The words you are searching are inside this book. To get more targeted content, please make full-text search by clicking here.

De kleipijp als bodemvondst, Jubileumuitgave PKN 1988, Hoofdstuk Deventer, A. Carmiggelt

Discover the best professional documents and content resources in AnyFlip Document Base.
Search
Published by Stichting PKN, 2017-05-25 18:05:14

De kleipijp als bodemvondst Deventer

De kleipijp als bodemvondst, Jubileumuitgave PKN 1988, Hoofdstuk Deventer, A. Carmiggelt

'J.Z _

DEK LEI PIJ PAL S BOD E M V 0 N D ST.
Beknopt overzicht van tien jaar onderzoek naar de belangrijkste pijpenmakerscentra

in de 17e en 18e eeuw.

Onder redaktie van F. Tymstra en J. van der Meulen.

Uitgegeven door de Pijpelogische Kring Nederland.
Correspondentie adres: Utrechtse Jaagpad 115,2314 AT Leiden.

September 1988.
Oplage: 300 exemplaren.

Deze uitgave kwam tot stand door de belangeloze medewerking van:
- Al-Druk Drukwerk, Weesp
- W. Krook, Diemen
- F.E. Tymstra en J. Tymstra, Zaandam.

DE V E NT E R.

door A. Carmiggelt

HET HISTORISCH ONDERZOEK.
De eerste pijpenmaker in Deventer is Johan lvcrs I':ffers. Ilij is Engelsman en wordt op 4 maart
1635 in het burgerboek vermeld. Een andere pijpenmaker. eveneens een Engelsman, is
Hendrick Corbouwt (of Corbol, Corboldt). Ilij koopt op 4 februari 1648 het halve burgerschap
van Deventer. Dit laatste was noodzakelijk wanneer men een beroep wou uitoefenen. In 1680
overlijdt Hendrick. Aangezien hij minderjarige kinderen nalaat, vindt er een boedelbeschrijving
plaats van de roerende- en onroerende goederen van Hendrick (11 januari 1682). Hieruit weten
we dat hij twee huizen aan de Norenbergstraat bezat en tevens twee stukken land, te weten
"een hoff en een stuck saij landt". Verder had hij aan "gereet gelt" 75 Carolusgulden. Ook be-
zat hij diverse zilveren- en tinnen voorwerpen. Ook de linnengoederen en de "mansklederen "
worden in de inventaris beschreven. Bij de beschreven meubels treffen we o.a. aan een "tone
bancke met de winkel, twee spinne wielen, een kackstoel en een loopwagen ". Interessant voor
ons is dat "Het pijpenbackergereetscap g'estimeert en bij d'Erfuitterse angenommen" wordt
voor 60 Carolusgulden. Ook had Hendrick nog 11 tonnen met pijpen in voorraad die getaxeerd
worden op 80 Carolusgulden.
De zoon van Hendrick, Jan Corbold gaat op 15 maart 1690 naar Gouda om bij een meester in
de leer te gaan. Blijkbaar wil hij ook pijpenmaker worden. Weinig later is hij echter, net zoals
zijn broer, soldaat. De combinatie van pijpenmaker en een militaire funktie komen we bij een
aantal andere personen in Deventer tegen. Zo is er sprake van een zekere Thonis Jansen, af-
komstig uit Osnabrück, die zowel als ruiter, maar ook als pijpenmaker te boek staat. Laatstge-
noemde is getrouwd met ene Engele Gerrits, weduwe van de soldaat Ambrosius Vliege. Uit dit
eerste huwelijk is een zoon afkomstig, Engbert Vliege genaamd, die in 1674 pijpenmaker blijkt
te zijn. Vermoedelijk heeft hij dit ambacht geleerd van zijn stiefvader Thonis Jansen. De sterf-
data van Thonis J ansen en Engbert Vliege zijn niet bekend.
Na het overlijden van Thonis Jansen hertrouwt zijn vrouw met Jan Swiers. Hij wordt in.1666
pijpenmaker genoemd en heeft vermoedelijk in het bedrijfje van Thonis Jansen gewerkt. De
laatste pijpenmaker die we in de zeventiende eeuw tegenkomen is Jan Hendriks (van Eefde).
Hij koopt samen met zijn vrouw in 1692 een huis in de Molenstraat. In 1695, wanneer hun
dochter J anna wordt gedoopt, staat Jan als pijpenbakker te boek. In respectievelijk 1694 en
1718 koopt hij een huis aan het Bergschild en in de Sassenstraat. Jan wordt voor het laatst in
een stuk uit 1735 genoemd. Zijn sterfdatum is niet bekend.
Uit Deventer zijn ook een aantal achttiende eeuwse pijpenbakkers bekend, te weten ene Berent
van Hattum, Jurrien van den Bargh, Willem Greve en een aantal pijpenbakkersknechten, name-
lijk Hendrik Ramaker, Jan Doornik, Hermanus Koper, Gerrit Hasseler, Hendrik j ansen, Antoni
Adr.(iaans) (?). Van Jurrien Bargh is een boedelinventaris bekend uit 1764, waarin ook de
winkelgereedschappen nader gespecificeerd worden:

Kopere formen 7 (?) f37-0-0
100 bakjes & 88 pijpepianken f53-4-0
50 bakjes en 5 korte schroeven f24-10-0
2 lange schroeven & kaggel f21-0-0
f41-0-0
82 gros fijne pijpen f41-0-0

20 gros lange & gros grove (?)

- 39 -

In de pijpenmakerswereld wordt onder een gros pijpen 160 stuks verstaan, omdat men hier

rekening houdt met 10 procent breuk. In deze inventaris wordt verder nog melding gemaakt
van de aanwezigheid van pijpaarde, dat voor 30 Carolusgulden getaxeerd wordt. Bij de ge-
noemde schulden van Jurrien staat ook een bedrag van 140 Carolusgulden die hij nog aan een
kleikoper verschuldigd is.
Op de hoek van een huis tussen de Noordenbergstraat en de Papenstraat zijn ruim tien jaar ge-
leden fragmenten van vermoedelijk twee pijpenpotten gevonden. Deze waren gemaakt van
roodbakkend aardewerk en waren op de scheuren besmeerd met sterk gemagerde pijpaarde. De
potten rustten op drie of meer lange poten. Naast deze fragmenten werden er ook misgebak-
ken, ongemerkte kleipijpen aangetroffen (zie afb. 1). Deze vondst is te dateren in het tweede
kwart van de zeventiende eeuw.
In Deventer worden regelmatig achttiende eeuwse kleipijpen aangetroffen met het merk
H.D.G. (zie afbeelding 3). De producent van deze kleipijpen is onbekend. Vooral in de tweede
helft van de achttiende eeuw worden in Deventer veel pijpen van Westerwaldse makelij gevon-
den. Een inventarisatie van deze exemplaren is door E. Nijhof verricht (zie literatuur).

Pijpenmakers :

Adr., Antonij 1748
Bargh, jurrien van den 1748-1764
Corbouwt, Hendrick 1643-1680
Corbold, Jan 1690
Doornik, Jan 1748
Effers, Johan Evers 1635
Greve, Willem 1748
Hasseler, Garrit 1748
Hattum, Berent van 1748
Hendriks, Jan (van Eefde) 1692-1735
J ansen, Hendrik 1748
J ansen, Thonis 1651
Koper, Hermanus 1748
Ramaker, Hendrik 1748
Swiers, Jan 1666
Vliege, Engbert 1674

LITERATUUR.

* Carmiggelt, A., "Sprokkelhout uit vier IJsselsteden". Pijpelogische Kring Nederland, VII

(1984) no. 27. p. 54-59. in Overijssel". Mededelingenblad Vrienden van de

* Dubbe, B. jr., "Tabakspijpenmakers

Nederlandse Ceramiek. 1959, no. 17. p. 22 en 27.

* Duco, D.H., De Kleipijp in de Zeventiende Eeuwse Nederlanden. Oxford, 1981, p. 173.
* Nijhof, E., "Westerwaldpijpen uit de 18e eeuw". Pijpelogische Kring Nederland. IV (1981)

no. 13. p. 8-23.

* Nijhof, E., "Een achttiende eeuwse pijpmaker HDG". Pijpelogische Kring Nederland. VII

(1984) no. 25. p. 6-7.

- 40 -

Beschrijving bij de afbeeldingen:

afb. 1 tlm 6 Ongerookte en misgebakken pijpen afkomstig van een pijpenstort uit het
afb. 7 Noordenbergkwartier te Deventer.
Complete pijp afkomstig uit een beerput in het Noordenbergkwartier te
afb. 8 tlm 13 Deventer. Dit model is karakteristiek voor de Deventer produkten. Datering:
tweede kwart zeventiende eeuw.
Achttiende eeuwse pijpen met het zijmerk de gekroonde initialen tI.D.G.

ILLUSTRATIES.
- E. Nijhof

- 41 -

6

- 42 -

8

9
10

11
12

13

- 43 -


Click to View FlipBook Version