Locatietheater Eindopdracht 4e klas
De afgelopen weken ben je bezig geweest met het maken van filmpjes op basis van een locatie. Met deze eindopdracht is het de bedoeling dat je een scène op locatie maakt, deze filmt en inlevert. Waar moet de scène aan voldoen: • Je levert een filmpje in van minimaal 1,5 min. en maximaal 3 minuten. • Je maakt een keuze tussen de speelstijlen absurdistisch of slapstick en de kenmerken van deze speelstijl zijn terug te zien in je scène. • De inhoud van de scène is gemaakt vanuit de locatie. De locatie wordt gebruikt in het spel (bv. handelingen)!!! • Bij slapstick als speelstijl: In de opbouw van de scène gaat er 3x iets mis (en dat wordt steeds erger) en loopt het verhaal anders af dan je verwacht. (peripetie) • Bij absurdistisch theater: De scène wordt opgebouwd doordat de handelingen en acties steeds absurder worden.(hier is een ommekeer niet noodzakelijk) • Je speelt de scène alleen (eventueel met een voorwerp) • De scène wordt ondersteund door vormgevingsmiddelen die passen bij de speelstijl en de inhoud van de scène. Denk aan het gebruik van muziek, kostuum en decor.
• Het camera-gebruik en montage zijn ondersteunend aan de inhoud van de scène en de speelstijl. Laatste tips: Vanuit de eerste twee deelopdrachten heb je onderzoek gedaan naar locaties, speelstijlen en een inhoud voor je scène. Ook heb je in tweetallen feedback gegeven. Het is belangrijk dat je de kennis die je de afgelopen weken hebt opgedaan verwerkt in je filmpje. En de feedback van je docenten en maatje (tweetal) gebruikt. Uiteraard mag je ook andere keuzes maken als je niet tevreden bent. Denk bij het maken van je filmpje aan vormgevingsmogelijkheden. Dat wil zeggen: Kostuum, decor, licht, geluid, etc. Let wel op dat de keuzes die je maakt voor je scène passen bij je gekozen speelstijl. Bv. Zwartwit beeld bij slapstick of extreem groot decor bij absurdistisch theater. Ga nog eens goed na wat de kenmerken van jouw gekozen speelstijl zijn. En hoe je deze op een theatrale manier kan verwerken in je scène. Let hier ook goed op dat je spel goed inzet in je scène: Speel geconcentreerd, duidelijk een rol, leef je in. Bij slapstick: speel een klunzig persoon waarbij alles misgaat en gebruik uitvergroot spel. Denk eraan dat je niet met je rug naar de camera toe staat. Het kan je helpen om decor voorin het shot te zetten, zodat je daar achterlangs kan lopen. En dus niet met je rug naar de camera staat. Je hebt een camera, gebruik deze! Let goed op vanuit welke hoek je filmt. Kies een duidelijk kader, maak duidelijke keuzes als je besluit te editen. Let ook op verstaanbaarheid en de beeldkwaliteit. Gebruik onze aangereikte tips.
Denk aan mogelijkheden als: • Versnelling/slow-motion • Een filter (zwart-wit) • Storyboard maken. Een storyboard is een manier van je verhaal uittekenen/schrijven. Denk bij een storyboard aan een stripverhaal. (bruikbare tamplate: ) • Montage van verschillende camera hoeken en kaders (totaalshot, medium shot en close-up) • Monteren in een beweging werkt goed • Gebruik van scherpte/onscherpte • Gebruik maken van bewegend beeld (dat is beter dan in- en uitzoomen) Heb plezier en maak er iets moois van!
Rubric Beoordelings criteria 0 pt. 5 pt. 10 pt. 20 pt. 25 pt. Algeheel locatiegebruik De leerling werkt niet vanuit de gekozen locatie. De leerling heeft een inspirerende locatie gekozen. En de leerling gebruikt deze locatie in zijn/haar spel. En de leerling werkt inhoudelijk vanuit de locatie. En de leerling maakt de locatie theatraal door zijn/haar handelen. Toepassing gekozen speelstijl De leerling past geen speelstijl toe. De leerling past enkele kenmerken van de speelstijl toe in zijn/haar scene. De leerling past meerdere kenmerken van de speelstijl toe in zijn/haar scene. En de kenmerken zijn toegepast op de inhoud van de scene. En de leerling doet dit consequent. Opbouw van de scene De scene heeft geen duidelijke opbouw en inhoud De inhoud van de scene is helder, alleen de opbouw, mist En de scene heeft een redelijke opbouw passend bij de speelstijl. En de scene heeft een duidelijke opbouw passend bij de speelstijl. En de scene heeft een duidelijk einde, bij slapstick een ommekeer Vormgeving De leerling heeft geen gebruik gemaakt van vormgevingsmidde len. De leerling gebruikt enkele vormgevings middelen maar deze voegen niets toe aan inhoud en/of speelstijl. En de gekozen vormgevingsmidde len zijn in relatie met de inhoud en/of speelstijl. En de vormgevingsmiddel en geven extra betekenis aan de inhoud en speelstijl. En het camera gebruik en montage zijn ondersteunend aan de inhoud van de scene. Spel bij absurdistisch theater als speelstijl Het spel is ongeloofwaardig. Er is geen sprake van een rol, inleving en concentratie Het spel van de leerling is deels geloofwaardig. De leerling concentreert zich in de scene. En er wordt duidelijk een rol gespeeld En de leerling leeft zich in in de situatie En de leerling heeft besef in zijn spel van de camera, hoe hij zichtbaar blijft. Spel bij slapstick als speelstijl Het spel is ongeloofwaardig. Er is geen sprake van een rol, uitvergroot spel en concentratie Het spel van de leerling is deels geloofwaardig. De leerling concentreert zich in de scene. En het gekozen personage is duidelijk: de ‘domme’ die onhandigheid doet En de leerling maakt in zijn/haar spel gebruik van uitvergroot spel, grote bewegingen en emoties. En de leerling heeft besef in zijn spel van de camera, en hoe hij zichtbaar blijft spelplezier en ontwikkeling De leerling voert de opdracht niet uit De leerling voert de scene met concentratie (en spelplezier) uit. En toont interesse in het ontwikkelen van de scene. En de leerling heeft in de vooropdrachten geëxperimenteerd En geeft en ontvangt feedback van zijn/haar tweetal. En de leerling verwerkt de gekregen feedback in zijn/haar scene. En gebruikt de feedback voor het geven van meer betekenis en theatraliteit In de scene. Totaal behaalde punten : 10 = cijfer Naam leerling: Cijfer: