewicht 10-20 kg – helemaal geen jakhals is, maar een ondersoort van de grijze wolf. Domesticatie De afgelopen jaren zijn er allerlei artikelen gepubliceerd waarin op basis van DNA-onderzoek wordt gespeculeerd over de plaats waar de domesticatie van de hond mogelijkerwijs heeft plaatsgevonden: Midden-Oosten, Zuid-Oost Azië, Zuid-West Azië, China, Europa. De gissingen over de tijd wanneer dit gebeurde, lopen ook uiteen: van 35.000 jaar geleden tot 16.000 jaar geleden. Nogal grote verschillen dus. Het geeft weer dat DNA-onderzoek hierover geen zekerheden biedt. Genetici houden daardoor nu maar verschillende mogelijkheden open. Een daarvan is, dat domesticatie op verschillende plaatsen en verschillende tijden onafhankelijk van elkaar – en ook niet altijd blijvend – heeft plaatsgevonden. Voor meer zekerheid moeten we bij archeologisch onderzoek zijn. Uit skeletvondsten blijkt dat de betreft. Genetische predispositie is maar een van de vele factoren die gedrag bepalen, maar wél een belangrijke. Wolf Zelfs in 2009 dacht de inmiddels overleden dierenarts/kynoloog Robert van der Molen – schrijver van de handboeken voor de populaire cursussen Kynologische Kennis (KK1 en KK2) – nog dat, naast de wolf, een ander lid van de familie hondachtigen (Canidae), de jakhals (canis aureus), een voorouder was van bepaalde hondenrassen. Een theorie die rond 1950 werd gepromoot door de vermaarde zoöloog Konrad Lorenz. Uit DNA-onderzoek was echter eind twintigste eeuw al onomstotelijk vast komen te staan dat de ‘grijze wolf’ (canis lupus) de voorouder is van álle honden. Dat was natuurlijk prettig nieuws voor degenen die, in navolging van ethologen uit de jaren tachtig van de vorige eeuw, graag gedrag van honden vergelijken met dat van wolven. Er zit echter een addertje onder het gras. Door factoren die voor veranderingen in het DNA zorgen, zoals genmutaties, bottlenecks en genetic drift zijn er in de loop der tijd, vermoedelijk vanaf 40.000 - 30.000 jaar geleden overal ter wereld steeds meer genetische variëteiten van de canis lupus ontstaan, zoals de poolwolf (canis lupus arctos), de Europese wolf (canis lupus lupus) en de Amerikaanse wolf (canis lupus lycaon), ook wel Timberwolf genoemd. Tot op HEDEN zijn de ONDERZOEKERS er nog niet achter van wélke ONDERSOORT van de grijze wolf de HOND afstamt Wetenschappers zijn het er niet over eens in hoeveel van deze ondersoorten de canis lupus is verdeeld. Sommigen verdelen de wolvenpopulatie op grond van hun DNA-profiel in wel veertig of nog meer ondersoorten, anderen houden het op grond van hun morfologie op ongeveer twaalf. Ook verwarrend is dat de Engelse wetenschappeWetenschap


46 samen met mensen werden begraven. Daaruit wordt vaak afgeleid dat mensen een bijzondere - affectieve? - band hadden met honden. Het een sluit echter het ander niet uit. Rassen Er zijn tegenwoordig DNA-testen waarmee, dankzij de uitgebreide databanken, gemakkelijk vastgesteld kan worden of een hond tot een bepaald ras hoort, en welk ras dat is. Dat dit zo gemakkelijk kan, komt doordat er bij de rashondenfokkerij sprake is van een hoge mate van inteelt, waardoor een ras teruggaat op een beperkt aantal voorouders (founders) die het ras genetisch vorm hebben gegeven. Daardoor hebben de meeste rassen een eigen, duidelijk herkenbaar DNA-signatuur. De rashondenfokkerij zoals we die nu kennen, bestaat pas zo’n 150 jaar en ontstond in Engeland. Daar organiseerde men destijds hondententoonstellingen waar de mooiste en best lijkende hond van een bepaald type werd verkozen. Sinds die tijd is een rashond een hond die van vaders- en moederkant afstamt van honden die aan een bewolf zeker 14.000 jaar geleden al succesvol was gedomesticeerd en dat honden deel uitmaakten van het leven van nomadische jagers-verzamelaars. Dat was dus ver voor de ontwikkeling van de landbouw, zo’n 12.000 jaar geleden, toen mensen zich op vaste plaatsen gingen vestigen en er ook andere gedomesticeerde dieren, zoals schapen, op na gingen houden. Omdat honden bij jagende nomaden leefden en omdat er rotstekeningen bestaan van mensen met wapens en allerlei dieren, waaronder de hond, wordt vaak verteld dat de wolf is gedomesticeerd omdat deze mensen hielpen met jagen. Daar is echter geen overtuigend bewijs voor. Er is geen enkel onderzoek, ook geen DNA of archeologisch onderzoek, dat uitsluitsel geeft over de wijze waarop of de reden waarom wolven zijn gedomesticeerd. Of wolven zichzelf hebben gedomesticeerd of dat de mens daar een actieve rol bij heeft gespeeld, is onbekend. Uit skeletvondsten van met name puppy’s en jonge honden blijkt dat deze tot 3000 jaar geleden overal ter wereld werden gegeten. Maar uit sommige 14.000 jaar oude grafvondsten blijkt ook dat honden soms De Mopshond en de Dwergschnauzer komen uit eenzelfde clade.


52 Om met het slechte nieuws te beginnen, honden worden weleens aangevallen door een wolf. Yvette laat een aantal filmpjes zien waarbij respectievelijk een kettinghond en een hond die los in de tuin loopt, worden gedood door een wolf. Met een onbegeleide, loslopende hond die hij in zijn territorium aantreft, zal de wolf bliksemsnel korte metten kunnen maken. Onze huishonden, waarvan de meeste zelfs nog nooit een gevecht hebben meegemaakt, zijn echt geen partij voor een wolf die doodt om te leven. Het advies is dus zonder meer: houd de hond aan de (maximaal 2 meter) lijn in wolvengebied en vermijd liever wandelingen in de schemering of in het donker. Wolvengebied Nu is de vraag natuurlijk: wat is wolvengebied? Het is algemeen bekend dat op de Veluwe een aantal wolvenroedels leven, maar je kunt puberwolven die op zoek zijn naar een eigen territorium overal tegenkomen. Deze zwervende jongelingen kunnen wel 70 kilometer per dag afleggen! Wolf & Hond Wat te doen als … Door: Iris Lammers Er zijn niet veel onderwerpen waar de toenemende polarisatie die onze samenleving plaagt zó duidelijk zichtbaar wordt als bij het onderwerp De Wolf in Nederland. Voor- en tegenstanders vliegen elkaar voortdurend op alle mogelijke platformen bijna letterlijk in de haren. Twee lezingen heb ik bijgewoond over dit onderwerp; een webinar van Yvette van Veldhuijsen en een lezing in een bibliotheek van boswachter Marc Wilbers. Met name bij de fysieke lezing liepen de emoties in de zaal flink op. Voor dit artikel wil ik me beperken tot de wolf in relatie tot onze honden. Hoe hoog is het risico dat onze hond tijdens een wandeling gegrepen wordt door een wolf? En, wat zou je kunnen doen om dat te voorkomen?


53 Wolf Protocol Nederland voor probleemsituaties tussen wolf en mens (IPO 2019) Bron: IPO Wolvenplan: https://www.bij12.nl/wp-content/uploads/2019/01/Interprovinciaal-wolvenplan.pdf Gedrag Wolf bezoekt ’s nachts bebouwd gebied Wolf bezoekt overdag bebouwd gebied Wolf vlucht niet meteen maar observeert mensen Wolf verblijft langdurig in of nabij bebouwd gebied Wolf benadert meermaals mensen Wolf reageert agressief op mensen zonder aanleiding Oorzaak/beoordeling Normaal gedrag, wolf is niet geïnteresseerd in mensen maar mijdt geen bebouwing Normaal gedrag, wolf is niet geïnteresseerd in mensen maar mijdt geen bebouwing Normaal gedrag, wolf heeft nog geen slechte ervaring meegemaakt. Vooral jonge wolven zijn vaak nieuwsgierig Divers: 1) Paartijd, zoekt partner of ziet honden als concurrent 2) Voedselbronnen 3) Sociale verhouding met hond Mogelijk sterke voerconditionering en gewenning Extreme gewenning, theoretisch hondsdolheid, maar die ziekte komt in Nederland niet meer voor Inschatting Ongevaarlijk. Een probleem kan ontstaan als wolven regelmatig voedsel in of bij bebouwing vinden Ongevaarlijk Ongevaarlijk / oppassen voor lokken en voeren Monitoren, mogelijk conditionerings- en gewenningsprobleem, risico op hybridisatie en/of letsel hond Kritisch, kans op gewenning en uiteindelijk agressief gedrag en letsel mens Gevaarlijk Maatregel Geen maatregel c.q. eventuele beschikbare voedselbronnen verwijderen. Geval observeren en documenteren. Geen maatregel c.q. eventuele beschikbare voedselbronnen verwijderen. Geval observeren en documenteren. Geen maatregel c.q. oppassen voor gewenning. Geval observeren en documenteren Oorzaak opsporen en wegnemen, wolf zenderen en verjagen. Honden afschermen van mogelijke contacten met de wolf. Publiek voorlichten. Zenderen en verjagen, publiek waarschuwen niet te voeren, indien geen resultaat wolf doden Wolf doden


56 Congres Friendly with Dogs Door: Pascalle Roulaux Het Friendly with Dogs congres werd op zondag 18 september 2022 voor de vijfde keer georganiseerd door Annelies Van Nuffel. Het wordt georganiseerd in Merelbeke (bij Gent, België) maar je kunt ook online deelnemen. Het jaarlijkse evenement biedt een mix van lezingen, zodat er altijd wel iets nieuws te leren valt, en men streeft ernaar een ontmoetingsplaats te creëren waar men volop kan netwerken. Vorig jaar waren er door omstandigheden niet vier, maar zelfs vijf lezingen te volgen.


57 Congres Suze Steenbergen: De buitenlandse hond In haar lezing neemt Suze de deelnemers mee in de turbulente wereld rondom de buitenlandse hond. Suze zet zich sinds 2006 actief in om het welzijn van honden in en uit het buitenland te verbeteren. Dit deed ze onder andere als vrijwilliger en bestuurslid bij Stichting Dierenopvang Bosnië en tegenwoordig werkt Suze op persoonlijke basis als vrijwilliger mee aan meerdere goede doelen rondom buitenlandse honden. Suze schetst hoe er tegen buitenlandse honden aan wordt gekeken. Uitspraken die zij vaak voorbij hoort komen zijn onder andere ‘De asielen hier zitten al vol genoeg’ en ‘Los het liever ter plaatse op’. Maar wat is nu eigenlijk ‘De buitenlandse hond’? De definitie luidt: Een buiten onze landsgrenzen geboren, in ons land herplaatste hond. Het zijn echt niet allemaal honden die bang zijn voor van alles en nog wat; er zitten zeker ook heel makkelijke types tussen. Buitenlandse honden zijn op te delen in twee categorieën: bewust gefokt en onbewust ‘gefokt’. De bewuste fok is nog verder op te delen in gefokt door een erkende fokker of door een handelaar/broodfokker. De lezing vandaag richt zich op de onbewust gefokte honden. Er zijn geen officiële cijfers bekend over hoeveel honden er per jaar naar ons land komen. Per jaar (behalve tijdens covid) is er in Nederland een vraag naar ongeveer 180.000 honden. Daarvan komen naar schatting 100.000 honden uit de broodfok en 25.000 uit het buitenland. De honden die je in het buitenland op straat ziet, hebben soms wel een eigenaar. Weer andere honden worden door meerdere personen enigszins verzorgd. Sommige honden zijn gedumpt, andere zijn op straat geboren. Er zijn enorme verschillen in het uiterlijk en het gedrag van de honden. Het is belangrijk dat vooraf goed wordt overwogen welke honden mogelijk geschikt zijn voor een leven in Nederland. Honden die naar Nederland worden gehaald, worden vaak bij een adoptant geplaatst zonder kennismaking vooraf. Vaak gaat dit goed, maar er kunnen ook problemen ontstaan. Honden kunnen ook eerst in een opvanggezin geplaatst worden; deze kan een belangrijke rol spelen bij het matchen van de hond aan de juiste adoptant. Als de hond zich nog in het buitenland bevindt, kan het erg lastig zijn om goed in te schatten wat voor gedrag de hond in Nederland zal vertonen. Suze geeft een voorbeeld van een hond die in het asiel erg sociaal was naar mensen, maar die eenmaal thuis niets van vreemden wilde weten. Contact met andere honden verloopt vaak makkelijker. Veel buitenlandse honden halen, zeker in eerste instantie, veel steun uit contact met een stabiele andere hond. In die beginperiode staan rust, ruimte en regelmaat centraal. De hond moet bijkomen van de reis en wennen aan de nieuwe omgeving. Het is belangrijk dat adoptanten hier een realistisch beeld bij hebben. Concrete tips voor de eerste weken omvatten onder andere het volgende: - Ontvang geen bezoek - Geef de hond een eigen plek om ongestoord te rusten (afhankelijk van de hond ook zonder andere honden) - Voorkom conflicten tussen honden en tussen honden en mensen - Wandel vaste rondjes of laat de hond zelfs alleen uit in de tuin - Leg geen druk op de hond om zijn grenzen te verleggen - Lijn de hond dubbel aan en maak gebruik van een GPS-tracker


64 Nieuws van de vereniging Incassocontract niet rendabel voor O&O E-learning bij de opleiding tot kynologisch instructeur Voor module C is een digitale ondersteuning ontwikkeld. Van alle oefeningen die worden behandeld in de module zijn per oefening filmpjes gemaakt. Deze zijn sinds MC27 beschikbaar voor deelnemers aan de module C. De cursisten krijgen voor de duur van hun module C een inlogcode, zodat er thuis in alle rust gekeken en geoefend kan worden. We zijn benieuwd naar hun ervaringen! Module C (MC27) gestart op 29 januari 2023 Dit is de laatste Module C van deze versie voor de opleiding tot kynologisch instructeur, die aansluit op de eerder gevolgde MAK en de theoretische MB. Nieuw in deze module C is de toegang tot de e-learning voor de deelnemers. De kosten voor het afsluiten van een incassocontract bij onze bank zijn fors ten opzichte van het aantal leden dat O&O wilde machtigen. Vandaar de keuze van het bestuur om af te zien van een incassocontract. We hebben deze uitleg gemaild aan de betreffende leden, met het verzoek om de betaling van de contributie via de gemailde betaallink of het bedrag zelf over te boeken (met vermelding van lid- en factuurnummer). Nieuwe module B Train de hond gestart op 25 februari 2023 Hierover lees je meer op pagina 13 in dit nummer.


Nieuwe module B Train de hond gestart op 25 februari 2023 Hierover lees je meer op pagina 13 in dit nummer. 65 Uitnodiging ALV op 24 april en 3 juni 2023 De eerste algemene ledenvergadering van dit jaar wordt online gehouden op maandag 24 april 2023 om 20.00 uur. De agenda (plus de concept statuten en overige relevante stukken) plaatsen we uiterlijk 3 april a.s. op het ledendeel van onze website. Voor een rechtsgeldige stemming verwachten we niet voldoende leden in de ALV. Daarom plannen we óók een bijzondere ledenvergadering, bij Hotel Schimmel 1885 (Stationsweg Oost 243, 3931 BP Woudenberg) op zaterdag 3 juni 2023 om 12.30 uur. Op de agenda staat dan één te behandelen agendapunt: ‘stemming concept-statuten’. Aansluitend is de lezing van Hans Schnock. Docententeam uitgebreid Anita Kiers en Silvie van Gansewinkel versterken sinds januari 2023 ons docententeam. Ook zijn er dit jaar 5 aspirant-docenten gestart met hun stagetraject. Het voltallig kader heet hen van harte welkom! Lezing Hans Schock op 3 juni 2023 Na de bijzondere ledenvergadering start om 14.00 uur de lezing ‘Wat is nou geluk?’ gegeven door Hans Schnock. Aanmelden kan via Mijn O&O. Wat is nou geluk? In de lezing gaat Hans dieper in op welke invloed jij als instructeur hebt op geluk en welzijn van de honden en de cursisten. De laatste jaren zijn we, onder meer door onderzoeken van Panksepp, veel meer te weten gekomen over emoties en welzijnsbevorderende aspecten bij honden. Hoe kunnen we dit als instructeurs in onze lessen verweven? Laten we daarnaast het welzijn van de cursisten niet vergeten; hoe kunnen wij ervoor zorgen dat zij met een glimlach en vol motivatie weer naar huis gaan? Maar ook, hoe zorg je ervoor dat je zélf, als KI, happy je werk blijft doen? De boodschap van Hans is helder: kijk verder dan Skinner! Hans heeft een holistische blik op hond én mens. Hans Schnock is ruim 30 jaar kynologisch instructeur. Daarnaast is hij ook kynologisch gedragstherapeut en heeft hij zich verdiept in allerlei vormen van neuswerk voor honden. Binnen zijn bedrijf HACR leidt hij instructeurs op en geeft hij lezingen en voorlichting, aan zowel instructeurs als hondenbezitters. Accreditatie: Categorie A 15 punten Komend najaar start onze nieuwe Module C - Train de mens In de volgende LosVast gaan we dieper in op de vernieuwde module C.


66 Bestuur O&O Voorzitter Lida Kalmeijer [email protected] Secretaris Marian Knip [email protected] Penningmeester Gisela Alserda [email protected] Algemeen bestuurslid Ingrid Giesen [email protected] Ereleden Loes van den Bogaard-Mutze † Martin Brouwer Maud Grevelink Gré Hooijmeijer Quirine Potter van Loon Service-adressen Cursusbureau Maud Grevelink [email protected] Ledenadministratie Christa de Ruiter [email protected] Opleidingen Ingrid Giesen [email protected] Nieuwsbrief Anita Kiers [email protected] Website (internet) Inloggen op het ledendeel: Gebruikersnaam: XXXXX Wachtwoord: ****** Vakblad LosVast Redactie: Hanneke Reitsma (hoofdredacteur) Dorien Evers-Damstra (eindredactie) Anita Kiers Regine Voort Pascalle Roulaux Contact: [email protected] Adreswijzigingen/opzegging lidmaatschap: • Inloggen Mijn O&O (via www.hondenopvoeding.nl) Een lidmaatschapsjaar is gelijk aan een kalenderjaar. Opzeggen doe je vóór 1 december. Financiën Betalingen aan O&O altijd o.v.v. jouw lidnummer IBAN-nummer NL94INGB0005276292 ten name van Ned Ver v Instr in hondenopvoeding en opleiding BIC-code INGBNL2A (voor betalingen vanuit het buitenland) Contributie Per kalenderjaar, voor leden € 30,00 voor leden/donateurs € 15,00 voor gezinsleden Nieuwe (gezin)leden betalen eenmalig € 5,00 inschrijfgeld Leden buiten NL betalen € 11,00 toeslag t.b.v. porto LosVast Start het lidmaatschap na 1 juli, dan betaal je: € 20,00 voor leden/donateurs (incl. inschrijfgeld) € 12,50 voor gezinsleden (incl. inschrijfgeld) Vragen over jouw contributie? Mail (met jouw lidnummer) naar: [email protected] Doordat O&O met vrijwilligers werkt, zijn we beperkt bereikbaar. We doen ons best om iedereen zo snel mogelijk van dienst te zijn. Het vakblad LosVast wordt uitgegeven door O&O, de Nederlandse Vereniging voor Instructeurs in Hondenopvoeding en -opleiding Opgericht 8 maart 1980 - Kamer van Koophandel nummer 40479415 Colofon LosVast is een uitgave van de vereniging O&O (hondenopvoeding.nl). Het doel van het blad is het bevorderen van communicatie binnen de vereniging en kwaliteitsverbetering van hondentrainingen door het verzorgen van informatie op het gebied van hondenopvoeding en -training. Uitspraken en opvattingen in het redactionele gedeelte komen voor rekening van de auteur of de geciteerde persoon en kunnen afwijken van de visie van O&O. Het bestuur is verantwoordelijk voor de inhoud van de rubriek Verenigingsnieuws. Verschijnt 4 maal per jaar in maart, juni, september en november. Overname van artikelen/foto’s alleen toegestaan na schriftelijke toestemming van de redactie en/of auteur/fotograaf. Vormgeving en druk: De Mediagraaf (demediagraaf.nl)


67 Omgaan met over-de-top gedrag webmail.hostingserver.nl 5.184×3.140 pixels 13-02-2023 21:31 https://webmail.hostingserver.nl/?_task=mail&_mbox=INBOX&_uid=30388&_part=2&_action=get&_extwin=1&_framed=1&_mimewarning=1&_embed=1 Pagina 1 van 1 MODULE A KEN DE HOND Basiskennis: een stevige theoretische basis vereist voor elke opleiding bij O&O 4 dagen (op locatie) of 8 dagdelen (online) of een combinatie hiervan MODULE B TRAIN DE HOND Dé trainingsmodule voor iedereen die meer wil leren van en met honden. Leer kijken met een heel brede blik naar training en hondensport. 1 dag theorie en 2 dagen praktijk (op locatie) MODULE C TRAIN DE MENS Lesgeven in de praktijk; vormgeven en uitvoeren van opvoedingscursussen aan eigenaren. Sluit aan op module A en B. Met goed gevolg afgelegd? Dan ontvang je het diploma kynologisch instructeur 9 dagen: 8 dagen praktijk op locatie en 2 dagdelen theorie (online) WIL JIJ GRAAG MEER WETEN OVER HONDEN VOLGENS DE NIEUWSTE INZICHTEN? Dan ben je bij O&O aan het juiste adres! We hebben onze modules en website vernieuwd. Neem een kijkje op: www.hondenopvoeding.nl Bijscholingen Trainen is leuk!? (voor de KI) 2-daagse workshop HR-hond op jouw hondenschool (onderdeel van het VIP-traject) 1-daagse module Lezingen Mét accreditatiepunten – 2 keer per jaar - voor O&O-leden gratis Meer informatie? Kijk op de O&O website www.hondenopvoeding.nl Inschrijven? Ga naar Inloggen/ Mijn O&O, log in en ga naar Activiteiten. O&O is een door CKI / RvB geaccrediteerde vereniging voor de opleiding tot kynologisch instructeur. O&O Module B.indd 1 23-02-2023 14:36


Click to View FlipBook Version